Etaamb.openjustice.be
Wet van 22 december 2023
gepubliceerd op 08 januari 2024

Wet tot wijziging van de regelgeving inzake overheidsopdrachten teneinde de toegang van KMO's tot die opdrachten te bevorderen

bron
federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister
numac
2023048742
pub.
08/01/2024
prom.
22/12/2023
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

22 DECEMBER 2023. - Wet tot wijziging van de regelgeving inzake overheidsopdrachten teneinde de toegang van KMO's tot die opdrachten te bevorderen (1)


FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

De Kamer van volksvertegenwoordigers heeft aangenomen en Wij bekrachtigen, hetgeen volgt : HOOFDSTUK 1. - Algemene bepaling

Artikel 1.Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 74 van de Grondwet. HOOFDSTUK 2. - Wijzigingen van de wet van 17 juni 2016Relevante gevonden documenten type wet prom. 17/06/2016 pub. 14/07/2016 numac 2016021053 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet inzake overheidsopdrachten sluiten inzake overheidsopdrachten

Art. 2.In artikel 12 van de wet van 17 juni 2016Relevante gevonden documenten type wet prom. 17/06/2016 pub. 14/07/2016 numac 2016021053 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet inzake overheidsopdrachten sluiten inzake overheidsopdrachten wordt het tweede lid opgeheven.

Art. 3.In dezelfde wet worden de artikelen 12/1 tot 12/9 ingevoegd, luidende: "Voorschotten

Art. 12/1.Er wordt door de aanbesteders geen voorschot toegekend, tenzij indien anders bepaald in de opdrachtdocumenten. In dit laatste geval mag het voorschot niet hoger zijn dan twintig procent van de in artikel 12/5 bedoelde refe-rentiewaarde.

In afwijking van het eerste lid betalen de in artikel 2, 1°, a) en b), bedoelde aanbesteders in de onderstaande gevallen een voorschot: 1° wanneer ze gebruik maken van de onderhandelingsprocedure zonder voorafgaande bekendmaking of de onderhandelingsprocedure zonder voorafgaande oproep tot mededinging en daarbij de toepassing van artikel 42, § 1, eerste lid, 1°, a) of c), of 4°, a), dan wel van artikel 124, § 1, 1°, 2° of 3°, inroepen;2° wanneer ze gebruik maken van een andere procedure dan de onderhandelingsprocedure zonder voorafgaande bekendmaking of de onderhandelingsprocedure zonder voorafgaande oproep tot mededinging en de opdrachtnemer een kmo blijkt te zijn in de zin van artikel 163, § 3, tweede lid. De in het tweede lid bedoelde verplichting is eveneens van toepassing op aanbesteders van wie de werkzaamheden hoofdzakelijk door de in het tweede lid bedoelde aanbesteders gefinancierd worden en van wie het beheer aan hun toezicht onderworpen is.

Het tweede lid is niet van toepassing in de onderstaande gevallen: 1° overheidsopdrachten die zowel betrekking hebben op het financieren als op het uitvoeren van werken en, in voorkomend geval, op elke dienstverlening in dat verband;2° overheidsopdrachten die betrekking hebben op leasing, huur of huurkoop;3° overheidsopdrachten voor verzekeringsdiensten;4° overheidsopdrachten gesloten op basis van een abonnement of overheidsopdrachten waarbij betaald wordt op basis van een periodiek verbruik;5° overheidsopdrachten met een uitvoeringstermijn die korter is dan twee maanden. Behoudens de in artikel 12/4, § 2, bedoelde gevallen en onverminderd artikel 12/4, § 1, vierde zin, leidt de toepassing van de artikelen 12/1 tot 12/8 niet tot de toekenning van een voorschot van meer dan 225.000 euro. De Koning kan het voormelde bedrag aanpassen in het licht van de opgetreden inflatie of deflatie.

Art. 12/2.In de in artikel 12/1, tweede lid, 1°, bedoelde hypothese bedraagt het voorschot vijftien procent van de in artikel 12/5 bedoelde referentiewaarde.

In afwijking van het eerste lid kan de aanbesteder een hoger percentage bepalen, zonder dat dit evenwel hoger mag zijn dan twintig procent, tenzij in de in artikel 12/4, § 2, bedoelde gevallen. De aanbesteder neemt, wanneer hij een hoger percentage bepaalt, de nadere regels van dit hoger percentage op een duidelijke, precieze en ondubbelzinnige wijze op in de opdrachtdocumenten.

Art. 12/3.In de in artikel 12/1, tweede lid, 2°, bedoelde hypothese wordt het bedrag van het voorschot berekend aan de hand van volgende percentages op een referentiewaarde bepaald overeenkomstig artikel 12/5: 1° indien de opdrachtnemer een micro-onderneming is, namelijk een onderneming waar minder dan tien personen werkzaam zijn en waarvan de jaaromzet of het jaarlijkse balanstotaal twee miljoen euro niet overschrijdt, bedraagt het in aanmerking te nemen percentage twintig procent, tenzij in de in artikel 12/4, § 2, bedoelde gevallen;2° indien de opdrachtnemer een kleine onderneming is, namelijk een onderneming waar minder dan vijftig personen werkzaam zijn en waarvan de jaaromzet of het jaarlijkse balanstotaal tien miljoen euro niet overschrijdt, bedraagt het in aanmerking te nemen percentage tien procent, tenzij de opdrachtdocumenten een hoger percentage bepalen, maar zonder dat dit percentage hoger mag liggen dan twintig procent, tenzij in de in artikel 12/4, § 2, bedoelde gevallen;3° indien de opdrachtnemer een middelgrote onderneming is, namelijk een onderneming waar minder dan tweehonderdvijftig personen werkzaam zijn en waarvan de jaaromzet vijftig miljoen euro of het jaarlijkse balanstotaal drieënveertig miljoen euro niet overschrijdt, bedraagt het in aanmerking te nemen percentage vijf procent, tenzij de opdrachtdocumenten een hoger percentage bepalen, maar zonder dat dit percentage hoger mag liggen dan twintig procent, tenzij in de in artikel 12/4, § 2, bedoelde gevallen.

Art. 12/4.§ 1. De Koning kan voorzien in gevallen waarin door de aanbesteder, omwille van uitzonderlijke economische omstandigheden, voorschotten kunnen of moeten worden verleend. In dat geval bepaalt de Koning het maximale bedrag of het bedrag van het voorschot aan de hand van een percentage op de in artikel 12/5 bedoelde referentiewaarde.

Dit percentage mag niet meer bedragen dan dertig procent. De Koning kan in dat geval ook een begrenzing van het voorschot in absolute bedragen instellen. § 2. De aanbesteder kan in de onderstaande gevallen voorschotten toekennen die hoger zijn dan het in de artikelen 12/1 tot 12/3 vermelde maximumpercentage van twintig procent, overeenkomstig de door de aanbesteder vastgestelde voorwaarden: 1° voor de overheidsopdrachten voor diensten van luchtvervoer van passagiers;2° voor de overheidsopdrachten voor leveringen of voor diensten die dienen te worden gegund: a) aan andere Staten of een internationale organisatie;b) aan leveranciers of dienstverleners waarmede verplicht moet gehandeld worden en die het storten van voorschotten als voorwaarde stellen voor het aanvaarden van de opdracht;c) aan een bevoorradings- of herstellingsinrichting die door Staten is opgericht;d) in het kader van de gemeenschappelijk door verschillende Staten of internationale instellingen gefinancierde programma's voor navorsing, uittesten, studie, vervolmaking, ontwikkeling of productie;3° voor de opdrachten voor leveringen of diensten die, volgens de gebruiken, hetzij op basis van een abonnement zijn gesloten, hetzij een voorafgaande betaling vereisen;4° opdrachten die ten aanzien van hun bedrag zeer belangrijke voorafgaande investeringen vergen, die uitsluitend voor hun uitvoering bestemd zijn: a) hetzij voor het oprichten van bouwwerken of installaties;b) hetzij voor de aankoop van materieel, machines of gereedschappen;c) hetzij voor de aankoop van octrooien, productie- of verbeteringslicenties;d) hetzij voor studies, proeven, aanpassingen of de bouw van prototypes. In het geval als bedoeld in het eerste lid, 4°, mag het voorschot niet hoger zijn dan vijftig procent van het oorspronkelijke opdrachtbedrag.

Art. 12/5.Indien de looptijd van de opdracht twaalf maanden of minder bedraagt, is de referentiewaarde die van belang is voor de berekening van het voorschot gelijk aan het oorspronkelijke bedrag van de opdracht, inclusief alle belastingen.

Indien de looptijd van de opdracht meer dan twaalf maanden bedraagt, is de referentiewaarde een bedrag dat gelijk is aan twaalf keer het oorspronkelijke bedrag van de opdracht, inclusief belastingen, gedeeld door de in maanden uitgedrukte looptijd van de opdracht.

In het geval van een opdracht van onbepaalde duur wordt als referentiewaarde de waarde per maand van de overeenkomst vermenigvuldigd met twaalf genomen.

Voor de berekening van het oorspronkelijke bedrag van de opdracht wordt geen rekening gehouden met de voorwaardelijke gedeelten, noch met de verlengingen.

Art. 12/6.Indien een voorschot wordt toegekend en de betreffende overheidsopdracht kadert binnen een project waarvoor een toelating vereist is, kan de aanbesteder de toekenning van het voorschot afhankelijk maken van het verkrijgen van deze toelating, door middel van een bepaling in die zin in de opdrachtdocumenten.

Voor de toepassing van de artikelen 12/1 tot 12/5 wordt een raamovereenkomst niet als een overheidsopdracht beschouwd, maar wordt de opdracht gebaseerd op een raamovereenkomst wel als een overheidsopdracht beschouwd.

Art. 12/7.De aanbesteders vullen de velden in verband met voorschotten van het afzonderlijk elektronisch formulier dat daartoe opgemaakt wordt door de federale dienst bevoegd voor het digitaliseren van de processen en de transacties in verband met overheidsopdrachten in. Dit formulier moet ingevuld worden naar aanleiding van de in de artikelen 62, eerste lid, en 143, § 1, eerste lid, bedoelde aankondiging van gegunde opdracht, dan wel naar aanleiding van de in de artikelen 62, tweede lid, en 143, § 1, tweede lid, bedoelde vereenvoudigde aankondiging van gegunde opdracht.

De Koning regelt de overige materiële en procedurele voorwaarden voor de betaling van het voorschot.

Art. 12/8.Het voorschot dat werd toegekend in uitvoering van de artikelen 12/1 en 12/4, § 1, wordt verrekend met de bedragen die verschuldigd zijn aan de opdrachtnemer, volgens het ritme en de nadere regels als voorzien in de opdrachtdocumenten. In afwezigheid van een bepaling in de opdrachtdocumenten in die zin, wordt de eerste helft van het voorschot verrekend met de aan de opdrachtnemer verschuldigde sommen wanneer de waarde van de uitgevoerde prestaties dertig procent van het oorspronkelijke opdrachtbedrag bereikt en wordt de tweede helft van het voorschot verrekend met de aan de opdrachtnemer verschuldigde sommen wanneer de waarde van de uitgevoerde prestaties zestig procent van het oorspronkelijke opdrachtbedrag bereikt. De voormelde bedragen worden begrepen als bedragen inclusief belasting over de toegevoegde waarde.

Biedvergoeding

Art. 12/9.De aanbesteder kan, via een bepaling in die zin in de opdrachtdocumenten, eisen dat de offertes vergezeld gaan van monsters, maquettes, prototypes, tekeningen, andere grafische ontwerpen of enig ander ontwerp in de domeinen van de plastische kunsten, de muzikale kunsten, de cinematografische kunsten of de podiumkunsten.

In het in het eerste lid bedoelde geval voorziet de aanbesteder in de betaling van een biedvergoeding. De aanbesteder kan echter in de opdrachtdocumenten voorzien dat geen biedvergoeding wordt toegekend, of slechts een verminderde vergoeding, voor de inschrijvers die een substantieel onregelmatige of onaanvaardbare offerte hebben ingediend.

Dit lid is niet van toepassing in de gevallen waarbij de aanbesteder gebruik maakt van de openbare procedure of van de vereenvoudigde onderhandelingsprocedure met voorafgaande bekendmaking of oproep tot mededinging.

Het bedrag van de in het tweede lid bedoelde biedvergoeding wordt door de aanbesteder bepaald en wordt in de opdrachtdocumenten vermeld. De aanbesteder bepaalt in de opdrachtdocumenten ook de uiterste datum waarop de biedvergoeding zal worden betaald. Deze datum mag niet later liggen dan de dertigste dag na de datum van de sluiting van de opdracht en moet binnen een periode van zes maanden vanaf de dag van het besluit over de gunning of de niet-gunning van de opdracht vallen.

De in het tweede lid bedoelde biedvergoeding wordt niet toegekend aan de opdrachtnemer. Dit lid is niet van toepassing indien de aanbesteder voorziet in prijzengeld of vergoedingen aan de deelnemers van een concurrentiegerichte dialoog in uitvoering van de artikelen 39, § 8 of 121, § 8, en evenmin indien soortgelijke vergoedingen worden toegekend in het kader van een prijsvraag.

Indien de aanbesteder toepassing maakt van artikel 85, tweede zin, blijft de biedvergoeding verschuldigd, voor zover offertes werden ingediend en aan alle overige voorwaarden van dit artikel voldaan is.

De aanbesteders vullen de velden in verband met de in het tweede lid bedoelde biedvergoeding in van het elektronisch formulier dat daartoe opgemaakt wordt door de federale dienst bevoegd voor het digitaliseren van de processen en de transacties in verband met overheidsopdrachten.

Dit formulier moet ingevuld worden naar aanleiding van de in de artikelen 62, eerste lid, en 143, § 1, eerste lid, bedoelde aankondiging van gegunde opdracht, dan wel naar aanleiding van de in de artikelen 62, tweede lid, en 143, § 1, tweede lid, bedoelde vereenvoudigde aankondiging van gegunde opdracht. Hetzelfde geldt in geval van toepassing van artikel 85, tweede en derde zin.".

Art. 4.In artikel 13, van dezelfde wet, gewijzigd bij de wet van 7 april 2019Relevante gevonden documenten type wet prom. 07/04/2019 pub. 16/04/2019 numac 2019011575 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet tot wijziging van de wet van 17 juni 2016 inzake overheidsopdrachten, de wet van 17 juni 2016 betreffende de concessieovereenkomsten, de wet van 13 augustus 2011 inzake overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten op defensie- en veiligheidsgebied en tot wijziging van de wet van 4 mei 2016 inzake het hergebruik van overheidsinformatie type wet prom. 07/04/2019 pub. 03/05/2019 numac 2019011507 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet tot vaststelling van een kader voor de beveiliging van netwerk- en informatiesystemen van algemeen belang voor de openbare veiligheid sluiten, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° de eerste paragraaf, eerste lid, wordt aangevuld met de volgende zinnen: "Wat de opdrachten betreft waarvan de geraamde waarde lager is dan de drempel voor de Europese bekendmaking en die worden geplaatst door middel van een openbare of niet-openbare procedure en waarbij de economisch meest voordelige offerte uitsluitend op basis van de prijs wordt bepaald en tenzij indien de betreffende overheidsopdracht betrekking heeft op een door de Koning bepaalde sector met een verhoogd risico op mededingingsvertekenende afspraken, deelt de aanbesteder gelijktijdig elke inschrijver zijn individuele en voorlopige plaats in het klassement mee, naar aanleiding van of onmiddellijk na de opmaak van het proces-verbaal van opening van de offertes.Dit gebeurt door middel van het in artikel 14, § 1, bedoelde elektronische platform dat gebruikt werd voor de indiening."; 2° in de eerste paragraaf, tweede lid, worden de woorden "Van het eerste lid" vervangen door de woorden "Van het eerste lid, eerste zin,";3° er wordt een paragraaf 3/1 ingevoegd, luidende: " § 3/1.De informatie die ingevolge paragraaf 1, eerste lid, tweede zin, door de inschrijver verkregen wordt omtrent zijn individuele plaats in het klassement, mag in de loop van de plaatsingsprocedure door deze inschrijver niet meegedeeld worden aan andere kandidaten, deelnemers of inschrijvers, noch aan derden. Werknemers van de inschrijver worden voor de toepassing van deze paragraaf niet aanzien als derden."

Art. 5.In artikel 50 van dezelfde wet, wordt tussen het eerste en tweede lid een lid ingevoegd, luidende: "Artikel 73, § 4, is van toepassing op de prijsvragen.".

Art. 6.In artikel 87/1, §§ 2 en 3, van dezelfde wet, ingevoegd bij de wet van 18 mei 2022Relevante gevonden documenten type wet prom. 18/05/2022 pub. 30/05/2022 numac 2022032117 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet tot wijziging van de wet van 17 juni 2016 inzake overheidsopdrachten en de wet van 17 juni 2016 betreffende de concessieovereenkomsten sluiten, worden de woorden "van de voorschotten bedoeld in artikel 12, tweede lid," vervangen door de woorden "van de voorschotten bedoeld in de artikelen 12/1 tot 12/8,".

Art. 7.In artikel 92, eerste lid, 1°, van dezelfde wet, worden de woorden "tot 12/8" ingevoegd tussen de woorden "artikelen 12" en de woorden "en 14".

Art. 8.In artikel 132 van dezelfde wet, wordt tussen het eerste en tweede lid een lid ingevoegd, luidende: "Artikel 73, § 4, is van toepassing op de prijsvragen.".

Art. 9.In artikel 162, eerste lid, 1°, van dezelfde wet, worden de woorden "tot 12/8" ingevoegd tussen de woorden "artikelen 12" en de woorden "en 14". HOOFDSTUK 3. - Wijziging van het koninklijk besluit van 14 januari 2013Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 14/01/2013 pub. 14/02/2013 numac 2013021005 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Koninklijk besluit tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten en van de concessies voor openbare werken sluiten tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten

Art. 10.In artikel 67, § 2, eerste lid, van het koninklijk besluit van 14 januari 2013Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 14/01/2013 pub. 14/02/2013 numac 2013021005 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Koninklijk besluit tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten en van de concessies voor openbare werken sluiten tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten, vervangen door het koninklijk besluit van 22 juni 2017, worden de woorden "en ondertekenende" en de woorden "met dit oogmerk" opgeheven. HOOFDSTUK 4. - Inwerkingtreding

Art. 11.Deze wet treedt in werking de eerste dag van de maand die volgt op het verstrijken van een termijn van tien dagen na de bekendmaking van deze wet in het Belgisch Staatsblad, voor de overheidsopdrachten die vanaf die datum worden bekendgemaakt of hadden moeten worden bekendgemaakt, alsook voor de overheidsopdrachten waarvoor, bij ontstentenis van een verplichting tot voorafgaande bekendmaking, vanaf die datum wordt uitgenodigd tot het indienen van een aanvraag tot deelneming of een offerte, met uitzondering van de onderstaande bepalingen: 1° de artikelen 2, 6, 7 en 9 alsook de artikelen 12/1 tot 12/8 en 12/9, zesde lid, van de wet van 17 juni 2016Relevante gevonden documenten type wet prom. 17/06/2016 pub. 14/07/2016 numac 2016021053 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet inzake overheidsopdrachten sluiten inzake overheidsopdrachten, ingevoegd bij artikel 3 die in werking treden op 1 januari 2024 voor de overheidsopdrachten die vanaf die datum worden bekendgemaakt of hadden moeten worden bekendgemaakt, alsook voor de overheidsopdrachten waarvoor, bij ontstentenis van een verplichting tot voorafgaande bekendmaking, vanaf die datum wordt uitgenodigd tot het indienen van een aanvraag tot deelneming of een offerte;2° artikel 4 dat in werking treedt op 1 juni 2024 voor de overheidsopdrachten die vanaf die datum worden bekendgemaakt of hadden moeten worden bekendgemaakt, alsook voor de overheidsopdrachten waarvoor, bij ontstentenis van een verplichting tot voorafgaande bekendmaking, vanaf die datum wordt uitgenodigd tot het indienen van een aanvraag tot deelneming of een offerte. Kondigen deze wet af, bevelen dat zij met 's Lands zegel zal worden bekleed en door het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.

Gegeven te Brussel, 22 december 2023.

FILIP Van Koningswege : De Eerste Minister, A. DE CROO De Minister van Middenstand, Zelfstandigen en KMO's, D. CLARINVAL De Minister van Ambtenarenzaken, P. DE SUTTER Met 's Lands zegel gezegeld : De Minister van Justitie, P. VAN TIGCHELT _______ Nota (1) Kamer van volksvertegenwoordigers (www.dekamer.be) : Stukken : 55-3609 Integraal verslag : 21 december 2023.

^