Etaamb.openjustice.be
Wet van 11 mei 2007
gepubliceerd op 08 juni 2007

Wet tot aanpassing van de wetgeving inzake de bestrijding van omkoping

bron
federale overheidsdienst financien
numac
2007003305
pub.
08/06/2007
prom.
11/05/2007
ELI
eli/wet/2007/05/11/2007003305/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

FEDERALE OVERHEIDSDIENST FINANCIEN

(Deze tekst vernietigt en vervangt degene verschenen in het Belgisch Staatsblad nr. 133 van 4 mei 2007, bl. 23761, akte nr. 2007/03198 evenals het erratum verschenen in het Belgisch Staatsblad nr. 154 van 24 mei 2007, bl. 27591, akte nr. 2007/03271.)


11 MEI 2007. - Wet tot aanpassing van de wetgeving inzake de bestrijding van omkoping (1)


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

De Kamers hebben aangenomen en Wij bekrachtigen hetgeen volgt : TITEL I. - Algemene bepalingen

Artikel 1.Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 78 van de Grondwet.

Art. 2.Deze wet heeft tot doel enkele aanbevelingen van de OESO vermeld in het Rapport (fase 2) van 2005 over de toepassing door België van het Verdrag van 1997 inzake de bestrijding van de omkoping van buitenlandse ambtenaren in internationale zakelijke transacties en van de Aanbeveling van 1997 inzake de bestrijding van de omkoping in internationale zakelijke transacties in het Belgisch recht om te zetten.

TITEL II. - Justitie HOOFDSTUK I. - Bepalingen tot uitlegging van artikelen van het Strafwetboek

Art. 3.Artikel 246, § 2, van het Strafwetboek, gewijzigd bij de wet van 10 februari 1999, dient te worden uitgelegd in de zin dat onder actieve omkoping ook wordt verstaan het rechtstreeks of door tussenpersonen toekennen aan een persoon die een openbaar ambt uitoefent van een voordeel van welke aard dan ook voor zichzelf of voor een derde om een van de in artikel 247 bedoelde gedragingen aan te nemen.

Art. 4.Artikel 504bis, § 2, van hetzelfde Wetboek, ingevoegd bij de wet van 10 februari 1999, dient te worden uitgelegd in de zin dat onder actieve private omkoping ook wordt verstaan het rechtstreeks of door tussenpersonen toekennen aan een persoon die bestuurder of zaakvoerder van een rechtspersoon, lasthebber of aangestelde van een rechtspersoon of van een natuurlijke persoon is, van een voordeel van welke aard dan ook voor zichzelf of voor een derde om zonder medeweten en zonder machtiging van, naargelang van het geval, de raad van bestuur of de algemene vergadering, de lastgever of de werkgever, een handeling van zijn functie of een door zijn functie vergemakkelijkte handeling te verrichten of na te laten. HOOFDSTUK II. - Bepalingen tot wijziging van het Strafwetboek

Art. 5.Artikel 250 van hetzelfde Wetboek, gewijzigd bij de wet van 10 februari 1999, wordt vervangen als volgt : «

Art. 250.Indien de in de artikelen 246 tot 249 bepaalde omkoping een persoon betreft die een openbaar ambt uitoefent in een vreemde Staat of in een internationale publiekrechtelijke organisatie, zijn de straffen die welke in die bepalingen zijn gesteld. »

Art. 6.Artikel 251 van hetzelfde Wetboek, gewijzigd bij de wet van 10 februari 1999, wordt opgeheven. HOOFDSTUK III. - Bepaling tot wijziging van de Voorafgaande titel van het Wetboek van strafvordering

Art. 7.Artikel 10quater van de Voorafgaande Titel van het Wetboek van strafvordering, ingevoegd bij de wet van 10 februari 1999, wordt vervangen als volgt : «

Art. 10quater.§ 1. Een persoon kan in België vervolgd worden wanneer hij zich buiten het grondgebied van het Rijk schuldig maakt : 1° aan een misdrijf bepaald in de artikelen 246 tot 249 van het Strafwetboek;2° aan een misdrijf bepaald in artikel 250 van hetzelfde Wetboek wanneer de persoon die een openbaar ambt uitoefent in een vreemde Staat of in een internationale publiekrechtelijke organisatie een Belg is of wanneer de internationale publiekrechtelijke organisatie waarvoor de persoon een openbaar ambt uitoefent haar zetel heeft in België. § 2. Iedere Belg of persoon met hoofdverblijfplaats in het Rijk die zich buiten het grondgebied van het Rijk schuldig maakt aan een misdrijf bepaald in artikel 250 van het Strafwetboek, kan in België vervolgd worden, op voorwaarde dat het feit bestraft wordt door de wetgeving van het land waar het is gepleegd. » TITEL III. - Financiën

Art. 8.Artikel 53 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, gewijzigd bij de wetten van 30 maart 1994, 7 april 1995 en 20 december 1995, bij koninklijk besluit van 20 december 1996 en bij de wetten van 7 maart 2002, 24 december 2002, 28 april 2003, 10 mei 2004 en 27 december 2004, wordt aangevuld als volgt : « 24° de commissies, makelaarslonen, handels- of andere restorno's, toevallige of niet-toevallige vacatiegelden of erelonen, gratificaties, vergoedingen of voordelen van alle aard die rechtstreeks of onrechtstreeks worden verleend aan een persoon : a) in het kader van een in artikel 246 van het Strafwetboek vermelde openbare omkoping in België of van een in artikel 504bis van hetzelfde Wetboek vermelde private omkoping in België;b) in het kader van een in artikel 250 van hetzelfde Wetboek vermelde openbare omkoping van een persoon die een openbaar ambt uitoefent in een vreemde staat of een internationale publiekrechtelijke organisatie.»

Art. 9.Artikel 58 van hetzelfde Wetboek, gewijzigd bij de wet van 10 februari 1999, wordt opgeheven.

Art. 10.In artikel 205, § 2, eerste lid, 2° van hetzelfde Wetboek, vervangen bij het koninklijk besluit van 20 december 1996 en gewijzigd bij de wetten van 28 april 2003 en 2 mei 2005, worden de woorden "21° tot 23°;" vervangen door de woorden "21° tot 24°;".

Art. 11.In artikel 207, tweede lid, van hetzelfde Wetboek, vervangen bij de wet van 24 december 2002, worden de woorden "noch op verkregen financiële voordelen of voordelen van alle aard vermeld in artikel 53, 24°," ingevoegd tussen de woorden "vermeld in artikel 79" en de woorden "noch op de grondslag".

Art. 12.Artikel 219, eerste lid, van hetzelfde Wetboek, vervangen bij de wet van 4 mei 1999, wordt aangevuld met de woorden ", en op de in artikel 53, 24°, bedoelde financiële voordelen of voordelen van alle aard.".

Art. 13.Artikel 223, eerste lid, 3°, van hetzelfde Wetboek, opgeheven bij de wet van 15 december 2004, wordt hersteld in de volgende lezing : « 3° de in artikel 53, 24°, bedoelde financiële voordelen of voordelen van alle aard. ».

Art. 14.In artikel 225, tweede lid, van hetzelfde Wetboek, gewijzigd bij de wet van 30 maart 1994, bij het koninklijk besluit van 20 december 1996 en bij de wetten van 4 mei 1999, 28 april 2003 en 15 december 2004, worden de 4° en 5°, vervangen als volgt : « 4° tegen het tarief van 300 pct. op in artikel 223, eerste lid, 1°, vermelde niet verantwoorde kosten en op in artikel 223, eerste lid, 3°, vermelde financiële voordelen of voordelen van alle aard; 5° tegen het tarief vermeld in artikel 215, eerste lid, op in artikel 223, eerste lid, 2°, vermelde bijdragen, pensioenen, renten en toelagen en op in artikel 223, eerste lid, 3°, vermelde financiële voordelen of voordelen van alle aard;».

Art. 15.In artikel 233, tweede lid, van hetzelfde Wetboek, vervangen bij de wet van 4 mei 1999, worden de woorden "en op de verdoken meerwinsten" vervangen door de woorden ", op de verdoken meerwinsten en op de financiële voordelen of voordelen van alle aard".

Art. 16.Artikel 234, eerste lid, 4°, van hetzelfde Wetboek, wordt aangevuld met de woorden "en op de in artikel 53, 24°, bedoelde financiële voordelen of voordelen van alle aard;".

Art. 17.In artikel 246, eerste lid, 2°, van hetzelfde Wetboek, vervangen bij de wet van 4 mei 1999, worden de woorden "en op verdoken meerwinsten" vervangen door de woorden ", op verdoken meerwinsten en op de financiële voordelen of voordelen van alle aard bedoeld in artikel 233, tweede lid,".

Art. 18.In artikel 247, 3°, van hetzelfde Wetboek, gewijzigd bij de wet van 30 maart 1994, worden de woorden "vermelde niet verantwoorde kosten." vervangen door de woorden "vermelde niet verantwoorde kosten en financiële voordelen of voordelen van alle aard.".

Art. 19.Artikel 463bis, § 2, 1°, van hetzelfde Wetboek, vervangen bij de wet van 12 augustus 2000, wordt opgeheven.

TITEL IV. - Inwerkingtreding

Art. 20.Deze wet treedt in werking de dag waarop zij in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt, met uitzondering van artikel 14 dat in werking treedt op 1 januari 2006 wat de verwijzingen naar artikel 223, eerste lid, betreft.

Kondigen deze wet af, bevelen dat zij met 's Lands zegel zal worden bekleed en door het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.

Gegeven te Brussel, 11 mei 2007.

ALBERT Van Koningswege : De Vice-Eerste Minister en Minister van Justitie, Mevr. L. ONKELINX De Vice-Eerste Minister en Minister van Financiën, D. REYNDERS De Staatssecretaris voor Modernisering van de Financiën en de Strijd tegen de fiscale fraude, H. JAMAR Met 's Lands zegel gezegeld : De Vice-Eerste Minister en Minister van Justitie, Mevr. L. ONKELINX _______ Nota's (1) Zitting 2006-2007 : Kamer van volksvertegenwoordigers. Stukken. - Wetsontwerp, 51-2677 - Nr. 1. - Verslag namens de commissie, 51-2677, nr. 2. - Verslag namens de commissie, 51-2677, nr. 3. - Tekst verbeterd door de commissie, 51-2677, nr.4. - Tekst aangenomen in plenaire vergadering en overgezonden aan de Senaat, 51-2677 - Nr. 5.

Senaat.

Stukken. - Ontwerp geëvoceerd door de Senaat, 3-2039, nr. 1. - Verslag namens de commissie, 3-2039, nr. 2. - Beslissing om niet te amenderen, 3-2039, nr. 4.

^