Etaamb.openjustice.be
Wet van 18 mei 2022
gepubliceerd op 30 mei 2022

Wet tot wijziging van de wet van 17 juni 2016 inzake overheidsopdrachten en de wet van 17 juni 2016 betreffende de concessieovereenkomsten

bron
federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister
numac
2022032117
pub.
30/05/2022
prom.
18/05/2022
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

18 MEI 2022. - Wet tot wijziging van de wet van 17 juni 2016Relevante gevonden documenten type wet prom. 17/06/2016 pub. 14/07/2016 numac 2016021053 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet inzake overheidsopdrachten type wet prom. 17/06/2016 pub. 14/07/2016 numac 2016021052 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet betreffende de concessieovereenkomsten sluiten inzake overheidsopdrachten en de wet van 17 juni 2016Relevante gevonden documenten type wet prom. 17/06/2016 pub. 14/07/2016 numac 2016021053 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet inzake overheidsopdrachten type wet prom. 17/06/2016 pub. 14/07/2016 numac 2016021052 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet betreffende de concessieovereenkomsten sluiten betreffende de concessieovereenkomsten (1)


FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

De Kamer van volksvertegenwoordigers heeft aangenomen en Wij bekrachtigen, hetgeen volgt : Hoofdstuk 1. - Inleidende bepaling

Artikel 1.Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 74 van de Grondwet.

Hoofdstuk 2. - Wijzigingen van de wet van 17 juni 2016Relevante gevonden documenten type wet prom. 17/06/2016 pub. 14/07/2016 numac 2016021053 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet inzake overheidsopdrachten type wet prom. 17/06/2016 pub. 14/07/2016 numac 2016021052 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet betreffende de concessieovereenkomsten sluiten inzake overheidsopdrachten

Art. 2.Artikel 1, § 1, van de wet van 17 juni 2016Relevante gevonden documenten type wet prom. 17/06/2016 pub. 14/07/2016 numac 2016021053 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet inzake overheidsopdrachten type wet prom. 17/06/2016 pub. 14/07/2016 numac 2016021052 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet betreffende de concessieovereenkomsten sluiten inzake overheidsopdrachten, gewijzigd bij wet van 7 april 2019Relevante gevonden documenten type wet prom. 07/04/2019 pub. 16/04/2019 numac 2019011575 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet tot wijziging van de wet van 17 juni 2016 inzake overheidsopdrachten, de wet van 17 juni 2016 betreffende de concessieovereenkomsten, de wet van 13 augustus 2011 inzake overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten op defensie- en veiligheidsgebied en tot wijziging van de wet van 4 mei 2016 inzake het hergebruik van overheidsinformatie type wet prom. 07/04/2019 pub. 03/05/2019 numac 2019011507 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet tot vaststelling van een kader voor de beveiliging van netwerk- en informatiesystemen van algemeen belang voor de openbare veiligheid type wet prom. 07/04/2019 pub. 01/10/2019 numac 2019014482 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot wijziging van de wet van 17 juni 2016 inzake overheidsopdrachten, de wet van 17 juni 2016 betreffende de concessieovereenkomsten, de wet van 13 augustus 2011 inzake overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten op defensie- en veiligheidsgebied en tot wijziging van de wet van 4 mei 2016 inzake het hergebruik van overheidsinformatie. - Duitse vertaling sluiten, wordt aangevuld met een lid, luidende: "Ze voorziet in de omzetting van richtlijn 2019/1161/EU van het Europees Parlement en de Raad van 20 juni 2019 tot wijziging van richtlijn 2009/33/EG inzake de bevordering van schone en energiezuinige wegvoertuigen.".

Art. 3.Artikel 2 van dezelfde wet, gewijzigd bij de wet van 7 april 2019Relevante gevonden documenten type wet prom. 07/04/2019 pub. 16/04/2019 numac 2019011575 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet tot wijziging van de wet van 17 juni 2016 inzake overheidsopdrachten, de wet van 17 juni 2016 betreffende de concessieovereenkomsten, de wet van 13 augustus 2011 inzake overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten op defensie- en veiligheidsgebied en tot wijziging van de wet van 4 mei 2016 inzake het hergebruik van overheidsinformatie type wet prom. 07/04/2019 pub. 03/05/2019 numac 2019011507 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet tot vaststelling van een kader voor de beveiliging van netwerk- en informatiesystemen van algemeen belang voor de openbare veiligheid type wet prom. 07/04/2019 pub. 01/10/2019 numac 2019014482 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot wijziging van de wet van 17 juni 2016 inzake overheidsopdrachten, de wet van 17 juni 2016 betreffende de concessieovereenkomsten, de wet van 13 augustus 2011 inzake overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten op defensie- en veiligheidsgebied en tot wijziging van de wet van 4 mei 2016 inzake het hergebruik van overheidsinformatie. - Duitse vertaling sluiten, wordt aangevuld met de bepalingen onder 60° tot 62°, luidende: "60° voertuig: een voertuig van categorie M of N als gedefinieerd in artikel 4, lid 1, onder a) en b), van de Verordening 2018/858 van het Europees Parlement en de Raad van 30 mei 2018 betreffende de goedkeuring van en het markttoezicht op motorvoertuigen en aanhangwagens daarvan en systemen, onderdelen en technische eenheden die voor dergelijke voertuigen zijn bestemd, tot wijziging van Verordeningen (EG) nr. 715/2007 en (EG) nr. 595/2009 en tot intrekking van Richtlijn 2007/46/EG; 61° schoon voertuig: a) een voertuig van categorie M1, M2 of N1 met een maximale uitlaatemissie, uitgedrukt in gram CO2/km, en verontreinigende emissies in echte rijomstandigheden die lager zijn dan een percentage van de in bijlage VI vastgestelde toepasselijke emissiegrenzen, of b) een voertuig van categorie M3, N2 of N3 dat alternatieve brandstoffen gebruikt zoals gedefinieerd in artikel 2, 1° en 4°, van het koninklijk besluit van 13 april 2019Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 13/04/2019 pub. 03/05/2019 numac 2019201240 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 20 december 2018, gesloten in het Paritair Comité voor het vervoer en de logistiek, tot wijziging van de collectieve arbeidsovereenkomst van 27 juni 2018 en van de collectieve arbeidsovereenkomst van 20 september 2018 type koninklijk besluit prom. 13/04/2019 pub. 30/04/2019 numac 2019041024 bron federale overheidsdienst justitie Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 17 januari 2019 tot vaststelling van de nadere regels voor de bekendmaking van de vacatures, voor de indiening van de kandidaturen en voor de voordracht van de leden en de criteria voor de kandidaatstelling voor de leden van de Federale bemiddelingscommissie en van de commissie voor de tuchtregeling en de klachtenbehandeling type koninklijk besluit prom. 13/04/2019 pub. 03/05/2019 numac 2019201239 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 20 december 2018, gesloten in het Paritair Comité voor het vervoer en de logistiek, betreffende de maatregelen ten aanzien van de risicogroepen in de subsector van de taxiondernemingen en van de diensten voor het verhuren van voertuigen met chauffeur type koninklijk besluit prom. 13/04/2019 pub. 16/07/2019 numac 2019041052 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Koninklijk besluit tot uitvoering van de wet van 17 maart 2019 tot invoering van het elektronisch proces-verbaal bij de inspectiediensten van de Federale Overheidsdienst Economie, K.M.O., Middenstand en Energie en tot wijziging van het Sociaal Strafwetboek type koninklijk besluit prom. 13/04/2019 pub. 09/05/2019 numac 2019012149 bron federale overheidsdienst financien Koninklijk besluit tot wijziging van het KB/WIB 92 op het stuk van de vrijstelling van doorstorten van bedrijfsvoorheffing als bedoeld in de artikelen 2758 en 2759 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 type koninklijk besluit prom. 13/04/2019 pub. 03/05/2019 numac 2019011574 bron federale overheidsdienst financien Koninklijk besluit tot wijziging van het KB/WIB 92 op het stuk van de vrijstelling van doorstorten van bedrijfsvoorheffing in toepassing van artikel 27511 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 type koninklijk besluit prom. 13/04/2019 pub. 29/04/2019 numac 2019011784 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Koninklijk besluit tot toekenning van toelagen voor het jaar 2018 aan werken, organismen en verenigingen ten bate van oorlogsslachtoffers sluiten betreffende de benaming en de kenmerken van de alternatieve brandstoffen, met uitzondering van brandstoffen geproduceerd met grondstoffen die voldoen aan de criteria waarnaar wordt verwezen in artikel 5 van het koninklijk besluit van 17 december 2021 houdende bepaling van productnormen voor transportbrandstoffen uit hernieuwbare bronnen en voor transportbrandstoffen op basis van hergebruikte koolstof, maar met inbegrip van voertuigen van categorie M3, N2 of N3 die brandstoffen gebruiken die voldoen aan de criteria waarnaar wordt verwezen in artikel 6 van het voormelde koninklijk besluit van 17 december 2021. In het geval van voertuigen die vloeibare biobrandstoffen, synthetische brandstoffen en paraffinehoudende brandstoffen gebruiken, mogen die brandstoffen niet worden gemengd met conventionele fossiele brandstoffen; 62° emissievrij zwaar bedrijfsvoertuig: een schoon voertuig als gedefinieerd onder 61°, b), zonder interne verbrandingsmotor, of met een interne verbrandingsmotor met emissies van minder dan 1 g CO2/kWh als gemeten in overeenstemming met Verordening nr.595/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juni 2009 betreffende de typegoedkeuring van motorvoertuigen en motoren met betrekking tot emissies van zware bedrijfsvoertuigen (Euro VI) en de toegang tot reparatie- en onderhoudsinformatie, tot wijziging van Verordening nr. 715/2007 en richtlijn 2007/46/EG en tot intrekking van de richtlijnen 80/1269/EEG, 2005/55/EG en 2005/78/EG en de uitvoeringsbepalingen daarvan, of met emissies van minder dan 1 g CO2/km als gemeten in overeenstemming met verordening nr. 715/2007 van het Europees Parlement en de Raad van 20 juni 2007 betreffende de typegoedkeuring van motorvoertuigen met betrekking tot emissies van lichte personen- en bedrijfsvoertuigen (Euro 5 en Euro 6) en de toegang tot reparatie- en onderhoudsinformatie en de uitvoeringsbepalingen daarvan.".

Art. 4.In de Franse versie van de artikelen 42, § 3, eerste lid, 1°, en 69, derde lid, alsook in de titel bij artikel 69 van dezelfde wet worden de woorden "motifs d'exclusion facultatifs" telkens vervangen door de woorden "motifs d'exclusion facultative".

Art. 5.In de Franse versie van de titel bij artikel 67 van dezelfde wet, worden de woorden "motifs d'exclusions obligatoires" vervangen door de woorden "motifs d'exclusion obligatoire".

Art. 6.In artikel 69 van dezelfde wet wordt tussen het tweede en het derde lid een lid ingevoegd, luidende: "Indien de gedraging die valt onder de in het eerste lid, 1°, 3°, 4°, 8° of 9°, bedoelde uitsluitingsgrond echter bestraft werd door middel van een besluit van een bevoegde administratieve of gerechtelijke autoriteit houdende vaststelling van een inbreuk op een rechtsregel, in het kader van een door het Unierecht of het nationale recht geregelde procedure wordt, de termijn van drie jaar bedoeld in het tweede lid berekend vanaf de datum van dit besluit.De aanbestedende overheid kan echter een beslissing tot uitsluiting nemen voorafgaand aan de beslissing van de bevoegde autoriteit, voor zover alle voorwaarden daartoe vervuld zijn, met inbegrip van de voorwaarde omtrent de berekening van de in het tweede lid bedoelde termijn van drie jaar.".

Art. 7.In artikel 70 van dezelfde wet worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in het tweede lid worden de woorden "op eigen initiatief" opgeheven;2° de bepaling, waarvan de bestaande tekst paragraaf 1 zal worden, wordt aangevuld met de paragrafen 2 en 3, luidende: " § 2.Voor de in artikel 67 bedoelde uitsluitingsgronden, geeft de kandidaat of inschrijver, bij aanvang van de procedure, op eigen initiatief aan of hij de in de eerste paragraaf bedoelde corrigerende maatregelen heeft genomen.

De aanbestedende overheid geeft in de opdrachtdocumenten aan dat de onderhavige paragraaf van toepassing is. § 3. Wanneer de aanbestedende overheid overweegt om een in artikel 69 bedoelde uitsluitingsgrond in te roepen, geeft hij aan de kandidaat of inschrijver de mogelijkheid om de in de eerste paragraaf bedoelde corrigerende maatregelen aan te dragen in de loop van de plaatsingsprocedure. Dit is eveneens het geval indien de betreffende kandidaat of inschrijver geen verwijzing heeft opgenomen naar corrigerende maatregelen in zijn in artikel 73 bedoelde Uniform Europees Aanbestedingsdocument.

De aanbestedende overheid kan in de opdrachtdocumenten afwijken van het eerste lid en aldus vereisen dat de corrigerende maatregelen op eigen initiatief van de kandidaat of inschrijver worden gemeld bij aanvang van de plaatsingsprocedure. In dit geval vermeldt de aanbestedende overheid in de opdrachtdocumenten voor welke van de in artikel 69 bedoelde uitsluitingsgronden deze afwijking van toepassing is en kan hij de draagwijdte van de afwijking nader bepalen. Indien de kandidaat of inschrijver in het licht van de in artikel 69 en de in de opdrachtdocumenten verschafte inlichtingen echter niet kan vaststellen of de uitsluitingsgrond die de aanbestedende overheid overweegt in te roepen van toepassing kan zijn, is het eerste lid van toepassing.".

Art. 8.In dezelfde wet wordt een artikel 87/1 ingevoegd, luidende: "Derdenrechten op schuldvorderingen

Art. 87/1.§ 1. De schuldvorderingen van de opdrachtnemers uit hoofde van de uitvoering van een overheidsopdracht mogen tot aan de oplevering niet het voorwerp zijn van beslag, verzet, overdracht of inpandgeving.

Wanneer de opdracht in een voorlopige en een definitieve oplevering voorziet, eindigt het verbod bij de voorlopige oplevering van de volledige opdracht. § 2. Met uitzondering van de voorschotten bedoeld in artikel 12, tweede lid, mag op deze schuldvorderingen vóór de datum van de oplevering beslag worden gelegd en mogen ze het voorwerp uitmaken van verzet: - door de arbeiders en bedienden van de aannemer, leverancier of dienstverlener ten belope van hun lonen en wedden, verschuldigd voor prestaties binnen het raam van de opdracht in kwestie; - door de onderaannemers en de leveranciers van de aannemer, leverancier of dienstverlener, ten belope van de bedragen die hen verschuldigd zijn voor werken, leveringen of diensten die ze hebben verricht voor de opdracht in kwestie. § 3. Met uitzondering van de voorschotten bedoeld in artikel 12, tweede lid, mogen de schuldvorderingen eveneens, vóór de oplevering, door de aannemer, leverancier of dienstverlener worden overgedragen of in pand gegeven ten voordele van kredietverleners, als ze worden aangewend tot waarborg van krediet of voorschotten verleend met het oog op de uitvoering van de opdracht in kwestie, voor zover dit krediet of deze voorschotten gelijktijdig met of na de betekening van deze overdracht of inpandgeving worden aangewend. § 4. De overdracht en de inpandgeving van de schuldvordering worden bij deurwaardersexploot door de cessionaris aan de aanbesteder betekend. De betekening kan eveneens gebeuren bij ter post aangetekend schrijven van de cessionaris aan de aanbesteder. Daartoe vermeldt de aanbesteder in de opdrachtdocumenten uitdrukkelijk de administratieve gegevens van de dienst waaraan het schrijven dient te worden gericht.

Om geldig te zijn, moet de betekening ten laatste tegelijkertijd gebeuren met de betalingsaanvraag van de cessionaris.

De overdracht van meerdere schuldvorderingen kan aan de hand van hetzelfde deurwaardersexploot of ter post aangetekend schrijven worden betekend, op voorwaarde dat die schuldvorderingen op dezelfde aanbesteder betrekking hebben en uit éénzelfde gesloten overheidsopdracht voortkomen. § 5. De overdracht en inpandgeving zullen slechts uitwerking hebben nadat de arbeiders, bedienden, onderaannemers en leveranciers die derdenbeslag hebben gelegd of verzet hebben aangetekend, werden uitbetaald.

De sommen die hieruit voortkomen, zullen door de kredietverlener, de cessionaris of de pandhoudende schuldeiser niet kunnen worden aangewend tot dekking van schuldvorderingen uit anderen hoofde ontstaan tegen de opdrachtnemer, vóór of tijdens de duur van de uitvoering van de gefinancierde werken, leveringen of diensten zolang bedoelde werken, leveringen of diensten niet werden opgeleverd. § 6. De aanbesteder geeft de cessionarissen en pandhouders van schuldvorderingen, bij ter post aangetekend schrijven, kennis van het derdenbeslag of verzet dat haar, op verzoek van de bevoorrechte schuldeisers, is betekend.".

Art. 9.In dezelfde wet wordt een artikel 163/1 ingevoegd, luidende: "

Art. 163/1.Er wordt een Comité inzake het bestuur van de overheidsopdrachten en concessies opgericht. Dit Comité is erop gericht, in het kader van de opmaak van het in artikel 163, § 3, van de wet van 17 juni 2016Relevante gevonden documenten type wet prom. 17/06/2016 pub. 14/07/2016 numac 2016021053 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet inzake overheidsopdrachten type wet prom. 17/06/2016 pub. 14/07/2016 numac 2016021052 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet betreffende de concessieovereenkomsten sluiten inzake overheidsopdrachten bedoelde rapport, het Aanspreekpunt bij te staan. Dit Comité is eveneens belast met de opmaak van een plan waarin de typevragen, bewijsstukken, beoordelingen en kwantitatieve indicatoren worden aangegeven die aangewend zullen worden ter staving van het in artikel 163, § 3, bedoelde toezichtrapport.

De samenstelling van het Comité wordt door de Koning geregeld.

De Koning kan de werking van het Comité regelen.

Het secretariaat van het Comité wordt waargenomen door het Aanspreekpunt.".

Art. 10.In dezelfde wet wordt een artikel 168/1 ingevoegd, luidende: "Schone en energiezuinige voertuigen

Art. 168/1.§ 1. Elke aanbesteder ziet erop toe dat de overheidsopdrachten omtrent de in paragraaf 2 bedoelde voertuigen en diensten minstens in overeenstemming zijn met de in bijlage VII bij deze wet bedoelde minimumstreefcijfers die worden uitgedrukt in functie van de in het tweede lid bedoelde referentieperiodes. Deze streefcijfers moeten behaald worden door elke aanbesteder, ongeacht het aantal van dergelijke opdrachten die de aanbesteder in de referentieperiode gunt en ongeacht het aantal voertuigen die op die manier worden aangekocht.

De in het eerste lid en in bijlage VII bedoelde minimumstreefcijfers worden, per categorie, uitgedrukt als minimumpercentages aan schone voertuigen in het totale aantal voertuigen dat wordt verkregen door de som van alle in de tweede paragraaf bedoelde overheidsopdrachten die gegund worden tussen de datum van inwerkingtreding van de onderhavige bepaling en 31 december 2025 voor de eerste referentieperiode, tussen 1 januari 2026 en 31 december 2030 voor de tweede referentieperiode en tussen elke daaropvolgende periode van vijf jaar voor de daaropvolgende referentieperiodes. Bij de berekening van de minimumstreefcijfers wordt uitgegaan van de datum van bekendmaking van de aankondiging van gegunde opdracht.

Voertuigen die als gevolg van aanpassingen voldoen aan de in artikel 2, 61°, bedoelde definitie van schoon voertuig of aan de in artikel 2, 62°, bedoelde definitie van emissievrij zwaar bedrijfsvoertuig, mogen voor de inachtneming van de in het eerste lid bedoelde minimumstreefcijfers inzake overheidsopdrachten als schone voertuigen, respectievelijk emissievrije zware bedrijfsvoertuigen worden meegerekend.

De Koning is gemachtigd om een minimumstreefcijfer aan te nemen voor de referentieperiode vanaf 1 januari 2031 tot 31 december 2035 en voor elke daaropvolgende referentieperiode, in functie van het minimumstreefcijfer waartoe werd beslist krachtens de Europese richtlijnen aangaande deze minimumstreefcijfers. Het door de Koning bepaalde streefcijfer kan gelijk zijn aan of hoger zijn dan het streefcijfer waartoe op Europees niveau werd beslist. Indien voor één van deze perioden door de Koning geen nieuw streefcijfer wordt vastgesteld, blijft het streefcijfer van de voorgaande referentieperiode gelden. § 2. Het onderhavige artikel is van toepassing op de onderstaande overheidsopdrachten: 1° overheidsopdrachten voor de aankoop, leasing, huur of huurkoop van voertuigen;2° de openbare dienstcontracten in de zin van Verordening (EG) nr. 1370/2007 van het Europees Parlement en de Raad van 23 oktober 2007 betreffende het openbaar personenvervoer per spoor en over de weg en tot intrekking van Verordening (EEG) nr. 1191/69 van de Raad en Verordening (EEG) nr. 1107/70 van de Raad, en die betrekking hebben op het vervoer van personen per bus; 3° de in bijlage V bedoelde overheidsopdrachten voor diensten, voor zover deze onder het toepassingsgebied vallen van de titels 2 of 3. Het onderhavige artikel is echter niet van toepassing op: 1° landbouw- of bosbouwvoertuigen als gedefinieerd in de Verordening (EU) Nr.167/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 5 februari 2013 inzake de goedkeuring van en het markttoezicht op landbouw- en bosbouwvoertuigen; 2° twee- of driewielige voertuigen en vierwielers als gedefinieerd in de Verordening (EU) Nr.168/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 15 januari 2013 betreffende de goedkeuring van en het markttoezicht op twee of driewielige voertuigen en vierwielers; 3° voertuigen op rupsbanden;4° zelfaangedreven voertuigen die speciaal zijn ontworpen en gebouwd voor het uitvoeren van werken en die door hun bouw niet geschikt zijn voor personen- of goederenvervoer en die geen op een motorvoertuigchassis gemonteerde machines zijn;5° voertuigen van categorie M3 andere dan voertuigen van klasse I en klasse A bedoeld in artikel 3, punten 2 en 3, van Verordening nr. 661/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 13 juli 2009 betreffende typegoedkeuringsvoorschriften voor de algemene veiligheid van motorvoertuigen, aanhangwagens daarvan en daarvoor bestemde systemen, onderdelen en technische eenheden; 6° voertuigen specifiek ontworpen en gebouwd of aangepast voor gebruik door het leger;7° voertuigen specifiek ontworpen en gebouwd om hoofdzakelijk te worden gebruikt op bouwplaatsen of in mijnen, havens of luchthavens;8° voertuigen specifiek ontworpen en gebouwd of aangepast voor gebruik door de burgerbescherming, brandweerdiensten en diensten belast met de handhaving van de openbare orde;9° voertuigen die bestemd zijn om de vervoerde personen of goederen te beschermen door middel van kogelwerende bepantsering;10° voertuigen van categorie M die bestemd zijn voor het vervoer van zieken of gewonden en hiertoe een speciale uitrusting hebben;11° voertuigen van categorie M die bestemd zijn voor het vervoer van overledenen en hiertoe een speciale uitrusting hebben;12° voertuigen van categorie M1 die specifiek gebouwd of verbouwd zijn om plaats te bieden aan een of meer personen die in hun rolstoel zitten wanneer het voertuig op de weg rijdt;13° voertuigen van categorie N3 die niet zijn uitgerust voor het vervoer van goederen, maar voorzien is van een kraan met een hefmoment van ten minste 400 kNm. Het onderhavige artikel is alleen van toepassing op de overheidsopdrachten waarvan de geraamde waarde gelijk is aan of hoger is dan de drempel bepaald voor de Europese bekendmaking. Zij is eveneens van toepassing op overheidsopdrachten die gebaseerd zijn op een raamovereenkomst waarvan de waarde lager is dan de drempel bepaald voor de Europese bekendmaking, mits de geraamde waarde van de raamovereenkomst zelf gelijk is aan of hoger is dan de drempel bepaald voor de Europese bekendmaking. § 3. Voor de in de tweede paragraaf, eerste lid, 1°, bedoelde overheidsopdrachten, wordt voor de naleving van de minimumstreefcijfers rekening gehouden met het aantal voertuigen onder elke opdracht voor aankoop, leasing, huur of huurkoop.

Voor de in de tweede paragraaf, eerste lid, 2° en 3°, bedoelde overheidsopdrachten, wordt voor het beoordelen van de naleving van de minimumstreefcijfers rekening gehouden met het aantal voertuigen die worden aangewend voor de verstrekking van de diensten in het kader van elke opdracht. § 4. De aanbesteders vullen de daartoe voorziene velden in van het afzonderlijk elektronisch formulier dat daartoe opgemaakt wordt door de federale dienst bevoegd voor het digitaliseren van de processen en de transacties in verband met overheidsopdrachten. Dit formulier moet ingevuld worden naar aanleiding van de aankondiging van gegunde opdracht, behalve wat de in paragraaf 2, eerste lid, 2°, bedoelde openbare dienstcontracten betreft waarbij toepassing wordt gemaakt van artikel 5.2 van Verordening (EG) nr. 1370/2007 van het Europees Parlement en de Raad van 23 oktober 2007 betreffende het openbaar personenvervoer per spoor en over de weg en tot intrekking van Verordening (EEG) nr. 1191/69 van de Raad en Verordening (EEG) nr. 1107/70 van de Raad. De aanbesteders geven daarbij aan of de opdracht onder het onderhavig artikel valt en, indien dit het geval is: - het totale aantal voertuigen per categorie die onder de opdracht vallen overeenkomstig paragraaf 3; - het aantal schone voertuigen per categorie; - het aantal emissievrije zware bedrijfsvoertuigen; en - indien de betreffende opdracht betrekking heeft op een overheidsopdracht bedoeld in de tweede paragraaf, eerste lid, 1° of 2° ; - alle andere relevante informatie die van belang is in het kader van de monitoring van de in dit artikel bedoelde minimumstreefcijfers.

Zodra gebruik gemaakt wordt van de standaardformulieren als bedoeld in de Uitvoeringsverordening (EU) 2019/1780 van de Commissie van 23 september 2019 tot vaststelling van standaardformulieren voor de bekendmaking van aankondigingen op het gebied van overheidsopdrachten en tot intrekking van Uitvoeringsverordening (EU) 2015/1986, moet de in het eerste lid bedoelde informatie vermeld worden in de voormelde standaardformulieren, naar aanleiding van de aankondiging van gegunde opdracht.

Wat de openbare dienstcontracten betreft die betrekking hebben op het vervoer van personen per bus, worden alle voertuigen die door de dienstverlener voor het verlenen van de dienst worden aangewend, op het door de in paragraaf 4, eerste lid, bedoelde dienst ontwikkelde formulier vermeld, ongeacht of de dienstverlener nieuwe voertuigen aanschaft dan wel bestaande voertuigen gebruikt. Substantiële wijzigingen in het aantal gebruikte voertuigen worden door middel van het voormelde formulier gemeld.

De onderhavige paragraaf is niet van toepassing op de opdrachten gebaseerd op een raamovereenkomst of die worden gesloten in het kader van een dynamisch aankoopsysteem. Voor deze opdrachten is paragraaf 5 van toepassing. § 5. Uiterlijk op 15 februari van elk jaar zendt de aankoopcentrale, per raamovereenkomst, aan de in paragraaf 6 bedoelde dienst de in paragraaf 4, eerste lid, bedoelde aantallen door alsmede de andere in dit lid genoemde gegevens betreffende de in het voorgaande jaar geplaatste opdrachten die op een raamovereenkomst zijn gebaseerd. Zij maken hierbij gebruik van de elektronische toepassing die daartoe ter beschikking wordt gesteld door de in paragraaf 4, eerste lid, bedoelde dienst. Hetzelfde geldt voor de opdrachten die worden gesloten in het kader van een dynamisch aankoopsysteem. In het geval van een raamovereenkomst of een dynamisch aankoopsysteem die niet door een aankoopcentrale wordt geplaatst, is het aan de aanbesteder om deze gegevens over te maken. § 6. Uiterlijk op 2 augustus 2022 informeert de dienst die voor het federale niveau bevoegd is voor de opvolging en evaluatie van het klimaatbeleid, de Europese Commissie over de maatregelen die zijn genomen ter uitvoering van dit artikel en over de voornemens met betrekking tot toekomstige uitvoeringsactiviteiten, alsmede over alle andere informatie die het relevant acht.

Uiterlijk op 18 april 2026, en vervolgens om de drie jaar, dient de in het eerste lid bedoelde dienst, bij de Europese Commissie, een rapport in over de uitvoering van dit artikel, de toekomstige uitvoeringsactiviteiten en alle andere informatie die het relevant acht. In deze rapporten wordt melding gemaakt van het aantal en de categorieën voertuigen waarop de in paragraaf 2, eerste lid, bedoelde opdrachten betrekking hebben. De referentieperioden die in deze rapporten worden in aanmerking genomen, zijn: de periode tussen 2 augustus 2021 tot en met 31 december 2025, de periode tussen 1 januari 2026 tot en met 31 december 2030 en elke daarop volgende periode van vijf jaar. Bij de opmaak van het rapport omtrent de eerste referentieperiode wordt alleen rekening gehouden met de overheidsopdrachten die vanaf 2 augustus 2021 worden bekendgemaakt of hadden moeten worden bekendgemaakt, alsook met de overheidsopdrachten waarvoor, bij gebreke van een verplichting tot voorafgaande bekendmaking, vanaf die datum wordt uitgenodigd tot het indienen van een offerte.

De in het eerst en tweede lid bedoelde rapporten worden door de in het eerste lid bedoelde dienst bekendgemaakt op hun website.

De in het eerste lid bedoelde dienst zendt een kopij van de in het eerste en tweede lid bedoelde rapporten naar het in artikel 163, § 2, bedoelde aanspreekpunt. Dit aanspreekpunt neemt het laatste rapport dat het kon ontvangen op in het in artikel 163, § 3, bedoelde rapport.".

Art. 11.In dezelfde wet wordt een artikel 192/2 ingevoegd, luidende: "Schone en energiezuinige voertuigen

Art. 192/2.Voor de periode tussen 2 augustus 2021 en de inwerkingtreding van artikel 168/1 worden de gegevens die noodzakelijk zijn voor de in artikel 168/1, § 6, bedoelde rapportering verzameld door het in artikel 163, § 2, bedoelde aanspreekpunt, overeenkomstig hetgeen voorzien is in artikel 165, § 1. De aldus verzamelde gegevens worden doorgegeven aan de dienst die voor het federale niveau bevoegd is voor de opvolging en evaluatie van het klimaatbeleid.".

Art. 12.In dezelfde wet worden de bijlagen V, VI en VII ingevoegd, luidende: "BIJLAGE V In artikel 168/1, § 2, 3°, bedoelde codes van de gemeenschappelijke woordenlijst overheidsopdrachten (CPV) voor diensten

Code van de gemeenschappelijke woordenlijst overheidsopdrachten (CPV)

Beschrijving

Code du vocabulaire commun pour les marchés publics (CPV)

Description

60112000-6

Openbaarvervoersdiensten

60112000-6

Services de transport routier public

60130000-8

Diensten voor speciaal personenvervoer over land

60130000-8

Services spécialisés de transport routier de passagers

60140000-1

Personenvervoer zonder dienstregeling

60140000-1

Transport non régulier de passagers

90511000-2

Diensten voor ophalen van vuilnis

90511000-2

Services de collecte des ordures

60160000-7

Postvervoer over de weg

60160000-7

Transport routier postal

60161000-4

Pakketvervoer

60161000-4

Services de transport de colis

64121100-1

Postbezorging

64121100-1

Services de distribution de courrier

64121200-2

Pakketbezorging

64121200-2

Services de livraison de colis


BIJLAGE VI Emissiedrempels voor schone lichte bedrijfsvoertuigen

Voertuig-categorieën

Tot en met 31 december 2025

Vanaf 1 januari 2026

CO2 g/km

RDE-emissies van luchtverontreinigende stoffen (1), uitgedrukt als percentage van de emissiegrenswaarden (2)

CO2 g/km

RDE-emissies van luchtverontreinigende stoffen (1), uitgedrukt als percentage van de emissiegrenswaarden (2)

M1

50

80 %

0

n.v.t.

M2

50

80 %

0

n.v.t.

N1

50

80 %

0

n.v.t.


(1) Opgegeven maximale emissies onder reële rijomstandigheden (RDE) van stofdeeltjes (Particle Number;PN) in #/km en stikstofoxiden (NOx) in mg/km als vermeld in punt 48.2 van het conformiteitscertificaat, als bedoeld in bijlage VIII bij Verordening (EU) 2018/858 van het Europees Parlement en de Raad van 30 mei 2018 betreffende de goedkeuring van en het markttoezicht op motorvoertuigen en aanhangwagens daarvan en systemen, onderdelen en technische eenheden die voor dergelijke voertuigen zijn bestemd, tot wijziging van Verordeningen (EG) nr. 715/2007 en (EG) nr. 595/2009 en tot intrekking van richtlijn 2007/46/EG. (2) De toepasselijke emissiegrenswaarde neergelegd in bijlage I bij Verordening (EG) nr.715/2007 of de opvolgingsinstrumenten daarvan.

BIJLAGE VII Minimumstreefcijfers

Voertuigen van categorie M1, M2 en N1

Voertuigen van categorie M3, met inbegrip dus van emissievrije bussen die voldoen aan de definitie van artikel 2, 62°

Voertuigen van categorie M3 < 1g CO2/kWh, namelijk de emissievrije bussen die voldoen aan de definitie van artikel 2, 62°

Voertuigen van categorie N2 en N3

De periode tot en met 31/12/2025

38,5 %

45 %

22,5 %

10 %

01/01/2026 tot en met 31/12/2030

38,5 %

65 %

32,5 %

15 %


Hoofdstuk 3. - Wijzigingen van de wet van 17 juni 2016Relevante gevonden documenten type wet prom. 17/06/2016 pub. 14/07/2016 numac 2016021053 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet inzake overheidsopdrachten type wet prom. 17/06/2016 pub. 14/07/2016 numac 2016021052 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet betreffende de concessieovereenkomsten sluiten betreffende de concessieovereenkomsten

Art. 13.In artikel 53 van de wet van 17 juni 2016Relevante gevonden documenten type wet prom. 17/06/2016 pub. 14/07/2016 numac 2016021053 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet inzake overheidsopdrachten type wet prom. 17/06/2016 pub. 14/07/2016 numac 2016021052 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet betreffende de concessieovereenkomsten sluiten betreffende de concessieovereenkomsten worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in het tweede lid worden de woorden "op eigen initiatief" opgeheven;2° de bepaling, waarvan de bestaande tekst paragraaf 1 zal worden, wordt aangevuld met de paragrafen 2 en 3, luidende: " § 2.Voor de in artikel 50 bedoelde uitsluitingsgronden, geeft de kandidaat of inschrijver, bij aanvang van de procedure, op eigen initiatief aan of hij de in de eerste paragraaf bedoelde corrigerende maatregelen heeft genomen.

De aanbesteder geeft in de opdrachtdocumenten aan dat de onderhavige paragraaf van toepassing is. § 3. Wanneer de aanbesteder overweegt om een in artikel 52 bedoelde uitsluitingsgrond in te roepen, geeft hij aan de kandidaat of inschrijver de mogelijkheid om de in de eerste paragraaf bedoelde corrigerende maatregelen aan te dragen in de loop van de plaatsingsprocedure. Dit is eveneens het geval indien de betreffende kandidaat of inschrijver geen verwijzing heeft opgenomen naar corrigerende maatregelen in zijn document van voorlopig bewijs bedoeld in artikel 48, § 2, tweede lid.

De aanbesteder kan in de opdrachtdocumenten afwijken van het eerste lid en aldus vereisen dat de corrigerende maatregelen op eigen initiatief van de kandidaat of inschrijver worden gemeld bij aanvang van de plaatsingsprocedure. In dit geval vermeldt de aanbesteder in de opdrachtdocumenten voor welke van de in artikel 52 bedoelde uitsluitingsgronden deze afwijking van toepassing is en kan hij de draagwijdte van de afwijking nader bepalen. Indien de kandidaat of inschrijver in het licht van de in artikel 52 en de in de opdrachtdocumenten verschafte inlichtingen echter niet kan vaststellen of de uitsluitingsgrond die de aanbesteder overweegt in te roepen van toepassing kan zijn, is het eerste lid van toepassing.".

Art. 14.In artikel 52 van dezelfde wet wordt tussen het tweede en het derde lid een lid ingevoegd, luidende: "Indien de gedraging die valt onder de in het eerste lid, 1°, 3°, 4°, 8° of 9°, bedoelde uitsluitingsgrond echter bestraft werd door middel van een besluit van een bevoegde administratieve of gerechtelijke autoriteit houdende vaststelling van een inbreuk op een rechtsregel, in het kader van een door het Unierecht of het nationale recht geregelde procedure, wordt de termijn van drie jaar zoals bedoeld in het tweede lid berekend vanaf de datum van dit besluit.De aanbestedende overheid kan echter een beslissing tot uitsluiting nemen voorafgaand aan de beslissing van de bevoegde autoriteit, voor zover alle voorwaarden daartoe vervuld zijn, met inbegrip van de voorwaarde omtrent de berekening van de in het tweede lid bedoelde termijn van drie jaar.".

Art. 15.In dezelfde wet wordt een artikel 58/1 ingevoegd, luidende: "Derdenrechten op schuldvorderingen

Art. 58/1.§ 1. De schuldvorderingen van de concessiehouders uit hoofde van de uitvoering van een concessie mogen tot aan de oplevering niet het voorwerp zijn van beslag, verzet, overdracht of inpandgeving.

Wanneer de concessie in een voorlopige en een definitieve oplevering voorziet, eindigt het verbod bij de voorlopige oplevering van de volledige concessie. § 2. Met uitzondering van de voorschotten bedoeld in artikel 29, tweede lid, mag op deze schuldvorderingen vóór de datum van de oplevering beslag worden gelegd en mogen ze het voorwerp uitmaken van verzet: - door de arbeiders en bedienden van de aannemer of dienstverlener ten belope van hun lonen en wedden, verschuldigd voor prestaties binnen het raam van de concessie in kwestie; - door de onderaannemers en de leveranciers van de aannemer of dienstverlener, ten belope van de bedragen die hen verschuldigd zijn voor werken, leveringen of diensten die ze hebben verricht voor de concessie in kwestie. § 3. Met uitzondering van de voorschotten bedoeld in artikel 29, tweede lid, mogen de schuldvorderingen eveneens, vóór de oplevering, door de aannemer of dienstverlener worden overgedragen of in pand gegeven ten voordele van kredietverleners, als ze worden aangewend tot waarborg van krediet of voorschotten verleend met het oog op de uitvoering van de concessie in kwestie, voor zover dit krediet of deze voorschotten gelijktijdig met of na de betekening van deze overdracht of inpandgeving worden aangewend. § 4. De overdracht en de inpandgeving van de schuldvordering worden bij deurwaardersexploot door de cessionaris aan de aanbesteder betekend. De betekening kan eveneens gebeuren per ter post aangetekend schrijven van de cessionaris aan de aanbesteder. Daartoe vermeldt de aanbesteder in de concessiedocumenten uitdrukkelijk de administratieve gegevens van de dienst waaraan het schrijven dient te worden gericht.

Om geldig te zijn, moet de betekening ten laatste tegelijkertijd gebeuren met de betalingsaanvraag van de cessionaris.

De overdracht van meerdere schuldvorderingen kan aan de hand van hetzelfde deurwaardersexploot of ter post aangetekend schrijven worden betekend, op voorwaarde dat die schuldvorderingen op dezelfde aanbesteder betrekking hebben en uit éénzelfde gesloten concessie voortkomen. § 5. De overdracht en inpandgeving zullen slechts uitwerking hebben nadat de arbeiders, bedienden, onderaannemers en leveranciers die derdenbeslag hebben gelegd of verzet hebben aangetekend, werden uitbetaald.

De sommen die hieruit voortkomen, zullen door de kredietverlener, de cessionaris of de pandhoudende schuldeiser niet kunnen worden aangewend tot dekking van schuldvorderingen uit anderen hoofde ontstaan tegen de concessiehouder, vóór of tijdens de duur van de uitvoering van de gefinancierde werken of diensten zolang bedoelde werken of diensten niet werden opgeleverd. § 6. De aanbesteder geeft de cessionarissen en pandhouders van schuldvorderingen, bij ter post aangetekend schrijven, kennis van het derdenbeslag of verzet dat haar, op verzoek van de bevoorrechte schuldeisers, is betekend.".

Art. 16.In dezelfde wet wordt een artikel 59/1 ingevoegd, luidende: "

Art. 59/1.Het in 163/1 van de wet van 17 juni 2016Relevante gevonden documenten type wet prom. 17/06/2016 pub. 14/07/2016 numac 2016021053 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet inzake overheidsopdrachten type wet prom. 17/06/2016 pub. 14/07/2016 numac 2016021052 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet betreffende de concessieovereenkomsten sluiten inzake overheidsopdrachten bedoelde Comité inzake het bestuur van de overheidsopdrachten en concessies staat het in artikel 59, § 2, bedoelde Aanspreekpunt bij voor de opmaak van het in artikel 59, § 3, bedoelde rapport.".

Hoofdstuk 4. - Opheffingsbepalingen

Art. 17.Het koninklijk besluit van 20 december 2010Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 20/12/2010 pub. 24/12/2010 numac 2010021131 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Koninklijk besluit inzake de bevordering van schone en energiezuinige wegvoertuigen in het kader van overheidsopdrachten sluiten inzake de bevordering van schone en energiezuinige wegvoertuigen in het kader van overheidsopdrachten, wordt opgeheven.

Hoofdstuk 5. - Inwerkingtreding

Art. 18.De artikelen 1 en 18 treden in werking de dag waarop deze wet in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.

De artikelen 6, 7, 13 en 14 treden, met inbegrip van wat geldt voor de overheidsopdrachten waarvan de plaatsing nog lopende is en de overheidsopdrachten in uitvoering, in werking de eerste dag na de bekendmaking van deze wet in het Belgisch Staatsblad.

De artikelen 4, 5, 8 en 15 treden in werking de tiende dag na de bekendmaking van deze wet in het Belgisch Staatsblad, voor de overheidsopdrachten die vanaf die datum worden bekendgemaakt of hadden moeten worden bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie of in het Bulletin der Aanbestedingen, alsook voor de overheidsopdrachten waarvoor, bij ontstentenis van een verplichting tot voorafgaande bekendmaking, vanaf die datum wordt uitgenodigd tot het indienen van een aanvraag tot deelneming of een offerte.

De artikelen 9 en 16 treden in werking op 31 december 2023.

De Koning kan een datum van inwerkingtreding bepalen voorafgaand aan de datum vermeld in het vierde lid, ten aanzien van de aldaar bedoelde artikelen.

De artikelen 2, 3, 12 en 17 treden in werking op de tiende dag van hun bekendmaking in het Belgisch Staatsblad, voor de overheidsopdrachten en raamovereenkomsten die vanaf die datum worden bekendgemaakt of hadden moeten worden bekendgemaakt, alsmede voor de overheidsopdrachten en raamovereenkomsten waarvoor, bij gebreke van een verplichting tot voorafgaande bekendmaking, vanaf die datum wordt uitgenodigd tot het indienen van een offerte. Voor deze overheidsopdrachten is de in aanmerking te nemen datum van bekendmaking deze van de bekendmaking in het Bulletin der Aanbestedingen. Hetzelfde geldt voor het artikel 168/1, §§ 1 tot 5, van de wet van 17 juni 2016Relevante gevonden documenten type wet prom. 17/06/2016 pub. 14/07/2016 numac 2016021053 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet inzake overheidsopdrachten type wet prom. 17/06/2016 pub. 14/07/2016 numac 2016021052 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet betreffende de concessieovereenkomsten sluiten inzake overheidsopdrachten, ingevoegd bij het artikel 10 van deze wet.

Voor de toepassing van de rapportageverplichtingen naar de Europese Commissie, hebben de artikelen 168/1, § 6, van de wet van 17 juni 2016Relevante gevonden documenten type wet prom. 17/06/2016 pub. 14/07/2016 numac 2016021053 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet inzake overheidsopdrachten type wet prom. 17/06/2016 pub. 14/07/2016 numac 2016021052 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet betreffende de concessieovereenkomsten sluiten inzake overheidsopdrachten ingevoegd bij artikel 10 van deze wet, en artikel 192/2, van de wet van 17 juni 2016Relevante gevonden documenten type wet prom. 17/06/2016 pub. 14/07/2016 numac 2016021053 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet inzake overheidsopdrachten type wet prom. 17/06/2016 pub. 14/07/2016 numac 2016021052 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet betreffende de concessieovereenkomsten sluiten inzake overheidsopdrachten ingevoegd bij artikel 11 van deze wet, uitwerking met ingang van 2 augustus 2021.

Kondigen deze wet af, bevelen dat zij met 's Lands zegel zal worden bekleed en door het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.

Gegeven te Brussel, 18 mei 2022.

FILIP Van Koningswege : De Eerste Minister, A. DE CROO Met 's Lands zegel gezegeld : De Minister van Justitie, V. VAN QUICKENBORNE _______ Nota (1) Nota Kamer van volksvertegenwoordigers (www.dekamer.be) : Stukken : 55-2496 Integraal verslag : 12 mei 2022.

^