19 JANUARI 2017. - Ministerieel besluit van 19 januari 2017 tot aanpassing van de jaarbedragen bedoeld in artikel 107, §§ 2 en 3 van het koninklijk besluit van 22 december 1967 houdende algemeen reglement betreffende het rust- en overlevingspensioen der zelfstandigen

De minister van Zelfstandigen en de Minister van Pensioenen, Gelet op het koninklijk besluit nr. 72 van 10 november 1967 betreffende het rust- en overlevingspensioen der zelfstandigen, artikel 30bis, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 10 augustus 2015Relevante gevonden documenten type wet prom. 10/08/2015 pub. 21/08/2015 numac 2015022279 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Wet tot verhoging van de wettelijke leeftijd voor het rustpension, de voorwaarden voor de toegang tot het vervroegd pensioen en de minimumleeftijd voor het overlevingspensioen sluiten;

Gelet op het koninklijk besluit van 22 december 1967 houdende algemeen reglement betreffende het rust- en overlevingspensioen der zelfstandigen, laatstelijk gewijzigd bij het koninklijk besluit van 27 september 2015;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 8 januari 2016;

Gelet op de akkoordbevinding van de Minister van Begroting, gegeven op 22 januari 2016, Besluit :

Artikel 1.In toepassing van artikel 107, § 5, van het koninklijk besluit van 22 december 1967 houdende algemeen reglement betreffende het rust- en overlevingspensioen der zelfstandigen, worden de in artikel 107, §§ 2 en 3 van het voormeld koninklijk besluit van 22 december 1967 bedoelde jaarbedragen, laatst gewijzigd bij het ministerieel besluit van 20 februari 2015, met ingang van 1 januari 2016, aangepast als volgt : 1° de bedragen van 22.509,00 euro en 18.007,00 euro, bedoeld in paragraaf 2, A, worden respectievelijk gebracht op 22.521,00 euro en 18.017,00 euro; 2° de bedragen van 7.793,00 euro en 6.234,00 euro, bedoeld in paragraaf 2, C, worden respectievelijk gebracht op 7.797,00 euro en 6.238,00 euro; 3° de bedragen van 18.144,00 euro en 14.515,00 euro bedoeld in paragraaf 2, D en E, worden respectievelijk gebracht op 18.154,00 euro en 14.523,00 euro; 4° de bedragen van 18.007,00 euro, 6.234,00 euro, 14.515,00 euro, 3.896,00 euro, 3.117,00 euro, 4.870,00 euro, 3.896,00 euro, 4.536,00 euro en 3.629,00 euro, bedoeld in paragraaf 3, A en B, worden respectievelijk gebracht op 18.017,00 euro, euro, 6.238,00 euro, 14.523,00 euro, 3.899,00 euro, 3.119,00 euro, 4.873,00 euro, 3.899,00 euro, 4.539,00 00 euro en 3.631,00 euro.

Art. 2.Dit besluit treedt in werking op 1 januari 2016.

Brussel, 19 januari 2017.

W. BORSUS D. BACQUELAINE