gepubliceerd op 22 januari 2007
Decreet houdende inrichting van een gemeenschappelijke identificatie van landbouwers, exploitaties en landbouwgrond in het kader van het meststoffenbeleid en van het landbouwbeleid
22 DECEMBER 2006. - Decreet houdende inrichting van een gemeenschappelijke identificatie van landbouwers, exploitaties en landbouwgrond in het kader van het meststoffenbeleid en van het landbouwbeleid (1)
Het Vlaams Parlement heeft aangenomen en Wij, Regering, bekrachtigen hetgeen volgt : Decreet houdende inrichting van een gemeenschappelijke identificatie van landbouwers, exploitaties en landbouwgrond in het kader van het meststoffenbeleid en van het landbouwbeleid.
Artikel 1.Dit decreet regelt een gewestaangelegenheid.
Art. 2.In dit decreet wordt verstaan onder: 1° Verordening (EG) nr.1782/2003: Verordening (EG) nr. 1782/2003 van de Raad van 29 september 2003 tot vaststelling van gemeenschappelijke voorschriften voor regelingen inzake rechtstreekse steunverlening in het kader van het gemeenschappelijk landbouwbeleid en tot vaststelling van bepaalde steunregelingen voor landbouwers en houdende wijziging van de Verordeningen (EEG) nr. 2019/93, (EG) nr. 1452/2001, (EG) 1453/2001, (EG) nr. 1454/2001, (EG) nr. 1868/94, (EG) nr. 1251/1999, (EG) nr. 1254/1999, (EG) nr. 1673/2000, (EEG) nr. 2358/71 en (EG) nr. 2529/2001; 2° Verordening (EG) nr.795/2004: Verordening (EG) nr. 795/2004 van de Commissie van 21 april 2004 houdende bepalingen voor de uitvoering van de bedrijfstoeslagregeling waarin is voorzien bij Verordening (EG) nr. 1782/2003 van de Raad tot vaststelling van gemeenschappelijke voorschriften inzake rechtstreekse steunverlening in het kader van het gemeenschappelijk landbouwbeleid en tot vaststelling van bepaalde steunregelingen voor landbouwers; 3° Verordening (EG) nr.796/2004: Verordening (EG) nr. 796/2004 van de Commissie van 21 april 2004 houdende uitvoeringsbepalingen inzake de randvoorwaarden, de modulatie en het geïntegreerd beheers- en controlesysteem waarin is voorzien bij Verordening (EG) nr. 1782/2003 van de Raad tot vaststelling van gemeenschappelijke voorschriften inzake rechtstreekse steunverlening in het kader van het gemeenschappelijk landbouwbeleid en tot vaststelling van bepaalde steunregelingen voor landbouwers; 4° Verordening (EG) nr.1698/2005: Verordening (EG) nr. 1698/2005 van de Raad van 20 september 2005 inzake steun voor plattelandsontwikkeling uit het Europees Landbouwfonds voor Plattelandsontwikkeling ELFPO; 5° Verordening (EG) Nr.1257/1999: Verordening (EG) Nr. 1257/1999 van de Raad van 17 mei 1999 inzake steun voor plattelandsontwikkeling uit het Europees Oriëntatie- en Garantiefonds voor de Landbouw (EOGFL) en tot wijziging en instelling van een aantal verordeningen; 6° Meststoffendecreet: het Mestdecreet van 22 december 2006;7° landbouwer: de landbouwer, vermeld in artikel 2, a), van de Verordening (EG) nr.1782/2003, die bestaat uit een of meer exploitanten en die zijn bedrijf op autonome wijze beheert, als vermeld in artikel 4, § 3, van dit decreet; 8° exploitant: een natuurlijke persoon, een rechtspersoon of een groepering van natuurlijke personen of rechtspersonen, die een exploitatie exploiteert of voor wiens rekening een exploitatie wordt geëxploiteerd;9° exploitatie: de uitbating van een geheel van activiteiten en bijbehorende infrastructuur door een welbepaalde exploitant en op een welbepaalde locatie, met inbegrip van de door de exploitant in gebruik zijnde landbouwgronden;10° activiteiten: de landbouwactiviteiten, vermeld in artikel 2, c), van de Verordening (EG) ar.1782/2003, inzonderheid het houden van dieren vermeld in artikel 27, § 1, van het Meststoffendecreet, het gebruiken van landbouwgronden en het telen van planten op andere groeimediums dan landbouwgrond; 11° locatie: een geografisch afgebakende plaats waar activiteiten plaatsvinden of waar bijbehorende infrastructuur staat;12° landbouwgrond: landbouwgrond als vermeld in artikel 2 van de Verordening (EG) nr.795/2004; 13° bedrijf: het bedrijf, vermeld in artikel 2, b), van de Verordening (EG) nr.1782/2003 en dat bestaat uit één of meer exploitaties; 14° GBCS: het Geïntegreerd Beheers- en Controlesysteem, vermeld in titel II, hoofdstuk 4 van de Verordening (EG) nr.1782/2003; 15° VLM: het publiekrechtelijk vormgegeven verzelfstandigd agentschap Vlaamse Landmaatschappij, vermeld in artikel 2 van het decreet van 21 december 1988 houdende oprichting van de Vlaamse Landmaatschappij;16° afwijking: afwijking van artikel 31, derde lid, van het koninklijk besluit van 8 augustus 1997 betreffende de identificatie, de registratie en de toepassingsmodaliteiten voor de epidemiologische bewaking van runderen en van artikel 3, van het koninklijk besluit van 28 februari 1999 houdende bijzondere maatregelen van epidemiologisch toezicht op en preventie van aangifteplichtige runderziekten;17° veebeslag: een geheel van dieren gehouden in een geografisch omschreven entiteit, zoals bepaald in het koninklijk besluit van 10 april 2000 houdende bepalingen betreffende de diergeneeskundige bedrijfsbegeleiding, en die een duidelijk omschreven eenheid vormt op basis van epidemiologische banden, vastgesteld door de officiële dierenarts;18° sanitair verantwoordelijke: de persoon, eigenaar of houder van een dier die er, permanent of tijdelijk, een onmiddellijk beheer of toezicht op uitoefent, tijdens het vervoer of op een verzamelplaats of in het slachthuis inbegrepen.
Art. 3.§ 1. De Vlaamse Regering is bevoegd voor de identificatie en registratie in het GBCS van de landbouwers, vermeld in artikel 4, en voor de identificatie en registratie van de landbouwgronden die de landbouwer per exploitatie in gebruik heeft. De Vlaamse Regering duidt binnen het beleidsdomein Landbouw en Zeevisserij de bevoegde instantie aan voor die identificatie en registratie in het GBCS van de landbouwers en van de landbouwgronden. § 2. In het GBCS worden alle noodzakelijke gegevens die vereist zijn voor een correcte uitvoering van het Meststoffendecreet, van de Verordening (EG) nr. 1782/2003, van artikel 36, punten a), ii), a), iii), a), iv) en b), i), van de Verordening (EG) nr. 1698/2005 en artikelen 13, 23 en 31 van de Verordening (EG) nr. 1257/1999 met betrekking tot de identificatie van de landbouwers, exploitanten en exploitaties met bijbehorende landbouwgronden opgenomen. § 3. De Vlaamse Regering bepaalt de noodzakelijke gegevens, vermeld in § 2, en de wijze waarop die gegevens worden aangegeven en beheerd, alsook nadere regels met betrekking tot het vaststellen van het gebruik van landbouwgronden. § 4. De Vlaamse Regering kan nadere regels bepalen omtrent de identificatie bij het starten, het stopzetten en het overnemen van een exploitatie.
Art. 4.§ 1. Eenieder die tot aangifte verplicht is overeenkomstig artikel 23 van het Meststoffendecreet, of eenieder die steun wenst te verkrijgen ter uitvoering van Verordening (EG) nr. 1782/2003 of ter uitvoering van de oppervlaktegebonden maatregelen uit artikel 36, punten a), ii), a), iii), a), iv) en b), i), van de Verordening (EG) nr. 1698/2005 of oppervlakte-gebonden maatregelen uit artikel 13, 23 en 31 van de Verordening (EG) nr. 1257/1999, wordt op unieke wijze als landbouwer geïdentificeerd in het GBCS. De Vlaamse Regering kan bepalen dat ook andere personen dan degenen, omschreven in het eerste lid, onderworpen worden aan een identificatie- en registratieplicht in het GBCS. § 2. Om als landbouwer te worden geïdentificeerd in het GBCS, beheert men, met toepassing van artikel 29 van Verordening (EG) nr. 1782/2003, zijn bedrijf op autonome wijze zodat elke verwarring op het vlak van beheer, uitvoering van landbouwactiviteiten, productiemiddelen of het gebruik ervan, tussen twee of meer landbouwers uitgesloten is. § 3. Het op autonome wijze beheren van een bedrijf houdt in dat aan de volgende voorwaarden is voldaan: 1° de landbouwer baat noch als natuurlijke persoon noch als rechtspersoon, hetzij afzonderlijk hetzij als lid van een groepering, twee of meer bedrijven uit;2° de landbouwer heeft zijn productiemiddelen in exclusief gebruik en beheert ze exclusief;3° de sanitair verantwoordelijke op het bedrijf is hetzij de landbouwer, hetzij iemand die deel uitmaakt van de landbouwer als bedoeld in artikel 1, 7°.In afwijking hiervan is het, voor een beslag dat betrekking heeft op verschillende landbouwers, voldoende dat de sanitair verantwoordelijke hetzij één van de landbouwers is die het beslag deelt, hetzij deel uitmaakt van één van de landbouwers als bedoeld in artikel 1, 7°, die het beslag deelt; 4° bedrijven waarvoor tussen de overeenkomstige beslagen een afwijking bestaat, worden als één bedrijf beschouwd;5° de landbouwers die over dieren van dezelfde diersoort beschikken, en van wie de dieren tot een zelfde beslag behoren: a) houden naast het bedrijfsregister van het beslag een apart register bij dat aangeeft welk dier bij welke landbouwer hoort;b) actualiseren voor elk rund de relatie tussen rund en exploitatie op permanente en conforme wijze;6° de fiscale boekhouding van een landbouwer mag geen betrekking hebben op de landbouwactiviteiten van verschillende bedrijven. § 4. De Vlaamse Regering kan de nadere regels bepalen met betrekking tot de voorwaarden vermeld in § 1, eerste lid, § 2, en § 3, zoals het exclusief gebruik en het exclusief beheer van de productiemiddelen en de wijze waarop een identificatie wordt aangevraagd en verleend.
Art. 5.§ 1. Wie niet voldoet aan de voorwaarden van artikel 4: 1° kan in het GBCS niet geïdentificeerd worden als landbouwer;2° wordt op het vlak van de identificatie ambtshalve samengevoegd met degenen met wie hij samen aan de voorwaarden, vermeld in artikel 4, voldoet.De samengevoegde groep landbouwers wordt bijgevolg in het GBCS geïdentificeerd als één landbouwer en de bedrijven worden beschouwd als één geheel in het kader van de uitvoering, van dit decreet. § 2. Het ALV brengt degenen die ambtshalve samengevoegd worden als vermeld in § 1, van die ambtshalve samenvoeging op de hoogte en deelt tezelfdertijd de datum mee vanaf wanneer de ambtshalve samenvoeging in werking treedt.
Wie niet akkoord gaat met de ambtshalve samenvoeging, kan daartegen bezwaar indienen.
De Vlaamse Regering bepaalt de nadere regels omtrent de mededeling en de bezwaarprocedure.
Art. 6.Het ALV en de VLM zijn, elk wat hun bevoegdheden betreft, belast met de controle op de naleving van de voorwaarden van dit decreet en de uitvoeringsbesluiten ervan.
Art. 7.Dit decreet treedt in werking op 1 januari 2007.
Kondigen dit decreet af, bevelen dat het in het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt Brussel, 22 december 2006.
De minister-president van de Vlaamse Regering, Y. LETERME De Vlaamse minister van Openbare Werken, Energie, Leefmilieu en Natuur, K. PEETERS _______ Nota (1) Zitting 2006-2007 Stukken.- Voorstel van decreet 953 - Nr. 1. - Verslag 953 - Nr. 2. - Verslag over hoorzitting 953 - Nr. 3. - Tekst aangenomen door de plenaire vergadering 953 - Nr. 4.
Handelingen. - Bespreking en aanneming : vergadering van 21 december 2006.