Etaamb.openjustice.be
Decreet van 28 februari 2019
gepubliceerd op 05 april 2019

Decreet houdende goedkeuring van het samenwerkingsakkoord van 31 december 2018 tussen de Vlaamse Gemeenschap, het Waalse Gewest, de Franse Gemeenschapscommissie, de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie en de Duitstalige Gemeenschap betreffende de mobiliteitshulpmiddelen

bron
waalse overheidsdienst
numac
2019201551
pub.
05/04/2019
prom.
28/02/2019
ELI
eli/decreet/2019/02/28/2019201551/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

28 FEBRUARI 2019. - Decreet houdende goedkeuring van het samenwerkingsakkoord van 31 december 2018 tussen de Vlaamse Gemeenschap, het Waalse Gewest, de Franse Gemeenschapscommissie, de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie en de Duitstalige Gemeenschap betreffende de mobiliteitshulpmiddelen (1)


Het Waals Parlement heeft aangenomen en Wij, Waalse Regering, bekrachtigen hetgeen volgt :

Artikel 1.Dit decreet regelt overeenkomstig artikel 138 van de Grondwet aangelegenheden bedoeld in de artikelen 127 en 128 ervan.

Art. 2.Goedkeuring wordt verleend aan het samenwerkingsakkoord tussen de Vlaamse Gemeenschap, het Waalse Gewest, de Franse Gemeenschapscommissie, de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie en de Duitstalige Gemeenschap betreffende de mobiliteitshulpmiddelen.

Kondigen dit decreet af, bevelen dat het in het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.

Namen, 28 februari 2019.

De Minister-President, W. BORSUS De Minister van Sociale Actie, Gelijke Kansen, Ambtenarenzaken en Administratieve Vereenvoudiging, A. GREOLI De Minister van Economie, Industrie, Onderzoek, Innovatie, Digitale Technologieën, Tewerkstelling en Vorming, P.-Y. JEHOLET De Minister van Leefmilieu, Ecologische Overgang, Ruimtelijke Ordening, Openbare Werken, Mobiliteit, Vervoer, DIenwelzijn en Industriezones, C. DI ANTONIO De Minister van Begroting, Financiën, Energie, Klimaat en Luchthavens, J.-L. CRUCKE De Minister van Landbouw, Natuur, Bossen, Landelijke Aangelegenheden, Toerisme, Erfgoed en afgevaardigd bij de Grote Regio, R. COLLIN De Minister van de Plaatselijke Besturen, Huisvesting en Sportinfrastucturen, V. DE BUE _______ Nota (1) Zitting 2018-2019. Stukken van het Waals Parlement, 1270 (2018-2019) Nrs. 1 tot 3.

Volledig verslag, plenaire zitting van 27 februari 2019.

Bespreking.

Stemming.

Samenwerkingsakkoord tussen de Vlaamse Gemeenschap, het Waalse Gewest, de Franse Gemeenschapscommissie, de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie en de Duitstalige Gemeenschap betreffende de mobiliteitshulpmiddelen Gelet op van de Grondwet, artikel 128, 130, 135 en 138;

Gelet op de bijzondere wet van 8 augustus 1980Relevante gevonden documenten type wet prom. 08/08/1980 pub. 11/12/2007 numac 2007000980 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Bijzondere wet tot hervorming der instellingen. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten tot hervorming der instellingen, artikel 5, § 1, II, 4°;

Gelet op de wet van 31 december 1983Relevante gevonden documenten type wet prom. 31/12/1983 pub. 11/12/2007 numac 2007000934 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot hervorming der instellingen voor de Duitstalige Gemeenschap. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten tot hervorming der instellingen voor de Duitstalige Gemeenschap, artikel 4;

Gelet op het bijzonder decreet van de Franse Gemeenschap van 3 april 2014 betreffende de bevoegdheden van de Franse Gemeenschap waarvan de uitoefening naar het Waalse Gewest en de Franse Gemeenschapscommissie wordt overgedragen;

Gelet op het decreet van de Franse Gemeenschapscommissie van 4 april 2014 betreffende de overdracht van de uitoefening van de bevoegdheden van de Franse Gemeenschap naar het Waalse Gewest en de Franse Gemeenschapscommissie;

Gelet op het decreet van het Waalse Gewest van 11 april 2014 betreffende de bevoegdheden van de Franse Gemeenschap waarvan de uitoefening aan het Waalse Gewest en aan de Franse Gemeenschapscommissie overgedragen wordt;

Overwegende dat het noodzakelijk is om de continuïteit in de dienstverlening te garanderen;

Overwegende dat de rechtszekerheid van alle betrokken actoren moet gegarandeerd worden;

Overwegende dat de administratieve lasten voor de gebruikers, noch de verstrekkers van mobiliteitshulpmiddelen mogen toenemen door de wijzigingen ingevolge de Zesde Staatshervorming;

Overwegende dat de continuïteit van zorg in andere deelstaten dan waar men woont,, moet gegarandeerd worden;

De Vlaamse Gemeenschap, vertegenwoordigd door Vlaams minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin;

Het Waals gewest, vertegenwoordigd door Waals minister van Sociale actie, Gezondheid, Gelijke kansen, Ambtenarenzaken en Administratieve Vereenvoudiging;

De Duitstalige gemeenschap, vertegenwoordigd door de minister van Gezin, Gezondheid en Sociale aangelegenheden;

Het Verenigd College van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie, vertegenwoordigd door de Leden bevoegd voor Beleid inzake Bijstand aan Personen;

Het College van de Franse Gemeenschapscommissie, vertegenwoordigd door het Lid bevoegd Gezin en voor Personen met een Handicap;

HIna "de partijen bij het akkoord" genoemd;

Zijn, gezamenlijk hun respectievelijke bevoegdheden uitoefenend, het volgende overeengekomen: HOOFDSTUK I. - Definities

Artikel 1.In dit samenwerkingsakkoord wordt verstaan onder : 1° deelentiteiten: de Vlaamse Gemeenschap, het Waals Gewest, de Franse Gemeenschapscommissie (Cocof), de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie (GGC) en de Duitstalige Gemeenschap;2° mobiliteitshulpmiddelen: zowel de mobiliteitshulpmiddelen die werden overgedragen naar de gemeenschappen en de gewesten met de Bijzondere Wet van 6 januari 2014Relevante gevonden documenten type wet prom. 06/01/2014 pub. 31/01/2014 numac 2014021007 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet met betrekking tot de Zesde Staatshervorming inzake de aangelegenheden bedoeld in artikel 77 van de Grondwet type wet prom. 06/01/2014 pub. 31/01/2014 numac 2014200332 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet met betrekking tot de Zesde Staatshervorming inzake de aangelegenheden bedoeld in artikel 78 van de Grondwet type wet prom. 06/01/2014 pub. 31/01/2014 numac 2014200341 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Bijzondere wet met betrekking tot de Zesde Staatshervorming sluiten met betrekking tot de Zesde Staatshervorming en voorheen vergoed werden door de federale overheid via de ziekte- en invaliditeitsverzekering als de mobiliteitshulpmiddelen die al door de gemeenschappen vergoed werden op grond van hun bevoegdheid inzake het beleid van personen met een handicap, vermeld in artikel 5, § 1, II, 4°, van de bijzondere wet van 8 augustus 1980Relevante gevonden documenten type wet prom. 08/08/1980 pub. 11/12/2007 numac 2007000980 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Bijzondere wet tot hervorming der instellingen. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten tot hervorming der instellingen;3° woonplaats: het adres waar de rechthebbende op een mobiliteitshulpmiddel woont, conform artikel 32, 3°, van het Gerechtelijk Wetboek;4° persoon: een rechthebbende op een mobiliteitshulpmiddel. HOOFDSTUK II. - Toepassingsgebied

Art. 2.Het samenwerkingsakkoord heeft betrekking op de mobiliteitshulpmiddelen.

Art. 3.Dit samenwerkingsakkoord gaat enkel over personen die hun woonplaats hebben binnen België, en over personen die rechten openen binnen de toepassing van de Europese en internationale regelgeving. HOOFDSTUK III. - Basisprincipes

Art. 4.Het samenwerkingsakkoord heeft tot doel om de continuïteit in de dienstverlening en de rechtszekerheid van alle betrokken actoren te garanderen. HOOFDSTUK IV. - Afspraken tussen de deelstaten Afdeling 1. - Rechthebbende op mobiliteitshulpmiddelen

Art. 5.§ 1. De woonplaats van de persoon bepaalt welke deelentiteit bevoegd is voor de tegemoetkoming voor mobiliteitshulpmiddelen. De woonplaats bepaalt in welke deelentiteit de aanvraag voor een mobiliteitshulpmiddel ingediend moet worden. De procedure voor de aanvraag en de uitbetaling verlopen volgens de regels van de deelentiteit waar de aanvraag werd ingediend.

Voor de toepassing van het vorige lid, kan de inwoner van het tweetalig gebied Brussel-Hoofdstad zijn aanvraag voor tegemoetkoming, met inbegrip van de aanvullende tegemoetkoming, indienen bij hetzij het loket van de GGC, hetzij de zorgkas van de Vlaamse Sociale Bescherming (VSB), volgens de regels bepaald in het samenwerkingsakkoord tussen de Vlaamse Gemeenschap, de Franse Gemeenschapscommissie en de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie betreffende het uniek loket voor de mobiliteitshulpmiddelen in het tweetalig gebied Brussel-Hoofdstad. § 2. In afwijking van paragraaf 1 bepaalt de exploitatiezetel van de werkgever van personen die hun woonplaats hebben in een andere lidstaat van de Europese Unie of in een andere staat die partij is bij de Europese Economische Ruimte of in Zwitserland, welke deelentiteit bevoegd is, indien zij rechten op prestaties openen op basis van de Europese regelgeving of internationale verdragen, in het kader van dit samenwerkingsakkoord.

Voor personen die hun woonplaats hebben in een andere lidstaat van de Europese Unie of in van een andere staat die partij is bij de Europese Economische Ruimte of in Zwitserland, die recht hebben op een Belgisch pensioen op basis van de Europese regelgeving of internationale verdragen, bepaalt de exploitatiezetel van laatste de werkgever van desbetreffende persoon, alvorens deze op pensioen gegaan is, welke deelentiteit bevoegd is. § 3. Elke deelentiteit werkt met eigen aanvraagformulieren. De aanvraagformulieren mogen ook ingevuld worden door artsen en indicatiestellers van een andere deelentiteit, in zoverre zij de procedures en regelgeving van de betrokken deelentiteit respecteren.

Art. 6.Als de woonplaats van de persoon is gewijzigd naar een andere deelentiteit, dan wordt het dossier meegegeven met de rechthebbende op een mobiliteitshulpmiddel of overgemaakt naar het loket aangeduid door de persoon, zodat de nieuwe deelentiteit over alle relevante gegevens uit het dossier beschikt met het oog op de behandeling van lopende (renting) of nieuwe aanvragen.

Art. 7.Als de woonplaats van de persoon, die beschikt over een mobiliteitshulpmiddel dat is afgeleverd in een rentingsysteem, gewijzigd is naar een andere deelentiteit, dan beschikt hij over een uitlooprecht van 3 maanden. Deze periode start vanaf de dag waarop de wijziging van domicilie is geregistreerd in de gemeente.

In de periode van het uitlooprecht kan de rechthebbende op een mobiliteitshulpmiddel vervolgens in de deelentiteit van zijn nieuwe woonplaats een nieuwe aanvraag indienen.

Art. 8.Als de woonplaats van de persoon is gewijzigd naar een andere deelentiteit na de aanvraag en voor de beslissing, dan wordt de procedure verdergezet in de deelstaat waar de persoon zijn aanvraag heeft gedaan.

Als uitzondering geldt in geval van renting en bij verhuis naar een andere deelentiteit, dat het dossier overgedragen wordt conform artikel 6. Het loket van de nieuwe deelentiteit zorgt ervoor dat de procedure kan worden verdergezet in de andere deelentiteit, waar mogelijk op basis van de bestaande indicatiestelling.

Art. 9.Als de woonplaats van de persoon is gewijzigd van een deelentiteit naar een andere deelentiteit, dan gelden de hernieuwingstermijnen van de deelentiteit waar de persoon zijn nieuwe woonplaats heeft. Afdeling 2. - Bandagisten/Orthopedisch technoloog in de

mobiliteitshulpmiddelen

Art. 10.Onder voorbehoud van de erkenningen door de respectievelijke deelentiteiten voor 1 januari 2019 worden de bandagisten die voor 1 januari 2019 door de federale overheid zijn erkend, automatisch verbonden met en gemachtigd door de deelentiteit waar hun exploitatiezetel gelegen is, onder voorbehoud van de bepalingen eigen aan de entiteit. De deelentiteit heeft het recht om de machtiging te schorsen of in te trekken.

De bandagisten/ orthopedisch technologen in de mobiliteitshulpmiddelen die in een deelentiteit gemachtigd zijn in het kader van een derdebetalersregeling tegemoetkomingen voor mobiliteitshulpmiddelen te ontvangen, worden automatisch gelijkgesteld met de in de andere deelentiteiten gemachtigde bandagisten/orthopedisch technologen in de mobiliteitshulpmiddelen.

De bandagisten met exploitatiezetel in het tweetalig gebied Brussel-Hoofdstad wenden zich tot de Vlaamse Gemeenschap, de GGC of de Cocof om gemachtigd te worden conform artikel 128, § 2 van de Grondwet en artikel 63, eerste lid, Bijzondere Wet van 12 januari 1989. De andere deelentiteit zal deze machtigingen gelijkstellen met een machtiging door deze deelentiteit.

Iedere deelentiteit kan een gelijkstelling intrekken of schorsen, als de bandagist/orthopedisch technoloog in de mobiliteitshulpmiddelen niet voldoet aan de voorwaarden die de betrokken deelentiteit heeft vastgelegd of de bijkomende criteria, vermeld in artikel 11. Deze intrekking heeft slechts rechtgevolgen voor de deelentiteit die de machtiging schorst of intrekt.

De deelentiteiten stellen elkaar in kennis van de schorsing of intrekking van een machtiging of een gelijkstelling.

Art. 11.Met behoud van de toepassing van artikel 10 kan iedere bevoegde deelentiteit voor de terugbetaling van prestaties in het kader van de mobiliteitshulpmiddelen aan de bandagisten bijkomende criteria opleggen, o.a. inzake vorming en navorming. Deze gelden tevens voor de gelijkgestelde bandagisten, bepaald in artikel 10, die hun exploitatiezetel in een andere dan de bevoegde deelentiteit hebben en die prestaties leveren in de bevoegde entiteit.

De deelentiteiten verbinden zich ertoe in overleg te gaan voor het specifiëren van deze vereisten en om de criteria maximaal op elkaar af te stemmen.

De controle op het voldoen aan de bijkomende criteria kan door de bevoegde deelentiteit uitgevoerd worden, volgens de modaliteiten die verder overeengekomen worden in een uitvoeringsakkoord, vermeld in artikel 92bis, § 1, derde lid, van de bijzondere wet van 8 augustus 1980Relevante gevonden documenten type wet prom. 08/08/1980 pub. 11/12/2007 numac 2007000980 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Bijzondere wet tot hervorming der instellingen. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten tot hervorming der instellingen. Afdeling 3. - Gemeenschappelijke lijst van producten

Art. 12.Ten einde de versnippering in het aanbod aan mobiliteitshulpmiddelen tegen te gaan en ten einde de administratieve lasten voor de producenten en de leveranciers van mobiliteitshulpmiddelen te beperken werken de deelentiteiten - met uitzondering van de Duitstalige Gemeenschap - samen, zodat producenten en de leveranciers de aanvraag voor de erkenning van een product slechts één keer moeten indienen.

De deelentiteiten bepalen hiertoe gezamenlijk de technische specificaties waaraan een mobiliteitshulpmiddel moet voldoen in een uitvoeringsakkoord, vermeld in artikel 92bis, § 1, derde lid, van de bijzondere wet van 8 augustus 1980Relevante gevonden documenten type wet prom. 08/08/1980 pub. 11/12/2007 numac 2007000980 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Bijzondere wet tot hervorming der instellingen. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten tot hervorming der instellingen.

Tevens werken de deelentiteiten voor het registreren van de productinformatie een gemeenschappelijke structuur en logica uit. Deze gemeenschappelijke structuur en logica moeten resulteren in een gemeenschappelijke lijst van producten, waarbij de producten die voor tegemoetkoming in aanmerking komen, de administratieve procedure, de toekenningsvoorwaarden, de terugbetalingscriteria en de hernieuwingstermijnen echter door iedere deelentiteit autonoom beheerd worden. Afdeling 4. - Adviescommissies

Art. 13.Indien een deelentiteit een adviescommissie heeft opgericht met als opdracht het verlenen van advies en het formuleren van voorstellen in het kader van de aanpassingen van de lijst van voor vergoeding in aanmerking genomen producten, de vergoedingsvoorwaarden en de modaliteiten van vergoeding, kunnen de andere deelentiteiten de adviescommissie bijwonen.

De afgevaardigden van de andere deelentiteiten zijn als waarnemer uitgenodigd op de vergaderingen van de adviescommissie van de deelentiteit en hebben geen stemrecht. Afdeling 5. - Overlegorgaan

Art. 14.Er wordt een overlegorgaan geïnstalleerd waarop de deelentiteiten de technische competenties en expertise kunnen delen en ervaringen uitwisselen. Het overlegorgaan heeft tot doel om over de deelentiteiten heen inzake de erkenning van producten een coherent beleid te faciliteren, zonder afbreuk te doen aan de autonomie van iedere deelentiteit. Op het overlegorgaan worden ook de technische specificaties, vermeld in artikel 12, voorbereid.

Het overlegorgaan is samengesteld uit vertegenwoordigers van de respectievelijke administraties en kan ad hoc aangevuld worden met experten uit de respectievelijke adviescommissies van de deelstaten en van de uitvoeringsorganisaties. Afdeling 6. - Gegevensuitwisseling

Art. 15.De deelentiteiten verbinden zich ertoe alle noodzakelijke informatie uit te wisselen die vereist is voor de uitvoering van dit samenwerkingsakkoord. In een uitvoeringsakkoord, vermeld in artikel 92bis, § 1, derde lid, van de bijzondere wet van 8 augustus 1980Relevante gevonden documenten type wet prom. 08/08/1980 pub. 11/12/2007 numac 2007000980 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Bijzondere wet tot hervorming der instellingen. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten tot hervorming der instellingen, wordt bepaald welke informatie als noodzakelijk beschouwd wordt. HOOFDSTUK V. - Inwerkingtreding en opzegging van het samenwerkingsakkoord

Art. 16.Dit samenwerkingsakkoord heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2019, met uitzondering van artikel 12, dat in werking treedt op een gemeenschappelijke datum bepaald door een besluit van elk van de bevoegde regeringen.

Elke partij bij dit akkoord kan een dit akkoord opzeggen mits een schriftelijke opzeggingstermijn van één jaar aan de andere partijen bij dit akkoord.

Getekend te Brussel op 31 december 2018, in één origineel exemplaar in het Nederlands, het Frans en het Duits, dat zal worden gedeponeerd bij de Vlaamse Gemeenschap die zal instaan voor de eensluidende verklaarde afschriften en de publicatie in het Belgisch staatsblad.

Voor de Vlaamse Gemeenschap: De Minister-President, G. BOURGEOIS De Vlaamse Minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin, J. VANDEURZEN Voor het Waalse Gewest: De Minister-President, W.BORSUS De Minister van Sociale Actie, Gelijke Kansen, Ambtenarenzaken en Administratieve Vereenvoudiging, A.GREOLI Voor de Duitstalige Gemeenschap: De Minister-President, O. PAASCH De Minister van de Duitstalige Gemeenschap van Gezin, Gezondheid en sociale Aangelegenheden, A. ANTONIADIS Voor de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie: De voorzitter van het verenigd College, R. VERVOORT Het Lid van het Verenigd College van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie bevoegd voor het Beleid inzake Bijstand aan Personen, P. SMET Het Lid van het Verenigd College van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie bevoegd voor het Beleid inzake Bijstand aan Personen, C. FREMAULT Voor de Franse Gemeenschapscommissie (Cocof) : De Minister-Voorzitter van het College, F. LAANAN Het Lid van het College van de Franse Gemeenschapscommissie (Cocof), bevoegd voor Personen met een Handicap, C. FREMAULT

^