gepubliceerd op 23 augustus 2016
Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van diverse bepalingen van het Soortenbesluit van 15 mei 2009
17 JUNI 2016. - Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van diverse bepalingen van het Soortenbesluit van 15 mei 2009
De Vlaamse Regering, Gelet op verordening 1143/2014 van het Europees parlement en de Raad van 22 oktober 2014 betreffende de preventie en beheersing van de introductie en verspreiding van invasieve uitheemse soorten;
Gelet op de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming van de instellingen, artikel 20 en 87, § 1, gewijzigd bij de bijzondere wet van 16 juli 1993;
Gelet op het decreet van 21 oktober 1997 betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu, artikel 7, vervangen bij het decreet van 19 juli 2002 en gewijzigd bij het decreet van 12 december 2008, artikel 51, vervangen bij het decreet van 19 juli 2002 en gewijzigd bij het decreet van 30 april 2009, artikel 53, § 3, en artikel 56, vervangen bij het decreet van 19 juli 2002 en gewijzigd bij de decreten van 7 december 2007 en 12 juli 2013;
Gelet op het Kaderdecreet bestuurlijk beleid van 18 juli 2003, artikel 6, § 2;
Gelet op het Soortenbesluit van 15 mei 2009;
Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de begroting, gegeven op 1 september 2015;
Gelet op het advies van de Milieu- en Natuurraad van Vlaanderen, gegeven op 18 februari 2016;
Gelet op het advies van de Strategische Adviesraad Landbouw en Visserij, gegeven op 26 februari 2016;
Gelet op advies 59.332/1 van de Raad van State, gegeven op 26 mei 2016, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;
Gelet op het voorafgaandelijk overleg dat is gepleegd overeenkomstig artikel 3 van Beschikking M (83) 27 van 17 oktober 1983 van het Comité van Ministers van de Benelux Economische Unie inzake de introductie in de natuur van niet-inheemse diersoorten;
Overwegende de resultaten van de evaluatie en de synthese vermeld in artikel 8 van het Soortenbesluit van 15 mei 2009, waarbij de uitvoering van het voormelde besluit sinds de inwerkingtreding ervan onder de loep is genomen, en op basis waarvan verbetervoorstellen zijn geformuleerd;
Op voorstel van de Vlaamse minister van Omgeving, Natuur en Landbouw;
Na beraadslaging, Besluit : HOOFDSTUK 1. - Wijzigingen van hoofdstuk 1
Artikel 1.In artikel 3 van het Soortenbesluit van 15 mei 2009 worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in paragraaf 1, 3°, wordt het woord "beheerregelingen" vervangen door het woord "maatregelen";2° aan paragraaf 1 wordt een punt 4° toegevoegd, dat luidt als volgt : "4° invasieve uitheemse soorten die voorkomen op de lijst van voor de Europese Unie zorgwekkende invasieve uitheemse soorten vermeld in artikel 4, lid 1, van verordening 1143/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 22 oktober 2014 betreffende de preventie en beheersing van de introductie en verspreiding van invasieve uitheemse soorten.In het geval dat een soort onder zowel punt 3° als punt 4° valt, gelden bij voorrang de bepalingen van hoofdstuk 4/1, afdeling 1;"; 3° aan paragraaf 1 wordt een punt 5° toegevoegd, dat luidt als volgt : "voor het Vlaamse Gewest zorgwekkende invasieve uitheemse soorten."; 4° aan paragraaf 2 wordt een derde lid toegevoegd, dat luidt als volgt : "Deze paragraaf geldt niet voor de soorten vermeld in paragraaf 1, 4°, behoudens voor de soorten, vermeld in het eerste lid, 6°.".
Art. 2.In artikel 4 van hetzelfde besluit worden de woorden "de bijlagen 1, 2 of 3" vervangen door de woorden "de bijlagen 1, 2, 3 of 3/1". HOOFDSTUK 2. - Wijzigingen van hoofdstuk 2
Art. 3.In artikel 5, eerste lid, van hetzelfde besluit wordt punt 2° vervangen door wat volgt : "2° de opmaak van rode lijsten betreffende inheemse soorten, waarbij die soorten worden ingedeeld in onder meer de klassen : "uitgestorven", "ernstig bedreigd", "bedreigd", "kwetsbaar" en "bijna in gevaar".". HOOFDSTUK 3. - Wijzigingen van hoofdstuk 3
Art. 4.In artikel 9, tweede lid, van hetzelfde besluit wordt het woord "uitheemse" telkens opgeheven.
Art. 5.In artikel 18 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in het eerste lid, 1°, wordt het woord "wettige" opgeheven;2° in het eerste lid, 1°, worden de woorden "tuin- of parkbeheer" vervangen door de woorden "tuin-, park- of landschapsbeheer"; 3° in het eerste lid wordt punt 2° vervangen door wat volgt : "2° specimens van soorten die in landbouwkundige of industriële toepassingen door professionelen of particulieren worden gebruikt met het oog op bestuiving, op biologische bestrijding of geïntegreerde bestrijding;"; 4° tussen het eerste en het tweede lid wordt een lid ingevoegd, dat luidt als volgt : "Voor uitheemse soorten, is de vrijstelling, vermeld in het eerste lid, 2°, alleen van toepassing op soorten die voorkomen op een lijst die wordt vastgesteld door de Vlaamse minister bevoegd voor leefmilieu, in samenspraak met de Vlaamse minister bevoegd voor het landbouwbeleid.De hiervoor vermelde lijst wordt voor advies voorgelegd aan het instituut en het Instituut voor Landbouw en Visserijonderzoek. Op de lijst kunnen enkel soorten voorkomen waarvoor een voorafgaand impactonderzoek aantoont dat er geen risico bestaat dat ze ongunstige gevolgen kunnen hebben voor de in het Vlaamse Gewest voorkomende natuurlijke habitats in hun natuurlijke verspreidingsgebied of voor de inheemse dier- of plantensoorten.
Tijdens het onderzoek, vermeld in het eerste lid, vinden het overleg en de informatie-uitwisseling plaats, vermeld in artikel 3 van beschikking M (83) 27 van het Comité van Ministers van de Benelux Economische Unie van 17 oktober 1983. Er wordt ook overleg gepleegd met de Europese Commissie als de aanvraag betrekking heeft op vogelsoorten die niet van nature in het wild leven op het grondgebied van de lidstaten van de Europese Unie."
Art. 6.In artikel 19, tweede lid van hetzelfde besluit wordt de zinsnede "of van het vervoersverbod van artikel 12" vervangen door de zinsnede "het vervoersverbod, vermeld in artikel 12, of de verbodsbepalingen betreffende middelen, installaties en methoden voor het doden of vangen van dieren, vermeld in artikel 16".
Art. 7.In artikel 21 van hetzelfde besluit wordt paragraaf 1 vervangen door wat volgt : " § 1. Specifieke afwijkingen van het verbod tot introductie, vermeld in onderafdeling 5, kunnen, met betrekking tot inheemse soorten, alleen verleend worden in één van de volgende gevallen : 1° in het kader van een soortenbeschermingsprogramma als vermeld in artikel 26, derde lid;2° in het kader van een specifieke afwijking met het oog op translocatie. In het eerste lid, 2°, wordt verstaan onder translocatie : de opzettelijke en overwogen verplaatsing van een of meer specimens van een soort binnen zijn actueel verspreidingsareaal. De translocatie moet voldoen aan de bepalingen, vermeld in artikel 20.
In geval van een translocatie, vermeld in het eerste lid, 2°, moeten de volgende aspecten mee in overweging genomen worden : 1° de geschiktheid van de biotoop;2° het tijdstip van vangst en vrijlating;3° het risico op de verspreiding van ziekten bij in het wild levende dieren vermeld in het Wildedierenziektendecreet van 28 maart 2014;4° de genetische impact;5° het lokale maatschappelijke draagvlak;6° de overlevingskans van de betrokken specimens voor en na de translocatie;7° de mogelijke impact van de verplaatste populatie op de omgeving;8° de duurzaamheid van de ingreep. In het geval van een translocatie gelden de volgende voorwaarden : 1° er wordt een advies ingewonnen bij het instituut;2° specimens die gevangen en verplaatst worden, ondergaan een gezondheidscheck en worden zo veel mogelijk voorzien van een markering;3° er is een voorafgaande schriftelijke toestemming van de eigenaar en, in voorkomend geval, de gebruiker of gebruikers, van het terrein waar de dieren worden vrijgelaten;4° een translocatie is in voorkomend geval verenigbaar met een goedgekeurd natuurbeheerplan van type drie of type vier als vermeld in artikel 16ter van het decreet van 21 oktober 1997; 5° een translocatie is in voorkomend geval verenigbaar met een goedgekeurd soortbeschermingsprogramma voor de betrokken soort.".
Art. 8.In artikel 22 van hetzelfde besluit wordt paragraaf 1 vervangen door wat volgt : " § 1. De aanvragen voor de specifieke afwijkingen, vermeld in artikel 20 en 21, worden naar het agentschap gestuurd met een elektronisch formulier via het e-loket op de website van het agentschap of met een papieren formulier, dat aangetekend wordt verstuurd. Het model van beide formulieren wordt ter beschikking gesteld op de website www.natuurenbos.be van het agentschap.".
Art. 9.Aan artikel 23 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 11 januari 2013, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° het eerste lid, 3° wordt vervangen door wat volgt : "3° op voorwaarde dat het advies van het agentschap wordt ingewonnen en met zijn advies wordt rekening gehouden."; 2° in het tweede lid wordt het punt 5° opgeheven; 3° in het tweede lid wordt een punt 10° toegevoegd, dat luidt als volgt : "10° een faunabeheerplan, verleend conform artikel 44 van het Jachtadministratiebesluit van 25 april 2014;"; 4° in het tweede lid wordt een punt 11° toegevoegd, dat luidt als volgt : "11° een beheersplan, verleend conform artikel 8.1.6 van het Onroerenderfgoedbesluit van 16 mei 2014;".
Art. 10.In artikel 24 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in het eerste lid wordt de zinsnede "voor de beschermde soorten zoals gedefinieerd in artikel 9, indien deze zijn opgenomen in de klassen "uitgestorven", "met uitsterven bedreigd", "bedreigd" of "kwetsbaar" van een rode lijst als vermeld in artikel 5" vervangen door de zinsnede "voor soorten die beschermd zijn als vermeld in artikel 9 of voor soorten die opgenomen zijn in de klassen "uitgestorven", "ernstig bedreigd", "bedreigd", "kwetsbaar" en "bijna in gevaar" van een rode lijst als vermeld in artikel 5."; 2° het tweede lid wordt geschrapt.
Art. 11.In artikel 26 van hetzelfde besluit wordt onder punt 7° het woord "vemeld" vervangen door het woord "vermeld". HOOFDSTUK 3. - Wijzigingen van hoofdstuk 4
Art. 12.In artikel 28 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in paragraaf 2, 2° wordt het woord `beheers-' vervangen door het woord `beheer-'; 2° in dezelfde paragraaf wordt in punt 4° na het woord "kwestie" de volgende zinsnede toegevoegd : ", het kweken, het toestaan zich voort te planten, te worden gekweekt of geteeld."; 3° in paragraaf 3 wordt tussen het tweede en het derde lid een lid ingevoegd, dat luidt als volgt : "Als een beheerregeling opgemaakt wordt waarin maatregelen worden opgenomen zoals vermeld in paragraaf 2, 4°, moeten die maatregelen in overeenstemming zijn met het principe van het vrij verkeer van goederen, zoals vastgesteld in het Verdrag betreffende de Werking van de Europese Unie.Over deze beheerregeling wordt advies gevraagd aan de Sociaal-Economische Raad van Vlaanderen en de Strategische adviesraad Landbouw en Visserij. Deze beheerregeling wordt vastgesteld door de minister, samen met de Vlaamse ministers, bevoegd voor landbouw en economie."; 4° paragraaf 4 wordt vervangen door wat volgt : " § 4.Als de ontwerpbeheerregeling voorstellen bevat van acties die een afwijking inhouden van de verbodsbepalingen uit hoofdstuk 3, afdeling 2, dan worden die afwijkingen in de beheerregeling verleend op grond van de bepalingen, vermeld in artikel 20 tot en met 23.".
Art. 13.In artikel 29 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° het woord "beheermaatregelen" wordt telkens vervangen door het woord "maatregelen";2° in punt 4° worden voor de woorden "de te verlenen afwijkingen" de woorden "in voorkomend geval," ingevoegd.
Art. 14.In artikel 30, § 1, van hetzelfde besluit wordt het woord "andere" opgeheven.
Art. 15.In artikel 28, 29 en 30 van hetzelfde besluit wordt het woord "ontwerpbeheerregeling" telkens vervangen door het woord "beheerregeling". HOOFDSTUK 4. - Toevoeging van een hoofdstuk 4/1
Art. 16.In hetzelfde besluit, gewijzigd bij het besluit van 13 januari 2013, wordt een hoofdstuk 4/1, dat bestaat uit artikel 31/1 tot en met 31/11 ingevoegd, dat luidt als volgt : "HOOFDSTUK 4/ 1. - Aanpak van uitheemse soorten". Afdeling 1. - Aanpak van voor de Unie zorgwekkende invasieve uitheemse
soorten conform verordening 1143/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 22 oktober 2014 betreffende de preventie en beheersing van de introductie en verspreiding van invasieve uitheemse soorten
Art. 31/1.In deze afdeling wordt verstaan onder : 1° voor de Unie zorgwekkende invasieve uitheemse soort : een invasieve uitheemse soort waarvan de negatieve effecten zodanig zijn dat overeenkomstig artikel 4, lid 3 van verordening 1143/2014 van het Europees parlement en de Raad van 22 oktober 2014 betreffende de preventie en beheersing van de introductie en verspreiding van invasieve uitheemse soorten, gezamenlijk optreden op het niveau van de Unie vereist is;2° specimens die in een gesloten omgeving worden gehouden : specimens die worden gehouden in een omgeving die voldoet aan de volgende voorwaarden : a) de specimens zijn fysiek geïsoleerd en kunnen niet ontsnappen, zich verspreiden of door onbevoegden worden verwijderd uit de omgeving waar ze worden gehouden;b) schoonmaak-, afvalbeheer- en onderhoudsprotocollen waarborgen dat er geen specimens of reproduceerbare onderdelen kunnen ontsnappen, zich verspreiden of door onbevoegden kunnen worden verwijderd;c) de specimens worden zodanig uit de omgeving verwijderd, afgevoerd, vernietigd of op humane wijze gedood, dat verspreiding of voortplanting buiten de omgeving waar ze gehouden worden onmogelijk is. Onverminderd het eerste lid gelden in dit hoofdstuk de definities, vermeld in artikel 3 van verordening 1143/2014 van het Europees parlement en de Raad van 22 oktober 2014 betreffende de preventie en beheersing van de introductie en verspreiding van invasieve uitheemse soorten.
Art. 31/2.Ten aanzien van specimens van voor de Unie zorgwekkende invasieve uitheemse soorten zijn de volgende handelingen verboden : 1° het onder zich houden, ook in een gesloten omgeving;2° het kweken, ook in een gesloten omgeving;3° het vervoeren, behalve om in het kader van de uitroeiing van de specimens naar voorzieningen te worden vervoerd;4° het in de handel brengen;5° het gebruiken of uitwisselen;6° het toestaan om zich voort te planten, te kweken of te telen, ook in een gesloten omgeving;7° het vrijlaten in het milieu.
Art. 31/3.Het agentschap kan specifieke afwijkingen verlenen van de verboden handelingen, vermeld in artikel 31/2, 1°, 2°, 3°, 5° en 6°, in functie van onderzoek of ex situ bewaring en in functie van productie van producten die afkomstig zijn van voor de Unie zorgwekkende invasieve uitheemse soorten en het daaropvolgend geneeskundig gebruik van deze producten als deze producten onvermijdelijk zijn om de menselijke gezondheid te bevorderen. Er dient steeds aan de volgende voorwaarden voldaan te zijn : 1° de voor de Unie zorgwekkende invasieve uitheemse soorten worden gehouden en behandeld in een gesloten omgeving;2° de activiteit waarvoor een afwijking wordt gevraagd, wordt uitgevoerd door personeel met aantoonbare ervaring met de voor de Unie zorgwekkende invasieve uitheemse soorten of nauw verwante soorten;3° het vervoer naar en van de gesloten omgeving vindt plaats onder in de afwijking vastgelegde omstandigheden die de ontsnapping van de invasieve uitheemse soorten onmogelijk maken;4° als de voor de Unie zorgwekkende invasieve uitheemse soorten dieren zijn, worden ze gemarkeerd, of waar nodig op een andere doeltreffende wijze geïdentificeerd, met behulp van methoden die geen vermijdbare pijn, spanning of lijden veroorzaken;5° het risico op ontsnapping, verspreiding of verwijdering wordt op doeltreffende wijze beheerst, rekening houdend met de identiteit, de biologie en de verspreidingsvormen van de soort, de activiteit en de beoogde gesloten omgeving, de interactie met het milieu en andere relevante factoren;6° de aanvrager van een afwijking stelt een continu surveillancesysteem en een noodplan met inbegrip van een uitroeiingsplan op, voor het geval dat specimens ontsnappen of zich verspreiden.De aanvrager legt het noodplan aan het agentschap ter goedkeuring voor. Als zich een ontsnapping of verspreiding voordoet, voert de aanvrager het noodplan onmiddellijk uit en brengt hij het agentschap hiervan meteen op de hoogte.
Bij een afwijkingsaanvraag verstrekt de aanvrager alle noodzakelijke stukken om het agentschap in staat te stellen te beoordelen of aan de voorwaarden vermeld in het eerste lid is voldaan.
De afwijking wordt beperkt tot het aantal invasieve specimens dat de capaciteit van de gesloten omgeving niet overschrijdt.
De verleende afwijkingen worden publiekelijk bekend gemaakt op de website van het agentschap waarbij minstens de volgende aspecten worden vermeld : 1° de wetenschappelijke en gebruikelijke naam van de soort waarvoor de afwijking werd verleend;2° het aantal of volume van het specimen waarvoor de afwijking is verleend;3° het doel waarvoor de afwijking is verleend;4° de gecombineerde nomenclatuurcodes conform verordening 2658/87 van de Raad van 23 juli 1987 met betrekking tot de tarief- en statistieknomenclatuur en het gemeenschappelijke douanetarief Art.31/4. In uitzonderlijke gevallen van dwingend algemeen belang, onder andere van sociale of economische aard, kan het agentschap afwijkingen verlenen en toestaan om andere activiteiten te verrichten dan de activiteiten vermeld in artikel 31/3, eerste lid. Een dergelijke afwijking is onderworpen aan de procedure vermeld in artikel 9 van de verordening 1143/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 22 oktober 2014 betreffende de preventie en beheersing van de introductie en verspreiding van invasieve uitheemse soorten alsook aan de voorwaarden, vermeld in artikel 31/3, eerste lid.
Een afwijkingsaanvraag als vermeld in het eerste lid bevat de volgende elementen : 1° de gegevens van de instelling of groep van instellingen die de afwijking aanvraagt, met inbegrip van hun naam en adres;2° de wetenschappelijke en gebruikelijke namen van de voor de Unie zorgwekkende invasieve uitheemse soorten waarvoor een toelating wordt aangevraagd;3° de gecombineerde nomenclatuurcodes conform verordening 2658/87 van de Raad van 23 juli 1987 met betrekking tot de tarief- en statistieknomenclatuur en het gemeenschappelijk douanetarief 4° het aantal of het volume van de betrokken specimens;5° de redenen voor de gevraagde afwijking;6° een beoordeling van het risico op ontsnapping of verspreiding uit de voorzieningen waar de voor de Unie zorgwekkende invasieve uitheemse soort in gesloten omgeving zal worden gehouden en behandeld, inclusief een gedetailleerde omschrijving van de vastgelegde maatregelen om ontsnapping of verspreiding uit deze voorzieningen onmogelijk te maken, alsook van de maatregelen die genomen worden om ontsnappingen uit te sluiten bij een eventueel noodzakelijk vervoer van de soort;7° een beschrijving van het vastgelegde surveillancesysteem en van het noodplan dat wordt opgezet om een mogelijke ontsnapping of verspreiding aan te pakken, indien nodig met inbegrip van een uitroeiingsplan;8° een beschrijving van de relevante nationale wetgeving die van toepassing is op de instelling of op de groep van instellingen.
Art. 31/5.§ 1. In afwijking van artikel 31/2, 4°, kan het agentschap door middel van een afwijking het commerciële gebruik van reeds gevestigde invasieve uitheemse soorten, als dat strikt gemotiveerd wordt, tijdelijk toestaan als onderdeel van de beheermaatregelen die zijn gericht op de uitroeiing, populatiebeheersing of indamming ervan, op voorwaarde dat alle passende controles aanwezig zijn om verdere verspreiding te vermijden. § 2. In afwijking van artikel 31/2, 1° en 3°, kan het agentschap afwijking verlenen aan eigenaren van gezelschapsdieren die niet worden gehouden voor commerciële doeleinden en die behoren tot de voor de Unie zorgwekkende invasieve uitheemse soorten, om die dieren te houden tot de natuurlijke dood ervan, op voorwaarde dat ontegensprekelijk kan worden aangetoond dat voldaan is aan de volgende voorwaarden : 1° de dieren werden al gehouden voor ze werden opgenomen in de Unielijst;2° de dieren worden in een gesloten omgeving gehouden en de eigenaar neemt alle passende maatregelen om voortplanting of ontsnapping onmogelijk te maken. De minister kan nadere regels vaststellen betreffende de wijze waarop kan worden aangetoond dat er voldaan is aan de voorwaarden vermeld in het eerste lid. Nadat die regels zijn vastgesteld worden ze meegedeeld aan de Vlaamse Regering.
Art. 31/6.Overeenkomstig artikel 32 van Verordening 1143/2014 mogen de houders van een commerciële voorraad specimens van invasieve uitheemse soorten die zijn verworven voor ze werden opgenomen in de lijst van voor de Unie zorgwekkende invasieve uitheemse soorten, vermeld in artikel 3, § 1, 4°, levende specimens of reproduceerbare delen van die soorten tot maximaal twee jaar na het opnemen van de soort op die lijst houden en vervoeren voor verkoop of overdracht aan een instelling die zich bezig houdt met onderzoek of bewaring ex situ, of voor geneeskundige activiteiten als vermeld in artikel 31/3, als de specimens in een gesloten omgeving gehouden en vervoerd worden en alle passende maatregelen zijn genomen om voortplanting of ontsnapping te voorkomen, of mogen die specimens slachten of op humane wijze doden ter uitputting van de voorraad.
De houders, vermeld in het eerste lid, mogen hun voorraad levende specimens verkopen of overdragen aan niet-commerciële gebruikers tot één jaar nadat de soorten zijn opgenomen in de lijst van voor de Unie zorgwekkende invasieve uitheemse soorten, op voorwaarde dat de specimens in een gesloten omgeving gehouden en vervoerd worden, en alle passende maatregelen zijn genomen om voortplanting of ontsnapping onmogelijk te maken.
Art. 31/7.§ 1. De aanvragen van de afwijkingen vermeld in deze afdeling worden naar het agentschap gestuurd met een papieren formulier, dat aangetekend wordt verstuurd of met een elektronisch formulier via het e-loket op de website van het agentschap. Het model van de formulieren wordt ter beschikking gesteld op de website www.natuurenbos.be van het agentschap.
Het agentschap neemt een gemotiveerde beslissing over de aanvragen binnen een termijn van drie maanden. Die termijn kan bij gemotiveerde beslissing eenmaal verlengd worden voor ten hoogste drie maanden.
Een beslissing die een afwijking toestaat bevat de volgende onderdelen : 1° de soorten waarvoor met toepassing van artikel 31/3, 31/4 of 31/5 mag worden afgeweken van de verbodsbepalingen, vermeld in artikel 31/2;2° de personen of instellingen waaraan de afwijking wordt toegekend;3° de middelen, installaties of methoden die mogen worden gebruikt in het kader van de afwijking;4° de omstandigheden, de tijd en plaats waaronder de afwijking mag plaatsvinden;5° in voorkomend geval, de voorwaarden en de lasten waaronder de afwijking mag worden doorgevoerd, in relatie tot de reden waarvoor de afwijking wordt toegestaan;6° de controles die zullen worden uitgevoerd. § 2. Het agentschap betekent de beslissing aan de aanvrager. § 3. Tegen een weigering tot het verlenen van een afwijking kan er binnen een termijn van dertig kalenderdagen beroep worden ingesteld bij de minister. De minister neemt een beslissing binnen een termijn van twee maanden. § 4. De afwijkingen, vermeld in artikel 31/3, 31/4 en 31/5 moeten op elk moment bij de soort gevoegd zijn zolang die soort zich op het grondgebied van de Unie bevindt.
Art. 31/8.Met behoud van artikel 31/2 tot en met 31/7, kunnen in het wild voorkomende voor de Unie zorgwekkende invasieve uitheemse soorten op de volgende wijzen worden aangepakt : 1° door de opmaak van een beheerregeling conform de bepalingen van hoofdstuk 4;2° door bestrijding conform bijlage 3/1.
Art. 31/9.Voor de aanpak van prioritaire introductieroutes, vermeld in artikel 13 van de verordening 1143/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 22 oktober 2014 betreffende de preventie en beheersing van de introductie en verspreiding van invasieve uitheemse soorten, wordt een beheerregeling opgemaakt. Daarvoor wordt voorzien in publieke inspraak op de volgende wijze : 1° het agentschap stelt een ontwerp van beheerregeling op, wijzigt of herziet een bestaande beheerregeling en betrekt bij de opmaak van dat ontwerp de meest belanghebbende overheidsorganen, instellingen, privaatrechtelijke organisaties en sociale en maatschappelijke groeperingen;2° een ontwerp van beheerregeling of een ontwerp van wijziging of herziening van een beheerregeling wordt, na goedkeuring door de minister, door het agentschap, bij uittreksel bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad, met daarbij de bekendmaking gevoegd van de wijze waarop het ontwerp onderworpen zal worden aan de actieve consultatie van het publiek.Het agentschap zorgt ook voor de bekendmaking van de wijze waarop de actieve consultatie van het publiek zal plaatsvinden via de voor het agentschap gebruikelijke kanalen, zoals elektronische middelen en media, waaronder de publicatie in twee dagbladen, en via de website van het agentschap. Bij de bekendmaking wordt er gewezen op het recht op inspraak van het publiek in de besluitvorming over de beheerregelingen op het vlak van introductieroutes, en wordt er vermeld dat vragen en opmerkingen als vermeld in dit artikel gericht moeten worden aan het agentschap. Gedurende een termijn van zestig dagen, die ingaat op de dag na de bekendmaking in het Belgisch Staatsblad, kan het publiek bezwaren of opmerkingen schriftelijk indienen bij het agentschap volgens de modaliteiten, vermeld bij de bekendmaking; 3° tegelijkertijd met de bekendmaking wordt een ontwerp bezorgd aan de Strategische Adviesraad Minaraad, die een met redenen omkleed advies uitbrengt binnen een vervaltermijn van een maand nadat hij het ontwerp heeft ontvangen.Het advies is niet bindend; 4° de beheerregeling of de wijziging of herziening ervan wordt vastgesteld door de minister, rekening houdend met de gegeven adviezen en met de ingediende bezwaren of opmerkingen.Als de minister een door een adviesorgaan uitgebracht advies of de door het publiek ingediende bezwaren en opmerkingen geheel of gedeeltelijk niet volgt wordt dat verantwoord in een verslag dat gevoegd wordt bij de bekendmaking vermeld in punt 5° ; 5° een conform punt 4° door de minister vastgestelde beheerregeling of een wijziging of herziening ervan wordt, samen met het verslag, vermeld in punt 4°, bij uittreksel bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad.De bekendmaking bij uittreksel gebeurt ook via de publicatie in twee dagbladen en via de website van het agentschap. Afdeling 2. - Aanpak van voor het Vlaamse Gewest zorgwekkende
invasieve uitheemse soorten conform verordening 1143/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 22 oktober 2014 betreffende de preventie en beheersing van de introductie en verspreiding van invasieve uitheemse soorten
Art. 31/10.Op voorstel van de minister stelt de Vlaamse Regering een lijst van voor het Vlaamse Gewest zorgwekkende invasieve uitheemse soorten vast als vermeld in artikel 12 van verordening 1143/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 22 oktober 2014 betreffende de preventie en beheersing van de introductie en verspreiding van invasieve .
Het van toepassing verklaren van de bepalingen van afdeling 1 van dit hoofdstuk op de soorten van de in het eerste lid vermelde lijst kan een deel uitmaken van het voorstel van de minister. Afdeling 3. - Aanpak van overige uitheemse soorten
Art. 31/11.In het wild voorkomende uitheemse soorten die niet vallen onder afdeling 1 en 2, van dit hoofdstuk, kunnen aangepakt worden op een van de volgende wijzen : 1° door de opmaak van een beheerregeling conform de bepalingen van hoofdstuk 4; 2° door bestrijding conform bijlage 3/1.". HOOFDSTUK 5. - Wijzigingen van hoofdstuk 5
Art. 17.In artikel 35, § 1, eerste lid, 1° van hetzelfde besluit wordt de zinsnede "12 en 17" vervangen door de zinsnede "12, 16 en 17";
Art. 18.In artikel 36 van hetzelfde besluit worden tussen de woorden "geplaatst" en het woord "conform", de woorden "of gedood" ingevoegd;
Art. 19.In artikel 38 van hetzelfde besluit wordt de tweede paragraaf vervangen door wat volgt : " § 2. De jaarlijkse werkingssubsidie kan verhoogd worden met 2000 euro als het opvangcentrum in het kalenderjaar dat voorafgaat aan het kalenderjaar waarop de aanvraag betrekking heeft, voldoet aan de volgende voorwaarden : 1° het opvangcentrum heeft minimaal driehonderd betalende leden;2° het opvangcentrum geeft een publicatieblad uit dat minstens vier keer is verschenen. De jaarlijkse werkingssubsidie kan ook verhoogd worden met 2000 euro als het opvangcentrum in het kalenderjaar dat voorafgaat aan het kalenderjaar waarop de aanvraag betrekking heeft, voldoet aan de volgende voorwaarden : 1° het opvangcentrum biedt een educatieve, sensibiliserende en informatieve werking aan voor schoolklassen en andere groepen, waarbij ten minste twintig groepen van tenminste vijftien personen ontvangen worden; 2° het opvangcentrum organiseert eenmaal per jaar een open dag voor het grote publiek.".
Art. 20.In artikel 39, § 2, 5°, van hetzelfde besluit wordt tussen de woorden "zeshonderd" en "wilde" de woorden "inheemse" ingevoegd.
Art. 21.In artikel 40, § 2, van hetzelfde besluit wordt punt 2° vervangen door wat volgt : "2° de nodige bewijsstukken om te kunnen toetsen of men in aanmerking komt voor de verschillende onderdelen van de subsidies vermeld in artikel 38 en 39;". HOOFDSTUK 6. - Wijzigingen van hoofdstuk 6
Art. 22.In artikel 41, § 1, eerste lid van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° er wordt een punt 3° toegevoegd, dat luidt als volgt : "3° het gaat om specimens van fazant of patrijs die door professionele kwekers worden gekweekt en gehouden met het oog op consumptiedoeleinden;"; 2° tussen het eerste en het tweede lid wordt een lid ingevoegd, dat luidt als volgt : "De minister kan nadere regels vaststellen voor de wijze waarop kan worden aangetoond dat er voldaan is aan de voorwaarden vermeld in het eerste lid, 2°.Nadat die regels zijn vastgesteld, worden ze meegedeeld aan de Vlaamse Regering.".
Art. 23.In artikel 43 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in het tweede lid wordt punt 1° vervangen door wat volgt : "1° de aanvraag tot het verkrijgen van ringen, die gericht is aan een vereniging, bevat een ondertekende clausule waarin de aanvrager verklaart de voorbije vijf jaar geen veroordeling of geen bestuurlijke geldboete te hebben opgelopen wegens overtredingen van de regelgeving inzake het houden van vogels in gevangenschap;"; 2° in hetzelfde lid wordt een punt 3° toegevoegd, dat luidt als volgt : "3° de aanvraag tot het verkrijgen van een hoeveelheid ringen, die gericht is aan een vereniging, bevat het adres van de locatie waar de vogels waarvoor de ringen worden aangevraagd worden gehouden, alsook het adres van de woonplaats van de aanvrager."; 3° in het derde lid wordt tussen de woorden "melden dat" en "aan het agentschap" het woord "onverwijld" toegevoegd.
Art. 24.In artikel 47, 1°, van hetzelfde besluit wordt tussen de woorden "door hen versterkte gesloten pootringen" en de woorden "Daarin is tenminste", de zinsnede ", vermeld in artikel 43, eerste lid" toegevoegd.
Art. 25.Aan artikel 48 van hetzelfde besluit wordt een tweede lid toegevoegd dat luidt als volgt : "De minister stelt een model vast van de overzichtslijst vermeld in het eerste lid.".
Art. 26.In artikel 49, eerste lid, van hetzelfde besluit wordt een punt 4° toegevoegd, dat luidt als volgt : "4° het gaat om specimens van boommarter, bunzing, hermelijn of wezel die al legaal onder zich werden gehouden voor de inwerkingtreding van het aankruisen van die soorten in categorie 1 van bijlage 1.". HOOFDSTUK 7. - Wijzigingen van hoofdstuk 7
Art. 27.In artikel 50 van hetzelfde besluit wordt paragraaf 1 opgeheven. HOOFDSTUK 8. - Wijzigingen van bijlage 1
Art. 28.Bijlage 1 bij hetzelfde besluit wordt vervangen door bijlage 1, die bij dit besluit is gevoegd. HOOFDSTUK 9. - Wijzigingen van bijlage 2
Art. 29.In bijlage 2 bij hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in punt A wordt de zinsnede "conform artikel 16, § 1 van het besluit" vervangen door de zinsnede "conform artikel 16, § 1, met uitzondering van de middelen die toegestaan zijn conform bijlage 3 en bijlage 3/1";2° in punt A wordt het punt 4° vervangen door wat volgt : "4° levende dieren die als lokdier worden gebruikt.Een lokdier is een specimen van een dier dat kan dienen als een middel om te lokken, hetzij van dezelfde soort als het specimen, hetzij van een andere soort;"; 3° in punt A wordt punt 17° vervangen door wat volgt : "17° andere vuurwapens en munitie dan de vuurwapens en munitie, vermeld in artikel 9 en 10 van het besluit van het Jachtvoorwaardenbesluit."; 4° in punt C worden in punt 3°, wordt de zinsnede "conform bijlage 3 van het besluit" vervangen door de zinsnede "conform bijlage 3 en bijlage 3/1". HOOFDSTUK 1 0. - Wijzigingen van bijlage 3
Art. 30.Bijlage 3 bij hetzelfde besluit wordt vervangen door bijlage 2, die bij dit besluit is gevoegd. HOOFDSTUK 1 1. - Bestrijding van in het wild voorkomende uitheemse soorten
Art. 31.In hetzelfde besluit, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 11 januari 2013, wordt een bijlage 3/1 ingevoegd, die als bijlage 3 bij dit besluit is gevoegd. HOOFDSTUK 1 2. - Wijzigingen van bijlage 4
Art. 32.In bijlage 4 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° aan punt B, 3° wordt de volgende zinsnede toegevoegd : "of, als het invasieve uitheemse soorten, vermeld in artikel 3, § 1, eerste lid, 4°, betreft, naar een voorziening met het oog op het euthanaseren ervan";2° punt D,2° wordt vervangen door wat volgt : "de vrijlating van de opgevangen inheemse dieren dient te gebeuren op de locatie waar het dier werd aangetroffen voor zijn opname in het opvangcentrum.Indien het niet mogelijk is om het dier op dezelfde locatie terug vrij te laten, dient de alternatieve uitzettingslocatie voorafgaand aan het agentschap gemeld te worden. Een opvangcentrum kan bij het agentschap een voorstel indienen van één of meer uitzettingslocaties. Het agentschap organiseert en coördineert vervolgens een overleg met het opvangcentrum in kwestie en vertegenwoordigers uit de natuursector, de jachtsector en de landbouwsector. Op basis van het resultaat van dat overleg doet het agentschap een voorstel tot vaststelling van één of meer uitzettingslocaties voor het betrokken opvangcentrum aan de minister, die beslist;"; 3° aan punt D, 6°, wordt de volgende zin toegevoegd : "Dieren die behoren tot een invasieve uitheemse soort als vermeld in artikel 3, § 1, eerste lid, 4°, moeten worden overgebracht naar een voorziening met het oog op het euthanaseren ervan;".
Brussel, 17 juni 2016.
De minister-president van de Vlaamse Regering, G. BOURGEOIS De Vlaamse minister van Omgeving, Natuur en Landbouw, J. SCHAUVLIEGE
Bijlage 1 bij het besluit van de Vlaamse Regering van 17 juni 2016 tot wijziging van diverse bepalingen van het Soortenbesluit van 15 mei 2009 Bijlage 1 bij het Soortenbesluit van 15 mei 2009 Bijlage 1. - Soorten waarop de beschermingsbepalingen van dit besluit van toepassing zijn en categorisering van die soorten Deze bijlage bevat vijf categorieën, die worden weergegeven door middel van kolommen achter de namen van de, op de Nederlandstalige benaming alfabetisch gerangschikte, soorten.
Voor de vogelsoorten zijn alleen de soorten opgenomen die : 1° regelmatig voorkomen in het Vlaamse Gewest of waarvan al minimaal twintig aanvaarde gevallen zijn vastgesteld op het moment dat dit besluit in werking is getreden;2° niet regelmatig voorkomen in het Vlaamse Gewest, maar wel behoren tot categorie 5. Voor de groepen van soorten, die in deze bijlage zijn aangegeven met de term "alle soorten" : de bepalingen van het besluit zijn alleen van toepassing op de inheemse soorten van die groepen van soorten.
Let wel, behalve de soorten opgenomen in deze bijlage zijn ook de soorten beschermd die worden vermeld in artikel 9, tweede lid van het besluit.
Categorie 1 : soorten waarop de basisbeschermingsbepalingen van het besluit van toepassing zijn. Van die beschermingsbepalingen kan worden afgeweken onder de voorwaarden van artikel 20, § 1, § 2 en § 4.
Bovendien gelden voor die soorten de aan planologische bestemming verbonden vrijstellingen, vermeld in artikel 11 en 15.
Categorie 2 : soorten waarop de basisbeschermingsbepalingen van toepassing zijn. Van die beschermingsbepalingen kan er worden afgeweken onder de voorwaarden van artikel 20, § 1, § 3 en § 4.
Categorie 3 : soorten die zijn opgenomen in bijlage IV van de Habitatrichtlijn, en die voorkomen of kunnen voorkomen in het Vlaamse Gewest. Als gevolg van hun aanwezigheid op de vermelde bijlage van de Habitatrichtlijn genieten die soorten van de strengste beschermingsregeling. Van de beschermingsregeling ten aanzien van deze soorten kan worden afgeweken onder de voorwaarden van artikel 20, § 1 en § 4.
Categorie 4 : soorten als vermeld in artikel 3, § 2, 3° en 4°, waarop dit besluit alleen van toepassing is als het gaat over aspecten die niet geregeld worden in de jacht- of visserijregelgeving.
Categorie 5 : soorten die in aanmerking komen voor vervoer als vermeld in artikel 13, 2°.
wetenschappelijke naam
Nederlandse naam
1
2
3
4
5
DIERSOORTEN
GEWERVELDEN
MAMMALIA
ZOOGDIEREN
Myotis mystacinus
baardvleermuis
X
Myotis bechsteinii
Bechsteins vleermuis
X
Castor fiber
bever
X
Martes martes
boommarter
X
X
Sorex araneus
bosspitsmuis
X
Nyctalus leisleri
bosvleermuis
X
Myotis brandtii
Brandts vleermuis
X
Mustela putorius
bunzing
X
X
Dama dama
damhert
X
Meles meles
das
X
Pipistrellus pipistrellus
dwergvleermuis
X
Cervus elaphus
edelhert
X
Eliomys quercinus
eikelmuis
X
Myotis nattereri
franjestaart
X
Sorex minutus
gewone dwergspitsmuis
X
Plecotus auritus
gewone grootoorvleermuis
X
Phoca vitulina
gewone zeehond
X
Plecotus austriacus
grijze grootoorvleermuis
X
Halichoerus grypus
grijze zeehond
X
Apodemus flavicollis
grote bosmuis
X
Rhinolophus ferrumequinum
grote hoefijzerneus
X
Lepus europaeus
haas
X
Cricetus cricetus
hamster
X
Muscardinus avellanarius
hazelmuis
X
Mustela erminea
hermelijn
X
X
Crocidura russula
huisspitsmuis
X
Myotis emarginatus
ingekorven vleermuis
X
Pipistrellus pygmaeus
kleine dwergvleermuis
X
Oryctolagus cuniculus
konijn
X
Eptesicus serotinus
laatvlieger
X
Lynx lynx
lynx
X
Myotis dasycneme
meervleermuis
X
Ovis musimon
moeflon
X
Barbastrella barbastrellus
mopsvleermuis
X
Lutra lutra
otter
X
Capreolus capreolus
ree
X
Sciurus vulgaris
rode eekhoorn
X
Nyctalus noctula
rosse vleermuis
X
Pipistrellus nathusii
ruige dwergvleermuis
X
Martes foina
steenmarter
X
Sorex coronatus
tweekleurige bosspitsmuis
X
Vespertilio murinus
tweekleurige vleermuis
X
Myotis myotis
vale vleermuis
X
Crocidura leucodon
veldspitsmuis
X
Vulpes vulpes
vos
X
Cetacea spp
walvisachtigen - alle soorten
X
Neomys fodiens
waterspitsmuis
X
Myotis daubentonii
watervleermuis
X
Erinaceus europaeus
West-Europese egel
X
Mustela nivalis
wezel
X
X
Sus scrofa
wild zwijn
X
Felis silvestris
wilde kat
X
Canis lupus lupus
Europese wolf
X
AVES
VOGELS
Phalacrocorax carbo
aalscholver
X
Alca torda
alk
X
Apus melba
Alpengierzwaluw
X
Coccothraustes coccothraustes
appelvink
X
Panurus biarmicus
baardmannetje
X
Alectoris barbara
Barbarijse patrijs
X
Carduelis flammea synklepton
barmsijs soortencomplex
X
Turdus torquatus
beflijster
X
Tadorna tadorna
bergeend
X
Phylloscopus bonelli
bergfluiter
X
Merops apiaster
bijeneter
X
Phylloscopus inornatus
bladkoning
X
Luscinia svecica
blauwborst
X
Circus cyaneus
blauwe kiekendief
X
Ardea cinerea
blauwe reiger
X
Hirundo rustica
boerenzwaluw
X
Lymnocryptes minimus
bokje
X
X
Charadrius hiaticula
bontbekplevier
X
Calidris alpina
bonte strandloper
X
Ficedula hypoleuca
bonte vliegenvanger
X
Sitta europaea
boomklever
X
Certhia brachydactyla
boomkruiper
X
Lullula arborea
boomleeuwerik
X
Anthus trivialis
boompieper
X
Falco subbuteo
boomvalk
X
Acrocephalus palustris
bosrietzanger
X
Tringa glareola
bosruiter
X
Strix aluco
bosuil
X
Sylvia curruca
braamsluiper
X
Branta leucopsis
brandgans
X
Limicola falcinellus
breedbekstrandloper
X
Bucephala clangula
brilduiker
X
Phylloscopus fuscatus
bruine boszanger
X
Circus aeruginosus
bruine kiekendief
X
Remiz pendulinus
buidelmees
X
Buteo buteo
buizerd
X
Branta canadensis
Canadese gans
X
X
Cettia cetti
Cetti's zanger
X
Emberiza cirlus
cirlgors
X
Tachybaptus ruficollis
dodaars
X
Sterna dougallii
Dougalls stern
X
Jynx torquilla
draaihals
X
Rissa tridactyla
drieteenmeeuw
X
Calidris alba
drieteenstrandloper
X
Anthus campestris
duinpieper
X
Anser erythropus
dwerggans
X
Emberiza pusilla
dwerggors
X
Larus minutus
dwergmeeuw
X
Sterna albifrons
dwergstern
X
Somateria mollissima
eidereend
X
Pica pica
ekster
X
Serinus serinus
Europese kanarie
X
Phasianus colchicus
fazant
X
X
Phylloscopus trochilus
fitis
X
Phylloscopus sibilatrix
fluiter
X
Carduelis flavirostris
frater
X
Podiceps cristatus
fuut
X
Garrulus glandarius
gaai
X
Emberiza citrinella
geelgors
X
Larus michahellis
geelpootmeeuw
X
Phoenicurus phoenicurus
gekraagde roodstaart
X
Motacilla flava
gele kwikstaart
X
Podiceps nigricollis
geoorde fuut
X
Calidris melanotos
gestreepte strandloper
X
Apus apus
gierzwaluw
X
Parus palustris
glanskop
X
Regulus regulus
goudhaantje
X
Pluvialis apricaria
goudplevier
X
X
Pyrrhula pyrrhula
goudvink
X
Sylvia communis
grasmus
X
Anthus pratensis
graspieper
X
Cisticola juncidis
graszanger
X
Phalaropus lobatus
grauwe franjepoot
X
Anser anser
grauwe gans
X
X
Miliaria calandra
grauwe gors
X
Circus pygargus
grauwe kiekendief
X
Lanius collurio
grauwe klauwier
X
Puffinus griseus
grauwe pijlstormvogel
X
Muscicapa striata
grauwe vliegenvanger
X
Burhinus oedicnemus
griel
X
Emberiza cia
grijze gors
X
Picus viridis
groene specht
X
Carduelis chloris
groenling
X
Tringa nebularia
groenpootruiter
X
Dendrocopos major
grote bonte specht
X
Larus hyperboreus
grote burgemeester
X
Motacilla cinerea
grote gele kwikstaart
X
Catharacta skua
grote jager
X
Acrocephalus arundinaceus
grote karekiet
X
Loxia pityopsittacus
grote kruisbek
X
Turdus viscivorus
grote lijster
X
Larus marinus
grote mantelmeeuw
X
Anthus richardi
grote pieper
X
Sterna sandvicensis
grote stern
X
Otis tarda
grote trap
X
Mergus merganser
grote zaagbek
X
Melanitta fusca
grote zee-eend
X
Casmerodius albus
grote zilverreiger
X
Limosa limosa
grutto
X
Accipiter gentilis
havik
X
Prunella modularis
heggenmus
X
Columba oenas
holenduif
X
Upupa epops
hop
X
Columba palumbus
houtduif
X
X
Scolopax rusticola
houtsnip
X
Passer domesticus
huismus
X
Delichon urbica
huiszwaluw
X
Gavia immer
ijsduiker
X
Clangula hyemalis
ijseend
X
Calcarius lapponicus
ijsgors
X
Alcedo atthis
ijsvogel
X
Morus bassanus
Jan-van-gent
X
Calidris canutus
kanoet
X
Corvus monedula
kauw
X
Fringilla montifringilla
keep
X
Philomachus pugnax
kemphaan
X
Tyto alba
kerkuil
X
Vanellus vanellus
kievit
X
X
Lanius excubitor
klapekster
X
Porzana parva
klein waterhoen
X
Alle alle
kleine alk
X
Dendrocopos minor
kleine bonte specht
X
Larus glaucoides
kleine burgemeester
X
Stercorarius parasiticus
kleine jager
X
Acrocephalus scirpaceus
kleine karekiet
X
Larus fuscus
kleine mantelmeeuw
X
Charadrius dubius
kleine plevier
X
Anser brachyrhynchus
kleine rietgans
X
X
Calidris minuta
kleine strandloper
X
Tetrax tetrax
kleine trap
X
Ficedula parva
kleine vliegenvanger
X
Egretta garzetta
kleine zilverreiger
X
Cygnus columbianus
kleine zwaan
X
Porzana pusilla
kleinst waterhoen
X
Stercorarius longicaudus
kleinste jager
X
Recurvirostra avosetta
kluut
X
Carduelis cannabina
kneu
X
Cygnus olor
knobbelzwaan
X
Cuculus canorus
koekoek
X
Bulbulcus ibis
koereiger
X
Larus ridibundus
kokmeeuw
X
Anser albifrons
kolgans
X
X
Parus major
koolmees
X
Turdus iliacus
koperwiek
X
Tetrao tetrix
korhoen
X
X
Calandrella brachydactyla
kortteenleeuwerik
X
Corvus corone
kraai
X
Grus grus
kraanvogel
X
Anas strepera
krakeend
X
X
Turdus pilaris
kramsvogel
X
Calidris ferruginea
krombekstrandloper
X
Netta rufina
krooneend
X
Loxia curvirostra
kruisbek
X
Calonectris diomedea
Kuhls pijlstormvogel
X
Phalacrocorax aristotelis
kuifaalscholver
X
Podiceps auritus
kuifduiker
X
Aythya fuligula
kuifeend
X
X
Galerida cristata
kuifleeuwerik
X
Parus cristatus
kuifmees
X
Nycticorax nycticorax
kwak
X
Coturnix coturnix
kwartel
X
Crex crex
kwartelkoning
X
Gelochelidon nilotica
lachstern
X
Platalea leucorodia
lepelaar
X
Parus montanus
matkop
X
Fulica atra
meerkoet
X
X
Turdus merula
merel
X
Dendrocopos medius
middelste bonte specht
X
Stercorarius pomarinus
middelste jager
X
Mergus serrator
middelste zaagbek
X
Lagopus lagopus s.l.
moerassneeuwhoen
X
X
Eudromias morinellus
morinelplevier
X
Luscinia megarhynchos
nachtegaal
X
Caprimulgus europaeus
nachtzwaluw
X
Mergus albellus
nonnetje
X
Luscinia luscinia
noordse nachtegaal
X
Puffinus puffinus
noordse pijlstormvogel
X
Sterna paradisaea
noordse stern
X
Fulmarus glacialis
noordse stormvogel
X
Nucifraga caryocatactes
notenkraker
X
Bubo bubo
oehoe
X
Actitis hypoleucos
oeverloper
X
Anthus petrosus
oeverpieper
X
Riparia riparia
oeverzwaluw
X
Ciconia ciconia
ooievaar
X
Hippolais polyglotta
Orpheusspotvogel
X
Emberiza hortulana
ortolaan
X
Saxicola rubetra
paapje
X
Calidris maritima
paarse strandloper
X
Phylloscopus proregulus
Pallas' boszanger
X
Fratercula arctica
papegaaiduiker
X
Gavia arctica
parelduiker
X
Perdix perdix
patrijs
X
X
Bombycilla garrulus
pestvogel
X
Anas acuta
pijlstaart
X
X
Parus caeruleus
pimpelmees
X
Tringa stagnatilis
poelruiter
X
Gallinago media
poelsnip
X
Larus cachinnans
Pontische meeuw
X
Porzana porzana
porseleinhoen
X
Ardea purpurea
purperreiger
X
Carduelis carduelis
putter
X
Ardeola ralloides
ralreiger
X
Asio otus
ransuil
X
Numenius phaeopus
regenwulp
X
Sterna caspia
reuzenstern
X
Anser fabalis
rietgans
X
X
Emberiza schoeniclus
rietgors
X
Acrocephalus schoenobaenus
rietzanger
X
Passer montanus
ringmus
X
Alectoris rufa
rode patrijs
X
X
Milvus milvus
rode wouw
X
Corvus frugilegus
roek
X
Botaurus stellaris
roerdomp
X
Erithacus rubecula
roodborst
X
Saxicola torquata
roodborsttapuit
X
Podiceps grisegena
roodhalsfuut
X
Branta ruficollis
roodhalsgans
X
Gavia stellata
roodkeelduiker
X
Anthus cervinus
roodkeelpieper
X
Lanius senator
roodkopklauwier
X
Carpodacus erythrinus
roodmus
X
Falco vespertinus
roodpootvalk
X
Phalaropus fulicarius
rosse franjepoot
X
Limosa lapponica
rosse grutto
X
Branta bernicla
rotgans
X
Sturnus roseus
roze spreeuw
X
Buteo lagopus
ruigpootbuizerd
X
Coracias garrulus
scharrelaar
X
Haematopus ostralegus
scholekster
X
Carduelis spinus
sijs
X
Circaetus gallicus
slangenarend
X
Falco peregrinus
slechtvalk
X
Anas clypeata
slobeend
X
X
Falco columbarius
smelleken
X
Anas penelope
smient
X
X
Plectrophenax nivalis
sneeuwgors
X
Locustella luscinioides
snor
X
Accipiter nisus
sperwer
X
Sylvia nisoria
sperwergrasmus
X
Hippolais icterina
spotvogel
X
Sturnus vulgaris
spreeuw
X
Locustella naevia
sprinkhaanzanger
X
Aegithalos caudatus
staartmees
X
Arenaria interpres
steenloper
X
Athene noctua
steenuil
X
Himantopus himantopus
steltkluut
X
Circus macrourus
steppenkiekendief
X
Larus canus
stormmeeuw
X
Hydrobates pelagicus
stormvogeltje
X
Eremophila alpestris
strandleeuwerik
X
Charadrius alexandrinus
strandplevier
X
Aythya ferina
tafeleend
X
X
Certhia familiaris
taigaboomkruiper
X
Oenanthe oenanthe
tapuit
X
Calidris temminckii
Temmincks strandloper
X
Phylloscopus collybita
tjiftjaf
X
Aythya marila
toppereend
X
X
Falco tinnunculus
torenvalk
X
Streptopelia turtur
tortelduif
X
Sylvia borin
tuinfluiter
X
Tringa totanus
tureluur
X
Streptopelia decaocto
Turkse tortel
X
Oceanodroma leucorhoa
vaal stormvogeltje
X
Gyps fulvus
vale gier
X
Alauda arvensis
veldleeuwerik
X
Asio flammeus
velduil
X
Fringilla coelebs
vink
X
Pandion haliaetus
visarend
X
Sterna hirundo
visdief
X
Larus sabini
vorkstaartmeeuw
X
Regulus ignicapillus
vuurgoudhaantje
X
Gallinula chloropus
waterhoen
X
X
Anthus spinoletta
waterpieper
X
Rallus aquaticus
waterral
X
Acrocephalus paludicola
waterrietzanger
X
Gallinago gallinago
watersnip
X
X
Cinclus cinclus
waterspreeuw
X
Pernis apivorus
wespendief
X
Oriolus oriolus
wielewaal
X
Anas platyrhynchos
wilde eend
X
X
Cygnus cygnus
wilde zwaan
X
Troglodytes troglodytes
winterkoning
X
Anas crecca
wintertaling
X
X
Loxia leucoptera
witbandkruisbek
X
Tringa ochropus
witgatje
X
Aythya nyroca
witoogeend
X
Motacilla alba
witte kwikstaart
X
Chlidonias leucopterus
witvleugelstern
X
Chlidonias hybridus
witwangstern
X
Ixobrychus minutus
woudaapje
X
Numenius arquata
wulp
X
Turdus philomelos
zanglijster
X
Haliaeetus albicilla
zeearend
X
Uria aalge
zeekoet
X
Larus argentatus
zilvermeeuw
X
Pluvialis squatarola
zilverplevier
X
Anas querquedula
zomertaling
X
X
Plegadis falcinellus
zwarte ibis
X
Parus ater
zwarte mees
X
Ciconia nigra
zwarte ooievaar
X
Phoenicurus ochruros
zwarte roodstaart
X
Tringa erythropus
zwarte ruiter
X
Dryocopus martius
zwarte specht
X
Chlidonias niger
zwarte stern
X
Milvus migrans
zwarte wouw
X
Melanitta nigra
zwarte zee-eend
X
Sylvia atricapilla
zwartkop
X
Larus melanocephalus
zwartkopmeeuw
X
REPTILIA
REPTIELEN
Vipera berus
adder
X
Coronella austriaca
gladde slang
X
Anguis fragilis
hazelworm
X
Zootoca vivipara
levendbarende hagedis
X
Podarcis muralis
muurhagedis
X
Natrix natrix
ringslang
X
AMPHIBIA
AMFIBIEN
Ichthyosaura alpestris
alpenwatersalamander
X
Pelophylax kl. esculenta
bastaardkikker
X
Hyla arborea
boomkikker
X
Rana temporaria
bruine kikker
X
Bufo bufo
gewone pad
X
Bombina variegata
geelbuikvuurpad
X
Rana arvalis
heikikker
X
Triturus cristatus
kamsalamander
X
Lissotriton vulgaris
kleine watersalamander
X
Pelobates fuscus
knoflookpad
X
Pelophylax ridibundus
meerkikker
X
Pelophylax lessonae
poelkikker
X
Bufo calamita
rugstreeppad
X
Lissotriton helveticus
vinpootsalamander
X
Alytes obstretricans
vroedmeesterpad
X
Salamandra salamandra
vuursalamander
X
PISCES
VISSEN
Acipenser sturio
Atlantische steur
X
X
Salmo salar
Atlantische zalm
X
X
Cottus rhenanus
beekdonderpad
X
X
Lampetra planeri
beekprik
X
X
Rhodeus sericeus amarus
bittervoorn
X
X
Alosa fallax
fint
X
X
Misgurnus fossilis
grote modderkruiper
X
X
Cobitis taenia
kleine modderkruiper
X
X
Cottus perifretum
rivierdonderpad
X
X
Lampetra fluviatilis
rivierprik
X
X
Petromyzon marinus
zeeprik
X
X
ONGEWERVELDEN
Abax carinatus
X
Agonum ericeti
X
Agonum gracilipes
X
Amara brunnea
X
Anisodactylus nemorivagus
X
Anisodactylus poeciloides
X
Anisodactylus signatus
X
Bembidion ephippium
X
Bembidion litorale
X
Bembidion monticola
X
Blethisa multipunctata
X
Brachinus crepitans
X
Bradycellus csikii
X
Calathus ambiguous
X
Calosoma sycophanta
X
Carabus cancellatus
X
Cicindela germanica
X
Cicindela sylvatica
X
Harpalus flavescens
X
Harpalus honestus
X
Harpalus neglectus
X
Harpalus quadripunctatus
X
Harpalus rupicola
X
Lebia cruxminor
X
Leistus piceus
X
Oxythyrea funesta
X
Perileptus areolatus
X
Pogonus littoralis
X
Pogonus luridipennis
X
Pterostichus kugelanni
X
Pterostichus longicollis
X
Zabrus tenebrioides
X
Pyrgus malvae
aardbeivlinder
X
Lasiommata megera
argusvlinder
X
Oedipoda caerulescens
blauwvleugelsprinkhaan
X
Leptidea sinapis
boswitje
X
Erynnis tages
bruin dikkopje
X
Satyrium ilicis
Bruine eikenpage
X
Lycaena tityrus
bruine vuurvlinder
X
Typhoeus typhoeus
driehoornmestkever
X
Polyphylla fullo
duin- of julikever
X
Odontaeus armiger
eenhoornmestkever
X
Ophiogomphus cecilia
gaffellibel
X
Thymelicus sylvestris
geelsprietdikkopje
X
Dolomedes fimibriatus
gerande oeverspin
X
Maculinea alcon
gentiaanblauwtje
X
Leucorrhinia pectoralis
gevlekte witsnuitlibel
X
Atypus affinis
gewone mijnspin
X
Cetonia aurata
gouden tor
X
Tettigonia viridissima
grote groene sabelsprinkhaan
X
Osmoderma eremita
juchtleerkever
X
Callophrys rubi
groentje
X
Nymphalis polychloros
grote vos
X
Apatura iris
grote weerschijnvlinder
X
Plebejus argus
heideblauwtje
X
Hipparchia semele
heivlinder
X
Satyrium w-album
iepenpage
X
Argynnis paphia
keizersmantel
X
Polyommatus semiargus
klaverblauwtje
X
Issoria lathonia
kleine parelmoervlinder
X
Protaetia cuprea
koperkleurige gouden tor
X
Prionus coriarius
lederboktor
X
Hesperia comma
kommavlinder
X
Odonata
libellen : alle soorten met uitzondering van die welke specifiek in deze bijlage worden vermeld
X
Coccinelidae
lieveheersbeestjes : alle soorten
X
Carabus s.l. spp
schalebijters : alle soorten
X
Vertigo angustior
nauwe korfslak
X
Hydrophilus piceus
pikzwarte of spinnende watertor
X
Maculinea teleius
pimpernelblauwtje
X
Anisus vorticulus
platte schijfhoorn
X
Calosoma spp
poppenrovers - alle soorten
X
Donacia en Plateumaris spp
riettorretjes - alle soorten
X
Gomphus flavipes
rivierrombout
X
Formica rufa s.l.
rode bosmier s.l. (kale bosmier, behaarde bosmier en zwartrugbosmier)
X
Gomphocerripus rufus
rosse sprinkhaan
X
Nymphalis antiopa
rouwmantel
X
Callimorpha quadripunctaria
Spaanse vlag
X
Proserpinus proserpina
teunisbloempijlstaart
X
Argiope bruennichi
tijgerspin of wespspin
X
Melitaea cinxia
veldparelmoervlinder
X
Lucanus cervus
vliegend hert
X
Dytiscus en Cybister spp
waterroofkevers - alle soorten
X
Argyroneta aquatica
waterspin
X
Helix pomatia
wijngaardslak
X
Cicindela spp
zandloopkevers - alle soorten
X
Vertigo moulinsiana
zeggenkorfslak
X
Stenobothrus lineatus
zoemertje
X
Eriogaster catax
zuidelijke woldrager of bosrandspinner
X
Thymelicus lineola
zwartsprietdikkopje
X
PLANTENSOORTEN
Nymphaeaceae
alle soorten waterlelies
X
Orchidaceae
alle soorten orchideeën : alle soorten met uitzondering van die welke specifiek op soortnaam in deze bijlage worden vermeld
X
Rosa spp
alle soorten rozen, behalve bosroos Rosa arvensis en hondsroos Rosa canina
X
Sphagnum spp
alle soorten veenmossen
X
Lycopodiaceae
alle soorten wolfsklauwachtigen
X
Salicornia spp
alle soorten zeekraal
X
Eryngium maritimum
blauwe zeedistel
X
Actaea spicata
Christoffelkruid
X
Erica tetralix
dopheide
X
Sparganium angustifolium
drijvende egelskop
X
Luronium natans
drijvende waterweegbree
X
Centaurium erythraea
echt duizendguldenkruid
X
Armeria maritima
Engels gras
X
Centaurium pulchellum
fraai duizendguldenkruid
X
Drepanocladus vernicosus
geel schorpioenmos
X
Halimione pedunculata
gesteelde zoutmelde
X
Erica cinerea
rode dopheide
X
Liparis loeselii
groenknolorchis
X
Althaea officinalis
heemst
X
Dianthus deltoides
heideanjer
X
Juniperus communis
jeneverbes
X
Drosera intermedia
kleine zonnedauw
X
Gentiana pneumonanthe
klokjesgentiaan
X
Osmunda regalis
koningsvaren
X
Stratiotes aloides
krabbenscheer
X
Apium repens
kruipend moerasscherm
X
Limonium vulgare
lamsoor
X
Leucojum vernum
lenteklokje
X
Parnassia palustris
parnassia
X
Daphne mezereum
peperboompje
X
Drosera rotundifolia
ronde zonnedauw
X
Calla palustris
slangenwortel
X
Tamus communis
spekwortel
X
Primula vulgaris
stengelloze sleutelbloem
X
Centaurium littorale
strandduizendguldenkruid
X
Menyanthes trifoliata
waterdrieblad
X
Lobelia dortmanna
waterlobelia
X
Ranunculus platanifolius
witte boterbloem
X
Calystegia soldanella
zeewinde
X
Leucojum aestivum
zomerklokje
X
KORSTMOSSEN
Cladonia spp. Subgen. Cladina
rendiermossen
X
ZWAMMEN
Gezien om gevoegd te worden bij het besluit van de Vlaamse Regering van 17 juni 2016 tot wijziging van diverse bepalingen van het Soortenbesluit van 15 mei 2009.
Brussel, 17 juni 2016.
De minister-president van de Vlaamse Regering, G. BOURGEOIS De Vlaamse minister van Omgeving, Natuur en Landbouw, J. SCHAUVLIEGE
Bijlage 2 bij het besluit van de Vlaamse Regering van 17 juni 2016 tot wijziging van diverse bepalingen van het Soortenbesluit van 15 mei 2009 Bijlage 3 bij het Soortenbesluit van 15 mei 2009 Bijlage 3. - Afwijkingen van de verbodsbepalingen vermeld in artikel 10, 12 of 16 3.1. Bestrijdbare soorten en voorwaarden De volgende soorten zijn bestrijdbaar volgens de vermelde redenen en in de vermelde periode : 1° om belangrijke schade aan professioneel geteelde gewassen te voorkomen kan de bestrijding van zwarte kraai (Corvus corone corone), ekster (Pica pica) en kauw (Corvus monedula) gedurende het hele jaar worden uitgeoefend.De bestrijding van overzomerende brandganzen (Branta leucopsis) kan worden uitgeoefend in de periode van 1 april mei tot en met 30 september; 2° om belangrijke schade aan professionele fruitteelt te voorkomen, kan de bestrijding van spreeuw (Sturnus vulgaris) worden uitgeoefend in de periode van 15 mei tot en met 31 augustus en van gaai (Garrulus glandarius) in de periode van 1 juli tot en met 31 oktober;3° om de wilde fauna en flora te beschermen, of de natuurlijke habitats in stand te houden, kan bestrijding van zwarte kraai (Corvus corone corone) en ekster (Pica pica) gedurende het hele jaar worden uitgeoefend.De bestrijding van overzomerende brandganzen (Branta leucopsis) kan worden uitgeoefend in de periode van 1 mei tot en met 30 september.
De bestrijding van brandgans, spreeuw en gaai, vermeld in het eerste lid, kan alleen worden uitgeoefend binnen een perimeter van 150 meter rondom het perceel waarvoor de bestrijding wordt gemeld.
Onder professioneel geteelde gewassen vermeld in het eerste lid wordt verstaan gewassen op percelen die geregistreerd zijn op basis van het decreet van 22 december 2006 houdende een gemeenschappelijke identificatie van landbouwers, exploitaties en landbouwgrond in het kader van het meststoffenbeleid en van het landbouwbeleid.
De bestrijding als vermeld in deze bijlage kan alleen worden uitgevoerd op voorwaarde dat er geen andere bevredigende oplossing bestaat. De voorwaarde dat er geen andere bevredigende oplossing mag bestaan, wordt beoordeeld aan de hand van de vraag of alle maatregelen zijn genomen die redelijkerwijs mogen worden verwacht om de belangen, vermeld in punt 1°, 2° en 3°, te vrijwaren. De minister kan een code van goede praktijk vaststellen waarin maatregelen zijn opgenomen die redelijkerwijs te verwachten zijn, als maatregelen die niet redelijkerwijs te verwachten zijn.
De bestrijdingsactiviteiten die op grond van deze bijlage uitgevoerd worden, zijn alleen toegestaan ten aanzien van de volgroeide individuen van deze soorten, behalve voor de bestrijding van brandgans via de afvangst met inloopkooien. 3.2. De uitvoering van de bestrijding in de tijd Het gebruik van vuurwapens en munitie is enkel tussen de officiële zonsopgang en de officiële zonsondergang toegestaan. Het schieten met vuurwapens in nesten is verboden. 3.3. Middelen waarmee de bestrijding kan worden uitgevoerd De bestrijdingsactiviteiten die op grond van deze bijlage uitgevoerd worden, kunnen alleen worden uitgevoerd met de volgende middelen : 1° de vuurwapens en de munitie vermeld in artikel 9 en 10 van het Jachtvoorwaardenbesluit van 25 april 2014;2° roofvogels die in bezit worden gehouden conform de bepalingen van het besluit;3° trechtervallen : vallen waarvan de wanden bestaan uit draden waartussen een cirkel kan worden getrokken met een straal van minimaal 2 cm;4° Larsen-kooien : kleine, gemakkelijk verplaatsbare kooien die bestaan uit twee of meer compartimenten, met een of meer neervallende kleppen, waarbij geen andere dieren gevangen kunnen worden na het neervallen van de klep;5° inloopkooien : alleen te gebruiken voor brandganzen;6° akoestische hulpmiddelen, voor zover ze gericht zijn op de soort die wordt bestreden;7° dode lokdieren van dezelfde soort als waarvoor bestrijding gemeld is;8° kunstmatige lokdieren. Trechtervallen en Larsen-kooien, vermeld in het eerste lid, 3° en 4°, mogen alleen vangklaar worden opgesteld in de periode 16 februari tot en met 15 oktober.
Voor de bestrijding van spreeuw is alleen het gebruik van de middelen, vermeld in het eerste lid, 1° en 2°, toegestaan.
Voor de bestrijding van brandgans is alleen het gebruik van het middel, vermeld in het eerste lid, 5°, toegestaan.
Het gebruik van vuurwapens, vermeld in het eerste lid, 1°, is alleen toegestaan voor personen die in het bezit zijn van een geldig jachtverlof overeenkomstig de Vlaamse jachtregelgeving.
Voor de in het eerste lid, 2°, 3° en 4°, vermelde vallen en kooien gelden de volgend gebruiksvoorwaarden : 1° de vallen of kooien bevatten geen vlees of slachtafval als lokaas; 2° voor elke trechterval en elke Larsen-kooi die gemeld wordt conform de procedure in deel 3.5, mag de aanmelder maximaal twee levende lokdieren in zijn bezit hebben, gebruiken en vervoeren van de soort die hij volgens de melding beoogt te bestrijden. De levende lokdieren hoeven niet te voldoen aan de bepalingen van artikel 41, § 1, van dit besluit. De lokdieren moeten voedsel, water en beschutting ter beschikking hebben; 3° de vallen en kooien worden dagelijks gecontroleerd en alle andere gevangen dieren dan de soorten waarvoor het gebruik van vallen is toegestaan, worden dadelijk ter plekke in vrijheid gesteld;4° de vallen en kooien worden geïdentificeerd met een weersbestendig plaatje waarop de naam van de te bestrijden soort, het telefoonnummer van het agentschap alsook, in voorkomend geval, het jachtverlofnummer van de plaatser van de val leesbaar vermeld staan.Daarnaast wordt ook de volgende tekst op het plaatje vermeld : "Deze val is geplaatst conform de uitvoeringsmodaliteiten van het Soortenbesluit van 15 mei 2009, bijlage 3"; 3.4. Personen die de bestrijding kunnen uitvoeren De bestrijding mag worden uitgevoerd door de eigenaar, de huurder, de exploitant, de grondgebruiker of grondgebruikers of de bijzondere veldwachter van het terrein waar de bestrijding plaatsvindt.
De bestrijding mag tevens worden uitgevoerd door een derde op voorwaarde van een schriftelijke toestemming van de eigenaar, de verhuurder of de exploitant of grondgebruiker of grondgebruikers.
Een organisator of uitvoerder van bestrijding besteedt bij de uitoefening van de bestrijding bijzondere aandacht aan de veiligheid van de activiteit en aan de verenigbaarheid ervan met activiteiten van andere gebruikers van het buitengebied. 3.5. Aanvraagprocedure De bestrijding wordt bij het agentschap gemeld met een papieren of elektronisch meldingsformulier waarvan het model wordt opgesteld door het agentschap en ter beschikking wordt gesteld op de website www.natuurenbos.be van het agentschap.
Het meldingsformulier wordt naar het agentschap gestuurd op een van de volgende wijzen : 1° met een aangetekende brief;2° met een e-mail;3° via elektronische indiening. Het agentschap gaat na of de voorwaarden vervuld zijn om tot bestrijding over te gaan.
De melding moet voldoen aan de volgende voorwaarden : 1° uit de melding blijkt duidelijk dat is voldaan aan de voorwaarden van deze bijlage, vooral wat betreft het zonder bevredigend resultaat toegepast hebben van andere mogelijke oplossingen en wat betreft de voorgenomen bestrijdingsmiddelen en -wijzen;2° als de melder niet de eigenaar of de grondgebruiker of één van de grondgebruikers is van het terrein waar hij wil bestrijden, bevestigt de melder dat hij in het bezit is van een schriftelijke toestemming van de eigenaar;3° de bestrijding neemt op zijn vroegst een aanvang 24 uur na de melding;4° de duur van de gemelde bestrijding loopt maximaal tot het einde van het kalenderjaar waarop de melding betrekking heeft;5° bij de melding is een kaart gevoegd waarop de locatie waar de bestrijding zal plaatsvinden, precies wordt weergegeven.De kaart heeft een schaal van 1 :10.000 of 1 :25.000. Een kaart dient niet toegevoegd te worden wanneer de bestrijding plaatsvindt op een jachtterrein zoals gedefinieerd in artikel 1 van het Jachtadministratiebesluit van 25 april 2014. In dat geval worden in de melding de nummers van de betrokken jachtterreinen uit het goedgekeurde jachtplan opgenomen en in voorkomend geval, het aantal gebruikte vallen of kooien. De bestrijding vindt plaats op locaties of in gebieden die voor de ambtenaren, bevoegd met het toezicht op dit besluit, betreedbaar zijn zonder dat er een toestemming tot huiszoeking of huiszoekingsbevel nodig is; 6° de melding bevat een omschrijving van het type schade als vermeld in onderdeel 3.1, alsook de vermoedelijke omvang van de schade die de melder wil voorkomen of beperken, of de natuurwaarden en ecologische processen die hij beoogt te vrijwaren; 7° de melding bevat desgevallend het aantal trechtervallen, Larsen-kooien of inloopkooien dat men voor de bestrijding zal inzetten;8° voor onafhankelijke jachtrechthouders en erkende wildbeheereenheden kan de melding gedaan worden via het faunabeheerplan. 3.6. Mogelijkheid tot beperken of verbieden Het agentschap is gemachtigd toezicht uit te oefenen op de aangemelde bestrijding. Het agentschap kan met een gemotiveerde beslissing op elk moment de bestrijding beperken of verbieden. 3.7. Rapportage na bestrijding Uiterlijk voor 1 april van elk jaar wordt aan het agentschap gerapporteerd over de dieren die in het afgelopen kalenderjaar op grond van de bepalingen van deze bijlage zijn gedood. Die rapportage heeft betrekking op de aantallen van de dieren die gedood zijn.
De rapportering wordt gedaan met een papieren of elektronisch rapporteringsformulier waarvan het model wordt opgesteld door het agentschap en ter beschikking wordt gesteld op de website www.natuurenbos.be van het agentschap.
Het rapporteringsformulier wordt naar het agentschap gestuurd op een van de volgende wijzen : 1° met een aangetekende brief;2° met een e-mail;3° via elektronische indiening. Voor onafhankelijke jachtrechthouders en erkende wildbeheereenheden kan gerapporteerd worden via het wildrapport. 3.8. Link met aspecten van dierenwelzijn en de verwerking van kadavers De dieren die het voorwerp zijn van bestrijding worden op een diervriendelijke manier gedood. Gedode specimens die niet voor consumptie worden genuttigd, dienen op een milieuhygiënisch verantwoorde manier te worden verwerkt. 3.9. Vervoer van specimens die het onderwerp zijn geweest van bestrijding In afwijking van artikel 12 is het toegestaan om specimens van de soorten in kwestie te vervoeren in de periode waarin de bestrijding is toegestaan tot en met de tiende dag volgend op het aflopen van de bestrijdingsperiode, als het gaat om specimens die het voorwerp zijn geweest van bestrijding in overeenstemming met deze bijlage. Het is verboden de specimens die het voorwerp zijn geweest van bestrijding te kopen of te verkopen. 3.10. Verzekering voor burgerlijke aansprakelijkheid De personen die in het kader van deze bijlage overgaan tot bestrijding met vuurwapens, moeten een verzekering voor burgerlijke aansprakelijkheid hebben afgesloten. De waarborg van die verzekering moet ten minste de bedragen dekken die vermeld zijn in artikel 19 van het Jachtadministratiebesluit van 25 april 2014.
Gezien om gevoegd te worden bij het besluit van de Vlaamse Regering van 17 juni 2016 tot wijziging van diverse bepalingen van het Soortenbesluit van 15 mei 2009.
Brussel, 17 juni 2016.
De minister-president van de Vlaamse Regering, G. BOURGEOIS De Vlaamse minister van Omgeving, Natuur en Landbouw, J. SCHAUVLIEGE
Bijlage 3 bij het besluit van de Vlaamse Regering van 17 juni 2016 tot wijziging van diverse bepalingen van het Soortenbesluit van 15 mei 2009 Bijlage 3/1 bij het Soortenbesluit van 15 mei 2009 Bijlage 3/1 : - Bestrijding van in het wild voorkomende uitheemse soorten 3/1.1. De verschillende mogelijkheden van bestrijding Als specimens van in het wild voorkomende uitheemse soorten worden gedood of gevangen moet rekening worden gehouden met de in deze bijlage opgenomen voorwaarden. 3/1.2. De uitvoering van de bestrijding in de tijd De bestrijdingsactiviteiten die op grond van deze bijlage uitgevoerd worden zijn gedurende het hele jaar toegestaan, zowel overdag als `s nachts, rekening houdend met een minimale verstoring van inheemse flora en fauna. Het gebruik van vuurwapens, luchtdrukwapens en gasdrukwapens is enkel toegestaan tussen één uur voor de officiële zonsopgang en één uur na de officiële zonsondergang. 3/1.3. Beperkingen ten aanzien van de middelen waarmee de bestrijding kan worden uitgevoerd Ten aanzien van de middelen waarmee bestrijdingsactiviteiten ten aanzien van in het wild voorkomende uitheemse soorten uitgevoerd worden, gelden de volgende beperkingen : 1° voor de uitvoering van bestrijding mogen de volgende verboden middelen vermeld in bijlage 2.A worden gebruikt : a) levende uitheemse lokdieren.De lokdieren moeten voedsel, water en beschutting ter beschikking hebben; b) alle akoestische hulpmiddelen;c) apparaten om vangstplaatsen te verlichten;d) kunstmatige lichtbronnen.2° op het vlak van het gebruik van wapens en munitie zijn toegelaten : a) de vuurwapens en de munitie vermeld in artikel 9 en 10 van het Jachtvoorwaardenbesluit van 25 april 2014;b) de luchtdruk- en gasdrukwapens waarbij gebruik gemaakt wordt van kogelpatronen voor getrokken loop met een diameter van minimaal 4,5 mm en een minimale trefenergie van 17 J op 35 m van de loopmond. Het gebruik van vuur-, luchtdruk- en gaswapens is alleen toegestaan voor personen die in het bezit zijn van een geldig jachtverlof. Het gebruik van vuurwapens is alleen toegestaan voor de bestrijding van uitheemse zoogdieren, vogels, amfibieën en reptielen; 3° akoestische lokmiddelen zijn alleen toegestaan indien ze gericht zijn op de uitheemse soort die wordt bestreden;4° alleen roofvogels die in bezit worden gehouden conform de bepalingen van het besluit zijn toegestaan;5° het gebruik van netten, levende-vangkooien of vallen is alleen toegestaan onder de volgende voorwaarden : a) de netten, vallen en kooien worden dagelijks gecontroleerd en alle andere gevangen dieren dan de soorten waarvoor het gebruik van vallen is toegestaan, worden dadelijk ter plekke in vrijheid gesteld;b) de gevangen specimens van uitheemse soorten worden onmiddellijk gedood of afgevoerd;c) De netten, vallen en kooien worden geïdentificeerd met een weersbestendig plaatje waarop de naam van de te bestrijden soort, het telefoonnummer van het agentschap alsook, in voorkomend geval, het jachtverlofnummer van de plaatser van de val leesbaar vermeld staan;6° het gebruik van vangmiddelen die binnen 24 uur na het opstellen tot de dood van het gevangen specimen leiden, is alleen toegestaan indien ze qua werking of gebruik voldoende selectief zijn. 3/1.4. Afwijkingen Specifieke afwijkingen van de tijdsbeperking, vermeld in 3/1.2, en de beperkingen ten aanzien van de middelen, vermeld in 3/1.3, kunnen worden toegestaan als geen andere bevredigende oplossing bestaat.
De aanvragen van de specifieke afwijkingen worden naar het agentschap gestuurd met een aangetekend papieren formulier of met een elektronisch formulier. Het model van de formulieren wordt ter beschikking gesteld op de website www.natuurenbos.be van het agentschap.
Het agentschap moet een gemotiveerde beslissing nemen over aanvragen van afwijking binnen de volgende termijn vanaf de ontvangstdatum van het aangetekend papieren formulier of het elektronische formulier : 1° binnen een termijn van vijf werkdagen, op voorwaarde dat er sprake is van gemotiveerde hoogdringendheid.Deze termijn kan bij gemotiveerde beslissing eenmaal met vijf werkdagen worden verlengd; 2° binnen een termijn van twintig werkdagen voor andere aanvragen. Deze termijn kan bij gemotiveerde beslissing eenmaal met twintig werkdagen worden verlengd;
Een beslissing die een afwijking toestaat bevat de volgende onderdelen : 1° de uitheemse soorten waarop de afwijking betrekking heeft;2° de personen die de afwijking mogen doorvoeren;3° de middelen, installaties of methoden die mogen worden gebruikt om de afwijking door te voeren;4° de omstandigheden van tijd en plaats waaronder de afwijking mag plaatsvinden;5° in voorkomend geval, de voorwaarden en de lasten waaronder de afwijking mag worden doorgevoerd, in relatie tot de reden waarvoor de afwijking wordt toegestaan;6° de controles die zullen worden uitgevoerd. Het agentschap betekent de beslissing aan de aanvrager.
Tegen een weigering tot het verlenen van een afwijking kan er binnen een termijn van dertig kalenderdagen beroep worden ingesteld bij de minister. De minister neemt een beslissing binnen een termijn van twee maanden 3/1.5. Personen die de bestrijding kunnen uitvoeren De bestrijding mag worden uitgevoerd door de eigenaar, de huurder, de exploitant of de grondgebruiker of grondgebruikers van het terrein waar de bestrijding plaatsvindt.
De bestrijding mag tevens worden uitgevoerd door een derde op voorwaarde van een schriftelijke toestemming van de eigenaar, de verhuurder of de exploitant of grondgebruiker of grondgebruikers.
Een organisator of uitvoerder van bestrijding besteedt bij de uitvoering van de bestrijding bijzondere aandacht aan de veiligheid van de activiteit en aan de verenigbaarheid ervan met activiteiten van andere gebruikers van het buitengebied. 3/1.6. Link met aspecten van dierenwelzijn en de verwerking van kadavers De dieren die het voorwerp zijn van bestrijding, worden op een diervriendelijke manier gedood. Gedode specimens die niet voor consumptie worden genuttigd, dienen op een milieuhygiënisch verantwoorde manier te worden verwerkt. 3/1.7. Verzekering voor burgerlijke aansprakelijkheid De personen die in het kader van deze bijlage overgaan tot bestrijding met vuurwapens, luchtdrukwapens of gasdrukwapens moeten een verzekering voor burgerlijke aansprakelijkheid hebben afgesloten. De waarborg van die verzekering moet ten minste de bedragen dekken die vermeld zijn in artikel 19 van het Jachtadministratiebesluit van 25 april 2014.
Gezien om gevoegd te worden bij het besluit van de Vlaamse Regering van 17 juni 2016 tot wijziging van diverse bepalingen van het Soortenbesluit van 15 mei 2009.
Brussel, 17 juni 2016.
De minister-president van de Vlaamse Regering, G. BOURGEOIS De Vlaamse minister van Omgeving, Natuur en Landbouw, J. SCHAUVLIEGE