gepubliceerd op 05 mei 2014
Wet tot wijziging van de samengeordende wetten van 19 december 1939 betreffende de kinderbijslag voor loonarbeiders
4 APRIL 2014. - Wet tot wijziging van de samengeordende wetten van 19 december 1939 betreffende de kinderbijslag voor loonarbeiders (1)
FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
De Kamers hebben aangenomen en Wij bekrachtingen hetgeen volgt :
Artikel 1.Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 78 van de Grondwet.
Art. 2.Het opschrift van de samengeordende wetten van 19 december 1939 betreffende de kinderbijslag voor loonarbeiders wordt vervangen als volgt : "Algemene kinderbijslagwet (AKBW)"
Art. 3.Artikel 1 van dezelfde samengeordende wetten, vervangen bij de wet van 22 december 1989, dat artikel 1/1 wordt, wordt vervangen als volgt : "
Art. 1/1.Is onderworpen aan deze wet : 1° ieder die gevestigd is in België of verbonden aan een in België gevestigde exploitatiezetel en personeel tewerkstelt krachtens een arbeidsovereenkomst;2° ieder die in België een beroepsbezigheid als zelfstandige uitoefent en die is aangesloten bij een sociale verzekeringskas voor zelfstandigen, bedoeld in artikel 20, § 1, van koninklijk besluit nr. 38 van 27 juli 1967 houdende inrichting van het sociaal statuut der zelfstandigen of bij de Nationale Hulpkas voor de Sociale Verzekeringen der Zelfstandigen, bedoeld in artikel 20, § 3, van hetzelfde koninklijk besluit.".
Art. 4.In dezelfde samengeordende wetten wordt het opschrift van hoofdstuk 1 vervangen als volgt : "HOOFDSTUK 1bis. - De onder de wet vallende personen".
Art. 5.In dezelfde samengeordende wetten, wordt een nieuw hoofdstuk 1 ingevoegd met het opschrift "HOOFDSTUK 1. - Definities".
Art. 6.In het nieuwe hoofdstuk 1 van dezelfde samengeordende wetten wordt een artikel 1 ingevoegd, luidende : "
Artikel 1.Voor de toepassing van deze wet, moet worden verstaan onder : 1° "werknemer" : de persoon die verbonden is door een arbeidsovereenkomst;2° "zelfstandige" : de zelfstandige, de helper of de medewerkende echtgenoot in de zin van het koninklijk besluit nr.38 van 27 juli 1967 houdende inrichting van het sociaal statuut der zelfstandigen; 3° "FAMIFED" : het Federaal Agentschap voor de Kinderbijslag.".
Art. 7.In artikel 2 van dezelfde samengeordende wetten, vervangen bij de wet van 22 december 1989 en gewijzigd bij de wet van 22 december 2003, worden de woorden "artikel 1" vervangen door de woorden "artikel 1/1, 1° ".
Art. 8.In artikel 3, vervangen bij de wet van 22 december 1989 en laatstelijk gewijzigd bij het koninklijk besluit van 11 december 2013, wordt het woord "wetten" telkens vervangen door het woord "wet".
Art. 9.In artikel 4 van dezelfde samengeordende wetten, vervangen bij de wet van 22 december 1989, worden de woorden "de Rijksdienst voor kinderbijslag voor werknemers" vervangen door de woorden "het Federaal Agentschap voor de Kinderbijslag (FAMIFED)" en wordt het woord "wetten" vervangen door het woord "wet".
Art. 10.In dezelfde samengeordende wetten wordt het opschrift van hoofdstuk II vervangen als volgt : "HOOFDSTUK 2. - Verplichting voor de onder de wet vallende personen om zich aan te sluiten bij een kinderbijslagfonds of bij het Federaal agentschap voor de Kinderbijslag"
Art. 11.In artikel 15 van dezelfde samengeordende wetten, waarvan de bestaande tekst paragraaf 1 zal vormen, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in het eerste lid, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 25 oktober 1960, worden de woorden "compensatiekas voor gezinsvergoedingen" vervangen door de woorden "vrij kinderbijslagfonds";2° in hetzelfde eerste lid, worden de woorden "bijzondere kas" vervangen door de woorden "bijzonder kinderbijslagfonds" en worden de woorden "van de bij artikel 2 van de wet van 26 juli 1960 opgerichte Rijksdienst voor kinderbijslag voor werknemers" vervangen door de woorden "van FAMIFED";3° in het derde lid, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 25 oktober 1960, worden de woorden "een enkele compensatiekas" vervangen door de woorden "één enkel kinderbijslagfonds" en worden de woorden "de Rijksdienst" vervangen door het woord "FAMIFED";4° in hetzelfde derde lid, wordt het woord "arbeiders" vervangen door het woord "werknemers";5° in hetzelfde derde lid, worden de woorden "bijzondere kas" vervangen door de woorden "bijzonder kinderbijslagfonds";6° in het vijfde lid, vervangen bij de wet van 29 april 1996, wordt het woord "compensatiekas" vervangen door het woord "kinderbijslagfonds" en worden de woorden "de Rijksdienst" vervangen door het woord "FAMIFED";7° in hetzelfde vijfde lid, wordt het woord "arbeiders" vervangen door het woord "werknemers";8° in het zesde lid, ingevoegd bij de wet van 8 juni 2008, worden in de Franse tekst de woorden "du travailleur" vervangen door de woorden "du travailleur salarié";9° het artikel wordt aangevuld met de paragrafen 2, 3 en 4 luidende : " § 2.De zelfstandige hangt voor de toekenning en de betaling van zijn gezinsbijslag af van de kinderbijslaginstelling die overeenkomstig § 3 wordt aangewezen.
De tussenkomst van het vrije kinderbijslagfonds of FAMIFED is kosteloos voor de zelfstandige. Zij heeft betrekking op dezelfde periodes van aansluiting als deze bij zijn sociaal verzekeringsfonds voor zelfstandigen. § 3. Elk sociaal verzekeringsfonds voor zelfstandigen, bedoeld in artikel 20, § 1, van het voormeld koninklijk besluit nr. 38 van 27 juli 1967, draagt zijn opdracht om gezinsbijslag toe te kennen en te betalen door middel van een overeenkomst over aan het vrije kinderbijslagfonds dat deel uitmaakt van hetzelfde administratieve complex als dat waaraan dit sociaal verzekeringsfonds is verbonden.
Wanneer het sociaal verzekeringsfonds voor zelfstandigen, bedoeld in artikel 20, § 1, van het voormeld koninklijk besluit nr. 38 van 27 juli 1967, van geen enkel administratief complex deel uitmaakt of deel uitmaakt van een administratief complex waartoe geen kinderbijslagfonds behoort, dan draagt het deze opdracht door middel van een overeenkomst over aan het kinderbijslagfonds van diens keuze of aan FAMIFED. De sociale verzekeringsfondsen bedoeld in het tweede lid beschikken over een termijn van zestig dagen om hun keuze te maken. Deze termijn vangt aan op 1 mei 2014, of, voor degene die na 30 juni 2014 worden opgericht, op de dag waarop ze rechtspersoonlijkheid verwerven.
Het Beheerscomité legt de verplichte vermeldingen vast die de in het eerste en tweede lid bedoelde overeenkomst moet bevatten. Het Beheerscomité keurt de overeenkomst goed na verificatie van de verplichte vermeldingen. Het onderzoek door het Beheerscomité heeft enkel betrekking op de naleving van de voorwaarde betreffende de verplichte vermeldingen.
De bepalingen van de vier bovenstaande leden, gelden onverminderd de bepalingen van artikel 175/3.
De bevoegdheid wordt overgedragen aan één kinderbijslagfonds of aan FAMIFED en betreft alle zelfstandigen die aangesloten zijn bij de in het eerste en tweede lid bedoelde sociale verzekeringsfondsen.
Het sociaal verzekeringsfonds waarbij de zelfstandige is aangesloten, staat in voor de administratieve stappen ten aanzien van het vrij kinderbijslagfonds of van FAMIFED. § 4. Zijn, voor de toekenning en de betaling van de gezinsbijslag, van rechtswege aan FAMIFED onderworpen : 1° de zelfstandige die is aangesloten bij een sociaal verzekeringsfonds voor zelfstandigen, bedoeld in artikel 20, § 1, van het voornoemd koninklijk besluit nr.38 van 27 juli 1967, dat van geen enkel administratief complex deel uitmaakt of dat deel uitmaakt van een administratief complex waartoe geen kinderbijslagfonds behoort en dat geen keuze heeft gemaakt zoals bedoeld in § 3, tweede lid; 2° de zelfstandige die is aangesloten bij de Nationale Hulpkas voor de Sociale Verzekeringen der Zelfstandigen, bedoeld in artikel 20, § 3, van hetzelfde koninklijk besluit. De tussenkomst van FAMIFED is kosteloos voor de zelfstandige. Zij heeft betrekking op dezelfde perioden van aansluiting als deze bij zijn sociaal verzekeringsfonds voor zelfstandigen.".
Art. 12.In artikel 16 van dezelfde samengeordende wetten worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in de inleidende zin wordt het woord "compensatiekas" vervangen door het woord "kinderbijslagfonds";2° in b) worden de woorden "andere compensatiekas" vervangen door de woorden "ander kinderbijslagfonds".
Art. 13.In artikel 17 van dezelfde samengeordende wetten, worden de woorden "primaire kassen" vervangen door de woorden "vrije kinderbijslagfondsen".
Art. 14.In artikel 18 van dezelfde samengeordende wetten, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in het eerste lid, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 30 december 1992, worden de woorden "enkele compensatiekas" vervangen door de woorden "enkel kinderbijslagfonds";2° in hetzelfde eerste lid, worden de woorden "compensatiekassen voor kinderbijslag" vervangen door het woord "kinderbijslagfondsen";3° in het tweede lid, vervangen bij de wet van 2 augustus 2002, wordt het woord "kinderbijslaginstelling" vervangen door het woord "kinderbijslagfonds";4° in het vierde lid, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 27 mei 2004, wordt het woord "compensatiekas" vervangen door het woord "kinderbijslagfonds".
Art. 15.In artikel 18bis van dezelfde samengeordende wetten, ingevoegd bij de wet van 1 augustus 1985, worden de woorden "de Rijksdienst voor kinderbijslag voor werknemers" vervangen door het woord "FAMIFED" en worden de woorden "deze wetten" vervangen door de woorden "deze wet".
Art. 16.In dezelfde samengeordende wetten wordt het opschrift van hoofdstuk III vervangen als volgt : "HOOFDSTUK 3. - Kinderbijslagfondsen".
Art. 17.In dezelfde samengeordende wetten wordt het opschrift van sectie I van hoofdstuk III vervangen als volgt : "Sectie 1. - Vrije kinderbijslagfondsen".
Art. 18.In artikel 19 van dezelfde samengeordende wetten, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in het eerste lid, worden de woorden "compensatiekassen voor gezinsvergoedingen" vervangen door de woorden "vrije kinderbijslagfondsen";2° in het tweede lid, gewijzigd bij de wet van 27 december 2004, worden de woorden "der kas" vervangen door de woorden "van het vrije kinderbijslagfonds" en worden de woorden "en sociale verzekeringsfondsen" ingevoegd tussen de woorden "der aangesloten werkgevers" en de woorden ", alles in dubbel exemplaar";3° het derde lid wordt aangevuld met de woorden "en tegenover de naam van ieder aangesloten sociaal verzekeringsfonds, het aantal zelfstandigen dat bij dit fonds is aangesloten".
Art. 19.In artikel 20, eerste lid, van dezelfde samengeordende wetten, vervangen bij de wet van 27 december 2004, wordt het woord "vrij" ingevoegd tussen de woorden "moet een" en "kinderbijslagfonds".
Art. 20.Artikel 20bis van dezelfde samengeordende wetten, ingevoegd bij de wet van 27 december 2004, waarvan de bestaande tekst paragraaf 1 zal vormen, wordt aangevuld met een paragraaf 2, luidende : " § 2. Het sociale verzekeringsfonds dat de opdracht om gezinsbijslag toe te kennen en te betalen heeft overgedragen op grond van artikel 15, § 3, eerste of tweede lid, is een lid van de vereniging. De zelfstandige die is aangesloten bij het sociale verzekeringsfonds, beschikt niet over deze hoedanigheid.".
Art. 21.In artikel 22bis, § 1, van dezelfde samengeordende wetten, ingevoegd bij de wet van 27 december 2004, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in het eerste lid worden de woorden "of sociaal verzekeringsfonds," ingevoegd tussen de woorden "van aangesloten werkgever" en de woorden "onder de voorwaarden";2° in het tweede lid worden de woorden "per aangesloten werkgever" vervangen door de woorden "per aangesloten werkgever of sociaal verzekeringsfonds" en worden de woorden "werkgevers onderling" vervangen door de woorden "werkgevers en sociale verzekeringsfondsen";3° in het derde lid worden de woorden "of sociaal verzekeringsfonds" ingevoegd tussen de woorden "al dan niet werkgever" en de woorden ", die tevens in de raad".
Art. 22.In artikel 22quater, eerste lid, van dezelfde samengeordende wetten, ingevoegd bij de wet van 27 december 2004, worden de woorden ", van deze wetten" opgeheven.
Art. 23.In artikel 23 van dezelfde samengeordende wetten, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in het eerste lid, gewijzigd bij de wet van 30 december 1992, worden de volgende wijzigingen aangebracht : a) in de inleidende zin worden de woorden "der compensatiekassen" vervangen door de woorden "van de vrije kinderbijslagfondsen";b) in de bepaling onder 2° worden de woorden "en sociale verzekeringsfondsen" ingevoegd tussen de woorden "de betrokken werkgevers" en de woorden "moeten behoren";c) in de bepaling onder 3° worden de woorden "en sociale verzekeringsfondsen" ingevoegd tussen de woorden "aangesloten werkgevers" en het woord "dienen"; d) het lid wordt aangevuld met de bepaling onder 4°, luidende : "4° het totaal van de personen die door de aangesloten werkgevers worden tewerkgesteld en de zelfstandigen die bij de aangesloten sociaal verzekeringsfondsen zijn aangesloten, bedraagt minstens drieduizend."; 2° het tweede lid wordt opgeheven;3° in het derde lid, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 23 januari 1976, dat het tweede lid wordt, worden de woorden "aangesloten en vijftienhonderd arbeiders" vervangen door de woorden "aangesloten werkgevers en sociale verzekeringsfondsen enerzijds en vijftienhonderd tewerkgestelde personen en zelfstandigen anderzijds".
Art. 24.In artikel 24 van dezelfde samengeordende wetten, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in het tweede lid, gewijzigd bij de wet van 30 december 1992, worden de woorden ", sociale verzekeringsfondsen," ingevoegd tussen de woorden "de aangesloten werkgevers" en de woorden "alsmede de personen";2° in het derde lid, b) worden de woorden "bij benedenstaand artikel 156" vervangen door de woorden "in het Sociaal Strafwetboek";3° in het vierde lid, gewijzigd bij de wet van 30 december 1992, wordt het woord "compensatiekassen" vervangen door het woord "vrije kinderbijslagfondsen";4° in het zesde lid, vervangen bij het koninklijk besluit van 25 oktober 1960, worden de woorden "de Rijksdienst voor kinderbijslag voor werknemers" vervangen door het woord "FAMIFED";5° in het zevende lid, vervangen bij de wet van 12 augustus 2000, wordt het woord "vrije" ingevoegd tussen het woord "betrokken" en het woord "kinderbijslagfonds";6° in het achtste lid, vervangen door het koninklijk besluit nr.68 van 10 november 1967, worden de woorden "minister van Sociale Voorzorg" vervangen door de woorden "minister bevoegd voor Sociale Zaken".
Art. 25.In artikel 26, eerste lid, van dezelfde samengeordende wetten, gewijzigd door de wet van 27 december 2004, wordt het woord "compensatiekassen" vervangen door de woorden "vrije kinderbijslagfondsen".
Art. 26.Artikel 28 van dezelfde samengeordende wetten, vervangen bij de wet van 29 maart 2012 en gewijzigd bij de wet van 21 december 2013, wordt als volgt gewijzigd : 1° in het eerste lid worden de volgende wijzigingen aangebracht : a) in de eerste zin worden de woorden "de Rijksdienst voor Kinderbijslag voor Werknemers" vervangen door het woord "FAMIFED" en wordt het woord "vrij" ingevoegd tussen het woord "een" en het woord "kinderbijslagfonds";b) in a) wordt het woord "vrije" ingevoegd tussen de woorden "van de" en het woord "kinderbijslagfondsen";c) in d) wordt het woord "fonds" vervangen door het woord "vrij kinderbijslagfonds";2° in het tweede lid wordt het woord "vrije" ingevoegd tussen de woorden "aan het" en het woord "kinderbijslagfonds";3° in het derde lid wordt het woord "vrije" ingevoegd tussen de woorden "kan het" en het woord "kinderbijslagfonds", worden de woorden "bevoegde minister" vervangen door de woorden "minister bevoegd voor Sociale Zaken" en worden de woorden "Rijksdienst" vervangen door het woord "FAMIFED";4° in het vierde lid worden de volgende wijzigingen aangebracht : a) in de eerste zin worden de woorden "de Rijksdienst" vervangen door het woord "FAMIFED";b) in de bepaling onder a) wordt het woord "vrije" ingevoegd tussen de woorden "van de" en het woord "kinderbijslagfondsen";c) in de bepaling onder d) wordt het woord "vrij" ingevoegd tussen de woorden "wanneer een" en het woord "kinderbijslagfonds" en worden de woorden "kinderbijslagregeling voor werknemers" vervangen door het woord "kinderbijslagregeling";d) in de bepaling onder e) wordt het woord "vrije" ingevoegd tussen de woorden "van het" en het woord "kinderbijslagfonds";e) in de bepaling onder f) wordt het woord "fonds" vervangen door de woorden "vrij kinderbijslagfonds" en worden de woorden "kinderbijslagregeling voor werknemers" vervangen door het woord "kinderbijslagregeling";5° In het vijfde en het zesde lid worden de woorden "de Rijksdienst" telkens vervangen door het woord "FAMIFED" en wordt het woord "vrije" telkens ingevoegd tussen het woord "het" en het woord "kinderbijslagfonds".
Art. 27.In artikel 29 van dezelfde samengeordende wetten worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in het eerste lid worden de volgende wijzigingen aangebracht : a) de woorden "en sociale verzekeringsfondsen" worden ingevoegd tussen de woorden "het aantal werkgevers" en de woorden "die bij";b) de woorden "de compensatiekas" worden vervangen door de woorden "het vrije kinderbijslagfonds";c) de woorden "alinea 4" worden vervangen door de woorden "het eerste lid, 3°, ".2° in het tweede lid worden de volgende wijzigingen aangebracht : a) de woorden "het aantal door gezegde werkgevers aan den arbeid gebezigde personen" worden vervangen door de woorden "het totaal van de personen die door de aangesloten werkgevers worden tewerkgesteld en de zelfstandigen die bij de sociale verzekeringsfondsen zijn aangesloten";b) de woorden "artikel 23, alinea 5," worden vervangen door de woorden "artikel 23, eerste lid, 4° ";c) de woorden "artikel 23, alinea 6" worden vervangen door de woorden "artikel 23, tweede lid".
Art. 28.In dezelfde samengeordende wetten, wordt het opschrift van sectie II van hoofdstuk III vervangen als volgt : "Sectie 2. De bijzondere kinderbijslagfondsen en het Federaal Agentschap voor de Kinderbijslag"
Art. 29.In artikel 31 van dezelfde samengeordende wetten, waarvan de bestaande tekst paragraaf 1 zal vormen, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in het eerste lid wordt het woord "compensatiekassen" vervangen door het woord "kinderbijslagfondsen";2° in het tweede lid wordt het woord "kassen" vervangen door het woord "kinderbijslagfondsen";3° in het vierde lid worden de woorden "bijzondere kas" vervangen door de woorden "bijzonder kinderbijslagfonds";4° in het vijfde lid wordt het woord "compensatiekassen" vervangen door het woord "kinderbijslagfondsen";5° in het achtste lid, worden de woorden "bijzondere kas" vervangen door de woorden "bijzonder kinderbijslagfonds";6° in het negende lid wordt het woord "kassen" vervangen door het woord "kinderbijslagfondsen" en worden de woorden "bevoegde minister" vervangen door de woorden "minister bevoegd voor Sociale Zaken";7° in het tiende lid, wordt het woord "kassen" telkens vervangen door het woord "kinderbijslagfondsen";8° in het elfde lid, ingevoegd bij de besluitwet van 28 februari 1947, worden de woorden "speciale compensatiekassen voor kinderbijslag" vervangen door de woorden "bijzondere kinderbijslagfondsen";9° het dertiende lid, ingevoegd bij de wet van 27 maart 1951, wordt als volgt gewijzigd : a) in de inleidende zin wordt het woord "compensatiekassen" vervangen door het woord "kinderbijslagfondsen";b) in 1°, wordt het woord "arbeiders" telkens vervangen door het woord "werknemers";10° in het veertiende lid, ingevoegd bij de wet van 27 maart 1951, wordt het woord "arbeiders" vervangen door het woord "werknemers".11° het artikel wordt aangevuld met een paragraaf 2, luidende : " § 2.Vanaf 1 januari 2015 zijn de ondernemers van lading, lossing en versjouwing van koopwaren in de havens, losplaatsen, stapelplaatsen en stations in de streken waar de bevolking zeehandel drijft, van rechtswege aangesloten bij het vrije kinderbijslagfonds "Mensura Kinderbijslag vzw" of zijn rechtsopvolger. "Mensura Kinderbijslag vzw" treedt in de rechten en plichten van het bijzondere kinderbijslagfonds bedoeld in artikel 1, 1°, van het koninklijk besluit van 3 december 1930 houdende instelling en inrichting van bijzondere kassen voor gezinsvergoedingen, wat betreft de ondernemers die bij dit bijzonder fonds waren aangesloten vóór 1 januari 2015."; 12° het artikel wordt aangevuld met een paragraaf 3, luidende : " § 3.Vanaf 1 januari 2015, zijn de ondernemers van binnenscheepvaart in de streken waar de bevolking zeehandel drijft, van rechtswege aangesloten bij het vrije kinderbijslagfonds "Group S - Kinderbijslag vzw" of zijn rechtsopvolger. "Group S - Kinderbijslag vzw" treedt in de rechten en plichten van het bijzondere kinderbijslagfonds bedoeld in artikel 1, 4°, van het koninklijk besluit van 3 december 1930 houdende instelling en inrichting van bijzondere kassen voor gezinsvergoedingen, wat betreft de ondernemers die bij dit bijzonder fonds aangesloten waren vóór 1 januari 2015.
De Koning wijzigt de benaming van het in het eerste lid bedoelde bijzondere kinderbijslagfonds en herstructureert zijn activiteiten wat betreft zijn resterende opdracht bedoeld in artikel 41 van het koninklijk besluit van 28 november 1969 tot uitvoering van de wet van 27 juni 1969 tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders. De bepalingen van § 1, negende, dertiende en veertiende lid, evenals de maatregelen genomen ter uitvoering hiervan, blijven bij wijze van overgangsmaatregel, van kracht tot aan de datum van inwerkingtreding van het door de Koning genomen besluit.".
Art. 30.In artikel 32, eerste lid, van dezelfde samengeordende wetten, vervangen bij de wet van 22 december 1989 en laatstelijk gewijzigd bij de wet van 30 december 1992, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in de inleidende zin worden de woorden "Bijzondere Compensatiekas" vervangen door de woorden "bijzonder kinderbijslagfonds";2° in 10°, worden de woorden "de gezinsbijslag voor werknemers" vervangen door de woorden "de gezinsbijslag".
Art. 31.In artikel 33 van dezelfde samengeordende wetten, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in het eerste lid, vervangen bij het koninklijk besluit van 25 oktober 1960, worden de woorden "de Rijksdienst voor kinderbijslag voor werknemers" vervangen door het woord "FAMIFED", worden de woorden "vrije compensatiekas" vervangen door de woorden "vrij kinderbijslagfonds" en wordt het woord "kassen" vervangen door het woord "kinderbijslagfondsen;2° in het tweede lid, vervangen bij de wet van 22 februari 1998 en laatstelijk gewijzigd bij de wet van 22 december 2008, worden de woorden "de Rijksdienst" vervangen door het woord "FAMIFED";3° in het tweede lid, 4°, c), ingevoegd bij de wet van 24 december 2002 en gewijzigd bij de wet van 22 december 2008, wordt het woord "fonds" vervangen door de woorden "bijzondere kinderbijslagfonds";4° in het derde lid, vervangen door het koninklijk besluit van 25 oktober 1960, worden de woorden "De Rijksdienst" vervangen door het woord "FAMIFED";5° in het vierde lid, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 25 oktober 1960, wordt het woord "kassen" vervangen door het woord "kinderbijslagfondsen" en worden de woorden "de Rijksdienst" vervangen door het woord "FAMIFED".
Art. 32.Artikel 33bis van dezelfde samengeordende wetten, ingevoegd bij het koninklijk besluit nr. 65 van 10 november 1967, wordt opgeheven.
Art. 33.In dezelfde samengeordende wetten wordt het opschrift van hoofdstuk IV vervangen als volgt : "HOOFDSTUK 4. - Voorwaarden van aansluiting bij de kinderbijslagfondsen of bij het federaal agentschap voor kinderbijslag".
Art. 34.In artikel 34 van dezelfde samengeordende wetten, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in het eerste lid, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 11 oktober 1989, worden de woorden "personen" vervangen door de woorden "werkgevers die nog niet bij een kinderbijslagfonds zijn aangesloten";2° in hetzelfde eerste lid worden de woorden "na den datum vastgesteld door het bij artikel 176 voorzien koninklijk besluit" opgeheven;3° in hetzelfde eerste lid worden de woorden "bijzondere kassen" vervangen door de woorden "bijzondere kinderbijslagfondsen" en de woorden "vrije kas" vervangen door de woorden "vrij kinderbijslagfonds";4° in het tweede lid, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 25 oktober 1960, worden de woorden "geen enkele vrije toegelaten kas" vervangen door de woorden "geen enkel toegelaten vrij kinderbijslagfonds" en worden de woorden "de Rijksdienst voor kinderbijslag voor werknemers" vervangen door het woord "FAMIFED";5° in het derde lid, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 25 oktober 1960, worden de woorden "de door hen gekozen vrije toegelaten kas" vervangen door de woorden "het door hen gekozen toegelaten vrije kinderbijslagfonds" en worden de woorden "de Rijksdienst voor kinderbijslag voor werknemers" vervangen door het woord "FAMIFED".
Art. 35.In artikel 35 van dezelfde samengeordende wetten, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 25 oktober 1960, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in het eerste lid worden de volgende wijzigingen aangebracht : a) de woorden "vrije toegelaten kas" worden vervangen door de woorden "toegelaten vrij kinderbijslagfonds";b) de woorden "bijzondere kas" worden vervangen door de woorden "bijzonder kinderbijslagfonds";c) de woorden "andere toegelaten kas" worden vervangen door de woorden "ander toegelaten vrij kinderbijslagfonds";2° in het tweede lid worden de woorden "andere vrije toegelaten kas" vervangen door de woorden "ander toegelaten vrij kinderbijslagfonds" en worden de woorden "de Rijksdienst voor kinderbijslag voor werknemers" vervangen door het woord "FAMIFED";3° in het derde lid worden de volgende wijzigingen aangebracht : a) de woorden "de door hen gekozen toegelaten kas" worden vervangen door de woorden "het door hen gekozen toegelaten kinderbijslagfonds";b) de woorden "de vrije toegelaten kas" worden vervangen door de woorden "het toegelaten vrije kinderbijslagfonds".c) de woorden "de Rijksdienst voor kinderbijslag voor werknemers" worden vervangen door het woord "FAMIFED".
Art. 36.In artikel 38, § 1, van dezelfde samengeordende wetten, vervangen bij de wet van 27 december 2004, worden de woorden "de Rijksdienst voor kinderbijslag voor werknemers" telkens vervangen door het woord "FAMIFED".
Art. 37.In artikel 40 van dezelfde samengeordende wetten, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 24 december 2002, worden in de Franse tekst de woorden "Les caisses de compensation pour allocations familiales" vervangen door de woorden "Les caisses d'allocations familiales".
Art. 38.In artikel 42 van dezelfde samengeordende wetten, vervangen bij het koninklijk besluit van 21 april 1997, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in paragraaf 1, eerste lid, gewijzigd bij de wet van 24 december 2002, worden de woorden "deze wetten" vervangen door de woorden "deze wet";2° in dezelfde paragraaf 1, eerste lid, worden de woorden "het koninklijk besluit van 8 april 1976 houdende regeling van de gezinsbijslag ten voordele van de zelfstandigen," opgeheven;3° in dezelfde paragraaf 1, derde lid, gewijzigd bij de wet van 12 augustus 2000, wordt het woord "cumulatieve" ingevoegd tussen de woorden "onder de volgende" en het woord "voorwaarden";4° in paragraaf 2, worden de woorden "of overeenkomstig artikel 33 van voormeld koninklijk besluit van 8 april 1976," opgeheven;5° een paragraaf 2/1 wordt ingevoegd, luidende : " § 2/1.Het verdwenen kind neemt, in de hierboven bedoelde groepen van rechtgevende kinderen, een fictieve rang in binnen de grenzen van artikel 62, § 9."; 6° in paragraaf 3, worden de woorden "of bij artikel 18 van het voormeld koninklijk besluit van 8 april 1976" opgeheven en worden de woorden " §§ 1 en 2" vervangen door de woorden " §§ 1, 2 en 2/1,".
Art. 39.In artikel 42bis van dezelfde samengeordende wetten, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 29 juni 1967 en vervangen bij de wet van 27 december 2006 worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in paragraaf 1, 4°, worden de woorden "of na het begin van activiteit die aanleiding geeft tot onderworpenheid aan het koninklijk besluit nr.38 van 27 juli 1967 houdende inrichting van het sociaal statuut der zelfstandigen," ingevoegd tussen de woorden "de samengeordende wetten betreffende de kinderbijslag voor loonarbeiders," en de woorden "rechtgevend waren"; 2° paragraaf 1 wordt aangevuld met de bepaling onder 5° luidende : "5° van een rechthebbende beoogd in artikel 56terdecies die geniet van de bepalingen van het koninklijk besluit van 18 november 1996 houdende invoering van een sociale verzekering ten gunste van zelfstandigen, in geval van faillissement, daarmee gelijkgestelde situaties of gedwongen stopzetting."; 3° in paragraaf 3, wordt een derde lid ingevoegd, luidende : "Voor de volledig uitkeringsgerechtigde werkloze die, vanaf de zevende maand werkloosheid, een zelfstandige activiteit begint, wordt de in § 2 bedoelde toeslag toegekend onder dezelfde voorwaarden als deze voorzien in het tweede lid.De toelage wordt toegekend gedurende de rest van het kwartaal waarin de zelfstandige activiteit begint en in de acht daaropvolgende kwartalen. Dit mag er echter niet toe leiden dat de totale duur van de periode waarin de in § 2 bedoelde toeslag wordt verleend, acht kwartalen overschrijdt, te rekenen vanaf het kwartaal dat volgt op het kwartaal waarin de zelfstandige activiteit aanvangt." 4° er wordt een paragraaf 3/1 ingevoegd, luidende : " § 3/1.De in § 1, 5°, bedoelde rechthebbende, geniet van de in § 2 bedoelde toeslag gedurende de volledige periode van de toekenning van de sociale verzekeringsuitkering bedoeld in artikel 3, 1°, van het voornoemd koninklijk besluit van 18 november 1996. Deze periode bedraagt maximum 4 kwartalen."; 5° in paragraaf 4, eerste lid, worden de woorden " § 1, 1° en 2° " vervangen door de woorden " § 1, 1°, 2° en 5° ".
Art. 40.Artikel 46, tweede lid, van dezelfde samengeordende wetten, vervangen bij het koninklijk besluit van 23 januari 1976, wordt vervangen als volgt : "Alvorens van dit voorrecht gebruik te maken raadpleegt de regering het Beheerscomité van FAMIFED.".
Art. 41.In artikel 47bis van dezelfde samengeordende wetten, ingevoegd bij het koninklijk besluit nr. 122 van 30 december 1982, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in het eerste lid, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 9 juli 2004, worden de woorden "deze wetten" vervangen door de woorden "deze wet";2° in het tweede lid, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 9 juli 2004, worden de woorden "deze wetten" vervangen door de woorden "deze wet" en wordt in de Franse tekst het woord "travailleur" vervangen door de woorden "travailleur salarié"; 3° tussen het tweede en het derde lid, dat het vierde lid wordt, wordt een nieuw lid ingevoegd, luidende : "Het tweede lid is eveneens van toepassing ten voordele van de kinderen die rechtgevend waren op de kinderbijslag overeenkomstig de artikelen 20, 20bis, 26, 28 en 35 van het voormeld koninklijk besluit van 8 april 1976, zoals ze bestonden vóór ze werden gewijzigd bij het koninklijk besluit van 5 november 1987 tot wijziging van het koninklijk besluit van 8 april 1976 houdende regeling van de gezinsbijslag ten voordele van de zelfstandigen.".
Art. 42.In artikel 48, tweede lid, 2°, van dezelfde samengeordende wetten, ingevoegd bij de wet van 20 juli 2006, wordt het woord "wetten" vervangen door het woord "wet".
Art. 43.In artikel 50ter van dezelfde samengeordende wetten, ingevoegd bij de besluitwet van 28 februari 1947 en laatstelijk gewijzigd bij de wet van 27 december 2005, wordt het woord "werknemer" vervangen door de woorden "werknemer of zelfstandige".
Art. 44.In artikel 50quater van dezelfde samengeordende wetten, ingevoegd bij de belsuitwet van 8 maart 1962 en gewijzigd bij de wet van 26 juni 2002, wordt het woord "kinderbijslagfondsen" vervangen door het woord "kinderbijslaginstellingen".
Art. 45.In artikel 50septies van dezelfde samengeordende wetten, ingevoegd bij de wet van 30 juni 1981 en laatstelijk gewijzigd bij de wet van 8 juni 2008, wordt het woord "werknemers" vervangen door de woorden "werknemers of zelfstandigen".
Art. 46.In dezelfde samengeordende wetten wordt het opschrift van sectie 2 van hoofdstuk V vervangen als volgt : "Sectie 2. - Personen die op kinderbijslag aanspraak kunnen maken en rechtgevende kinderen".
Art. 47.In artikel 51 van dezelfde samengeordende wetten, vervangen bij de wet van 22 december 1989, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° paragraaf 1, gewijzigd bij de wet van 12 augustus 2000, wordt aangevuld met de bepalingen onder 5° en 6°, luidende : "5° de zelfstandige die onderworpen is aan het koninklijk besluit nr. 38 van 27 juli 1967 en die de bijdragen verschuldigd is beoogd in artikel 12, § 1, of § 1ter, van hetzelfde besluit; 6° de zelfstandige die de sociale bijdragen beoogd in artikel 12, § 2, of artikel 13, § 1, van het koninklijk besluit nr.38 van 27 juli 1967 verschuldigd is, voor zover hij geen recht op gezinsbijslag kan openen krachtens een andere bepaling van deze wet."; 2° in paragraaf 2, vervangen bij de wet van 22 december 2008, worden de woorden "de persoon die een in artikel 42bis, § 1, 4°, bedoelde activiteit uitoefent en de personen bedoeld in de artikelen 55 tot 56bis en 56quater tot 57" vervangen door de woorden "de in de artikelen 42bis, § 1, 4° en 5°, en § 3, derde lid, 55 tot 56bis en 56quater tot 57 bedoelde personen";3° in paragraaf 3, eerste lid, 5°, worden de woorden "deze wetten of de kinderbijslagregeling voor zelfstandigen, behalve indien de rechthebbende in die laatste regeling een broer of een zuster is die geen deel uitmaakt van hetzelfde gezin" vervangen door de woorden "deze wet";4° in paragraaf 4, vervangen bij de wet van 24 december 1999, worden de volgende wijzigingen aangebracht : a) in het eerste lid worden de woorden "de minister van Sociale Zaken of de ambtenaar van het ministerie van Sociale Zaken, Volksgezondheid en Leefmilieu" vervangen door de woorden "de bevoegde minister of de ambtenaar van de Federale Overheidsdienst Sociale Zekerheid";b) in hetzelfde eerste lid, wordt het woord "werknemer" vervangen door de woorden "werknemer of zelfstandige";c) in het tweede lid worden de woorden "minister van Sociale Zaken" vervangen door de woorden "bevoegde minister" en worden de woorden "de Rijksdienst voor kinderbijslag voor werknemers" vervangen door het woord "FAMIFED".
Art. 48.In artikel 52 van dezelfde samengeordende wetten, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in het tweede lid, vervangen bij de wet van 24 december 1999 en gewijzigd bij de wet van 22 december 2008, worden de woorden "minister van Sociale Zaken of de ambtenaar van het Ministerie van Sociale Zaken, Volksgezondheid en Leefmilieu" vervangen door de woorden "bevoegde minister of de ambtenaar van de Federale Overheidsdienst Sociale Zekerheid";2° in het derde lid, vervangen bij de wet van 24 december 1999, worden de woorden "minister van Sociale Zaken" vervangen door de woorden "bevoegde minister" en worden de woorden "de Rijksdienst voor kinderbijslag voor werknemers" vervangen door het woord "FAMIFED".
Art. 49.In artikel 53 van dezelfde samengeordende wetten, hersteld bij de wet van 22 december 1989, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° paragraaf 1, laatstelijk gewijzigd bij het koninklijk besluit van 15 oktober 2010, wordt als volgt gewijzigd : a) de woorden "Voor de toepassing van deze wetten" worden vervangen door de woorden "Voor de toepassing van deze wet";b) in de Franse tekst van paragraaf 1, wordt het woord "travailleur" telkens vervangen door de woorden "travailleur salarié";2° in paragraaf 2, worden de woorden "krachtens deze wetten" telkens vervangen door de woorden "krachtens deze wet";3° er wordt een paragraaf 2/1 ingevoegd, luidende : " § 2/1.Voor de toepassing van deze wet wordt de zelfstandige die, in het raam van zijn militieverplichtingen, zich bevindt in een van de toestanden bedoeld in artikel 31, § 1, van het koninklijk besluit van 22 december 1967 houdende algemeen reglement betreffende het rust- en overlevingspensioen der zelfstandigen, beschouwd als een zelfstandige die een zelfstandige activiteit uitoefent.
Het voordeel van deze paragraaf kan slechts worden ingeroepen indien de belanghebbende de hoedanigheid van rechthebbende bezat gedurende het kwartaal in de loop waarvan de in het voornoemd artikel 31 bedoelde periodes aanvingen, of gedurende het voorafgaand kwartaal.".
Art. 50.In artikel 54, § 5, eerste lid, van dezelfde samengeordende wetten, ingevoegd bij de wet van 12 augustus 2000, worden de woorden "deze wetten" vervangen door de woorden "deze wet".
Art. 51.In artikel 55 van dezelfde samengeordende wetten, vervangen bij de wet van 1 augustus 1985, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in het vierde lid, gewijzigd bij het koninklijk besluit nr.534 van 31 maart 1987 en bij de wet van 22 december 1989, wordt het woord "wetten" vervangen door het woord "wet"; 2° in het zesde lid, worden de woorden "in het stelsel van de werknemers of in het stelsel van de zelfstandigen" vervangen door de woorden "krachtens deze wet".
Art. 52.In artikel 56 van dezelfde samengeordende wetten, vervangen bij het koninklijk bestluit nr. 7 van 18 april 1967, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in paragraaf 1, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 24 december 2002, wordt in de Franse tekst het woord "travailleur" telkens vervangen door de woorden "travailleur salarié" en het woord "travailleuse" telkens door de woorden "travailleuse salariée";2° in paragraaf 1, eerste lid, 3°, vervangen bij de wet van 22 februari 1998 en gewijzigd bij de wet van 24 december 2002, wordt het woord "wetten" vervangen door het woord "wet";3° paragraaf 1, eerste lid, wordt aangevuld met de bepalingen onder 5°, 6° en 7°, luidende : "5° de zelfstandige die, krachtens het koninklijk besluit van 20 juli 1971 houdende instelling van een uitkeringsverzekering en een moederschapsverzekering ten voordele van de zelfstandigen en van de meewerkende echtgenoten, erkend is zich in staat van arbeidsongeschiktheid te bevinden;6° de zelfstandige die niet de voorwaarden vervult die verband houden met de hoedanigheid van gerechtigde bepaald in de afdeling 1 van hoofdstuk III van het voormeld koninklijk besluit van 20 juli 1971 : a) indien hij arbeidsongeschikt is ten gevolge van een ongeval mits hij aan de voorwaarden om rechthebbende te zijn voldeed op het ogenblik van dat ongeval;b) indien hij arbeidsongeschikt is wegens ziekte, mits hij heeft voldaan aan de voorwaarden om rechthebbende te zijn gedurende tenminste zes van de twaalf maanden die voorafgaan aan dat in de loop waarvan hij arbeidsongeschikt is geworden; 7° de in artikel 51, § 1, bedoeld zelfstandige die, krachtens de wetgeving betreffende de tegemoetkomingen aan personen met een handicap, een uitkering geniet op basis van een bestendige arbeidsongeschiktheid van ten minste 65 % of van wie het verdienvermogen verminderd is tot één derde of minder van wat een valide kan verdienen, of die behoort tot categorie II, III of IV, wat betreft de graad van zelfredzaamheid overeenkomstig diezelfde wetgeving.". 4° in paragraaf 1 wordt tussen het eerste en het tweede lid een lid ingevoegd, luidende : "De in het eerste lid, 6°, a) en b), bedoelde ongeschiktheid wordt gewaardeerd overeenkomstig de voorschriften van de artikelen 19 tot 25 van het voormeld koninklijk besluit van 20 juli 1971.Zij kan niet meer erkend worden indien zij ten vroegste aanvangt, hetzij op de dag waarop de rechthebbende de pensioenleeftijd bereikt, hetzij op de dag waarop een vervroegd rustpensioen werkelijk is ingegaan krachtens het pensioenstelsel voor zelfstandigen of dit voor werknemers."; 5° in het vroegere tweede lid van paragraaf 1, dat het derde lid wordt, ingevoegd bij de wet van 1 augustus 1985 en vervangen bij de wet van 22 december 1989, worden de woorden "vorig lid" vervangen door de woorden "het eerste lid";6° in paragraaf 2, eerste lid, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 24 december 2002, wordt in de Franse tekst het woord "travailleur" telkens vervangen door de woorden "travailleur salarié" en het woord "travailleuse" telkens door de woorden "travailleuse salariée";7° in paragraaf 2, eerste lid, 4°, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 22 december 1989, wordt het woord "wetten" vervangen door het woord "wet";8° paragraaf 2, eerste lid, wordt aangevuld met de bepaling onder 5° luidende : "5° de in § 1, eerste lid, 5°, 6° en 7°, bedoelde zelfstandige, vanaf de zevende maand arbeidsongeschiktheid.De termijn van zes maand is niet vereist voor de in § 1, eerste lid, 7°, bedoelde zelfstandige die reeds de inkomensvervangende tegemoetkoming of integratietegemoetkoming geniet krachtens de wetgeving met betrekking tot de tegemoetkomingen aan personen met een handicap op het ogenblik waarop hij de hoedanigheid van rechthebbende verkrijgt krachtens artikel 51, § 1, 5°. "; 9° in paragraaf 2 worden tussen het eerste en het tweede lid twee leden ingevoegd, luidende : "De onderbrekingen die zijn toegelaten bij de artikelen 8, 9 en 10 van het voormeld koninklijk besluit van 20 juli 1971 worden geacht de termijn bepaald in § 2, eerste lid, 5°, niet te onderbreken. De rechthebbende die de in § 2, eerste lid, 5°, bedoelde voorwaarden vervult, doet het daarin bepaalde recht verder bestaan tijdens de in het tweede lid bedoelde periodes van onderbreking."; 10° in paragraaf 2, tweede lid, dat het vierde lid wordt, ingevoegd bij het koninklijk besluit nr.282 van 31 maart 1984 en vervangen bij de wet van 27 december 2006, worden de woorden "of de zelfstandige" ingevoegd tussen de woorden "De werknemer" en de woorden "bedoeld in deze paragraaf"; 11° in paragraaf 2, vierde lid, dat het zesde lid wordt, laatstelijk gewizigd bij de wet van 22 december 1989, wordt het woord "tweede" vervangen door het woord "vierde";12° er wordt een paragraaf 2/1 ingevoegd, luidende : " § 2/1.De gezinsbijslag wordt toegekend uit hoofde van de rechthebbende beoogd in § 1, 6°, a) en b), na medische vaststelling van zijn arbeidsongeschiktheid, van de begindatum en van de duur ervan.
Te dien einde legt de bevoegde instelling aan de Dienst voor geneeskundige controle van het Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering, een aanvraag tot vaststelling van de arbeidsongeschiktheid voor.
Wanneer een nieuw element dat rechtvaardigt, kan een herziening van de medische beslissing worden aangevraagd, hetzij door de bijslagtrekkende of door de rechthebbende op voorlegging van een geneeskundig getuigschrift, hetzij door de bevoegde instelling.
Indien aan de vereiste voorwaarden niet is voldaan, betekent de bevoegde instelling aan de bijslagtrekkende, en aan de rechthebbende, indien ze niet dezelfde hoofdverblijfplaats hebben, haar ongunstige beslissing bij ter post aangetekend schrijven.".
Art. 53.In artikel 56bis, § 1, van dezelfde samengeordende wetten, ingevoegd bij de wet van 27 maart 1951 en laatstelijk gewijzigd bij de wet van 27 december 2005, worden de woorden "krachtens deze wet" ingevoegd tussen de woorden "heeft vervuld om" en de woorden "aanspraak te maken".
Art. 54.In artikel 56ter van dezelfde samengeordende wetten, ingevoegd bij het koninklijk besluit nr. 7 van 18 april 1967, wordt in de Franse tekst het woord "travailleur" vervangen door de woorden "travailleur salarié".
Art. 55.In artikel 56quater van dezelfde samengeordende wetten, ingevoegd bij het koninklijk besluit nr. 7 van 18 april 1967, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in het eerste lid, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 27 december 2004, worden de woorden "bij artikel 40 van deze wetten" vervangen door de woorden "bij artikel 40 van deze wet";2° in hetzelfde eerste lid, worden de woorden "krachtens deze wetten," telkens vervangen door de woorden "krachtens deze wet,";3° in het tweede lid, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 24 december 1999, worden de woorden "de minister van Sociale Zaken of de ambtenaar van het Ministerie van Sociale Zaken, Volksgezondheid en Leefmilieu" vervangen door de woorden "de bevoegde minister of de ambtenaar van de Federale Overheidsdienst Sociale Zekerheid".
Art. 56.In artikel 56sexies van dezelfde samengeordende wetten, ingevoegd bij het koninklijk besluit nr. 7 van 18 april 1967 en vervangen bij de wet van 1 augustus 1985, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in paragraaf 1, eerste lid, vervangen bij de wet van 22 februari 1998, worden de volgende wijzigingen aangebracht : a) het woord "arbeiders" wordt vervangen door het woord "werknemers";b) in de Franse tekst worden de woorden ", aux taux prévus à l'article 40," ingevoegd tussen de woorden "droit aux allocations familiales" en de woorden "en faveur des enfants";2° in paragraaf 1, tweede lid, 1° en 5°, a), ingevoegd bij respectievelijk de wetten van 24 december 2002 en van 30 december 2009, worden de woorden "de verordening (EEG) nr.1408/71 van 14 juni 1971 van de Raad van de Europese Gemeenschappen betreffende de toepassing van de sociale zekerheidsregelingen op werknemers en zelfstandigen, alsmede op hun gezinsleden, die zich binnen de Gemeenschap verplaatsen" telkens vervangen door de woorden "de Verordening (EG) nr. 883/2004 van 29 april 2004 van het Europees Parlement en de Raad betreffende de coördinatie van de sociale zekerheidsstelsels"; 3° in paragraaf 3, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 22 december 1989, worden de woorden "deze wetten of krachtens de kinderbijslagregeling voor zelfstandigen" vervangen door de woorden "deze wet";4° in paragraaf 4, eerste lid, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 24 december 1999, worden de woorden "de minister van Sociale Zaken of de ambtenaar van het ministerie van Sociale Zaken, Volksgezondheid en Leefmilieu" vervangen door de woorden "de bevoegde minister of de ambtenaar van de Federale Overheidsdienst Sociale Zekerheid";5° in paragraaf 4, tweede lid, ingevoegd bij de wet van 27 december 2005, worden de woorden "Minister van Sociale Zaken" vervangen door de woorden "bevoegde minister" en worden de woorden "de Rijksdienst voor kinderbijslag voor werknemers" vervangen door het woord "FAMIFED".
Art. 57.In dezelfde samengeordende wetten wordt een artikel 56sexies/1 ingevoegd, luidende : "Art. 56sexies/1. Het verdwenen kind in de zin van artikel 62, § 9, heeft zijn hoedanigheid van rechthebbende binnen de in dat artikel bepaalde grenzen voor zover aan de aldaar gestelde voorwaarden is voldaan.".
Art. 58.In artikel 56septies, § 1, eerste lid, en § 2, eerste lid, van dezelfde samengeordende wetten, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 22 december 2008, worden de woorden "deze wetten of het koninklijk besluit van 8 april 1976 houdende regeling van de gezinsbijslag ten voordele van de zelfstandigen" telkens vervangen door de woorden "deze wet".
Art. 59.In artikel 56octies van dezelfde samengeordende wetten, ingevoegd door het koninklijk besluit nr. 534 van 31 maart 1987, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in het eerste lid, gewijzigd bij de wet van 22 december 1989, wordt in de Franse tekst het woord "travailleur" vervangen door de woorden "travailleur salarié"; 2° het derde lid wordt vervangen als volgt : "Dit artikel is niet van toepassing op de werknemer die krachtens deze wet recht heeft op kinderbijslag als zelfstandige.".
Art. 60.In artikel 56decies van dezelfde samengeordende wetten, ingevoegd bij de wet van 22 december 1989, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° paragraaf 1, gewijzigd bij de wet van 22 februari 1998, wordt als volgt gewijzigd : a) het woord "werknemer" wordt vervangen door de woorden "werknemer of de zelfstandige";b) de woorden "deze wetten" worden vervangen door de woorden "deze wet";2° paragraaf 2 wordt als volgt gewijzigd : a) in het eerste lid wordt het woord "werknemer" telkens vervangen door de woorden "werknemer of de zelfstandige";b) in het tweede lid, gewijzigd bij de wet van 24 december 1999, worden de woorden `minister van Sociale Zaken of de ambtenaar van het Ministerie van Sociale Zaken, Volksgezondheid en Leefmilieu" vervangen door de woorden "bevoegde minister of de ambtenaar van de Federale Overheidsdienst Sociale Zekerheid" en wordt het woord "werknemer" vervangen door de woorden "werknemer of de zelfstandige";c) in het derde lid, ingevoegd bij de wet van 27 december 2005, worden de woorden "de Minister van Sociale Zaken" vervangen door de woorden "de bevoegde minister" en worden de woorden "de Rijksdienst voor kinderbijslag voor werknemers" vervangen door het woord "FAMIFED";3° in paragraaf 3, worden de volgende wijzigingen aangebracht : a) in het tweede lid, gewijzigd bij de wet van 24 december 1999, worden de woorden `minister van Sociale Zaken of de ambtenaar van het ministerie van Sociale Zaken, Volksgezondheid en Leefmilieu" vervangen door de woorden "bevoegde minister of de ambtenaar van de Federale Overheidsdienst Sociale Zekerheid";b) in het derde lid, ingevoegd bij de wet van 27 december 2005, worden de woorden "Minister van Sociale Zaken" vervangen door de woorden "bevoegde minister" en worden de woorden "de Rijksdienst voor kinderbijslag voor werknemers" vervangen door het woord "FAMIFED".
Art. 61.In artikel 56undecies van dezelfde samengeordende wetten, ingevoegd bij de wet van 29 april 1996, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in het eerste lid, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 11 december 2013, wordt in de Franse tekst het woord "travailleur "vervangen door de woorden "travailleur salarié";2° in hetzelfde eerste lid, a), worden de woorden "de "Radio-Télévision belge" van de Franse Gemeenschap" vervangen door de woorden "de "Radio-Télévision belge francophone"";3° in het tweede lid wordt in de Franse tekst het woord "travailleur" vervangen door de woorden "travailleur salarié";4° in hetzelfde tweede lid, wordt het woord "wetten" vervangen door het woord "wet".
Art. 62.In artikel 56duodecies van dezelfde samengeordende wetten, ingevoegd bij de wet van 27 december 2004, worden de woorden "deze wetten of krachtens het koninklijk besluit van 8 april 1976 houdende regeling van de gezinsbijslag ten voordele van de zelfstandigen" vervangen door de woorden "deze wet".
Art. 63.In dezelfde samengeordende wetten wordt een artikel 56terdecies ingevoegd, luidende : "
Art. 56terdecies.Is rechthebbende op kinderbijslag tegen de bedragen bepaald in artikel 40 : 1° de zelfstandige die zijn beroepsactiviteit heeft stopgezet, mits hij de hoedanigheid van rechthebbende heeft gehad gedurende ten minste zes van de twaalf maanden die voorafgaan aan de maand in de loop waarvan hij zijn activiteit heeft stopgezet.Hij verliest deze hoedanigheid van rechthebbende uiterlijk de laatste dag van het tweede kalenderkwartaal volgend op het kwartaal in de loop waarvan hij zijn activiteit heeft stopgezet; 2° de zelfstandige aan wie het toegelaten is zijn bijdragen verder te betalen in het raam van de regeling betreffende het rust- en overlevingspensioen der zelfstandigen, alhoewel hij zijn zelfstandige bezigheid heeft stopgezet;3° de zelfstandige die geniet van de sociale verzekering krachtens het koninklijk besluit van 18 november 1996 houdende invoering van een sociale verzekering ten gunste van zelfstandigen in geval van faillissement, daarmee gelijkgestelde situaties of gedwongen stopzetting.Hij verliest deze hoedanigheid van rechthebbende uiterlijk de laatste dag van het vierde kalenderkwartaal volgend op het eerste trimester waarvoor de sociale verzekering werd toegekend.".
Art. 64.In artikel 57 van dezelfde samengeordende wetten, vervangen bij de wet van 27 maart 1951, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in het eerste lid, 1°, wordt het woord "arbeider" vervangen door het woord "werknemer" en wordt het woord "arbeiders" telkens vervangen door het woord "werknemers";2° in het eerste lid, 2°, laatstelijk gewijzigd bij het koninklijk besluit van 11 december 2013, wordt het woord "arbeider" vervangen door het woord "werknemer";3° hetzelfde eerste lid wordt aangevuld met de bepalingen onder 3° en 4°, luidende : "3° de zelfstandige, die een rustpensioen of een onvoorwaardelijk rustpensioen geniet met toepassing van de wetgeving betreffende het rust- en overlevingspensioen voor zelfstandigen; 4° de zelfstandige, die geen onvoorwaardelijk rustpensioen geniet omdat hij in het raam van de wetgeving betreffende het pensioen voor zelfstandigen een onroerend goed heeft aangewend tot vestiging van zijn pensioenfonds, vanaf de eerste dag van de maand die volgt op de maand in de loop waarvan hij de pensioenleeftijd bereikt." 4° in het tweede lid, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 22 december 1989, wordt het woord "wetten" vervangen door het woord "wet".
Art. 65.In artikel 57bis van dezelfde samengeordende wetten, ingevoegd bij de wet van 27 maart 1951 en vervangen bij de wet van 29 april 1996, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in het eerste lid, worden de woorden "56terdecies" ingevoegd tussen de woorden "56undecies, tweede lid," en de woorden "of 57, tweede lid,";2° in hetzelfde eerste lid, wordt het woord "werknemer" vervangen door de woorden "werknemer of de zelfstandige";3° in het tweede lid, vervangen bij de wet van 24 december 2002, worden de woorden "minister van Sociale Zaken of de ambtenaar van het Ministerie van Sociale Zaken, Volksgezondheid en Leefmilieu" vervangen door de woorden "bevoegde minister of de ambtenaar van de Federale Overheidsdienst Sociale Zekerheid";4° in hetzelfde tweede lid, wordt het woord "werknemer" vervangen door de woorden "werknemer of de zelfstandige";5° in hetzelfde tweede lid, worden de woorden "deze wetten" vervangen door de woorden "deze wet";6° in het derde lid, ingevoegd bij de wet van 27 december 2005, worden de woorden "minister van Sociale Zaken" vervangen door de woorden "bevoegde minister" en worden de woorden "de Rijksdienst voor kinderbijslag voor werknemers" vervangen door het woord "FAMIFED".
Art. 66.In artikel 58, tweede lid, van dezelfde samengeordende wetten, ingevoegd bij de wet van 22 februari 1998, worden de woorden "deze wetten" vervangen door de woorden "deze wet".
Art. 67.Artikel 59 van dezelfde samengeordende wetten, vervangen bij de wet van 22 december 1989 en laatstelijk gewijzigd bij de wet van 24 december 2002, wordt vervangen als volgt : "
Art. 59.Het voordeel van de bepalingen betreffende de werknemers bepaald bij deze wet kan niet worden ingeroepen door de personen die in hoofdzaak een ander beroep uitoefenen dan dat van werknemer, verbonden door een arbeidsovereenkomst zoals bedoeld in deze wet.
Voor de toepassing van deze wet wordt een deeltijdse werknemer geacht hoofdzakelijk de hoedanigheid van werknemer te hebben wanneer de contractueel bepaalde gemiddelde wekelijkse arbeidsduur van de betrokken werknemer ten minste de helft bedraagt van de gemiddelde wekelijkse arbeidsduur van de referentiepersoon.
Voor de bepaling van het hoofdzakelijk uitgeoefend beroep wordt rekening gehouden met de periodes die worden gelijkgesteld krachtens artikel 53.
De Koning kan voor bepaalde categorieën werknemers bijzondere regels bepalen.".
Art. 68.In artikel 60 van dezelfde samengeordende wetten, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in paragraaf 1, eerste lid, vervangen bij het koninklijk besluit nr.54 van 15 juli 1982, worden de woorden "deze wetten" vervangen door de woorden "deze wet"; 2° paragraaf 2, vervangen bij het koninklijk besluit nr.54 van 15 juli 1982, wordt opgeheven; 3° paragraaf 3, ingevoegd bij de wet van 1 augustus 1985 en laatstelijk gewijzigd bij de wet van 27 december 2005, wordt opgeheven.
Art. 69.In artikel 62 van dezelfde samengeordende wetten, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 10 januari 2010, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° de woorden "deze wetten" worden telkens vervangen door de woorden "deze wet";2° er wordt een paragraaf 9 ingevoegd, luidende : " § 9.Het recht op kinderbijslag wordt verlengd ten gunste van het verdwenen kind, overeenkomstig de volgende bepalingen : 1° onder verdwenen kind moet worden verstaan het kind dat onvrijwillig niet langer op zijn verblijfplaats is, waarvan men geen nieuws heeft, behalve wanneer blijkt dat dit kind, naar alle waarschijnlijkheid, overleden is in omstandigheden zoals ongevallen of rampen, zelfs indien het lichaam niet is teruggevonden.De verdwijning kan bewezen worden met alle rechtsmiddelen. Het kind dat door één van de ouders is meegenomen, wordt niet als verdwenen kind beschouwd; 2° op het moment van de verdwijning moet het kind rechtgevend zijn in de zin van artikel 62, §§ 1 tot en met 5, of artikel 63;3° de kinderbijslag wordt hoogstens gedurende vijf jaar toegekend te rekenen vanaf de eerste dag van de maand volgend op de maand van de verdwijning van het kind, voor zover het niet de leeftijd van 25 jaar of van 21 jaar heeft bereikt, indien het rechtgevend was krachtens artikel 63; 4° het recht op kinderbijslag ten gunste van het verdwenen kind dooft uit op het einde van de maand waarin het kind is teruggevonden, tenzij wordt voldaan aan de voorwaarden van artikel 62, §§ 1 tot 5, of artikel 63.".
Art. 70.In artikel 64 van dezelfde samengeordende wetten, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in paragraaf 2, vervangen bij het koninklijk besluit nr.122 van 30 december 1982 en laatstelijk gewijzigd bij de wet van 30 december 2009, worden de woorden "deze wetten" telkens vervangen door de woorden "deze wet"; 2° in paragraaf 2bis, ingevoegd bij de wet van 20 juli 2006, worden de woorden "deze wetten" telkens vervangen door de woorden "deze wet".
Art. 71.In artikel 66 van dezelfde samengeordende wetten, vervangen bij het koninklijk besluit nr. 122 van 30 december 1982, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in het derde lid, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 27 december 2005, worden de woorden "minister van Sociale Zaken of de ambtenaar van het ministerie van Sociale Zaken, Volksgezondheid en Leefmilieu" vervangen door de woorden "bevoegde minister of de ambtenaar van de Federale Overheidsdienst Sociale Zekerheid";2° in het vierde lid, ingevoegd bij de wet van 27 december 2005, worden de woorden "minister van Sociale Zaken" vervangen door de woorden "bevoegde minister" en worden de woorden "de Rijksdienst voor kinderbijslag voor werknemers" vervangen door het woord "FAMIFED"; 3° het artikel wordt aangevuld met een lid, luidende : "Alle afwijkingen van de rangorde van rechthebbenden waartoe de minister van Middenstand in individuele gevallen heeft beslist krachtens artikel 13, § 3, van het koninklijk besluit van 8 april 1976 houdende regeling van de gezinsbijslag ten voordele van de zelfstandigen, blijven van kracht voor zover de rechthebbende die werd aangewezen door artikel 13, §§ 1 en 2, van voormeld koninklijk besluit, de voorrangsgerechtigde rechthebbende blijft overeenkomstig deze wet.".
Art. 72.In artikel 68 van dezelfde samengeordende wetten, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 24 juli 2008, wordt het eerste lid vervangen als volgt : "Onverminderd de bepalingen van artikel 69, § 1/1, worden de kinderbijslag, het kraamgeld en de adoptiepremie rechtstreeks aan de in artikel 69 beoogde personen betaald.".
Art. 73.In artikel 69 van dezelfde samengeordende wetten, vervangen bij het koninklijk besluit van 21 april 1997, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° er wordt een paragraaf 1/1 ingevoegd, luidende : " § 1/1.De vader die door artikel 31, § 1, eerste lid, 1°, van het koninklijk besluit van 8 april 1976 houdende regeling van de gezinsbijslag ten voordele van de zelfstandigen als bijslagtrekkende was aangeduid, verliest de hoedanigheid van bijslagtrekkende ten voordele van de moeder.
Om de continuïteit van de betaling te garanderen wordt de gezinsbijslag verder aan de vader betaald. De moeder kan echter verzoeken dat de gezinsbijslag rechtstreeks aan haar wordt betaald.
Het verzoek vindt uitwerking vanaf de maand die volgt op de ontvangst ervan door de kinderbijslaginstelling.
De betalingen die het kinderbijslagfonds voorafgaand aan de uitwerking van dit verzoek aan de vader heeft gedaan, zijn bevrijdend.". 2° in paragraaf 3, eerste lid, vervangen bij de wet van 24 december 2002 en gewijzigd bij de wetten van 29 maart 2012 en 17 maart 2013, worden de woorden "en 9° " ingevoegd tussen de woorden "artikel 594, 8° " en de woorden ", van het Gerechtelijk Wetboek"; 3° dezelfde paragraaf 3 wordt aangevuld met een lid luidende : "De veranderingen van bijslagtrekkende die het gevolg zijn van het verzet vermeld in artikel 31, § 3, van het koninklijk besluit houdende regeling van de gezinsbijslag ten voordele van de zelfstandigen van 8 april 1976, blijven van kracht voor de toepassing van deze wet.".
Art. 74.Artikel 70bis, vierde lid, van dezelfde samengeordende wetten, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 21 april 1997 wordt vervangen als volgt : "Wanneer het derde van de kinderbijslag verschuldigd aan het kind, geplaatst in de zin van artikel 70, gestort moet worden op een spaarrekening op zijn naam, wordt het bedrag van de kinderbijslag die voor dat kind is verschuldigd, vastgesteld alsof het deel uitmaakte van het gezin van de rechthebbende, in functie van zijn rang volgens de chronologische volgorde van de geboorten van de kinderen in dat gezin. De in artikel 40 bedoelde uitkeringen en de in de artikelen 41, 42bis en 50ter bedoelde bijslagen, worden onder de verschillende bijslagtrekkenden in de zin van de artikelen 69 en 70 verdeeld, naar verhouding van het aantal kinderen dat door ieder van hen wordt opgevoed terwijl de in de artikelen 44, 44bis, 44ter en 47 bedoelde bijslagen worden uitbetaald aan de bijslagtrekkende in de zin van de artikelen 69 en 70, die het kind opvoedt voor wie de uitkeringen worden verleend.".
Art. 75.In artikel 71 van dezelfde samengeordende wetten, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° paragraaf 1bis, ingevoegd bij de wet van 22 december 1989 en gewijzigd bij de wet van 22 februari 1998, wordt aangevuld met een derde lid, luidend als volgt : "Het in het tweede lid bedoelde principe van niet regularisatie van de rekeningen, wordt voor de periodes vanaf 1 juli 2014 toegepast voor het geheel van de kinderbijslagstelsels."; 2° in paragraaf 3, gewijzigd bij de wet van 27 december 2004, worden de woorden "minister die de Sociale Voorzorg onder zijn bevoegdheid heeft" vervangen door de woorden "minister bevoegd voor Sociale Zaken".
Art. 76.In artikel 72 van dezelfde samengeordende wetten, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 25 oktober 1960, worden de woorden "compensatiekassen" vervangen door de woorden "kinderbijslagfondsen" en worden de woorden "de Rijksdienst voor kinderbijslag voor werknemers" vervangen door het woord "FAMIFED".
Art. 77.In artikel 73 van dezelfde samengeordende wetten, vervangen bij de wet van 6 juni 2010, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in het eerste lid wordt het woord "compensatiekassen" vervangen door het woord "kinderbijslagfondsen" en worden de woorden "de Rijksdienst voor kinderbijslag voor werknemers" vervangen door het woord "FAMIFED";2° in het tweede lid wordt het woord "compensatiekassen" vervangen door het woord "kinderbijslagfondsen", het woord "werknemers" vervangen door het woord "begunstigden", en worden de woorden "de Rijksdienst voor kinderbijslag voor werknemers" vervangen door het woord "FAMIFED".
Art. 78.In artikel 73bis van dezelfde samengeordende wetten, ingevoegd bij het Regentsbesluit van 29 december 1944 en vervangen bij het koninklijk besluit van 18 april 1967, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in paragraaf 1, eerste lid, vervangen bij het koninklijk besluit nr.122 van 30 december 1982, worden in de Franse tekst de woorden "caisses de compensation pour allocations familiales" vervangen door de woorden "caisses d'allocations familiales" en worden de woorden "deze wetten" vervangen door de worden "deze wet"; 2° in paragraaf 1, tweede lid, vervangen bij de wet van 24 december 2002, worden de woorden "deze wetten" vervangen door de woorden "deze wet";3° in paragraaf 2, tweede lid, vervangen bij het koninklijk besluit nr.7 van 18 april 1967, worden in de Franse tekst de woorden "caisse de compensation pour allocations familiales" vervangen door de woorden "caisse d'allocations familiales".
Art. 79.In artikel 73ter van dezelfde samengeordende wetten, ingevoegd bij het Regentsbesluit van 29 december 1944, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in het tweede lid, ingevoegd bij de wet van 24 december 1999, worden de woorden "minister van Sociale Zaken of de ambtenaar van het ministerie van Sociale Zaken, Volksgezondheid en Leefmilieu" vervangen door de woorden "bevoegde minister of de ambtenaar van de Federale Overheidsdienst Sociale Zekerheid";2° in het derde lid, vervangen bij de wet van 5 januari 1976 en vervangen bij de wet van 24 december 1999, worden de woorden "minister van Sociale Zaken" vervangen door de woorden "bevoegde minister" en worden de woorden "de Rijksdienst voor kinderbijslag voor werknemers" vervangen door het woord "FAMIFED".
Art. 80.Artikel 73quater van dezelfde samengeordende wetten, hersteld bij de wet van 30 december 1992, wordt als volgt gewijzigd : 1° in paragraaf 1, gewijzigd bij de wet van 20 juli 2006, worden in de Franse tekst de woorden "caisses de compensation pour allocations familiales" vervangen door de woorden "caisses d'allocations familiales";2° in paragraaf 3, vervangen bij de wet van 24 december 2002, worden de volgende wijzigingen aangebracht : a) in het eerste lid worden de woorden "minister van Sociale Zaken of de ambtenaar van het Ministerie van Sociale Zaken, Volksgezondheid en Leefmilieu" vervangen door de woorden "bevoegde minister of de ambtenaar van de Federale Overheidsdienst Sociale Zekerheid";b) in het tweede lid, worden de woorden "minister van Sociale Zaken" vervangen door de woorden "bevoegde minister" en worden de woorden "de Rijksdienst voor kinderbijslag voor werknemers" vervangen door het woord "FAMIFED".
Art. 81.In hoofdstuk V van dezelfde samengeordende wetten, wordt de sectie 4quater, die het artikel 73quinquies bevat, ingevoegd bij de wet van 5 januari 1976, opgeheven.
Art. 82.Artikel 74 van dezelfde samengeordende wetten, wordt als volgt gewijzigd : 1° in het eerste lid, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 10 april 1957, worden de woorden "salaris of wedde" vervangen door de woorden "de beroepsinkomsten";2° in het tweede lid, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 1 maart 1971, wordt het woord "minimumsalarissen" vervangen door het woord "inkomensgrens".
Art. 83.In dezelfde samengeordende wetten wordt het opschrift van sectie II van hoofdstuk VI vervangen als volgt : "Sectie 2. - Werknemers waarvoor geen bijdrage moet gestort worden".
Art. 84.In artikel 91 van dezelfde samengeordende wetten, vervangen bij de wet van 12 augustus 2000, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in paragraaf 2, a), worden de woorden "31 december 1999" vervangen door de woorden "30 juni 2014";2° in paragraaf 2, b), 2°, worden de woorden "de Rijksdienst voor kinderbijslag voor werknemers" vervangen door het woord "FAMIFED";3° paragraaf 2, b), 2°, wordt aangevuld met de woorden "en van 1,5 % van het bedrag van de ten onrechte uitbetaalde gezinsbijslag die werd teruggeïnd";4° paragraaf 2, f), wordt opgeheven;5° in paragraaf 3, tweede en derde lid, worden de woorden "de Rijksdienst" telkens vervangen door het woord "FAMIFED";6° in paragraaf 4, 7° en 8°, worden de woorden "de rijksdienst" telkens vervangen door het woord "FAMIFED";7° in paragraaf 5, worden de woorden "de Rijksdienst" vervangen door het woord "FAMIFED".
Art. 85.In artikel 91/2 van dezelfde samengeordende wetten, ingevoegd bij de wet van 28 juni 2013, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in het eerste lid, worden de woorden "De Rijksdienst" vervangen door het woord "FAMIFED";2° in het tweede lid, worden de woorden "de Rijksdienst" vervangen door het woord "FAMIFED".
Art. 86.In artikel 93 van dezelfde samengeordende wetten, vervangen bij de wet van 12 augustus 2000, wordt paragraaf 2 vervangen als volgt : " § 2. Het thesauriefonds voor de betaling van de gezinsbijslag wordt gestijfd met de in artikel 108, eerste lid, 1°, bedoelde gelden.".
Art. 87.In artikel 94 van dezelfde samengeordende wetten, vervangen bij de wet van 12 augustus 2000, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in paragraaf 2, a), worden de woorden "de Rijksdienst voor kinderbijslag voor werknemers" vervangen door het woord "FAMIFED";2° in paragraaf 5, a), worden de woorden "31 december 1999" vervangen door de woorden "30 juni 2014".
Art. 88.In artikel 96 van dezelfde samengeordende wetten, vervangen bij de wet van 10 juni 1998 en gewijzigd bij de wet van 22 december 2003, wordt het woord "compensatiekas" vervangen door het woord "kinderbijslagfonds" en de woorden "die kas" door de woorden "dit kinderbijslagfonds".
Art. 89.In artikel 97 van dezelfde samengeordende wetten, gewijzigd bij de wet van 10 juni 1998, worden de woorden "de betrokken kas" vervangen door de woorden "het betrokken kinderbijslagfonds" en worden de woorden "de Rijksdienst voor kinderbijslag voor werknemers" vervangen door het woord "FAMIFED".
Art. 90.In artikel 99 van dezelfde samengeordende wetten, vervangen bij het koninklijk besluit van 25 oktober 1960, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in het eerste lid, gewijzigd bij de wet van 10 juni 1998, wordt het woord "compensatiekas" vervangen door het woord "kinderbijslagfonds" en worden de woorden "die kas" vervangen door de woorden "dat kinderbijslagfonds";2° in het tweede lid, gewijzigd bij de wet van 10 juni 1998, worden de woorden "de betrokken kas" vervangen door de woorden "het betrokken kinderbijslagfonds";3° in het vierde lid worden de woorden "De betrokken kas of Dienst" vervangen door de woorden "Het betrokken kinderbijslagfonds of de FAMIFED";4° in het vijfde lid worden de woorden "de betrokken kas of Dienst" vervangen door de woorden "het betrokken kinderbijslagfonds of de FAMIFED";5° in het zesde lid, gewijzigd bij de wet van 10 juni 1998, worden de woorden "de betrokken kas" vervangen door de woorden "het betrokken kinderbijslagfonds".
Art. 91.In dezelfde samengeordende wetten, wordt de titel van hoofdstuk VII vervangen als volgt : "HOOFDSTUK VII. - Het federaal agentschap voor de kinderbijslag (FAMIFED)".
Art. 92.In artikel 101 van dezelfde samengeordende wetten, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in het eerste lid, vervangen bij de wet van 22 februari 1998, wordt het woord "compensatiekassen" vervangen door het woord "kinderbijslagfondsen" en worden de woorden "de Rijksdienst voor kinderbijslag voor werknemers" vervangen door het woord "FAMIFED";2° in het tweede lid, vervangen bij het koninklijk besluit van 25 oktober 1960, worden de woorden "De Rijksdienst" vervangen door het woord "FAMIFED" en wordt het woord "kassen" vervangen door het woord "kinderbijslagfondsen";3° in het derde lid, vervangen bij de wet van 22 december 1989, worden in de Franse tekst de woorden "caisses primaires" vervangen door de woorden "caisses d'allocations familiales libres";4° in het derde lid, 1°, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 27 mei 2004, wordt het woord "werknemers" vervangen door de woorden "werknemers en de zelfstandigen" en worden de woorden "deze wetten" vervangen door de woorden "deze wet";5° in het derde lid, 6°, gewijzigd bij de wet van 27 december 2006, worden in de Franse tekst de woorden "d'allocations familiales" ingevoegd tussen het woord "caisse" en het woord "spéciale";6° het derde lid, 9°, ingevoegd bij de wet van 27 april 2007 en gewijzigd bij de wetten van 22 december 2008 en van 28 juni 2013, wordt als volgt gewijzigd ingevoegd : a) de woorden "de Rijksdienst" worden telkens vervangen door het woord "FAMIFED"; b) deze bepaling wordt aangevuld met de volgende zin : "Vanaf 1 januari 2015 beoogt deze bepaling het geheel van het personeel van de voornoemde publiekrechtelijke rechtspersonen die de bijdrage voorzien in artikel 38, § 3, 11°, van de wet van 29 juni 1981 houdende algemene beginselen van de sociale zekerheid voor werknemers, verschuldigd zijn."; 7° in het vierde lid, ingevoegd bij de wet van 29 april 1996 en vervangen bij de wet van 28 juni 2013, worden de woorden "de Rijksdienst" telkens vervangen door het woord "FAMIFED";8° in het vijfde lid, ingevoegd bij de wet van 28 juni 2013, worden de woorden "de Rijksdienst" telkens vervangen door het woord "FAMIFED";9° in het zesde lid, ingevoegd bij de wet van 29 april 1996 en gewijzigd bij de wet van 25 januari 1999, worden de woorden "de Rijksdienst" vervangen door het woord "FAMIFED";10° in het zevende lid, vervangen bij de wet van 21 december 1994 en gewijzigd bij de wet van 22 februari 1998, worden de woorden "De Rijksdienst" vervangen door het woord "FAMIFED";11° in het achtste lid, ingevoegd bij de wet van 21 december 1994 en laatstelijk vervangen door de wet van 22 december 2008, worden de woorden "De Rijksdienst" vervangen door het woord "FAMIFED";12° in het negende lid, ingevoegd bij de wet van 22 december 2008, worden de woorden "de Rijksdienst" en de woorden "deze Rijksdienst" telkens vervangen door het woord "FAMIFED".
Art. 93.In artikel 102 van dezelfde samengeordende wetten, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 20 juli 2005, worden de woorden "de Rijksdienst voor kinderbijslag voor werknemers" en de woorden "deze Rijksdienst" vervangen door het woord "FAMIFED", worden de woorden "minister die de Sociale Zaken onder zijn bevoegdheid heeft" telkens vervangen door de woorden "bevoegde minister" en worden de woorden "de Rijksdienst" telkens vervangen door het woord "FAMIFED".
Art. 94.In artikel 104 van dezelfde samengeordende wetten, hersteld bij de wet van 1 augustus 1985, worden de woorden "de Rijksdienst voor Kinderbijslag voor werknemers" vervangen door het woord "FAMIFED" en worden de woorden "minister die de Sociale Voorzorg onder zijn bevoegdheid heeft" vervangen door de woorden "bevoegde minister".
Art. 95.In artikel 105 van dezelfde samengeordende wetten, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 10 juni 1998, worden de woorden "de Rijksdienst voor kinderbijslag voor werknemers" en de woorden "de Rijksdienst" telkens vervangen door het woord "FAMIFED".
Art. 96.In artikel 106 van dezelfde samengeordende wetten, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 28 juni 2013, worden de woorden "De Rijksdienst voor kinderbijslag voor werknemers" vervangen door het woord "FAMIFED", worden de woorden "minister van Sociale Voorzorg" vervangen door de woorden "minister bevoegd voor Sociale Zaken" en worden de woorden "de Rijksdienst" vervangen door het woord "FAMIFED".
Art. 97.In artikel 106bis van dezelfde samengeordende wetten, hersteld bij de wet van 28 juni 2013, worden de woorden "De Rijksdienst" vervangen door het woord "FAMIFED".
Art. 98.In artikel 107 van dezelfde samengeordende wetten, vervangen bij de wet van 22 februari 1998, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° paragraaf 1 wordt als volgt gewijzigd : a) in het eerste lid worden de woorden "de Rijksdienst voor kinderbijslag voor werknemers" vervangen door het woord "FAMIFED";b) in het tweede lid, gewijzigd bij de wet van 25 januari 1999, worden de woorden "deze wetten" telkens vervangen door de woorden "deze wet";c) in het derde lid worden de woorden "de Rijksdienst" vervangen door het woord "FAMIFED";2° in paragraaf 2 worden de woorden "de Rijksdienst" vervangen door het woord "FAMIFED";3° in paragraaf 3 worden de woorden "de Rijksdienst" vervangen door het woord "FAMIFED";4° in paragraaf 6 worden de woorden "de Rijksdienst" vervangen door het woord "FAMIFED".
Art. 99.In dezelfde samengeordende wetten wordt de titel van hoofdstuk VIII vervangen als volgt : "HOOFDSTUK VIII. - Financiële verdeling waarmee FAMIFED is belast".
Art. 100.In artikel 108 van dezelfde samengeordende wetten, vervangen bij het koninklijk besluit van 25 oktober 1960, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in de inleidende zin, gewijzigd bij de wet van 10 juni 1998, worden de woorden "De Rijksdienst voor Kinderbijslag voor Werknemers" vervangen door het woord"FAMIFED";2° in 1°, vervangen bij de wet van 30 december 1992, worden de woorden "primaire kassen" vervangen door de woorden "kinderbijslagfondsen" en worden de woorden "de speciale kas" vervangen door de woorden "het bijzondere kinderbijslagfonds";3° in 2°, gewijzigd bij het koninklijk besluit nr.28 van 15 december 1978, worden de woorden "elke primaire kas" vervangen door de woorden "elk kinderbijslagfonds", worden de woorden "de speciale kas" vervangen door de woorden "het bijzondere kinderbijslagfonds" en worden de woorden "die kas" vervangen door de woorden "dat kinderbijslagfonds".
Art. 101.In artikel 110 van dezelfde samengeordende wetten, hersteld bij de wet van 27 maart 1951, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in het eerste lid, vervangen bij het koninklijk besluit van 25 oktober 1960 en gewijzigd bij de wet van 30 december 1992, worden de woorden "de Rijksdienst voor kinderbijslag voor werknemers" telkens vervangen door het woord "FAMIFED";2° in het eerste lid, 1°, worden de woorden "deze wetten" vervangen door de woorden "deze wet";3° in het eerste lid, 2°, vervangen bij het koninklijk besluit van 25 oktober 1960, worden de woorden "de wetten" vervangen door de woorden "deze wet" en wordt het woord "kassen" vervangen door het woord "kinderbijslagfondsen";4° in het tweede lid, gewijzigd bij het koninklijk besluit nr.122 van 30 december 1982, worden de woorden "van de samengeordende wetten" opgeheven.
Art. 102.In dezelfde samengeordende wetten wordt een artikel 110/1 ingevoegd, luidende : "
Art. 110/1.De financiering van de opdrachtenbegroting van FAMIFED betreffende de periode van 1 juli 2014 tot 31 december 2014 wordt verzekerd respectievelijk door de RSZ-globaal beheer bedoeld in artikel 5, eerste lid, 2°, van de wet van 27 juni 1969 tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders, en door het globaal financieel beheer van het sociaal statuut der zelfstandigen bedoeld in artikel 2 van het koninklijk besluit van 18 november 1996 strekkende tot invoering van een globaal financieel beheer in het sociaal statuut der zelfstandigen, met toepassing van hoofdstuk I van titel VI van de wet van 26 juli 1996 tot modernisering van de sociale zekerheid en tot vrijwaring van de leefbaarheid van de wettelijke pensioenstelsels. Het aandeel van de RSZ-globaal beheer bedraagt 90,89 % en het aandeel van het globaal financieel beheer van het sociaal statuut der zelfstandigen 9,11 %. Deze verdeelsleutel kan worden gewijzigd bij een in Ministerraad overlegd koninklijk besluit."
Art. 103.In dezelfde samengeordende wetten wordt een artikel 110/2 ingevoegd, luidende : "
Art. 110/2.Onverminderd het tweede lid, wordt de financiering van de beheersbegroting van FAMIFED betreffende de periode van 1 juli 2014 tot 31 december 2014 verzekerd door de RSZ-globaal beheer bedoeld in artikel 5, eerste lid, 2°, van de wet van 27 juni 1969 tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders.
Het Rijksinstituut voor de sociale verzekeringen der zelfstandigen stort aan FAMIFED, in de loop van het tweede trimester van 2014, een bedrag van 4,5 miljoen euro ter medefinanciering van de voormelde beheersbegroting.".
Art. 104.In dezelfde samengeordende wetten wordt het opschrift van hoofdstuk IX vervangen als volgt : "HOOFDSTUK IX. - Bijslagen door het rijk of de provincies terug te betalen aan FAMIFED".
Art. 105.In artikel 111 van dezelfde samengeordende wetten, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 27 april 2007, worden de woorden "de Rijksdienst voor kinderbijslag voor werknemers" vervangen door het woord "FAMIFED", worden de woorden "vierde en vijfde lid" vervangen door de woorden "vierde, vijfde en zesde lid" en worden de woorden "de Rijksdienst" telkens vervangen door het woord "FAMIFED".
Art. 106.In dezelfde samengeordende wetten wordt het opschrift van hoofdstuk X vervangen als volgt : "HOOFDSTUK X. - Te volgen voorschriften in geval van gemis van evenwicht tussen de ontvangsten van famifed en de globale som waarover hij moet beschikken om het wettelijke bijslagminimum aan de rechthebbende kinderen te verzekeren".
Art. 107.In artikel 113 van dezelfde samengeordende wetten, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 10 december 1964, worden de woorden "de Rijksdienst voor kinderbijslag voor werknemers" vervangen door het woord "FAMIFED".
Art. 108.In artikel 114 van dezelfde samengeordende wetten, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 25 oktober 1960, worden de woorden "de Rijksdienst voor kinderbijslag voor werknemers" vervangen door het woord "FAMIFED".
Art. 109.In artikel 117 van dezelfde samengeordende wetten, vervangen bij de wet van 10 oktober 1967, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in het eerste lid, gewijzigd bij de wet van 12 mei 1971, wordt het woord "compensatiekassen" vervangen door het woord "kinderbijslagfondsen" en worden de woorden "de Rijksdienst voor kinderbijslag voor werknemers" vervangen door het woord "FAMIFED";2° in het derde lid, gewijzigd bij de wetten van 12 mei 1971 en 4 april 1991, wordt het woord "werknemer" vervangen door de woorden "werknemer of zelfstandige".
Art. 110.In artikel 119 van dezelfde samengeordende wetten, vervangen bij de wet van 12 mei 1971, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in de Franse tekst worden de woorden "caisses de compensation" vervangen door de woorden "caisses d'allocations familiales";2° de woorden "de Rijksdienst voor kinderbijslag voor werknemers" worden vervangen door het woord "FAMIFED";3° de woorden "of de in artikel 15, § 3, eerste en tweede lid, bedoelde sociale verzekeringsfondsen" worden ingevoegd tussen de woorden "zelfs wanneer deze handelaars zijn," en de woorden "behoren in elk geval".
Art. 111.In artikel 121 van dezelfde samengeordende wetten, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in de eerste zin, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 3 juli 2005, wordt het woord "compensatiekassen" vervangen door de woorden "kinderbijslagfondsen" en worden de woorden "artikel 155" vervangen door de woorden "het Sociaal Strafwetboek";2° de tweede zin, ingevoegd bij de wet van 22 december 2008, wordt opgeheven.
Art. 112.In artikel 139bis van dezelfde samengeordende wetten, ingevoegd bij de wet van 22 december 2008, worden de woorden "primaire kassen" vervangen door de woorden "vrije kinderbijslagfondsen".
Art. 113.In dezelfde samengeordende wetten wordt het opschrift van sectie 1 van hoofdstuk XV vervangen als volgt : "Sectie 1. Toezicht uitgeoefend door de minister bevoegd voor Sociale zaken, door het Federaal agentschap voor de kinderbijslag en door de kinderbijslagfondsen".
Art. 114.In artikel 140, eerste lid, van dezelfde samengeordende wetten, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 25 oktober 1960, worden de woorden "primaire kassen en de Rijksdienst voor kinderbijslag voor werknemers" vervangen door de woorden "vrije kinderbijslagfondsen en FAMIFED" en worden de woorden "bevoegde minister" vervangen door de woorden "minister bevoegd voor Sociale Zaken".
Art. 115.In artikel 141 van dezelfde samengeordende wetten, vervangen bij de wet van 21 december 2013, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° het eerste lid wordt als volgt gewijzigd : a) de woorden "de Rijksdienst voor Kinderbijslag voor Werknemers" worden vervangen door het woord "FAMIFED";b) de woorden "bevoegde minister" worden vervangen door de woorden "minister bevoegd voor Sociale Zaken";c) de woorden "op de bij de Rijksdienst aangesloten werkgevers die hoofdelijke bijdragen verschuldigd zijn, en" worden opgeheven;2° in het tweede lid worden de woorden "Die verslagen worden" vervangen door de woorden "Dit verslag wordt" en worden de woorden "bevoegde minister" vervangen door de woorden "minister bevoegd voor Sociale Zaken".
Art. 116.In artikel 142 van dezelfde samengeordende wetten, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in het eerste lid, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 10 april 1957 en van 25 oktober 1960, worden de woorden "de Rijksdienst voor kinderbijslag voor werknemers" vervangen door het woord "FAMIFED", worden de woorden "primaire kassen" vervangen door de woorden "vrije kinderbijslagfondsen" en worden de woorden "den bevoegden minister" vervangen door de woorden "de minister bevoegd voor Sociale Zaken";2° het tweede lid, ingevoegd bij het koninklijk besluit nr.290 van 30 maart 1936, wordt vervangen als volgt : "Ieder jaar legt het Algemeen Bestuur van FAMIFED aan zijn Beheerscomité een verslag voor over de algemene opdracht van toezicht.
Dit verslag wordt, na goedkeuring door het Beheerscomité, aan de minister bevoegd voor Sociale Zaken verzonden.".
Art. 117.In dezelfde samengeordende wetten, wordt het opschrift van sectie II van hoofdstuk XV vervangen als volgt : "Sectie 2. - De door de minister bevoegd voor Sociale Zaken aangewezen of gemachtigde controleurs en de toezichtsdiensten van het Federaal Agentschap voor de Kinderbijslag en van de vrije kinderbijslagfondsen".
Art. 118.In artikel 143 van dezelfde samengeordende wetten, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in het eerste lid, worden de woorden "den bevoegden minister" vervangen door de woorden "de minister bevoegd voor Sociale Zaken";2° in het tweede lid, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 25 oktober 1960, wordt het woord "compensatiekas" vervangen door de woorden "vrij kinderbijslagfonds" en worden de woorden "de Rijksdienst voor Kinderbijslag voor Werknemers" vervangen door het woord "FAMIFED".
Art. 119.In artikel 144 van dezelfde samengeordende wetten, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in de inleidende zin van het eerste lid, worden de woorden "iedere primaire kas" vervangen door de woorden "ieder vrij kinderbijslagfonds";2° in het eerste lid, a), gewijzigd bij de wet van 2 mei 1958, worden de woorden "de bevoegde minister" vervangen door de woorden "de minister bevoegd voor Sociale Zaken";3° in het tweede lid, a), worden de woorden "de Rijksdienst voor kinderbijslag voor werknemers" vervangen door het woord "FAMIFED";4° in het derde lid, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 25 oktober 1960, worden de woorden "primaire kassen" vervangen door de woorden "vrije kinderbijslagfondsen" en de woorden "de Rijksdienst voor kinderbijslag voor werknemers" vervangen door het woord "FAMIFED".
Art. 120.In artikel 145 van dezelfde samengeordende wetten, vervangen bij de wet van 6 juni 2010, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in de Franse tekst worden de woorden "des présentes lois et de leurs arrêtés" telkens vervangen door de woorden "de la présente loi et de ses arrêtés";2° de woorden "van deze wetten en van de uitvoeringsbesluiten ervan" en de woorden "van deze wetten en hun uitvoeringsbesluiten ervan" worden vervangen door de woorden "van deze wet en zijn uitvoeringsbesluiten".
Art. 121.In artikel 148 van dezelfde samengeordende wetten, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 25 oktober 1960, worden de woorden "bevoegde minister" vervangen door de woorden "minister bevoegd voor Sociale Zaken" en worden de woorden "de Rijksdienst voor kinderbijslag voor werknemers" vervangen door het woord "FAMIFED".
Art. 122.In artikel 149 van dezelfde samengeordende wetten, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in het eerste lid, gewijzigd bij de wet van 30 december 1992, worden het woord "compensatiekassen" vervangen door het woord "kinderbijslagfondsen" en worden de woorden "den minister van Arbeid en Sociale Voorzorg" vervangen door de woorden "de minister bevoegd voor Sociale Zaken";2° in het derde lid, gewijzigd bij de wet van 30 december 1992, worden de woorden "den minister van Arbeid en Sociale Voorzorg" vervangen door de woorden "de minister bevoegd voor Sociale Zaken".
Art. 123.In artikel 150 van dezelfde samengeordende wetten, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 19 december 1939, worden de woorden "den minister van Arbeid en Sociale Voorzorg" vervangen door de woorden "minister bevoegd voor Sociale Zaken" en worden de woorden ", alsmede die van de regieën, ondernemingen, collectiviteiten, instellingen en inrichtingen bedoeld bij artikel 138 die met het aankoopen van waren belast zijn of daaraan meewerken" opgeheven.
Art. 124.In artikel 151 van dezelfde samengeordende wetten, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 25 oktober 1960, worden de woorden "de Rijksdienst voor kinderbijslag voor werknemers" vervangen door het woord "FAMIFED" en worden de woorden "den minister van Arbeid en Sociale Voorzorg" vervangen door de woorden "minister bevoegd voor Sociale Zaken".
Art. 125.In artikel 152 van dezelfde samengeordende wetten, vervangen bij de wet van 28 juni 2013, worden de woorden "De Rijksdienst voor kinderbijslag voor werknemers" vervangen door het woord "FAMIFED".
Art. 126.In artikel 153, van dezelfde samengeordende wetten, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 25 oktober 1960, worden de woorden "primaire kassen" telkens vervangen door de woorden "vrije kinderbijslagfondsen", worden de woorden de Rijksdienst voor kinderbijslag voor werknemers" telkens vervangen door het woord "FAMIFED" en worden de woorden "den bevoegden minister" vervangen door de woorden "de minister bevoegd voor Sociale Zaken".
Art. 127.In artikel 154 van dezelfde samengeordende wetten, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in het eerste lid, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 25 oktober 1960, worden de woorden "primaire kassen" vervangen door de woorden "vrije kinderbijslagfondsen" en worden de woorden "de Rijksdienst voor kinderbijslag voor werknemers" vervangen door het woord "FAMIFED";2° in het tweede lid, gewijzigd bij de wet van 30 december 1992, wordt b) aangevuld met de woorden "en aan de zelfstandigen".
Art. 128.In dezelfde samengeordende wetten wordt het hoofdstuk XVI, met het opschrift "Hoofdstuk XVI. Strafbepalingen" opgeheven.
Art. 129.In artikel 165 van dezelfde samengeordende wetten, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in het eerste lid, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 30 december 1992, worden de woorden "compensatiekassen" vervangen door de woorden "kinderbijslagfondsen", wordt het woord "arbeiders" vervangen door de woorden "sociaal verzekerden";2° in hetzelfde eerste lid worden de woorden "deze kas" vervangen door de woorden "dit kinderbijslagfonds";3° in hetzelfde eerste lid wordt in de Franse tekst het woord "desservis" vervangen door de woorden "qui dépendent de cette caisse d'allocations familiales";4° in het derde lid, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 19 december 1939, wordt het woord "kassen" vervangen door het woord "kinderbijslagfondsen";5° in het vierde lid, gewijzigd bij de wet van 10 oktober 1967, worden de woorden "de Rijksdienst voor kinderbijslag voor werknemers" vervangen door het woord "FAMIFED".
Art. 130.In artikel 166 van dezelfde samengeordende wetten, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in het eerste lid, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 25 oktober 1960, worden de woorden "de compensatiekas" vervangen door de woorden "het kinderbijslagfonds", worden de woorden "de Rijksdienst voor kinderbijslag voor werknemers" vervangen door het woord "FAMIFED", worden de woorden "de kas" vervangen door de woorden "dit kinderbijslagfonds" en worden de woorden "of de Dienst" vervangen door de woorden "of FAMIFED";2° in het tweede lid, gewijzigd bij het koninklijk van 19 december 1939, wordt het woord "arbeiders" vervangen door het woord "werknemers".
Art. 131.In artikel 169, eerste lid, van dezelfde samengeordende wetten, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 25 oktober 1960, wordt het woord "kassen" vervangen door het woord "kinderbijslagfondsen" en worden de woorden "de Rijksdienst voor kinderbijslag voor werknemers" vervangen door het woord "FAMIFED".
Art. 132.In artikel 170 van dezelfde samengeordende wetten, vervangen bij de wet van 29 maart 2012, worden de woorden "De Rijksdienst voor Kinderbijslag voor Werknemers" en de woorden "de Rijksdienst" vervangen door het woord "FAMIFED" en worden de woorden "bevoegde minister" telkens vervangen door de woorden "minister bevoegd voor Sociale Zaken".
Art. 133.In artikel 170bis, eerste lid, van dezelfde samengeordende wetten, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 10 april 1957 en vervangen bij de wet van 29 maart 2012, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° de woorden "bevoegde minister" worden vervangen door de woorden "minister bevoegd voor Sociale Zaken";2° de woorden "bijzondere fondsen" worden vervangen door de woorden "bijzondere kinderbijslagfondsen;3° de woorden "De Rijksdienst voor Kinderbijslag voor Werknemers" worden vervangen door het woord "FAMIFED";4° de woorden "het fonds" worden vervangen door de woorden "het kinderbijslagfonds".
Art. 134.In artikel 171 van dezelfde samengeordende wetten, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in het eerste lid, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 25 oktober 1960, worden de woorden "De Rijksdienst voor kinderbijslag voor werknemers" vervangen door het woord "FAMIFED", worden de woorden "de Rijksdienst voor kinderbijslag voor zelfstandigen" vervangen door de woorden "het Rijksinstituut voor de Sociale Verzekeringen der Zelfstandigen" en worden de woorden "onder de voorwaarden, die bij artikelen 250 en volgende van het organiek koninklijk besluit van 22 december 1938 worden bepaald, elkaar te ondersteunen" vervangen door de woorden "elkaar, voor zover vereist, te ondersteunen bij de toepassing van deze wet";2° het tweede lid wordt opgeheven.
Art. 135.Artikel 172 van dezelfde samengeordende wetten, laatstelijk gewijzigd bij het koninklijk besluit van 23 januari 1976, wordt opgeheven.
Art. 136.In artikel 173, derde lid, van dezelfde samengeordende wetten, vervangen bij het koninklijk besluit van 25 oktober 1960, worden de woorden "de Rijksdienst voor kinderbijslag voor werknemers" vervangen door het woord "FAMIFED" en worden de woorden "Speciale kassen" vervangen door de woorden "bijzondere kinderbijslagfondsen".
Art. 137.In artikel 173bis van dezelfde samengeordende wetten, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 10 april 1964 en gewijzigd bij de wet van 30 december 1992, worden de woorden "De Rijksdienst voor kinderbijslag voor werknemers" vervangen door het woord "FAMIFED".
Art. 138.In artikel 173ter van dezelfde samengeordende wetten, ingevoegd bij de wet van 29 december 1990, worden de woorden "het Ministerie van Sociale Voorzorg" vervangen door de woorden "de Federale Overheidsdienst Sociale Zekerheid".
Art. 139.In artikel 173quater, eerste lid, van dezelfde samengeordende wetten, ingevoegd bij de wet van 4 april 1991, worden de woorden "deze wetten" vervangen door de woorden "deze wet".
Art. 140.In artikel 173quinquies van dezelfde samengeordende wetten, ingevoegd bij de wet van 4 april 1991, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in het derde lid, wordt het woord "en" ingevoegd tussen het woord "kinderbijslaginstelling" en de woorden "de bevoegde autoriteit";2° in de derde lid en het vierde lid, wordt het woord "wetten" vervangen door het woord "wet".
Art. 141.In artikel 173sexies, tweede lid, van dezelfde samengeordende wetten, ingevoegd bij de wet 4 april 1991, wordt het woord "wetten" vervangen door het woord "wet".
Art. 142.In artikel 173septies, van dezelfde samengeordende wetten, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 10 juni 2001, worden de woorden "samengeordende wetten" vervangen door het woord "wet".
Art. 143.Artikel 175 van dezelfde samengeordende wetten, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 19 december 1939, wordt opgeheven.
Art. 144.In dezelfde samengeordende wetten wordt de sectie met het opschrift "Overgangsbepalingen" dat de artikelen 176 en 177 bevat, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 19 december 1939 en het koninklijk besluit van 25 oktober 1960, opgeheven.
Art. 145.In dezelfde samengeordende wetten wordt de sectie met het opschrift "Overgangsbepalingen ingevoerd bij koninklijk besluit van 30 maart 1936" dat het artikel 178 bevat, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 19 december 1939, opgeheven.
Art. 146.In dezelfde samengeordende wetten wordt de sectie met het opschrift "Bijkomend artikel door hetzelfde besluit ingevoegd", dat het artikel 181 bevat, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 19 december 1939, opgeheven.
Art. 147.In dezelfde samengeordende wetten wordt de sectie met het opschrift "Overgangsbepaling ingevoerd bij koninklijk besluit van 22 december 1938", opgeheven.
Art. 148.In dezelfde samengeordende wetten wordt de sectie met het opschrift "Aanvullende bepaling", ingevoegd bij de besluitwet van 22 augustus 1946, opgeheven.
Art. 149.In dezelfde samengeordende wetten, wordt een nieuw hoofdstuk XVIII ingevoegd met het opschrift "Hoofdstuk XVIII. Wijzigings-, opheffings- en overgangspepalingen".
Art. 150.In het nieuwe hoofdstuk XVIII van dezelfde samengeordende wetten wordt een artikel 175 ingevoegd, luidende : "
Art. 175.Worden opgeheven : 1° de artikelen 1 tot en met 7 en artikel 9 van de wet van 29 maart 1976 betreffende de gezinsbijslag voor zelfstandigen, gewijzigd bij de wetten van 17 maart 1993, 6 april 1995, 20 december 1995, 20 december 1995 en het koninklijk besluit van 18 november 1996;2° het koninklijk besluit van 8 april 1976 houdende regeling van de gezinsbijslag ten voordele van de zelfstandigen, laatstelijk gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 20 januari 2009, 9 mei 2009, 12 juli 2009, 9 juillet 2010, 3 september 2010, 16 april 2013 en 19 juillet 2013;3° het koninklijk besluit van 27 april 1976 tot aanvulling van het koninklijk besluit van 8 april 1976 houdende regeling van de gezinsbijslag ten voordele van de zelfstandigen, laatstelijk gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 25 mei 1984, 9 maart 1985, 3 juli 1985, 3 september 1985, 23 december 1986, 29 september 1987, 21 februari 1991, 13 maart 1995, 30 september 1997, 13 juli 2001, 31 december 2003, 17 september 2005, 12 juli 2006, 9 mei 2007 en 3 september 2010;4° het koninklijk besluit van 10 april 1987 tot wijziging van het koninklijk besluit van 8 april 1976 houdende regeling van de gezinsbijslag ten voordele van de zelfstandigen;5° het koninklijk besluit van 5 november 1987 tot wijziging van het koninklijk besluit van 8 april 1976 houdende regeling van de gezinsbijslag ten voordele van de zelfstandigen;6° het koninklijk besluit van 21 februari 1991 tot wijziging van sommige bepalingen betreffende de regeling van de gezinsbijslag ten voordele van de zelfstandigen;7° het koninklijk besluit van 21 februari 1991 tot uitvoering van artikel 34, § 4, van het koninklijk besluit van 8 april 1976 houdende regeling van de gezinsbijslag ten voordele van de zelfstandigen;8° het koninklijk besluit van 28 augustus 1991 tot uitvoering van de artikelen 20, §§ 2 en 3, 26 en 35 van het koninklijk besluit van 8 april 1976 houdende regeling van de gezinsbijslag ten voordele van de zelfstandigen, en van artikel 23 van het koninklijk besluit van 21 februari 1991 tot wijziging van sommige bepalingen betreffende de regeling van de gezinsbijslag ten voordele van de zelfstandigen, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 16 november 1999 en 13 juli 2001;9° het koninklijk besluit van 25 januari 2004 tot uitvoering van de artikelen 20, 26 en 35, § 2, van het koninklijk besluit van 8 april 1976 houdende regeling van de gezinsbijslag ten voordele van de zelfstandigen, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 5 augustus 2006, 25 februari 2007 en 9 mei 2009;10° het koninklijk besluit van 19 juli 2005 tot uitvoering van de artikelen 17, 17bis, 19 en 20, § 1, van het koninklijk besluit van 8 april 1976 houdende regeling van de gezinsbijslag ten voordele van de zelfstandigen, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 26 en 27 april 2007 en het koninklijk besluit van 18 september 2008;11° het ministerieel besluit van 29 september 1980 genomen in uitvoering van artikel 27 van het koninklijk besluit van 8 april 1976 houdende regeling van de gezinsbijslag ten voordele van de zelfstandigen, gewijzigd bij de ministeriële besluiten van 20 oktober 1986, 7 mei 1991 en 28 maart 1994;12° het ministerieel besluit van 2 augustus 1985 genomen in uitvoering van artikel 34 van het koninklijk besluit van 8 april 1976 houdende regeling van de gezinsbijslag ten voordele van de zelfstandigen, gewijzigd bij het ministerieel besluit van 22 februari 1991;13° artikel 21, tweede lid, van de wet van 10 juni 1998 tot wijziging van de samengeordende wetten van 19 december 1939 betreffende de kinderbijslag voor loonarbeiders, voor zover het betrekking heeft op : a) artikel 3 van de voormelde wet van 10 juni 1998, voor zover het betrekking heeft op de artikelen 77, 78 en 79 van de samengeordende wetten van 19 december 1939 betreffende de kinderbijslag voor loonarbeiders;b) de artikelen 4, 1°, 10, 12 en 19 van dezelfde wet.
Art. 151.In het nieuwe hoofdstuk XVIII van dezelfde samengeordende wetten wordt een artikel 175/1 ingevoegd, luidende : "
Art. 175/1.Het statutaire doel van de voor 1 juli 2014 toegelaten kinderbijslagfondsen, wordt uitgebreid tot de verdeling van de kinderbijslagen, de kraamgelden en de adoptiepremies voor de zelfstandigen.".
Art. 152.In het nieuwe hoofdstuk XVIII van dezelfde samengeordende wetten wordt een artikel 175/2 ingevoegd : "
Art. 175/2.Het Rijksinstituut voor de Sociale Verzekeringen der Zelfstandigen, dat krachtens artikel 5 van de wet van 29 maart 1976 instond voor het beheer van gezinsbijslagdossiers, draagt zijn opdracht inzake gezinsbijslag integraal over aan FAMIFED.".
Art. 153.In het nieuwe hoofdstuk XVIII van dezelfde samengeordende wetten wordt een artikel 175/3 ingevoegd : "
Art. 175/3.De sociale verzekeringsfondsen blijven bevoegd voor de betaling en terugvordering van gezinsbijslag die betrekking heeft op een periode vóór 1 juli 2014."
Art. 154.In het nieuwe hoofdstuk XVIII van dezelfde samengeordende wetten wordt een artikel 175/4 ingevoegd, luidende : "
Art. 175/4.De wetsbepalingen die niet strijdig zijn met deze wet, waarbij verwezen wordt naar bepalingen van het koninklijk besluit van 8 april 1976 houdende regeling van de gezinsbijslag ten voordele van de zelfstandigen, worden geacht te verwijzen naar de overeenkomstige bepalingen in deze wet."
Art. 155.In het nieuwe hoofdstuk XVIII van dezelfde samengeordende wetten wordt een artikel 175/5 ingevoegd, luidende : "
Art. 175/5.De algemene en individuele afwijkingen die werden toegekend krachtens het koninklijk besluit van 8 april 1976 houdende regeling van de gezinsbijslag ten voordele van de zelfstandigen, blijven van kracht voor de toepassing van deze wet.".
Art. 156.In het nieuwe hoofdstuk XVIII van dezelfde samengeordende wetten wordt een artikel 175/6 ingevoegd, luidende : "
Art. 175/6.De reglementaire bepalingen ter uitvoering en toepassing van de samengeordende wetten van 19 december 1939 betreffende de kinderbijslag voor loonarbeiders en van zijn uitvoeringsbesluiten, hebben betrekking op de zelfstandige, voor zover dit nodig is voor de uitvoering van deze wet.".
Art. 157.In het nieuwe hoofdstuk XVIII van dezelfde samengeordende wetten wordt een artikel 175/7 ingevoegd, luidende : "
Art. 175/7.De reglementaire bepalingen genomen in uitvoering en toepassing van de samengeordende wetten van 19 december 1939 betreffende de kinderbijslag voor loonarbeiders, waarin wordt verwezen naar de Rijksdienst voor Kinderbijslag voor Werknemers of naar een van de afkortingen van die benaming, worden voortaan geacht te verwijzen naar het Federaal Agentschap voor de Kinderbijslag (FAMIFED).
Dit geldt ook voor alle wettelijke bepalingen die naar de Rijksdienst voor Kinderbijslag voor Werknemers of naar één van zijn afkortingen verwijzen.
De wettelijke en reglementaire bepalingen die verwijzen naar de samengeordende wetten betreffende de kinderbijslag voor loonarbeiders of een van zijn afkortingen, worden voortaan geacht te verwijzen naar de Algemene Kinderbijslagwet (AKBW).".
Art. 158.Deze wet treedt in werking op 30 juni 2014, met uitzondering van de artikelen 84, 3°, 102 en 103 die uitwerking hebben met ingang van 1 januari 2014, artikel 11, 9°, wat betreft het derde en vierde lid van paragraaf 3 die het invoegt, dat in werking treedt op 1 mei 2014 en de artikelen 75, 1°, 84, 4°, 86 en 115, 1°, c), die in werking treden op 1 januari 2015.
Kondigen deze wet af, bevelen dat zij met `s Lands zegel zal worden bekleed en door het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.
Gegeven te Brussel, 4 april 2014.
FILIP Van Koningswege : De Minister van Sociale Zaken, Mevr. L. ONKELINX De Minister van Middenstand Mevr. S. LARUELLE De Staatssecretaris voor Sociale Zaken en voor Gezinnen PH. COURARD Met `s Lands zegel gezegeld : De Minister van Justitie, Mevr. A. TURTELBOOM _______ Nota (1) Zitting 2013-2014. Kamer van volksvertegenwoordigers Stukken. - 53K3339 Senaat Stuk. - 5-2523