gepubliceerd op 25 februari 2013
Wet houdende wijzigingen van het koninklijk besluit van 30 januari 1997 betreffende het pensioenstelsel der zelfstandigen met toepassing van de artikelen 15 en 27 van de wet van 26 juli 1996 tot modernisering van de sociale zekerheid en tot vrijwaring van de leefbaarheid van de wettelijke pensioenstelsels en van artikel 3, § 1, 4°, van de wet van 26 juli 1996 strekkende tot realisatie van de budgettaire voorwaarden tot deelname van België aan de Europese Economische en Monetaire Unie en houdende vaststelling van een overgangsregeling met betrekking tot de hervorming van het vervroegd rustpensioen voor zelfstandigen
21 DECEMBER 2012. - Wet houdende wijzigingen van het koninklijk besluit van 30 januari 1997Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 30/01/1997 pub. 10/05/2013 numac 2013000317 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Koninklijk besluit betreffende het pensioenstelsel der zelfstandigen met toepassing van de artikelen 15 en 27 van de wet van 26 juli 1996 tot modernisering van de sociale zekerheid en tot vrijwaring van de leefbaarheid van de wettelijke pensioenstelsels en van artikel 3, § 1, 4°, van de wet van 26 juli 1996 strekkende tot realisatie van de budgettaire voorwaarden tot deelname van België aan de Europese en Monetaire Unie. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende het pensioenstelsel der zelfstandigen met toepassing van de artikelen 15 en 27 van de wet van 26 juli 1996 tot modernisering van de sociale zekerheid en tot vrijwaring van de leefbaarheid van de wettelijke pensioenstelsels en van artikel 3, § 1, 4°, van de wet van 26 juli 1996 strekkende tot realisatie van de budgettaire voorwaarden tot deelname van België aan de Europese Economische en Monetaire Unie en houdende vaststelling van een overgangsregeling met betrekking tot de hervorming van het vervroegd rustpensioen voor zelfstandigen
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
De Kamers hebben aangenomen en Wij bekrachtigen hetgeen volgt : HOOFDSTUK 1. - Algemene bepaling
Artikel 1.Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 78 van de Grondwet. HOOFDSTUK 2. - Wijzigingen van het koninklijk besluit van 30 januari 1997Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 30/01/1997 pub. 10/05/2013 numac 2013000317 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Koninklijk besluit betreffende het pensioenstelsel der zelfstandigen met toepassing van de artikelen 15 en 27 van de wet van 26 juli 1996 tot modernisering van de sociale zekerheid en tot vrijwaring van de leefbaarheid van de wettelijke pensioenstelsels en van artikel 3, § 1, 4°, van de wet van 26 juli 1996 strekkende tot realisatie van de budgettaire voorwaarden tot deelname van België aan de Europese en Monetaire Unie. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende het pensioenstelsel der zelfstandigen met toepassing van de artikelen 15 en 27 van de wet van 26 juli 1996 tot modernisering van de sociale zekerheid en tot vrijwaring van de leefbaarheid van de wettelijke pensioenstelsels en van artikel 3, § 1, 4°, van de wet van 26 juli 1996 strekkende tot realisatie van de budgettaire voorwaarden tot deelname van België aan de Europese Economische en Monetaire Unie
Art. 2.In artikel 3 van het koninklijk besluit van 30 januari 1997Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 30/01/1997 pub. 10/05/2013 numac 2013000317 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Koninklijk besluit betreffende het pensioenstelsel der zelfstandigen met toepassing van de artikelen 15 en 27 van de wet van 26 juli 1996 tot modernisering van de sociale zekerheid en tot vrijwaring van de leefbaarheid van de wettelijke pensioenstelsels en van artikel 3, § 1, 4°, van de wet van 26 juli 1996 strekkende tot realisatie van de budgettaire voorwaarden tot deelname van België aan de Europese en Monetaire Unie. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende het pensioenstelsel der zelfstandigen met toepassing van de artikelen 15 en 27 van de wet van 26 juli 1996 tot modernisering van de sociale zekerheid en tot vrijwaring van de leefbaarheid van de wettelijke pensioenstelsels en van artikel 3, § 1, 4°, van de wet van 26 juli 1996 strekkende tot realisatie van de budgettaire voorwaarden tot deelname van België aan de Europese Economische en Monetaire Unie, gewijzigd bij de programmawetten van 8 juni en 22 december 2008 en bij de wet houdende diverse bepalingen (I) van 29 maart 2012, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in § 2bis, derde lid, worden de woorden « in artikel 16bis, §§ 1 en 2 » vervangen door de woorden « in artikel 16bis, §§ 1, 2 en 2bis »;2° in § 2bis wordt tussen het derde en het vierde lid een lid ingevoegd, luidende : « In afwijking van het eerste lid wordt voor de rustpensioenen die ingaan op 1 januari 2016 de vereiste leeftijdsvoorwaarde vastgesteld overeenkomstig artikel 16bis, § 1, eerste lid, 3° »;3° in § 5, tweede lid, worden de woorden « en van artikel 16bis, § 1 » vervangen door de woorden « en van artikel 16bis, §§ 1 en 2bis ».
Art. 3.In artikel 16bis van hetzelfde koninklijk besluit, ingevoegd bij de wet houdende diverse bepalingen (I) van 29 maart 2012, wordt een § 2bis ingevoegd, luidende : « § 2bis. In afwijking van § 1, eerste lid, 2°, en van § 2, 2°, wordt voor de rustpensioenen die ingaan op 1 januari 2014 de vereiste leeftijdsvoorwaarde vastgesteld overeenkomstig § 1, eerste lid, 1°, en de vereiste loopbaanvoorwaarde overeenkomstig § 2, 1°.
In afwijking van § 1, eerste lid, 3°, en van artikel 3, § 3, tweede lid, wordt voor de rustpensioenen die ingaan op 1 januari 2015 de vereiste leeftijdsvoorwaarde vastgesteld overeenkomstig § 1, eerste lid, 2°, en de vereiste loopbaanvoorwaarde overeenkomstig § 2, 2°. » HOOFDSTUK 3. - Overgangsbepalingen
Art. 4.In afwijking van de leeftijds- en loopbaanvoorwaarden bepaald in artikel 3, § 2bis, eerste en tweede lid, § 3, eerste en tweede lid, en in artikel 16bis, §§ 1 en 2, van hetzelfde koninklijk besluit kan vanaf 1 januari 2013 het vervroegde rustpensioen van de belanghebbende, die geboren is vóór 1 januari 1956 en die uiterlijk op 31 december 2012 een loopbaan bewijst van ten minste 32 kalenderjaren in de zin van artikel 3, § 3, eerste lid, van hetzelfde koninklijk besluit, naar keuze en op zijn verzoek, op zijn vroegst ingaan op de eerste dag van de maand volgend op zijn 62e verjaardag.
De mogelijkheid om overeenkomstig het eerste lid een vervroegd rustpensioen te verkrijgen, is onderworpen aan de voorwaarde dat de belanghebbende een loopbaan bewijst van ten minste 37 kalenderjaren.
Onder kalenderjaren in de zin van het tweede lid wordt verstaan de jaren waarvoor pensioenrechten kunnen worden geopend krachtens een of meer wettelijke Belgische pensioenregelingen in de zin van artikel 3, § 3, derde lid, van hetzelfde koninklijk besluit, of regelingen waarop de Europese verordeningen inzake sociale zekerheid van toepassing zijn of waarop een door België gesloten overeenkomst inzake sociale zekerheid betreffende de pensioenen van werknemers of zelfstandigen van toepassing is.
Art. 5.De Koning neemt, bij een besluit vastgesteld na overleg in de Ministerraad, overgangsmaatregelen aangaande de toekenningsvoorwaarden van het vervroegd rustpensioen voor zelfstandigen van de in artikel 108 van de wet van 28 december 2011Relevante gevonden documenten type wet prom. 28/12/2011 pub. 30/12/2011 numac 2011021115 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet houdende diverse bepalingen sluiten houdende diverse bepalingen bedoelde personen, alsmede voor de zelfstandigen die vóór 28 november 2011 een aanvraag voor een vervroegd rustpensioen hebben ingediend. HOOFDSTUK 4. - Inwerkingtreding
Art. 6.Deze wet treedt in werking op 1 januari 2013 en is van toepassing op de rustpensioenen van de zelfstandigen die daadwerkelijk en voor de eerste maal op zijn vroegst op 1 januari 2013 ingaan.
Kondigen deze wet af, bevelen dat zij met 's Lands zegel zal worden bekleed en door het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.
Gegeven te Brussel, 21 december 2012.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Zelfstandigen, Mevr. S. LARUELLE Met 's Lands zegel gezegeld Voor de Minister van Justitie, afwezig : De Vice-Eerste Minister en Minister van Pensioenen, A. DE CROO _______ Nota's (1) Zitting 2012-2013. Kamer van volksvertegenwoordigers.
Stukken. - Wetsontwerp, 53-2418/1. - Amendementen, 53-2418/2. - Verslag namens de commissie, 53-2418/3. - Tekst aangenomen door de commissie, 53-2418/4. - Amendementen ingediend in de plenaire vergadering, 53-2418/5. - Aanvullend verslag namens de commissie, 53-2418/6. - Tekst aangenomen door de commissie, 53-2418/7. - Tekst aangenomen in plenaire vergadering en overgezonden aan de Senaat, 53-2418/8 - 14.11.2012.
Senaat Stuk. - Ontwerp niet geëvoceerd door de Senaat, 5-1840/1.