gepubliceerd op 09 januari 2017
Ministerieel besluit tot wijziging van diverse bepalingen van het ministerieel besluit van 3 april 2015 tot het verlenen van subsidies voor beheerovereenkomsten met toepassing van Verordening nr. 1305/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 inzake steun voor plattelandsontwikkeling uit het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling
VLAAMSE OVERHEID
Landbouw en Visserij
8 DECEMBER 2016. - Ministerieel besluit tot wijziging van diverse bepalingen van het ministerieel besluit van 3 april 2015 tot het verlenen van subsidies voor beheerovereenkomsten met toepassing van Verordening (EU) nr. 1305/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 inzake steun voor plattelandsontwikkeling uit het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling
De Vlaamse minister van Omgeving, Natuur en Landbouw, Gelet op de verordening (EU) nr. 1305/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 inzake steun voor plattelandsontwikkeling uit het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling (ELFPO) en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1698/2005 van de Raad, het laatst gewijzigd bij gedelegeerde verordening (EU) 2016/142 van de Commissie van 2 december 2015;
Gelet op de verordening (EU) nr. 1306/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 inzake de financiering, het beheer en de monitoring van het gemeenschappelijk landbouwbeleid en tot intrekking van Verordeningen (EEG) nr. 352/78, (EG) nr. 165/94, (EG) nr. 2799/98, (EG) nr. 814/2000, (EG) nr. 1290/2005 en (EG) nr. 485/2008 van de Raad, het laatst gewijzigd bij verordening (EU) 2016/791 van het Europees Parlement en de Raad van 11 mei 2016;
Gelet op de verordening (EU) nr. 1307/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 tot vaststelling van voorschriften voor rechtstreekse betalingen aan landbouwers in het kader van de steunregelingen van het gemeenschappelijk landbouwbeleid en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 637/2008 van de Raad en Verordening (EG) nr. 73/2009 van de Raad, het laatst gewijzigd bij gedelegeerde verordening (EU) 2016/142 van de Commissie van 2 december 2015;
Gelet op de gedelegeerde verordening (EU) nr. 807/2014 van de Commissie van 11 maart 2014 tot aanvulling van Verordening (EU) nr. 1305/2013 van het Europees Parlement en de Raad inzake bijstand voor plattelandsontwikkeling uit het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling (ELFPO) en tot invoering van overgangsbepalingen, gewijzigd bij gedelegeerde verordening (EU) 2015/1367 van de Commissie van 4 juni 2015;
Gelet op het uitvoeringsbesluit van de Commissie van 13 februari 2015 tot goedkeuring van het plattelandsontwikkelingsprogramma voor Vlaanderen - België voor bijstand uit het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling;
Gelet op het uitvoeringsbesluit van de Commissie van 8 augustus 2016 tot goedkeuring van de wijziging van het plattelandsontwikkelingsprogramma van Vlaanderen (België) voor bijstand uit het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling;
Gelet op de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen, artikel 20, gewijzigd bij de bijzondere wet van 16 juli 1993;
Gelet op het decreet van 21 december 1988 houdende oprichting van de Vlaamse Landmaatschappij, artikel 6bis, § 3, ingevoegd bij het decreet van 7 mei 2004 en gewijzigd bij het decreet van 23 december 2010;
Gelet op het decreet van 21 oktober 1997 betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu, artikel 45, gewijzigd bij het decreet van 12 december 2008, en artikel 46, gewijzigd bij de decreten van 12 december 2008 en 9 mei 2014;
Gelet op het decreet van 8 december 2000 houdende diverse bepalingen, artikel 4;
Gelet op het Mestdecreet van 22 december 2006, artikel 42, vervangen bij het decreet van 12 juni 2015;
Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 19 september 2014 tot het verlenen van subsidies voor beheerovereenkomsten met toepassing van Verordening (EU) nr. 1305/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 inzake steun voor plattelandsontwikkeling uit het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling, artikel 7, § 2, vervangen bij het besluit van de Vlaamse Regering van 9 september 2016, artikel 20, vierde lid, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 19 juni 2015, artikel 21, § 2, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 20 maart 2015, en artikel 37;
Gelet op het ministerieel besluit van 3 april 2015 tot het verlenen van subsidies voor beheerovereenkomsten met toepassing van Verordening (EU) nr. 1305/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 inzake steun voor plattelandsontwikkeling uit het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling;
Gelet op het voorstel van het Instituut voor Natuur en Bos met betrekking tot de afbakening van de beheergebieden voor soortenbescherming, gegeven op 9 december 2015;
Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 10 oktober 2016;
Gelet op advies 60.256/1 van de Raad van State, gegeven op 24 november 2016, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, Besluit :
Artikel 1.Aan artikel 1 van het ministerieel besluit van 3 april 2015 tot het verlenen van subsidies voor beheerovereenkomsten met toepassing van Verordening (EU) nr. 1305/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 inzake steun voor plattelandsontwikkeling uit het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling worden een punt 9° en een punt 10° toegevoegd, die luiden als volgt : "9° gemelde percelen : de percelen waarop jaarlijks via de verzamelaanvraag wordt gemeld waar het beheerpakket wordt toegepast en waarvoor een betalingsaanvraag wordt gedaan; 10° bouwland : alle subsidiabele teelten met uitzondering van blijvend grasland, meerjarige fruit- en sierteelten en houtige gewassen.".
Art. 2.In artikel 12 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in het eerste lid wordt punt 2° vervangen door wat volgt : "2° het perceel is grasland;"; 2° het derde lid wordt vervangen door wat volgt : "De volgende basisnormen gelden bij het beheerpakket ontwikkeling soortenrijk grasland : 1° met behoud van de toepassing van het tweede lid, 3° wordt het perceel ofwel beweid ofwel minstens een keer per jaar gemaaid om verruiging en verbossing tegen te gaan;als gemaaid wordt, wordt het maaisel afgevoerd; 2° als beweiden is toegestaan volgens de beheerovereenkomst dan houdt de beheerder een bemestingsregister op perceelsniveau bij volgens de bepalingen vastgesteld in uitvoering van artikel 24, § 5 van het Mestdecreet van 22 december 2006;het voormeld register wordt bijgehouden voor het perceel in kwestie en niet voor de perceelsgroep in kwestie.".
Art. 3.In artikel 15 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in het eerste lid wordt punt 1° vervangen door wat volgt : "1° het perceel is grasland;"; 2° in het tweede lid, 3°, a) wordt de zinsnede "artikel 3, 23° van het Mestdecreet" vervangen door de zinsnede "artikel 3, § 8, 4° van het Mestdecreet van 22 december 2006;"; 3° het derde lid wordt vervangen door wat volgt : "De volgende basisnorm gelden bij het beheerpakket instandhouding soortenrijk grasland : 1° met behoud van de toepassing van het tweede lid, 3° wordt het perceel ofwel beweid ofwel minstens een keer per jaar gemaaid om verruiging en verbossing tegen te gaan;als gemaaid wordt, wordt het maaisel afgevoerd; 2° als beweiden is toegestaan volgens de beheerovereenkomst dan houdt de beheerder een bemestingsregister op perceelsniveau bij volgens de bepalingen vastgesteld in uitvoering van artikel 24, § 5 van het Mestdecreet;het voormeld register wordt bijgehouden voor het perceel in kwestie en niet voor de perceelsgroep in kwestie.".
Art. 4.In artikel 19, eerste lid, van hetzelfde besluit wordt punt 2° vervangen door wat volgt : "2° het perceel waarvan de afspoeling wordt gebufferd, wordt uitgebaat als akkerland en als akkerland geregistreerd in de verzamelaanvraag en heeft een jaarlijkse teeltrotatie; het is niet toegestaan om meerdere opeenvolgende jaren grassen en mengsels van grassen met andere kruidachtige voedergewassen te verbouwen op het perceel waarvan de afspoeling wordt gebufferd; als het perceel waarvan de afspoeling wordt gebufferd braakliggend land is waarop een minimumactiviteit wordt uitgevoerd als vermeld in artikel 22 van het besluit van de Vlaamse Regering van 24 oktober 2014 en ecologisch aandachtsgebied is als vermeld in artikel 1, 6° van het voormelde besluit, is een jaarlijkse teeltrotatie niet vereist;".
Art. 5.In artikel 22, eerste lid, van hetzelfde besluit wordt punt 2° vervangen door wat volgt : "2° het perceel waarvan de afspoeling wordt gebufferd, wordt uitgebaat als akkerland en als akkerland geregistreerd in de verzamelaanvraag en heeft een jaarlijkse teeltrotatie; het is niet toegestaan om meerdere opeenvolgende jaren grassen en mengsels van grassen met andere kruidachtige voedergewassen te verbouwen op het perceel waarvan de afspoeling wordt gebufferd; als het perceel waarvan de afspoeling wordt gebufferd braakliggend land is waarop een minimumactiviteit wordt uitgevoerd als vermeld in artikel 22 van het besluit van de Vlaamse Regering van 24 oktober 2014 en ecologisch aandachtsgebied is als vermeld in artikel 1, 6° van het voormelde besluit, is een jaarlijkse teeltrotatie niet vereist;".
Art. 6.Aan artikel 25, tweede lid van hetzelfde besluit wordt een punt 10° toegevoegd, dat luidt als volgt : "10° in afwijking van punt 8°, b) mag in het eerste jaar van de beheerovereenkomst de grasstrook volledig gemaaid of geklepeld worden in de periode vanaf 15 juni tot en met 31 oktober om zo de verspreiding van ongewenste kruiden tegen te gaan.".
Art. 7.In artikel 31 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in het eerste lid wordt punt 1° vervangen door wat volgt : "1° de grasstrook ligt op een perceel landbouwgrond dat zowel ligt in het beheergebied voor erosiebestrijding, vermeld in artikel 17, als in een beheergebied voor soortenbescherming, vermeld in artikel 81, eerste lid, 1° tot en met 4° ;"; 2° in het tweede lid wordt punt 8° vervangen door wat volgt : "8° de grasstrook mag gemaaid of geklepeld worden in de periode vanaf 15 maart tot en met 15 april en de grasstrook moet gemaaid of geklepeld worden in de periode vanaf 15 augustus tot en met 31 oktober;als gemaaid of geklepeld wordt dan moet minimaal een derde en maximaal de helft van de breedte van de grasstrook behouden blijven waarbij per maaiperiode hetzelfde deel ongemaaid moet blijven;".
Art. 8.Aan artikel 42, eerste lid, van hetzelfde besluit wordt een punt 6° toegevoegd, dat luidt als volgt : "6° houtsingel : een aaneengesloten lijnvormig landschapselement bestaande uit één of meerdere bomenrijen met aan weerszijden een mantelvegetatie bestaande uit struik- en struweelsoorten.".
Art. 9.In hoofdstuk 4, afdeling 3 van hetzelfde besluit wordt het opschrift van onderafdeling 6 vervangen door wat volgt : "Onderafdeling 6. Het beheerpakket onderhoud houtkant 75 % afzetten".
Art. 10.In artikel 53 van hetzelfde besluit worden de woorden "beheerpakket onderhoud houtkant" vervangen door de zinsnede "beheerpakket onderhoud houtkant 75 % afzetten".
Art. 11.In artikel 54 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in het eerste, tweede en derde lid worden de woorden "beheerpakket onderhoud houtkant" telkens vervangen door de zinsnede "beheerpakket onderhoud houtkant 75 % afzetten";2° in het eerste lid wordt punt 3° opgeheven; 3° aan het eerste lid wordt een punt 8° toegevoegd dat luidt als volgt : "8° de houtkant bestaat voor minstens 75 procent uit soorten die geschikt zijn om voor te komen in een houtkant als vermeld in bijlage 6.".
Art. 12.In artikel 55 van hetzelfde besluit worden de woorden "beheerpakket onderhoud houtkant" vervangen door de zinsnede "beheerpakket onderhoud houtkant 75 % afzetten".
Art. 13.In hoofdstuk 4, afdeling 3 van hetzelfde besluit wordt een onderafdeling 6/1, die bestaat uit artikel 55/1 tot en met 55/3, ingevoegd, die luidt als volgt : "Onderafdeling 6/1. Het beheerpakket onderhoud houtkant 50 % afzetten
Art. 55/1.Het beheerpakket onderhoud houtkant 50 % afzetten beoogt het onderhoud en de ontwikkeling van bestaande houtkanten.
Art. 55/2.Het beheerpakket onderhoud houtkant 50 % afzetten omvat naast de instapvoorwaarden van het beheerpakket onderhoud houtkant 75 % afzetten, vermeld in artikel 54, eerste lid, 1° tot en met 7°, de volgende instapvoorwaarde : de houtkant bestaat voor minstens 50 % uit soorten die geschikt zijn om voor te komen in een houtkant als vermeld in bijlage 6.
Het beheerpakket onderhoud houtkant 50 % afzetten omvat naast de beheervoorwaarden van het beheerpakket onderhoud houtkant 75 % afzetten, vermeld in artikel 54, tweede lid, 1° tot en met 7°, de volgende beheervoorwaarde : minstens 50 % procent van de houtkant wordt afgezet binnen de eerste vier jaar van de beheerovereenkomst; het afzetten kan gebeuren hetzij in een keer, hetzij gefaseerd; het gebruik van een klepelmaaier is niet toegestaan.
De basisnormen van het beheerpakket onderhoud houtkant 50 % afzetten zijn dezelfde als de basisnormen van het beheerpakket onderhoud houtkant 75 % afzetten, vermeld in artikel 54, derde lid.
Art. 55/3.De jaarlijkse beheervergoeding voor het beheerpakket onderhoud houtkant 50 % afzetten bedraagt 26,80 euro per are houtkant.".
Art. 14.In hoofdstuk 4, afdeling 3 van hetzelfde besluit wordt een onderafdeling 6/2, die bestaat uit artikel 55/4 tot en met 55/6, ingevoegd, die luidt als volgt : "Onderafdeling 6/2. Het beheerpakket onderhoud houtkant 25 % afzetten
Art. 55/4.Het beheerpakket onderhoud houtkant 25 % afzetten beoogt het onderhoud en de ontwikkeling van bestaande houtkanten.
Art. 55/5.Het beheerpakket onderhoud houtkant 25 % afzetten omvat naast de instapvoorwaarden van het beheerpakket onderhoud houtkant 75 % afzetten, vermeld in artikel 54, eerste lid, 1° tot en met 7°, de volgende instapvoorwaarde : de houtkant bestaat voor minstens 25 % uit soorten die geschikt zijn om voor te komen in een houtkant als vermeld in bijlage 6;
Het beheerpakket onderhoud houtkant 25 % afzetten omvat naast de beheervoorwaarden van het beheerpakket onderhoud houtkant 75 % afzetten, vermeld in artikel 54, tweede lid, 1° tot en met 7°, de volgende beheervoorwaarde : minstens 25 % procent van de houtkant wordt afgezet binnen de eerste vier jaar van de beheerovereenkomst; het afzetten kan gebeuren hetzij in een keer, hetzij gefaseerd; het gebruik van een klepelmaaier is niet toegestaan.
De basisnormen van het beheerpakket onderhoud houtkant 25 % afzetten, zijn dezelfde als de basisnormen van het beheerpakket onderhoud houtkant 75 % afzetten, vermeld in artikel 54, derde lid.
Art. 55/6.De jaarlijkse beheervergoeding voor het beheerpakket onderhoud houtkant 25 % afzetten bedraagt 17,80 euro per are houtkant.".
Art. 15.Aan hoofdstuk 4, afdeling 3 van hetzelfde besluit wordt een onderafdeling 8/1, die bestaat uit artikel 61/1 tot en met 61/3, toegevoegd, die luidt als volgt : "Onderafdeling 8/1. - Het beheerpakket onderhoud houtsingel
Art. 61/1.Het beheerpakket onderhoud houtsingel beoogt het onderhoud en de ontwikkeling van bestaande houtsingels.
Art. 61/2.De instapvoorwaarden van het beheerpakket onderhoud houtsingel zijn : 1° de houtsingel ligt voor de volledige lengte op of langs landbouwgrond;2° de houtsingel maakt geen deel uit van een tuin en kan niet beschouwd worden als windscherm behorend bij fruit- of sierteelt of als erfbeplanting behorend bij gebouwen;3° de houtsingel bestaat voor minstens 75 procent uit soorten die geschikt zijn om voor te komen in een heg als vermeld in bijlage 6;4° de oppervlakte van de houtsingel is minstens 1 are;5° de breedte van de houtsingel is maximaal 10 meter;6° als er gaten voorkomen in de houtsingel dan worden deze gaten voor 31 mei van het eerste jaar van de beheerovereenkomst opgevuld met soorten die geschikt zijn om voor te komen in een heg als vermeld in bijlage 6;7° de houtsingel wordt jaarlijks als een perceel geregistreerd in de verzamelaanvraag. De beheervoorwaarden van het beheerpakket onderhoud houtsingel zijn : 1° het beheerpakket wordt toegepast voor de afmetingen vermeld in de beheerovereenkomst;2° de beheerder heeft het beheervoorwerp gedurende de volledige looptijd van de beheerovereenkomst in gebruik volgens de gegevens opgenomen in het GBCS, tenzij het beheervoorwerp wordt overgenomen conform artikel 25 van het besluit van de Vlaamse Regering van 19 september 2014;3° de stambasis van de houtsingel wordt beschermd tegen vraatschade door vee;4° afgestorven planten worden in het eerstvolgende plantseizoen vervangen door soorten die geschikt zijn om voor te komen in een heg als vermeld in bijlage 6;5° het snoeiafval wordt niet in het landschapselement achtergelaten, ook niet na het hakselen van het snoeihout;6° soorten die niet opgenomen zijn in bijlage 6, die bij dit besluit is gevoegd, worden binnen de eerste vier jaar van de beheerovereenkomst verwijderd en vervangen door soorten die geschikt zijn om voor te komen in een heg als vermeld in bijlage 6, die bij dit besluit is gevoegd;voor de bestrijding van Amerikaanse vogelkers, Amerikaanse eik en robinia is een gerichte stobbenbehandeling met herbicide toegelaten; 7° de struik- en struweelsoorten in de mantelvegetatie van de houtsingel worden tijdens het eerste jaar van de beheerovereenkomst voor minstens de helft teruggesnoeid;de snoeihoogte bedraagt maximaal vier meter; de daaropvolgende vier jaren wordt de houtsingel niet gesnoeid; het gebruik van een klepelmaaier is niet toegelaten.
De basisnormen van het beheerpakket onderhoud houtsingel zijn : 1° behoudens het beheer dat in de beheerovereenkomst is opgenomen, wordt geen enkele activiteit uitgevoerd die de houtsingel of de bijhorende vegetatie beschadigt of vernietigt;2° om broedende vogels niet te verstoren, worden werken aan de houtsingel uitgevoerd in de periode vanaf 1 november tot en met 15 maart.
Art. 61/3.De jaarlijkse beheervergoeding voor het beheerpakket onderhoud houtsingel bedraagt 45,4 euro per are houtsingel.".
Art. 16.In artikel 64, eerste lid van hetzelfde besluit wordt punt 1° vervangen door wat volgt : "1° het perceel waarlangs het kwetsbaar element ligt, wordt uitgebaat als akkerland en als akkerland geregistreerd in de verzamelaanvraag en heeft een jaarlijkse teeltrotatie; het is niet toegestaan om meerdere opeenvolgende jaren grassen en mengsels van grassen met andere kruidachtige voedergewassen te verbouwen op het perceel waarlangs het kwetsbaar element ligt; als het perceel waarlangs het kwetsbaar element ligt braakliggend land is waarop een minimumactiviteit wordt uitgevoerd als vermeld in artikel 22 van het besluit van de Vlaamse Regering van 24 oktober 2014 en ecologisch aandachtsgebied is als vermeld in artikel 1, 6° van het besluit van de Vlaamse Regering van 24 oktober 2014, is een jaarlijkse teeltrotatie niet vereist;".
Art. 17.In artikel 73, eerste lid van hetzelfde besluit wordt punt 1° vervangen door wat volgt : "1° de grasstrook ligt op een perceel landbouwgrond dat zowel ligt in het beheergebied voor perceelsrandenbeheer, vermeld in artikel 62, als in een beheergebied voor soortenbescherming, vermeld in artikel 81, eerste lid, 1° tot en met 4° ;".
Art. 18.Artikel 81 van hetzelfde besluit wordt vervangen door wat volgt : "
Art. 81.De volgende beheergebieden waarbinnen beheerovereenkomsten gesloten kunnen worden voor beheerpakketten met betrekking tot de beheerdoelstelling soortenbescherming, worden afgebakend : 1° het beheergebied voor weidevogelsoorten : dit beheergebied is afgebakend op de kaart, opgenomen in bijlage 12 die bij dit besluit is gevoegd;2° het beheergebied voor akkervogelsoorten : dit beheergebied is afgebakend op de kaart, opgenomen in bijlage 13 die bij dit besluit is gevoegd;3° het beheergebied voor de Natura 2000 soort grauwe kiekendief : dit beheergebied is afgebakend op de kaart, opgenomen in bijlage 14 die bij dit besluit is gevoegd;4° het beheergebied voor de Natura 2000 soort hamster : dit beheergebied is afgebakend op de kaart, opgenomen in bijlage 15 die bij dit besluit is gevoegd; Deze kaarten, vermeld in het eerste lid, liggen ter inzage bij de maatschappij en worden ook bekendgemaakt op haar website.".
Art. 19.Aan hoofdstuk 4, afdeling 5, onderafdeling 1 van hetzelfde besluit wordt een artikel 81/1 ingevoegd, dat luidt als volgt : "
Art. 81/1.Beheerovereenkomsten voor de volgende beheerpakketten kunnen gesloten worden binnen de beheergebieden, vermeld in artikel 81, eerste lid, 1° en 2° : 1° faunabeheer grasland uitgestelde maaidatum;2° faunabeheer grasland beweiden 20 mei;3° faunabeheer grasland standweide 15 juni;4° faunabeheer grasland kuikenweide. Binnen de beheerdoelstelling soortenbescherming kunnen beheerovereenkomsten voor de volgende beheerpakketten gesloten worden binnen de beheergebieden, vermeld in artikel 81, eerste lid, 1° tot en met 4° : 1° aanleg en onderhoud gemengde grasstrook;2° onderhoud gemengde grasstrook;3° aanleg en onderhoud gemengde grasstrook plus;4° onderhoud gemengde grasstrook plus. Beheerovereenkomsten voor het beheerpakket aanleg en onderhoud vluchtstrook kunnen gesloten worden binnen het beheergebied voor weidevogelsoorten, vermeld in artikel 81, eerste lid, 1°.
Beheerovereenkomsten voor de volgende beheerpakketten kunnen gesloten worden binnen het beheergebied voor de Natura 2000 soort grauwe kiekendief, vermeld in artikel 81, eerste lid, 3° : 1° aanleg en onderhoud gemengde grasstrook vogelakker;2° aanleg en onderhoud luzernestrook vogelakker. Beheerovereenkomsten voor de volgende beheerpakketten kunnen gesloten worden binnen het beheergebied voor de Natura 2000 soort hamster, vermeld in artikel 81, eerste lid, 4° : 1° aanleg en onderhoud luzernestrook hamster;2° hamstervriendelijke nateelt. Beheerovereenkomsten voor het beheerpakket faunabeheer akkerland voedselgewas kunnen gesloten worden binnen de beheergebieden, vermeld in artikel 81, eerste lid, 1° tot en met 4°, als de beheerwijze, vermeld in artikel 96, tweede lid, 3°, a) wordt toegepast.
Beheerovereenkomsten voor het beheerpakket faunabeheer akkerland voedselgewas kunnen gesloten worden binnen de beheergebieden, vermeld in artikel 81, eerste lid, 3° en 4°, als de beheerwijze, vermeld in artikel 96, tweede lid, 3°, b) of c) wordt toegepast.
Art. 20.In artikel 84, eerste lid, van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° punt 1° wordt vervangen door wat volgt : "1° het perceel ligt in het beheergebied voor het beheerpakket faunabeheer grasland uitgestelde maaidatum, vermeld in artikel 81/1;"; 2° er wordt een punt 4° toegevoegd, dat luidt als volgt : "4° het perceel is geschikt om het beheerpakket op toe te passen volgens de beoordeling van de maatschappij.".
Art. 21.In artikel 87 van hetzelfde besluit wordt het eerste lid vervangen door wat volgt : "De instapvoorwaarden van het beheerpakket faunabeheer grasland beweiden 20 mei zijn : 1° het perceel ligt in het beheergebied voor het beheerpakket faunabeheer grasland, beweiden 20 mei, vermeld in artikel 81/1;2° het perceel voldoet aan de instapvoorwaarden van het beheerpakket faunabeheer grasland uitgestelde maaidatum, vermeld in artikel 84, eerste lid, 2° tot en met 4°.".
Art. 22.In artikel 90 van hetzelfde besluit wordt het eerste lid vervangen door wat volgt : "De instapvoorwaarden van het beheerpakket faunabeheer grasland standweide 15 juni zijn : 1° het perceel ligt in het beheergebied voor het beheerpakket faunabeheer grasland, standweide 15 juni, vermeld in artikel 81/1;2° het perceel voldoet aan de instapvoorwaarden van het beheerpakket faunabeheer grasland uitgestelde maaidatum, vermeld in artikel 84, eerste lid, 2° tot en met 4°.".
Art. 23.In artikel 93 van hetzelfde besluit wordt het eerste lid vervangen door wat volgt : "De instapvoorwaarden van het beheerpakket faunabeheer grasland kuikenweide zijn : 1° het perceel ligt in het beheergebied voor het beheerpakket faunabeheer grasland kuikenweide, vermeld in artikel 81/1;2° het perceel voldoet aan de instapvoorwaarden van het beheerpakket faunabeheer grasland uitgestelde maaidatum, vermeld in artikel 84, eerste lid, 2° tot en met 4°.".
Art. 24.In artikel 96 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° aan het eerste lid wordt een punt 3° toegevoegd dat luidt als volgt : "3° het perceel is geschikt om het beheerpakket op toe te passen volgens de beoordeling van de maatschappij."; 2° in het tweede lid wordt punt 3° vervangen door wat volgt : "3° het perceel wordt op de volgende wijze beheerd, waarbij de wijze van beheer wordt bepaald in de beheerovereenkomst : a) het perceel wordt ofwel jaarlijks voor 31 mei ingezaaid met een eenjarig zaadleverend gewas, ofwel tweejaarlijks voor 31 mei ingezaaid met een meerjarig zaadleverend gewas.Het zaadleverende gewas of gewasmengsel bestaat minstens uit een van de soorten, vermeld in bijlage 8. Het gewas wordt niet geoogst of ondergewerkt voor 15 maart van het volgende jaar; b) het perceel wordt opgedeeld in twee gelijke delen, waarbij de delen als volgt worden beheerd : 1) beide delen worden in het eerste jaar van de beheerovereenkomst voor 31 mei ingezaaid met een zomergraan;2) het eerste deel wordt als volgt beheerd : i) het eerste deel van het perceel wordt in het tweede en het vierde jaar van de beheerovereenkomst voor 31 mei ingezaaid met een zomergraan; ii) het eerste deel van het perceel wordt in het derde en het vijfde jaar van de beheerovereenkomst niet opnieuw ingezaaid, maar alleen geklepeld in de periode van 15 augustus tot en met 1 oktober; 3) het tweede deel wordt als volgt beheerd : i) het tweede deel van het perceel wordt in het tweede en vierde jaar van de beheerovereenkomst niet opnieuw ingezaaid, maar alleen geklepeld in de periode van 15 augustus tot en met 1 oktober; ii) het tweede deel van het perceel wordt in het derde en vijfde jaar van de beheerovereenkomst voor 31 mei ingezaaid met een zomergraan; 4) het zomergraan mag op beide delen van het perceel nooit geoogst worden;c) het perceel wordt opgedeeld in twee gelijke delen, waarbij de delen als volgt worden beheerd : 1) het eerste deel wordt als volgt beheerd : i) het eerste deel van het perceel wordt in het eerste jaar van de beheerovereenkomst voor 31 mei ingezaaid met een zomergraan, behalve als er op dat deel van het perceel al een wintergraan is ingezaaid net voor de start van de beheerovereenkomst.In dat geval kan het wintergraan blijven staan; ii) het eerste deel van het perceel mag in het tweede en het vierde jaar van de beheerovereenkomst geklepeld worden in de periode van 15 augustus tot en met 1 oktober; iii) het eerste deel van het perceel wordt in het najaar van het tweede en het vierde jaar van de beheerovereenkomst voor 31 december ingezaaid met een wintergraan; 2) het tweede deel van het perceel wordt als volgt beheerd : i) het tweede deel van het perceel wordt in het eerste jaar van de beheerovereenkomst voor 31 mei ingezaaid met Japanse haver, gevolgd door de inzaai van een wintergraan voor 31 december.De Japanse haver mag geklepeld of gemaaid worden in de periode van 15 augustus tot en met 1 oktober; ii het tweede deel van het perceel mag in het derde jaar van de beheerovereenkomst geklepeld worden in de periode van 15 augustus tot en met 1 oktober; iii) het tweede deel van het perceel wordt in het derde jaar van de beheerovereenkomst voor 31 december ingezaaid met een wintergraan; iv) het tweede deel van het perceel wordt in het vijfde jaar van de beheerovereenkomst voor 31 mei ingezaaid met Japanse haver; 3) het graan mag op beide delen van het perceel nooit geoogst worden.".
Art. 25.In artikel 99, eerste lid, van hetzelfde besluit wordt punt 1° vervangen door wat volgt : "1° de grasstrook ligt op een perceel landbouwgrond dat ligt binnen het beheergebied voor het beheerpakket aanleg en onderhoud gemengde grasstrook, vermeld in artikel 81/1;".
Art. 26.In artikel 111, eerste lid, van hetzelfde besluit wordt punt 1° vervangen door wat volgt : "1° de vluchtstrook ligt op een perceel landbouwgrond dat ligt binnen het beheergebied voor het beheerpakket aanleg en onderhoud vluchtstrook, vermeld in artikel 81/1;".
Art. 27.Aan hoofdstuk 4, afdeling 5 van hetzelfde besluit wordt een onderafdeling 12/1, die bestaat uit artikel 112/1 tot en met 112/3 toegevoegd, die luidt als volgt : "Onderafdeling 12/1. Het beheerpakket aanleg en onderhoud luzernestrook vogelakker
Art. 112/1.Het beheerpakket aanleg en onderhoud luzernestrook vogelakker beoogt de inrichting van percelen als foerageergebied voor de grauwe kiekendief.
Art. 112/2.De instapvoorwaarden van het beheerpakket aanleg en onderhoud luzernestrook vogelakker zijn : 1° de luzernestrook ligt op een perceel landbouwgrond dat ligt binnen het beheergebied voor het beheerpakket aanleg en onderhoud luzernestrook vogelakker, vermeld in artikel 81/1;2° het beheervoorwerp wordt jaarlijks als een perceel geregistreerd in de verzamelaanvraag;3° het perceel is geschikt om het beheerpakket op toe te passen volgens de beoordeling van de maatschappij;4° de luzernestrook is gemiddeld negen tot achttien meter breed;5° de luzernestrook grenst altijd met een lange zijde aan een gemengde grasstrook vogelakker als vermeld in artikel 112/5. De beheervoorwaarden van het beheerpakket aanleg en onderhoud luzernestrook vogelakker zijn : 1° het beheerpakket wordt toegepast voor de afmetingen vermeld in de beheerovereenkomst en de luzernestrook is over de volledige lengte minstens vijf meter breed;2° de beheerder heeft het beheervoorwerp gedurende de volledige looptijd van de beheerovereenkomst in gebruik volgens de gegevens opgenomen in het GBCS, tenzij het beheervoorwerp wordt overgenomen conform artikel 25 van het besluit van de Vlaamse Regering van 19 september 2014;3° de luzernestrook wordt tot stand gebracht door een bestaande luzernestrook te behouden of door de strook voor 1 mei van het eerste jaar van de beheerovereenkomst in te zaaien met luzerne of een mengsel van luzerne, rode klaver en voederwikke waarbij het mengsel uit minimaal 75 % luzerne bestaat;4° vanaf het derde jaar van de beheerovereenkomst mag de luzernestrook eenmaal opnieuw ingezaaid worden met luzerne of een mengsel van luzerne, rode klaver en voederwikke waarbij het mengsel uit minimaal 75 % luzerne bestaat;de luzernestrook wordt ingezaaid tussen 1 januari en 1 mei; 5° op de luzernestrook worden geen bestrijdingsmiddelen gebruikt, uitgezonderd voor de manuele pleksgewijze bestrijding van akkerdistel;6° de luzernestrook wordt jaarlijks drie keer gemaaid waarbij het maaisel wordt afgevoerd binnen vijftien dagen na het maaien, de eerste maaibeurt wordt uitgevoerd in de periode vanaf 1 mei tot en met 31 mei;de tweede maaibeurt wordt minstens zestig dagen later uitgevoerd dan de eerste maaibeurt en uiterlijk voor 1 september; de derde maaibeurt gebeurt in de periode vanaf 1 oktober tot en met 1 maart van het daaropvolgend kalenderjaar; de derde maaibeurt mag vervangen worden door klepelen of door maaien zonder dat het maaisel afgevoerd wordt; in het eerste jaar van de beheerovereenkomst mag ook de eerste maaibeurt vervangen worden door klepelen of maaien zonder afvoeren van het maaisel; 7° op de luzernestrook wordt geen enkele activiteit uitgevoerd, behalve maaien of klepelen of het opbrengen van meststoffen;8° de beheerder houdt een register bij waarin per luzernestrook alle maaidata en klepeldata worden genoteerd;de data worden ten laatste zeven dagen na het maaien of klepelen in het register genoteerd.
De basisnormen van het beheerpakket aanleg en onderhoud luzernestrook vogelakker zijn : 1° als de luzernestrook in een oeverzone ligt als vermeld in artikel 3, § 2, 43° van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, wordt het verbod op het gebruik van pesticiden vermeld in artikel 10, § 1, 2° van het voormelde decreet nageleefd;2° met behoud van de toepassing van het tweede lid, 6° wordt de luzernestrook minstens om de twee jaar gemaaid waarbij het maaisel wordt afgevoerd om verruiging en verbossing tegen te gaan;3° geen handelingen verrichten met het opzet om vogels of hun nesten te verstoren of te vernietigen.
Art. 112/3.De jaarlijkse beheervergoeding voor het beheerpakket aanleg en onderhoud luzernestrook vogelakker bedraagt 1764 euro per hectare.".
Art. 28.Aan hoofdstuk 4, afdeling 5 van hetzelfde besluit wordt een onderafdeling 12/2, die bestaat uit artikel 112/4 tot en met 112/6 toegevoegd, die luidt als volgt : "Onderafdeling 12/2. Het beheerpakket aanleg en onderhoud gemengde grasstrook vogelakker
Art. 112/4.Het beheerpakket aanleg en onderhoud gemengde grasstrook vogelakker beoogt de inrichting van percelen als foerageergebied voor de grauwe kiekendief.
Art. 112/5.De instapvoorwaarden van het beheerpakket aanleg en onderhoud gemengde grasstrook vogelakker zijn : 1° de gemengde grasstrook ligt op een perceel landbouwgrond dat ligt binnen het beheergebied voor het beheerpakket aanleg en onderhoud gemengde grasstrook vogelakker, vermeld in artikel 81/1;2° het beheervoorwerp wordt jaarlijks als een perceel geregistreerd in de verzamelaanvraag;3° het perceel is geschikt om het beheerpakket op toe te passen volgens de beoordeling van de maatschappij;4° de gemengde grasstrook is gemiddeld negen tot achttien meter breed;5° de gemengde grasstrook grenst steeds met een lange zijde aan een luzernestrook vogelakker als vermeld in artikel 112/2; De beheervoorwaarden van het beheerpakket aanleg en onderhoud gemengde grasstrook vogelakker zijn : 1° de grasstrook wordt tot stand gebracht door de strook voor 31 mei van het eerste jaar van de beheerovereenkomst in te zaaien met een graskruidenmengsel als vermeld in bijlage 5, die bij dit besluit is gevoegd;2° de factuur of het aankoopbewijs en het zaaizaadetiket worden bijgehouden tot drie jaar na afloop van de beheerovereenkomst;3° het beheerpakket wordt toegepast voor de afmetingen vermeld in de beheerovereenkomst en de grasstrook is over de volledige lengte minstens vijf meter breed;4° de beheerder heeft het beheervoorwerp gedurende de volledige looptijd van de beheerovereenkomst in gebruik volgens de gegevens opgenomen in het GBCS, tenzij het beheervoorwerp wordt overgenomen conform artikel 25 van het besluit van de Vlaamse Regering van 19 september 2014;5° op de grasstrook worden geen bestrijdingsmiddelen gebruikt, uitgezonderd voor de manuele pleksgewijze bestrijding van akkerdistel;6° op de grasstrook worden geen meststoffen of bodemverbeteringsmiddelen opgebracht;7° de grasstrook wordt jaarlijks gemaaid in de periode vanaf 15 augustus tot en met 31 oktober waarbij het maaisel wordt afgevoerd binnen vijftien dagen na het maaien;minimaal een derde en maximaal de helft van de breedte van de grasstrook moet gemaaid worden; de ligging van het ongemaaide deel van de grasstrook wisselt elk jaar; 8° op de grasstrook wordt geen enkele activiteit uitgevoerd, behalve maaien en afvoeren van het maaisel;9° de beheerder houdt een maairegister bij waarin per grasstrook de maaidata worden genoteerd;de maaidata worden uiterlijk zeven dagen na het maaien in het register genoteerd.
De basisnormen van het beheerpakket aanleg en onderhoud gemengde grasstrook vogelakker zijn : 1° met behoud van de toepassing van het tweede lid, 7° wordt de grasstrook minstens om de twee jaar gemaaid waarbij het maaisel wordt afgevoerd om verruiging en verbossing tegen te gaan;2° geen handelingen verrichten met het opzet om vogels of hun nesten te verstoren of te vernietigen;3° als de grasstrook ligt langs een waterloop, als vermeld in artikel 21, tweede lid van het Mestdecreet wordt het verbod om meststoffen op of in de bodem te brengen, vermeld in artikel 21, eerste lid, 1°, 2° en 3° van het Mestdecreet, nageleefd;4° als de grasstrook ligt in een oeverzone als vermeld in artikel 3, § 2, 43° van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, wordt het verbod op het gebruik van pesticiden vermeld in artikel 10, § 1, 2° van het voormelde decreet van 18 juli 2003 nageleefd.
Art. 112/6.De jaarlijkse beheervergoeding voor het beheerpakket aanleg en onderhoud gemengde grasstrook vogelakker bedraagt 2247 euro per hectare.".
Art. 29.Aan hoofdstuk 4, afdeling 5 van hetzelfde besluit wordt een onderafdeling 12/3, dat bestaat uit artikel 112/7 tot en met 112/9 toegevoegd, dat luidt als volgt : "Onderafdeling 12/3. Het beheerpakket aanleg en onderhoud luzernestrook hamster
Art. 112/7.Het beheerpakket aanleg en onderhoud luzernestrook hamster beoogt hamsters kansen te bieden door in voedsel en dekking te voorzien op vaste plaatsen binnen het landbouwlandschap.
Art. 112/8.De instapvoorwaarden van het beheerpakket aanleg en onderhoud luzernestrook hamster zijn : 1° de luzernestrook ligt op een perceel landbouwgrond dat ligt binnen het beheergebied voor het beheerpakket aanleg en onderhoud luzernestrook hamster, vermeld in artikel 81/1;2° het beheervoorwerp wordt jaarlijks als een perceel geregistreerd in de verzamelaanvraag;3° het perceel is geschikt om het beheerpakket op toe te passen volgens de beoordeling van de maatschappij;4° de luzernestrook is gemiddeld minstens twintig meter breed. De beheervoorwaarden van het beheerpakket aanleg en onderhoud luzernestrook hamster zijn : 1° het beheerpakket wordt toegepast voor de afmetingen vermeld in de beheerovereenkomst en de luzernestrook is over de volledige lengte minstens vijf meter breed;2° de beheerder heeft het beheervoorwerp gedurende de volledige looptijd van de beheerovereenkomst in gebruik volgens de gegevens opgenomen in het GBCS, tenzij het beheervoorwerp wordt overgenomen conform artikel 25 van het besluit van de Vlaamse Regering van 19 september 2014;3° de luzernestrook wordt tot stand gebracht door een bestaande luzernestrook te behouden of door de strook voor 1 mei van het eerste jaar van de beheerovereenkomst in te zaaien met luzerne of een mengsel van luzerne, rode klaver en voederwikke waarbij het mengsel uit minimaal 75 % luzerne bestaat;4° op de luzernestrook worden geen bestrijdingsmiddelen gebruikt, uitgezonderd voor de manuele pleksgewijze bestrijding van akkerdistel;5° op de strook worden geen meststoffen of bodemverbeteringsmiddelen opgebracht, uitgezonderd voorafgaand aan de inzaai van de luzerne;6° de luzernestrook wordt in het eerste jaar van de beheerovereenkomst twee maal gemaaid of twee maal geklepeld voor 1 oktober;de eerste maai- of klepelbeurt gebeurt in de periode vanaf 1 mei tot en met 31 mei; 7° de luzernestrook wordt in het tweede en het derde jaar van de beheerovereenkomst jaarlijks minstens eenmaal gemaaid of geklepeld in de periode vanaf 1 oktober tot en met 1 maart van het daaropvolgend kalenderjaar;8° de luzernestrook wordt in het vierde jaar van de beheerovereenkomst ingezaaid met wintertarwe in de periode vanaf 1 november tot en met 31 december en de wintertarwe wordt gedurende het vijfde jaar van de beheerovereenkomst behouden;9° op de luzernestrook wordt geen enkele activiteit uitgevoerd, behoudens maaien of klepelen of het inzaaien van wintertarwe;10° de beheerder houdt een register bij waarin per luzernestrook alle maaidata, klepeldata en inzaaidata worden genoteerd;de data worden ten laatste zeven dagen na het inzaaien, maaien of klepelen in het register genoteerd.
De basisnormen van het beheerpakket aanleg en onderhoud luzernestrook hamster zijn : 1° de luzernestrook wordt minstens om de twee jaar gemaaid waarbij het maaisel wordt afgevoerd om verruiging en verbossing tegen te gaan;2° geen handelingen verrichten met het opzet om vogels of hun nesten te verstoren of te vernietigen;3° als de luzernestrook ligt langs een waterloop, als vermeld in artikel 21, tweede lid van het Mestdecreet van 22 december 2006 wordt het verbod om meststoffen op of in de bodem te brengen, vermeld in artikel 21, eerste lid, 1°, 2° en 3° van het voormelde decreet, nageleefd;4° als de luzernestrook ligt in een oeverzone als vermeld in artikel 3, § 2, 43° van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, wordt het verbod op het gebruik van pesticiden vermeld in artikel 10, § 1, 2° van het voormelde decreet nageleefd.
Art. 112/9.De jaarlijkse beheervergoeding voor het beheerpakket aanleg en onderhoud luzernestrook hamster bedraagt 1871 euro per hectare.".
Art. 30.Aan hoofdstuk 4, afdeling 5 van hetzelfde besluit wordt een onderafdeling 12/4, die bestaat uit artikel 112/10 tot en met 112/12 toegevoegd, die luidt als volgt : "Onderafdeling 12/4. Het beheerpakket hamstervriendelijke nateelt
Art. 112/10.Het beheerpakket hamstervriendelijke nateelt beoogt hamsters kansen te bieden door in voedsel en dekking te voorzien binnen het beheergebied voor de hamster.
Art. 112/11.De instapvoorwaarden van het beheerpakket hamstervriendelijke nateelt zijn : 1° het jaar voorafgaand aan de start van de beheerovereenkomst heeft de beheerder volgens de gegevens opgenomen in het GBCS minstens 0,5 hectare bouwland in gebruik dat ligt binnen het beheergebied voor het beheerpakket hamstervriendelijke nateelt, vermeld in artikel 81/1;2° de maatschappij beoordeelt welke percelen geschikt zijn om het beheerpakket op toe te passen;de oppervlakte van de percelen die geschikt zijn om het beheerpakket op toe te passen, vormen de maximale contractoppervlakte; 3° de minimale oppervlakte waarop het beheerpakket wordt toegepast, wordt vermeld in de beheerovereenkomst en bedraagt minstens 0,5 hectare;4° jaarlijks melden in de verzamelaanvraag op welke percelen het beheerpakket wordt toegepast.De gemelde percelen liggen binnen het beheergebied voor het beheerpakket hamstervriendelijke nateelt, vermeld in artikel 81/1.
De beheervoorwaarden van het beheerpakket hamstervriendelijke nateelt zijn : 1° de oppervlakte correct gemelde percelen is minstens de minimale oppervlakte, vermeld in de beheerovereenkomst;2° de beheerder heeft de gemelde percelen gedurende het volledige jaar in gebruik volgens de gegevens opgenomen in het GBCS, tenzij het beheervoorwerp wordt overgenomen conform artikel 25 van het besluit van de Vlaamse Regering van 19 september 2014;3° op de gemelde percelen wordt binnen veertien dagen na de oogst van de hoofdteelt en uiterlijk voor 1 augustus een nateelt ingezaaid;de nateelt wordt behouden tot 1 maart van het daaropvolgend kalenderjaar; 4° de nateelt wordt ingezaaid met een mengsel als vermeld in bijlage 5, die bij dit besluit is gevoegd;5° de facturen of de aankoopbewijzen en de zaaizaadetiketten van de jaarlijks ingezaaide nateelten worden bijgehouden tot drie jaar na afloop van de beheerovereenkomst;6° op de gemelde percelen worden geen bestrijdingsmiddelen gebruikt na de inzaai van de nateelt, uitgezonderd voor de manuele pleksgewijze bestrijding van akkerdistel;7° de beheerder houdt een register bij waarin jaarlijks per gemeld perceel de inzaaidata van de nateelt en de oogstdata van hoofd- en nateelt worden genoteerd;de data worden uiterlijk zeven dagen na het inzaaien en het oogsten in het register genoteerd; 8° in afwijking van punt 3° hoeft de nateelt maar behouden worden tot 1 november als de nateelt gevolgd wordt door een wintergraan. De volgende basisnorm geldt bij het beheerpakket hamstervriendelijke nateelt : als de gemelde percelen gelegen zijn in een oeverzone als vermeld in artikel 3, § 2, 43° van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, wordt het verbod op het gebruik van pesticiden vermeld in artikel 10, § 1, 2° van het voormelde decreet nageleefd.
Art. 112/12.De jaarlijkse beheervergoeding voor het beheerpakket hamstervriendelijke nateelt bedraagt 130 euro per hectare.".
Art. 31.In artikel 116 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in het eerste lid, 4°, a) wordt de zinsnede "artikel 13, § 3" telkens vervangen door de zinsnede "artikel 13, § 2"; 2° in het eerste lid, 4°, wordt punt b) vervangen door wat volgt : "b) geldt geen beperking van de bemesting met toepassing van artikel 41bis en 41ter van het Mestdecreet van 22 december 2006."; 3° in het tweede lid wordt punt 7° vervangen door wat volgt : "7° het gemiddelde nitraatresidu per perceel is meer dan 4 eenheden (kg N/ha) lager dan de overeenkomstige eerste nitraatresidudrempelwaarde, vermeld in artikel 14, § 1, tweede lid van het Mestdecreet van 22 december 2006;daarbij wordt rekening gehouden met de kwalificatie van het betreffende bedrijf als focusbedrijf of als niet-focusbedrijf conform artikel 14, § 3, van het voormelde decreet."; 4° in het derde lid, 2° worden de woorden "of § 1bis" opgeheven.".
Art. 32.In artikel 119 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in het tweede lid wordt punt 6° vervangen door wat volgt : "6° het gemiddelde nitraatresidu per perceel is meer dan 4 eenheden (kg N/ha) lager dan de overeenkomstige eerste nitraatresidudrempelwaarde, vermeld in artikel 14, § 1, tweede lid van het Mestdecreet van 22 december 2006;daarbij wordt rekening gehouden met de kwalificatie van het betreffende bedrijf als focusbedrijf of als niet-focusbedrijf conform artikel 14, § 3, van het voormelde decreet."; 2° in het derde lid worden de zinsnede "of § 1bis" opgeheven.".
Art. 33.Artikel 121 van hetzelfde besluit wordt vervangen door wat volgt : "
Art. 121.Het beheerpakket fosfaatuitmijning akkerland beoogt de verbetering van de abiotische condities om de instandhoudingsdoelstellingen te realiseren, vermeld in artikel 2, 61° van het decreet van 21 oktober 1997 betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu.".
Art. 34.In artikel 122 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° aan het eerste lid wordt een punt 4° toegevoegd, dat luidt als volgt : "4° het perceel is geschikt om het beheerpakket op toe te passen volgens de beoordeling van de maatschappij."; 2° in het tweede lid, 5° wordt de zinsnede "de fosfaatvoorraad, uitgedrukt in totaal fosfaat en beschikbaar fosfaat" vervangen door de zinsnede "de fosforvoorraad, uitgedrukt in totaal fosfor en plantbeschikbaar fosfor"; 3° aan het tweede lid wordt een punt 9° toegevoegd, dat luidt als volgt : "9° geen enkel perceel van de beheerder binnen het beheergebied, vermeld in artikel 114 van dit besluit, wordt met toepassing van artikel 17, § 4 van het Mestdecreet van 22 december 2006 beschouwd als niet-fosfaatverzadigd.".
Art. 35.In artikel 124 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in punt 1° wordt tussen het woord "spruitkool" en de zinsnede "mengsels van vlinderbloemigen" de zinsnede "cichorei, witloof" ingevoegd;2° punt 2° wordt opgeheven; 3° punt 3° wordt vervangen door wat volgt : "3° areaal bouwland van het bedrijf : het areaal bouwland van het bedrijf zoals bepaald op basis van de percelen die het bedrijf in gebruik heeft op de uiterste indieningsdatum van de laatste verzamelaanvraag.".
Art. 36.In artikel 127 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° aan het tweede lid, 4° wordt een punt d) toegevoegd, dat luidt als volgt : "d) als de hoofdteelt bestaat uit suikerbieten of spruitkool;"; 2° in het tweede lid wordt punt 11° vervangen door wat volgt : "11° het gemiddelde nitraatresidu per perceel is meer dan 4 eenheden (kg N/ha) lager dan de overeenkomstige eerste nitraatresidudrempelwaarde, vermeld in artikel 14, § 1, tweede lid van het Mestdecreet van 22 december 2006;hierbij wordt rekening gehouden met de kwalificatie van het betreffende bedrijf als focusbedrijf of als niet-focusbedrijf conform artikel 14, § 3, van het voormelde decreet."; 3° in het derde lid, 2° worden de zinsnede "of § 1bis" opgeheven."; 4° het vierde en het vijfde lid worden opgeheven.
Art. 37.Artikel 128 van hetzelfde besluit wordt vervangen door wat volgt : "
Art. 128.De jaarlijkse beheervergoeding voor het beheerpakket waterkwaliteit bedraagt 245 euro per hectare.
De vergoeding zal verlaagd worden met 68 euro per hectare als de resultaten van de nitraatresidubepaling, uitgevoerd om te voldoen aan de beheervoorwaarden, vermeld in artikel 127, tweede lid, van dit besluit, aangewend worden om te voldoen aan de verplichte nitraatresidubepalingen, vermeld in artikel 13, 14 en 15 van het Mestdecreet van 22 december 2006. De vergoeding wordt verlaagd naar rato van het aantal nitraatresidubepalingen die uitgevoerd worden om te voldoen aan zowel de voormelde beheervoorwaarden als aan de voormelde verplichte nitraatresidubepalingen, ten opzichte van het totaal aantal te nemen nitraatresidubepalingen om te voldoen aan de beheervoorwaarde, vermeld in artikel 127, tweede lid, 9°, van dit besluit.".
Art. 38.In hetzelfde besluit wordt het opschrift van hoofdstuk 5 vervangen door wat volgt : "Hoofdstuk 5. De combinatie van beheerpakketten met vergroeningspraktijken en erosiebestrijdingsmaatregelen".
Art. 39.In hetzelfde besluit wordt een artikel 130/1 ingevoegd, dat luidt als volgt : "Art 130/1. Voor beheerpakketten die gecombineerd kunnen worden met de erosiebestrijdingsmaatregelen, vermeld in artikel 59 van het besluit van de Vlaamse Regering van 24 oktober 2014, waardoor een dubbelfinanciering ontstaat, wordt in de tabel, opgenomen in bijlage 10 die bij dit besluit is gevoegd, aangegeven hoeveel de verlaagde beheervergoeding bedraagt.".
Art. 40.Artikel 132 van hetzelfde besluit wordt vervangen door wat volgt : "
Art. 132.Het ministerieel besluit van 11 juni 2008 betreffende het sluiten van beheersovereenkomsten en het toekennen van vergoedingen ter uitvoering van Verordening (EG) nr. 1698/2005 van de Raad van 20 september 2005 inzake steun voor plattelandsontwikkeling, zoals van kracht voor de inwerkingtreding van dit besluit, met uitzondering van artikel 51 van het voormelde besluit, blijft van toepassing op de beheerovereenkomsten, gesloten op grond van het voormelde besluit.
Voor het jaar waarin op een heel hoog of hoog erosiegevoelig perceel een beheerspakket niet-kerende bodembewerking of directe inzaai wordt toegepast en dit eveneens als maatregel wordt gebruikt binnen de erosiebestrijdingsmaatregelen, vermeld in artikel 59 van het besluit van de Vlaamse Regering van 24 oktober 2014, wordt vanaf 1 januari 2016 voor de beheerspakketten niet-kerende bodembewerking of directe inzaai geen beheersvergoeding toegekend voor het betreffende perceel.
De erosiegevoeligheid van een perceel wordt bepaald conform artikel 59 van het besluit van de Vlaamse Regering van 24 oktober 2014. "
Art. 41.Bijlage 1 bij hetzelfde besluit wordt vervangen door bijlage 1 die bij dit besluit is gevoegd.
Art. 42.Bijlage 5 bij hetzelfde besluit wordt vervangen door bijlage 2 die bij dit besluit is gevoegd.
Art. 43.Bijlage 7 bij hetzelfde besluit wordt opgeheven.
Art. 44.Bijlage 10 bij hetzelfde besluit wordt vervangen door bijlage 3 die bij dit besluit is gevoegd.
Art. 45.Aan hetzelfde besluit worden een bijlage 12 tot en met 15 toegevoegd, die bij dit besluit zijn gevoegd.
Art. 46.Op de beheersovereenkomsten die zijn gesloten vóór de inwerkingtreding van dit besluit blijven de bepalingen van het ministerieel besluit van 3 april 2015 tot het verlenen van subsidies voor beheerovereenkomsten met toepassing van Verordening (EU) nr. 1305/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 inzake steun voor plattelandsontwikkeling uit het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling van toepassing zoals ze van kracht waren vóór de inwerkingtreding van dit besluit.
Art. 47.Artikel 39 heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2016.
Brussel, 8 december 2016.
De Vlaamse minister van Omgeving, Natuur en Landbouw, J. SCHAUVLIEGE
Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld