gepubliceerd op 27 juni 2014
Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 9 juni 1999 betreffende de beheersrekening en de administratieve reserve van de kinderbijslagfondsen
22 MEI 2014. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 9 juni 1999Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 09/06/1999 pub. 08/07/1999 numac 1999022594 bron ministerie van sociale zaken, volksgezondheid en leefmilieu Koninklijk besluit betreffende het Fonds voor administratiekosten en de administratieve reserve van de kinderbijslagfondsen sluiten betreffende de beheersrekening en de administratieve reserve van de kinderbijslagfondsen
FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de samengeordende wetten van 19 december 1939 betreffende de kinderbijslag voor loonarbeiders, artikel 94, § 2, a), vervangen bij de wet van 12 augustus 2000Relevante gevonden documenten type wet prom. 12/08/2000 pub. 25/08/2000 numac 2000000613 bron ministerie van binnenlandse zaken Wet tot wijziging van sommige wetten inzake de verkiezing van de provincie-, gemeente- en districtsraden en raden voor maatschappelijk welzijn, wat de verkiezingsuitgaven betreft type wet prom. 12/08/2000 pub. 31/08/2000 numac 2000003530 bron diensten van de eerste minister en ministerie van financien Wet houdende sociale, budgettaire en andere bepalingen sluiten;
Gelet op het koninklijk besluit van 9 juni 1999Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 09/06/1999 pub. 08/07/1999 numac 1999022594 bron ministerie van sociale zaken, volksgezondheid en leefmilieu Koninklijk besluit betreffende het Fonds voor administratiekosten en de administratieve reserve van de kinderbijslagfondsen sluiten betreffende de beheersrekening en de administratieve reserve van de kinderbijslagfondsen;
Gelet op de voorstellen van het Beheerscomité van de Rijksdienst voor kinderbijslag voor werknemers van 6 maart 2012 en 3 september 2013;
Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 28 september 2013;
Gelet op akkoordbevinding van de Minister van Begroting, d.d. 23 december 2013;
Gelet op advies nr. 55.076/1 van de Raad van State, gegeven op 13 februari 2014, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;
Op de voordracht van de Minister van Sociale Zaken en de Staatssecretaris voor Sociale Zaken en voor Gezinnen, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.In artikel 2 van het koninklijk besluit van 9 juni 1999Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 09/06/1999 pub. 08/07/1999 numac 1999022594 bron ministerie van sociale zaken, volksgezondheid en leefmilieu Koninklijk besluit betreffende het Fonds voor administratiekosten en de administratieve reserve van de kinderbijslagfondsen sluiten betreffende de beheersrekening en de administratieve reserve van de kinderbijslagfondsen, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 20 juli 2006 en 4 juni 2008, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° het eerste lid wordt aangevuld met de bepaling onder 7°, luidende : « 7° vanaf het dienstjaar 2014 : a) 61,97 EUR per mutatie van werkgever in de loop van het dienstjaar;b) 1,4 % van het bedrag van de gezinsbijslag uitbetaald in de loop van het dienstjaar;c) 24,79 EUR per controle uitgevoerd in de loop van het dienstjaar;d) 9,92 EUR per mailboxbericht met hoog gewicht ontvangen in de loop van het dienstjaar;e) 4,96 EUR per mailboxbericht met gemiddeld gewicht ontvangen in de loop van het dienstjaar;f) 2,48 EUR per mailboxbericht met laag gewicht ontvangen in de loop van het dienstjaar;g) 0,39 EUR per elektronisch bericht betreffende de socioprofessionele situatie van de rechthebbende;h) 0,782 EUR per betaling;i) 1,5 % van het bedrag van de ten onrechte uitbetaalde gezinsbijslag die wettelijk teruggeïnd is na de datum van de inwerkingtreding van dit besluit.»; 2° in het tweede lid worden de woorden « 1°, 2°, 3°, 4°, 5° en 6° van het eerste lid » vervangen door de woorden « 1°, 2°, 3°, 4°, 5°, 6° en 7° van het eerste lid.»
Art. 2.In artikel 3 van hetzelfde besluit wordt het eerste lid, vervangen bij het koninklijk besluit van 4 juni 2008Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 04/06/2008 pub. 03/07/2008 numac 2008022354 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 9 juni 1999 betreffende de beheersrekening en de administratieve reserve van de kinderbijslagfondsen sluiten, vervangen als volgt : "De bedragen bepaald in artikel 2, 1°, a), b), c), e), f), g) en h), 2°, a), b), c), e), f), g) en h), 3°, a), b), d), e), f) en g), 4°, a), c), d), e), f), g) en h), 5°, a), c), d), e), f), g) en h), 6°, a), c), d), e), f), g) en h) en 7°, a), c), d), e), f), g) en h), verhogen of verminderen overeenkomstig de op 31 december van het dienstjaar vastgestelde index van de conventionele bediendenlonen, NACEBEL-nomenclatuur, zoals bepaald en gepubliceerd door de Federale Overheidsdienst Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg, die is gekoppeld aan de basisindex 100,71, herzien in 1997 voor de berekening van deze index."
Art. 3.Artikel 10 van hetzelfde besluit, vervangen bij het koninklijk besluit van 24 september 2001 en gewijzigd bij het koninklijk besluit van 4 juni 2008Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 04/06/2008 pub. 03/07/2008 numac 2008022354 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 9 juni 1999 betreffende de beheersrekening en de administratieve reserve van de kinderbijslagfondsen sluiten, wordt vervangen als volgt : «
Art. 10.Het deel van de toelage toegekend op basis van de evaluatie van de kwaliteit van het financieel beheer, bedoeld in artikel 7, 2° en gewogen overeenkomstig artikel 8, 2° moet toegewezen worden aan het reservefonds : a) naar rato van 50 % voor dienstjaar 2014, 70 % voor dienstjaar 2015 en 100 % vanaf dienstjaar 2016, wanneer de waarde van het reservefonds lager ligt dan 50 % van het gemiddelde saldo van de teruggevorderde onverschuldigde gezinsbijslag voor het overeenkomstige boekjaar; b) naar rato van 37,50 % voor dienstjaar 2014, 43 % voor dienstjaar 2015 en 50 % vanaf dienstjaar 2016 wanneer de waarde van het reservefonds minder dan 125 % en ten minste 50 % bedraagt van het gemiddelde saldo van de teruggevorderde onverschuldigde gezinsbijslag voor het overeenkomstige boekjaar, voor de kinderbijslagfondsen die jaarlijks meer dan 100.000.000 EUR uitkeren of wanneer de waarde van het reservefonds minder dan 150 % en ten minste 50 % bedraagt van het gemiddelde saldo van de teruggevorderde onverschuldigde gezinsbijslag voor het overeenkomstige boekjaar, voor kinderbijslagfondsen die jaarlijks minder dan 100.000.000 EUR uitkeren."
Art. 4.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2014.
Art. 5.De minister bevoegd voor Sociale Zaken is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 22 mei 2014.
FILIP Van Koningswege : De Minister van Sociale Zaken, Mevr. L. ONKELINX De Staatssecretaris voor Sociale Zaken en voor Gezinnen, Ph. COURARD