gepubliceerd op 25 augustus 2000
Wet tot wijziging van sommige wetten inzake de verkiezing van de provincie-, gemeente- en districtsraden en raden voor maatschappelijk welzijn, wat de verkiezingsuitgaven betreft
12 AUGUSTUS 2000. - Wet tot wijziging van sommige wetten inzake de verkiezing van de provincie-, gemeente- en districtsraden en raden voor maatschappelijk welzijn, wat de verkiezingsuitgaven betreft (1)
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
De Kamers hebben aangenomen en Wij bekrachtigen hetgeen volgt : HOOFDSTUK I. - Algemene bepaling Artikel 1 Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 78 van de Grondwet. HOOFDSTUK II. - Wijzigingen van de wet van 7 juli 1994 betreffende de beperking en de controle van de verkiezingsuitgaven voor de verkiezing van de provincieraden en de gemeenteraden en de districtsraden en voor de rechtstreekse verkiezing van de raden voor maatschappelijk welzijn Art. 2 In artikel 1 van de wet van 7 juli 1994 betreffende de beperking en de controle van de verkiezingsuitgaven voor de verkiezing van de provincieraden en de gemeenteraden en de districtsraden en voor de rechtstreekse verkiezing van de raden voor maatschappelijk welzijn, gewijzigd bij de wet van 19 maart 1999, worden de volgende wijzigingen aangebracht : A. in 1° wordt het woord « , districtsraadsverkiezingen » ingevoegd tussen het woord « gemeenteraadsverkiezingen » en de woorden « of rechtstreekse verkiezingen »;
B. in 1° wordt het woord « , districtsraadslid » ingevoegd tussen het woord « gemeenteraadslid » en de woorden « of lid van de raad voor maatschappelijk welzijn »;
C. de bepaling onder 1° wordt aangevuld met het volgende lid : « Worden beschouwd als componenten van een politieke partij, de instellingen, verenigingen, groeperingen en regionale entiteiten van een politieke partij, ongeacht hun rechtsvorm, die rechtstreeks verbonden zijn met die politieke partij, met name : - de studiediensten; - de wetenschappelijke instellingen; - de politieke vormingsinstellingen; - de politieke omroepverenigingen; - de instelling bedoeld in artikel 22 van de wet van 4 juli 1989 betreffende de beperking en de controle van de verkiezingsuitgaven voor de verkiezingen van de federale Kamers, de financiering en de open boekhouding van de politieke partijen; - de entiteiten georganiseerd op het niveau van de arrondissementen en/of van de kieskringen voor de verkiezingen van de federale Kamers en de Gemeenschaps- en Gewestraden; - de politieke fracties van de federale Kamers en de Gemeenschaps- en Gewestraden. »;
D. in 5° vervallen de woorden « , gewijzigd bij de wetten van 21 mei 1991, 18 juni 1993 en 19 mei 1994 ».
Art. 3 In artikel 5 van dezelfde wet worden de woorden « en gemeenteraden » vervangen door de woorden « , de gemeenteraden en de districtsraden ».
Art. 4 In artikel 6 van dezelfde wet, gewijzigd bij de wet van 12 juli 1994, worden de volgende wijzigingen aangebracht : A. in § 1 worden de woorden « en van haar kandidaten » vervangen door de woorden « , een lijst en hun kandidaten »;
B. in § 1 worden de woorden « en gemeenteraden » vervangen door de woorden « , de gemeenteraden en de districtsraden »;
C. in § 3 worden de woorden « en de gemeenteraden » vervangen door de woorden « , de gemeenteraden en de districtsraden ».
Art. 5 In artikel 8 van dezelfde wet worden de volgende wijzigingen aangebracht : A. in het tweede lid worden de woorden « de privé-personen die een gift hebben gedaan, vertrouwelijk te houden » vervangen door de woorden « de natuurlijke personen die giften van 5 000 frank en meer hebben gedaan, te registreren »;
B. in het derde lid worden de woorden « , de districtsraadsverkiezingen » ingevoegd tussen de woorden « de gemeenteraadsverkiezingen » en de woorden « en de rechtstreekse verkiezingen van de raden voor maatschappelijk welzijn ».
Art. 6 In artikel 12, § 1, 1°, van dezelfde wet, gewijzigd bij de wet van 19 maart 1999,worden de woorden « en/of van de herkomst van de geldmiddelen » ingevoegd tussen de woorden « zijn verkiezingsuitgaven » en de woorden « heeft gedaan ».
Art. 7 In artikel 13 van dezelfde wet worden de volgende wijzigingen aangebracht : A. in het eerste lid worden in de eerste zin de woorden « en hun componenten » ingevoegd tussen de woorden « politieke partijen » en het woord « , lijsten »;
B. in het eerste lid wordt tussen de tweede en de derde zin de volgende zin ingevoegd : « Zo ook mogen componenten giften ontvangen van hun politieke partij en omgekeerd. »;
C. tussen het eerste en het tweede lid wordt het volgende lid ingevoegd : « De identiteit van de natuurlijke personen die giften van 5 000 frank en meer, onder welke vorm ook, doen aan politieke partijen en hun componenten, lijsten, kandidaten en politieke mandatarissen wordt door de begunstigden jaarlijks geregistreerd. Politieke partijen en hun componenten, lijsten, kandidaten en politieke mandatarissen mogen vanwege een zelfde natuurlijke persoon jaarlijks elk maximaal 20 000 frank, of de tegenwaarde daarvan, als gift ontvangen. De schenker mag jaarlijks in het totaal maximaal 80 000 frank, of de tegenwaarde daarvan, besteden aan giften ten voordele van politieke partijen en hun componenten, lijsten, kandidaten en politieke mandatarissen. De afdrachten van politieke mandatarissen aan hun politieke partij worden niet als giften beschouwd. »;
D. in de eerste en de tweede zin van het tweede lid worden de woorden « natuurlijke personen » ingevoegd tussen het woord « rechtspersonen, » en de woorden « of feitelijke verenigingen ».
Art. 8 In dezelfde wet wordt een artikel 13bis ingevoegd, luidend als volgt : «
Art. 13bis.De Koning bepaalt bij een besluit vastgesteld na overleg in de Ministerraad de wijze waarop de in de artikelen 8 en 13 bedoelde registraties worden opgesteld en ingediend. De controle van de registraties van de politieke partijen geschiedt door de Controlecommissie. » HOOFDSTUK III. - Wijzigingen van de wet van 19 oktober 1921 tot regeling van de provincieraadsverkiezingen Art. 9 In artikel 11, § 5, vijfde lid, van de wet van 19 oktober 1921 tot regeling van de provincieraadsverkiezingen, gewijzigd bij de wet van 7 juli 1994, worden in de eerste en de tweede zin de woorden « de privé-personen die een gift hebben gedaan, vertrouwelijk te houden » vervangen door de woorden « de natuurlijke personen die giften van 5 000 frank en meer hebben gedaan, te registreren ».
Art. 10 In artikel 37/1 van dezelfde wet, ingevoegd door de wet van 7 juli 1994, worden de woorden « en de districtsraden » ingevoegd tussen de woorden « de gemeenteraden en de woorden « en voor de rechtstreekse verkiezing ».
Art. 11 In artikel 37/2, eerste en tweede lid, van dezelfde wet, ingevoegd door de wet van 7 juli 1994, worden de woorden « en de districtsraden » ingevoegd tussen de woorden « de gemeenteraden » en de woorden « en voor de rechtstreekse verkiezing ». HOOFDSTUK IV. - Wijzigingen van de op 4 augustus 1932 gecoördineerde gemeentekieswet Art. 12 In artikel 23, § 2, eerste en tweede lid, van de op 4 augustus 1932 gecoördineerde gemeentekieswet, vervangen bij de wet van 5 juli 1976 en gewijzigd bij de wetten van 7 juli 1994 en 10 april 1995, worden de woorden « de privé-personen die een gift hebben gedaan, vertrouwelijk te houden » vervangen door de woorden « de natuurlijke personen die giften van 5 000 frank en meer hebben gedaan, te registreren ».
Art. 13 In artikel 23ter, tweede lid, van dezelfde wet, ingevoegd door de wet van 7 juli 1994, worden de woorden « en de districtsraden » ingevoegd tussen de woorden « de gemeenteraden » en de woorden « en voor de rechtstreekse verkiezing ».
Art. 14 In artikel 74, §§ 2 en 3, tweede lid, van dezelfde wet, vervangen bij de wet van 5 juli 1976 en gewijzigd bij de wet van 7 juli 1994, worden de woorden « en de districtsraden » ingevoegd tussen de woorden « de gemeenteraden » en de woorden « en voor de rechtstreekse verkiezing ».
Art. 15 In artikel 74bis, § 2, eerste lid, van dezelfde wet, ingevoegd bij de wet van 5 juli 1976 en gewijzigd bij de wet van 7 juli 1994, worden de woorden « en de districtsraden » ingevoegd tussen de woorden « de gemeenteraden » en de woorden « en voor de rechtstreekse verkiezing ».
Art. 16 Artikel 114 van dezelfde wet, toegevoegd bij de wet van 19 maart 1999, wordt aangevuld met de volgende bepaling : « , « gemeentelijst » door « districtslijst » en « gemeenteraadslid » door « districtsraadslid ». » HOOFDSTUK V. - Wijzigingen van het koninklijk besluit van 26 augustus 1988 tot vaststelling van de nadere regels voor de verkiezing van de raad voor maatschappelijk welzijn in de gemeenten bedoeld bij artikel 7 van de wetten op het gebruik der talen in bestuurszaken, gecoördineerd op 18 juli 1966, en in de gemeenten Komen-Waasten en Voeren Art. 17 In artikel 2, § 3, van het koninklijk besluit van 26 augustus 1988 tot vaststelling van de nadere regels voor de verkiezing van de raad voor maatschappelijk welzijn in de gemeenten bedoeld bij artikel 7 van de wetten op het gebruik der talen in bestuurszaken, gecoördineerd op 18 juli 1966, en in de gemeenten Komen-Waasten en Voeren, gewijzigd bij de wet van 7 juli 1994, worden de volgende wijzigingen aangebracht : A. het eerste lid wordt aangevuld als volgt : « Zij verbinden er zich bovendien toe de herkomst van de geldmiddelen aan te geven en daarbij de identiteit van de natuurlijke personen die giften van 5 000 frank en meer hebben gedaan, te registreren. »;
B. het tweede lid wordt aangevuld als volgt : « Hij verbindt er zich tevens toe de herkomst van de geldmiddelen aan te geven en daarbij de identiteit van de natuurlijke personen die giften van 5 000 frank en meer hebben gedaan, te registreren. ».
Art. 18 In artikel 7bis van hetzelfde koninklijk besluit, ingevoegd bij de wet van 7 juli 1994, worden de woorden « en de districtsraden » ingevoegd tussen de woorden « de gemeenteraden » en de woorden « en voor de rechtstreekse verkiezing ». HOOFDSTUK Vl. - Overgangsbepaling Art. 19 Politieke partijen en hun componenten, lijsten, kandidaten en politieke mandatarissen die, tussen 1 januari 2000 en de datum van inwerkingtreding van deze wet, vanwege een zelfde natuurlijke persoon meer dan 20 000 frank, of de tegenwaarde daarvan, als gift aanvaard hebben, zijn gehouden deze uiterlijk op 31 december 2000 aan de schenker terug te geven ten belope van het bedrag dat de limiet van 20 000 frank overschrijdt.
In het geval waarin de politieke partijen en hun componenten evenals de lijsten, kandidaten en politieke mandatarissen nalaten te voldoen aan de verplichting van terugstorting bedoeld in het eerste lid volgens de daarin bepaalde regels, of er slechts aan voldoen na de termijn die erin wordt vastgesteld, zijn de bepalingen van artikel 13, vierde lid, van de wet van 7 juli 1994 betreffende de beperking en de controle van de verkiezingsuitgaven voor de verkiezing van de provincieraden en de gemeenteraden en de districtsraden en voor de rechtstreekse verkiezing van de raden voor maatschappelijk welzijn, van toepassing.
In het geval waarin de politieke partijen en hun componenten, voor zover ze zijn samengesteld in de vorm van een rechtspersoon, evenals de kandidaten en politieke mandatarissen nalaten te voldoen aan de verplichting van terugstorting bedoeld in het eerste lid volgens de daarin bepaalde regels, of er slechts aan voldoen na de termijn die erin wordt vastgesteld, worden ze strafrechtelijk gesanctionneerd krachtens artikel 13, vijfde lid, van voornoemde wet van 7 juli 1994.
In dit geval zijn het zesde en zevende lid van deze bepaling van toepassing. HOOFDSTUK Vll. - Inwerkingtreding Art. 20 Deze wet treedt in werking de dag waarop ze in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.
Kondigen deze wet af bevelen dat zij met 's Lands zegel zal worden bekleed en door het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.
Gegeven te Brussel, 12 augustus 2000.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Binnenlandse Zaken, A. DUQUESNE Met 's Lands zegel gezegeld : De Minister van Justitie, M. VERWILGHEN _______ Nota (1) Gewone zitting 1999-2000. Kamer van volksvertegenwoordigers : Parlementaire bescheiden. - Wetsvoorstel, nr. 50-672/1. - Amendementen, nr. 50-672/2 en /3. - Verslag, nr. 50-672/4. - Tekst aangenomen door de Commissie, nr. 50-672/5. - Tekst aangenomen in plenaire vergadering en overgezonden aan de Senaat, nr. 50-672/6.
Handelingen van de Kamer. - Bespreking en aanneming, vergadering van 22 juni 2000.
Senaat : Parlementaire bescheiden. - Ontwerp overgezonden door de Kamer van volksvertegenwoordigers, nr. 2-489/1. - Ontwerp niet geëvoceerd door de Senaat, nr. 2-489/2.