Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 13 september 2023
gepubliceerd op 06 november 2023

Koninklijk besluit houdende uitvoering van artikel 195, § 1, 2°, lid 8, van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994

bron
rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering
numac
2023045364
pub.
06/11/2023
prom.
13/09/2023
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

RIJKSINSTITUUT VOOR ZIEKTE- EN INVALIDITEITSVERZEKERING


13 SEPTEMBER 2023. - Koninklijk besluit houdende uitvoering van artikel 195, § 1, 2°, lid 8, van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994


VERSLAG AAN DE KONING Sire, Het koninklijk besluit dat de regering de eer heeft U ter ondertekening voor te leggen, heeft betrekking op het vastleggen van de operationele regels voor de hertoewijzing van de bedragen die werden teruggestort door de verzekeringsinstelling in het kader van de financiële responsabilisering van de verzekeringsinstellingen op het variabel gedeelte van de administratiekosten, zoals ingevoerd door het koninklijk besluit van 10 april 2014Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 10/04/2014 pub. 13/06/2014 numac 2014022280 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Koninklijk besluit betreffende de responsabilisering van de verzekeringsinstellingen met betrekking tot het bedrag van hun administratiekosten type koninklijk besluit prom. 10/04/2014 pub. 28/05/2014 numac 2014024158 bron federale overheidsdienst volksgezondheid, veiligheid van de voedselketen en leefmilieu Koninklijk besluit tot uitvoering van het artikel 152, § 1, van de gecoördineerde wet van 10 juli 2008 op de ziekenhuizen en andere verzorgingsinrichtingen sluiten.

Er wordt voorzien in de hertoewijzing van de bedragen die uiteindelijk niet werden toegekend naar aanleiding van de jaarlijkse evaluatie van de beheersprestaties van de verzekeringsinstellingen, aan verschillende projecten die zouden kunnen worden gerealiseerd door de verzekeringsinstellingen in samenwerking met de betrokken instanties.

In 2016 werd immers een toekomstpact met de verzekeringsinstellingen gesloten om deze aan te moedigen hun rol en hun opdrachten verder te ontwikkelen, rekening houdend met de evoluties op sociaal, technologisch en politiek vlak en inzake de gezondheidszorgen. Het RIZIV diende van zijn kant voor 31 maart 2017 te onderzoeken hoe de niet toegewezen middelen budgettair bestemd konden worden voor de modernisering en verbetering van de efficiëntie van de werking van de mutualiteiten of de overheden in het kader van de verwezenlijking van de initiatieven bedoeld in het pact, die een meerwaarde betekenen onder de vorm van aangetoonde terugverdieneffecten in het budget van de geneeskundige verzorging of in de administratiekosten van de verzekeringsinstellingen.

In de nota van 19 maart 2018, genaamd "Toewijzing van het saldo van het variabel gedeelte van de administratiekosten" heeft het Intermutualistisch college (NIC), naar aanleiding van een vergadering van het NIC van 22 december 2017, verduidelijkt dat er gevraagd werd om een intermutualistische werkgroep op te richten om een eerste analyse te maken over het gebruik van het saldo van het variabel gedeelte van de administratiekosten.

Recentelijk werd een wetgevend initiatief genomen om het principe van van de hertoewijzing van de door de verzekeringsinstellingen teruggestorte sommen in het kader van de financiële responsabilisering van de verzekeringsinstellingen op het variabel gedeelte van de administratiekosten te verwezenlijken: het betreft de wet van 18 mei 2022Relevante gevonden documenten type wet prom. 18/05/2022 pub. 30/05/2022 numac 2022032117 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet tot wijziging van de wet van 17 juni 2016 inzake overheidsopdrachten en de wet van 17 juni 2016 betreffende de concessieovereenkomsten type wet prom. 18/05/2022 pub. 30/05/2022 numac 2022020921 bron federale overheidsdienst financien Wet houdende eindregeling van de begrotingen van de instellingen van openbaar nut van het jaar 2017 sluiten (B.S. 30 mei 2022).

Zo voorziet de voornoemde wet van 18 mei 2022Relevante gevonden documenten type wet prom. 18/05/2022 pub. 30/05/2022 numac 2022032117 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet tot wijziging van de wet van 17 juni 2016 inzake overheidsopdrachten en de wet van 17 juni 2016 betreffende de concessieovereenkomsten type wet prom. 18/05/2022 pub. 30/05/2022 numac 2022020921 bron federale overheidsdienst financien Wet houdende eindregeling van de begrotingen van de instellingen van openbaar nut van het jaar 2017 sluiten, in artikel 90, het duale mechanisme van terugbetaling en toewijzing van de bedragen van de variabele administratiekosten die niet werden toegekend na de jaarlijkse evaluatie van de beheersprestaties van de verzekeringsinstellingen, zoals voorzien door het Koninklijk besluit van 10 april 2014Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 10/04/2014 pub. 13/06/2014 numac 2014022280 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Koninklijk besluit betreffende de responsabilisering van de verzekeringsinstellingen met betrekking tot het bedrag van hun administratiekosten type koninklijk besluit prom. 10/04/2014 pub. 28/05/2014 numac 2014024158 bron federale overheidsdienst volksgezondheid, veiligheid van de voedselketen en leefmilieu Koninklijk besluit tot uitvoering van het artikel 152, § 1, van de gecoördineerde wet van 10 juli 2008 op de ziekenhuizen en andere verzorgingsinrichtingen sluiten. Dit artikel 90 wijzigt artikel 195 § 1, 2° van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, waaraan huidig koninklijk besluit uitvoering geeft.

De wettelijke basis is recentelijk tot stand gekomen. Derhalve is het noodzakelijk om middels een koninklijk besluit de werkingsmodaliteiten van dit duaal systeem, d.w.z. het terugstorten van de bedragen waarop elke verzekeringsinstelling uiteindelijk geen recht heeft, als gevolg van de jaarlijkse evaluaties van de beheersprestaties van de verzekeringsinstelling en de toewijzing van deze bedragen, te bepalen.

Dit is het doel van huidig koninklijk besluit.

Toewijzing van de door de verzekeringsinstelling teruggestorte bedragen en controle van het gebruik van de gelden : De niet toegekende bedragen worden door de verzekeringsinstellingen onmiddellijk teruggestort aan het RIZIV binnen de termijn bedoeld in artikel 195 § 1, 2° al. 8 van de voormelde gecoördineerde wet. Bij niet naleving van deze termijn zijn verwijlinteresten verschuldigd.

Deze bedragen worden geboekt als inkomsten in het budget van het jaar waarin ze worden teruggestort. Het eventueel overblijvend deel, dat niet nodig is voor het dekken van de uitgaven van hetzelfde jaar voor de uitvoering van de projecten, wordt geboekt op de boekhoudkundige balans van het RIZIV. Bij het toekennen van uitgaven die de ontvangsten van hetzelfde begrotingsjaar overschrijden, en gelet op de negatieve ESR-impact daarvan, is het voorstel van het Algemeen Beheerscomité om gereserveerde bedragen op de balans van het Instituut te gebruiken om het saldo te dekken, onderworpen aan de goedkeuring van de minister of staatssecretaris belast met Begroting.

Het geheel van de bedragen wordt uitsluitend aangewend ter financiering van projecten met als doel het bevorderen van de efficiëntie, de transparantie, de innovatie en de digitalisering van de werking in de sector van de geneeskundige verzorging, de sector van uitkeringen en de sector vergoeding van schade als gevolg van gezondheidszorg, te bewerkstelligen, projecten die op één of meerdere vlakken de doelmatigheid in het beheer en /of de organisatie van het stelsel van de federale ziekte- en invaliditeitsverzekering bevorderen. Dit op voorwaarde dat deze projecten niet structureel, niet permanent zijn en niet geheel of gedeeltelijk voorzien zijn in de administratiekosten of terugkerende budgetten. De projecten worden door de verzekeringsinstellingen en het RIZIV gezamenlijk ter goedkeuring voorgelegd aan het Algemeen beheerscomité van het RIZIV. Het betreft projecten waarin alle verzekeringsinstellingen betrokken zijn. Tijdens de besluitvorming van het Algemeen beheerscomité, beschikt iedere vertegenwoordiger van de verzekeringsinstellingen slechts over een raadgevende stem.

Projectfiches worden opgesteld en voorgelegd ter goedkeuring van het Algemeen beheerscomité met onder meer het voorziene budget, dat geïntegreerd wordt in het budget van het RIZIV. Het Algemeen beheerscomité spreekt zich uit over de toewijzing van de teruggestorte bedragen en controleert het gebruik ervan. De voorziene financiering gebeurt middels betaling van de facturen door het RIZIV. De voorwaarden van de toewijzing van de teruggestorte bedragen en de controle op het gebruik ervan wordt door huidig koninklijk besluit geregeld.

Ik heb de eer te zijn, Sire, Van Uwe Majesteit, de zeer eerbiedige en zeer getrouwe dienaar, De Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, F. VANDENBROUCKE

13 SEPTEMBER 2023. - Koninklijk besluit houdende uitvoering van artikel 195, § 1, 2°, lid 8, van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994 FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, artikel 195, § 1, 2°, lid 8, ingevoegd bij artikel 90 van de wet van 18 mei 2022Relevante gevonden documenten type wet prom. 18/05/2022 pub. 30/05/2022 numac 2022032117 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet tot wijziging van de wet van 17 juni 2016 inzake overheidsopdrachten en de wet van 17 juni 2016 betreffende de concessieovereenkomsten type wet prom. 18/05/2022 pub. 30/05/2022 numac 2022020921 bron federale overheidsdienst financien Wet houdende eindregeling van de begrotingen van de instellingen van openbaar nut van het jaar 2017 sluiten houdende diverse dringende bepalingen inzake gezondheid;

Gelet op het koninklijk besluit van 3 juli 1996Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 03/07/1996 pub. 19/12/2008 numac 2008001031 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Koninklijk besluit tot uitvoering van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994. - Duitse vertaling van wijzigingsbepalingen type koninklijk besluit prom. 03/07/1996 pub. 10/12/2007 numac 2007000977 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Koninklijk besluit tot uitvoering van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994. - Duitse vertaling van wijzigingsbepalingen van het eerste semester van het jaar 2007 sluiten tot uitvoering van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994;

Gelet op het advies van het Algemeen beheerscomité, van 19 juni 2023;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 6 juli 2023;

Gelet op de akkoordbevinding van de Staatssecretaris voor Begroting, gegeven op 17 juli 2023;

Gelet op de adviesaanvraag 74.289/2/V binnen 30 dagen, verlengd met 15 dagen, die op 24 juli 2023 bij de Raad van State is ingediend, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

Overwegende dat het advies niet is meegedeeld binnen die termijn;

Gelet op artikel 84, § 4, tweede lid, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

Gelet op de impactanalyse van de regelgeving, uitgevoerd overeenkomstig artikelen 6 en 7 van de wet van 15 december 2013Relevante gevonden documenten type wet prom. 15/12/2013 pub. 31/12/2013 numac 2013021138 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet houdende diverse bepalingen inzake administratieve vereenvoudiging sluiten houdende diverse bepalingen inzake administratieve vereenvoudiging;

Op de voordracht van de Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid en op het advies van de in Raad vergaderde Ministers, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.In dit besluit wordt verstaan onder : 1° De "Controledienst": de Controledienst voor de ziekenfondsen en de landsbonden van ziekenfondsen, bedoeld in artikel 49, § 1, van de wet van 6 augustus 1990Relevante gevonden documenten type wet prom. 06/08/1990 pub. 21/12/2007 numac 2007001031 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de ziekenfondsen en de landsbonden van ziekenfondsen. - Duitse vertaling van wijzigingsbepalingen van het eerste semester 2007 type wet prom. 06/08/1990 pub. 17/03/2009 numac 2009000060 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de ziekenfondsen en de landsbonden van ziekenfondsen. - Duitse vertaling van wijzigingsbepalingen sluiten betreffende de ziekenfondsen en de landsbonden van ziekenfondsen;2° "Beslissing van de Raad van de Controledienst": de beslissing bedoeld in artikel 6, § 2, van het koninklijk besluit van 10 april 2014Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 10/04/2014 pub. 13/06/2014 numac 2014022280 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Koninklijk besluit betreffende de responsabilisering van de verzekeringsinstellingen met betrekking tot het bedrag van hun administratiekosten type koninklijk besluit prom. 10/04/2014 pub. 28/05/2014 numac 2014024158 bron federale overheidsdienst volksgezondheid, veiligheid van de voedselketen en leefmilieu Koninklijk besluit tot uitvoering van het artikel 152, § 1, van de gecoördineerde wet van 10 juli 2008 op de ziekenhuizen en andere verzorgingsinrichtingen sluiten betreffende de responsabilisering van de verzekeringsinstellingen met betrekking tot het bedrag van hun administratiekosten;3° "Terug te storten bedrag" : in het kader van de evaluatie van de beheersperformantie van de verzekeringsinstellingen gaat het om het verschil tussen het maximum toe te kennen bedrag en het werkelijk toegekend bedrag aan de verzekeringsinstellingen, zoals opgenomen in de beslissing van de Raad van de Controledienst; 4° "Intresten": de remuneratoire intresten bedoeld in artikel 5.206, lid 1, van het Burgerlijk Wetboek; 5° "Verwijlintresten" : de wettelijke intrestvoet in sociale zaken, overeenkomstig artikel 2, § 3, van de wet van 5 mei 1865Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/05/1865 pub. 06/09/2011 numac 2011000565 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de lening tegen intrest sluiten betreffende de lening tegen intrest;6° "Beschikbaar budget": De jaarlijkse noodzakelijke afhouding voor de jaarlijkse uitvoering van de projecten bedoeld in artikel 4, binnen de grenzen van de teruggestorte bedragen in hetzelfde jaar bedoeld in artikel 2, § 2 en in voorkomend geval aangevuld met het overblijvende deel van de bedragen bedoeld in artikel 2, § 2 van hetzelfde jaar of de vorige jaren en behouden in de boekhoudkundige balans en de interesten bedoeld in artikel 1, 4°, met uitsluiting van de eventuele kosten en taksen.7° De "gecoördineerde wet": de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994;8° "Het Instituut" : het Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering bedoeld in artikel 2, a), van de gecoördineerde wet;9° Het "Algemeen beheerscomité" : het Algemeen beheerscomité bedoeld in artikel 11 van de gecoördineerde wet.

Art. 2.§ 1. Het bedrag bedoeld in artikel 1, 3° wordt teruggestort door de verzekeringsinstellingen op de bankrekening van het Instituut binnen de termijn bedoeld in artikel 195, § 1, 2°, lid 8, van de gecoördineerde wet. Te dien einde deelt het Instituut aan de verzekeringsinstellingen, benevens het terug te storten bedrag, zijn referte en het bankrekeningnummer mee.

Deze communicatie gebeurt schriftelijk en onverwijld, volgend op de kennisname door het Instituut van de beslissing van de Raad van de Controledienst. § 2. Het bedrag gestort door de verzekeringsinstellingen wordt geboekt als inkomsten in het budget van het jaar van terugstorting en het overblijvende deel dat niet aangewend werd voor de financiering van projecten tijdens het jaar van terugstorting, in de boekhoudkundige balans van het Instituut. Het wordt daar uitsluitend bestemd voor de projecten bedoeld in artikel 4.

De intresten met betrekking tot dit bedrag worden eveneens uitsluitend toegerekend aan de projecten bedoeld in artikel 4. § 3. De verzekeringsinstellingen hebben geen schuldvordering ten aanzien van het Instituut op de teruggestorte bedragen en evenmin op de bijbehorende intresten.

Art. 3.De verwijlintresten zijn van rechtswege verschuldigd op het terug te storten bedrag, als dit niet werd gestort aan het Instituut binnen de termijn bedoeld in artikel 195 § 1, 2°, lid 8, van de gecoördineerde wet en dit voor alle beslissingen van de Raad van de Controledienst genomen na de inwerkingtreding van huidig besluit.

Art. 4.§ 1. Het Algemeen beheerscomité neemt een beslissing om het beschikbaar budget toe te wijzen aan de verwezenlijking van projecten waarvan de doelstelling is om de efficiëntie, transparantie, innovatie en digitalisering van de werking te bevorderen in de sector geneeskundige verzorging, de sector uitkeringen en de sector vergoeding van schade als gevolg van gezondheidszorg, op voorwaarde evenwel dat deze projecten niet structureel, niet permanent en niet gedekt of niet volledig gedekt zijn door administratiekosten of terugkerende budgetten. § 2. De projecten worden door het Instituut en de verzekeringsinstellingen gezamenlijk aan het Algemeen beheerscomité voorgelegd ter goedkeuring. Gestandaardiseerde project -en budgetfiches worden hiertoe voorgelegd aan het Algemeen beheerscomité.

Deze fiches bevatten onder meer: - Een beknopte uitleg van het project; - De te verwezenlijken doelstellingen; - De kritische succesfactoren; - Het risicomanagementplan; - Het detail van de geplande menselijke en materiële middelen; - Het voorziene budget en de voorziene duur voor de verwezenlijking van het project; - De planning van de fasen van het project en de uit te voeren acties, met inbegrip van de tussenstadia; - Een nauwkeurige kalender van wat dient gerealiseerd te worden met de bijhorende facturatie; - Het aanwijzen van verantwoordelijken voor het project voor de verschillende betrokken partijen; - De aanwijzing van de dienst van het Instituut die de voortgang en de facturatie van het project zal valideren. § 3. Het Algemeen beheerscomité komt bijeen om te beslissen over de selectie van de projecten en de overeenkomstig toe te wijzen budgetten. Het Algemeen beheerscomité bevestigt in zijn beslissing de geldigheid van de elementen opgenomen in de fiches bedoeld in § 2 en integreert de toegekende budgetten in de begroting van het Instituut.

Tijdens de besluitvorming van het Algemeen beheerscomité bedoeld in het vorige lid, beschikt iedere vertegenwoordiger van de verzekeringsinstellingen slechts over een raadgevende stem.

Art. 5.§ 1. De facturen worden overgemaakt voor validatie aan het Instituut. De betaling is slechts toegestaan na verificatie van de echtheid van de aangegane prestaties en de conformiteit met de doelstellingen vastgelegd door het Algemeen beheerscomité en het aan het project toegewezen budget. § 2. De voorschotten mogen, in het totaal, niet hoger zijn dan 30 % van het budget toegewezen aan het project. § 3. De betaling van de gevalideerde facturen wordt uitgevoerd door het Instituut binnen een termijn van 30 dagen, vanaf de factuurdatum.

Art. 6.De instellingen die belast zijn met het uitvoeren van de projecten bedoeld in artikel 4, voeren hun taken uit met zorgvuldigheid, voorzichtigheid en goede trouw.

Het Instituut moet twee maal per jaar verslag uitbrengen aan het Algemeen beheerscomité over de vooruitgang van de projecten en het gebruik van de budgetten, zolang het project niet is afgesloten.

Art. 7.Het Algemeen beheerscomité spreekt zich uit over het afsluiten van de projecten bedoeld in artikel 4, zodra deze zijn voltooid.

Art. 8.In geval van niet-uitvoering of herhaalde tekortkomingen in de uitvoering van het geheel of een deel van een project, beslist het Algemeen beheerscomité over de beëindiging van de financiering van het project.

Het deel van het budget dat nog beschikbaar is voor projecten waarvoor de financiering werd stopgezet om de in lid 1 genoemde reden, blijft behouden in de rekeningen van het Instituut en moet bij beslissing van het Algemeen beheerscomité opnieuw worden toegewezen aan andere projecten.

Art. 9.In geval van schuld of nalatigheid waarvoor zij aansprakelijk worden gesteld, kunnen de instellingen die verantwoordelijk zijn voor de uitvoering van de in artikel 4 bedoelde projecten door het Algemeen beheerscomité van de financiering van een of meer lopende projecten worden uitgesloten.

Art. 10.Facturen die worden overgemaakt aan het Instituut nadat het project of zijn financiering werd beëindigd, overeenkomstig artikelen 7 en 8, lid 1, of na de uitsluiting bedoeld in artikel 9, worden ambtshalve verworpen.

Niettemin kunnen facturen die betrekking hebben op periodes daterend van voor de toepassing van de artikelen 7, 8, lid 1, en 9 overgemaakt worden aan het Instituut voor validatie en in voorkomend geval betaling.

De bedragen die al werden gefactureerd, gevalideerd en betaald dienen niet terugbetaald te worden.

Art. 11.De minister bevoegd voor Sociale zaken en Volksgezondheid is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 13 september 2023.

FILIP Van Koningswege : De Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, F. VANDENBROUCKE

^