Etaamb.openjustice.be
Ministerieel Besluit van 11 mei 2023
gepubliceerd op 05 september 2023

Ministerieel besluit tot vaststelling van de verzamelaanvraag en de nadere regels voor de gemeenschappelijke identificatie van percelen, exploitaties en landbouwgrond in het kader van het meststoffenbeleid en van het landbouwbeleid

bron
vlaamse overheid
numac
2023042471
pub.
05/09/2023
prom.
11/05/2023
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

VLAAMSE OVERHEID

Landbouw en Visserij


11 MEI 2023. - Ministerieel besluit tot vaststelling van de verzamelaanvraag en de nadere regels voor de gemeenschappelijke identificatie van percelen, exploitaties en landbouwgrond in het kader van het meststoffenbeleid en van het landbouwbeleid


Rechtsgronden Dit besluit is gebaseerd op: - het decreet van 22 december 2006Relevante gevonden documenten type decreet prom. 22/12/2006 pub. 22/01/2007 numac 2007035045 bron vlaamse overheid Decreet houdende inrichting van een gemeenschappelijke identificatie van landbouwers, exploitaties en landbouwgrond in het kader van het meststoffenbeleid en van het landbouwbeleid sluiten houdende inrichting van een gemeenschappelijke identificatie van landbouwers, exploitaties en landbouwgrond in het kader van het meststoffenbeleid en van het landbouwbeleid, artikel 3, § 3; - het decreet van 28 juni 2013Relevante gevonden documenten type decreet prom. 28/06/2013 pub. 12/09/2013 numac 2013204905 bron vlaamse overheid Decreet betreffende het landbouw- en visserijbeleid sluiten betreffende het landbouw- en visserijbeleid, artikel 4, 1°, vervangen bij het decreet van 26 april 2019; - het besluit van de Vlaamse Regering van 9 februari 2007Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 09/02/2007 pub. 13/04/2007 numac 2007035539 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering houdende bepalingen tot inrichting van een gemeenschappelijke identificatie van landbouwers, exploitaties en landbouwgrond in het kader van het meststoffenbeleid en van het landbouwbeleid sluiten houdende bepalingen tot inrichting van een gemeenschappelijke identificatie van landbouwers, exploitaties en landbouwgrond in het kader van het meststoffenbeleid en van het landbouwbeleid, artikel 4, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 14 september 2018; - het besluit van de Vlaamse Regering van 21 april 2023Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 21/04/2023 pub. 30/05/2023 numac 2023042393 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering tot vaststelling van de voorschriften voor de rechtstreekse betalingen aan landbouwers in het kader van het gemeenschappelijk landbouwbeleid sluiten tot vaststelling van de voorschriften voor de rechtstreekse betalingen aan landbouwers in het kader van het gemeenschappelijk landbouwbeleid, artikel 8, 11, 12, § 2 en § 3, artikel 21, 73 en 75, tweede lid.

Vormvereisten De volgende vormvereisten zijn vervuld: - De Inspectie van Financiën heeft advies gegeven op 4 april 2023. - Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, artikel 3, § 1; Gelet op de dringende noodzakelijkheid;

Overwegende dat conform de verordening (EU) 2021/2115 van het Europees Parlement en de Raad van 2 december 2021 tot vaststelling van voorschriften inzake steun voor de strategische plannen die de lidstaten in het kader van het gemeenschappelijk landbouwbeleid opstellen en die uit het Europees Landbouwgarantiefonds (ELGF) en het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling (Elfpo) worden gefinancierd, en tot intrekking van Verordeningen (EU) nr. 1305/2013 en (EU) nr. 1307/2013, het strategisch GLB-plan de periode van 1 januari 2023 tot en met 31 december 2027 bestrijkt. Overwegende dat conform de verordening (EU) 2021/2116 van het Europees Parlement en de Raad van 2 december 2021 inzake de financiering, het beheer en de monitoring van het gemeenschappelijk landbouwbeleid en tot intrekking van Verordening (EU) nr. 1306/2013 elke lidstaat een geïntegreerd beheers- en controlesysteem dient op te zetten dat een geospatiaal en diergebonden aanvraagsysteem omvat, de verzamelaanvraag. Overwegende dat de tijdige indiening van de verzamelaanvraag een belangrijke basis vormt voor de steunaanvragen in het kader van het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid en een essentieel onderdeel uitmaakt van de mestwetgeving. Overwegende dat conform artikel 11 van huidig besluit 30 april geldt als uiterste indieningsdatum van de verzamelaanvraag.

Overwegende dat het besluit met de nieuwe regelgeving er tijdig moet zijn om de indiening van de verzamelaanvraag mogelijk te maken.

Overwegende dat het aanvragen van het advies van de Raad van State het onmogelijk zou maken deze timing te halen, wordt gebruik gemaakt van de mogelijkheid van vrijstelling van het aanvragen van het advies van de Raad van State wegens dringende noodzakelijkheid.

Motivering Dit besluit is gebaseerd op het volgende motief/de volgende motieven: - het GLB Strategisch Plan 2023-2027 werd goedgekeurd door de Vlaamse Regering op 17 maart 2023 en door de Europese Commissie op 5 december 2022.

Juridisch kader Dit besluit sluit aan bij de volgende regelgeving: - het besluit van de Vlaamse Regering van 24 oktober 2014Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 24/10/2014 pub. 08/12/2014 numac 2014036845 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering tot vaststelling van de voorschriften voor de rechtstreekse betalingen aan landbouwers in het kader van de steunregelingen van het gemeenschappelijk landbouwbeleid sluiten tot vaststelling van de voorschriften voor de rechtstreekse betalingen aan landbouwers in het kader van de steunregelingen van het gemeenschappelijk landbouwbeleid.

DE VLAAMSE MINISTER VAN JUSTITIE EN HANDHAVING, OMGEVING, ENERGIE EN TOERISME EN DE VLAAMSE MINISTER VAN ECONOMIE, INNOVATIE, WERK, SOCIALE ECONOMIE EN LANDBOUW BESLUITEN: HOOFDSTUK 1. - Definities

Artikel 1.In dit besluit wordt verstaan onder: 1° besluit van 21 april 2023: het besluit van de Vlaamse Regering van 21 april 2023Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 21/04/2023 pub. 30/05/2023 numac 2023042393 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering tot vaststelling van de voorschriften voor de rechtstreekse betalingen aan landbouwers in het kader van het gemeenschappelijk landbouwbeleid sluiten tot vaststelling van de voorschriften voor de rechtstreekse betalingen aan landbouwers in het kader van het gemeenschappelijk landbouwbeleid;2° bevoegde entiteit: de bevoegde entiteit, vermeld in artikel 1, 6°, van het besluit van21 april 2023;3° bevoegde instantie: de bevoegde entiteit of de Vlaamse Landmaatschappij, het Agentschap voor Natuur en Bos en de afdeling Dierenwelzijn van het Departement Omgeving, vermeld in artikel 29, § 1, van het besluit van de Vlaamse Regering van 3 juni 2005Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 03/06/2005 pub. 22/09/2005 numac 2005036144 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Besluit van de Vlaamse Regering met betrekking tot de organisatie van de Vlaamse administratie sluiten met betrekking tot de organisatie van de Vlaamse administratie;4° e-loket: het e-loket, vermeld in artikel 2, 22°, van het besluit van 21 april 2023;5° landbouwer: een landbouwer als vermeld in artikel 3, 1), van verordening (EU) 2021/2115;6° landbouwperceel: een landbouwperceel als vermeld in artikel 1, 34°, van het besluit van 21 april 2023;7° LPIS: het landbouwpercelenidentificatiesysteem, vermeld in artikel 66, lid 1, a), van verordening (EU) 2021/2116 van het Europees Parlement en de Raad van 2 december 2021 inzake de financiering, het beheer en de monitoring van het gemeenschappelijk landbouwbeleid en tot intrekking van Verordening (EU) nr.1306/2013; 8° nateelt: een nateelt als vermeld in artikel 1, 40°, van het besluit van 21 april 2023;9° verzamelaanvraag: het aanvraagsysteem dat het geospatiale en diergebonden aanvraagsysteem, vermeld in artikel 65, lid 4, a), van verordening (EU) 2021/2116, omvat;10° voorteelt: de teelt die in het betreffende jaar wordt geoogst of ingewerkt voor de hoofdteelt van dat jaar wordt ingezaaid. HOOFDSTUK 2. - Algemene bepalingen over de aangiften en aanvragen via de verzamelaanvraag

Art. 2.Een landbouwer die een handeling als vermeld in artikel 4, § 1, van het besluit van de Vlaamse Regering van 9 februari 2007Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 09/02/2007 pub. 13/04/2007 numac 2007035539 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering houdende bepalingen tot inrichting van een gemeenschappelijke identificatie van landbouwers, exploitaties en landbouwgrond in het kader van het meststoffenbeleid en van het landbouwbeleid sluiten houdende bepalingen tot inrichting van een gemeenschappelijke identificatie van landbouwers, exploitaties en landbouwgrond in het kader van het meststoffenbeleid en van het landbouwbeleid, wil stellen, vult daarvoor jaarlijks het elektronische formulier van de verzamelaanvraag naar behoren in met alle informatie die daarvoor vereist is, en dient de verzamelaanvraag in via het e-loket. Hij ondertekent de verzamelaanvraag op de wijze, vermeld in artikel 78 van het besluit van21 april 2023. De landbouwers kunnen voor de voormelde elektronische aangifte mandaat geven aan derden of een beroep doen op de infrastructuur die de bevoegde entiteit ter beschikking stelt.

De bevoegde entiteit kan aan de landbouwer, ter voorbereiding van zijn jaarlijkse aangifte, een voorbereidingsblad bezorgen dat gepersonaliseerd is op basis van de gegevens waarover de bevoegde entiteit beschikt.

De personen die niet beschikken over een e-ID of die niet de mogelijkheid hebben om te beschikken over een andere aanmeldings- en authenticatiemogelijkheid die ondersteund wordt door Fedict, mogen in afwijking van het eerste lid de aanvraag indienen met het formulier dat de bevoegde entiteit ter beschikking stelt. Dat formulier wordt volledig ingevuld en ondertekend ingediend bij de bevoegde entiteit.

Art. 3.De landbouwer voegt bij de verzamelaanvraag de bewijsstukken die aantonen dat aan de voorwaarden voldaan is voor de aanvragen, aangiftes en meldingen, vermeld in artikel 4, § 1, van het besluit van de Vlaamse Regering van 9 februari 2007Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 09/02/2007 pub. 13/04/2007 numac 2007035539 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering houdende bepalingen tot inrichting van een gemeenschappelijke identificatie van landbouwers, exploitaties en landbouwgrond in het kader van het meststoffenbeleid en van het landbouwbeleid sluiten houdende bepalingen tot inrichting van een gemeenschappelijke identificatie van landbouwers, exploitaties en landbouwgrond in het kader van het meststoffenbeleid en van het landbouwbeleid.

De bevoegde instantie bepaalt welke stukken bewijsstukken zijn als vermeld in het eerste lid.

Die bewijsstukken, vermeld in het eerste lid, worden ingediend via het e-loket of opgestuurd binnen de termijn die de bevoegde instantie bepaalt.

De bevoegde instantie beoordeelt de bewijsstukken die de landbouwer heeft bezorgd, uiterlijk op de uiterste termijn die daarvoor bepaald is. De bevoegde instantie kan op elk moment aanvullende informatie opvragen als de stukken die de landbouwer meestuurt, niet voldoende zijn om het bewijs, vermeld in het eerste lid, te leveren.

Als de landbouwer nalaat de nodige bewijsstukken te bezorgen, of als hij, bij een verzoek van de bevoegde instantie conform het vierde lid, nalaat aanvullende informatie of bewijsstukken te bezorgen die aantonen dat aan alle voorwaarden, vermeld in het eerste lid, is voldaan, binnen de termijn die de bevoegde instantie bepaalt, kan de steunaanvraag volledig of gedeeltelijk als niet steunwaardig beschouwd worden door de bevoegde instantie.

Art. 4.Het tijdstip van verzending en ontvangst van het formulier van de verzamelaanvraag dat ingediend wordt via het e-loket, wordt bepaald conform artikel II.23 van het Bestuurs decreet van 7 december 2018Relevante gevonden documenten type decreet prom. 07/12/2018 pub. 19/12/2018 numac 2018032457 bron vlaamse overheid Bestuursdecreet sluiten.

Als een papieren aangifte toegelaten is en met de post verstuurd is, geldt de postdatum als indieningsdatum. Als de papieren aangifte afgegeven is bij de bevoegde entiteit, geldt de ontvangstdatum als indieningsdatum. HOOFDSTUK 3. - Specifieke aangiftebepalingen voor de verzamelaanvraag Afdeling 1. - Aangifte van landbouwpercelen

Art. 5.Het referentieperceel, vermeld in artikel 2, lid 2, van gedelegeerde verordening (EU) 2022/1172 van de Commissie van 4 mei 2022 tot aanvulling van Verordening (EU) 2021/2116 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft het geïntegreerd beheers- en controlesysteem van het gemeenschappelijk landbouwbeleid en de toepassing en berekening van administratieve conditionaliteitssancties, wordt met een referentienummer uniek gedefinieerd in het GBCS op basis van de geconsolideerde grafische intekening van het landbouwperceel met als basis het jaar 2004.

In het eerste lid wordt verstaan onder GBCS: het geïntegreerd beheers- en controlesysteem als vermeld in titel IV, hoofdstuk II, van verordening (EU) nr. 2021/2116.

Aan elk referentieperceel is een referentieoppervlakte gekoppeld die de maximale oppervlakte is die aan het referentieperceel toegekend kan worden. De referentieoppervlakte wordt gelijkgesteld aan de grafische oppervlakte van het landbouwperceel in het LPIS, afgerond op 0,01 hectare.

Art. 6.De intekening van een landbouwperceel in het LPIS bepaalt de grafische oppervlakte van dat landbouwperceel.

De grafische oppervlakte, vermeld in het eerste lid, wordt beschouwd als de aangegeven oppervlakte, behalve als de landbouwer een alfanumerieke aanpassing doet van de aangegeven oppervlakte. De voormelde alfanumerieke aanpassing van de aangegeven oppervlakte is mogelijk als op basis van orthofoto's niet vast te stellen is wat de beteelbare oppervlakte is, waardoor die oppervlakte niet apart ingetekend kan worden. In dat geval is de aangegeven oppervlakte gelijk aan de volledig beteelbare oppervlakte, met inbegrip van de onverharde oppervlakte die noodzakelijk is voor de reguliere teeltwerkzaamheden.

Als de aangegeven oppervlakte niet alfanumeriek aanpasbaar is als vermeld in het tweede lid, kan die alleen gewijzigd worden door een wijziging van de grafische intekening.

Als niet-subsidiabele elementen, afzonderlijk of samen, binnen een landbouwperceel meer dan 0,01 hectare innemen, mogen die elementen geen deel uitmaken van het referentieperceel.

Art. 7.In dit artikel wordt verstaan onder landbouwareaal: het landbouwareaal, vermeld in artikel 1, 32°, van het besluit van21 april 2023.

Een landbouwer geeft elk landbouwperceel van zijn landbouwareaal aan in zijn verzamelaanvraag als het een minimumoppervlakte van 0,01 hectare heeft.

De volgende elementen die niet behoren tot het landbouwareaal, worden ook aangegeven in de verzamelaanvraag: 1° stal;2° loods;3° woonhuis;4° gebouw in het kader van verbreding;5° ander gebouw;6° biologische niet-landbouwgrond;7° niet-landbouwareaal dat begraasd wordt;8° heide als dat areaal begraasd wordt. In het derde lid wordt verstaan onder: 1° ander gebouw: gebouwen die geen element als vermeld in punt 3°, 5°, 6° of 7°, zijn;2° biologische niet-landbouwgrond: de grond die voor de biologische productie aangemeld is en die geen landbouwareaal is;3° gebouw in het kader van verbreding: een bedrijfsgebouw dat dienst doet voor activiteiten met betrekking tot landbouwverbreding;4° heide: de gronden met dwergstruikenformatie, gedomineerd door struikheide of dopheide, zonder bomen en struiken of met weinig bomen en struiken en met een doorgaans goed ontwikkelde moslaag;5° loods: een bedrijfsgebouw voor de opslag van materiaal of oogst of voor de sortering van de oogst;6° stal: een bedrijfsgebouw voor het houden van dieren;7° woonhuis: een gebouw voor bewoning. De landbouwer gebruikt voor de aangifte de codes die de bevoegde entiteit ter beschikking stelt.

Art. 8.De landbouwer geeft in de verzamelaanvraag voor elk landbouwperceel als vermeld in artikel 7, tweede lid, de hoofdteelt aan en, in voorkomend geval, de voor- of nateelt. Voor de voormelde aangifte gebruikt de landbouwer de teeltcodes die de bevoegde entiteit ter beschikking stelt.

Als de teelt die overwegend op het landbouwperceel aanwezig is, niet overeenstemt met de primaire gebruiksdoelstelling van het landbouwperceel, wordt in afwijking van artikel 1, 25°, van het besluit van 21 april 2023de teelt die overeenkomt met de primaire gebruiksdoelstelling, als hoofdteelt aangegeven in de verzamelaanvraag.

De landbouwer geeft onderzaai aan als nateelt.

In het derde lid wordt verstaan onder onderzaai: de inzaai van een gewas in dezelfde periode als de inzaai of aanplant van de hoofdteelt, waarbij de onderzaai niet het primaire teeltdoel is van het perceel en pas na de oogst van de hoofdteelt ten volle tot ontwikkeling komt.

Art. 9.§ 1. De landbouwer beschikt over het genotrecht, vermeld in artikel 5 van het besluit van de Vlaamse Regering van 9 februari 2007Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 09/02/2007 pub. 13/04/2007 numac 2007035539 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering houdende bepalingen tot inrichting van een gemeenschappelijke identificatie van landbouwers, exploitaties en landbouwgrond in het kader van het meststoffenbeleid en van het landbouwbeleid sluiten houdende bepalingen tot inrichting van een gemeenschappelijke identificatie van landbouwers, exploitaties en landbouwgrond in het kader van het meststoffenbeleid en van het landbouwbeleid, voor de landbouwpercelen die hij aangeeft in de verzamelaanvraag.

Als de bevoegde instantie verzoekt om aan te tonen dat de vereiste, vermeld in het eerst lid, is vervuld, legt de landbouwer een geldige rechtstitel voor als vermeld in artikel 5 van het besluit van de Vlaamse Regering van 9 februari 2007Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 09/02/2007 pub. 13/04/2007 numac 2007035539 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering houdende bepalingen tot inrichting van een gemeenschappelijke identificatie van landbouwers, exploitaties en landbouwgrond in het kader van het meststoffenbeleid en van het landbouwbeleid sluiten houdende bepalingen tot inrichting van een gemeenschappelijke identificatie van landbouwers, exploitaties en landbouwgrond in het kader van het meststoffenbeleid en van het landbouwbeleid. § 2. De landbouwer heeft de landbouwpercelen die hij aangeeft in de verzamelaanvraag, in eigen gebruik gedurende de periode die overeenstemt met het gebruiksdoel dat hij aangeeft in de verzamelaanvraag.

Als de bevoegde instantie verzoekt om aan te tonen dat de vereiste, vermeld in het eerst lid, is vervuld, toont de landbouwer al de volgende elementen aan: 1° hij gebruikt de percelen tijdens de periode, vermeld in het eerste lid;2° hij draagt tijdens de periode, vermeld in het eerste lid, de voordelen en de risico's van de teelt, waaronder het financiële risico als dat aanwezig is;3° hij heeft autonomie over het perceel in kwestie in die zin dat hij beslissingsrecht heeft. Afdeling 2. - De teelttoestemming voor hennep

Art. 10.§ 1. In dit artikel wordt verstaan onder THC-gehalte: gehalte aan delta-9-tetrahydrocannabinol, uitgedrukt in g/100 g analysemonster. § 2. Een landbouwer die een teelttoestemming voor de teelt van een hennepras, als vermeld in artikel 12, § 1, van het besluit van 21 april 2023, wil krijgen, dient bij de bevoegde entiteit een aanvraag in via bijlage in de verzamelaanvraag.

De aanvraag tot teelttoestemming voor de teelt van een hennepras, vermeld in het eerste lid, bevat al de volgende gegevens: 1° het identificatienummer van de aanvrager dat is toegekend door de bevoegde entiteit;2° de voor- en achternaam, het adres, het telefoonnummer en het e-mailadres van de aanvrager;3° het teeltjaar waarvoor de teelttoestemming wordt gevraagd;4° het hennepras dat wordt ingezaaid;5° de oppervlakte die ingezaaid wordt en de hoeveelheid hennepzaaizaad, uitgedrukt in kilogram per hectare;6° de naam van de gemeente waar het perceel ligt en het identificatienummer van het perceel.Als verschillende rassen per perceel worden ingezaaid, voegt de landbouwer een schets met de ligging van ieder ras bij de aanvraag; 7° de vermelding dat de bevoegde entiteit de gegevens van de aanvraag doorgeeft aan de bevoegde politiediensten. De aanvraag tot teelttoestemming, vermeld in het eerste lid, wordt op de uiterste wijzigingsdatum van de verzamelaanvraag van het jaar in kwestie ingediend. De bevoegde entiteit geeft de teelttoestemming.

De landbouwer start pas met de inzaai nadat hij de teelttoestemming van de bevoegde entiteit heeft ontvangen De landbouwer bezorgt onmiddellijk na de inzaai en uiterlijk op 30 juni van het kalenderjaar in kwestie aan de bevoegde entiteit de officiële etiketten van de zaaizaden die gebruikt zijn voor de uitgezaaide percelen. De voormelde etiketten maken integraal deel uit van de verzamelaanvraag.

De landbouwer die met toestemming hennep teelt, brengt de bevoegde entiteit onverwijld op de hoogte van het begin van de bloei.

Ter uitvoering van artikel 5 van gedelegeerde verordening (EU) 2022/126, moet de landbouwer die hennep teelt, het gewas tot tien dagen na het einde van de bloei in normale groeiomstandigheden verder telen opdat de bevoegde entiteit de controles op het THC-gehalte kan uitvoeren. De bevoegde entiteit kan toestemming geven om hennep te oogsten na het begin van de bloei maar voor het einde van de periode van tien dagen na het einde van de bloei, op voorwaarde dat de controleurs van de bevoegde entiteit aangeven op welke representatieve delen van elk perceel in kwestie het gewas gedurende ten minste tien dagen na het einde van de bloei verder moet worden geteeld opdat het THC-gehalte gecontroleerd kan worden. De voormelde toestemming om hennep vroeger te oogsten kan alleen gegeven worden als hennep niet geteeld wordt als vanggewas conform artikel 4 en 5 van gedelegeerde verordening (EU) 2022/126.

Als de landbouwer een hennepras inzaait als nateelt conform artikel 4 en 5 van gedelegeerde verordening (EU) 2022/126, bezorgt hij in afwijking van het vierde lid onmiddellijk na inzaai en uiterlijk op 31 augustus van het kalenderjaar in kwestie aan de bevoegde entiteit de officiële etiketten van de zaaizaden die gebruikt zijn voor de uitgezaaide percelen. De voormelde etiketten maken integraal deel uit van de verzamelaanvraag. HOOFDSTUK 4. - Indiening, wijzigingen en intrekking van de verzamelaanvraag

Art. 11.§ 1. De volgende data gelden als uiterste data om de verzamelaanvraag in te dienen en te wijzigen, ook als de data op zaterdag, zondag of een wettelijke of Vlaamse decretale feestdag vallen: 1° 30 april is de uiterste indieningsdatum;2° 31 mei is de uiterste wijzigingsdatum. In afwijking van het eerste lid, 1°, geldt voor het kalenderjaar 2023 7 mei als uiterste indieningsdatum. § 2. In afwijking van paragraaf 1 kan de bevoegde entiteit voor bepaalde interventies of maatregelen een later tijdstip vastleggen voor indiening of wijziging. § 3. Met behoud van de toepassing van paragraaf 1 en paragraaf 2 zorgt de landbouwer ervoor dat de informatie in de verzamelaanvraag tijdens het jaar correct is en in overeenstemming met de reële situatie op zijn bedrijf. Correcties kunnen niet later worden doorgevoerd dan 31 mei van het jaar dat volgt op het jaar waarin de verzamelaanvraag is ingediend. § 4. Als de landbouwer aantoont dat zijn aangifte door overmacht of door een administratieve vergissing, zonder nalatigheid of fout van de landbouwer, niet overeenstemt met een aantoonbare realiteit, kunnen in afwijking van paragraaf 1 toch nog wijzigingen in de teelt of ingebruikname worden aangebracht in de verzamelaanvraag. De landbouwer dient daarvoor een gemotiveerd verzoekschrift in via het e-loket of schriftelijk bij de buitendienst van de bevoegde entiteit. § 5. De bevoegde entiteit kan conform artikel 7 van uitvoeringsverordening (EU) 2022/1173 van de Commissie van 31 mei 2022 tot vaststelling van uitvoeringsbepalingen voor Verordening (EU) 2021/2116 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft het geïntegreerd beheers- en controlesysteem in het kader van het gemeenschappelijk landbouwbeleid de modaliteiten voor de intrekking van steunaanvragen bepalen. HOOFDSTUK 5. - Slotbepaling

Art. 12.Het ministerieel besluit van 23 juni 2015Relevante gevonden documenten type ministerieel besluit prom. 23/06/2015 pub. 24/07/2015 numac 2015035918 bron vlaamse overheid Ministerieel besluit houdende vaststelling van de verzamelaanvraag en de nadere regels voor de gemeenschappelijke identificatie van percelen, exploitaties en landbouwgrond in het kader van het meststoffenbeleid en van het landbouwbeleid sluiten houdende vaststelling van de verzamelaanvraag en de nadere regels voor de gemeenschappelijke identificatie van percelen, exploitaties en landbouwgrond in het kader van het meststoffenbeleid en van het landbouwbeleid, het laatst gewijzigd bij het ministerieel besluit van 24 maart 2022, wordt opgeheven.

Art. 13.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2023.

Brussel, 11 mei 2023.

De Vlaamse minister van Justitie en Handhaving, Omgeving, Energie en Toerisme, Z. DEMIR De Vlaamse minister van Economie, Innovatie, Werk, Sociale Economie en Landbouw, J. BROUNS

^