Etaamb.openjustice.be
Ministerieel Besluit van 23 januari 2015
gepubliceerd op 11 maart 2015

Ministerieel besluit tot vaststelling van de voorschriften voor de activering van het betalingsrechtensysteem in 2015

bron
vlaamse overheid
numac
2015035231
pub.
11/03/2015
prom.
23/01/2015
ELI
eli/besluit/2015/01/23/2015035231/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

VLAAMSE OVERHEID

Landbouw en Visserij


23 JANUARI 2015. - Ministerieel besluit tot vaststelling van de voorschriften voor de activering van het betalingsrechtensysteem in 2015


De Vlaamse minister van Omgeving, Natuur en Landbouw, Gelet op verordening (EU) nr. 1306/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 inzake de financiering, het beheer en de monitoring van het gemeenschappelijk landbouwbeleid en tot intrekking van Verordeningen (EEG) nr. 352/78, (EG) nr. 165/94, (EG) nr. 2799/98, (EG) nr. 814/2000, (EG) nr. 1290/2005 en (EG) nr. 485/2008 van de Raad, gewijzigd bij verordening (EU) nr. 1310/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013;

Gelet op verordening (EU) nr. 1307/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 tot vaststelling van voorschriften voor rechtstreekse betalingen aan landbouwers in het kader van de steunregelingen van het gemeenschappelijk landbouwbeleid en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 637/2008 van de Raad en verordening (EG) nr. 73/2009 van de Raad, het laatst gewijzigd bij gedelegeerde verordening (EU) nr. 1378/2014 van de Commissie 17 oktober 2014;

Gelet op gedelegeerde verordening (EU) nr. 639/2014 van de Commissie van 11 maart 2014 tot aanvulling van Verordening (EU) nr. 1307/2013 van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van voorschriften voor rechtstreekse betalingen aan landbouwers in het kader van de steunregelingen van het gemeenschappelijk landbouwbeleid en tot wijziging van bijlage X bij die verordening;

Gelet op gedelegeerde verordening (EU) nr. 640/2014 van de Commissie van 11 maart 2014 tot aanvulling van Verordening (EU) nr. 1306/2013 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft het geïntegreerd beheers- en controlesysteem en de voorwaarden voor weigering of intrekking van betalingen en voor administratieve sancties in het kader van rechtstreekse betalingen, plattelandsontwikkelingsbijstand en de randvoorwaarden;

Gelet op uitvoeringsverordening (EU) nr. 641/2014 van de Commissie van 16 juni 2014 tot vaststelling van uitvoeringsbepalingen voor Verordening (EU) nr. 1307/2013 van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van voorschriften voor rechtstreekse betalingen aan landbouwers in het kader van de steunregelingen van het gemeenschappelijk landbouwbeleid;

Gelet op het decreet van 22 december 2006Relevante gevonden documenten type decreet prom. 22/12/2006 pub. 22/01/2007 numac 2007035045 bron vlaamse overheid Decreet houdende inrichting van een gemeenschappelijke identificatie van landbouwers, exploitaties en landbouwgrond in het kader van het meststoffenbeleid en van het landbouwbeleid sluiten houdende inrichting van een gemeenschappelijke identificatie van landbouwers, exploitaties en landbouwgrond in het kader van het meststoffenbeleid en van het landbouwbeleid, 3, § 3;

Gelet op het decreet van 28 juni 2013Relevante gevonden documenten type decreet prom. 28/06/2013 pub. 12/09/2013 numac 2013204905 bron vlaamse overheid Decreet betreffende het landbouw- en visserijbeleid sluiten betreffende het landbouw- en visserijbeleid, artikel 4, 1° ;

Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 9 februari 2007Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 09/02/2007 pub. 13/04/2007 numac 2007035539 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering houdende bepalingen tot inrichting van een gemeenschappelijke identificatie van landbouwers, exploitaties en landbouwgrond in het kader van het meststoffenbeleid en van het landbouwbeleid sluiten houdende bepalingen tot inrichting van een gemeenschappelijke identificatie van landbouwers, exploitaties en landbouwgrond in het kader van het meststoffenbeleid en van het landbouwbeleid, artikel 4, § 3;

Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 24 oktober 2014Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 24/10/2014 pub. 08/12/2014 numac 2014036845 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering tot vaststelling van de voorschriften voor de rechtstreekse betalingen aan landbouwers in het kader van de steunregelingen van het gemeenschappelijk landbouwbeleid sluiten tot vaststelling van de voorschriften voor de rechtstreekse betalingen aan landbouwers in het kader van de steunregelingen van het gemeenschappelijk landbouwbeleid, artikel 11, § 3, artikel 12, § 2, artikel 13, § 2, en artikel 27, tweede lid;

Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 25 november 2014;

Gelet op het overleg tussen de gewestregeringen in de permanente werkgroep van het Intergewestelijk Ministerieel Overleg (PW-IMO) op 20 november 2014;

Gelet op advies 56.852/3 van de Raad van State, gegeven op 23 december 2014, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, Besluit : HOOFDSTUK 1. - Definities

Artikel 1.In dit besluit wordt verstaan onder: 1° aanvraag tot overdracht van referentiegegevens: aanvraag tot een specifieke regeling van toegang tot het basisbetalingssysteem en de toekenning van betalingsrechten;2° besluit van 24 oktober 2014: het besluit van de Vlaamse Regering van 24 oktober 2014Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 24/10/2014 pub. 08/12/2014 numac 2014036845 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering tot vaststelling van de voorschriften voor de rechtstreekse betalingen aan landbouwers in het kader van de steunregelingen van het gemeenschappelijk landbouwbeleid sluiten tot vaststelling van de voorschriften voor de rechtstreekse betalingen aan landbouwers in het kader van de steunregelingen van het gemeenschappelijk landbouwbeleid. HOOFDSTUK 2. - Toegang tot het betalingsrechtensysteem en berekening van de waarde van de betalingsrechten

Art. 2.De verlaging, vermeld in artikel 11, § 2, derde lid, van het besluit van 24 oktober 2014, gebeurt proportioneel, meer bepaald op basis van het verschil tussen de eenheidswaarde van een betalingsrecht van de landbouwer en het regionaal gemiddelde van een betalingsrecht in 2019.

Art. 3.De bevoegde entiteit bezorgt aan de landbouwer de referentiegegevens voor het bepalen van het aantal nieuwe betalingsrechten en de waarde ervan.

De referentiegegevens, vermeld in het eerste lid, zijn: 1° het aantal geconstateerde subsidiabele hectaren in 2013;2° de totale waarde van de toeslagrechten waar de landbouwer over beschikt op 21 april 2014;3° het toegangsrecht tot het betalingsrechtensysteem conform artikel 9 van het besluit van 24 oktober 2014.

Art. 4.§ 1. In de gevallen, vermeld in artikel 12, § 1, van het besluit van 24 oktober 2014, kan de landbouwer een herziening van de referentiegegevens aanvragen. Daarvoor vult hij het papieren of digitaal formulier op het e-loket in dat de bevoegde entiteit ter beschikking stelt. Hij stuurt dat binnen de twee maanden na ontvangst van het overzicht van de referentiegegevens op. § 2. In geval van onjuiste of onvolledige gegevens als vermeld in artikel 12, § 1, 1°, van het besluit van 24 oktober 2014, geeft de landbouwer de reden aan waarom de gegevens onjuist of onvolledig zijn en corrigeert hij de gegevens of vult hij ze aan. Hij levert het bewijs aan de hand van voldoende bewijsstukken. § 3. In geval van overmacht of uitzonderlijke omstandigheden als vermeld in artikel 12, § 1, 2°, van het besluit van 24 oktober 2014, geeft de landbouwer aan om welke categorie van overmacht of uitzonderlijke omstandigheden het gaat en voegt hij de nodige bewijsstukken bij de aanvraag tot herziening.

Voor de berekening van de eenheidswaarde, vermeld in artikel 11, § 2, tweede lid, van het besluit van 24 oktober 2014, wordt een situatie van overmacht en uitzonderlijke omstandigheden in 2014 aanvaard als de waarde van de toeslagrechten waar de landbouwer over beschikt in 2014 minstens 15% lager is dan de waarde van de toeslagrechten waar de landbouwer over beschikte in het jaar dat voorafgaat aan het jaar of de jaren waarin de situatie van overmacht en uitzonderlijke omstandigheden zich heeft voorgedaan. § 4. De bevoegde entiteit beslist op basis van het door de landbouwer geleverde bewijs over de ontvankelijkheid en gegrondheid van de aanvraag tot herziening van de referentiegegevens.

Als de aanvraag ontvankelijk en gegrond is, wordt de herziening van de referentiegegevens toegestaan.

Als de aanvraag van de landbouwer wordt afgewezen, kan hij een met redenen omkleed bezwaar indienen bij de bevoegde entiteit. Dat bezwaar moet uiterlijk binnen dertig dagen na de kennisgeving van de weigering tot herziening aangetekend worden verstuurd.

Art. 5.Om in aanmerking te komen voor de toekenning van betalingsrechten, dient de landbouwer een aanvraag in met de verzamelaanvraag voor de campagne 2015, uiterlijk op de uiterste indieningsdatum van de verzamelaanvraag. HOOFDSTUK 3. - Specifieke gevallen van toegang tot het basisbetalingssysteem en toekenning van betalingsrechten

Art. 6.In de gevallen, vermeld in artikel 13, § 1, eerste lid, van het besluit van 24 oktober 2014, kan de landbouwer een aanvraag tot overdracht van referentiegegevens doen.

De aanvraag tot overdracht van referentiegegevens wordt uiterlijk op 21 april 2015 door de overnemer ingediend, via het digitaal formulier dat de bevoegde entiteit op het e-loket ter beschikking stelt. Hij voegt daarbij het bewijs aan de hand van stukken, op basis waarvan de bevoegde entiteit kan nagaan of is voldaan aan alle voorwaarden om zich in een situatie als vermeld in artikel 13, § 1, eerste lid, van het besluit van 24 oktober 2014, te bevinden.

Personen die niet beschikken over een e-ID of die niet de mogelijkheid hebben om te beschikken over een andere aanmeldings- en authenticatiemogelijkheid die ondersteund wordt door FedICT, mogen in afwijking van het eerste lid de aanvraag tot overdracht van referentiegegevens indienen door middel van het papieren formulier dat de bevoegde entiteit ter beschikking stelt. Dat formulier wordt volledig ingevuld en ondertekend ingediend bij de bevoegde entiteit uiterlijk op de uiterste indieningsdatum, vermeld in het tweede lid.

Uit de aanvraag tot overdracht van referentiegegevens blijkt dat de overlater akkoord gaat met de overdracht van de toegang tot de basisbetaling of met de overdracht van de toegekende betalingsrechten.

Bij privaatrechtelijke verkoop- of verhuurcontracten als vermeld in artikel 20 of 21 van gedelegeerde verordening (EU) nr. 639/2014, blijkt ook uit de aanvraag dat de overlater toestemming geeft aan de overnemer om de aanvraag in te dienen.

In een geval als vermeld in artikel 13, § 1, eerste lid, 4°, van het besluit van 24 oktober 2014, moet de aanvraag tot overdracht van referentiegegevens de gegevens, vermeld in artikel 3, 4 of 5 van uitvoeringsverordening (EU) nr. 641/2014, bevatten, alsook de aanduiding van de subsidiabele hectares die overgenomen worden. Het oorspronkelijk privaatrechtelijk verkoop- of verhuurcontract, en in voorkomend geval alle latere wijzigingen of verbeteringen aan dat contract waarin de clausule vervat zit, wordt bij de aanvraag tot overdracht van referentiegegevens gevoegd.

Art. 7.Onder privaatrechtelijke verkoop- of verhuurcontracten als vermeld in artikel 13, § 1, eerste lid, 4°, van het besluit van 24 oktober 2014 wordt verstaan: 1° bij privaatrechtelijke verkoopcontracten: een notariële verkoopakte;2° bij privaatrechtelijke verhuurcontracten: a) een schriftelijke pachtovereenkomst tussen de grondeigenaar en de pachter;b) een schriftelijke onderpachtovereenkomst tussen de pachter en de onderpachter.Uit de onderpachtovereenkomst blijkt ontegensprekelijk dat de pachter voorafgaande schriftelijke toestemming heeft gekregen van de verpachter, conform artikel 30, eerste lid, van de Pachtwet, of dat de pachter, in een geval van onderpacht als vermeld in artikel 31 van de Pachtwet, de grondeigenaar op de hoogte heeft gebracht van de onderpacht aan zijn afstammelingen of aangenomen kinderen of aan die van zijn echtgenoot evenals aan de echtgenoten van de voormelde afstammelingen of aangenomen kinderen; c) een schriftelijke ruilpachtovereenkomst tussen de beide pachters. Het opgemaakte document moet duidelijk vermelden dat het een ruilpacht betreft als vermeld in artikel 30, derde lid, van de Pachtwet; d) een schriftelijke seizoenpachtovereenkomst of cultuurcontract tussen de pachter en de seizoenpachter.Het opgemaakte document moet duidelijk vermelden dat het een seizoenpacht betreft dat voldoet aan de voorwaarden, vermeld in artikel 2, 2°, van de Pachtwet.

Een clausule in privaatrechtelijke verkoop- of verhuurcontracten als vermeld in artikel 13, § 1, eerste lid, 4°, van het besluit van 24 oktober 2014, is voor 21 april 2015 opgenomen in dat contract of de wijziging van dat contract, en bevat één van de volgende bepalingen: 1° dat de verkoper of de verhuurder het recht om betalingsrechten te ontvangen overdraagt aan één of meerdere kopers of huurders;2° dat de betalingsrechten, of een deel van de betalingsrechten, overgedragen worden aan één of meerdere kopers of huurders.

Art. 8.De bevoegde entiteit beslist op basis van de geleverde bewijzen en de bijgevoegde bewijsstukken over de ontvankelijkheid en de gegrondheid van de aanvraag.

Als de aanvraag tot overdracht van referentiegegevens van de landbouwer ontvankelijk en gegrond is, worden betalingsrechten toegekend. De waarde van die betalingsrechten wordt berekend conform artikel 14, 20 en 21 van gedelegeerde verordening (EU) nr. 639/2014 en artikel 6 van uitvoeringsverordening (EU) nr. 641/2014.

Als de aanvraag van de landbouwer wordt afgewezen, kan hij een met redenen omkleed bezwaar indienen bij de bevoegde entiteit. Dat bezwaar moet uiterlijk binnen dertig dagen na de kennisgeving van de weigering tot herziening aangetekend worden verstuurd. HOOFDSTUK 4. - Slotbepaling

Art. 9.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2015.

Brussel, 23 januari 2015.

De Vlaamse minister van Omgeving, Natuur en Landbouw, J. SCHAUVLIEGE

^