gepubliceerd op 21 augustus 2015
Wet tot verhoging van de wettelijke leeftijd voor het rustpension, de voorwaarden voor de toegang tot het vervroegd pensioen en de minimumleeftijd voor het overlevingspensioen
10 AUGUSTUS 2015. - Wet tot verhoging van de wettelijke leeftijd voor het rustpension, de voorwaarden voor de toegang tot het vervroegd pensioen en de minimumleeftijd voor het overlevingspensioen (1)
FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
De Kamers hebben aangenomen en Wij bekrachtingen hetgeen volgt : Titel 1. - Algemene bepaling
Artikel 1.Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 74 van de Grondwet.
Titel 2. - Bepalingen betreffende de pensioenen van de overheidssector HOOFDSTUK 1. - Verhoging van de wettelijke leeftijd voor het rustpensioen en wijziging van de voorwaarden voor de toegang tot het vervroegd pensioen Afdeling 1. - Wijzigingsbepalingen
Art. 2.In artikel 46 van de wet van 15 mei 1984Relevante gevonden documenten type wet prom. 15/05/1984 pub. 21/02/2012 numac 2012201027 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet houdende maatregelen tot harmonisering in de pensioenregelingen type wet prom. 15/05/1984 pub. 03/06/2010 numac 2010000322 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet houdende maatregelen tot harmonisering in de pensioenregelingen Officieuze coördinatie in het Duits type wet prom. 15/05/1984 pub. 06/02/2015 numac 2015000046 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet houdende maatregelen tot harmonisering in de pensioenregelingen. - Duitse vertaling van wijzigingsbepalingen type wet prom. 15/05/1984 pub. 17/11/2015 numac 2015000649 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet houdende maatregelen tot harmonisering in de pensioenregelingen. - Duitse vertaling van wijzigingsbepalingen sluiten houdende maatregelen tot harmonisering in de pensioenregelingen, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 5 mei 2014Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/05/2014 pub. 09/05/2014 numac 2014022177 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Wet tot wijziging van het rustpensioen en het overlevingspensioen en tot invoering van de overgangsuitkering in de pensioenregeling voor werknemers en houdende geleidelijke opheffing van de verschillen in behandeling die berusten op het onderscheid tussen werklieden en bedienden inzake aanvullende pensioenen type wet prom. 05/05/2014 pub. 02/06/2014 numac 2014022247 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Wet betreffende diverse aangelegenheden inzake de pensioenen van de overheidssector sluiten, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° ) in § 1, eerste lid, worden de woorden "62ste verjaardag" vervangen door de woorden "63ste verjaardag";2° ) in § 1, eerste lid, 1°, worden de woorden "40 pensioenaanspraakverlenende dienstjaren" vervangen door de woorden "42 pensioenaanspraakverlenende dienstjaren";3° ) in § 1, derde lid, worden de woorden "62 jaar", "42 dienstjaren" en "41 dienstjaren" respectievelijk vervangen door de woorden "63 jaar", "44 dienstjaren" en "43 dienstjaren";4° ) paragraaf 2 wordt aangevuld met de bepalingen onder 4°, 5° en 6°, luidende : "4° Voor de rustpensioenen die ingaan tussen 1 januari 2016 en 31 december 2016 : - op 62 jaar voor de personen die minstens 40 dienstjaren vastgesteld overeenkomstig § 1, eerste lid, 1°, kunnen laten gelden; - op 61 jaar voor de personen die minstens 41 dienstjaren vastgesteld overeenkomstig § 1, eerste lid, 1°, kunnen laten gelden; - op 60 jaar voor de personen die minstens 42 dienstjaren vastgesteld overeenkomstig § 1, eerste lid, 1°, kunnen laten gelden; 5° Voor de rustpensioenen die ingaan tussen 1 januari 2017 en 31 december 2017 : - op 62 jaar en 6 maanden voor de personen die minstens 41 dienstjaren vastgesteld overeenkomstig § 1, eerste lid, 1°, kunnen laten gelden; - op 61 jaar voor de personen die minstens 42 dienstjaren vastgesteld overeenkomstig § 1, eerste lid, 1°, kunnen laten gelden; - op 60 jaar voor de personen die minstens 43 dienstjaren vastgesteld overeenkomstig § 1, eerste lid, 1°, kunnen laten gelden; 6° Voor de rustpensioenen die ingaan tussen 1 januari 2018 en 31 december 2018 : - op 63 jaar voor de personen die minstens 41 dienstjaren vastgesteld overeenkomstig § 1, eerste lid, 1°, kunnen laten gelden; - op 61 jaar voor de personen die minstens 42 dienstjaren vastgesteld overeenkomstig § 1, eerste lid, 1°, kunnen laten gelden; - op 60 jaar voor de personen die minstens 43 dienstjaren vastgesteld overeenkomstig § 1, eerste lid, 1°, kunnen laten gelden."; 5° ) paragraaf 3 wordt vervangen als volgt : " § 3.De in § 1, eerste lid, 1°, § 2 en § 2/1 bepaalde voorwaarde inzake duur van de diensten dient niet vervuld te worden door de persoon geboren vóór 1 januari 1953 of door de persoon die de leeftijd van 65 jaar bereikt heeft.
In afwijking van het eerste lid wordt de in dat lid bedoelde leeftijd van 65 jaar gebracht op : 1° ) 66 jaar indien het pensioen ingaat tussen 1 februari 2025 en 31 januari 2030;2° ) 67 jaar indien het pensioen ingaat vanaf 1 februari 2030. De pensioenen die ingaan tijdens de maand januari van de jaren 2014, 2015, 2016, 2017, 2018 of 2019 worden, voor de toepassing van paragraaf 2, geacht respectievelijk in te gaan in 2013, 2014, 2015, 2016, 2017 of 2018.
De pensioenen die ingaan tijdens de maand januari van de jaren 2017, 2018, 2019, 2020, 2021 of 2022 worden, voor de toepassing van paragraaf 3/1, geacht respectievelijk in te gaan in 2016, 2017, 2018, 2019, 2020 of 2021."; 6° ) in paragraaf 3/1 worden de volgende wijzigingen aangebracht : a) in het eerste lid worden de woorden " § 3, tweede tot vierde lid" vervangen door de woorden " § 3, derde lid";b) In het vijfde lid worden de woorden "42 jaar" telkens vervangen door de woorden "42 jaar of meer".
Art. 3.In artikel 90 van de wet van 28 december 2011Relevante gevonden documenten type wet prom. 28/12/2011 pub. 30/12/2011 numac 2011021115 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet houdende diverse bepalingen type wet prom. 28/12/2011 pub. 30/12/2011 numac 2011021116 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet houdende diverse bepalingen inzake justitie (1) sluiten houdende diverse bepalingen, vervangen bij de wet van 13 december 2012, worden de woorden "voor de leeftijd van 62 jaar een rustpensioen" vervangen door de woorden "een vervroegd rustpensioen". Afdeling 2. - Overgangsbepalingen
Art. 4.Artikel 2 is niet van toepassing op : 1° ) de personen die zich op eigen aanvraag op 1 januari 2015 in een voltijdse of deeltijdse disponibiliteit voorafgaand aan de oppensioenstelling of in een vergelijkbare situatie bevinden;2° ) de personen die een aanvraag hebben ingediend om vóór 2 september 2015 in een in 1° ) beoogde situatie te worden geplaatst die door hun werkgever vóór 1 januari 2015 werd ingewilligd;3° ) de personen die, indien zij de aanvraag ertoe hadden ingediend, ten laatste op 1 januari 2015 in een in 1° ) beoogde situatie konden geplaatst worden. De situaties die aanleiding geven tot de toepassing van het eerste lid zijn deze bedoeld in de lijst opgesteld door de Koning ter uitvoering van artikel 8, tweede lid, van de wet van 28 april 2015Relevante gevonden documenten type wet prom. 28/04/2003 pub. 15/05/2003 numac 2003022481 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Wet betreffende de aanvullende pensioenen en het belastingstelsel van die pensioenen en van sommige aanvullende voordelen inzake sociale zekerheid sluiten1 houdende bepalingen betreffende de pensioenen van de publieke sector.
Art. 5.In geval van toepassing van hoofdstuk 2, afdeling 1, van voormelde wet van 28 april 2015Relevante gevonden documenten type wet prom. 28/04/2003 pub. 15/05/2003 numac 2003022481 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Wet betreffende de aanvullende pensioenen en het belastingstelsel van die pensioenen en van sommige aanvullende voordelen inzake sociale zekerheid sluiten1, van afdeling 1 of van deze beide afdelingen samen, kan, niettegenstaande elke andere wettelijke, reglementaire of contractuele bepaling, de persoon die in 2016 : - de leeftijd van 55 of 56 jaar bereikt in ieder geval op pensioen worden gesteld bij het verstrijken van een periode van drie jaar diensten die aanvangt op het ogenblik waarop hij, op basis van de wetgeving van kracht op 31 december 2015, de voorwaarden vervult om vervroegd op pensioen te kunnen worden gesteld; - de leeftijd van 57 of 58 jaar bereikt in ieder geval op pensioen worden gesteld bij het verstrijken van een periode van twee jaar diensten die aanvangt op het ogenblik waarop hij, op basis van de wetgeving van kracht op 31 december 2015, de voorwaarden vervult om vervroegd op pensioen te kunnen worden gesteld; - de leeftijd van 59 jaar of meer bereikt in ieder geval op pensioen worden gesteld bij het verstrijken van een periode van één jaar diensten die aanvangt op het ogenblik waarop hij, op basis van de wetgeving van kracht op 31 december 2015, de voorwaarden vervult om vervroegd op pensioen te kunnen worden gesteld.
Art. 6.Artikel 5 is van toepassing op de pensioenen bedoeld in artikel 38 van de wet van 5 augustus 1978 houdende economische en budgettaire hervormingen en in artikel 80 van de wet van 3 februari 2003 houdende diverse wijzigingen aan de wetgeving betreffende de pensioenen van de openbare sector. Afdeling 3. - Opheffingsbepaling
Art. 7.In hoofdstuk 2 van voormelde wet van 28 april 2015Relevante gevonden documenten type wet prom. 28/04/2003 pub. 15/05/2003 numac 2003022481 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Wet betreffende de aanvullende pensioenen en het belastingstelsel van die pensioenen en van sommige aanvullende voordelen inzake sociale zekerheid sluiten1 wordt afdeling 4, die de artikelen 24 tot 26 bevat, opgeheven. Afdeling 4. - Slotbepaling
Art. 8.De Koning kan, bij een besluit vastgesteld na overleg in de Ministerraad, de wettelijke bepalingen inzake overheidspensioenen opheffen, wijzigen, aanvullen of vervangen om ze aan te passen aan de geleidelijke verhoging van de leeftijd en de duur van de diensten bepaald bij artikel 46, §§ 1 tot 3, van de wet van 15 mei 1984Relevante gevonden documenten type wet prom. 15/05/1984 pub. 21/02/2012 numac 2012201027 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet houdende maatregelen tot harmonisering in de pensioenregelingen type wet prom. 15/05/1984 pub. 03/06/2010 numac 2010000322 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet houdende maatregelen tot harmonisering in de pensioenregelingen Officieuze coördinatie in het Duits type wet prom. 15/05/1984 pub. 06/02/2015 numac 2015000046 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet houdende maatregelen tot harmonisering in de pensioenregelingen. - Duitse vertaling van wijzigingsbepalingen type wet prom. 15/05/1984 pub. 17/11/2015 numac 2015000649 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet houdende maatregelen tot harmonisering in de pensioenregelingen. - Duitse vertaling van wijzigingsbepalingen sluiten houdende maatregelen tot harmonisering in de pensioenregelingen, zoals gewijzigd bij artikel 2 van dit hoofdstuk. HOOFDSTUK 2. - Verhoging van de minimumleeftijd van het overlevingspensioen
Art. 9.In artikel 5/1, § 1, van de wet van 15 mei 1984Relevante gevonden documenten type wet prom. 15/05/1984 pub. 21/02/2012 numac 2012201027 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet houdende maatregelen tot harmonisering in de pensioenregelingen type wet prom. 15/05/1984 pub. 03/06/2010 numac 2010000322 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet houdende maatregelen tot harmonisering in de pensioenregelingen Officieuze coördinatie in het Duits type wet prom. 15/05/1984 pub. 06/02/2015 numac 2015000046 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet houdende maatregelen tot harmonisering in de pensioenregelingen. - Duitse vertaling van wijzigingsbepalingen type wet prom. 15/05/1984 pub. 17/11/2015 numac 2015000649 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet houdende maatregelen tot harmonisering in de pensioenregelingen. - Duitse vertaling van wijzigingsbepalingen sluiten houdende maatregelen tot harmonisering in de pensioenregelingen, ingevoegd bij de wet van 15 mei 2014Relevante gevonden documenten type wet prom. 15/05/2014 pub. 19/06/2014 numac 2014022239 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Wet houdende diverse bepalingen sluiten, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° ) in § 1, tweede lid, laatste streepje, worden de woorden "plaatsvindt na 31 december 2024" vervangen door de woorden "zich voordoet binnen de periode vanaf 1 januari 2025 tot 31 december 2025";2° ) § 1, tweede lid, wordt aangevuld als volgt : "- 51 jaar wanneer het overlijden van de echtgenoot zich voordoet binnen de periode vanaf 1 januari 2026 tot 31 december 2026; - 52 jaar wanneer het overlijden van de echtgenoot zich voordoet binnen de periode vanaf 1 januari 2027 tot 31 december 2027; - 53 jaar wanneer het overlijden van de echtgenoot zich voordoet binnen de periode vanaf 1 januari 2028 tot 31 december 2028; - 54 jaar wanneer het overlijden van de echtgenoot zich voordoet binnen de periode vanaf 1 januari 2029 tot 31 december 2029; - 55 jaar wanneer het overlijden van de echtgenoot plaatsvindt na 31 december 2029.".
Art. 10.In artikel 6/1, derde lid, van dezelfde wet, ingevoegd bij de wet van 15 mei 2014Relevante gevonden documenten type wet prom. 15/05/2014 pub. 19/06/2014 numac 2014022239 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Wet houdende diverse bepalingen sluiten, worden de woorden "gebracht op 50 jaar" vervangen door de woorden "gebracht op 55 jaar". HOOFDSTUK 3. - Inwerkingtreding
Art. 11.Deze titel treedt in werking op 1 januari 2017.
Titel 3. - Bepalingen betreffende de pensioenen van werknemers HOOFDSTUK 1. - Verhoging van de wettelijke leeftijd van het rustpensioen en wijziging van de toegangsvoorwaarden tot het vervroegd rustpensioen Afdeling 1. - Verhoging van de wettelijke leeftijd van het
rustpensioen
Art. 12.In artikel 2 van het koninklijk besluit van 23 december 1996Relevante gevonden documenten type wet prom. 28/04/2003 pub. 15/05/2003 numac 2003022481 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Wet betreffende de aanvullende pensioenen en het belastingstelsel van die pensioenen en van sommige aanvullende voordelen inzake sociale zekerheid sluiten5 tot uitvoering van de artikelen 15, 16 en 17 van de wet van 26 juli 1996 tot modernisering van de sociale zekerheid en tot vrijwaring van de leefbaarheid van de wettelijke pensioenstelsels, gewijzigd bij de wet van 28 december 2011Relevante gevonden documenten type wet prom. 28/12/2011 pub. 30/12/2011 numac 2011021115 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet houdende diverse bepalingen type wet prom. 28/12/2011 pub. 30/12/2011 numac 2011021116 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet houdende diverse bepalingen inzake justitie (1) sluiten, wordt paragraaf 1 vervangen als volgt : " § 1. Het rustpensioen gaat in op de eerste dag van de maand volgend op deze tijdens welke de belanghebbende het aanvraagt en ten vroegste op de eerste dag van de maand die volgt op deze waarin hij de pensioenleeftijd bereikt. De pensioenleeftijd is : 1° 65 jaar voor de pensioenen die daadwerkelijk en voor de eerste maal ingaan op uiterlijk 1 januari 2025;2° 66 jaar voor de pensioenen die daadwerkelijk en voor de eerste maal ingaan ten vroegste op 1 februari 2025 en uiterlijk op 1 januari 2030; 3° 67 jaar voor de pensioenen die daadwerkelijk en voor de eerste maal ingaan ter vroegste op 1 februari 2030.".
Art. 13.In artikel 4, § 4, eerste lid, van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 23 april 1997Relevante gevonden documenten type wet prom. 28/04/2003 pub. 15/05/2003 numac 2003022481 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Wet betreffende de aanvullende pensioenen en het belastingstelsel van die pensioenen en van sommige aanvullende voordelen inzake sociale zekerheid sluiten2, worden de woorden "de pensioenleeftijd van 65 jaar" vervangen door de woorden "de in artikel 2, § 1, bedoelde pensioenleeftijd".
Art. 14.In artikel 7, § 1, elfde lid, van hetzelfde besluit, worden de woorden "de leeftijd van 65 jaar" vervangen door de woorden "de in artikel 2, § 1 bedoelde pensioenleeftijd".
Art. 15.Artikel 2 van de wet van 22 maart 2001Relevante gevonden documenten type wet prom. 22/03/2001 pub. 29/03/2001 numac 2001022201 bron ministerie van sociale zaken, volksgezondheid en leefmilieu Wet tot instelling van een inkomensgarantie voor ouderen sluiten tot instelling van een inkomensgarantie voor ouderen, gewijzigd bij de wetten van 23 december 2005 en 8 december 2013, wordt aangevuld met de bepaling onder 7°, luidende : "7° het koninklijk besluit van 23 december 1996Relevante gevonden documenten type wet prom. 28/04/2003 pub. 15/05/2003 numac 2003022481 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Wet betreffende de aanvullende pensioenen en het belastingstelsel van die pensioenen en van sommige aanvullende voordelen inzake sociale zekerheid sluiten5 : het koninklijk besluit van 23 december 1996Relevante gevonden documenten type wet prom. 28/04/2003 pub. 15/05/2003 numac 2003022481 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Wet betreffende de aanvullende pensioenen en het belastingstelsel van die pensioenen en van sommige aanvullende voordelen inzake sociale zekerheid sluiten5 tot uitvoering van de artikelen 15, 16 en 17 van de wet van 26 juli 1996 tot modernisering van de sociale zekerheid en tot vrijwaring van de leefbaarheid van de wettelijke pensioenstelsels".
Art. 16.Artikel 3 van dezelfde wet wordt vervangen als volgt : "
Art. 3.De inkomensgarantie wordt gewaarborgd aan de personen die de wettelijke pensioenleeftijd bedoeld in artikel 2, § 1, van het koninklijk besluit van 23 december 1996Relevante gevonden documenten type wet prom. 28/04/2003 pub. 15/05/2003 numac 2003022481 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Wet betreffende de aanvullende pensioenen en het belastingstelsel van die pensioenen en van sommige aanvullende voordelen inzake sociale zekerheid sluiten5, bereikt hebben".
Art. 17.In artikel 3, § 1, van het koninklijk besluit van 20 september 2012Relevante gevonden documenten type wet prom. 28/04/2003 pub. 15/05/2003 numac 2003022481 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Wet betreffende de aanvullende pensioenen en het belastingstelsel van die pensioenen en van sommige aanvullende voordelen inzake sociale zekerheid sluiten3 tot uitvoering van artikelen 116, tweede lid en 119, van de wet van 28 december 2011Relevante gevonden documenten type wet prom. 28/12/2011 pub. 30/12/2011 numac 2011021115 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet houdende diverse bepalingen type wet prom. 28/12/2011 pub. 30/12/2011 numac 2011021116 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet houdende diverse bepalingen inzake justitie (1) sluiten houdende diverse bepalingen, inzake het pensioen van het vliegend personeel van de burgerlijke luchtvaart, worden de woorden "op 65 jaar," opgeheven. Afdeling 2. - Wijziging van de toegangsvoorwaarden tot het vervroegd
rustpensioen
Art. 18.In artikel 4 van het koninklijk besluit van 23 december 1996Relevante gevonden documenten type wet prom. 28/04/2003 pub. 15/05/2003 numac 2003022481 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Wet betreffende de aanvullende pensioenen en het belastingstelsel van die pensioenen en van sommige aanvullende voordelen inzake sociale zekerheid sluiten5 tot uitvoering van de artikelen 15, 16 en 17 van de wet van 26 juli 1996 tot modernisering van de sociale zekerheid en tot vrijwaring van de leefbaarheid van de wettelijke pensioenstelsels, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 24 juni 2013, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in § 1, 4°, worden de woorden "ten vroegste op 1 januari 2016" vervangen door de woorden "ten vroegste op 1 januari 2016 en uiterlijk op 1 december 2016";2° paragraaf 1 wordt aangevuld met de bepalingen onder 5° en 6°, luidende : "5° aan de eerste dag van de zevende maand volgend op deze tijdens welke hij de leeftijd van 62 jaar bereikt, voor de pensioenen die daadwerkelijk en voor de eerste maal ingaan ten vroegste op 1 januari 2017 en uiterlijk op 1 december 2017; 6° aan de eerste dag van de maand volgend op deze tijdens welke hij de leeftijd van 63 jaar bereikt, voor de pensioenen die daadwerkelijk en voor de eerste maal ingaan ten vroegste op 1 januari 2018."; 3° in paragraaf 2, eerste lid, 3°, worden de woorden "ten vroegste op 1 januari 2015" vervangen door de woorden "ten vroegste op 1 januari 2015 en uiterlijk op 1 december 2016";4° in paragraaf 2 wordt het eerste lid aangevuld met de bepalingen onder 4° en 5°, luidende : "4° ten minste 41 jaren, voor de pensioenen die daadwerkelijk en voor de eerste maal ingaan ten vroegste op 1 januari 2017 en uiterlijk op 1 december 2018; 5° ten minste 42 jaren, voor de pensioenen die daadwerkelijk en voor de eerste maal ten vroegste op 1 januari 2019 ingaan."; 5° in § 3, 3°, worden de woorden "ten vroegste op 1 januari 2016" vervangen door de woorden "ten vroegste op 1 januari 2016 en uiterlijk op 1 december 2016";6° paragraaf 3 wordt aangevuld met de bepalingen onder 4° en 5°, luidende : "4° voor de pensioenen die daadwerkelijk en voor de eerste maal ten vroegste op 1 januari 2017 en uiterlijk op 1 december 2018 ingaan : a) als de belanghebbende een loopbaan bewijst van ten minste 43 kalenderjaren zoals bepaald in paragraaf 2, kan zijn vervroegd rustpensioen ingaan op de eerste dag van de maand volgend op deze tijdens welke hij de leeftijd van 60 jaar bereikt;b) als de belanghebbende een loopbaan bewijst van ten minste 42 kalenderjaren zoals bepaald in paragraaf 2, kan zijn vervroegd rustpensioen ingaan op de eerste dag van de maand volgend op deze tijdens welke hij de leeftijd van 61 jaar bereikt;5° voor de pensioenen die daadwerkelijk en voor de eerste maal ten vroegste op 1 januari 2019 ingaan : a) als de belanghebbende een loopbaan bewijst van ten minste 44 kalenderjaren zoals bepaald in paragraaf 2, kan zijn vervroegd rustpensioen ingaan op de eerste dag van de maand volgend op deze tijdens welke hij de leeftijd van 60 jaar bereikt; b) als de belanghebbende een loopbaan bewijst van ten minste 43 kalenderjaren zoals bepaald in paragraaf 2, kan zijn vervroegd rustpensioen ingaan op de eerste dag van de maand volgend op deze tijdens welke hij de leeftijd van 61 jaar bereikt."; 7° paragraaf 3bis wordt aangevuld met een lid, luidende : "In afwijking van de paragrafen 1 tot 3 en onverminderd het eerste lid, kan de belanghebbende die de leeftijd van 59 jaar of meer heeft bereikt in 2016 zijn vervroegd rustpensioen opnemen aan de leeftijds- en loopbaanvoorwaarden bepaald bij de paragrafen 1 tot 3 en van kracht tot 31 december 2016, elk verhoogd met één jaar."; 8° in paragraaf 3ter worden tussen het derde en het vierde lid drie leden ingevoegd, luidende : "In afwijking van § 1, 5°, wordt de leeftijd voor de pensioenen die ingaan in de maand januari 2017 vastgesteld overeenkomstig § 1, 4°.In afwijking van § 2, eerste lid, 4°, wordt de vereiste loopbaanvoorwaarde voor de pensioenen die ingaan in de maand januari 2017 vastgesteld overeenkomstig § 2, eerste lid, 3°.
In afwijking van § 1, 6°, wordt de leeftijd voor de pensioenen die ingaan in de maand januari 2018 vastgesteld overeenkomstig § 1, 5°.
In afwijking van § 2, eerste lid, 5°, wordt de vereiste loopbaanvoorwaarde voor de pensioenen die ingaan in de maand januari 2019 vastgesteld overeenkomstig § 2, eerste lid, 4°. "; 9° paragraaf 3ter wordt aangevuld met twee leden, luidende : "In afwijking van § 3, 4°, wordt de vereiste loopbaanvoorwaarde voor de pensioenen die ingaan in de maand januari 2017 vastgesteld overeenkomstig § 3, 3°. In afwijking van § 3, 5°, wordt de vereiste loopbaanvoorwaarde voor de pensioenen die ingaan in de maand januari 2019 vastgesteld overeenkomstig § 3, 4°. ".
Art. 19.De werknemers die werden ontslagen, die ontslag hebben genomen of die met hun werkgever een overeenkomst hebben gesloten die een einde maakt aan de arbeidsovereenkomst tegen, in elk van deze gevallen, het presteren van een opzegtermijn of de betaling van een opzeggingsvergoeding, kunnen hun rustpensioen vervroegd opnemen aan de leeftijds- en loopbaanvoorwaarden bepaald bij artikel 4, §§ 1 tot 3, van het koninklijk besluit van 23 december 1996Relevante gevonden documenten type wet prom. 28/04/2003 pub. 15/05/2003 numac 2003022481 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Wet betreffende de aanvullende pensioenen en het belastingstelsel van die pensioenen en van sommige aanvullende voordelen inzake sociale zekerheid sluiten5 tot uitvoering van de artikelen 15, 16 en 17 van de wet van 26 juli 1996 tot modernisering van de sociale zekerheid en tot vrijwaring van de leefbaarheid van de wettelijke pensioenstelsels en van kracht tot en met 31 december 2016, voor zover ze de volgende cumulatieve voorwaarden vervullen : 1° de opzegtermijn heeft een aanvang genomen vóór 9 oktober 2014 en eindigt na 31 december 2016 of de periode gedekt door de opzeggingsvergoeding heeft een aanvang genomen vóór 9 oktober 2014 en eindigt na 31 december 2016;2° de leeftijds- en loopbaanvoorwaarden zijn vervuld op de datum van het einde van de opzegtermijn of de periode gedekt door de opzeggingsvergoeding. Wanneer zij hun aanvraag tot vervroegd rustpensioen indienen krachtens het eerste lid, verschaffen de werknemers de Rijksdienst voor Pensioenen, ter ondersteuning van hun aanvraag, naargelang het geval : 1° een kopie van de kennisgeving van de opzegging die het begin en de duur van de opzegtermijn of de periode gedekt door de opzeggingsvergoeding vermeldt;2° een kopie van de overeenkomst die een einde maakt aan de arbeidsovereenkomst en die het begin en de duur van de opzegtermijn of de periode gedekt door de opzeggingsvergoeding vermeldt.
Art. 20.De werknemers die in onderling overleg met hun werkgever een individuele overeenkomst hebben gesloten die een einde maakt aan de arbeidsovereenkomst, kunnen hun rustpensioen vervroegd opnemen aan de leeftijds- en loopbaanvoorwaarden bepaald bij artikel 4, §§ 1 tot 3, van het koninklijk besluit van 23 december 1996Relevante gevonden documenten type wet prom. 28/04/2003 pub. 15/05/2003 numac 2003022481 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Wet betreffende de aanvullende pensioenen en het belastingstelsel van die pensioenen en van sommige aanvullende voordelen inzake sociale zekerheid sluiten5 tot uitvoering van de artikelen 15, 16 en 17 van de wet van 26 juli 1996 tot modernisering van de sociale zekerheid en tot vrijwaring van de leefbaarheid van de wettelijke pensioenstelsels en van kracht tot 31 december 2016, voor zover ze volgende cumulatieve voorwaarden vervullen : 1° de overeenkomst is schriftelijk;2° de overeenkomst werd gesloten vóór 9 oktober 2014;deze voorwaarde wordt geacht vervuld te zijn in geval van vermelding van de werknemer op een nominatieve lijst gevoegd bij een collectieve arbeidsovereenkomst zoals bedoeld bij 3°, b), of bij een collectieve arbeidsovereenkomst die voor 1 januari 2015 neergelegd is in uitvoering van een collectieve arbeidsovereenkomst bedoeld bij 3°, b); 3° de overeenkomst werd gesloten buiten het kader van een conventioneel brugpensioen en vindt zijn grondslag in wettelijke of reglementaire bepalingen of in één van de volgende collectieve instrumenten : a) een arbeidsreglement meegedeeld vóór 9 oktober 2014 overeenkomstig artikel 15, zevende lid, van de wet van 8 april 1965Relevante gevonden documenten type wet prom. 08/04/1965 pub. 15/01/2008 numac 2007001067 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot instelling van de arbeidsreglementen sluiten tot instelling van de arbeidsreglementen;b) een collectieve arbeidsovereenkomst neergelegd vóór 9 oktober 2014 overeenkomstig artikel 18 van de wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités;c) een pensioenreglement van kracht vóór 9 oktober 2014 in de zin van artikel 3, § 1, 9°, van de wet van 28 april 2003Relevante gevonden documenten type wet prom. 28/04/2003 pub. 15/05/2003 numac 2003022481 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Wet betreffende de aanvullende pensioenen en het belastingstelsel van die pensioenen en van sommige aanvullende voordelen inzake sociale zekerheid sluiten betreffende de aanvullende pensioenen en het belastingstelsel van die pensioenen en van sommige aanvullende voordelen inzake sociale zekerheid;4° de wettelijke of reglementaire bepalingen of de collectieve instrumenten die zijn vermeld in de bepaling onder 3°, voorzien in een procedure van uittreding met het doel om het vervroegd pensioen te kunnen opnemen;5° op het einde van de arbeidsovereenkomst voldoen deze werknemers aan de voormelde leeftijds- en loopbaanvoorwaarden. Wanneer zij hun aanvraag tot vervroegd rustpensioen indienen krachtens het eerste lid, verschaffen de werknemers de Rijksdienst voor Pensioenen, ter ondersteuning van hun aanvraag : 1° een kopie van de schriftelijke individuele overeenkomst;2° een kopie van het arbeidsreglement, een kopie van de collectieve arbeidsovereenkomst, een kopie van het pensioenreglement of de verwijzing naar de wettelijke en reglementaire bepalingen. HOOFDSTUK 2. - Verhoging van de minimumleeftijd van het overlevingspensioen
Art. 21.In artikel 16, § 1, van het koninklijk besluit nr. 50 van 24 oktober 1967 betreffende het rust- en overlevingspensioen voor werknemers, gewijzigd bij de wetten van 5 juni 1970, 25 januari 1999 en 5 mei 2014, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in het tweede lid wordt de bepaling onder 11° vervangen als volgt : "11° 50 jaar, als de echtgenoot ten vroegste op 1 januari 2025 en ten laatste op 31 december 2025 overlijdt;"; 2° het tweede lid wordt aangevuld met de bepalingen onder 12°, 13°, 14°, 15° en 16°, luidende : "12° 51 jaar, als de echtgenoot ten vroegste op 1 januari 2026 en ten laatste op 31 december 2026 overlijdt;13° 52 jaar, als de echtgenoot ten vroegste op 1 januari 2027 en ten laatste op 31 december 2027 overlijdt;14° 53 jaar, als de echtgenoot ten vroegste op 1 januari 2028 en ten laatste op 31 december 2028 overlijdt;15° 54 jaar, als de echtgenoot ten vroegste op 1 januari 2029 en ten laatste op 31 december 2029 overlijdt;16° 55 jaar, als de echtgenoot ten vroegste op 1 januari 2030 overlijdt";3° er wordt tussen het tweede en het derde lid een lid ingevoegd, luidende : "Het overlevingspensioen wordt toegekend aan de langstlevende echtgenoot die, op de datum van het overlijden van zijn echtgenoot of echtgenote, de in het tweede lid bedoelde leeftijd bereikt heeft". HOOFDSTUK 3. - Andere bepalingen betreffende de overgangsuitkering
Art. 22.In artikel 21, § 1, eerste lid, van de wet van 13 juni 1966Relevante gevonden documenten type wet prom. 13/06/1966 pub. 20/10/2009 numac 2009000693 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de rust- en overlevingspensioenen voor arbeiders, bedienden, zeevarenden onder Belgische vlag, mijnwerkers en vrijwillig verzekerden. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende de rust- en overlevingspensioenen voor arbeiders, bedienden, zeevarenden onder Belgische vlag, mijnwerkers en vrijwillig verzekerden, vervangen bij de wet van 25 januari 1999 en gewijzigd bij de wet van 22 maart 2001Relevante gevonden documenten type wet prom. 22/03/2001 pub. 29/03/2001 numac 2001022201 bron ministerie van sociale zaken, volksgezondheid en leefmilieu Wet tot instelling van een inkomensgarantie voor ouderen sluiten, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° de bepaling onder 1° wordt aangevuld met de bepaling onder i), luidende : "i) de overgangsuitkeringen toegekend in de pensioenregeling voor werknemers"; 2° in de bepaling onder 2°, wordt de bepaling onder b) vervangen als volgt : "b) de Rijksdienst voor Pensioenen wat betreft de in 1°, a, c, d, e, h, i, in voorkomend geval, f en g bedoelde voordelen.".
Art. 23.In artikel 21, § 1, van het voormeld koninklijk besluit nr. 50, vervangen bij de wet van 5 mei 2014Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/05/2014 pub. 09/05/2014 numac 2014022177 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Wet tot wijziging van het rustpensioen en het overlevingspensioen en tot invoering van de overgangsuitkering in de pensioenregeling voor werknemers en houdende geleidelijke opheffing van de verschillen in behandeling die berusten op het onderscheid tussen werklieden en bedienden inzake aanvullende pensioenen type wet prom. 05/05/2014 pub. 02/06/2014 numac 2014022247 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Wet betreffende diverse aangelegenheden inzake de pensioenen van de overheidssector sluiten, wordt de zin "In de overige gevallen gaat het ten vroegste in de eerste dag van de maand welke op die aanvraag volgt" vervangen door de zin "In de overige gevallen gaat het ten vroegste in de eerste dag van de maand welke op die aanvraag volgt, voor de periode vastgesteld krachtens artikel 21ter en berekend vanaf de datum waarop de overgangsuitkering had kunnen ingaan als de aanvraag werd ingediend in de twaalf maanden die volgen op het overlijden van de echtgenoot".
Art. 24.Artikel 21ter van hetzelfde besluit, ingevoegd bij de wet van 5 mei 2014Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/05/2014 pub. 09/05/2014 numac 2014022177 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Wet tot wijziging van het rustpensioen en het overlevingspensioen en tot invoering van de overgangsuitkering in de pensioenregeling voor werknemers en houdende geleidelijke opheffing van de verschillen in behandeling die berusten op het onderscheid tussen werklieden en bedienden inzake aanvullende pensioenen type wet prom. 05/05/2014 pub. 02/06/2014 numac 2014022247 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Wet betreffende diverse aangelegenheden inzake de pensioenen van de overheidssector sluiten, wordt aangevuld met een paragraaf 4, luidende : "De langstlevende echtgenoot die door opeenvolgende huwelijken is verbonden geweest, kan een overgangsuitkering bepaald bij dit besluit niet cumuleren met een overlevingspensioen of een als zodanig geldend voordeel ten laste van een Belgisch of buitenlands stelsel. In dit geval kiest hij tussen beide prestaties en is deze keuze definitief".
Art. 25.In artikel 21quater van hetzelfde besluit, ingevoegd bij de wet van 5 mei 2014Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/05/2014 pub. 09/05/2014 numac 2014022177 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Wet tot wijziging van het rustpensioen en het overlevingspensioen en tot invoering van de overgangsuitkering in de pensioenregeling voor werknemers en houdende geleidelijke opheffing van de verschillen in behandeling die berusten op het onderscheid tussen werklieden en bedienden inzake aanvullende pensioenen type wet prom. 05/05/2014 pub. 02/06/2014 numac 2014022247 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Wet betreffende diverse aangelegenheden inzake de pensioenen van de overheidssector sluiten, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° het eerste lid wordt vervangen als volgt : "De langstlevende echtgenoot die heeft genoten of zou kunnen genoten hebben van de bepalingen van dit hoofdstuk kan aanspraak maken op de bepalingen van hoofdstuk 3 inzake het overlevingspensioen wanneer hij een rustpensioen geniet ten laste van een Belgische wettelijke pensioenregeling of wanneer hij een rustpensioen wegens gezondheidsredenen of lichamelijke ongeschiktheid in de openbare sector geniet, op voorwaarde dat hij niet hertrouwd is op de ingangsdatum van het overlevingspensioen."; 2° in het tweede lid wordt de bepaling onder 3° vervangen als volgt : "3° op de Belgische wettelijke rustpensioenleeftijd indien de langstlevende echtgenoot niet het bewijs levert van een persoonlijke beroepsloopbaan.".
Art. 26.In artikel 7bis van het koninklijk besluit van 23 december 1996Relevante gevonden documenten type wet prom. 28/04/2003 pub. 15/05/2003 numac 2003022481 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Wet betreffende de aanvullende pensioenen en het belastingstelsel van die pensioenen en van sommige aanvullende voordelen inzake sociale zekerheid sluiten5 tot uitvoering van de artikelen 15, 16 en 17 van de wet van 26 juli 1996 tot modernisering van de sociale zekerheid en tot vrijwaring van de leefbaarheid van de wettelijke pensioenstelsels, ingevoegd bij de wet van 5 mei 2014Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/05/2014 pub. 09/05/2014 numac 2014022177 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Wet tot wijziging van het rustpensioen en het overlevingspensioen en tot invoering van de overgangsuitkering in de pensioenregeling voor werknemers en houdende geleidelijke opheffing van de verschillen in behandeling die berusten op het onderscheid tussen werklieden en bedienden inzake aanvullende pensioenen type wet prom. 05/05/2014 pub. 02/06/2014 numac 2014022247 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Wet betreffende diverse aangelegenheden inzake de pensioenen van de overheidssector sluiten, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in paragraaf 1 wordt het vierde lid vervangen als volgt : "Indien de echtgenoot vóór 1 januari van het jaar van zijn eenentwintigste verjaardag overleden is en tewerkgesteld was in de zin van het koninklijk besluit nr.50 op het ogenblik van zijn overlijden, is het bedrag van de overgangsuitkering gelijk aan 60 % : - 1° van het bedrag van de lonen van de overleden echtgenoot bedoeld bij artikel 7 van het koninklijk besluit nr. 50 en die betrekking hebben op het voordeligste van de kalenderjaren; - 2° van het in artikel 8, § 1, eerste lid, bedoelde forfaitaire loon indien de berekeningswijze bepaald bij de bepaling onder 1° niet kan worden toegepast of minder voordelig is."; 2° in paragraaf 1 wordt het zesde lid opgeheven;3° in paragraaf 2 wordt het eerste lid vervangen als volgt : "Indien, in afwijking van § 1, eerste lid, het jaarloon voor een loopbaanjaar van de overleden werknemer, geherwaardeerd op de ingangsdatum van de overgangsuitkering, lager is, per jaar, dan het in artikel 8, § 1, eerste lid bedoelde bedrag, wordt de overgangsuitkering berekend op basis van dit bedrag voor het betrokken jaar.Dit bedrag wordt geproratiseerd in functie van de bewezen duur van tewerkstelling, uitgedrukt in voltijdse dagequivalenten."; 4° in paragraaf 2 worden het derde en het vierde lid opgeheven. HOOFDSTUK 4. - Inwerkingtreding
Art. 27.Deze titel heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2015, met uitzondering van artikelen 12 tot en met 20 en artikel 21, 1° en 2°.
Titel 4. - Bepalingen betreffende de pensioenen van de zelfstandigen HOOFDSTUK 1. - Verhoging van de wettelijke leeftijd van het rustpensioen en wijziging van de toegangsvoorwaarden tot het vervroegd rustpensioen Afdeling 1. - Wijzigende bepalingen
Art. 28.In artikel 3 van het koninklijk besluit van 30 januari 1997Relevante gevonden documenten type wet prom. 28/04/2003 pub. 15/05/2003 numac 2003022481 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Wet betreffende de aanvullende pensioenen en het belastingstelsel van die pensioenen en van sommige aanvullende voordelen inzake sociale zekerheid sluiten4 betreffende het pensioenstelsel der zelfstandigen met toepassing van de artikelen 15 en 27 van de wet van 26 juli 1996 tot modernisering van de sociale zekerheid en tot vrijwaring van de leefbaarheid van de wettelijke pensioenstelsels en van artikel 3, § 1, 4°, van de wet van 26 juli 1996 strekkende tot realisatie van de budgettaire voorwaarden tot deelname van België aan de Europese en Monetaire Unie, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 28 juni 2013, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° de paragrafen 1bis en 1ter worden ingevoegd, luidende : " § 1bis.Vanaf 1 februari 2025 en voor de pensioenen die daadwerkelijk en voor de eerste maal ten vroegste op 1 februari 2025 en uiterlijk op 1 januari 2030 ingaan, is de pensioenleeftijd 66 jaar. § 1ter. Vanaf 1 februari 2030 en voor de pensioenen die daadwerkelijk en voor de eerste maal ten vroegste op 1 februari 2030 ingaan is de pensioenleeftijd 67 jaar." ; 2° in paragraaf 2bis wordt het vierde lid, ingevoegd bij de wet van 21 december 2012Relevante gevonden documenten type wet prom. 28/04/2003 pub. 15/05/2003 numac 2003022481 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Wet betreffende de aanvullende pensioenen en het belastingstelsel van die pensioenen en van sommige aanvullende voordelen inzake sociale zekerheid sluiten0 en opgeheven bij de wet van 28 juni 2013, hersteld;3° in paragraaf 2bis, wordt het vierde lid dat het vijfde lid wordt, opgeheven;4° een paragraaf 2ter wordt ingevoegd, luidende : " § 2ter.Het rustpensioen kan nochtans, naar keuze en op verzoek van de belanghebbende, ingaan voor de leeftijd bedoeld in § 1, en ten vroegste op de eerste dag van de maand die volgt op de 63e verjaardag.
In afwijking van het eerste lid en voor de pensioenen die daadwerkelijk en voor de eerste maal ten vroegste op 1 februari 2018 en uiterlijk op 1 januari 2019 ingaan, kan het rustpensioen, naar keuze en op verzoek van de belanghebbende, ingaan : 1° op de eerste dag van de maand die volgt op de 60e verjaardag indien de belanghebbende een loopbaan bewijst van ten minste 43 kalenderjaren;2° op de eerste dag van de maand die volgt op de 61e verjaardag indien de belanghebbende een loopbaan bewijst van ten minste 42 kalenderjaren;3° op de eerste dag van de maand die volgt op de 62e verjaardag indien de belanghebbende een loopbaan bewijst van ten minste 42 kalenderjaren. In afwijking van het eerste lid en voor de pensioenen die daadwerkelijk en voor de eerste maal ten vroegste op 1 februari 2019 ingaan, kan het rustpensioen, naar keuze en op verzoek van de belanghebbende, ingaan : 1° op de eerste dag van de maand die volgt op de 60e verjaardag indien de belanghebbende een loopbaan bewijst van ten minste 44 kalenderjaren;2° op de eerste dag van de maand die volgt op de 61e verjaardag indien de belanghebbende een loopbaan bewijst van ten minste 43 kalenderjaren;3° op de eerste dag van de maand die volgt op de 62e verjaardag indien de belanghebbende een loopbaan bewijst van ten minste 43 kalenderjaren. Nochtans kan de belanghebbende die, op een bepaald ogenblik, voldoet aan de leeftijds- en loopbaanvoorwaarden bepaald bij paragraaf 2bis, in deze paragraaf, in § 3, tweede of derde lid, of in artikel 16ter, om een rustpensioen te verkrijgen voor de leeftijd bedoeld in paragraaf 1, naar keuze en op zijn verzoek een vervroegd pensioen verkrijgen, ongeacht de datum waarop het pensioen later daadwerkelijk ingaat"; 5° in paragraaf 3 worden tussen het tweede en het derde lid twee leden ingevoegd, luidende : "De mogelijkheid om overeenkomstig § 2ter, eerste lid, een vervroegd rustpensioen te verkrijgen, is ondergeschikt aan de voorwaarde dat de belanghebbende een loopbaan bewijst van ten minste : 1° 41 kalenderjaren wanneer het pensioen daadwerkelijk en voor de eerste maal ten vroegste op 1 februari 2018 en uiterlijk op 1 januari 2019 ingaat;2° 42 kalenderjaren wanneer het pensioen daadwerkelijk en voor de eerste maal ten vroegste vanaf 1 februari 2019 ingaat; Met kalenderjaren in de zin van het derde lid wordt bedoeld de jaren waarvoor pensioenrechten kunnen worden geopend krachtens een of meerdere wettelijke Belgische pensioenregelingen of regelingen waarop de Europese verordeningen inzake sociale zekerheid van toepassing zijn of waarop een door België gesloten overeenkomst inzake sociale zekerheid betreffende de pensioenen van werknemers of zelfstandigen van toepassing is"; 6° in § 3, derde lid, dat het vijfde lid wordt, worden de woorden " De in het eerste en het tweede lid bedoelde kalenderjaren"vervangen door de woorden " De in het eerste tot het vierde lid bedoelde kalenderjaren".
Art. 29.In artikel 7, § 2, van hetzelfde besluit, worden de woorden "de leeftijd van 65 jaar" vervangen door de woorden "'de in artikel 3, § 1, § 1bis of § 1ter, naar gelang het geval, bedoelde leeftijd".
Art. 30.In hetzelfde besluit wordt een artikel 16ter ingevoegd, luidende : "Art.16ter. In afwijking van artikel 3, § 2ter, eerste lid, kan voor de pensioenen die daadwerkelijk en voor de eerste maal ten vroegste op 1 februari 2017 en uiterlijk op 1 januari 2018 ingaan, het rustpensioen, naar keuze en op verzoek van de belanghebbende, ten vroegste ingaan op de eerste dag van de zevende maand die volgt op de 62e verjaardag op voorwaarde dat de belanghebbende een loopbaan van ten minste 41 kalenderjaren bewijst.
In afwijking van het eerste lid kan het rustpensioen ten vroegste ingaan : 1° op de eerste dag van de maand die volgt op de 60e verjaardag indien de belanghebbende een loopbaan bewijst van ten minste 43 kalenderjaren;2° op de eerste dag van de maand die volgt op de 61e verjaardag indien de belanghebbende een loopbaan bewijst van ten minste 42 kalenderjaren. Met kalenderjaren in de zin van het eerste en tweede lid wordt bedoeld de jaren waarvoor pensioenrechten kunnen geopend worden krachtens een of meerdere wettelijke Belgische pensioenregelingen of regelingen waarop de Europese verordeningen inzake sociale zekerheid van toepassing zijn of waarop een door België gesloten overeenkomst inzake sociale zekerheid betreffende de pensioenen van werknemers of zelfstandigen van toepassing is.".
Art. 31.In artikel 4 van de wet van 21 december 2012Relevante gevonden documenten type wet prom. 28/04/2003 pub. 15/05/2003 numac 2003022481 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Wet betreffende de aanvullende pensioenen en het belastingstelsel van die pensioenen en van sommige aanvullende voordelen inzake sociale zekerheid sluiten0 houdende wijzigingen van het koninklijk besluit van 30 januari 1997Relevante gevonden documenten type wet prom. 28/04/2003 pub. 15/05/2003 numac 2003022481 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Wet betreffende de aanvullende pensioenen en het belastingstelsel van die pensioenen en van sommige aanvullende voordelen inzake sociale zekerheid sluiten4 betreffende het pensioenstelsel der zelfstandigen met toepassing van de artikelen 15 en 27 van de wet van 26 juli 1996 tot modernisering van de sociale zekerheid en tot vrijwaring van de leefbaarheid van de wettelijke pensioenstelsels en van artikel 3, § 1, 4°, van de wet van 26 juli 1996 strekkende tot realisatie van de budgettaire voorwaarden tot deelname van België aan de Europese Economische en Monetaire Unie en houdende vaststelling van een overgangsregeling met betrekking tot de hervorming van het vervroegd rustpensioen voor zelfstandigen, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° het eerste lid wordt vervangen als volgt : "In afwijking van de leeftijds- en loopbaanvoorwaarden bepaald bij artikel 3, § 2bis, eerste en tweede lid, § 2ter, § 3, eerste en tweede lid, in artikel 16bis, §§ 1 en 2, en in artikel 16ter, van hetzelfde koninklijk besluit kan vanaf 1 januari 2013 het vervroegde rustpensioen van de belanghebbende die geboren is vóór 1 januari 1956 en die uiterlijk op 31 december 2012 een loopbaan bewijst van ten minste 32 kalenderjaren in de zin van artikel 3, § 3, eerste lid, van hetzelfde koninklijk besluit, naar keuze en op zijn verzoek, op zijn vroegst ingaan op de eerste dag van de maand volgend op zijn 62e verjaardag";2° het derde lid wordt vervangen als volgt : "Met kalenderjaren in de zin van het tweede lid wordt bedoeld de jaren waarvoor pensioenrechten kunnen worden geopend krachtens een of meer wettelijke Belgische pensioenregelingen in de zin van artikel 3, § 3, vijfde lid, van hetzelfde koninklijk besluit, of regelingen waarop de Europese verordeningen inzake sociale zekerheid van toepassing zijn of waarop een door België gesloten overeenkomst inzake sociale zekerheid betreffende de pensioenen van werknemers of zelfstandigen van toepassing is". Afdeling 2. - Overgangsbepalingen
Art. 32.In afwijking van de leeftijds- en loopbaanvoorwaarden bepaald bij artikel 3, § 2ter, en in artikel 16ter, van het koninklijk besluit van 30 januari 1997Relevante gevonden documenten type wet prom. 28/04/2003 pub. 15/05/2003 numac 2003022481 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Wet betreffende de aanvullende pensioenen en het belastingstelsel van die pensioenen en van sommige aanvullende voordelen inzake sociale zekerheid sluiten4 betreffende het pensioenstelsel der zelfstandigen met toepassing van de artikelen 15 en 27 van de wet van 26 juli 1996 tot modernisering van de sociale zekerheid en tot vrijwaring van de leefbaarheid van de wettelijke pensioenstelsels en van artikel 3, § 1, 4°, van de wet van 26 juli 1996 strekkende tot realisatie van de budgettaire voorwaarden tot deelname van België aan de Europese Economische en Monetaire Unie, kan de belanghebbende die geboren is vóór 1 januari 1958 zijn vervroegd rustpensioen opnemen onder de leeftijds- en loopbaanvoorwaarden voorzien in de artikelen 3, § 2bis, en § 3, tweede tot het zesde lid, en 16bis, §§ 1 tot 2bis, van het voormelde koninklijk besluit van 30 januari 1997Relevante gevonden documenten type wet prom. 28/04/2003 pub. 15/05/2003 numac 2003022481 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Wet betreffende de aanvullende pensioenen en het belastingstelsel van die pensioenen en van sommige aanvullende voordelen inzake sociale zekerheid sluiten4, zoals van kracht tot 31 december 2016, elk verhoogd met één jaar.
Art. 33.De persoon die een vervroegd rustpensioen in de regeling voor werknemers kan opnemen met toepassing van artikel 19 of 20 en die een beroepsbezigheid heeft uitgeoefend behorend tot de regeling voor zelfstandigen, kan een vervroegd rustpensioen in de regeling voor zelfstandigen opnemen onder de leeftijds- en loopbaanvoorwaarden bepaald bij de artikelen 3, § 2bis, en § 3, tweede tot zesde lid, en 16bis, §§ 1 tot 2bis, van het koninklijk besluit van 30 januari 1997Relevante gevonden documenten type wet prom. 28/04/2003 pub. 15/05/2003 numac 2003022481 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Wet betreffende de aanvullende pensioenen en het belastingstelsel van die pensioenen en van sommige aanvullende voordelen inzake sociale zekerheid sluiten4 betreffende het pensioenstelsel der zelfstandigen met toepassing van de artikelen 15 en 27 van de wet van 26 juli 1996 tot modernisering van de sociale zekerheid en tot vrijwaring van de leefbaarheid van de wettelijke pensioenstelsels en van artikel 3, § 1, 4°, van de wet van 26 juli 1996 strekkende tot realisatie van de budgettaire voorwaarden tot deelname van België aan de Europese Economische en Monetaire Unie, zoals van kracht tot 31 december 2016. HOOFDSTUK 2. - Verhoging van de minimumleeftijd van het overlevingspensioen en minimumtoekenning van de overgangsuitkering
Art. 34.In artikel 4, § 1, van het koninklijk besluit nr. 72 van 10 november 1967 betreffende het rust- en overlevingspensioen der zelfstandigen, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 25 april 2014Relevante gevonden documenten type wet prom. 25/04/2014 pub. 06/06/2014 numac 2014203619 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Wet houdende diverse bepalingen inzake sociale zekerheid type wet prom. 25/04/2014 pub. 07/05/2014 numac 2014003195 bron federale overheidsdienst financien Wet houdende diverse bepalingen type wet prom. 25/04/2014 pub. 06/06/2014 numac 2014022262 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Wet tot hervorming van het overlevingspensioen van de zelfstandigen type wet prom. 25/04/2014 pub. 14/05/2014 numac 2014009199 bron federale overheidsdienst justitie Wet houdende diverse bepalingen betreffende Justitie sluiten, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in het eerste lid, 2°, wordt de bepaling onder 10° vervangen als volgt : "10° 50 jaar, als de echtgenoot ten vroegste op 1 januari 2025 en ten laatste op 31 december 2025 overlijdt";2° het eerste lid, 2°, wordt aangevuld met de bepalingen onder 11° tot 15°, luidende : "11° 51 jaar, als de echtgenoot ten vroegste op 1 januari 2026 en ten laatste op 31 december 2026 overlijdt;12° 52 jaar, als de echtgenoot ten vroegste op 1 januari 2027 en ten laatste op 31 december 2027 overlijdt;13° 53 jaar, als de echtgenoot ten vroegste op 1 januari 2028 en ten laatste op 31 december 2028 overlijdt;14° 54 jaar, als de echtgenoot ten vroegste op 1 januari 2029 en ten laatste op 31 december 2029 overlijdt;15° 55 jaar, als de echtgenoot ten vroegste op 1 januari 2030 overlijdt"; 3° paragraaf 1 wordt aangevuld met een lid, luidende : "Het overlevingspensioen wordt toegekend aan de langstlevende echtgenoot die, op de datum van het overlijden van zijn echtgenoot, de in het vorige lid bedoelde leeftijd bereikt heeft.".
Art. 35.In artikel 9bis van het koninklijk besluit van 30 januari 1997Relevante gevonden documenten type wet prom. 28/04/2003 pub. 15/05/2003 numac 2003022481 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Wet betreffende de aanvullende pensioenen en het belastingstelsel van die pensioenen en van sommige aanvullende voordelen inzake sociale zekerheid sluiten4 betreffende het pensioenstelsel der zelfstandigen met toepassing van de artikelen 15 en 27 van de wet van 26 juli 1996 tot modernisering van de sociale zekerheid en tot vrijwaring van de leefbaarheid van de wettelijke pensioenstelsels en van artikel 3, § 1, 4°, van de wet van 26 juli 1996 strekkende tot realisatie van de budgettaire voorwaarden tot deelname van België aan de Europese en Monetaire Unie, ingevoegd bij de wet van 25 april 2014Relevante gevonden documenten type wet prom. 25/04/2014 pub. 06/06/2014 numac 2014203619 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Wet houdende diverse bepalingen inzake sociale zekerheid type wet prom. 25/04/2014 pub. 07/05/2014 numac 2014003195 bron federale overheidsdienst financien Wet houdende diverse bepalingen type wet prom. 25/04/2014 pub. 06/06/2014 numac 2014022262 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Wet tot hervorming van het overlevingspensioen van de zelfstandigen type wet prom. 25/04/2014 pub. 14/05/2014 numac 2014009199 bron federale overheidsdienst justitie Wet houdende diverse bepalingen betreffende Justitie sluiten, wordt paragraaf 7 vervangen als volgt : " § 7. Indien het bedrag van de overgangsuitkering, berekend overeenkomstig de bepalingen van de artikelen 7bis en 8bis en van dit artikel kleiner is dan het bedrag dat verkregen wordt door het in artikel 131ter, § 1, van de wet van 15 mei 1984Relevante gevonden documenten type wet prom. 15/05/1984 pub. 21/02/2012 numac 2012201027 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet houdende maatregelen tot harmonisering in de pensioenregelingen type wet prom. 15/05/1984 pub. 03/06/2010 numac 2010000322 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet houdende maatregelen tot harmonisering in de pensioenregelingen Officieuze coördinatie in het Duits type wet prom. 15/05/1984 pub. 06/02/2015 numac 2015000046 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet houdende maatregelen tot harmonisering in de pensioenregelingen. - Duitse vertaling van wijzigingsbepalingen type wet prom. 15/05/1984 pub. 17/11/2015 numac 2015000649 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet houdende maatregelen tot harmonisering in de pensioenregelingen. - Duitse vertaling van wijzigingsbepalingen sluiten bedoelde bedrag van 9 648,57 euro te vermenigvuldigen met de in artikel 7bis, § 1, bedoelde breuk, wordt dit laatste bedrag toegekend.
Vanaf 1 april 2015 is het in het eerste lid bedoelde bedrag van 9 648,47 euro gelijk aan het in artikel 131ter, § 1, van de wet van 15 mei 1984Relevante gevonden documenten type wet prom. 15/05/1984 pub. 21/02/2012 numac 2012201027 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet houdende maatregelen tot harmonisering in de pensioenregelingen type wet prom. 15/05/1984 pub. 03/06/2010 numac 2010000322 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet houdende maatregelen tot harmonisering in de pensioenregelingen Officieuze coördinatie in het Duits type wet prom. 15/05/1984 pub. 06/02/2015 numac 2015000046 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet houdende maatregelen tot harmonisering in de pensioenregelingen. - Duitse vertaling van wijzigingsbepalingen type wet prom. 15/05/1984 pub. 17/11/2015 numac 2015000649 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet houdende maatregelen tot harmonisering in de pensioenregelingen. - Duitse vertaling van wijzigingsbepalingen sluiten bedoelde bedrag voor een overlevingspensioen". HOOFDSTUK 3. - Andere bepalingen betreffende de overgangsuitkering en het overlevingspensioen
Art. 36.In artikel 4 van het koninklijk besluit nr. 72 van 10 november 1967 betreffende het rust- en overlevingspensioen der zelfstandigen, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 10 augustus 2015, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° § 1, eerste lid, 1°, wordt aangevuld met de volgende zin : "De Koning bepaalt de wijze waarop de voorwaarde van kinderlast waarvoor één van de echtgenoten kinderbijslag ontving, bewezen wordt."; 2° paragraaf 2 wordt vervangen als volgt : "De verklaring van afwezigheid overeenkomstig de bepalingen van het Burgerlijk Wetboek geldt als bewijs van het overlijden.De afwezige echtgenoot wordt geacht overleden te zijn op de datum van de overschrijving van de in kracht van gewijsde gegane rechterlijke beslissing houdende verklaring van afwezigheid in de registers van de burgerlijke stand.".
Art. 37.In artikel 8, § 1, van hetzelfde besluit, vervangen bij de wet van 25 april 2014Relevante gevonden documenten type wet prom. 25/04/2014 pub. 06/06/2014 numac 2014203619 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Wet houdende diverse bepalingen inzake sociale zekerheid type wet prom. 25/04/2014 pub. 07/05/2014 numac 2014003195 bron federale overheidsdienst financien Wet houdende diverse bepalingen type wet prom. 25/04/2014 pub. 06/06/2014 numac 2014022262 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Wet tot hervorming van het overlevingspensioen van de zelfstandigen type wet prom. 25/04/2014 pub. 14/05/2014 numac 2014009199 bron federale overheidsdienst justitie Wet houdende diverse bepalingen betreffende Justitie sluiten, wordt de zin "In de overige gevallen gaat de overgangsuitkering ten vroegste in de eerste dag van de maand die volgt op deze waarin de aanvraag wordt ingediend" vervangen door de zin "In de overige gevallen gaat de overgangsuitkering ten vroegste in de eerste dag van de maand die volgt op deze waarin de aanvraag wordt ingediend, voor de periode vastgesteld krachtens artikel 8ter en berekend vanaf de datum waarop de overgangsuitkering had kunnen ingaan als de aanvraag werd ingediend in de twaalf maanden die volgen op het overlijden van de echtgenoot".
Art. 38.In artikel 8bis, § 1, eerste lid, tweede streepje, van hetzelfde besluit, ingevoegd bij de wet van 25 april 2014Relevante gevonden documenten type wet prom. 25/04/2014 pub. 06/06/2014 numac 2014203619 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Wet houdende diverse bepalingen inzake sociale zekerheid type wet prom. 25/04/2014 pub. 07/05/2014 numac 2014003195 bron federale overheidsdienst financien Wet houdende diverse bepalingen type wet prom. 25/04/2014 pub. 06/06/2014 numac 2014022262 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Wet tot hervorming van het overlevingspensioen van de zelfstandigen type wet prom. 25/04/2014 pub. 14/05/2014 numac 2014009199 bron federale overheidsdienst justitie Wet houdende diverse bepalingen betreffende Justitie sluiten, worden de woorden "un enfant était" opgeheven in de Franse tekst.
Art. 39.In artikel 8ter, van hetzelfde besluit, ingevoegd bij de wet van 25 april 2014Relevante gevonden documenten type wet prom. 25/04/2014 pub. 06/06/2014 numac 2014203619 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Wet houdende diverse bepalingen inzake sociale zekerheid type wet prom. 25/04/2014 pub. 07/05/2014 numac 2014003195 bron federale overheidsdienst financien Wet houdende diverse bepalingen type wet prom. 25/04/2014 pub. 06/06/2014 numac 2014022262 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Wet tot hervorming van het overlevingspensioen van de zelfstandigen type wet prom. 25/04/2014 pub. 14/05/2014 numac 2014009199 bron federale overheidsdienst justitie Wet houdende diverse bepalingen betreffende Justitie sluiten, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in paragraaf 3 worden de woorden "overeenkomstig de bepalingen van de artikelen 8 tot 8quinquies" vervangen door de woorden "overeenkomstig de bepalingen van de artikelen 8 en 8bis en van dit artikel";2° het artikel wordt aangevuld met een paragraaf 4, luidende : " § 4.De langstlevende echtgenoot die door opeenvolgende huwelijken is verbonden geweest, kan een overeenkomstig dit besluit toegekende overgangsuitkering niet cumuleren met een overlevingspensioen of een als zodanig geldend voordeel ten laste van een Belgisch of buitenlands stelsel. In dit geval kiest hij tussen beide prestaties en is deze keuze definitief".
Art. 40.In artikel 8quater van hetzelfde besluit, ingevoegd bij de wet van 25 april 2014Relevante gevonden documenten type wet prom. 25/04/2014 pub. 06/06/2014 numac 2014203619 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Wet houdende diverse bepalingen inzake sociale zekerheid type wet prom. 25/04/2014 pub. 07/05/2014 numac 2014003195 bron federale overheidsdienst financien Wet houdende diverse bepalingen type wet prom. 25/04/2014 pub. 06/06/2014 numac 2014022262 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Wet tot hervorming van het overlevingspensioen van de zelfstandigen type wet prom. 25/04/2014 pub. 14/05/2014 numac 2014009199 bron federale overheidsdienst justitie Wet houdende diverse bepalingen betreffende Justitie sluiten, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° het eerste lid wordt vervangen als volgt : "De langstlevende echtgenoot die heeft genoten of zou kunnen genoten hebben van een overgangsuitkering overeenkomstig de bepalingen van de artikelen 8 tot 8ter, kan aanspraak maken op een overlevingspensioen in de zin van de artikelen 4 tot 6 wanneer hij een rustpensioen geniet ten laste van een Belgische wettelijke pensioenregeling of wanneer hij een rustpensioen wegens gezondheidsredenen of lichamelijke ongeschiktheid in de openbare sector geniet, op voorwaarde dat hij niet hertrouwd is op de ingangsdatum van het overlevingspensioen."; 2° in het tweede lid wordt de bepaling onder 3° vervangen als volgt : "3° op de Belgische wettelijke rustpensioenleeftijd indien de langstlevende echtgenoot niet het bewijs levert van een persoonlijke beroepsloopbaan.".
Art. 41.In artikel 13 van hetzelfde besluit, vervangen bij het koninklijk besluit van 30 maart 1982, worden de woorden "Het rustpensioen en het overlevingspensioen" vervangen door de woorden "Het rustpensioen, het overlevingspensioen en de overgangsuitkering".
Art. 42.In artikel 18 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 30 maart 1982, worden de woorden "het rustpensioen en het overlevingspensioen" vervangen door de woorden "het rustpensioen, het overlevingspensioen en de overgangsuitkering".
Art. 43.In artikel 30bis van hetzelfde besluit, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 25 april 2014Relevante gevonden documenten type wet prom. 25/04/2014 pub. 06/06/2014 numac 2014203619 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Wet houdende diverse bepalingen inzake sociale zekerheid type wet prom. 25/04/2014 pub. 07/05/2014 numac 2014003195 bron federale overheidsdienst financien Wet houdende diverse bepalingen type wet prom. 25/04/2014 pub. 06/06/2014 numac 2014022262 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Wet tot hervorming van het overlevingspensioen van de zelfstandigen type wet prom. 25/04/2014 pub. 14/05/2014 numac 2014009199 bron federale overheidsdienst justitie Wet houdende diverse bepalingen betreffende Justitie sluiten, wordt het eerste lid vervangen als volgt : "Onder voorbehoud van de toepassing van het tweede lid, zijn de in dit hoofdstuk bedoelde uitkeringen slechts betaalbaar indien de gerechtigde geen beroepsbezigheid uitoefent en geen vergoeding geniet wegens ziekte, invaliditeit, onvrijwillige werkloosheid met toepassing van een Belgische of buitenlandse wetgeving inzake sociale zekerheid of van een statuut dat van toepassing is op het personeel van een instelling van internationaal publiekrecht, noch een uitkering geniet wegens loopbaanonderbreking, wegens tijdskrediet of het verminderen van de arbeidsprestaties of een uitkering toegekend in het kader van het stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag.".
Art. 44.In artikel 7bis van het koninklijk besluit van 30 januari 1997Relevante gevonden documenten type wet prom. 28/04/2003 pub. 15/05/2003 numac 2003022481 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Wet betreffende de aanvullende pensioenen en het belastingstelsel van die pensioenen en van sommige aanvullende voordelen inzake sociale zekerheid sluiten4 betreffende het pensioenstelsel der zelfstandigen met toepassing van de artikelen 15 en 27 van de wet van 26 juli 1996 tot modernisering van de sociale zekerheid en tot vrijwaring van de leefbaarheid van de wettelijke pensioenstelsels en van artikel 3, § 1, 4°, van de wet van 26 juli 1996 strekkende tot realisatie van de budgettaire voorwaarden tot deelname van België aan de Europese en Monetaire Unie, ingevoegd bij de wet van 25 april 2014Relevante gevonden documenten type wet prom. 25/04/2014 pub. 06/06/2014 numac 2014203619 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Wet houdende diverse bepalingen inzake sociale zekerheid type wet prom. 25/04/2014 pub. 07/05/2014 numac 2014003195 bron federale overheidsdienst financien Wet houdende diverse bepalingen type wet prom. 25/04/2014 pub. 06/06/2014 numac 2014022262 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Wet tot hervorming van het overlevingspensioen van de zelfstandigen type wet prom. 25/04/2014 pub. 14/05/2014 numac 2014009199 bron federale overheidsdienst justitie Wet houdende diverse bepalingen betreffende Justitie sluiten, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° paragraaf 1 wordt aangevuld met een lid, luidende : "De Koning bepaalt voor de toepassing van deze paragraaf wat moet begrepen worden onder voltijdse dagequivalenten als zelfstandige."; 2° paragraaf 2 wordt vervangen als volgt : " § 2.De Koning bepaalt de nadere regels voor de opening van het recht op de overgangsuitkering wanneer de echtgenoot vóór 1 januari van het jaar van zijn 21ste verjaardag is overleden.".
Art. 45.In artikel 9bis van hetzelfde besluit, ingevoegd bij de wet van 25 april 2014Relevante gevonden documenten type wet prom. 25/04/2014 pub. 06/06/2014 numac 2014203619 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Wet houdende diverse bepalingen inzake sociale zekerheid type wet prom. 25/04/2014 pub. 07/05/2014 numac 2014003195 bron federale overheidsdienst financien Wet houdende diverse bepalingen type wet prom. 25/04/2014 pub. 06/06/2014 numac 2014022262 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Wet tot hervorming van het overlevingspensioen van de zelfstandigen type wet prom. 25/04/2014 pub. 14/05/2014 numac 2014009199 bron federale overheidsdienst justitie Wet houdende diverse bepalingen betreffende Justitie sluiten, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° paragraaf 8 wordt opgeheven;2° paragraaf 9, waarvan de huidige tekst paragraaf 8 zal vormen, wordt vervangen als volgt : " § 8.Boek III, Titel IIbis, van de wet van 15 mei 1984Relevante gevonden documenten type wet prom. 15/05/1984 pub. 21/02/2012 numac 2012201027 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet houdende maatregelen tot harmonisering in de pensioenregelingen type wet prom. 15/05/1984 pub. 03/06/2010 numac 2010000322 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet houdende maatregelen tot harmonisering in de pensioenregelingen Officieuze coördinatie in het Duits type wet prom. 15/05/1984 pub. 06/02/2015 numac 2015000046 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet houdende maatregelen tot harmonisering in de pensioenregelingen. - Duitse vertaling van wijzigingsbepalingen type wet prom. 15/05/1984 pub. 17/11/2015 numac 2015000649 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet houdende maatregelen tot harmonisering in de pensioenregelingen. - Duitse vertaling van wijzigingsbepalingen sluiten wordt niet toegepast op de overgangsuitkering". HOOFDSTUK 4. - Inwerkingtreding
Art. 46.Artikel 28, 2°, heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2014.
Artikel 28, 3°, heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2014.
De artikelen 34, 3° en 35 tot 45 hebben uitwerking met ingang van 1 januari 2015.
Titel 5. - Bepaling betreffende de overgangsuitkering van de werknemers en de zelfstandigen HOOFDSTUK 1. - Wijzigingsbepaling
Art. 47.In artikel 187 van de programmawet (I) van 24 december 2002 worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° er wordt een bepaling onder 1° /1 ingevoegd, luidende : "1° /1.de overgangsuitkeringen toegekend in de pensioenregeling voor werknemers;"; 2° er wordt een bepaling onder 6° /1 ingevoegd, luidende : "6° /1.de overgangsuitkeringen toegekend in het pensioenstelsel der zelfstandigen;". HOOFDSTUK 2. - Inwerkingtreding
Art. 48.Deze titel heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2015.
Titel 6. - Bepaling betreffende de overgangsuitkering van de werknemers, de zelfstandigen en de publieke sector HOOFDSTUK 1. - Wijzigingsbepaling
Art. 49.In artikel 296 van de programmawet (I) van 27 december 2006 worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in § 1, 1°, worden de woorden "en de overgangsuitkeringen" ingevoegd tussen de woorden "de rust- en overlevingspensioenen" en de woorden "ten laste van de pensioenregeling voor werknemers";2° in paragraaf 1, 2°, worden de woorden "de overgangsuitkeringen" ingevoegd tussen de woorden "de rust- en overlevingspensioenen" en de woorden "en de pensioenen als uit de echt gescheiden echtgenoot";3° in paragraaf 1, 3°, worden de woorden "en de overgangsuitkeringen" ingevoegd tussen de woorden "de rust- en overlevingspensioenen" en de woorden "ten laste van de Openbare Schatkist";4° in paragraaf 2 wordt de bepaling onder 1° /1 ingevoegd, luidende : "1° /1.pensioenen : de prestaties bedoeld bij paragraaf 1". HOOFDSTUK 2. - Inwerkingtreding
Art. 50.Deze titel heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2015.
Kondigen deze wet af, bevelen dat zij met `s lands zegel zal worden bekleed en door het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.
Gegeven te Poitiers, 10 augustus 2015.
FILIP Van Koningswege : De minister van Pensioenen, D. BACQUELAINE De minister van Zelfstandigen, W. BORSUS Met 's Lands zegel gezegeld : De Minister van Justitie, K. GEENS _______ Nota (1) Kamer van volksvertegenwoordigers (www.dekamer.be) Stukken : 0069 - 54-1180 Integraal verslag : 23 juli 2015