Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 12 augustus 2024
gepubliceerd op 16 september 2024

Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten, wat de betalingsregels betreft

bron
federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister
numac
2024008174
pub.
16/09/2024
prom.
12/08/2024
ELI
eli/besluit/2024/08/12/2024008174/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

12 AUGUSTUS 2024. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 14 januari 2013Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 14/01/2013 pub. 29/08/2013 numac 2013000553 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Koninklijk besluit tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten en van de concessies voor openbare werken. - Duitse vertaling type koninklijk besluit prom. 14/01/2013 pub. 26/03/2013 numac 2013021021 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Koninklijk besluit tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten en van de concessies voor openbare werken. - Rechtzetting type koninklijk besluit prom. 14/01/2013 pub. 14/02/2013 numac 2013021005 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Koninklijk besluit tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten en van de concessies voor openbare werken sluiten tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten, wat de betalingsregels betreft


VERSLAG AAN DE KONING Sire, Dit koninklijk besluit is erop gericht om het koninklijk besluit van 14 januari 2013Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 14/01/2013 pub. 29/08/2013 numac 2013000553 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Koninklijk besluit tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten en van de concessies voor openbare werken. - Duitse vertaling type koninklijk besluit prom. 14/01/2013 pub. 26/03/2013 numac 2013021021 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Koninklijk besluit tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten en van de concessies voor openbare werken. - Rechtzetting type koninklijk besluit prom. 14/01/2013 pub. 14/02/2013 numac 2013021005 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Koninklijk besluit tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten en van de concessies voor openbare werken sluiten tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten, hierna het "KB AUR", te wijzigen wat de betalingsregels betreft.

Dit ontwerp beoogt met name de afzonderlijke termijnen voor nazicht en betaling af te schaffen. Voortaan wordt slechts in één enkele termijn voorzien waarbinnen het nazicht en de betaling moeten plaatsvinden.

Deze termijn wordt vastgesteld op dertig dagen. Het ontwerp voorziet eveneens in uitzonderingen op deze termijn.

Motivering van deze wijziging In artikel 4 van richtlijn 2011/7/EU van het Europees Parlement en de Raad van 16 februari 2011 betreffende bestrijding van betalingsachterstand bij handelstransacties worden betalingsregels vastgesteld voor handelstransacties waarbij de schuldenaar een overheidsinstantie is. Deze richtlijn werd, wat de overheidsopdrachten betreft, met name omgezet in het KB AUR. Het Hof van Justitie heeft een nieuwe verduidelijking aangebracht wat artikel 4 van deze richtlijn betreft. In het arrest C-585/20 van 20 oktober 2022 heeft het Hof geoordeeld dat "artikel 4, leden 3 tot en met 6, van richtlijn 2011/7 aldus moet worden uitgelegd dat het in de weg staat aan een nationale regeling die op algemene wijze voor alle handelstransacties tussen ondernemingen en overheidsinstanties voorziet in een betalingstermijn van maximaal 60 kalenderdagen, ook wanneer die termijn bestaat in een aanvankelijke termijn van 30 dagen voor een procedure voor goedkeuring of verificatie van de conformiteit van de geleverde goederen of de verrichte diensten met de overeenkomst en een aanvullende termijn van 30 dagen voor de betaling van de overeengekomen prijs." In overweging 51 bij het arrest verduidelijkt het Hof dat "deze letterlijke en contextuele uitlegging van artikel 4 van richtlijn 2011/7 wordt bevestigd door de doelstellingen van deze richtlijn, zoals onder meer het opleggen aan de lidstaten van strengere verplichtingen voor overheidsinstanties met betrekking tot hun transacties met ondernemingen. Zoals blijkt uit de overwegingen 3, 9 en 23 van deze richtlijn, gelezen in hun onderlinge samenhang, worden de inkomensstromen van overheidsinstanties, die een aanzienlijke hoeveelheid betalingen aan ondernemingen verrichten, immers gekenmerkt door een grotere zekerheid, voorspelbaarheid en continuïteit dan die van ondernemingen, kunnen overheidsinstanties tegen gunstigere voorwaarden dan ondernemingen financiering krijgen en zijn die overheidsinstanties voor het bereiken van hun doelen minder afhankelijk van het onderhouden van stabiele commerciële relaties dan ondernemingen. Bovendien leiden lange betalingstermijnen voor deze instanties, net als betalingsachterstanden, tot ongerechtvaardigde kosten voor deze ondernemingen, waardoor hun liquiditeitsproblemen groter worden en hun financiële beheer wordt bemoeilijkt. Tevens zijn deze betalingsachterstanden nadelig voor het concurrentievermogen en de winstgevendheid van deze ondernemingen, aangezien zij ten gevolge van die betalingsachterstanden externe financiering nodig hebben.".

Het KB AUR voorziet echter net, op algemene wijze, in een termijn die een verificatietermijn van dertig dagen en een betalingstermijn van dertig dagen omvat. Zodoende dringt een aanpassing zich op.

Bovendien zal deze wijziging een positieve invloed hebben op het concurrentievermogen van het bedrijfsleven, met name wat de kleine en middelgrote ondernemingen betreft, die vlugger zullen kunnen beschikken over de hun verschuldigde liquiditeiten.

Doorgaans worden de inkomensstromen van overheidsinstanties gekenmerkt door een grotere zekerheid, voorspelbaarheid en continuïteit dan die van ondernemingen. Bovendien kunnen veel overheidsinstanties tegen gunstigere voorwaarden financiering krijgen dan ondernemingen.

Tegelijkertijd zijn overheidsinstanties voor het bereiken van hun doelen minder afhankelijk van het onderhouden van stabiele commerciële relaties dan ondernemingen. Lange betalingstermijnen en betalingsachterstanden van overheidsinstanties voor geleverde goederen en diensten leiden tot ongerechtvaardigde kosten voor ondernemingen.(1) Deze maatregel kadert dan ook in kmo-actie 1 "Stimuleren - Betaling - Wetgeving inzake betaaltermijnen (b2g) en -modaliteiten" van het actieplan ter bevordering van de toegang van de kmo's tot overheidsopdrachten dat door de Regering in november 2021 werd aangenomen.

Ten slotte moet worden opgemerkt dat, voor de opdrachten die uitgesloten zijn van het toepassingsgebied van het KB AUR, met name de opdrachten van beperkte waarde, de regels van gemeen recht van de wet van 2 augustus 2002Relevante gevonden documenten type wet prom. 02/08/2002 pub. 07/08/2002 numac 2002009716 bron federale overheidsdienst justitie Wet betreffende de bestrijding van de betalingsachterstand bij handelstransacties type wet prom. 02/08/2002 pub. 04/09/2002 numac 2002003392 bron ministerie van financien Wet betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten type wet prom. 02/08/2002 pub. 04/09/2002 numac 2002003391 bron ministerie van financien Wet tot aanvulling, inzake de verhaalmiddelen tegen de beslissingen van de minister, de CBF, de CDV en de marktondernemingen, alsook inzake de tussenkomst van de CBF en van de CDV voor de strafgerechten, van de wet van 2 augustus 2002 betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten en tot wijziging van verschillende andere wetsbepalingen type wet prom. 02/08/2002 pub. 14/06/2018 numac 2018012337 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten. - Officieuze coördinatie in het Duits. - Deel I sluiten betreffende de bestrijding van betalingsachterstand bij handelstransacties van toepassing zijn.

Toelichting wat de nieuwe bepalingen betreft Dit ontwerp voorziet in één enkele termijn, behandelingstermijn genaamd, waarbinnen het nazicht en de betaling moeten plaatsvinden.

Deze termijn bedraagt in beginsel dertig dagen. Dit is de algemene regel.

Artikel 3 van dit koninklijk besluit voorziet in een wijziging van artikel 9 van het KB AUR. Voor overheidsopdrachten geplaatst door aanbesteders die gezondheidszorg verstrekken en die specifiek voor dat doel zijn erkend, zij het enkel voor opdrachten in verband met die specifieke activiteit, wordt er voorzien in een afwijking, op voorwaarde dat, ten eerste, aanbesteders in de opdrachtdocumenten vermelden dat ze van de algemene regel afwijken en in de opdrachtdocumenten voorzien in een procedure voor aanvaarding of verificatie (procedure waarbij de conformiteit van de geleverde prestaties met de overeenkomst wordt nagegaan); ten tweede, de behandelingstermijn niet meer dan 90 dagen bedraagt, namelijk een verificatietermijn van maximum 30 dagen en een betalingstermijn van maximum 60 dagen; ten derde, aanbesteders in de opdrachtdocumenten de door hen gekozen verificatietermijn opnemen met een maximum van 30 dagen; ten vierde, de alhier beschreven procedure wordt niet louter aangewend om een langere globale betalingstermijn te bekomen. Er hoeft geen motivering opgenomen te worden in de opdrachtdocumenten, maar de aanbesteder moet kunnen aantonen dat de betreffende procedure aangewend wordt om een andere reden dan het bekomen van een langere betalingstermijn.

Indien de aanbesteders niet voldoen aan deze vier cumulatieve voorwaarden, dan is de algemene regel van een behandelingstermijn van maximum 30 dagen van rechtswege van toepassing.

De voormelde benadering waarbij aanbesteders die gezondheidszorg verstrekken een afzonderlijke verificatietermijn kunnen hanteren, wanneer voldaan is aan alle voormelde voorwaarden, is in overeenstemming met richtlijn 2011/7/EU. Het arrest van het Hof van Justitie van 20 oktober 2022 bepaalt enkel dat artikel 4, leden 3 tot en met 6, van richtlijn 2011/7/EU als volgt moet worden uitgelegd dat "het in de weg staat aan een nationale regeling die op algemene wijze voor alle handelstransacties tussen ondernemingen en overheidsinstanties voorziet in een betalingstermijn van maximaal 60 kalenderdagen, ook wanneer die termijn bestaat in een aanvankelijke termijn van 30 dagen voor een procedure voor goedkeuring of verificatie van de conformiteit van de geleverde goederen of de verrichte diensten met de overeenkomst en een aanvullende termijn van 30 dagen voor de betaling van de overeengekomen prijs." (onderstreping zelf toegevoegd). Het weze herhaald dat het geenszins de bedoeling is dat de aanbesteders die gezondheidszorg verstrekken voor alle opdrachten die ze lanceren zouden van de betreffende afwijkingsmogelijkheid gebruik maken. Er moet niet alleen voldaan zijn aan alle voormelde vier voorwaarden. Daarenboven mag enkel afgeweken worden van de algemene regel van behandelingstermijn voor opdrachten die verband houden met hun specifieke activiteit (voor het aankopen van pc's voor administratieve doeleinden, zal bijvoorbeeld dus niet afgeweken kunnen worden van de behandelingstermijn, behalve in die gevallen voorzien in artikel 2, § 2). Gelet op de voormelde voorwaarden moeten de betreffende aanbesteders er in het bijzonder voor waken dat, zij, wanneer ze gebruik maken van de afwijkingsmogelijkheid, in de opdrachtdocumenten voorzien in een procedure voor aanvaarding of verificatie en dat de verificatietermijn die aldus wordt ingelast niet louter wordt aangewend om tot een langere globale betalingstermijn te komen.

Wanneer de aanbesteders onder de voormelde voorwaarden gebruik maken van deze afwijkingsmogelijkheid, dan wordt dit niet beschouwd als een kennelijke onbillijkheid.

Voor opdrachten die niet onder voornoemde afwijkingsmogelijkheid vallen, kan alsnog worden afgeweken van de behandelingstermijn van dertig dagen, indien vier cumulatieve voorwaarden vervuld zijn. Ten eerste moet de aanbesteder deze langere behandelingstermijn uitdrukkelijk vermelden in de opdrachtdocumenten. Ten tweede moet deze afwijking objectief gerechtvaardigd zijn op grond van de bijzondere aard of eigenschappen van de opdracht. Er wordt niet vereist dat er een rechtvaardiging opgenomen wordt in de opdrachtdocumenten. Ten derde mag de behandelingstermijn in geen geval langer zijn dan 60 dagen. Deze voorwaarden zijn dezelfde als deze vermeld in het huidige artikel 9, § 2, tweede lid, van het KB AUR. En ten vierde mag deze verlenging geen kennelijke onbillijkheid jegens de opdrachtnemer behelzen. Deze mogelijkheid tot afwijking kan worden toegepast door alle aanbesteders (als aan de voorwaarden is voldaan) ongeacht de sector waarin ze actief zijn.

Er wordt benadrukt dat er op de aanbesteders een informatieplicht rust aangaande de afwijking van de behandelingstermijn. Met andere woorden, in de opdrachtdocumenten moet in duidelijke bewoordingen worden opgenomen dat er zal worden afgeweken van de behandelingstermijn van 30 dagen. Geïnteresseerde inschrijvers kunnen dan immers een weloverwogen beslissing nemen om al dan niet een offerte in te dienen.

Wat de onbillijkheid betreft, wordt er teruggegrepen naar de huidige bepalingen inzake onbillijkheid van artikel 9 KB AUR. Artikel 4 van het ontwerp voegt een nieuw artikel 66/1 in dat tot doel heeft gegevens te verkrijgen voor het monitoren van de behandelingstermijnen. Volgens dit artikel moet de aanbesteder een elektronisch formulier invullen dat is opgemaakt door de FOD Beleid en Ondersteuning. In dit formulier vermeldt de aanbesteder of hij opteert voor de toepassing van de in de artikelen 95, §§ 3 en 4, 127 en 160 bedoelde algemene termijn of voor de in artikel 9, §§ 2 of 3/1 bedoelde afwijking. Dit formulier is gekoppeld aan de aankondiging van gegunde opdracht of aan de vereenvoudigde aankondiging van gegunde opdracht.

Artikel 5 van het huidige koninklijk besluit vervangt het woord betalingstermijn door het woord behandelingstermijn in artikel 68 KB AUR. Dit neemt niet weg dat bij een verzet tegen betaling of bij bewarend derdenbeslag ten laste van de opdrachtnemer, de aanbesteder alsnog een verificatie kan uitvoeren. Enkel de termijn voor de betaling dient geschorst te worden.

Bij opdrachten voor werken gaat de behandelingstermijn van dertig dagen in vanaf de ontvangst van de schuldvordering en de gedetailleerde staat van de werken door de aanbesteder. Voor opdrachten voor leveringen is het aanvangsmoment de levering. Voor opdrachten voor diensten begint de termijn te lopen vanaf de vaststelling van de volledige of gedeeltelijke beëindiging van de diensten. Deze laatste vaststelling moet schriftelijk gebeuren opdat de datum ervan zou vaststaan. De modaliteiten ervan moeten ook in de opdrachtdocumenten staan.

Voor een opdracht van werken kan de aanbesteder in de opdrachtdocumenten eisen opnemen omtrent eventuele andere documenten die de aannemer bij zijn schuldvordering zou moeten voegen en die noodzakelijk zijn voor de verificatie ervan door de aanbesteder.

Wanneer de aannemer in gebreke blijft een voldoende gedetailleerde staat van de gerealiseerde werken of de andere vereiste documenten te bezorgen, heeft de aanbesteder het recht de schuldvordering te weigeren en zal uiteraard ook de behandelingstermijn geen aanvang kunnen nemen.

Tevens wordt verduidelijkt dat bij opdrachten voor leveringen en diensten de behandelingstermijn van dertig dagen pas begint te lopen wanneer de aanbesteder over de regelmatig opgestelde factuur en de andere, eventueel vereiste documenten beschikt (alsook, bij opdrachten voor diensten, over de lijst van gepresteerde diensten). Hieruit moet worden afgeleid dat de termijn bij opdrachten voor leveringen pas begint te lopen vanaf de levering indien de aanbesteder over de factuur beschikt. Als de levering heeft plaatsgevonden, maar de ondernemer de factuur pas 25 dagen na de levering bezorgt, begint de termijn pas te lopen vanaf de ontvangst van de factuur en niet vanaf de levering. Een soortgelijke redenering geldt voor opdrachten voor diensten, waarbij de termijn van dertig dagen pas begint te lopen vanaf de vaststelling van de volledige of gedeeltelijke beëindiging van de diensten.

Verder wordt opgemerkt dat de factuur regelmatig moet zijn opgesteld.

Een onjuiste factuur belet dat de behandelingstermijn begint te lopen.

Voor aanbesteders die gezondheidszorg verstrekken en die specifiek voor dat doel zijn erkend, wordt een termijn van zestig dagen voorzien die echter alleen geldt voor de werken, leveringen en diensten verbonden aan die specifieke activiteit.

Deze uitzonderingsmogelijkheid voor de instellingen in de gezondheidssector werd in richtlijn 2011/7/EU opgenomen omdat de situatie met betrekking tot de betalingsachterstanden in de gezondheidszorg (vanwege patiënten) in een aantal lidstaten bijzonder zorgwekkend was. De instellingen in de gezondheidszorg worden daarbij vaak gedwongen individuele behoeften te verzoenen met beschikbare financiële middelen. De sector van de gezondheidszorg ziet zich geconfronteerd met de uitdaging om in de gezondheidszorg op zodanige wijze prioriteiten vast te stellen dat er een evenwicht ontstaat tussen de behoeften van de individuele patiënten en de financiële middelen die ter beschikking staan. De lidstaten moeten aan de gezondheidssector een zekere mate van flexibiliteit kunnen bieden opdat de instellingen die gezondheidszorg verstrekken aan hun verplichtingen kunnen voldoen.

In de memorie van toelichting voor wat betreft de wijziging aan de wet betalingsachterstand bij de initiële omzetting van richtlijn 2011/7/EU, werd deze uitzondering als volgt gemotiveerd : "...Ziekenhuizen en verzorgingstehuizen zien zich immers geconfronteerd met verschillende moeilijkheden bij het ontvangen van hun fondsen waarmee zij op hun beurt hun leveranciers dienen te betalen. Een te strikte en korte betalingstermijn zou 'cashflow' problemen kunnen opleveren voor de ziekenhuizen. Een substantieel deel van de budgetten verkrijgen de ziekenhuizen via de ziekteverzekering.

Verzekerde patiënten dienen enkel het zogenaamde remgeld aan de ziekenhuizen te betalen. De rest van de ziekenhuisfactuur is ten laste van de ziekteverzekering maar wordt gemiddeld pas na 2 à 3 maanden aan het betrokken ziekenhuis terugbetaald. Wat betreft de budgetten die de verzorgingsinstellingen halen uit het deel van de kosten die door de patiënt zelf moeten gedragen worden, moet men ook rekening houden met de regel van de eenheidsfactuur. Deze regel houdt in dat men slechts één factuur naar de patiënt mag sturen. Deze factuur kan logischerwijze slechts opgemaakt worden bij het einde van de opname, wat problemen oplevert indien de patiënt voor lange tijd werd opgenomen. De verzorgingsinstellingen vervullen een belangrijke opdracht van algemeen belang. Mochten deze instellingen met financiële problemen te maken krijgen, dan zouden de gevolgen heel ernstig kunnen zijn. Een grotere flexibiliteit in het tegemoetkomen aan hun financiële verplichtingen kan een belangrijk hulpmiddel zijn in het financieel gezond houden van de verzorgingsinstellingen. Belgische verzorgingsinstellingen zijn bovendien in grote mate afhankelijk van andere actoren om de nodige budgetten te ontvangen om hun eigen leveranciers te betalen. Ook in deze optiek lijkt het opportuun om de nodige flexibiliteit te voorzien." (DOC 53 2927/001).

Deze motivering is vandaag nog steeds actueel. Het complexe betalings- en subsidiesysteem van de actoren in de gezondheidssector, werd niet grondig gewijzigd. Bijgevolg zijn de aanbesteders die gezondheidszorg verstrekken nog steeds gebaat met een zekere flexibiliteit, wat ons land betreft. Er werd geoordeeld dat het niet de bedoeling mag zijn dat de gezondheidsinstellingen cashflowproblemen zouden ondervinden wegens een te stringente benadering van de behandelingstermijn voorzien in de wetgeving overheidsopdrachten. Daarenboven kan gemeld worden dat de FOD Beleid & Ondersteuning, voor de periode 1 juli 2023 - 31 december 2023, de betaalgegevens van de Belgische aanbesteders heeft onderzocht. De gemiddelde betaingstermijn voor de ziekenhuizen bedroeg in de betreffende periode 58 dagen. Voor de Federale, Vlaamse, Waalse en Brusselse overheden was de termijn gemiddeld genomen korter (14 om precies te zijn wat het globale gemiddelde betreft). Daaruit kunnen we opmaken dat de actoren van de gezondheidzorg meer tijd nodig hebben om de facturen te betalen. Wel blijven de ziekenhuizen binnen de huidige voorziene betalingstermijn van 60 dagen. Voor de overheden zal de kans op cashflowproblemen zich minder pertinent stellen als bij de ziekenhuizen. Op dat vlak lijken de betreffende aanbesteders zich niet in dezelfde situatie te bevinden. De voormelde gegevens werden wat de ziekenhuizen betreft bekomen door middel van een enquête bij de verschillende ziekenhuizen. De federale overheid kon, voor de betreffende periode, vanwege 29 van de 38 ziekenhuizen een antwoord ontvangen.

Er wordt aan herinnerd dat, in sommige gevallen, de termijn kan worden verlengd. Dit is bijvoorbeeld het geval als de factuur niet tijdig beschikbaar is. Bij opdrachten voor werken bijvoorbeeld gaat de aanbesteder over tot het nazicht en stelt hij een proces-verbaal op aan de hand van de schuldvordering. Na ontvangst van dit proces-verbaal heeft de opdrachtnemer vijf dagen de tijd om de factuur in te dienen. Indien de opdrachtnemer deze termijn van vijf dagen overschrijdt, wordt de behandelingstermijn geschorst voor de periode waarin de termijn voor het indienen van de factuur werd overschreden.

Deze aanpak ligt in lijn met wat op heden voorzien is in het KB AUR (zie het huidige artikel 95, § 2, tweede lid, 2°, en § 5, tweede lid, 1°, van het KB AUR).

Er wordt op gewezen dat de hierboven besproken gewijzigde betalingsregels niet gelden in het kader van de betaling van een voorschot krachtens de artikelen 12/1 tot 12/8 van de wet van 17 juni 2016Relevante gevonden documenten type wet prom. 17/06/2016 pub. 14/07/2016 numac 2016021053 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet inzake overheidsopdrachten sluiten inzake overheidsopdrachten. Voor deze betalingen is artikel 67 van het KB AUR van toepassing, zoals gewijzigd door artikel 10 van de wet van 22 december 2023Relevante gevonden documenten type wet prom. 22/12/2023 pub. 29/12/2023 numac 2023048518 bron federale overheidsdienst beleid en ondersteuning Wet houdende de algemene uitgavenbegroting voor het begrotingsjaar 2024 type wet prom. 22/12/2023 pub. 08/01/2024 numac 2023048742 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet tot wijziging van de regelgeving inzake overheidsopdrachten teneinde de toegang van KMO's tot die opdrachten te bevorderen type wet prom. 22/12/2023 pub. 29/12/2023 numac 2023048531 bron federale overheidsdienst beleid en ondersteuning Wet houdende de Middelenbegroting voor het begrotingsjaar 2024 sluiten, alsook, wanneer de overheidsopdracht geplaatst wordt door een aanbestedende overheid, artikel 4, § 2, van de wet van 2 augustus 2002Relevante gevonden documenten type wet prom. 02/08/2002 pub. 07/08/2002 numac 2002009716 bron federale overheidsdienst justitie Wet betreffende de bestrijding van de betalingsachterstand bij handelstransacties type wet prom. 02/08/2002 pub. 04/09/2002 numac 2002003392 bron ministerie van financien Wet betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten type wet prom. 02/08/2002 pub. 04/09/2002 numac 2002003391 bron ministerie van financien Wet tot aanvulling, inzake de verhaalmiddelen tegen de beslissingen van de minister, de CBF, de CDV en de marktondernemingen, alsook inzake de tussenkomst van de CBF en van de CDV voor de strafgerechten, van de wet van 2 augustus 2002 betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten en tot wijziging van verschillende andere wetsbepalingen type wet prom. 02/08/2002 pub. 14/06/2018 numac 2018012337 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten. - Officieuze coördinatie in het Duits. - Deel I sluiten betreffende de bestrijding van de betalingsachterstand bij handelstransacties. In dat laatste geval dient het voorschot bijgevolg betaald te worden binnen een termijn van dertig kalenderdagen te rekenen vanaf de dag volgend op die van het in artikel 67, § 2, van het KB AUR bedoelde schriftelijk en gedateerd verzoek tot betaling, tenzij er een langere betalingstermijn zou zijn overeengekomen overeenkomstig artikel 4, § 2, tweede lid, van de voormelde wet van 2 augustus 2002Relevante gevonden documenten type wet prom. 02/08/2002 pub. 07/08/2002 numac 2002009716 bron federale overheidsdienst justitie Wet betreffende de bestrijding van de betalingsachterstand bij handelstransacties type wet prom. 02/08/2002 pub. 04/09/2002 numac 2002003392 bron ministerie van financien Wet betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten type wet prom. 02/08/2002 pub. 04/09/2002 numac 2002003391 bron ministerie van financien Wet tot aanvulling, inzake de verhaalmiddelen tegen de beslissingen van de minister, de CBF, de CDV en de marktondernemingen, alsook inzake de tussenkomst van de CBF en van de CDV voor de strafgerechten, van de wet van 2 augustus 2002 betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten en tot wijziging van verschillende andere wetsbepalingen type wet prom. 02/08/2002 pub. 14/06/2018 numac 2018012337 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten. - Officieuze coördinatie in het Duits. - Deel I sluiten (voor zover dit objectief gerechtvaardigd zou zijn door de bijzondere aard of door bepaalde elementen van de overeenkomst). Overeenkomstig artikel 3, tweede lid, van de wet van 2 augustus 2002Relevante gevonden documenten type wet prom. 02/08/2002 pub. 07/08/2002 numac 2002009716 bron federale overheidsdienst justitie Wet betreffende de bestrijding van de betalingsachterstand bij handelstransacties type wet prom. 02/08/2002 pub. 04/09/2002 numac 2002003392 bron ministerie van financien Wet betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten type wet prom. 02/08/2002 pub. 04/09/2002 numac 2002003391 bron ministerie van financien Wet tot aanvulling, inzake de verhaalmiddelen tegen de beslissingen van de minister, de CBF, de CDV en de marktondernemingen, alsook inzake de tussenkomst van de CBF en van de CDV voor de strafgerechten, van de wet van 2 augustus 2002 betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten en tot wijziging van verschillende andere wetsbepalingen type wet prom. 02/08/2002 pub. 14/06/2018 numac 2018012337 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten. - Officieuze coördinatie in het Duits. - Deel I sluiten, is deze laatste wet immers ook van toepassing op handelstransacties tussen ondernemingen en aanbestedende overheden, waarbij de schuldenaar een aanbestedende overheid is, in gevallen waarin er geen bijzondere betalingsregels zijn voorzien op het vlak van de verificatie- en betalingsregels zoals vervat in de algemene uitvoeringsregels (artikel 67 van het KB AUR bevat inderdaad geen bijzondere verificatie- en betalingsregels en deze aspecten worden evenmin elders geregeld in het KB AUR, althans wat het voorschot betreft).

Er is voorzien dat de hierboven besproken wijzigingen in werking treden op 1 januari 2025, voor de opdrachten die vanaf dat moment gelanceerd worden.

De datum van 1 januari 2025 werd gekozen zodat aanbesteders een redelijke termijn zouden hebben om zich aan te passen aan de nieuwe regels en zich hierop voor te bereiden. Het gaat om wijzigingen die aanzienlijke gevolgen zullen hebben voor de aanbesteders. Een overhaaste inwerkingtreding van het koninklijk besluit zou ongewenste effecten kunnen hebben. Er zouden situaties kunnen ontstaan waarin aanbesteders niet meer de tijd hebben om het nazicht te verrichten.

Dit zou ertoe kunnen leiden dat er geen nazicht wordt verricht of dat de termijn wordt overschreden, waardoor intrest voor betalingsachterstand (momenteel vastgesteld op 12,5 %) moet worden betaald. De betaling van deze intrest voor betalingsachterstand zou voor aanbesteders kwalijke financiële gevolgen kunnen hebben.

Ik heb de eer te zijn, Sire, Van Uwe Majesteit, de zeer eerbiedige en zeer getrouwe dienaar, De Eerste Minister, A. DE CROO _______ Nota (1) Richtlijn 2011/7/EU van het Europees Parlement en de Raad van 16 februari 2011 betreffende bestrijding van betalingsachterstand bij handelstransacties, overweging 23.

Raad van State afdeling Wetgeving Advies 76.540/1 van 17 juni 2024 over een ontwerp van koninklijk besluit `tot wijziging van het koninklijk besluit van 14 januari 2013Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 14/01/2013 pub. 29/08/2013 numac 2013000553 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Koninklijk besluit tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten en van de concessies voor openbare werken. - Duitse vertaling type koninklijk besluit prom. 14/01/2013 pub. 26/03/2013 numac 2013021021 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Koninklijk besluit tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten en van de concessies voor openbare werken. - Rechtzetting type koninklijk besluit prom. 14/01/2013 pub. 14/02/2013 numac 2013021005 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Koninklijk besluit tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten en van de concessies voor openbare werken sluiten tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten, wat de betalingsregels betreft' Op 21 mei 2024 is de Raad van State, afdeling Wetgeving, door de Eerste Minister verzocht binnen een termijn van dertig dagen een advies te verstrekken over een ontwerp van koninklijk besluit `tot wijziging van het koninklijk besluit van 14 januari 2013Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 14/01/2013 pub. 29/08/2013 numac 2013000553 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Koninklijk besluit tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten en van de concessies voor openbare werken. - Duitse vertaling type koninklijk besluit prom. 14/01/2013 pub. 26/03/2013 numac 2013021021 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Koninklijk besluit tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten en van de concessies voor openbare werken. - Rechtzetting type koninklijk besluit prom. 14/01/2013 pub. 14/02/2013 numac 2013021005 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Koninklijk besluit tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten en van de concessies voor openbare werken sluiten tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten, wat de betalingsregels betreft'.

Het ontwerp is door de eerste kamer onderzocht op 6 juni 2024 . De kamer was samengesteld uit Marnix Van Damme, kamervoorzitter, Brecht Steen en Annelies D'Espallier, staatsraden, Michel Tison, assessor, en Ilse Anné, griffier.

Het verslag is uitgebracht door Peter Schollen, adjunct-auditeur.

De overeenstemming tussen de Franse en de Nederlandse tekst van het advies is nagezien onder toezicht van Annelies D'Espallier, staatsraad.

Het advies, waarvan de tekst hierna volgt, is gegeven op 17 juni 2024. 1. Met toepassing van artikel 84, § 3, eerste lid, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, heeft de afdeling Wetgeving zich toegespitst op het onderzoek van de bevoegdheid van de steller van de handeling, van de rechtsgrond, alsmede van de vraag of aan de te vervullen vormvereisten is voldaan. VOORAFGAANDE OPMERKING 2. Rekening houdend met het ogenblik waarop dit advies wordt gegeven, vestigt de Raad van State de aandacht van de adviesaanvrager erop dat de ontbinding van de Wetgevende Kamers tot gevolg heeft dat de regering sedert die datum en totdat, na de verkiezing van de Kamer van volksvertegenwoordigers, een nieuwe regering is benoemd door de Koning, niet meer over de volheid van haar bevoegdheid beschikt.Dit advies wordt evenwel gegeven zonder dat wordt nagegaan of dit ontwerp in die beperkte bevoegdheid kan worden ingepast, aangezien de afdeling Wetgeving geen kennis heeft van het geheel van de feitelijke gegevens die de regering in aanmerking kan nemen als ze te oordelen heeft of het vaststellen of het wijzigen van verordeningen noodzakelijk is.

STREKKING VAN HET ONTWERP 3. Het om advies voorgelegde ontwerp van koninklijk besluit strekt ertoe een aantal wijzigingen aan te brengen in het koninklijk besluit van 14 januari 2013Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 14/01/2013 pub. 29/08/2013 numac 2013000553 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Koninklijk besluit tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten en van de concessies voor openbare werken. - Duitse vertaling type koninklijk besluit prom. 14/01/2013 pub. 26/03/2013 numac 2013021021 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Koninklijk besluit tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten en van de concessies voor openbare werken. - Rechtzetting type koninklijk besluit prom. 14/01/2013 pub. 14/02/2013 numac 2013021005 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Koninklijk besluit tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten en van de concessies voor openbare werken sluiten `tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten' (hierna: KB AUR) op het vlak van de betalingsregels. De voornaamste wijziging bestaat erin dat in principe slechts één behandelingstermijn gehanteerd wordt voor het nazicht en de betaling van overheidsopdrachten en dat niet langer gebruik gemaakt wordt van de opdeling in een verificatietermijn en een ervan onderscheiden betalingstermijn (artikelen 1, 7, 9 en 13 van het ontwerp). De behandelingstermijn bedraagt in beginsel dertig dagen, maar onder bepaalde voorwaarden kan deze door de aanbesteder in de opdrachtdocumenten verlengd worden tot maximaal zestig dagen (artikel 2, a), van het ontwerp).

Voor aanbesteders die gezondheidszorg verstrekken en die specifiek voor dat doel zijn erkend, bedraagt de behandelingstermijn zestig dagen, zij het enkel voor de overheidsopdrachten verbonden aan die specifieke activiteit (artikelen 7, 9 en 13 van het ontwerp). Deze aanbesteders mogen werken met een afzonderlijke betalings- en verificatietermijn door in de opdrachtdocumenten te voorzien in een verificatietermijn van maximaal dertig dagen (artikel 2, b), van het ontwerp).

Een aantal bepalingen van het KB AUR wordt aangepast om rekening te houden met de nieuwe regeling omtrent de behandelingstermijn (artikelen 4 tot 12 van het ontwerp) en er wordt in een rapportering door de aanbesteders voorzien om de toepassing daarvan te kunnen monitoren (artikel 3 van het ontwerp).

De inwerkingtreding van de nieuwe regels wordt bepaald op 1 januari 2025 voor de opdrachten waarvan de aankondiging van opdracht vanaf die datum wordt bekendgemaakt of, bij ontstentenis van een verplichting tot voorafgaande bekendmaking, waarvoor vanaf die datum wordt uitgenodigd tot het indienen van een offerte (artikel 14 van het ontwerp).

ALGEMENE OPMERKINGEN 4.1. Het verslag aan de Koning geeft er blijk van dat de stellers van het ontwerp beogen tegemoet te komen aan de overwegingen van het Hof van Justitie van de Europese Unie in het arrest C-585/20 van 20 oktober 2022.(1) In het genoemde arrest heeft het Hof van Justitie geoordeeld dat artikel 4, leden 3 tot en met 6, van richtlijn 2011/7/EU van het Europees Parlement en de Raad van 16 februari 2011 `betreffende bestrijding van betalingsachterstand bij handelstransacties' in de weg staat aan een nationale regeling die op algemene wijze voor alle handelstransacties tussen ondernemingen en overheidsinstanties voorziet in een betalingstermijn van maximaal zestig kalenderdagen, ook wanneer die termijn bestaat in een aanvankelijke termijn van dertig dagen voor een procedure voor goedkeuring of verificatie van de conformiteit van de geleverde goederen of de verrichte diensten met de overeenkomst en een aanvullende termijn van dertig dagen voor de betaling van de overeengekomen prijs. Om die reden wordt overgestapt op het systeem van de (enige) behandelingstermijn van (in principe) dertig dagen. 4.2.1. Wat betreft aanbesteders die gezondheidszorg verstrekken en die specifiek voor dat doel zijn erkend, wordt evenwel op dubbele wijze afgeweken van het ontworpen basissysteem.

Vooreerst wordt voor deze aanbesteders voor opdrachten in verband met hun specifieke activiteit van gezondheidszorg voorzien in een behandelingstermijn van zestig in plaats van dertig dagen.

Artikel 4, lid 4, eerste alinea, b), van richtlijn 2011/7/EU laat een dergelijke verlenging van de betalingstermijn van dertig tot zestig dagen toe voor overheidsorganisaties die gezondheidszorg verstrekken en die specifiek voor dat doel erkend zijn. De in het ontworpen besluit vermelde behandelingstermijn van zestig dagen voor aanbesteders die gezondheidszorg verstrekken lijkt bijgevolg richtlijnconform. 4.2.2. De vraag rijst of het verschil in behandeling dat ontstaat tussen opdrachtnemers van aanbesteders die gezondheidszorg verstrekken en opdrachtnemers van andere aanbesteders, in overeenstemming is met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet.

Volgens de rechtspraak van het Grondwettelijk Hof is een verschil in behandeling slechts verenigbaar met de grondwettelijke beginselen van gelijkheid en niet-discriminatie, wanneer dat verschil op een objectief criterium berust en het redelijk verantwoord is. Het bestaan van een dergelijke verantwoording moet worden beoordeeld, rekening houdend met het doel en de gevolgen van de betrokken maatregel en met de aard van de ter zake geldende beginselen; het beginsel van gelijkheid en niet-discriminatie is geschonden wanneer er geen redelijk verband van evenredigheid bestaat tussen de aangewende middelen en het beoogde doel.(2) In overweging 25 van richtlijn 2011/7/EU wordt het voorzien in de mogelijkheid voor de lidstaten om de betalingstermijn te verlengen voor overheidsorganisaties die gezondheidszorg verstrekken, als volgt gemotiveerd: "De situatie met betrekking tot betalingsachterstanden in de gezondheidszorg is in een groot aantal lidstaten bijzonder zorgwekkend. De stelsels van gezondheidszorg, die een essentieel onderdeel vormen van de sociale infrastructuur van Europa, zien zich naarmate de bevolking van Europa vergrijst, er meer van hen wordt verwacht en de geneeskunde zich steeds verder ontwikkelt, vaak gedwongen individuele behoeften en beschikbare financiële middelen met elkaar te verzoenen. Alle stelsels zien zich geconfronteerd met de uitdaging om in de gezondheidszorg op zodanige wijze prioriteiten vast te stellen dat er een evenwicht ontstaat tussen de behoeften van individuele patiënten en de financiële middelen die ter beschikking staan. Daarom moeten de lidstaten de overheidsorganisaties in de gezondheidssector een zekere mate van flexibiliteit kunnen bieden om aan hun verplichtingen te voldoen. Derhalve moet de lidstaten onder bepaalde voorwaarden worden toegestaan de wettelijke betalingstermijn tot maximaal 60 kalenderdagen te verlengen. Niettemin moeten de lidstaten alles in het werk stellen om te garanderen dat betalingen in de gezondheidssector binnen de wettelijke termijnen worden uitgevoerd." Uit het verslag aan de Koning blijkt niet of een dergelijke verantwoording relevant is voor het door het ontwerp in het interne recht ingevoerde verschil in behandeling. Hierover bevraagd, verklaarde de gemachtigde: "Deze uitzonderingsmogelijkheid voor de instellingen in de gezondheidssector werd in richtlijn 2011/7 opgenomen omdat de situatie met betrekking tot de betalingsachterstanden in de gezondheidszorg (vanwege patiënten) in een aantal lidstaten bijzonder zorgwekkend was.

De instellingen in de gezondheidszorg worden daarbij vaak gedwongen individuele behoeften te verzoenen met beschikbare financiële middelen. De gezondheidszorg ziet zich geconfronteerd met de uitdaging om in de gezondheidszorg op zodanige wijze prioriteiten vast te stellen dat er een evenwicht ontstaat tussen de behoeften van de individuele patiënten en de financiële middelen die ter beschikking staan. De lidstaten moeten aan de aan de gezondheidssector een zekere mate van flexibiliteit kunnen bieden opdat de instellingen die gezondheidszorg verstrekken aan hun verplichtingen kunnen voldoen.

In de memorie van toelichting voor wat betreft de wijziging aan de wet betalingsachterstand bij de initiële omzetting van richtlijn 2011/7/EU, werd deze uitzondering als volgt gemotiveerd : `Ziekenhuizen en verzorgingstehuizen zien zich immers geconfronteerd met verschillende moeilijkheden bij het ontvangen van hun fondsen waarmee zij op hun beurt hun leveranciers dienen te betalen. Een te strikte en korte betalingstermijn zou `cashflow' problemen kunnen opleveren voor de ziekenhuizen. Een substantieel deel van de budgetten verkrijgen de ziekenhuizen via de ziekteverzekering. Verzekerde patiënten dienen enkel het zogenaamde remgeld aan de ziekenhuizen te betalen. De rest van de ziekenhuisfactuur is ten laste van de ziekteverzekering maar wordt gemiddeld pas na 2 à 3 maanden aan het betrokken ziekenhuis terugbetaald. Wat betreft de budgetten die de verzorgingsinstellingen halen uit het deel van de kosten die door de patiënt zelf moeten gedragen worden, moet men ook rekening houden met de regel van de eenheidsfactuur. Deze regel houdt in dat men slechts één factuur naar de patiënt mag sturen. Deze factuur kan logischerwijze slechts opgemaakt worden bij het einde van de opname, wat problemen oplevert indien de patiënt voor lange tijd werd opgenomen. De verzorgingsinstellingen vervullen een belangrijke opdracht van algemeen belang. Mochten deze instellingen met financiële problemen te maken krijgen, dan zouden de gevolgen heel ernstig kunnen zijn. Een grotere flexibiliteit in het tegemoetkomen aan hun financiële verplichtingen kan een belangrijk hulpmiddel zijn in het financieel gezond houden van de verzorgingsinstellingen. Belgische verzorgingsinstellingen zijn bovendien in grote mate afhankelijk van andere actoren om de nodige budgetten te ontvangen om hun eigen leveranciers te betalen. Ook in deze optiek lijkt het opportuun om de nodige flexibiliteit te voorzien.'. DOC 53 2927/001 https://www.dekamer.be/FLWB/pdf/53/2927/53K2927001.pdf (p 16).

Deze motivatie is vandaag nog steeds actueel. Het complexe betalings- en subsidiesysteem van de actoren in de gezondheidssector, werd niet grondig gewijzigd. Bijgevolg zijn de aanbesteders die gezondheidszorg verstrekken nog steeds gebaat met een zekere flexibiliteit, wat ons land betreft. Er werd geoordeeld dat het niet de bedoeling mag zijn dat de gezondheidsinstellingen cashflowproblemen zouden ondervinden wegens een te stringente benadering van de behandelingstermijn voorzien in de wetgeving overheidsopdrachten.

Daarenboven kan gemeld worden dat dat FOD Beleid & Ondersteuning, voor de periode 1 juli 2023 - 31 december 2023, de betaalgegevens van de Belgische aanbesteders heeft onderzocht. De betreffende gegevens werden overgemaakt aan de diensten van de Europese Commissie (zie bijlage, tabel 1). De gemiddelde betalingstermijn voor de ziekenhuizen bedroeg in de betreffende periode 58 dagen. Voor de Federale, Vlaamse, Waalse en Brusselse overheden was de termijn gemiddeld genomen korter (14 om precies te zijn wat het globale gemiddelde betreft). Daaruit kunnen we opmaken dat de actoren van de gezondheidzorg meer tijd nodig hebben om de facturen te betalen. Wel blijven de ziekenhuizen binnen de huidige voorziene betalingstermijn van 60 dagen. Voor de overheden zal de kans op cashflowproblemen zich minder pertinent stellen als bij de ziekenhuizen. Op dat vlak lijken de betreffende aanbesteders zich niet in dezelfde situatie te bevinden.

De voormelde gegevens werden wat de ziekenhuizen betreft bekomen door middel van een enquête bij de verschillende ziekenhuizen. De federale overheid kon, voor de betreffende periode, vanwege 29 van de 38 ziekenhuizen een antwoord ontvangen." Het strekt tot aanbeveling deze toelichting op te nemen in het verslag aan de Koning. 4.3. Bovenop de afwijkende behandelingstermijn van zestig dagen wordt aan aanbesteders die gezondheidszorg verstrekken, toegelaten om voor opdrachten in verband met hun specifieke activiteit van gezondheidszorg, in de opdrachtdocumenten een afzonderlijke verificatietermijn op te nemen van maximaal dertig dagen naast de betalingstermijn van zestig dagen en dit zonder dat hierbij een bijkomende voorwaarde gesteld wordt omtrent de noodzaak hiertoe gelet op de bijzondere aard of eigenschappen van de opdracht.

Nochtans lijkt er geen reden om aan te nemen dat de vaststelling van het Hof van Justitie dat in richtlijn 2011/7/EU de procedure voor aanvaarding of verificatie niet wordt beschouwd als inherent aan handelstransacties tussen ondernemingen en overheidsinstanties, niet zou gelden voor handelstransacties tussen ondernemingen en overheidsorganisaties die gezondheidszorgen verstrekken.

Aan de gemachtigde werd gevraagd of het zonder enige reden opnemen van een verificatietermijn door aanbesteders die gezondheidszorg verstrekken, in overeenstemming is met richtlijn 011/7/EU. De gemachtigde antwoordde als volgt: "Het arrest van het Hof van Justitie van 20 oktober 2022 bepaalt dat artikel 4, leden 3 tot en met 6, van richtlijn 2011/7/EU als volgt moet worden uitgelegd dat : `het in de weg staat aan een nationale regeling die op algemene wijze voor alle handelstransacties tussen ondernemingen en overheidsinstanties voorziet in een betalingstermijn van maximaal 60 kalenderdagen, ook wanneer die termijn bestaat in een aanvankelijke termijn van 30 dagen voor een procedure voor goedkeuring of verificatie van de conformiteit van de geleverde goederen of de verrichte diensten met de overeenkomst en een aanvullende termijn van 30 dagen voor de betaling van de overeengekomen prijs.' Het is geenszins de bedoeling dat de aanbesteders binnen de gezondheidszorg voor alle opdrachten die ze lanceren zouden van de betreffende afwijkingsmogelijkheid gebruik maken. De aanbesteders die gezondheidszorg verstrekken mogen enkel afwijken van de algemene regel van behandelingstermijn voor opdrachten die verband houden met hun specifieke activiteit en wanneer er een bepaling wordt opgenomen in de opdrachtdocumenten. Deze aanbesteders moeten dus uitdrukkelijk in de opdrachtdocumenten opnemen dat ze willen afwijken van de algemene regel en dat kan enkel voor die activiteiten die inherent verbonden zijn aan hun gezondheidsactiviteiten. Voor het aankopen van pc's voor administratieve doeleinden, zal bijvoorbeeld dus niet afgeweken kunnen worden van de behandelingstermijn, behalve in die gevallen voorzien in artikel 2, § 2 van het KB dat aan uw advies werd voorgelegd." Met dit antwoord kan in het licht van artikel 4, lid 3, a), iv), van richtlijn 2011/7/EU ingestemd worden, met dien verstande dat erover gewaakt dient te worden dat er door de betrokken aanbesteders bij gebruik van de uitzonderingsmogelijkheid in de opdrachtdocumenten daadwerkelijk voorzien wordt in een procedure voor aanvaarding of verificatie, waarbij de conformiteit van de goederen of de diensten met de overeenkomst moet worden vastgesteld, en dat de verificatietermijn niet louter wordt aangewend om tot een langere globale betalingstermijn te komen.

Het lijkt bovendien aangewezen om de nadere uitleg van de gemachtigde eveneens op te nemen in het verslag aan de Koning. 5. De ontworpen regeling treedt in werking op 1 januari 2025.Zoals vermeld is deze regelgeving ontworpen om de strijdigheid met richtlijn 2011/7/EU, zoals die volgt uit de interpretatie ervan door het Hof van Justitie in het arrest van 20 oktober 2022, op te heffen. Aangezien de omzettingsdatum van deze richtlijn reeds geruime tijd verstreken is, lijkt het aangewezen om de regelgeving zo snel mogelijk ermee in overeenstemming te brengen. De vraag rijst waarom de regeling pas binnen enkele maanden, zijnde op 1 januari 2025, in werking treedt.

Aan de gemachtigde werd gevraagd om dit te duiden, waarop deze antwoordde als volgt: "La date du 1er janvier 2025 a été choisie pour laisser un temps raisonnable aux adjudicateurs pour s'adapter et se préparer aux nouvelles règles.

Il s'agit de modifications qui auront des conséquences importantes pour les adjudicateurs.

Faire entrer en vigueur l'arrêté royal dans la précipitation pourrait créer des effets indésirables. L'on pourrait aboutir à des situations dans lesquelles les adjudicateurs ne disposeraient plus du temps nécessaire pour procéder aux vérifications. Cela pourrait mener à l'absence de vérification ou à un dépassement du délai impliquant le paiement d'intérêts de retard (actuellement fixés à 12,5 %). Le paiement de ces intérêts de retard pourrait avoir des conséquences financières néfastes pour les adjudicateurs." De afdeling Wetgeving beschikt niet over voldoende feitelijke gegevens om te beoordelen of het noodzakelijk is om de inwerkingtreding van de genoemde regeling pas op 1 januari 2025 te laten plaatsvinden. Het lijkt wel raadzaam om de bijkomende verklaringen van de gemachtigde in verband met de "uitgestelde" inwerkingtreding van het ontworpen koninklijk besluit op te nemen in het verslag aan de Koning.

ONDERZOEK VAN DE TEKST

Artikel 1 6. De vermelde wetshistoriek van artikel 2 van het KB AUR dient te worden gecorrigeerd.Dit artikel werd immers niet gewijzigd bij het koninklijk besluit van 22 mei 2014Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 22/05/2014 pub. 24/06/2014 numac 2014011350 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Koninklijk besluit tot wijziging van diverse koninklijke besluiten betreffende metrologische verrichtingen type koninklijk besluit prom. 22/05/2014 pub. 17/05/2016 numac 2016000296 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten en van de concessies voor openbare werken. - Duitse vertaling type koninklijk besluit prom. 22/05/2014 pub. 30/05/2014 numac 2014021067 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten en van de concessies voor openbare werken type koninklijk besluit prom. 22/05/2014 pub. 27/06/2014 numac 2014022324 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 6 maart 1979 tot bepaling van de voorwaarden waaronder kinderbijslag wordt verleend ten behoeve van het kind dat verbonden is door een leerovereenkomst type koninklijk besluit prom. 22/05/2014 pub. 05/09/2014 numac 2014202927 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 6 november 2013, gesloten in het Paritair Comité voor de stoffering en de houtbewerking, betreffende de vervoersactiviteiten type koninklijk besluit prom. 22/05/2014 pub. 30/06/2014 numac 2014022327 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Koninklijk besluit tot vaststelling van de datum van inwerkingtreding van sommige bepalingen van de programmawet van 28 juni 2013 type koninklijk besluit prom. 22/05/2014 pub. 27/06/2014 numac 2014022326 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 9 juni 1999 betreffende de beheersrekening en de administratieve reserve van de kinderbijslagfondsen type koninklijk besluit prom. 22/05/2014 pub. 30/06/2014 numac 2014022350 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Koninklijk besluit tot wijziging van artikel 124, § 3, tweede lid, van het koninklijk besluit van 3 juli 1996 tot uitvoering van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994 type koninklijk besluit prom. 22/05/2014 pub. 27/06/2014 numac 2014022341 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 10 augustus 2005 tot vaststelling van de voorwaarden waaronder kinderbijslag wordt verleend ten behoeve van het kind dat onderwijs volgt of een vorming doorloopt sluiten, maar wel bij de koninklijke besluiten van 7 februari 2014 en 22 juni 2017.

Artikel 2 7. In het punt 3° van het ontworpen artikel 9, § 3, tweede lid, van het KB AUR schrijve men, zoals in de andere ontworpen bepalingen die dezelfde verwijzing opnemen (waaronder bijvoorbeeld het ontworpen artikel 9, § 2, eerste lid), "de artikelen 95, §§ 3 en 4" in plaats van "de artikelen 95, §§ 3 tot 4". 8. De gemachtigde bevestigde dat er in het punt 2° van het ontworpen artikel 9, § 3/1, derde lid, 2°, van het KB AUR, zoals reeds gebeurt in bijvoorbeeld het ontworpen artikel 95, § 4, 2°, van dat koninklijk besluit, verwezen moet worden naar "artikel 55 van het Wetboek van de minnelijke en gedwongen invordering van fiscale en niet-fiscale schuldvorderingen" in plaats van naar "artikel 403 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992".(3)

Artikel 3 9. De gemachtigde bevestigde dat in het derde lid van het ontworpen artikel 66/1 van het KB AUR de precisering "van de wet" moet worden toegevoegd na de woorden "de artikelen 62, eerste lid, en 143, § 1, eerste lid," zoals al gebeurt na de woorden "de artikelen 62, tweede lid, en 143, § 1, tweede lid,". Artikel 5 10. De gemachtigde beaamde dat de in artikel 69, § 1, van het KB AUR in te voegen woordgroep als volgt moet luiden: "Wanneer de in de artikelen 95, §§ 3 en 4, 127 en 160 bedoelde behandelingstermijn wordt overschreden en de betaling niet is verricht." 11. Luidens het huidige artikel 69, § 1, van het KB AUR heeft de opdrachtnemer van rechtswege en zonder ingebrekestelling recht op de betaling van een intrest naar rato van het aantal dagen overschrijding, wanneer de in de huidige artikelen 95, §§ 3 tot 5, 127 en 160 vastgestelde betalingstermijnen worden overschreden.Vermits in het huidige systeem de betalingstermijn in beginsel pas begint te lopen na afloop van de verificatietermijn, kan ervan worden uitgegaan dat het hier gaat om bedragen waarover geen betwisting bestaat.

Op grond van de ontworpen wijziging van artikel 69, § 1, van het KB AUR zal de intrest verschuldigd zijn wanneer de behandelingstermijn wordt overschreden en de betaling niet is verricht. Vermits in het nieuwe systeem tijdens de behandelingstermijn echter zowel het nazicht als de betaling dient te gebeuren, zal het niet verrichten van de betaling binnen de termijn mogelijk het gevolg zijn van het bestaan van een betwisting over de uitvoering van de overeenkomst.

De gemachtigde bevestigde dat in artikel 69, § 1, van het KB AUR, naar analogie van artikel 5 van de wet van 2 augustus 2002Relevante gevonden documenten type wet prom. 02/08/2002 pub. 07/08/2002 numac 2002009716 bron federale overheidsdienst justitie Wet betreffende de bestrijding van de betalingsachterstand bij handelstransacties type wet prom. 02/08/2002 pub. 04/09/2002 numac 2002003392 bron ministerie van financien Wet betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten type wet prom. 02/08/2002 pub. 04/09/2002 numac 2002003391 bron ministerie van financien Wet tot aanvulling, inzake de verhaalmiddelen tegen de beslissingen van de minister, de CBF, de CDV en de marktondernemingen, alsook inzake de tussenkomst van de CBF en van de CDV voor de strafgerechten, van de wet van 2 augustus 2002 betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten en tot wijziging van verschillende andere wetsbepalingen type wet prom. 02/08/2002 pub. 14/06/2018 numac 2018012337 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten. - Officieuze coördinatie in het Duits. - Deel I sluiten `betreffende de bestrijding van de betalingsachterstand bij handelstransacties' en overeenkomstig artikel 4, lid 1, a), van de richtlijn 2011/7/EU, best uitdrukkelijk bepaald wordt dat een interest verschuldigd is, op voorwaarde dat de schuldenaar zijn contractuele en wettelijke verplichtingen heeft vervuld.

Er dient dan ook in de nodige bijkomende aanpassingen van artikel 69, § 1, KB AUR te worden voorzien.

Slotopmerking 12. Bij de aanvang van het dispositief dient een bepaling te worden ingevoegd waarin wordt vermeld dat het ontwerp voorziet in de gedeeltelijke omzetting van richtlijn 2011/7/EU van het Europees Parlement en de Raad van 16 februari 2011 `betreffende bestrijding van betalingsachterstand bij handelstransacties'. De Griffier, De Voorzitter, Ilse ANNE Marnix VAN DAMME _______ Nota (1) HvJ 20 oktober 2022, C-585/20, BFF Finance Iberia, ECLI:EU:C:2022:806.(2) Vaste rechtspraak van het Grondwettelijk Hof.Zie bv.: GwH 17 juli 2014, nr. 107/2014, B.12; GwH 25 september 2014, nr. 141/2014, B.4.1;

GwH 30 april 2015, nr. 50/2015, B.16; GwH 18 juni 2015, nr. 91/2015, B.5.1; GwH 16 juli 2015, nr. 104/2015, B.6; GwH 16 juni 2016, nr. 94/2016, B.3; GwH 18 mei 2017, nr. 60/2017, B.11; GwH 15 juni 2017, nr. 79/2017, B.3.1; GwH 19 juli 2017, nr. 99/2017, B.11; GwH 28 september 2017, nr. 104/2017, B.8. (3) Dat laatste werd immers opgeheven bij artikel 57 van de wet van 13 april 2019Relevante gevonden documenten type wet prom. 13/04/2019 pub. 30/04/2019 numac 2019041000 bron federale overheidsdienst financien Wet tot invoering van het Wetboek van de minnelijke en gedwongen invordering van fiscale en niet-fiscale schuldvorderingen sluiten `tot invoering van het Wetboek van de minnelijke en gedwongen invordering van fiscale en niet-fiscale schuldvorderingen'.

12 AUGUSTUS 2024. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 14 januari 2013Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 14/01/2013 pub. 29/08/2013 numac 2013000553 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Koninklijk besluit tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten en van de concessies voor openbare werken. - Duitse vertaling type koninklijk besluit prom. 14/01/2013 pub. 26/03/2013 numac 2013021021 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Koninklijk besluit tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten en van de concessies voor openbare werken. - Rechtzetting type koninklijk besluit prom. 14/01/2013 pub. 14/02/2013 numac 2013021005 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Koninklijk besluit tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten en van de concessies voor openbare werken sluiten tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten, wat de betalingsregels betreft FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 13 augustus 2011Relevante gevonden documenten type wet prom. 13/08/2011 pub. 01/02/2012 numac 2011021082 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet inzake overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten op defensie- en veiligheidsgebied sluiten inzake overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten op defensie- en veiligheidsgebied, artikel 35, eerste lid;

Gelet op de wet van 17 juni 2016Relevante gevonden documenten type wet prom. 17/06/2016 pub. 14/07/2016 numac 2016021053 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet inzake overheidsopdrachten sluiten inzake overheidsopdrachten, de artikelen 86, eerste lid en 156, § 1, eerste lid;

Gelet op het advies van de Commissie voor de overheidsopdrachten, gegeven op 26 mei 2023 ;

Gelet op de regelgevingsimpactanalyse uitgevoerd op 4 augustus 2023, overeenkomstig de artikelen 6, § 1, en 7, § 1, van de wet van 15 december 2013Relevante gevonden documenten type wet prom. 15/12/2013 pub. 31/12/2013 numac 2013021138 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet houdende diverse bepalingen inzake administratieve vereenvoudiging sluiten houdende diverse bepalingen inzake administratieve vereenvoudiging;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 3 oktober 2023;

Gelet op de akkoordbevinding van de Staatssecretaris voor Begroting, gegeven op 29 april 2024;

Gelet op advies 76.540/1 van de Raad van State, gegeven op 17 juni 2024, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

Op de voordracht van de Eerste Minister en op het advies van de in Raad vergaderde Ministers,

Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Dit besluit voorziet in de gedeeltelijke omzetting van de richtlijn 2011/7/EU van het Europees Parlement en van de Raad van 16 februari 2011 betreffende bestrijding van betalingsachterstand bij handelstransacties.

Art. 2.In artikel 2 van het koninklijk besluit van 14 januari 2013Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 14/01/2013 pub. 29/08/2013 numac 2013000553 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Koninklijk besluit tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten en van de concessies voor openbare werken. - Duitse vertaling type koninklijk besluit prom. 14/01/2013 pub. 26/03/2013 numac 2013021021 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Koninklijk besluit tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten en van de concessies voor openbare werken. - Rechtzetting type koninklijk besluit prom. 14/01/2013 pub. 14/02/2013 numac 2013021005 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Koninklijk besluit tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten en van de concessies voor openbare werken sluiten tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 7 februari 2014 en 22 juni 2017, wordt een bepaling ingevoegd onder 27°, luidende: "27° behandelingstermijn: termijn binnen dewelke aanbesteders het nazicht en de betaling verrichten;".

Art. 3.In artikel 9 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 22 mei 2014, 22 juni 2017 en 15 april 2018, worden de volgende wijzigingen aangebracht: a) de paragrafen 2 en 3 worden vervangen als volgt: " § 2.Tenzij wat de in paragraaf 3/1 bedoelde afwijkingsmogelijkheden betreft, mag in de opdrachtdocumenten niet worden afgeweken van de in de artikelen 95, §§ 3 en 4, 127 en 160 bedoelde termijn. Elke andersluidende bepaling wordt voor niet geschreven gehouden.

Onverminderd de paragrafen 1 en 4 is het onderhavige lid echter niet toepasselijk mits voldaan is aan elk van de volgende voorwaarden: 1° de opdrachtdocumenten voorzien uitdrukkelijk in een langere behandelingstermijn;2° deze afwijking is objectief gerechtvaardigd op grond van de bijzondere aard of eigenschappen van de opdracht;3° de behandelingstermijn is in geen geval langer dan zestig dagen;4° deze verlenging behelst jegens de opdrachtnemer geen kennelijke onbillijkheid als bedoeld in paragraaf 3. § 3. Een contractuele bepaling of een praktijk die jegens de opdrachtnemer een kennelijke onbillijkheid behelst, zal met betrekking tot de behandelingsdatum of -termijn, de intrestvoet voor betalingsachterstand of de vergoeding van invorderingskosten voor niet geschreven worden gehouden.

Bij de beoordeling van de vraag of een contractuele bepaling of een praktijk jegens de opdrachtnemer een kennelijke onbillijkheid behelst, worden alle omstandigheden in aanmerking genomen, inzonderheid: 1° elke aanmerkelijke afwijking van de goede handelspraktijken die in strijd is met de goede trouw en de eerlijke behandeling;2° de aard van de werken, leveringen of diensten;3° de vraag of de aanbesteder objectieve redenen heeft om af te wijken van de in de artikelen 95, §§ 3 en 4, 127 en 160 bedoelde behandelingstermijn. Voor de toepassing van deze paragraaf: 1° worden als kennelijk onbillijk beschouwd, contractuele bedingen en praktijken die de betaling van intrest voor betalingsachterstand uitsluiten; 2° worden als vermoedelijk kennelijk onbillijk beschouwd, contractuele bedingen en praktijken die een vergoeding van invorderingskosten uitsluiten."; b) er wordt een paragraaf 3/1 ingevoegd, luidende: " § 3/1.Voor overheidsopdrachten geplaatst door aanbesteders die gezondheidszorg verstrekken en die specifiek voor dat doel zijn erkend, zij het enkel voor opdrachten in verband met die specifieke activiteit, mag de aanbesteder, via een bepaling in die zin in de opdrachtdocumenten, afwijken van de in de artikelen 95, §§ 3 en 4, 127 of 160 bedoelde termijnen en voorzien dat gewerkt wordt met een afzonderlijke verificatietermijn van maximaal dertig dagen en een afzonderlijke betalingstermijn van zestig dagen, waarbij deze laatste termijn slechts ingaat vanaf de datum van beëindiging van de verificatie, voor zover de aanbesteder over de regelmatig opgemaakte factuur en de andere vereiste documenten beschikt. In dat geval wordt door de aanbesteder in de opdrachtdocumenten de looptijd van de verificatietermijn bepaald, die dertig niet mag overschrijden.

Er mag slechts gebruik gemaakt worden van de in het eerste lid bedoelde afwijkingsmogelijkheid, voor zover in de opdrachtdocumenten daadwerkelijk voorzien wordt in een procedure voor verificatie. De in het eerste lid bedoelde verificatietermijn mag daarenboven niet louter worden aangewend om tot een langere globale betalingstermijn te komen.

Indien de aanbesteder gebruik maakt van de in het eerste lid bedoelde afwijkingsmogelijkheid voor een opdracht voor werken, gaat de verificatietermijn in vanaf de datum van ontvangst door de aanbesteder van de schuldvordering en de gedetailleerde staat van de gerealiseerde werken als bedoeld in artikel 95, § 1. Indien de aanbesteder gebruik maakt van de in het eerste lid bedoelde afwijkingsmogelijkheid voor een opdracht voor leveringen, gaat de verificatietermijn in vanaf de levering die wordt vastgesteld overeenkomstig artikel 120. Indien de aanbesteder gebruik maakt van de in het eerste lid bedoelde afwijkingsmogelijkheid voor een opdracht voor diensten, gaat de verificatietermijn in vanaf de datum van de volledige of gedeeltelijke beëindiging van de diensten die wordt vastgesteld overeenkomstig de bepalingen van de opdrachtdocumenten.

Indien toepassing wordt gemaakt van voornoemde afwijkingsmogelijkheid, wordt in geval van overschrijding van de toepasselijke verificatietermijn, de betalingstermijn verminderd naar rato van het aantal dagen overschrijding van de verificatietermijn. Omgekeerd wordt de betalingstermijn geschorst naar rato van het aantal dagen: 1° overschrijding van de termijn waarover de opdrachtnemer beschikt om zijn factuur in te dienen; 2° dat nodig is om het antwoord van de opdrachtnemer te ontvangen, wanneer de aanbesteder hem, in het kader van de hoofdelijke aansprakelijkheid, moet ondervragen over het werkelijke bedrag van zijn sociale of fiscale schuld als bedoeld in artikel 30bis, § 4, en 30ter, § 4, van de wet van 27 juni 1969Relevante gevonden documenten type wet prom. 27/06/1969 pub. 24/01/2011 numac 2010000730 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders, alsook in artikel 55 van het Wetboek van de minnelijke en gedwongen invordering van fiscale en niet-fiscale schuldvorderingen.".

Art. 4.In hetzelfde koninklijk besluit wordt een artikel 66/1 ingevoegd, luidende: "

Art. 66/1.In het elektronisch formulier dat daartoe is opgemaakt door de federale overheidsdienst Beleid en Ondersteuning, vullen aanbesteders de velden in betreffende de in de artikelen 95, §§ 3 en 4, 127 en 160 bedoelde termijn.

Ze vermelden of ze opteren voor de toepassing van de termijn die is vastgesteld in de in het vorige lid bedoelde bepalingen of voor een van de in artikel 9, §§ 2 of 3/1, bedoelde afwijkingen. In dit laatste geval vermelden ze de termijn die is opgenomen in de opdrachtdocumenten.

Dit formulier moet worden ingevuld naar aanleiding van de in de artikelen 62, eerste lid, en 143, § 1, eerste lid, van de wet, bedoelde aankondiging van gegunde opdracht, of naar aanleiding van de in de artikelen 62, tweede lid, en 143, § 1, tweede lid, van de wet bedoelde vereenvoudigde aankondiging van gegunde opdracht.".

Art. 5.In artikel 68 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij de koninklijk besluiten van 22 mei 2014 en 22 juni 2017, wordt het woord "betalingstermijn" vervangen door het woord "behandelingstermijn".

Art. 6.In artikel 69, § 1, van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 22 mei 2014Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 22/05/2014 pub. 24/06/2014 numac 2014011350 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Koninklijk besluit tot wijziging van diverse koninklijke besluiten betreffende metrologische verrichtingen type koninklijk besluit prom. 22/05/2014 pub. 17/05/2016 numac 2016000296 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten en van de concessies voor openbare werken. - Duitse vertaling type koninklijk besluit prom. 22/05/2014 pub. 30/05/2014 numac 2014021067 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten en van de concessies voor openbare werken type koninklijk besluit prom. 22/05/2014 pub. 27/06/2014 numac 2014022324 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 6 maart 1979 tot bepaling van de voorwaarden waaronder kinderbijslag wordt verleend ten behoeve van het kind dat verbonden is door een leerovereenkomst type koninklijk besluit prom. 22/05/2014 pub. 05/09/2014 numac 2014202927 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 6 november 2013, gesloten in het Paritair Comité voor de stoffering en de houtbewerking, betreffende de vervoersactiviteiten type koninklijk besluit prom. 22/05/2014 pub. 30/06/2014 numac 2014022327 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Koninklijk besluit tot vaststelling van de datum van inwerkingtreding van sommige bepalingen van de programmawet van 28 juni 2013 type koninklijk besluit prom. 22/05/2014 pub. 27/06/2014 numac 2014022326 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 9 juni 1999 betreffende de beheersrekening en de administratieve reserve van de kinderbijslagfondsen type koninklijk besluit prom. 22/05/2014 pub. 30/06/2014 numac 2014022350 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Koninklijk besluit tot wijziging van artikel 124, § 3, tweede lid, van het koninklijk besluit van 3 juli 1996 tot uitvoering van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994 type koninklijk besluit prom. 22/05/2014 pub. 27/06/2014 numac 2014022341 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 10 augustus 2005 tot vaststelling van de voorwaarden waaronder kinderbijslag wordt verleend ten behoeve van het kind dat onderwijs volgt of een vorming doorloopt sluiten, worden de woorden "Wanneer de in artikelen 95, §§ 3 tot 5, 127 en 160 vastgestelde betalingstermijnen worden overschreden," vervangen door de woorden "Wanneer de opdrachtnemer zijn contractuele en wettelijke verplichtingen heeft vervuld en de in artikel 95, §§ 3 en 4, 127 en 160 bedoelde behandelingstermijn wordt overschreden zonder dat de betaling werd verricht,".

Art. 7.In artikel 70 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 22 juni 2017Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 22/06/2017 pub. 09/08/2018 numac 2018013142 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten en van de concessies voor openbare werken en tot bepaling van de datum van inwerkingtreding van de wet van 16 februari 2017 tot wijziging van de wet van 17 juni 2013 betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten. - Duitse vertaling type koninklijk besluit prom. 22/06/2017 pub. 30/06/2017 numac 2017012965 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Koninklijk besluit tot aanpassing van verschillende koninklijke besluiten ten gevolge van de hervorming van de sociale inspectie van de FOD Sociale Zekerheid type koninklijk besluit prom. 22/06/2017 pub. 27/06/2017 numac 2017012261 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten en van de concessies voor openbare werken en tot bepaling van de datum van inwerkingtreding van de wet van 16 februari 2017 tot wijziging van de wet van 17 juni 2013 betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten type koninklijk besluit prom. 22/06/2017 pub. 22/03/2019 numac 2019040751 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Koninklijk besluit tot vaststelling van de inbreuken op het Wetboek van economisch recht en zijn uitvoeringsbesluiten waarvoor de in artikel XV.2 bedoelde ambtenaren de bevoegdheid hebben de onderneming te benaderen door zich voor te doen als cliënten of potentiële cliënten. - Duitse vertaling type koninklijk besluit prom. 22/06/2017 pub. 05/07/2017 numac 2017020456 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Koninklijk besluit tot vaststelling van de inbreuken op het Wetboek van economisch recht en zijn uitvoeringsbesluiten waarvoor de in artikel XV.2 bedoelde ambtenaren de bevoegdheid hebben de onderneming te benaderen door zich voor te doen als cliënten of potentiële cliënten sluiten, worden de woorden "betalingstermijn" en "betalingstermijnen" respectievelijk vervangen door de woorden "behandelingstermijn" en "behandelingstermijnen".

Art. 8.Artikel 95 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 22 mei 2014 en 22 juni 2017, wordt vervangen als volgt: "

Art. 95.§ 1. Zowel voor de betalingen in mindering als voor de betaling van het saldo of de eenmalige betaling van de opdrachtsom legt de aannemer een gedateerde en ondertekende schuldvordering over die steunt op een gedetailleerde staat van de gerealiseerde werken, welke volgens hem de gevraagde betalingen rechtvaardigen.

Deze gedetailleerde staat kan omvatten : 1° de hoeveelheden uitgevoerd op grond van de posten van de samenvattende opmeting;2° de hoeveelheden uitgevoerd boven de vermoedelijke hoeveelheden van de posten van de samenvattende opmeting;3° de meerwerken uitgevoerd op schriftelijk bevel;4° de werken uitgevoerd tegen de door de aannemer voorgestelde en door de aanbesteder nog niet aanvaarde eenheidsprijzen. § 2. Na ontvangst van elke schuldvordering doet de aanbesteder de volgende verrichtingen binnen de behandelingstermijn bedoeld in paragraaf 3, eerste lid: 1° het nazicht van de ingediende staat van de werken en het aanbrengen van eventuele verbeteringen in dit document.Wanneer er niet tussen de partijen overeengekomen prijzen in voorkomen, stelt de aanbesteder deze prijzen ambtshalve vast met behoud van alle rechten van de aannemer; 2° de opmaak van een proces-verbaal met vermelding van de werken die voor betaling zijn aanvaard en het bedrag dat volgens de aanbesteder verschuldigd is.De aanbesteder geeft de aannemer schriftelijk kennis van dit proces-verbaal en verzoekt hem binnen vijf dagen een factuur in te dienen voor het vermelde bedrag. § 3. De aanbesteder verricht het nazicht en de betaling van het aan de aannemer verschuldigde bedrag binnen een behandelingstermijn van dertig dagen vanaf de datum waarop hij de schuldvordering en de gedetailleerde staat van de gerealiseerde werken bedoeld in paragraaf 1 heeft ontvangen. De betaling kan echter slechts plaatsvinden voor zover de aanbesteder over de regelmatig opgestelde factuur beschikt, alsook over de andere, eventueel vereiste documenten.

De in het eerste lid bedoelde behandelingstermijn bedraagt zestig dagen voor opdrachten geplaatst door aanbesteders die gezondheidszorg verstrekken en die specifiek voor dat doel zijn erkend, zij het enkel voor de werken verbonden aan die specifieke activiteit.

In de volgende gevallen wordt een uitzondering gemaakt op het eerste lid: - indien de ontvangstdatum van de schuldvordering niet vaststaat, vinden het nazicht en de betaling plaats binnen een termijn van dertig dagen na de ontvangstdatum van de gedetailleerde staat van de gerealiseerde werken; - indien de aanbesteder de schuldvordering ontvangt vóór de realisatie van de werken, vastgesteld door de gedetailleerde staat van de gerealiseerde werken, vinden het nazicht en de betaling plaats binnen een termijn van dertig dagen na de realisatie van de werken. § 4. De behandelingstermijn wordt geschorst naar rato van het aantal dagen: 1° van overschrijding van de termijn van vijf dagen die door paragraaf 2, 2°, aan de aannemer wordt verleend om zijn factuur in te dienen; 2° dat nodig is om het antwoord van de aannemer te ontvangen, wanneer de aanbesteder hem, in het kader van de hoofdelijke aansprakelijkheid, moet ondervragen over het werkelijke bedrag van zijn sociale of fiscale schuld als bedoeld in artikel 30bis, § 4, en 30ter, § 4, van de wet van 27 juni 1969Relevante gevonden documenten type wet prom. 27/06/1969 pub. 24/01/2011 numac 2010000730 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders, alsook in artikel 55 van het Wetboek van de minnelijke en gedwongen invordering van fiscale en niet-fiscale schuldvorderingen.".

Art. 9.In artikel 120 van hetzelfde besluit, vervangen door het koninklijk besluit van 22 mei 2014Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 22/05/2014 pub. 24/06/2014 numac 2014011350 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Koninklijk besluit tot wijziging van diverse koninklijke besluiten betreffende metrologische verrichtingen type koninklijk besluit prom. 22/05/2014 pub. 17/05/2016 numac 2016000296 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten en van de concessies voor openbare werken. - Duitse vertaling type koninklijk besluit prom. 22/05/2014 pub. 30/05/2014 numac 2014021067 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten en van de concessies voor openbare werken type koninklijk besluit prom. 22/05/2014 pub. 27/06/2014 numac 2014022324 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 6 maart 1979 tot bepaling van de voorwaarden waaronder kinderbijslag wordt verleend ten behoeve van het kind dat verbonden is door een leerovereenkomst type koninklijk besluit prom. 22/05/2014 pub. 05/09/2014 numac 2014202927 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 6 november 2013, gesloten in het Paritair Comité voor de stoffering en de houtbewerking, betreffende de vervoersactiviteiten type koninklijk besluit prom. 22/05/2014 pub. 30/06/2014 numac 2014022327 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Koninklijk besluit tot vaststelling van de datum van inwerkingtreding van sommige bepalingen van de programmawet van 28 juni 2013 type koninklijk besluit prom. 22/05/2014 pub. 27/06/2014 numac 2014022326 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 9 juni 1999 betreffende de beheersrekening en de administratieve reserve van de kinderbijslagfondsen type koninklijk besluit prom. 22/05/2014 pub. 30/06/2014 numac 2014022350 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Koninklijk besluit tot wijziging van artikel 124, § 3, tweede lid, van het koninklijk besluit van 3 juli 1996 tot uitvoering van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994 type koninklijk besluit prom. 22/05/2014 pub. 27/06/2014 numac 2014022341 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 10 augustus 2005 tot vaststelling van de voorwaarden waaronder kinderbijslag wordt verleend ten behoeve van het kind dat onderwijs volgt of een vorming doorloopt sluiten en gewijzigd bij het koninklijk besluit van 22 juni 2017Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 22/06/2017 pub. 09/08/2018 numac 2018013142 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten en van de concessies voor openbare werken en tot bepaling van de datum van inwerkingtreding van de wet van 16 februari 2017 tot wijziging van de wet van 17 juni 2013 betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten. - Duitse vertaling type koninklijk besluit prom. 22/06/2017 pub. 30/06/2017 numac 2017012965 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Koninklijk besluit tot aanpassing van verschillende koninklijke besluiten ten gevolge van de hervorming van de sociale inspectie van de FOD Sociale Zekerheid type koninklijk besluit prom. 22/06/2017 pub. 27/06/2017 numac 2017012261 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten en van de concessies voor openbare werken en tot bepaling van de datum van inwerkingtreding van de wet van 16 februari 2017 tot wijziging van de wet van 17 juni 2013 betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten type koninklijk besluit prom. 22/06/2017 pub. 22/03/2019 numac 2019040751 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Koninklijk besluit tot vaststelling van de inbreuken op het Wetboek van economisch recht en zijn uitvoeringsbesluiten waarvoor de in artikel XV.2 bedoelde ambtenaren de bevoegdheid hebben de onderneming te benaderen door zich voor te doen als cliënten of potentiële cliënten. - Duitse vertaling type koninklijk besluit prom. 22/06/2017 pub. 05/07/2017 numac 2017020456 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Koninklijk besluit tot vaststelling van de inbreuken op het Wetboek van economisch recht en zijn uitvoeringsbesluiten waarvoor de in artikel XV.2 bedoelde ambtenaren de bevoegdheid hebben de onderneming te benaderen door zich voor te doen als cliënten of potentiële cliënten sluiten, worden het tweede en derde lid opgeheven.

Art. 10.Artikel 127 van hetzelfde besluit, vervangen door het koninklijk besluit van 22 mei 2014Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 22/05/2014 pub. 24/06/2014 numac 2014011350 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Koninklijk besluit tot wijziging van diverse koninklijke besluiten betreffende metrologische verrichtingen type koninklijk besluit prom. 22/05/2014 pub. 17/05/2016 numac 2016000296 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten en van de concessies voor openbare werken. - Duitse vertaling type koninklijk besluit prom. 22/05/2014 pub. 30/05/2014 numac 2014021067 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten en van de concessies voor openbare werken type koninklijk besluit prom. 22/05/2014 pub. 27/06/2014 numac 2014022324 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 6 maart 1979 tot bepaling van de voorwaarden waaronder kinderbijslag wordt verleend ten behoeve van het kind dat verbonden is door een leerovereenkomst type koninklijk besluit prom. 22/05/2014 pub. 05/09/2014 numac 2014202927 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 6 november 2013, gesloten in het Paritair Comité voor de stoffering en de houtbewerking, betreffende de vervoersactiviteiten type koninklijk besluit prom. 22/05/2014 pub. 30/06/2014 numac 2014022327 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Koninklijk besluit tot vaststelling van de datum van inwerkingtreding van sommige bepalingen van de programmawet van 28 juni 2013 type koninklijk besluit prom. 22/05/2014 pub. 27/06/2014 numac 2014022326 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 9 juni 1999 betreffende de beheersrekening en de administratieve reserve van de kinderbijslagfondsen type koninklijk besluit prom. 22/05/2014 pub. 30/06/2014 numac 2014022350 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Koninklijk besluit tot wijziging van artikel 124, § 3, tweede lid, van het koninklijk besluit van 3 juli 1996 tot uitvoering van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994 type koninklijk besluit prom. 22/05/2014 pub. 27/06/2014 numac 2014022341 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 10 augustus 2005 tot vaststelling van de voorwaarden waaronder kinderbijslag wordt verleend ten behoeve van het kind dat onderwijs volgt of een vorming doorloopt sluiten en gewijzigd bij het koninklijk besluit van 22 juni 2017Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 22/06/2017 pub. 09/08/2018 numac 2018013142 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten en van de concessies voor openbare werken en tot bepaling van de datum van inwerkingtreding van de wet van 16 februari 2017 tot wijziging van de wet van 17 juni 2013 betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten. - Duitse vertaling type koninklijk besluit prom. 22/06/2017 pub. 30/06/2017 numac 2017012965 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Koninklijk besluit tot aanpassing van verschillende koninklijke besluiten ten gevolge van de hervorming van de sociale inspectie van de FOD Sociale Zekerheid type koninklijk besluit prom. 22/06/2017 pub. 27/06/2017 numac 2017012261 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten en van de concessies voor openbare werken en tot bepaling van de datum van inwerkingtreding van de wet van 16 februari 2017 tot wijziging van de wet van 17 juni 2013 betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten type koninklijk besluit prom. 22/06/2017 pub. 22/03/2019 numac 2019040751 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Koninklijk besluit tot vaststelling van de inbreuken op het Wetboek van economisch recht en zijn uitvoeringsbesluiten waarvoor de in artikel XV.2 bedoelde ambtenaren de bevoegdheid hebben de onderneming te benaderen door zich voor te doen als cliënten of potentiële cliënten. - Duitse vertaling type koninklijk besluit prom. 22/06/2017 pub. 05/07/2017 numac 2017020456 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Koninklijk besluit tot vaststelling van de inbreuken op het Wetboek van economisch recht en zijn uitvoeringsbesluiten waarvoor de in artikel XV.2 bedoelde ambtenaren de bevoegdheid hebben de onderneming te benaderen door zich voor te doen als cliënten of potentiële cliënten sluiten, wordt vervangen als volgt: "

Art. 127.De aanbesteder verricht het nazicht en de betaling van het aan de leverancier verschuldigde bedrag binnen de behandelingstermijn van dertig dagen vanaf de levering, voor zover de aanbesteder over de regelmatig opgemaakte factuur beschikt, alsook over de andere, eventueel vereiste documenten.

De in het eerste lid bedoelde behandelingstermijn bedraagt zestig dagen voor opdrachten geplaatst door aanbesteders die gezondheidszorg verstrekken en die specifiek voor dat doel zijn erkend, zij het enkel voor de leveringen verbonden aan die specifieke activiteit.

In de volgende gevallen wordt een uitzondering gemaakt op het eerste lid: - indien de datum van ontvangst van de factuur door de aanbesteder niet vaststaat, vinden het nazicht en de betaling plaats binnen een termijn van dertig dagen na de levering; - indien de aanbesteder de factuur vóór de levering ontvangt, vinden het nazicht en de betaling plaats binnen een termijn van dertig dagen na de levering.

Indien de levering in verschillende keren plaatsvindt, gaat de behandelingstermijn in op de datum van levering en dit voor elke gedeeltelijke levering.

De behandelingstermijn wordt geschorst naar rato van het aantal dagen: 1° van overschrijding van de termijn waarover de leverancier beschikt om zijn factuur in te dienen, indien de aanbesteder heeft voorzien in een verificatie op basis van de leveringslijst of van een afzonderlijke schuldvordering en in de indiening van de factuur na verificatie; 2° dat nodig is om het antwoord van de leverancier te ontvangen, wanneer de aanbesteder hem, in het kader van de hoofdelijke aansprakelijkheid, moet ondervragen over het werkelijke bedrag van zijn sociale of fiscale schuld als bedoeld in artikel 30bis, § 4, en 30ter, § 4, van de wet van 27 juni 1969Relevante gevonden documenten type wet prom. 27/06/1969 pub. 24/01/2011 numac 2010000730 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders, alsook in artikel 55 van het Wetboek van de minnelijke en gedwongen invordering van fiscale en niet-fiscale schuldvorderingen.".

Art. 11.In artikel 129 van hetzelfde koninklijk besluit, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 22 mei 2014Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 22/05/2014 pub. 24/06/2014 numac 2014011350 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Koninklijk besluit tot wijziging van diverse koninklijke besluiten betreffende metrologische verrichtingen type koninklijk besluit prom. 22/05/2014 pub. 17/05/2016 numac 2016000296 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten en van de concessies voor openbare werken. - Duitse vertaling type koninklijk besluit prom. 22/05/2014 pub. 30/05/2014 numac 2014021067 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten en van de concessies voor openbare werken type koninklijk besluit prom. 22/05/2014 pub. 27/06/2014 numac 2014022324 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 6 maart 1979 tot bepaling van de voorwaarden waaronder kinderbijslag wordt verleend ten behoeve van het kind dat verbonden is door een leerovereenkomst type koninklijk besluit prom. 22/05/2014 pub. 05/09/2014 numac 2014202927 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 6 november 2013, gesloten in het Paritair Comité voor de stoffering en de houtbewerking, betreffende de vervoersactiviteiten type koninklijk besluit prom. 22/05/2014 pub. 30/06/2014 numac 2014022327 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Koninklijk besluit tot vaststelling van de datum van inwerkingtreding van sommige bepalingen van de programmawet van 28 juni 2013 type koninklijk besluit prom. 22/05/2014 pub. 27/06/2014 numac 2014022326 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 9 juni 1999 betreffende de beheersrekening en de administratieve reserve van de kinderbijslagfondsen type koninklijk besluit prom. 22/05/2014 pub. 30/06/2014 numac 2014022350 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Koninklijk besluit tot wijziging van artikel 124, § 3, tweede lid, van het koninklijk besluit van 3 juli 1996 tot uitvoering van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994 type koninklijk besluit prom. 22/05/2014 pub. 27/06/2014 numac 2014022341 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 10 augustus 2005 tot vaststelling van de voorwaarden waaronder kinderbijslag wordt verleend ten behoeve van het kind dat onderwijs volgt of een vorming doorloopt sluiten, worden de woorden "de bij artikel 120, tweede lid, bepaalde termijn van dertig dagen" vervangen door de woorden "de termijn van dertig dagen die ingaat op de datum van levering".

Art. 12.In artikel 131 van hetzelfde koninklijk besluit, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 22 juni 2017Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 22/06/2017 pub. 09/08/2018 numac 2018013142 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten en van de concessies voor openbare werken en tot bepaling van de datum van inwerkingtreding van de wet van 16 februari 2017 tot wijziging van de wet van 17 juni 2013 betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten. - Duitse vertaling type koninklijk besluit prom. 22/06/2017 pub. 30/06/2017 numac 2017012965 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Koninklijk besluit tot aanpassing van verschillende koninklijke besluiten ten gevolge van de hervorming van de sociale inspectie van de FOD Sociale Zekerheid type koninklijk besluit prom. 22/06/2017 pub. 27/06/2017 numac 2017012261 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten en van de concessies voor openbare werken en tot bepaling van de datum van inwerkingtreding van de wet van 16 februari 2017 tot wijziging van de wet van 17 juni 2013 betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten type koninklijk besluit prom. 22/06/2017 pub. 22/03/2019 numac 2019040751 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Koninklijk besluit tot vaststelling van de inbreuken op het Wetboek van economisch recht en zijn uitvoeringsbesluiten waarvoor de in artikel XV.2 bedoelde ambtenaren de bevoegdheid hebben de onderneming te benaderen door zich voor te doen als cliënten of potentiële cliënten. - Duitse vertaling type koninklijk besluit prom. 22/06/2017 pub. 05/07/2017 numac 2017020456 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Koninklijk besluit tot vaststelling van de inbreuken op het Wetboek van economisch recht en zijn uitvoeringsbesluiten waarvoor de in artikel XV.2 bedoelde ambtenaren de bevoegdheid hebben de onderneming te benaderen door zich voor te doen als cliënten of potentiële cliënten sluiten, worden de woorden "in artikel 120" vervangen door de woorden "in artikel 127".

Art. 13.Artikel 156 van hetzelfde besluit, vervangen door het koninklijk besluit van 22 mei 2014Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 22/05/2014 pub. 24/06/2014 numac 2014011350 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Koninklijk besluit tot wijziging van diverse koninklijke besluiten betreffende metrologische verrichtingen type koninklijk besluit prom. 22/05/2014 pub. 17/05/2016 numac 2016000296 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten en van de concessies voor openbare werken. - Duitse vertaling type koninklijk besluit prom. 22/05/2014 pub. 30/05/2014 numac 2014021067 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten en van de concessies voor openbare werken type koninklijk besluit prom. 22/05/2014 pub. 27/06/2014 numac 2014022324 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 6 maart 1979 tot bepaling van de voorwaarden waaronder kinderbijslag wordt verleend ten behoeve van het kind dat verbonden is door een leerovereenkomst type koninklijk besluit prom. 22/05/2014 pub. 05/09/2014 numac 2014202927 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 6 november 2013, gesloten in het Paritair Comité voor de stoffering en de houtbewerking, betreffende de vervoersactiviteiten type koninklijk besluit prom. 22/05/2014 pub. 30/06/2014 numac 2014022327 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Koninklijk besluit tot vaststelling van de datum van inwerkingtreding van sommige bepalingen van de programmawet van 28 juni 2013 type koninklijk besluit prom. 22/05/2014 pub. 27/06/2014 numac 2014022326 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 9 juni 1999 betreffende de beheersrekening en de administratieve reserve van de kinderbijslagfondsen type koninklijk besluit prom. 22/05/2014 pub. 30/06/2014 numac 2014022350 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Koninklijk besluit tot wijziging van artikel 124, § 3, tweede lid, van het koninklijk besluit van 3 juli 1996 tot uitvoering van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994 type koninklijk besluit prom. 22/05/2014 pub. 27/06/2014 numac 2014022341 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 10 augustus 2005 tot vaststelling van de voorwaarden waaronder kinderbijslag wordt verleend ten behoeve van het kind dat onderwijs volgt of een vorming doorloopt sluiten en gewijzigd bij het koninklijk besluit van 22 juni 2017Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 22/06/2017 pub. 09/08/2018 numac 2018013142 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten en van de concessies voor openbare werken en tot bepaling van de datum van inwerkingtreding van de wet van 16 februari 2017 tot wijziging van de wet van 17 juni 2013 betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten. - Duitse vertaling type koninklijk besluit prom. 22/06/2017 pub. 30/06/2017 numac 2017012965 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Koninklijk besluit tot aanpassing van verschillende koninklijke besluiten ten gevolge van de hervorming van de sociale inspectie van de FOD Sociale Zekerheid type koninklijk besluit prom. 22/06/2017 pub. 27/06/2017 numac 2017012261 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten en van de concessies voor openbare werken en tot bepaling van de datum van inwerkingtreding van de wet van 16 februari 2017 tot wijziging van de wet van 17 juni 2013 betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten type koninklijk besluit prom. 22/06/2017 pub. 22/03/2019 numac 2019040751 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Koninklijk besluit tot vaststelling van de inbreuken op het Wetboek van economisch recht en zijn uitvoeringsbesluiten waarvoor de in artikel XV.2 bedoelde ambtenaren de bevoegdheid hebben de onderneming te benaderen door zich voor te doen als cliënten of potentiële cliënten. - Duitse vertaling type koninklijk besluit prom. 22/06/2017 pub. 05/07/2017 numac 2017020456 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Koninklijk besluit tot vaststelling van de inbreuken op het Wetboek van economisch recht en zijn uitvoeringsbesluiten waarvoor de in artikel XV.2 bedoelde ambtenaren de bevoegdheid hebben de onderneming te benaderen door zich voor te doen als cliënten of potentiële cliënten sluiten, wordt vervangen als volgt: "

Art. 156.Wanneer de volledige of gedeeltelijke beëindiging van de diensten werd vastgesteld overeenkomstig de regels van de opdrachtdocumenten en de aanbesteder in het bezit werd gesteld van de lijst van gepresteerde diensten of van de factuur, gaat hij over tot het nazicht en stelt hij de formaliteiten betreffende de oplevering, waarna hij de dienstverlener in kennis stelt van de resultaten hiervan. Het nazicht vindt in elk geval plaats binnen de behandelingstermijn bedoeld in artikel 160, eerste lid.

Wanneer de diensten beëindigd worden vóór of na deze datum, stelt de dienstverlener de leidend ambtenaar hiervan per aangetekende zending of bij elektronische zending die op vergelijkbare wijze de exacte datum van de verzending waarborgt in kennis en vraagt hem tot de oplevering over te gaan."

Art. 14.Artikel 160 van hetzelfde besluit, vervangen door het koninklijk besluit van 22 mei 2014Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 22/05/2014 pub. 24/06/2014 numac 2014011350 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Koninklijk besluit tot wijziging van diverse koninklijke besluiten betreffende metrologische verrichtingen type koninklijk besluit prom. 22/05/2014 pub. 17/05/2016 numac 2016000296 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten en van de concessies voor openbare werken. - Duitse vertaling type koninklijk besluit prom. 22/05/2014 pub. 30/05/2014 numac 2014021067 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten en van de concessies voor openbare werken type koninklijk besluit prom. 22/05/2014 pub. 27/06/2014 numac 2014022324 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 6 maart 1979 tot bepaling van de voorwaarden waaronder kinderbijslag wordt verleend ten behoeve van het kind dat verbonden is door een leerovereenkomst type koninklijk besluit prom. 22/05/2014 pub. 05/09/2014 numac 2014202927 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 6 november 2013, gesloten in het Paritair Comité voor de stoffering en de houtbewerking, betreffende de vervoersactiviteiten type koninklijk besluit prom. 22/05/2014 pub. 30/06/2014 numac 2014022327 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Koninklijk besluit tot vaststelling van de datum van inwerkingtreding van sommige bepalingen van de programmawet van 28 juni 2013 type koninklijk besluit prom. 22/05/2014 pub. 27/06/2014 numac 2014022326 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 9 juni 1999 betreffende de beheersrekening en de administratieve reserve van de kinderbijslagfondsen type koninklijk besluit prom. 22/05/2014 pub. 30/06/2014 numac 2014022350 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Koninklijk besluit tot wijziging van artikel 124, § 3, tweede lid, van het koninklijk besluit van 3 juli 1996 tot uitvoering van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994 type koninklijk besluit prom. 22/05/2014 pub. 27/06/2014 numac 2014022341 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 10 augustus 2005 tot vaststelling van de voorwaarden waaronder kinderbijslag wordt verleend ten behoeve van het kind dat onderwijs volgt of een vorming doorloopt sluiten en gewijzigd bij het koninklijk besluit van 22 juni 2017Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 22/06/2017 pub. 09/08/2018 numac 2018013142 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten en van de concessies voor openbare werken en tot bepaling van de datum van inwerkingtreding van de wet van 16 februari 2017 tot wijziging van de wet van 17 juni 2013 betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten. - Duitse vertaling type koninklijk besluit prom. 22/06/2017 pub. 30/06/2017 numac 2017012965 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Koninklijk besluit tot aanpassing van verschillende koninklijke besluiten ten gevolge van de hervorming van de sociale inspectie van de FOD Sociale Zekerheid type koninklijk besluit prom. 22/06/2017 pub. 27/06/2017 numac 2017012261 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten en van de concessies voor openbare werken en tot bepaling van de datum van inwerkingtreding van de wet van 16 februari 2017 tot wijziging van de wet van 17 juni 2013 betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten type koninklijk besluit prom. 22/06/2017 pub. 22/03/2019 numac 2019040751 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Koninklijk besluit tot vaststelling van de inbreuken op het Wetboek van economisch recht en zijn uitvoeringsbesluiten waarvoor de in artikel XV.2 bedoelde ambtenaren de bevoegdheid hebben de onderneming te benaderen door zich voor te doen als cliënten of potentiële cliënten. - Duitse vertaling type koninklijk besluit prom. 22/06/2017 pub. 05/07/2017 numac 2017020456 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Koninklijk besluit tot vaststelling van de inbreuken op het Wetboek van economisch recht en zijn uitvoeringsbesluiten waarvoor de in artikel XV.2 bedoelde ambtenaren de bevoegdheid hebben de onderneming te benaderen door zich voor te doen als cliënten of potentiële cliënten sluiten, wordt vervangen als volgt: "

Art. 160.De aanbesteder verricht het nazicht en de betaling van het aan de dienstverlener verschuldigde bedrag binnen de behandelingstermijn van dertig dagen vanaf de vaststelling van de volledige of gedeeltelijke beëindiging van de diensten, waarvan de modaliteiten zijn vastgelegd in de opdrachtdocumenten. De betaling kan echter slechts plaatsvinden voor zover de aanbesteder over de regelmatig opgemaakte factuur en de lijst van gepresteerde diensten beschikt, alsook over de andere, eventueel vereiste documenten.

De in het eerste lid bedoelde behandelingsstermijn bedraagt zestig dagen voor opdrachten geplaatst door aanbesteders die gezondheidszorg verstrekken en die specifiek voor dat doel zijn erkend, zij het enkel voor de diensten verbonden aan die specifieke activiteit.

In de volgende gevallen wordt een uitzondering gemaakt op het eerste lid: - indien de ontvangstdatum van de factuur niet vaststaat, vinden het nazicht en de betaling plaats binnen een termijn van dertig dagen na de datum van het beëindigen van de diensten; - indien de aanbesteder de factuur vóór het beëindigen van de diensten ontvangt, vinden het nazicht en de betaling plaats binnen een termijn van dertig dagen na het beëindigen van de diensten.

De behandelingstermijn wordt geschorst naar rato van het aantal dagen: 1° van overschrijding van de termijn waarover de dienstverlener beschikt om zijn factuur in te dienen, indien de aanbesteder heeft voorzien in een verificatie op basis van de lijst van gepresteerde diensten of van een afzonderlijke schuldvordering en in de indiening van de factuur na verificatie; 2° dat nodig is om het antwoord van de dienstverlener te ontvangen, wanneer de aanbesteder hem, in het kader van de hoofdelijke aansprakelijkheid, moet ondervragen over het werkelijke bedrag van zijn sociale of fiscale schuld als bedoeld in artikel 30bis, § 4, en 30ter, § 4, van de wet van 27 juni 1969Relevante gevonden documenten type wet prom. 27/06/1969 pub. 24/01/2011 numac 2010000730 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders, alsook in artikel 55 van het Wetboek van de minnelijke en gedwongen invordering van fiscale en niet-fiscale schuldvorderingen.".

Art. 15.Voor de opdrachten waarvan de geraamde waarde lager is dan de drempels voor de Europese bekendmaking, treedt dit besluit in werking op 1 januari 2025, voor zover hun aankondigingen van opdracht vanaf die datum worden bekendgemaakt of, bij ontstentenis van een verplichting tot voorafgaande bekendmaking, voor zover vanaf die datum wordt uitgenodigd tot het indienen van een offerte.

Voor de opdrachten waarvan de geraamde waarde gelijk is aan of hoger is dan de drempels voor de Europese bekendmaking, treedt dit besluit in werking op 1 januari 2025, voor zover hun aankondigingen van opdracht vanaf die datum worden bekendgemaakt of, bij ontstentenis van een verplichting tot voorafgaande bekendmaking, voor zover vanaf die datum wordt uitgenodigd tot het indienen van een offerte. Voor deze opdrachten wordt de datum van verzending door het e-procurement platform van de aankondiging naar het Europees publicatieblad als de datum van bekendmaking van de aankondiging van opdracht beschouwd.

Art. 16.De Eerste Minister is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te l'Ile d'Yeu op 12 augustus 2024.

FILIP Van Koningswege : De Eerste Minister, A. DE CROO


^