Etaamb.openjustice.be
Ministerieel Besluit van 02 april 2007
gepubliceerd op 13 april 2007

Ministerieel besluit tot wijziging van het ministerieel besluit van 25 november 2005 betreffende de vaststelling van de modaliteiten van het besluit van de Vlaamse Regering tot instelling van een bedrijfstoeslagregeling en tot vaststelling van bepaalde steunregelingen voor landbouwers en tot toepassing van de randvoorwaarden voor wat betreft de uitvoering van het landbouwbeleid

bron
vlaamse overheid
numac
2007035541
pub.
13/04/2007
prom.
02/04/2007
ELI
eli/besluit/2007/04/02/2007035541/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

2 APRIL 2007. - Ministerieel besluit tot wijziging van het ministerieel besluit van 25 november 2005 betreffende de vaststelling van de modaliteiten van het besluit van de Vlaamse Regering tot instelling van een bedrijfstoeslagregeling en tot vaststelling van bepaalde steunregelingen voor landbouwers en tot toepassing van de randvoorwaarden voor wat betreft de uitvoering van het landbouwbeleid


De Vlaamse minister van Institutionele Hervormingen, Landbouw, Zeevisserij en Plattelandsbeleid, Gelet op de wet van 28 maart 1975 betreffende de handel in landbouw-, tuinbouw- en zeevisserijproducten, inzonderheid op artikel 3, § 1, 1°, vervangen bij de wet van 29 december 1990;

Gelet op het decreet van 22 december 2006 houdende inrichting van een gemeenschappelijke identificatie van landbouwers, exploitaties en landbouwgrond in het kader van het meststoffenbeleid en van het landbouwbeleid;

Gelet op Verordening (EG) nr. 1257/1999 van de Raad van 17 mei 1999 inzake steun voor plattelandsontwikkeling uit het Europees Oriëntatie- en Garantiefonds voor de Landbouw (EOGFL) en tot instelling en wijziging van een aantal verordeningen, het laatst gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1360/2005 van de Commissie van 18 augustus 2005;

Gelet op Verordening (EG) nr. 1698/2005 van de Raad van 20 september 2005 inzake steun voor plattelandsontwikkeling uit het Europees Landbouwfonds voor Plattelandsontwikkeling (ELFPO), het laatst gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 2012/2006 van de Raad van 19 december 2006;

Gelet op Verordening (EG) nr. 1290/2005 van de Raad van 21 juni 2005 betreffende de financiering van het gemeenschappelijk landbouwbeleid, het laatst gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 320/2006 van de Raad van 20 februari 2006;

Gelet op Verordening (EG) nr. 1782/2003 van de Raad van 29 september 2003 tot vaststelling van gemeenschappelijke voorschriften voor regelingen inzake rechtstreekse steunverlening in het kader van het gemeenschappelijk landbouwbeleid en tot vaststelling van bepaalde steunregelingen voor landbouwers en houdende wijziging van Verordening (EEG) nr. 2019/93, (EG) nr. 1452/2001, (EG) nr. 1453/2001, (EG) nr. 1454/2001, (EG) nr. 1868/94, (EG) nr. 1251/1999, (EG) nr. 1254/1999, (EG) nr. 1673/2000, (EEG) nr. 2358/71 en (EG) nr. 2529/2001, het laatst gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 2013/2006 van de Raad van 16 december 2006;

Gelet op Verordening (EG) nr. 795/2004 van de Commissie van 21 april 2004 houdende bepalingen voor de uitvoering van de bedrijfstoeslagregeling waarin is voorzien bij Verordening (EG) nr. 1782/2003 van de Raad tot vaststelling van gemeenschappelijke voorschriften inzake rechtstreekse steunverlening in het kader van het gemeenschappelijk landbouwbeleid en tot vaststelling van bepaalde steunregelingen voor landbouwers, het laatst gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 2002/2006 van de Commissie van 21 december 2006;

Gelet op Verordening (EG) nr. 796/2004 van de Commissie van 21 april 2004 houdende uitvoeringsbepalingen inzake de randvoorwaarden, de modulatie en het geïntegreerd beheers- en controlesysteem waarin is voorzien bij Verordening (EG) nr. 1782/2003 van de Raad tot vaststelling van gemeenschappelijke voorschriften inzake rechtstreekse steunverlening in het kader van het gemeenschappelijk landbouwbeleid en tot vaststelling van bepaalde steunregelingen voor landbouwers, het laatst gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 2025/2006 van de Commissie van 22 december 2006;

Gelet op Verordening (EG) nr. 1973/2004 van de Commissie van 29 oktober 2004 houdende uitvoeringsbepalingen van Verordening (EG) nr. 1782/2003 van de Raad met betrekking tot de bij de titels IV en IVbis van die verordening ingestelde steunregelingen en het gebruik van braakgelegde grond voor de productie van grondstoffen, het laatst gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1679/2006 van de Commissie van 14 november 2006;

Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 8 juli 2005 tot instelling van een bedrijfstoeslagregeling en bepaalde gebonden steunregelingen voor landbouwers en tot toepassing van de randvoorwaarden, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse Regering van 13 januari 2006 en 8 september 2006;

Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 9 februari 2007 houdende bepalingen tot inrichting van een gemeenschappelijke identificatie van landbouwers, exploitaties en landbouwgrond in het kader van het meststoffenbeleid en van het landbouwbeleid;

Gelet op het ministerieel besluit van 25 november 2005 betreffende de vaststelling van de modaliteiten van het besluit van de Vlaamse Regering tot instelling van een bedrijfstoeslagregeling en tot vaststelling van bepaalde steunregelingen voor landbouwers en tot toepassing van de randvoorwaarden, gewijzigd bij het ministerieel besluit van 19 juni 2006;

Overwegende dat de specifieke agrarische omstandigheden die de invoering van een keuze tussen twee begindatums voor de periode van tien maanden motiveren, zijn : de traditionele teeltrotatie en de noodzaak om een maximale flexibiliteit te waarborgen voor het inzaaien of planten van opeenvolgende teelten, evenals de noodzaak om na de periode van tien maanden nog een nabegrazing door schapen toe te laten; dat de Vlaamse land- en tuinbouw een intensief karakter heeft als gevolg van de schaarste aan gronden en de hoge bevolkingsdichtheid in een sterk verstedelijkt gebied;

Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 14 februari 2007;

Gelet op het verzoek om spoedbehandeling, motiveerd door de omstandigheid dat de modaliteiten en het model van de verzamelaanvraag zo spoedig mogelijk moeten worden vastgesteld teneinde de uitvoering van het decreet van 22 december 2006 houdende inrichting van een gemeenschappelijke identificatie van landbouwers, exploitaties en landbouwgrond in het kader van het meststoffenbeleid en van het landbouwbeleid niet te vertragen en de landbouwers daarvan in kennis te stellen; dat in artikel 11, 2°, van Verordening (EG) nr. 796/2004 van de Commissie is bepaald dat de verzamelaanvraag door de landbouwers wordt ingediend uiterlijk op een door de lidstaten vast te stellen datum die niet later is dan 15 mei; dat in Vlaanderen de uiterste indieningdatum van de verzamelaanvraag is voorzien op 2 mei 2007 en dat de landbouwers over een redelijke termijn moeten beschikken om het formulier in te vullen en om desgevallend hun beroepsorganisatie of landbouwconsulenten te raadplegen; dat daartoe de verzendingsdatum van de verzamelaanvraag naar circa 40.000 landbouwers aanvankelijk was voorzien op 15 februari 2007; dat deze verzendingsdatum is verdaagd en is vastgesteld op 15 maart 2007.

Gelet op het advies 42.529/3 van de Raad van State, gegeven op 20 maart 2007, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State, Besluit :

Artikel 1.In artikel 3 van het ministerieel besluit van 25 november 2005 betreffende de vaststelling van de modaliteiten van het besluit van de Vlaamse Regering tot instelling van een bedrijfstoeslagregeling en tot vaststelling van bepaalde steunregelingen voor landbouwers en tot toepassing van de randvoorwaarden, gewijzigd bij het ministerieel besluit van 19 juni 2006, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in § 1 worden de woorden « verzamelaanvraag 2006 » vervangen door het woord « verzamelaanvraag »;2° In § 2 worden de woorden « Verordening 1782/2003 » vervangen door de woorden « Verordening (EG) nr.1782/2003 ».

Art. 2.In artikel 4 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het ministerieel besluit van 19 juni 2006, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° § 3 wordt vervangen door wat volgt : « § 3.In het kader van de bedrijfstoeslagregeling blijft subsidiabele landbouwgrond gedurende een ononderbroken periode van tenminste tien maanden voor gebruik ter beschikking van de landbouwer die de verzamelaanvraag indient. De aanvangsdatum van deze tienmaandenperiode ligt tussen 1 september van het jaar dat voorafgaat aan het jaar van indiening van de verzamelaanvraag en 30 april van het jaar van de indiening van de verzamelaanvraag. In de maanden september, oktober, november, december, januari, februari en maart kan deze tienmaandenperiode aanvangen op de eerste of de zestiende dag van de maand. In de maand april kan de tienmaandenperiode aanvangen op de eerste, de zestiende of de dertigste dag.

Een landbouwer kan op zijn bedrijf ten hoogste twee aanvangsdata voor de periode van tien maanden vaststellen. De landbouwer duidt in de verzamelaanvraag de aanvangsdatum aan voor de tienmaandenperiode voor elk afzonderlijk perceel waarop hij toeslagrechten wil activeren. » 2° aan § 4bis wordt de volgende zin toegevoegd : « Dit contract wordt samen met de verzamelaanvraag ingediend.» 3° in § 5 wordt 2° opgeheven.

Art. 3.In artikel 8, § 1, vijfde lid, van hetzelfde besluit worden de woorden « afdeling Natuur van het Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap » vervangen door de woorden « het Agentschap voor Natuur en Bos van de Vlaamse overheid ».

Art. 4.In artikel 10 van hetzelfde besluit wordt § 3 vervangen door wat volgt : « § 3. Om in aanmerking te komen voor de faunabraak verbindt de landbouwer zich ertoe : 1° de percelen braak te leggen ten minste tot 1 november en uiterlijk tot 15 december;2° uiterlijk op 31 mei een bodembedekker in te zaaien volgens de bepalingen van artikel 8, § 1, vierde lid;3° de bodembedekking te vernietigen op het einde van de periode van de verbintenis, tussen 1 november en 15 december;4° de verlenging van de verbintenis aan de buitendienst mede te delen ten minste 1 maand voor het einde van de lopende verbintenis;5° in geval van de totale vernietiging van de bodembedekking, ten minste twee dagen voor de vastgestelde aanvangsdatum van de uitvoering van de werkzaamheden aan de buitendienst die datum mee te delen.»

Art. 5.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2007.

Brussel, 2 april 2007.

Y. LETERME

^