Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Vlaamse Regering van 10 februari 2017
gepubliceerd op 23 februari 2017

Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van diverse besluiten naar aanleiding van de inwerkingtreding van de omgevingsvergunning

bron
vlaamse overheid
numac
2017010859
pub.
23/02/2017
prom.
10/02/2017
ELI
eli/besluit/2017/02/10/2017010859/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

10 FEBRUARI 2017. - Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van diverse besluiten naar aanleiding van de inwerkingtreding van de omgevingsvergunning


Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Raad van State, afdeling Wetgeving, advies 60.784/1 van 3 februari 2017 over een ontwerp van besluit van de Vlaamse Regering `tot wijziging van diverse besluiten naar aanleiding van de inwerkingtreding van de omgevingsvergunning' Op 4 januari 2017 is de Raad van State, afdeling Wetgeving, door de Vlaamse minister van Omgeving, Natuur en Landbouw verzocht binnen een termijn van dertig dagen een advies te verstrekken over een ontwerp van besluit van de Vlaamse Regering `tot wijziging van diverse besluiten naar aanleiding van de inwerkingtreding van de omgevingsvergunning'.

Het ontwerp is door de eerste kamer onderzocht op 31 januari 2017. De kamer was samengesteld uit Marnix VAN DAMME, kamervoorzitter, Wilfried VAN VAERENBERGH en Wouter PAS, staatsraden, en Greet VERBERCKMOES, griffier.

Het verslag is uitgebracht door Kristine BAMS, eerste auditeur, en Pierrot T'KINDT, auditeur.

Het advies, waarvan de tekst hierna volgt, is gegeven op 3 februari 2017. 1. Met toepassing van artikel 84, § 3, eerste lid, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, heeft de afdeling Wetgeving zich toegespitst op het onderzoek van de bevoegdheid van de steller van de handeling, van de rechtsgrond, alsmede van de vraag of aan de te vervullen vormvereisten is voldaan. STREKKING EN RECHTSGROND VAN HET ONTWERP 2. Het om advies voorgelegde ontwerp van besluit van de Vlaamse Regering strekt hoofdzakelijk ertoe om diverse besluiten van de Vlaamse Regering te wijzigen, met het oog op de inwerkingtreding, op 23 februari 2017, van het grootste deel van het decreet van 25 april 2014 `betreffende de omgevingsvergunning'.Het voorziet ook in de opheffing van het besluit van de Vlaamse Regering van 6 maart 2015 `tot bepaling van de gevallen waarin ontvoogde gemeenten geen afschriften of kennisgevingen moeten bezorgen aan het departement Ruimtelijke Ordening, Woonbeleid en Onroerend Erfgoed' (artikel 180 van het ontwerp), en in de inwerkingtreding van sommige decretale bepalingen (artikel 181 van het ontwerp). Enkele uitzonderingen niet te na gesproken, treedt het ontworpen besluit in werking op 23 februari 2017. 3.1. Gelet op het voorwerp van het ontworpen besluit, is de rechtsgrond ervoor uitermate divers. Zonder binnen de toegemeten termijn om advies te geven nader te kunnen ingaan op de specifieke rechtsgrond voor elk van de bepalingen van het ontworpen besluit, kan met betrekking tot de vermelding van de rechtsgrond in de aanhef ervan het volgende worden opgemerkt : -in het eerste lid dient ook te worden gerefereerd aan artikel 87, § 1, van de bijzondere wet van 8 augustus 1980 `tot hervorming der instellingen'; - in het derde lid dient een verwijzing naar de artikelen 2.2.6, § 2, 5.4.14, 16.3.6, 16.3.9, § 2, 16.3.16, 16.3.24, 16.4.6, 16.4.10 en 16.7.1 van het decreet van 5 april 1995 `houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid' te worden toegevoegd; - in het vierde lid moet op specifieke wijze worden gerefereerd aan de artikelen 6, 7, § 3, 33, 63, 138, § 1, en 139, § 2, van het decreet van 27 oktober 2006 `betreffende de bodemsanering en de bodembescherming'; - in het vijfde lid dient bijkomend te worden verwezen naar de artikelen 22, 32 en 39 van het decreet van 23 december 2011 `betreffende het duurzaam beheer van materiaalkringlopen en afvalstoffen'; - in het zesde lid van de aanhef dient bijkomend te worden gerefereerd aan de artikelen 15, § 1, tweede lid, 16, § 1, eerste en tweede lid, 17, § 2, eerste lid, 4°, en tweede lid, 25, eerste lid, 33, derde lid, 47, derde lid, 50, 52, tweede lid, 60, eerste lid, 67, 69, § 3, 88, eerste lid, 90, § 2, eerste lid, 99, § 2, 3°, 108, 336 en 390, § 4, tweede lid, van het decreet van 25 april 2014 `betreffende de omgevingsvergunning', en dient de verwijzing naar artikel 397 van dat decreet te worden weggelaten; - indien de artikelen 124, 128, 138, 142, 148, 172 en 173 in het ontwerp worden behouden (zie hierna opmerking 4) dient in het zesde lid nog bijkomend te worden verwezen naar de artikelen 18, derde lid, 37, derde lid, en 390, § 5, vijfde lid, van het voornoemde decreet van 25 april 2014; - er dienen drie nieuwe leden te worden ingevoegd waarin respectievelijk wordt gerefereerd aan artikel 1, eerste lid, van de wet van 18 juli 1973 `betreffende de bestrijding van de geluidshinder', de artikelen 3, § 2, 19°, 5, eerste lid, 1° en 2°, 67 en 69 van het decreet van 8 juli 2003 `betreffende het integraal waterbeleid', en de artikelen 17, 3°, 4° en 8°, van het decreet van 4 april 2014 `betreffende de organisatie en de rechtspleging van sommige Vlaamse bestuursrechtscolleges'. 3.2. Artikel 107 van het ontwerp vervangt artikel 20, 3°, van het besluit van de Vlaamse Regering van 21 juni 2013 `betreffende dierlijke bijproducten en afgeleide producten'. Dat artikel bepaalt de documenten die een aanvraag tot erkenning voor bedrijven opgesomd in artikel 17 van dat besluit minstens bevat.

In het advies van de Raad van State over dat besluit is vastgesteld dat er geen rechtsgrond voorhanden is om bedoelde erkenningsregeling op te dragen aan OVAM. Die opmerking geldt evenzeer voor de thans ontworpen wijziging.

ONDERZOEK VAN DE TEKST Voorafgaande opmerking 4. De artikelen 124, 128, 138, 142, 148, 172 en 173 van het ontwerp zijn identiek aan de artikelen 23 tot en met 29 van het ontwerp van besluit van de Vlaamse Regering `betreffende nadere regels voor de milieueffectrapportage over projecten en voor de omgevingsveiligheidsrapportage', dat het voorwerp is van adviesaanvraag 60.785/1. De voornoemde artikelen dienen in het voorliggende ontwerp te worden geschrapt en behouden te blijven in het ontwerp 60.785/1, aangezien zij inhoudelijk nauwer aanleunen bij de overige bepalingen van laatstgenoemd ontwerp. Het onderzoek van die bepalingen is dan ook het voorwerp van het advies over laatstgenoemd ontwerp.

Artikel 70 5. De gemachtigde heeft bevestigd dat artikel 70 van het ontwerp beperkt dient te blijven tot de vervanging waarin wordt voorzien in 1° van dat artikel.Artikel 70, 2°, dient bijgevolg uit het ontwerp te worden weggelaten.

Artikel 112 6. De steller van het ontwerp dient na te gaan of in de ontworpen bepaling niet eveneens melding dient te worden gemaakt van "de leidend ambtenaar van het departement Ruimte Vlaanderen of van het Departement Leefmilieu, Natuur en Energie, of, bij afwezigheid, diens gemachtigde".1 Artikel 117 7. Uit de bespreking van artikel 117 van het ontwerp in het verslag aan de Vlaamse Regering, dient te worden afgeleid dat in bepaalde gevallen de bevoegde overheid verplicht is om op het verzoek van de initiatiefnemer om een projectvergadering te houden, in te gaan.Dit blijkt evenwel niet uit artikel 6 van het besluit van de Vlaamse Regering van 27 november 2015 `tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning' zoals het bij artikel 117 van het ontwerp wordt gewijzigd.

Artikel 125 8. In artikel 125, 3°, van het ontwerp schrijve men "in het tweede lid wordt ...".

Artikel 127 9. Als gevolg van de opheffing van het geldende derde lid van artikel 23, § 1, van het besluit van de Vlaamse Regering van 27 november 2015 (artikel 127, 2°, van het ontwerp), dient in het vijfde lid van dezelfde paragraaf mede te worden verwezen naar het (nieuwe) "derde lid" (niet meer : "vierde lid").Een wijzigingsbepaling in die zin dient aan het ontwerp te worden toegevoegd.

Artikelen 134 en 135 10. In de bij de artikelen 134 en 135 ontworpen bepalingen schrijve men "ontvangen een vergoeding" (niet : "kunnen een vergoeding ontvangen"). Artikel 164 11. De tekst van het ontworpen artikel 147, tweede lid, 7°, van het besluit van de Vlaamse Regering van 27 november 2015 (artikel 164, 3°, van het ontwerp) strookt niet met de bespreking van die bepaling in het verslag aan de Vlaamse Regering. De gemachtigde heeft verklaard dat "[d]e tekst van het besluit en het verslag zullen in overeenstemming gebracht worden. Zodat punt 7° en een nog toe te voegen punt 8° van artikel 147[, tweede lid,] regelen dat de procedures, vermeld in de artikelen 97 (melding overdracht), 98 (melding stopzetting en verval), 134 en 135 (schorsing en opheffing van de omgevingsvergunning voor de exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit) via het uitwisselingsplatform moeten verlopen".

Artikel 164 van het ontwerp zal dus moeten worden aangepast.

Artikel 166 12. De steller van het ontwerp dient na te gaan of het ontworpen artikel 155, derde lid, van het besluit van de Vlaamse Regering van 27 november 2015 inhoudelijk niet beter dient afgestemd te worden op de bestaande leden van dat artikel, of vice versa, aangezien in de bestaande leden telkens sprake is van een "medeondertekening". Artikelen 169 en 171 13. Er is een overlapping tussen artikel 169 en artikel 171, 1° en 2°, van het ontwerp, die moet worden weggewerkt. Artikel 176 14. Artikel 176 van het ontwerp, dat voorziet in de vervanging van artikel 797 van het besluit van de Vlaamse Regering van 27 november 2015 en zou in werking treden op 23 februari 2017,2 is achterhaald. Vanaf die datum wordt dat artikel 797 immers opgeheven bij artikel 9 van het decreet `houdende de nadere regels tot implementatie van de omgevingsvergunning'.3 De voormelde vervanging wordt bijgevolg zonder voorwerp.

Artikel 177 15. Artikel 177 van het ontwerp strekt tot vervanging van artikel 798 van het besluit van de Vlaamse Regering van 27 november 2015.Het breidt de uitzonderingen uit op de inwerkingtreding van dat besluit op 23 februari 2017.

De steller van het ontwerp dient na te gaan of het ontworpen artikel 798 spoort met de recente wijziging van de regeling van de inwerkingtreding van het decreet van 25 april 2014.4 Artikel 182 16. De verwijzing naar artikel 151 in artikel 182, tweede lid, van het ontwerp berust volgens de gemachtigde op een materiële vergissing.Er dient verwezen te worden naar artikel 171 van het ontwerp.

Slotopmerking 17. In het kader van het onderzoek van het voorliggende ontwerp door de Raad van State, is door de gemachtigde een tabel bezorgd waarin voor elke bepaling van het ontwerp de decretale rechtsbasis wordt aangeduid.Ter wille van de toegankelijkheid en de transparantie van de regelgeving, verdient het aanbeveling om die tabel op te nemen in het verslag aan de Vlaamse Regering, dat samen met het te nemen besluit wordt bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad.

De griffier, Greet VERBERCKMOES De voorzitter Marnix VAN DAMME _______ Nota's 1 Zie immers het verslag aan de Regering, p. 17. 2 Zie artikel 182 van het ontwerp. 3 Parl.St. Vl.Parl. 2016-17, nr. 1059/1, 9 en 14. Dat decreet is op 25 januari 2017 aangenomen in de plenaire vergadering van het Vlaams Parlement. 4 Zie het in de vorige voetnoot vermelde voorstel van decreet. Bij artikel 8 ervan, dat in werking treedt op 1 februari 2017 (zie artikel 10, 2°, van dezelfde tekst), wordt artikel 397 van het decreet van 25 april 2014 vervangen. Daarbij komt in de plaats van de oorspronkelijke machtiging aan de Vlaamse Regering om de datum van inwerkingtreding van laatstbedoeld decreet vast te stellen, een vaststelling van die datum op 23 februari 2017 in het decreet zelf, evenwel met een aantal uitzonderingen en met een regeling van de mogelijkheid voor het college van burgemeester en schepenen van elke Vlaamse gemeente om uiterlijk op 14 februari 2017 te verzoeken om aktename door de betrokken minister(s) van de beslissing om de tot 22 februari 2017 geldende bepalingen (en dus de bestaande gescheiden vergunningsstelsels) verder te blijven toepassen na die datum, maar tot niet later dan 1 juni 2017.

10 FEBRUARI 2017. - Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van diverse besluiten naar aanleiding van de inwerkingtreding van de omgevingsvergunning De Vlaamse Regering, Gelet op de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen, artikel 20, gewijzigd bij de bijzondere wet van 16 juli 1993, en artikel 87, § 1;

Gelet op de verordening (EG) Nr. 1272/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 16 december 2008 inzake de indeling, etikettering en verpakking van stoffen en mengsels tot wijziging en intrekking van de Richtlijnen 67/548/EEG en 1999/45/EG en tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1907/2006;

Gelet op de wet van 18 juli 1973 betreffende de bestrijding van de geluidshinder, artikel 1, eerste lid;

Gelet op het decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, artikel 2.2.6, § 2, artikel 5.2.1, § 1, artikel 5.4.1, artikel 5.4.14, artikel 5.6.2, zesde lid, artikel 5.6.3, derde lid, artikel 16.3.6, artikel 16.3.9, § 2, artikel 16.3.16, artikel 16.3.24, artikel 16.4.6, artikel 16.4.10 en artikel 16.7.1;

Gelet op het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, artikel 3, § 2, 19°, artikel 5, eerste lid, 1° en 2°, artikel 67 en artikel 69;

Gelet op het decreet van 27 oktober 2006 betreffende de bodemsanering en de bodembescherming, artikel 6, artikel 7, § 3, artikel 33, artikel 63, artikel 138, § 1, en artikel 139, § 2;

Gelet op het decreet van 23 december 2011 betreffende het duurzaam beheer van materiaalkringlopen en afvalstoffen, artikel 11, artikel 22, artikel 32 en artikel 39;

Gelet op het decreet van 4 april 2014 betreffende de organisatie en de rechtspleging van sommige Vlaamse bestuursrechtscolleges, artikel 17, 3°, 4° en 8° ;

Gelet op het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, artikel 2, 9° en 11°, artikel 8, vierde lid, artikel 14/1, ingevoegd bij decreet van 18 december 2015, artikel 15, § 1, tweede lid, artikel 16, § 1, eerste en tweede lid en § 3, artikel 17, § 2, eerste lid, 4°, en tweede lid, artikel 23, vierde lid, artikel 24, eerste lid, artikel 25, eerste lid, artikel 26, eerste lid, artikel 33, derde lid, artikel 36, artikel 42, eerste lid, artikel 43, eerste lid, artikel 47, derde lid, artikel 50, artikel 52, tweede lid, artikel 56, derde lid, artikel 59, eerste lid, artikel 60, eerste lid, artikel 61, eerste lid, artikel 67, artikel 69, § 3, artikel 88, eerste lid, artikel 90, § 2, eerste lid, artikel 99, § 2, 3°, artikel 108, artikel 336 en artikel 390, § 4, tweede lid;

Gelet op het decreet van 18 december 2015 houdende diverse bepalingen inzake omgeving, natuur en landbouw en energie, artikel 175;

Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 1 juni 1995 houdende algemene en sectorale bepalingen inzake milieuhygiëne;

Gelet op het VLAREBO-besluit van 14 december 2007;

Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 12 december 2008 tot uitvoering van titel XVI van het decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid;

Gelet op het VLAREL van 19 november 2010;

Gelet op het VLAREMA-besluit van 17 februari 2012;

Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 26 april 2013 tot vaststelling van het geactualiseerde monitoringsprogramma van de watertoestand ter uitvoering van artikel 67 en 69 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid;

Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 21 juni 2013 betreffende dierlijke bijproducten en afgeleide producten;

Gelet op titel III van het VLAREM van 16 mei 2014;

Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 16 mei 2014 houdende de rechtspleging voor sommige Vlaamse bestuursrechtscolleges;

Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 13 februari 2015 tot aanwijzing van de Vlaamse en provinciale projecten in uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning;

Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 6 maart 2015 tot bepaling van de gevallen waarin ontvoogde gemeenten geen afschriften of kennisgevingen moeten bezorgen aan het departement Ruimtelijke Ordening, Woonbeleid en Onroerend Erfgoed;

Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning;

Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 11 december 2015 tot wijziging van titel II van het VLAREM van 1 juni 1995 en titel III van het VLAREM van 16 mei 2014, wat betreft de omzetting van de BBT-conclusies voor de sectoren voor het looien van huiden en vellen, de productie van cement, kalk en magnesiumoxide en de productie van chlooralkali, de productie van pulp, papier en karton en voor het raffineren van aardolie en gas;

Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de begroting, gegeven op 8 december 2016;

Gelet op advies nr. 60.784/1 van de Raad van State, gegeven op 3 februari 2017, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

Op voorstel van de Vlaamse minister van Omgeving, Natuur en Landbouw;

Na beraadslaging, Besluit : HOOFDSTUK 1. - Algemene bepaling

Artikel 1.Dit besluit voorziet in de gedeeltelijke omzetting van de volgende richtlijnen : 1° richtlijn 2010/75/EU van het Europees Parlement en de Raad van 24 november 2010 inzake industriële emissies (geïntegreerde preventie en bestrijding van verontreiniging);2° richtlijn 2011/92/EU van het Europees Parlement en de Raad van 13 december 2011 betreffende de milieueffectbeoordeling van bepaalde openbare en particuliere projecten;3° richtlijn 2013/39/EU van het Europees Parlement en de Raad van 12 augustus 2013 tot wijziging van Richtlijn 2000/60/EG en Richtlijn 2008/105/EG wat betreft prioritaire stoffen op het gebied van het waterbeleid;4° richtlijn 2014/52/EU van het Europees Parlement en de Raad van 16 april 2014 tot wijziging van Richtlijn 2011/92/EU betreffende de milieueffectbeoordeling van bepaalde openbare en particuliere projecten. HOOFDSTUK 2. - Wijzigingen van het besluit van de Vlaamse Regering van 1 juni 1995 houdende algemene en sectorale bepalingen inzake milieuhygiëne

Art. 2.In het besluit van de Vlaamse Regering van 1 juni 1995 houdende algemene en sectorale bepalingen inzake milieuhygiëne, het laatst gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 18 maart 2016, wordt de zinsnede "afdeling, bevoegd voor milieuvergunningen" telkens vervangen door de zinsnede "afdeling Milieu, bevoegd voor de omgevingsvergunning".

Art. 3.In artikel 1.1.2 van hetzelfde besluit, het laatst gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 27 november 2015, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° tussen het opschrift " DEFINITIES GEVAARLIJKE PRODUCTEN EN BRANDBARE VLOEISTOFFEN (Hoofdstukken 4.1., 5.17. en 6.5. en afdelingen 5.6.2 en 5.6.3)" en de subtitel "GEVAARLIJKE GASSEN" wordt een subtitel "ALGEMENE DEFINITIES" ingevoegd, die luidt als volgt : " - ALGEMENE DEFINITIES 1° brandbare vloeistoffen : de vloeistoffen die op basis van de etikettering niet gekenmerkt zijn door een gevarenpictogram volgens de CLP-verordening met een vlampunt hoger dan 60 ° C tot maximaal 250 ° C, of de vloeibare brandstoffen die op basis van de etikettering niet gekenmerkt zijn door gevarenpictogram GHS02 volgens de CLP-verordening met een vlampunt hoger dan 60 ° C tot maximaal 250 ° C;2° CLP-verordening : verordening (EG) nr.1272/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 16 december 2008 betreffende de indeling, etikettering en verpakking van stoffen en mengsels tot wijziging en intrekking van de Richtlijnen 67/548/EEG en 1999/45/EG en tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1907/2006; 3° gevaarlijke gassen : de samengeperste, vloeibaar gemaakte, in oplossing gehouden of sterk gekoelde vloeibare gassen volgens de CLP-verordening;4° gevaarlijke producten : de stoffen en mengsels, vermeld in artikel 3 van de CLP-verordening;5° gevarencategorie : een onderverdeling naar de ernst van het gevaar binnen elke gevarenklasse op basis van de criteria volgens de CLP-verordening;6° gevarenklasse : de aard van het fysische, gezondheids- of milieugevaar, volgens de CLP-verordening;7° gevarenpictogram : de grafische voorstelling die bestaat uit een symbool en andere grafische elementen, zoals een kader, een achtergrondpatroon of -kleur, bedoeld om specifieke informatie over het gevaar in kwestie te verstrekken, volgens de CLP-verordening;8° opslagplaats : de ruimten of plaatsen in gebouwen, ondergronds of in de openlucht, waarin de gevaarlijke producten of de brandbare vloeistoffen, vermeld in dit besluit, in vaste houders, in verplaatsbare recipiënten of onverpakt zijn opgeslagen in een hoeveelheid die het dagverbruik per 24 uur overschrijdt.Daarbij wordt verstaan onder : a) vaste houders : de houders die worden gevuld of bijgevuld op de plaats van gebruik;b) verplaatsbare recipiënten : de houders die worden gevuld of bijgevuld op een andere plaats dan de plaats van gebruik; De volgende ruimten of plaatsen worden niet beschouwd als opslagplaats als vermeld in punt 8° : a) transportvoertuigen;b) fabricagetoestellen waarin de producten een bewerking moeten ondergaan, en de pompen en buffervaten, gekoppeld aan de productie;c) winkelruimten, voor het publiek toegankelijk, voor de verkoop van gevaarlijke producten in verpakkingen met een inhoudsvermogen van maximaal 30 l of 30 kg, met uitzondering van producten, gekenmerkt door gevarenpictogram GHS01; d) geïntegreerde brandstoftanks bij vast opgestelde motoren, zoals bij aggregaten, pompen, noodgeneratoren en dergelijke, met een maximale waterinhoud van 2000 l;"; 2° in "DEFINITIES OPPERVLAKTE- EN GRONDWATERBESCHERMING (INTEGRAAL WATERBELEID) (Hoofdstukken 2.3., 4.2., 5.3., en 6.2. (oppervlaktewater) en 2.4., 4.3., 5.52., 5.53., 5.54., 5.55. en 6.9. (grondwater)), wordt de definitie "prioritaire stoffen" vervangen door wat volgt : "- prioritaire stoffen : de stoffen die conform artikel 3, § 2, 19°, van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid zijn opgesomd in lijst III van bijlage 2C bij dit besluit. Tot die stoffen behoren prioritaire gevaarlijke stoffen waarvoor maatregelen moeten worden getroffen conform artikel 5, eerste lid, 2°, van het voormelde decreet;".

Art. 4.In artikel 1.4.1.1, zesde lid, van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 27 november 2015, wordt tussen de zinsnede "artikel 82" en de zinsnede "een algemene evaluatie" de zinsnede "van het decreet van 25 april 2014" ingevoegd.

Art. 5.In artikel 1.4.3.1.1 van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 27 november 2015, wordt tussen het eerste en het tweede lid een lid ingevoegd, dat luidt als volgt : "De concrete planning wordt door de afdeling Milieu, bevoegd voor de omgevingsvergunning, maximaal zestig dagen na de publicatie van nieuwe of herziene BBT-conclusies in het Publicatieblad van de Europese Unie geactualiseerd.".

Art. 6.In artikel 1.4.6.1, vierde lid, van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 27 november 2015, wordt de zinsnede "als vermeld in artikel 1.4.1.2, 2°, c) en d)" vervangen door de zinsnede "als vermeld in artikel 1.4.2.1, 2°, c) en d)".

Art. 7.In artikel 2.3.6.1, § 3, van hetzelfde besluit, vervangen bij het besluit van de Vlaamse Regering van 16 mei 2014, wordt het woord "milieuvergunning" telkens vervangen door de woorden "omgevingsvergunning voor de exploitatie van de ingedeelde inrichting of activiteit".

Art. 8.In artikel 2.12.0.1, § 3, van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 6 juni 2008 en gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 27 november 2015, wordt het woord "indelingsruriek" vervangen door het woord "indelingsrubriek".

Art. 9.In artikel 3.1.1, § 5, derde lid, van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 16 mei 2014, wordt het woord "milieuvergunning" vervangen door de woorden "omgevingsvergunning voor de exploitatie van de ingedeelde inrichting of activiteit".

Art. 10.Aan artikel 3.3.0.2, 12°, van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 27 november 2015, wordt een punt d) toegevoegd, dat luidt als volgt : "d) een lijst van de hoeveelheden van de verschillende categorieën gevaarlijke afvalstoffen die mogen worden verwerkt;".

Art. 11.In artikel 3.3.0.3, 2°, eerste lid, van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 27 november 2015, worden de woorden "of gelijkwaardige technische maatregelen" vervangen door de woorden "of gelijkwaardige technische maatregelen die een gelijkwaardig niveau van milieubescherming garanderen".

Art. 12.In artikel 4.1.7.2, § 1, eerste lid, van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 16 mei 2014, wordt het woord "milieuvergunning" vervangen door de woorden "omgevingsvergunning voor de exploitatie van de ingedeelde inrichting of activiteit".

Art. 13.In artikel 4.1.8.1, § 4, van hetzelfde besluit, vervangen bij het besluit van de Vlaamse Regering van 26 juni 1996 en gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 27 januari 2006, wordt het woord "milieuvergunning" vervangen door de woorden "omgevingsvergunning voor de exploitatie van de ingedeelde inrichting of activiteit".

Art. 14.In artikel 4.1.9.1.2 van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 26 juni 1996 en het laatst gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 27 november 2015, wordt paragraaf 6 vervangen door wat volgt : " § 6. Als de verandering van een ingedeelde inrichting of activiteit of de wijziging van de indelingslijst tot gevolg heeft dat een ingedeelde inrichting of activiteit voor het eerst inrichtingen of activiteiten omvat die in de vijfde kolom van de indelingslijst met de letter "A" zijn aangeduid, kan de milieucoördinator die op dat ogenblik is aangesteld voor een inrichting of activiteit die in de vijfde kolom van de indelingslijst met de letter "B" is aangeduid, voor het geheel van de inrichtingen en activiteiten die aan de milieucoördinatorplicht onderworpen zijn, verder aangesteld blijven.".

Art. 15.In artikel 4.1.9.1.3, § 3, derde lid, van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 26 juni 1996 en het laatst gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 27 november 2015, worden de woorden "de de afdeling" vervangen door de woorden "de afdeling".

Art. 16.In artikel 4.1.9.1.4 van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 26 juni 1996 en het laatst gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 27 november 2015, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in paragraaf 2, tweede lid, worden de woorden "de de afdeling" vervangen door de woorden "de afdeling";2° in paragraaf 3 worden de woorden "de de afdeling" vervangen door de woorden "de afdeling".

Art. 17.In artikel 4.1.9.2.6, § 1, 1°, van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 26 juni 1996 en het laatst gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 27 november 2015, worden de woorden "de de afdeling" vervangen door de woorden "de afdeling".

Art. 18.In artikel 4.2.1.3, § 6, van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 9 mei 2008, wordt het woord "milieuvergunning" vervangen door de woorden "omgevingsvergunning voor de exploitatie van de ingedeelde inrichting of activiteit".

Art. 19.In artikel 4.4.7.2.10, § 2, van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 18 januari 2013 en gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 27 november 2015, wordt het woord "milieuvergunning" vervangen door de woorden "omgevingsvergunning voor de exploitatie van de ingedeelde inrichting of activiteit".

Art. 20.In artikel 4.5.1.1 van hetzelfde besluit, vervangen bij het besluit van de Vlaamse Regering van 19 januari 1999, wordt paragraaf 2 vervangen door wat volgt : " § 2. Tenzij voor bepaalde categorieën van inrichtingen in dit besluit andere bepalingen zijn opgenomen, zijn de bepalingen, vermeld in afdeling 4.5.2, 4.5.3 en 4.5.4 van dit besluit van toepassing, uitgezonderd tijdens de eigenlijke bouw-, sloop- of wegenwerken.".

Art. 21.In artikel 5.2.2.8.6, § 3, van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 7 maart 2008, wordt het woord "milieuvergunning" vervangen door de woorden "omgevingsvergunning voor de exploitatie van de ingedeelde inrichting of activiteit".

Art. 22.In artikel 5.2.2.9.2, § 1, van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 27 november 2015, wordt het woord "recipinten" vervangen door het woord "recipiënten".

Art. 23.In artikel 5.2.4.6.3, § 1, van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 13 juli 2001 en gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 7 maart 2008, wordt het woord "milieuvergunning" vervangen door de woorden "omgevingsvergunning voor de exploitatie van de ingedeelde inrichting of activiteit".

Art. 24.In artikel 5.2.5.6.1 van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 19 september 2008, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in paragraaf 2, 4°, wordt het woord "milieuvergunning" vervangen door de woorden "omgevingsvergunning voor de exploitatie van de ingedeelde inrichting of activiteit";2° in paragraaf 4 wordt het woord "milieuvergunning" vervangen door de woorden "omgevingsvergunning voor de exploitatie van de ingedeelde inrichting of activiteit".

Art. 25.In artikel 5.2.5.6.2, § 5, van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 19 september 2008, wordt het woord "milieuvergunning" vervangen door de woorden "omgevingsvergunning voor de exploitatie van de ingedeelde inrichting of activiteit".

Art. 26.In artikel 5.6.1.2.12, § 5 en § 6, van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 16 mei 2014, wordt het woord "milieuvergunning" vervangen door de woorden "omgevingsvergunning voor de exploitatie van de ingedeelde inrichting of activiteit".

Art. 27.In artikel 5.6.1.3.8, eerste lid, van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 16 mei 2014, wordt het woord "milieuvergunning" vervangen door de woorden "omgevingsvergunning voor de exploitatie van de ingedeelde inrichting of activiteit".

Art. 28.In artikel 5.6.2.3.3, § 2, van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 16 mei 2014, wordt het woord "milieuvergunning" vervangen door de woorden "omgevingsvergunning voor de exploitatie van de ingedeelde inrichting of activiteit".

Art. 29.In artikel 5.7.5.1, § 3, tweede lid, 2° en 3°, van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 19 september 2008 en vervangen bij het besluit van de Vlaamse Regering van 18 maart 2016, wordt het woord "milieuvergunning" vervangen door de woorden "omgevingsvergunning voor de exploitatie van de ingedeelde inrichting of activiteit".

Art. 30.In artikel 5.7.10.1, § 3, 3°, van hetzelfde besluit wordt het woord "milieuvergunning" vervangen door de woorden "omgevingsvergunning voor de exploitatie van de ingedeelde inrichting of activiteit".

Art. 31.In artikel 5.9.2.2, § 2, tweede lid, van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 18 maart 2016, wordt het woord "milieuvergunning" vervangen door de woorden "omgevingsvergunning voor de exploitatie van de ingedeelde inrichting of activiteit".

Art. 32.In artikel 5.9.8.5, § 6, eerste lid, van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 18 maart 2016, wordt het woord "milieuvergunning" vervangen door de woorden "omgevingsvergunning voor de exploitatie van de ingedeelde inrichting of activiteit".

Art. 33.In artikel 5.16.8.6, § 7, van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 23 december 2011 en gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 16 mei 2014, wordt het woord "milieuvergunning" vervangen door de woorden "omgevingsvergunning voor de exploitatie van de ingedeelde inrichting of activiteit".

Art. 34.In artikel 5.17.2.3, § 4, van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 16 mei 2014, wordt het woord "milieuvergunning" vervangen door de woorden "omgevingsvergunning voor de exploitatie van de ingedeelde inrichting of activiteit".

Art. 35.In artikel 5.17.4.2.4, § 1, 4°, van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 16 mei 2014, worden de woorden "afdeling, bevoegd voor milieuvergunningen" vervangen door de zinsnede "afdeling Milieu, bevoegd voor de omgevingsvergunning".

Art. 36.In artikel 5.17.4.2.5, § 7, van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 16 mei 2014, wordt het woord "milieuvergunning" vervangen door de woorden "omgevingsvergunning voor de exploitatie van de ingedeelde inrichting of activiteit".

Art. 37.In artikel 5.20.2.7, § 4, tweede lid, van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 23 april 2004 en vervangen bij het besluit van de Vlaamse Regering van 7 juni 2013, wordt het woord "milieuvergunning" vervangen door de woorden "omgevingsvergunning voor de exploitatie van de ingedeelde inrichting of activiteit".

Art. 38.In artikel 5.29.0.7, 5°, van hetzelfde besluit, vervangen bij het besluit van de Vlaamse Regering van 19 januari 1999, wordt het woord "milieuvergunning" vervangen door de woorden "omgevingsvergunning voor de exploitatie van de ingedeelde inrichting of activiteit".

Art. 39.In artikel 5.30.0.7, tweede lid, van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 19 januari 1999, wordt het woord "milieuvergunning" vervangen door de woorden "omgevingsvergunning voor de exploitatie van de ingedeelde inrichting of activiteit".

Art. 40.In artikel 5.30.1.3, § 2, van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 16 mei 2014, wordt in de tabel het woord "milieuvergunning" vervangen door de woorden "omgevingsvergunning voor de exploitatie van de ingedeelde inrichting of activiteit".

Art. 41.In artikel 5.32.2.3, § 1, vierde lid, van hetzelfde besluit wordt het woord "milieuvergunning" vervangen door de woorden "omgevingsvergunning voor de exploitatie van de ingedeelde inrichting of activiteit".

Art. 42.In artikel 5.32.8.3.5, § 1 en § 3, van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 18 maart 2016, wordt het woord "milieuvergunning" vervangen door de woorden "omgevingsvergunning voor de exploitatie van de ingedeelde inrichting of activiteit".

Art. 43.In artikel 5.35.1.3, § 1, van hetzelfde besluit wordt het woord "milieuvergunning" vervangen door de woorden "omgevingsvergunning voor de exploitatie van de ingedeelde inrichting of activiteit".

Art. 44.In artikel 5.38.0.2, § 1, van hetzelfde besluit, vervangen bij het besluit van de Vlaamse Regering van 18 maart 2016, wordt het woord "milieuvergunning" vervangen door de woorden "omgevingsvergunning voor de exploitatie van de ingedeelde inrichting of activiteit".

Art. 45.In artikel 5.43.2.8, (3), c), van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 7 juni 2013, wordt het woord "milieuvergunningsaanvraag" vervangen door de woorden "aanvraag van een omgevingsvergunning voor de exploitatie van de ingedeelde inrichting of activiteit".

Art. 46.In artikel 5.43.3.25 van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 7 juni 2013 en gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse Regering van 16 mei 2014, 27 november 2015 en 11 december 2015, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in paragraaf 2, 1°, wordt de zinsnede "of met ontzwaveld raffinaderijgas waarvan het zwavelgehalte minder dan 150 ppm bedraagt" opgeheven;2° in paragraaf 3, tweede lid, 1°, wordt de zinsnede "of met ontzwaveld raffinaderijgas waarvan het zwavelgehalte minder dan 150 ppm bedraagt" opgeheven.

Art. 47.In artikel 5.43.4.2 van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 23 april 2004, wordt de volgende alinea toegevoegd : "Bij beduidende veranderingen in de gebruikte brandstof of de wijze van functioneren van elke stookinstallatie met een totaal nominaal thermisch ingangsvermogen van 100 MW of meer, moet de toezichthoudende overheid daarvan in kennis worden gesteld. De toezichthoudende overheid beslist of de bestaande monitoringsverplichtingen toereikend zijn dan wel aangepast moeten worden.".

Art. 48.In artikel 5.45.7.3 van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 18 maart 2016, wordt het woord "milieuvergunning" vervangen door de woorden "omgevingsvergunning voor de exploitatie van de ingedeelde inrichting of activiteit".

Art. 49.In artikel 5.50.0.2, tweede lid, van hetzelfde besluit wordt het woord "milieuvergunning" vervangen door de woorden "omgevingsvergunning voor de exploitatie van de ingedeelde inrichting of activiteit".

Art. 50.In artikel 5.60.4 van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 31 mei 2002, wordt het woord "milieuvergunning" vervangen door de woorden "omgevingsvergunning voor de exploitatie van de ingedeelde inrichting of activiteit".

Art. 51.In bijlage 1 bij hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 27 november 2015, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in "Verklaring van de symbolen die gebruikt worden in kolom 4 tot en met 8" worden tussen de woorden "A = inrichting of activiteit van klasse 2 waarvoor de afdeling Milieu, bevoegd voor de omgevingsvergunning," en de woorden "advies verstrekt" de woorden "als bepaald in artikel 37, § 2, van het besluit van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet van 25 april 2015 betreffende de omgevingsvergunning" ingevoegd; 2° in de verklaring van "S" worden in punt 2°, k), de woorden "43.3 voor activiteiten met een nominaal thermisch ingangsvermogen van 50 MW" vervangen door de woorden "43.3.2°. voor activiteiten met een nominaal thermisch ingangsvermogen van 50 MW of meer"; 3° aan de inleidende tekst van de indelingslijst worden de volgende leden toegevoegd : "Definitie van het begrip gebied in de hieronder vermelde indelingsrubrieken De gebieden, vermeld in indelingsrubriek 4.3, rubriek 6.1, rubriek 6.2, rubriek 8, rubriek 9, rubriek 10, rubriek 11, rubriek 12.1, rubriek 12.4, rubriek 13.2, rubriek 14, rubriek 15, rubriek 16.3, rubriek 17, rubriek 19, rubriek 20.3.1, rubriek 20.3.3, rubriek 20.3.5, rubriek 21, rubriek 22, rubriek 23.2, rubriek 23.3, rubriek 25, rubriek 26, rubriek 28.2, rubriek 29, rubriek 30, rubriek 31.1, rubriek 33, rubriek 34, rubriek 36, rubriek 40, rubriek 41, rubriek 42, 43.1, rubriek 44, rubriek 45 en rubriek 46 en rubriek 53.2 zijn de gebieden zoals bepaald door de stedenbouwkundige voorschriften van een goedgekeurd plan van aanleg, een ruimtelijk uitvoeringsplan of een behoorlijk vergunde, niet-vervallen verkavelingsvergunning of omgevingsvergunning voor het verkavelen van gronden.

Als de bestemming is vastgelegd in een ruimtelijk uitvoeringsplan, wordt onder "industriegebied" de categorie van gebiedsaanduiding "bedrijvigheid" verstaan, met uitzondering van de volgende gebiedsaanduidingen die onder deze categorie vallen : - specifiek regionaal bedrijventerrein voor kantoren; - specifiek regionaal bedrijventerrein voor kleinhandel; - buffer voor bedrijventerreinen.

Als de bestemming is vastgelegd in een ruimtelijk uitvoeringsplan, wordt onder "woongebied met landelijk karakter" de subcategorie van gebiedsaanduiding "gebied voor wonen en landbouw" verstaan." 4° in indelingsrubriek 2.2.2, d), worden de punten 1° tot en met 3° vervangen door wat volgt :

"

a)

maximaal 25 ton voertuigwrakken of afgedankte voertuigen die noch vloeistoffen, noch andere gevaarlijke onderdelen bevatten (de afgedankte voertuigen zijn alleen afkomstig van erkende centra voor depollutie, demontage en vernietiging van afgedankte voertuigen);

3

O

b)

maximaal 5 ton voertuigwrakken of afgedankte voertuigen die wel nog vloeistoffen of andere gevaarlijke onderdelen kunnen bevatten.

3

O

a)

meer dan 25 ton tot maximaal 100 ton voertuigwrakken of afgedankte voertuigen die noch vloeistoffen, noch andere gevaarlijke onderdelen bevatten (de afgedankte voertuigen zijn alleen afkomstig van erkende centra voor depollutie, demontage en vernietiging van afgedankte voertuigen;

2

O, T

A

b)

meer dan 5 ton tot maximaal 100 ton voertuigwrakken of afgedankte voertuigen die wel nog vloeistoffen of andere gevaarlijke onderdelen kunnen bevatten.

2

O, T

A

meer dan 100 ton voertuigwrakken of afgedankte voertuigen die al dan niet vloeistoffen of andere gevaarlijke onderdelen bevatten (afgedankte voertuigen die noch vloeistoffen, noch andere gevaarlijke onderdelen bevatten zijn alleen afkomstig van erkende centra voor depollutie, demontage en vernietiging van afgedankte voertuigen."

1

O, T

B

B


5° in indelingsrubriek 2.3.2 worden de volgende wijzigingen aangebracht : a) aan het inleidend deel wordt een derde lid toegevoegd dat luidt als volgt : "opmerking : De behandeling van risicohoudende medische afvalstoffen die in aanmerking komen voor decontaminatie met vochtige hitte, is niet ingedeeld in rubriek 2.3.2. maar in rubriek 2.3.13."; b) in punt f) wordt het tweede lid opgeheven; 6° de indelingsrubrieken vermeld in de eerste kolom van onderstaande tabel worden hernummerd tot de indelingsrubrieken vermeld in de tweede kolom :

2.3.4.1.a).1°. 1)

2.3.4.1.a).1°. 1°

2.3.4.1.a).1°. 2)

2.3.4.1.a).1°. 2°

2.3.4.1.a).2°. 1)

2.3.4.1.a).2°. 1°

2.3.4.1.a).2°. 2)

2.3.4.1.a).2°. 2°

2.3.4.2.a).1°. 1)

2.3.4.2.a).1°. 1°

2.3.4.2.a).1°. 2)

2.3.4.2.a).1°. 2°

2.3.4.2.a).2°. 1)

2.3.4.2.a).2°. 1°

2.3.4.2.a).2°. 2)

2.3.4.2.a).2°. 2°

2.3.6.a).1)

2.3.6.a).1°

2.3.6.a).2)

2.3.6.a).2°

2.3.6.b).1)

2.3.6.b).1°

2.3.6.b).2)

2.3.6.b).2°

2.3.6.b).3)

2.3.6.b).3°

2.3.6.b).4)

2.3.6.b).4°

2.3.6.b).5)

2.3.6.b).5°

2.3.6.b).6)

2.3.6.b).6°

2.3.6.c).1)

2.3.6.c).1°

2.3.6.c).2)

2.3.6.c).2°

2.3.6.c).3)

2.3.6.c).3°

2.3.6.c).4)

2.3.6.c).4°

4.3.b).1)

4.3.b).1°

4.3.b).2)

4.3.b).2°

4.3.b).3)

4.3.b).3°

4.3.c).1)

4.3.c).1°

4.3.c).2)

4.3.c).2°

4.3.c).3)

4.3.c).3°


7° indelingsrubriek 2.3.11 worden de volgende wijzigingen aangebracht : a) aan het inleidend deel wordt onder "opmerking" een tweede lid toegevoegd dat luidt als volgt : "Tot de hieronder vermelde voorzieningen worden dammen of andere structuren gerekend voor het bevatten, vasthouden, beperken of anderszins ondersteunen van een dergelijke voorziening, alsook, maar niet uitsluitend, afvalbergen en bekkens, maar met uitzondering van uitgravingen waarin afval wordt teruggeplaatst na extractie van het mineraal met het oog op rehabilitatie- en bouwdoeleinden."; b) het laatste lid wordt opgeheven; 8° rubriek 2.4.1. wordt vervangen door wat volgt :

2.4.1.

de verwijdering of nuttige toepassing van gevaarlijke afvalstoffen met een capaciteit van meer dan 10 ton per dag door middel van een of meer van de volgende activiteiten :


a)

biologische behandeling

1

G,M,O,T,X

A

P

R

B,S

b)

fysisch-chemische behandeling

1

G,M,O,T,X

A

P

R

B,S

c)

mengen of vermengen voorafgaand aan een van de behandelingen, vermeld in rubriek 2.4.1 en

1

G,M,O,T,X

A

P

R

B,S

d)

2.4.2 herverpakking, voorafgaand aan een van de behandelingen, vermeld in rubriek 2.4.1 en

1

G,M,O,T,X

A

P

R

B,S

e)

2.4.2

1

G,M,O,T,X

A

R

B,S

f)

terugwinning/regeneratie van oplosmiddelen recycling/terugwinning van andere anorganische

1

G,M,O,T,X

A

P

R

B,S

g)

materialen dan metalen of metaalverbindingen

1

G,M,O,T,X

A

R

B,S

h)

regeneratie van zuren of basen terugwinning van bestanddelen die worden

1

G,M,O,T,X

A

P

R

B,S

i)

gebruikt om vervuiling tegen te gaan

1

G,M,O,T,X

A

R

B,S

j)

terugwinning van bestanddelen uit katalysatoren

1

G,M,O,T,X

A

P

R

B,S

k)

herraffinage van olie en ander hergebruik van olie opslag in waterbekkens

1

G,M,O,T,X

A

P

R

B,S


9° rubriek 2.4.4. wordt vervangen door wat volgt :

2.4.4.

a)

stortplaatsen die meer dan 10 ton per dag ontvangen met uitzondering van stortplaatsen voor inerte afvalstoffen1

1

G,O,T,X

A

P

R

B,S

b)

stortplaatsen die een totale capaciteit van meer dan 25.000 ton hebben met uitzondering van stortplaatsen voor inerte afvalstoffen

1

G,O,T,X

A

P

R

B,S


10° in indelingsrubriek 4.3, rubriek 10, rubriek 11, rubriek 12.1, rubriek 12.4, rubriek 13.2, rubriek 14, rubriek 15, rubriek 17, rubriek 19, rubriek 20.3.1, rubriek 21, rubriek 22, rubriek 23.2, rubriek 23.3, rubriek 31.1, rubriek 33.4, rubriek 34, rubriek 43.1 en rubriek 46 worden de volgende zinnen opgeheven : "De gebieden, vermeld in deze rubriek, betreffen de gebieden, zoals bepaald door de stedenbouwkundige voorschriften van een goedgekeurd plan van aanleg, een ruimtelijk uitvoeringsplan of een behoorlijk vergunde, niet-vervallen verkavelingsvergunning.

Als de bestemming is vastgelegd in een ruimtelijk uitvoeringsplan, wordt onder "industriegebied" de categorie van gebiedsaanduiding "bedrijvigheid" verstaan, met uitzondering van de volgende gebiedsaanduidingen die onder deze categorie vallen : - specifiek regionaal bedrijventerrein voor kantoren; - specifiek regionaal bedrijventerrein voor kleinhandel; - buffer voor bedrijventerreinen."; 11° in indelingsrubriek 3.2.1° en rubriek 3.6.4.1° wordt in de kolom "klasse" het cijfer "3" opgeheven; 12° indelingsrubriek 4.6. wordt vervangen door wat volgt :

4.6.

de oppervlaktebehandeling van stoffen, voorwerpen of producten met behulp van organische oplosmiddelen, in het bijzonder voor het appreteren, bedrukken, het aanbrengen van een laag, het ontvetten, het vochtdicht maken, lijmen, verven reinigen of impregneren, met een verbruikscapaciteit van :


Er kan overlapping zijn met deelrubrieken van rubriek 29 en 41


a)

meer dan 150 kg organisch oplosmiddel per uur

1

G, M,T,X

A

P

R

B,S

b)

meer dan 200 ton per jaar

1

G, M,T,X

A

P

R

B,S


13° in indelingsrubriek 6.1, rubriek 8 en rubriek 16.3, worden de volgende leden opgeheven : "De in deze rubriek vermelde gebieden betreffen de gebieden, zoals bepaald door de stedenbouwkundige voorschriften van een goedgekeurd plan van aanleg, een ruimtelijk uitvoeringsplan of een behoorlijk vergunde, niet-vervallen verkavelingsvergunning.

Als de bestemming is vastgelegd in een ruimtelijk uitvoeringsplan, wordt onder "industriegebied" de categorie van gebiedsaanduiding "bedrijvigheid" verstaan, met uitzondering van de volgende gebiedsaanduidingen die onder deze categorie vallen : - specifiek regionaal bedrijventerrein voor kantoren - specifiek regionaal bedrijventerrein voor kleinhandel - buffer voor bedrijventerreinen"; 14° in indelingsrubriek 6.2, rubriek 29.5.5, rubriek 29.5.7, wordt de volgende zin opgeheven : "De gebieden, vermeld in deze rubriek, betreffen de gebieden, zoals bepaald door de stedenbouwkundige voorschriften van een goedgekeurd plan van aanleg, een ruimtelijk uitvoeringsplan of een behoorlijk vergunde, niet-vervallen verkavelingsvergunning."; 15° in indelingsrubriek 9 worden de volgende zinnen opgeheven : "De gebieden, vermeld in deze rubriek, betreffen de gebieden, zoals bepaald door de stedenbouwkundige voorschriften van een goedgekeurd plan van aanleg, een ruimtelijk uitvoeringsplan of een behoorlijk vergunde, niet-vervallen verkavelingsvergunning. Als de bestemming is vastgelegd in een ruimtelijk uitvoeringsplan, wordt onder "woongebied met landelijk karakter" de subcategorie van gebiedsaanduiding "gebied voor wonen en landbouw" verstaan."; 16° in indelingsrubriek 9.3.1. worden de volgende wijzigingen aangebracht : a) de zinsnede " kippenstal, stal voor pluimvee of niet onder rubriek 9.2.2, f), en 9.3.2 begrepen gevogelte, waaronder verstaan wordt, een of meer gebouwen of installaties" wordt vervangen door het woord "inrichting"; b) in punt d) worden de woorden "en met rubriek 9.5" opgeheven : 17° in indelingsrubriek 9.4.1. worden de volgende wijzigingen aangebracht : a) de zinsnede " Varkensstal waaronder verstaan wordt een of meer gebouwen of installaties" wordt vervangen door het woord "inrichting"; b) aan de inleidende zin van punt d) wordt de volgende zin toegevoegd : "(Er kan overlapping zijn met een andere deelrubriek van rubriek 9.4.1)"; c) de zin "(Er kan overlapping zijn met een andere deelrubriek van rubriek 9.4.1 en met rubriek 9.5)" wordt opgeheven; 18° in indelingsrubriek 9.4.2. wordt de zinsnede " stallen voor mestkalveren, waaronder verstaan wordt een of meer gebouwen of installaties" vervangen door de woorden "inrichting "; 19° in indelingsrubriek 9.4.3. worden aan het inleidend deel de volgende wijzigingen aangebracht : a) de zinsnede "stallen voor grote zoogdieren, inzonderheid paarden en runderachtigen, waaronder verstaan wordt een of meer gebouwen of installaties" wordt vervangen door de zinsnede "inrichting voor grote zoogdieren, inzonderheid paarden en runderachtigen," b) er wordt een lid toegevoegd dat luidt als volgt : "opmerking : de weiden die alleen gebruikt worden om de dieren te laten grazen, maken geen onderdeel uit van de inrichting"; 20° indelingsrubriek 9.5 wordt vervangen door wat volgt :

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld ".

Art. 52.In punt 2°, m), van bijlage 1.1.2 bij hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 7 juni 2013, wordt de zinsnede ", van titel I van het VLAREM" opgeheven.

Art. 53.In bijlage 2C bij hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 27 november 2015, wordt lijst III vervangen door wat volgt : "Lijst III - Lijst van prioritaire stoffen op het gebied van het waterbeleid Lijst III Lijst van prioritaire stoffen op het gebied van het waterbeleid, ter gedeeltelijke omzetting van richtlijn 2013/39/EU van het Europees Parlement en de Raad van 12 augustus 2013 tot wijziging van Richtlijn 2000/60/EG en Richtlijn 2008/105/EG wat betreft prioritaire stoffen op het gebied van het waterbeleid LIJST VAN PRIORITAIRE STOFFEN OP HET GEBIED VAN HET WATERBELEID

Nummer

CAS-nummer (1)

EU-nummer (2)

Naam van de prioritaire stof (3)

Aangewezen alsprioritair gevaarlijke stof

(1)

15972-60-8

240-110-8

alachloor


(2)

120-12-7

204-371-1

antraceen

X

(3)

1912-24-9

217-617-8

atrazine


(4)

71-43-2

200-753-7

benzeen


(5)

n.v.t.

n.v.t.

gebromeerde difenylethers

X (4)

(6)

7440-43-9

231-152-8

cadmium en cadmiumverbindingen

X

(7)

85535-84-8

287-476-5

chlooralkanen C 10-13

X

(8)

470-90-6

207-432-0

chloorfenvinfos


(9)

2921-88-2

220-864-4

chloorpyrifos (chloorpyrifosethyl)


(10)

107-06-2

203-458-1

1,2-dichloorethaan


(11)

75-09-2

200-838-9

dichloormethaan


(12)

117-81-7

204-211-0

di(2-ethylhexyl)ftalaat (DEHP)

X

(13)

330-54-1

206-354-4

diuron


(14)

115-29-7

204-079-4

endosulfan

X

(15)

206-44-0

205-912-4

fluoranteen


(16)

118-74-1

204-273-9

hexachloorbenzeen

X

(17)

87-68-3

201-765-5

hexachloorbutadieen

X

(18)

608-73-1

210-168-9

hexachloorcyclohexaan

X

(19)

34123-59-6

251-835-4

isoproturon


(20)

7439-92-1

231-100-4

lood en loodverbindingen


(21)

7439-97-6

231-106-7

kwik en kwikverbindingen

X

(22)

91-20-3

202-049-5

naftaleen


(23)

7440-02-0

231-111-4

nikkel en nikkelverbindingen


(24)

n.v.t.

n.v.t.

nonylfenolen

X (5)

(25)

n.v.t.

n.v.t.

octylfenolen (6)


(26)

608-93-5

210-172-0

pentachloorbenzeen

X

(27)

87-86-5

201-778-6

pentachloorfenol


(28)

n.v.t.

n.v.t.

polycyclische aromatische koolwaterstoffen (PAK) (7)

X

(29)

122-34-9

204-535-2

simazine


(30)

n.v.t.

n.v.t.

tributyltinverbindingen

X (8)

(31)

12002-48-1

234-413-4

trichloorbenzenen


(32)

67-66-3

200-663-8

trichloormethaan (chloroform)


(33)

1582-09-8

216-428-8

trifluraline

X

(34)

115-32-2

204-082-0

dicofol

X

(35)

1763-23-1

217-179-8

perfluoroctaansulfonzuur en de derivaten ervan (PFOS)

X

(36)

124495-18-7

n.v.t.

quinoxyfen

X

(37)

n.v.t.

n.v.t.

dioxinen en dioxineachtige verbindingen

X (9)

(38)

74070-46-5

277-704-1

aclonifen


(39)

42576-02-3

255-894-7

bifenox


(40)

28159-98-0

248-872-3

cybutryne


(41)

52315-07-8

257-842-9

cypermethrin (10)


(42)

62-73-7

200-547-7

dichloorvos


(43)

n.v.t.

n.v.t.

hexabroomcyclododecaan (HBCDD)

X(11)

(44)

76-44-8/1024-57-3

200-962-3/213-831-0

heptachloor en heptachloorepoxide

X

(45)

886-50-0

212-950-5

terbutryn


Art. 54.In punt 7 van bijlage 2.2.4.4 bij hetzelfde besluit wordt de zinsnede "artikel 1, 16° van titel I van het VLAREM" vervangen door de zinsnede "artikel 1.1.2 van titel II van het VLAREM".

Art. 55.In punt 1.6 van bijlage 2.2.4.6 bij hetzelfde besluit wordt de zinsnede "artikel 1, 16° van titel I van het VLAREM" vervangen door de zinsnede "artikel 1.1.2 van titel II van het VLAREM".

Art. 56.In punt IV, b), tweede lid, van bijlage 2.5.8.3 bij hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 22 december 2006, wordt de zinsnede "artikel 1, 29°, van titel I van het VLAREM" vervangen door de zinsnede "artikel 1.1.2 van titel II van het VLAREM".

Art. 57.In punt 21.3, 2°, van bijlage 5.3.2 bij hetzelfde besluit, het laatst gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 27 november 2015, wordt de zinsnede "van titel I van het VLAREM" opgeheven.

Art. 58.In punt 36 van bijlage 5.3.2 bij hetzelfde besluit, vervangen bij het besluit van de Vlaamse Regering van 23 december 2011, wordt het woord "milieuvergunning" vervangen door de woorden "omgevingsvergunning voor de exploitatie van de ingedeelde inrichting of activiteit".

Art. 59.In punt 45, a), ii, van bijlage 5.3.2 bij hetzelfde besluit, vervangen bij het besluit van de Vlaamse Regering van 23 december 2011, wordt het woord "milieuvergunning" vervangen door de woorden "omgevingsvergunning voor de exploitatie van de ingedeelde inrichting of activiteit".

Art. 60.In punt 54bis van bijlage 5.3.2 bij hetzelfde besluit, vervangen bij het besluit van de Vlaamse Regering van 23 december 2011, wordt het woord "milieuvergunning" vervangen door de woorden "omgevingsvergunning voor de exploitatie van de ingedeelde inrichting of activiteit".

Art. 61.In punt 55 van bijlage 5.3.2 bij hetzelfde besluit, vervangen bij het besluit van de Vlaamse Regering van 18 maart 2016, wordt het woord "milieuvergunning" telkens vervangen door de woorden "omgevingsvergunning voor de exploitatie van de ingedeelde inrichting of activiteit".

Art. 62.In punt 6 van bijlage 5.17.6 bij hetzelfde besluit, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 16 mei 2014, wordt het woord "milieuvergunning" vervangen door de woorden "omgevingsvergunning voor de exploitatie van de ingedeelde inrichting of activiteit".

Art. 63.In bijlage 5.51.3 bij hetzelfde besluit, het laatst gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 16 mei 2014, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in deel 2, punt A, tweede alinea, 4°, c), wordt de zinsnede "bijlage 15 B, punt 4) bij titel I van het Vlarem" vervangen door de zinsnede "bijlage 1.5.1.1.B, punt 4)"; 2° in deel 4, punt 1.3, derde alinea, 1°, wordt de zinsnede "bijlage 15A. van titel I van het Vlarem" vervangen door de zinsnede "bijlage 1.5.1.1.A".

Art. 64.In hoofdstuk 1, deel II, punt 11, van bijlage 5.53.1 bij hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 19 september 2008, wordt het woord "milieuvergunning" vervangen door de woorden "omgevingsvergunning voor de exploitatie van de ingedeelde inrichting of activiteit". HOOFDSTUK 3. - Wijzigingen van het VLAREBO-besluit van 14 december 2007

Art. 65.In artikel 1 van het VLAREBO-besluit van 14 december 2007, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse Regering van 17 februari 2012, 1 maart 2013, 15 maart 2013, 23 oktober 2015 en 27 november 2015, wordt punt 5° opgeheven.

Art. 66.In artikel 21, eerste lid, 2° en derde lid, van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 16 mei 2014, wordt de zinsnede "In bijlage 1 van VLAREM I (kolom 8)" telkens vervangen door de zinsnede "In kolom 8 van de indelingslijst, vermeld in artikel 5.2.1, § 1, van het decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid".

Art. 67.In artikel 23, 2°, a), van hetzelfde besluit, vervangen bij het besluit van de Vlaamse Regering van 23 oktober 2015, wordt de zinsnede "de indelingslijst, opgenomen in bijlage 1 bij VLAREM I" vervangen door de zinsnede "de indelingslijst, vermeld in artikel 5.2.1, § 1, van het decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid".

Art. 68.In artikel 61 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 16 mei 2014, wordt de zinsnede "de exploitanten van de risico-inrichtingen die in kolom 8 van de lijst in bijlage 1 van VLAREM I" vervangen door de zinsnede "de exploitanten van de risico-inrichtingen die in kolom 8 van de indelingslijst, vermeld in artikel 5.2.1, § 1, van het decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid,".

Art. 69.In artikel 62 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 16 mei 2014, wordt de zinsnede "de exploitanten van de risico-inrichtingen die in kolom 8 van de lijst in bijlage 1 van VLAREM I" vervangen door de zinsnede "de exploitanten van de risico-inrichtingen die in kolom 8 van de indelingslijst, vermeld in artikel 5.2.1, § 1, van het decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid,".

Art. 70.In artikel 83 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in de inleidende zin worden de woorden "inrichtingen omvat die krachtens het Milieuvergunningsdecreet" vervangen door de zinsnede "de exploitatie van ingedeelde inrichtingen omvat die overeenkomstig artikel 6, eerste lid, van het decreet betreffende de omgevingsvergunning"; 2° punt 2° wordt vervangen door wat volgt : "2° de andere overheidsorganen die krachtens artikel 37 van het besluit van de Vlaamse Regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning aangewezen zijn om advies uit te brengen over een omgevingsvergunningsaanvraag voor die inrichtingen, met uitzondering van de OVAM.".

Art. 71.Artikel 84 van hetzelfde besluit wordt vervangen door wat volgt : "

Art. 84.Als het bodemsaneringsproject stedenbouwkundige handelingen omvat die overeenkomstig artikel 4.2.1 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening vergunningsplichtig zijn, legt de OVAM het ontvankelijke en volledige bodemsaneringsproject binnen een termijn van veertien dagen na ontvangst ervan voor advies voor aan de gewestelijke omgevingsambtenaar.".

Art. 72.In artikel 102, van hetzelfde besluit wordt punt 2° vervangen door wat volgt : "2° door de voorgestelde aanpassing wordt de meldingsplichtige inrichting of de inrichting met verplichte omgevingsvergunning voor de exploitatie van de ingedeelde inrichting of activiteit, opgenomen in het conform verklaarde bodemsaneringsproject of het conform verklaarde beperkt bodemsaneringsproject, ingedeeld in een hogere klasse krachtens de bepalingen van het decreet betreffende de omgevingsvergunning".

Art. 73.In artikel 162, 2°, van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 23 mei 2014, wordt de zinsnede "rubriek 60 van bijlage 1 van Vlarem I" vervangen door de zinsnede "indelingsrubriek 60 van de indelingslijst, vermeld in artikel 5.2.1, § 1, van het decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid".

Art. 74.In artikel 203, § 1, 17°, van hetzelfde besluit wordt de zinsnede "Vlarem I en II" vervangen door de zinsnede "besluit van de Vlaamse Regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning en VLAREM II". HOOFDSTUK 4. - Wijzigingen van het besluit van de Vlaamse Regering van 12 december 2008 tot uitvoering van titel XVI van het decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid

Art. 75.In artikel 1 van het besluit van de Vlaamse Regering van 12 december 2008 tot uitvoering van titel XVI van het decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, het laatst gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 27 november 2015, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° er wordt een punt 20° /1 ingevoegd, dat luidt als volgt : "20° /1 Omgevingsvergunningenbesluit : het besluit van de Vlaamse Regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning;"; 2° er wordt een punt 44° /1 ingevoegd, dat luidt als volgt : "44° /1 indelingslijst : de lijst die opgenomen is als bijlage 1 bij titel II van het VLAREM;"; 3° punt 45° wordt vervangen door wat volgt : "45° GPBV-installatie : een vaste technische eenheid als vermeld in artikel 2, eerste lid, 18°, van het Omgevingsvergunningenbesluit of in rubriek 59 van de indelingslijst;"; 4° in punt 46° wordt het woord "vergunningsvoorwaarden" vervangen door het woord "milieuvoorwaarden".

Art. 76.In artikel 16, § 1, tweede lid, van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 3 juli 2015, wordt de zinsnede "overeenkomstig titel I van het Vlarem" vervangen door de zinsnede "overeenkomstig de indelingslijst".

Art. 77.In artikel 21 van hetzelfde besluit, het laatst gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 3 juli 2015, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in punt 7° wordt het woord "Milieuvergunningendecreet" vervangen door de woorden : "decreet betreffende de omgevingsvergunning;"; 2° in punt 21° wordt de zinsnede "in artikel 3 van het Milieuvergunningendecreet" vervangen door de zinsnede "in artikel 5.2.1 van het decreet".

Art. 78.In artikel 22, 1°, van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 19 november 2010 en gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 1 maart 2013, wordt de zinsnede "hoofdstuk IIIbis van het Milieuvergunningendecreet" vervangen door de zinsnede "titel V, hoofdstuk 6, van het decreet".

Art. 79.In artikel 24 van hetzelfde besluit, vervangen bij het besluit van de Vlaamse Regering van 30 april 2009 en gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse Regering van 15 juli 2011 en 25 april 2014, wordt punt 1° vervangen door wat volgt : "1° het decreet betreffende de omgevingsvergunning, wat het gevaar voor stabiliteitsproblemen betreft bij inrichtingen die vergund zijn in het kader van de subrubrieken 2.3.11, 18.1 en 18.7 van de indelingslijst en bij inrichtingen die vergund zijn in het kader van rubriek 60 van de indelingslijst als het een opvulling van een vergunde ontginning betreft;".

Art. 80.In artikel 26 van hetzelfde besluit, vervangen bij het besluit van de Vlaamse Regering van 11 december 2015, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in punt 1°, b), wordt het woord "Milieuvergunningendecreet" vervangen door de woorden "decreet betreffende de omgevingsvergunning";2° in punt 3° wordt de zinsnede "hoofdstuk IIIbis van het Milieuvergunningendecreet" vervangen door de zinsnede "titel V, hoofdstuk VI, van het decreet".

Art. 81.In artikel 28/2 van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 1 maart 2013, wordt de zinsnede "hoofdstuk IIIbis van het Milieuvergunningendecreet" vervangen door de zinsnede "titel V, hoofdstuk VI, van het decreet".

Art. 82.In artikel 29, 5°, van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 1 maart 2013, wordt de zinsnede "hoofdstuk IIIbis van het Milieuvergunningendecreet" vervangen door de zinsnede "titel V, hoofdstuk VI, van het decreet".

Art. 83.In artikel 30, 2°, van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 27 november 2015; wordt de zinsnede "artikel 20 van titel I van het Vlarem" vervangen door de zinsnede "artikel 37 van het Omgevingsvergunningenbesluit".

Art. 84.In artikel 33, § 2, van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 7 september 2012 en gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 3 juli 2015, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in het eerste lid wordt punt 2° vervangen door wat volgt : "2° het decreet betreffende de omgevingsvergunning en de uitvoeringsbesluiten ervan, wat de geluidsaspecten betreft voor de inrichtingen die overeenkomstig de indelingslijst zijn ingedeeld als inrichtingen van klasse 2 en 3."; 2° in het tweede lid wordt de zinsnede "de inrichtingen die overeenkomstig bijlage 1 van titel I van het VLAREM zijn ingedeeld als inrichtingen van klasse 1" vervangen door de zinsnede "de inrichtingen die overeenkomstig de indelingslijst zijn ingedeeld als inrichtingen van klasse 1";.

Art. 85.In artikel 34 van hetzelfde besluit, het laatst gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 3 juli 2015, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in paragraaf 1, eerste lid, wordt de zinsnede "voor de inrichtingen die overeenkomstig bijlage 1 van titel I van het Vlarem zijn ingedeeld als inrichtingen van klasse 2 en 3" vervangen door de zinsnede "voor de inrichtingen die overeenkomstig de indelingslijst zijn ingedeeld als inrichtingen van klasse 2 en 3"; 2° in paragraaf 1, eerste lid, wordt punt 7° vervangen door wat volgt : "7° het decreet betreffende de omgevingsvergunning;"; 3° in paragraaf 1, tweede lid, wordt de zinsnede "de inrichtingen die overeenkomstig bijlage 1 van titel I van het Vlarem zijn ingedeeld als inrichtingen van klasse 1" vervangen door de zinsnede "de inrichtingen die overeenkomstig de indelingslijst zijn ingedeeld als inrichtingen van klasse 1"; 4° in paragraaf 2, eerste lid, wordt punt 2° vervangen door wat volgt : "2° het decreet betreffende de omgevingsvergunning en de uitvoeringsbesluiten ervan, wat de geluidsaspecten betreft voor de inrichtingen, vermeld in rubriek 32.1 en 32.2 van de indelingslijst."; 5° in paragraaf 2, tweede lid, wordt de zinsnede "de inrichtingen die overeenkomstig bijlage 1 van titel I van het VLAREM zijn ingedeeld als inrichtingen van klasse 1, 2 en 3" vervangen door de zinsnede "de inrichtingen die overeenkomstig de indelingslijst zijn ingedeeld als inrichtingen van klasse 1, 2 en 3".

Art. 86.In artikel 35/4, derde en vierde lid, van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 7 juni 2013, wordt het woord "vergunningsvoorwaarden" vervangen door het woord "milieuvoorwaarden".

Art. 87.In artikel 35/5 van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 7 juni 2013, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in punt 2° het woord "vergunningsvoorwaarden" vervangen door het woord "milieuvoorwaarden";2° in punt 3° wordt de zinsnede "of aan het milieuzorgsysteem ISO 14001" opgeheven.

Art. 88.In artikel 35/6 van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 7 juni 2013 en gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 27 november 2015, wordt de zinsnede "vergunningsvoorwaarden, overeenkomstig artikel 41bis van titel I van het VLAREM" vervangen door de zinsnede "milieuvoorwaarden, overeenkomstig artikel 82 van het decreet betreffende de omgevingsvergunning".

Art. 89.In artikel 35/7, tweede lid, 1°, van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 7 juni 2013, wordt het woord "vergunningsvoorwaarden" vervangen door het woord "milieuvoorwaarden".

Art. 90.In artikel 35/8 van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 25 april 2014, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in paragraaf 1, eerste lid, wordt de zinsnede "de inrichtingen die overeenkomstig bijlage 1 van titel I van het VLAREM zijn ingedeeld als inrichtingen van klasse 1 en 2" vervangen door de zinsnede "de inrichtingen die overeenkomstig de indelingslijst zijn ingedeeld als inrichtingen van klasse 1 en 2";2° in paragraaf 2, eerste lid, wordt de zinsnede "de inrichtingen die overeenkomstig bijlage 1 van titel I van het VLAREM zijn ingedeeld als inrichtingen van klasse 2" vervangen door de zinsnede "de inrichtingen die overeenkomstig de indelingslijst zijn ingedeeld als inrichtingen van klasse 2".

Art. 91.In artikel 54, § 2, eerste lid, van hetzelfde besluit wordt het woord "milieuvergunning" vervangen door de woorden "omgevingsvergunning voor de exploitatie van de ingedeelde inrichting of activiteit".

Art. 92.In artikel 58 van hetzelfde besluit, het laatst gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 15 juli 2016, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in paragraaf 2, tweede lid, wordt de zinsnede "de inrichtingen die overeenkomstig bijlage 1 van titel I van het VLAREM zijn ingedeeld als inrichtingen van klasse 1, 2 en 3" vervangen door de zinsnede "de inrichtingen die overeenkomstig de indelingslijst zijn ingedeeld als inrichtingen van klasse 1, 2 en 3" en wordt de zinsnede "afdeling, bevoegd voor milieuvergunningen" vervangen door de zinsnede "afdeling Milieu, bevoegd voor de omgevingsvergunning";2° in paragraaf 4 wordt het woord "Milieuvergunningendecreet" vervangen door de woorden "decreet betreffende de omgevingsvergunning";3° in paragraaf 5 wordt de zinsnede "inrichtingen die in de indelingslijst, opgenomen in de bijlage 1 bij titel I van het VLAREM, in kolom 8 een vermelding van O, A of B hebben staan" vervangen door de zinsnede "inrichtingen waarbij in de indelingslijst in kolom 8 een vermelding is opgenomen".

Art. 93.In artikel 59 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse Regering van 17 februari 2012 en 25 april 2014, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° punt 3° wordt vervangen door wat volgt : "3° een vergunningsplichtige inrichting wordt geëxploiteerd zonder omgevingsvergunning voor de exploitatie van de ingedeelde inrichting of activiteit;"; 2° in punt 4° wordt het woord "vergunningsvoorwaarden" vervangen door het woord "milieuvoorwaarden".

Art. 94.In artikel 60 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse Regering van 17 februari 2012, 25 april 2014 en 3 juli 2015, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° punt 3° wordt vervangen door wat volgt : "3° een vergunningsplichtige inrichting wordt geëxploiteerd zonder omgevingsvergunning voor de exploitatie van de ingedeelde inrichting of activiteit;"; 2° in punt 4° wordt het woord "vergunningsvoorwaarden" vervangen door het woord "milieuvoorwaarden".

Art. 95.In artikel 61, § 1, van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 7 juni 2013, vervangen bij het besluit van de Vlaamse Regering van 3 juli 2015 en gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 11 december 2015, wordt de zinsnede "een GPBV-installatie als vermeld in artikel 1, 16°, van titel I van het VLAREM of in rubriek 59 van de indelingslijst van titel I van het VLAREM," vervangen door de woorden "een GPBV-installatie".

Art. 96.In artikel 79 van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 7 juni 2013, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° de zinsnede "een GPBV-installatie als vermeld in artikel 1, 16°, van het besluit van de Vlaamse Regering van 6 februari 1991 houdende vaststelling van het Vlaams reglement betreffende de milieuvergunning, of een inrichting, vermeld in rubriek 59 van de indelingslijst van het besluit van de Vlaamse Regering van 6 februari 1991 houdende vaststelling van het Vlaams reglement betreffende de milieuvergunning" wordt vervangen door de woorden "een GPBV-installatie";2° de zinsnede "het decreet van 5 april 1995" wordt vervangen door de woorden "het decreet". HOOFDSTUK 5. - Wijzigingen van het VLAREL van 19 november 2010

Art. 97.In artikel 6, 7°, a), van het VLAREL van 19 november 2010, vervangen bij het besluit van de Vlaamse Regering van 18 maart 2016, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in punt 1) wordt de zinsnede "bemalingen en draineringen : bemalingen en draineringen als vermeld in rubriek 53.2, 53.3, 53.4 en 53.5 van bijlage 1 van titel I van het VLAREM" vervangen door de zinsnede "bemalingen en draineringen als vermeld in rubriek 53.2, 53.3, 53.4 en 53.5 van de indelingslijst, vermeld in artikel 5.2.1, § 1, van het decreet Milieubeleid;"; 2° in punt 3) wordt de zinsnede "met uitzondering van stabiliteitsboringen en geotechnische boringen als vermeld in rubriek 55.2 en 55.3 van bijlage 1 van titel I van het VLAREM" vervangen door de zinsnede "met uitzondering van stabiliteitsboringen en geotechnische boringen als vermeld in rubriek 55.2 en 55.3 van de indelingslijst, vermeld in artikel 5.2.1, § 1, van het decreet Milieubeleid;"; 3° in punt 4) wordt de zinsnede "verticale boringen als vermeld in rubriek 55.1 van bijlage 1 van titel I van het VLAREM" vervangen door de zinsnede "verticale boringen als vermeld in rubriek 55.1 van de indelingslijst, vermeld in artikel 5.2.1, § 1, van het decreet Milieubeleid".

Art. 98.In artikel 25/2, 10°, van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 18 maart 2016, wordt het woord "milieuvergunning" vervangen door de woorden "omgevingsvergunning voor de exploitatie van de ingedeelde inrichting of activiteit". HOOFDSTUK 6. - Wijziging van het VLAREMA-besluit van 17 februari 2012

Art. 99.In artikel 1.2.1, § 2, van het VLAREMA-besluit van 17 februari 2012, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse Regering van 16 november 2012 en 23 mei 2014, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in punt 18° wordt de zinsnede "een met toepassing van titel I van het VLAREM vergunde inrichting" vervangen door de zinsnede "een met toepassing van titel V van het decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid vergunde inrichting"; 2° in punt 41° wordt de zinsnede "een inrichting waar een activiteit wordt uitgeoefend die is opgenomen in bijlage 1 bij het besluit van de Vlaamse Regering van 6 februari 1991 houdende vaststelling van het Vlaams reglement betreffende de milieuvergunning" vervangen door de zinsnede "een inrichting waar een activiteit wordt uitgeoefend die is opgenomen in de indelingslijst, vermeld in 5.2.1, § 1, van het decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid"; 3° punt 57° wordt vervangen door wat volgt : "57° decreet betreffende de omgevingsvergunning : het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning;"; 2° punt 80° wordt opgeheven.

Art. 100.In artikel 4.1.4, § 2, eerste lid, 4°, van hetzelfde besluit wordt het woord "milieuvergunning" vervangen door de woorden "omgevingsvergunning voor de exploitatie van de ingedeelde inrichting of activiteit".

Art. 101.In artikel 5.2.3.1 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 29 november 2013, wordt de zinsnede "in rubriek 51 van titel I van het VLAREM" vervangen door de zinsnede "in rubriek 51 van de indelingslijst, vermeld in artikel 5.2.1, § 1, van het decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid".

Art. 102.In artikel 5.2.3.11 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 29 november 2013, wordt de zinsnede "alsook van de vergunningsvoorwaarden die in de met toepassing van titel I van het VLAREM verleende milieuvergunning" vervangen door de zinsnede "bijzondere milieuvoorwaarden zoals vermeld in artikel 72 van het decreet betreffende de omgevingsvergunning die in de verleende omgevingsvergunning voor de exploitatie van de ingedeelde inrichting of activiteit".

Art. 103.In artikel 5.2.3.17 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 29 november 2013, wordt de zinsnede "alsook van de vergunningsvoorwaarden die in de met toepassing van titel I van het VLAREM verleende milieuvergunning" vervangen door de zinsnede "bijzondere milieuvoorwaarden zoals vermeld in artikel 72 van het decreet betreffende de omgevingsvergunning die in de verleende omgevingsvergunning voor de exploitatie van de ingedeelde inrichting of activiteit".

Art. 104.In artikel 5.3.4.6, eerste lid, van hetzelfde besluit, wordt de zinsnede "in de milieuvergunning en/of in de stedenbouwkundige vergunning" vervangen door de zinsnede "in de omgevingsvergunning voor de exploitatie van de ingedeelde inrichting of in de omgevingsvergunning voor stedenbouwkundige handelingen".

Art. 105.In artikel 5.3.8.1 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 23 mei 2014, wordt de zinsnede "Ze geldt evenwel niet als de kabels of leidingen, met toepassing van het decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning, een ingedeelde inrichting zijn of deel uitmaken van een milieutechnische eenheid" vervangen door de zinsnede "Ze geldt evenwel niet als de kabels of leidingen deel uitmaken van een ingedeelde inrichting of activiteit zoals vermeld in artikel 5.1.1, 8°, van het decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid".

Art. 106.In bijlage 5.2.3, C, bij hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 29 november 2013, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in het eerste lid, punt 3, wordt de zinsnede "als vermeld in bijlage 7 van titel I van het VLAREM" vervangen door de zinsnede "als vermeld in de CLP-verordening"; 2° in het laatste lid wordt de zinsnede "ingedeeld in rubriek 51 van titel I van het VLAREM" vervangen door de zinsnede "ingedeeld in rubriek 51 van de indelingslijst, vermeld in artikel 5.2.1, § 1, van het decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid".

Art. 107.In bijlage 5.2.4 bij hetzelfde besluit, vervangen bij het besluit van de Vlaamse Regering van 4 mei 2012, wordt het woord "milieuvergunning" telkens vervangen door de woorden "omgevingsvergunning voor de exploitatie van de ingedeelde inrichting of activiteit". HOOFDSTUK 7. - Wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 26 april 2013 tot vaststelling van het geactualiseerde monitoringsprogramma van de watertoestand ter uitvoering van artikel 67 en 69 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid

Art. 108.In punt 2.1.3 van de bijlage bij het besluit van de Vlaamse Regering van 26 april 2013 tot vaststelling van het geactualiseerde monitoringsprogramma van de watertoestand ter uitvoering van artikel 67 en 69 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 16 oktober 2015, wordt de zinsnede "titel I" vervangen door de zinsnede "titel II". HOOFDSTUK 8. - Wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 21 juni 2013 betreffende dierlijke bijproducten en afgeleide producten

Art. 109.In artikel 20, 3°, van het besluit van de Vlaamse Regering van 21 juni 2013 betreffende dierlijke bijproducten en afgeleide producten wordt punt 3° vervangen door wat volgt : "3° de toestand betreffende de omgevingsvergunning voor de exploitatie van de ingedeelde inrichting of activiteit;". HOOFDSTUK 9. - Wijziging van titel III van het VLAREM van 16 mei 2014

Art. 110.In bijlage 2 van titel III van het VLAREM van 16 mei 2014 wordt het woord "CO2-emissiegrenswaarde" vervangen door het woord "CO-emissiegrenswaarde". HOOFDSTUK 1 0. - Wijzigingen van het besluit van de Vlaamse Regering van 16 mei 2014 houdende de rechtspleging voor sommige Vlaamse bestuursrechtscolleges

Art. 111.In artikel 4 van het besluit van de Vlaamse Regering van 16 mei 2014 houdende de rechtspleging voor sommige Vlaamse bestuursrechtscolleges worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° de zinsnede "van 15 mei 2009" wordt opgeheven;2° tussen de zinsnede "van 8 juli 2011," en de woorden "en dit besluit" wordt de zinsnede "het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning" ingevoegd.

Art. 112.Aan artikel 8, § 1, van hetzelfde besluit wordt een derde lid toegevoegd, dat luidt als volgt : "Op het ogenblik dat een partij voor de eerste keer een inventaris overmaakt, geeft die partij in de inventaris aan welke delen van de overtuigingsstukken ze wil onttrekken aan de terinzagelegging op de griffie en de redenen daarvoor. De onttrekking kan slechts voor de volgende delen : 1° de delen uit het project-MER of OVR die niet werden onderworpen aan het openbaar onderzoek; 2° de delen die als vertrouwelijk moeten worden behandeld.".

Art. 113.In artikel 19, eerste lid, 2°, van hetzelfde besluit, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° tussen de zinsnede "vergunnings-, validerings- of registratiebeslissing," en de woorden "de begunstigde" worden de woorden de aktename van een melding" ingevoegd;2° de woorden "van de beslissing" worden vervangen door de woorden "van de beslissing of de aktename".

Art. 114.In artikel 23, § 1, vijfde lid, van hetzelfde besluit wordt de zinsnede "gewestelijke stedenbouwkundige ambtenaar, de leidend ambtenaar van het departement Ruimte Vlaanderen of, bij diens afwezigheid de gemachtigde van die leidend ambtenaar," vervangen door de zinsnede "gewestelijke omgevingsambtenaar, de leidend ambtenaar van het Departement Ruimte Vlaanderen of van het Departement Leefmilieu, Natuur en Energie, bij afwezigheid, de gemachtigde van die leidend ambtenaar,".

Art. 115.Artikel 54 van hetzelfde besluit wordt vervangen door wat volgt : "

Art. 54.Dit deel is van toepassing op de beroepen die worden ingediend tegen : 1° valideringsbeslissingen en registratiebeslissingen, als vermeld in artikel 4.8.2 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening; 2° vergunningsbeslissingen en aktenames of niet-aktenames van een melding, als vermeld in artikel 105 van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning.". HOOFDSTUK 1 1. - Wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 13 februari 2015 tot aanwijzing van de Vlaamse en provinciale projecten in uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning

Art. 116.In bijlage 1 bij het besluit van de Vlaamse Regering van 13 februari 2015 tot aanwijzing van de Vlaamse en provinciale projecten in uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° de woorden "over de volgende aanvragen" worden vervangen door de woorden "over aanvragen die minstens een van de volgende punten omvatten"; 2° de zinsnede "aanvragen ingediend door de wegbeheerder van autosnelwegen en gewestwegen, met betrekking tot of in functie van het beheer van die wegen" wordt vervangen door de zinsnede "aanvragen door of in opdracht van de wegbeheerder met betrekking tot autosnelwegen en gewestwegen, met uitzondering van aanvragen die louter strekken tot het vellen van bomen langs die wegen;"; 3° in punt 6° worden de woorden "en droge" opgeheven;4° in punt 19° worden de woorden "wonen en industrie en ambacht" vervangen door de zinsnede "wonen, landbouw in de ruime zin en industrie en bedrijvigheid".

Art. 117.In bijlage 2 bij hetzelfde besluit wordt de zin " De deputatie is bevoegd om in eerste administratieve aanleg een beslissing te nemen over de aanvragen van de volgende projecten, voor zover die noch Vlaamse projecten, noch onderdelen ervan zijn" vervangen door de zin "De deputatie is bevoegd om in eerste administratieve aanleg een beslissing te nemen over aanvragen van projecten die minstens een van de volgende punten omvatten, voor zover het project noch een Vlaams project, noch een onderdeel van een Vlaams project is :". HOOFDSTUK 1 2. - Wijzigingen van het besluit van de Vlaamse Regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning

Art. 118.In artikel 2, eerste lid, van het besluit van de Vlaamse Regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning wordt punt 12° vervangen door wat volgt : "12° bevoegde bestuur : de bevoegde overheid, haar omgevingsambtenaar of een persoon die gemachtigd is door de bevoegde overheid of haar omgevingsambtenaar;".

Art. 119.Aan artikel 6 van hetzelfde besluit wordt een tweede lid toegevoegd, dat luidt als volgt : "Voor de projecten of veranderingen aan projecten waarvoor de toepassing is vereist van artikel 3, § 3, van het besluit van de Vlaamse Regering van 5 mei 2000 tot aanwijzing van de handelingen in de zin van artikel 4.1.1, 5°, artikel 4.4.7, § 2, en artikel 4.7.1, § 2, tweede lid, van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en tot regeling van het vooroverleg met de Vlaamse Bouwmeester, kan de bevoegde overheid, op verzoek van de initiatiefnemer, beslissen om een projectvergadering te houden.".

Art. 120.In artikel 7, § 2, tweede lid, van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in punt 4° worden tussen het woord "inrichting" en de woorden "van toepassing" de woorden "of activiteit" ingevoegd;2° in punt 6° worden tussen het woord "inrichting" en de woorden "voor mens" de woorden "of activiteit" ingevoegd.

Art. 121.In het opschrift van titel 3, hoofdstuk 2, van hetzelfde besluit worden de woorden "in eerste administratieve aanleg" opgeheven.

Art. 122.In artikel 10 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° punt 2° wordt vervangen door wat volgt : "2° de vergunningsaanvragen, vermeld in artikel 15 van het decreet van 25 april 2014, waarvoor de Vlaamse Regering in eerste administratieve aanleg bevoegd is, als de aanvragen worden behandeld conform de gewone procedure en het advies van de gewestelijke omgevingsvergunningscommissie in de desbetreffende aanleg niet hoeft te worden gevraagd."; 2° er wordt een tweede lid toegevoegd, dat luidt als volgt : "De regeling, vermeld in het eerste lid, houdt niet in dat de Vlaamse Regering de mogelijkheid om beslissingen te nemen, verliest.".

Art. 123.Aan artikel 11, 1°, van hetzelfde besluit wordt een punt e) toegevoegd, dat luidt als volgt : "e) een verandering door uitbreiding van een vergunningsplichtige ingedeelde inrichting of activiteit waarbij de aangevraagde verandering uitsluitend tijdelijke inrichtingen of activiteiten omvat als vermeld in artikel 5.1.1, 11°, van het DABM.".

Art. 124.In artikel 12, tweede lid, 3°, van hetzelfde besluit worden de woorden "een uitbreiding van een vergunde ingedeelde inrichting of activiteit" vervangen door de woorden "een uitbreiding van een of meer vergunde inrichtingen of activiteiten".

Art. 125.In artikel 13 van hetzelfde besluit wordt tussen het eerste en het tweede lid een lid ingevoegd, dat luidt als volgt : "In afwijking op het eerste lid worden vergunningsaanvragen die wegenwerken omvatten waarover de gemeenteraad beslissingsbevoegdheid heeft, behandeld volgens de gewone vergunningsprocedure.".

Art. 126.In artikel 18 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° het eerste lid wordt vervangen door wat volgt : "De gemeente stelt de tekst ter beschikking die gebruikt wordt voor de bekendmaking, vermeld in artikel 16, derde lid, 1° tot en met 4°, of vierde lid, 1° en 2°."; 2° in het tweede lid wordt punt 1° vervangen door wat volgt : "1° op welke vergunningsplicht of vergunningsplichten, vermeld in artikel 5 van het decreet van 25 april 2014, de aanvraag betrekking heeft;"; 3° in het tweede lid wordt een punt 1/1° ingevoegd, dat luidt als volgt : "1/1° een beknopte omschrijving van het voorwerp van de vergunningsaanvraag;".

Art. 127.In artikel 20, § 2, eerste lid, van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° de woorden "en einddatum" worden opgeheven; 2° de woorden "die data" worden vervangen door de woorden "die datum en verklaart hierbij dat de affiche conform artikel 20 van het Omgevingsvergunningenbesluit werd aangeplakt en aangeplakt zal blijven tot de laatste dag van het openbaar onderzoek." en de woorden "Die data worden" worden vervangen door de woorden "Die datum wordt".

Art. 128.In artikel 23 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° aan paragraaf 1, tweede lid, 1°, worden de woorden "en aanhorigheden" toegevoegd;2° in paragraaf 1 wordt het derde lid opgeheven;3° in paragraaf 1 worden in het vijfde lid, dat het vierde lid wordt, de woorden "tweede en vierde lid" vervangen door de woorden "tweede en derde lid";4° in paragraaf 2 wordt het tweede lid opgeheven.

Art. 129.In artikel 27, § 3, tweede lid, van hetzelfde besluit worden de woorden "twee maanden" vervangen door de woorden "vijftig dagen".

Art. 130.Aan artikel 34 van hetzelfde besluit, waarvan de bestaande tekst paragraaf 1 zal vormen, wordt een paragraaf 2 toegevoegd, die luidt als volgt : " § 2. Het adviserende schepencollege of de deputatie kan subadvies inwinnen van de bevoegde hulpverleningszone.

Tenzij het anders is bepaald in de adviesvraag, wordt het subadvies verleend binnen een vervaltermijn van twintig dagen.

De vervaltermijn, vermeld in het tweede lid, gaat in op de dag na de ontvangst van de subadviesvraag.".

Art. 131.In artikel 35, § 2, van hetzelfde besluit wordt het eerste lid vervangen door wat volgt : "De afdeling RO, bevoegd voor de omgevingsvergunning, verleent advies als het advies van de POVC of van de GOVC moet worden gevraagd.".

Art. 132.In artikel 37 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in paragraaf 2 wordt het eerste lid vervangen door wat volgt : "De afdeling Milieu, bevoegd voor de omgevingsvergunning, verleent advies in de volgende gevallen : 1° als de Vlaamse Regering of de gewestelijke omgevingsambtenaar de bevoegde overheid is en het gaat om een aanvraag van een vergunning of een beroep tegen de beslissing over een aanvraag van een vergunning voor de exploitatie : a) van een ingedeelde inrichting of activiteit van de eerste klasse;b) van een of meer indelingsrubrieken die in de vierde kolom van de indelingslijst met de letter A zijn aangeduid en die aanvraag is ingediend uiterlijk op 31 december 2017; c) van een of meer van de volgende indelingsrubrieken die in de vierde kolom van de indelingslijst met de letter A zijn aangeduid en die aanvraag is ingediend uiterlijk op 31 december 2018 : rubriek 2.1.1, a), 1°, rubriek 2.1.2, b), 1°, rubriek 2.2.2, c), 3°, rubriek 2.2.3, e), 1°, rubriek 2.2.3, f), 1°, rubriek 2.2.5, a), 2°, rubriek 2.2.5, e), 2°, rubriek 2.3.2, a), 1°, rubriek 2.3.2, e), 1°, rubriek 2.3.3, a), 1°, rubriek 4.3, a), 3°, rubriek 4.3, b), 3), rubriek 4.3, c), 3), rubriek 6.5, rubriek 7, rubriek 13.2, rubriek 16.10, rubriek 19.3, rubriek 20, rubriek 22.1, rubriek 23.2, rubriek 27.1, rubriek 28.2, a), 3°, rubriek 28.3, rubriek 29, rubriek 30.10, rubriek 31.1, rubriek 32.7, 3°, rubriek 32.8.1, 1°, c), rubriek 36.3, rubriek 39.1, 3°, rubriek 40.1, rubriek 41.1, rubriek 41.2, rubriek 41.6, rubriek 42.4, rubriek 44.1, rubriek 45.4, b), rubriek 45.8, rubriek 59 en rubriek 61; 2° als de deputatie de bevoegde overheid is en het gaat om : a) een aanvraag, vermeld in punt 1°, ;b) een beroep tegen de beslissing over een aanvraag van een vergunning voor de exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit van de tweede klasse; 3° als het college van burgemeester en schepenen de bevoegde overheid is en het gaat om een aanvraag, vermeld in punt 1°, b) en c);"; 2° in paragraaf 3 worden punt 1° en punt 2° vervangen door wat volgt : "1° als het gaat om een beroep waarop de gewone vergunningsprocedure van toepassing is; 2° als de Vlaamse Regering de bevoegde overheid is in eerste administratieve aanleg voor een aanvraag waarop de gewone vergunningsprocedure van toepassing is.".

Art. 133.In artikel 39 van hetzelfde besluit wordt het vierde lid vervangen door wat volgt : "De deskundigen en hun respectieve plaatsvervangers ontvangen een vergoeding van 100 euro per zitting van de POVC waarop zij aanwezig zijn. Deze vergoeding wordt aangerekend op de begroting van de betrokken provincie.".

Art. 134.In artikel 40, § 4, van hetzelfde besluit wordt het derde lid vervangen door wat volgt : "De deskundigen en hun respectieve plaatsvervangers ontvangen een vergoeding van 100 euro per zitting van de GOVC waarop zij aanwezig zijn.".

Art. 135.Artikel 41 van hetzelfde besluit wordt vervangen door wat volgt : "

Art. 41.Het college van burgemeester en schepenen, de gemeentelijke omgevingsambtenaar of een persoon die gemachtigd is door het college van burgemeester en schepenen of door de gemeentelijke omgevingsambtenaar, vraagt het advies van de POVC over vergunningsaanvragen voor projecten of voor veranderingen aan projecten die de gewone vergunningsprocedure doorlopen en die beantwoorden aan een van de volgende voorwaarden : 1° de vergunningsaanvraag wordt ingediend : a) uiterlijk op 31 december 2017 en heeft betrekking op een of meer indelingsrubrieken die in de vierde kolom van de indelingslijst met de letter A zijn aangeduid; b) uiterlijk op 31 december 2018 en heeft betrekking op een of meerdere van de volgende indelingsrubrieken : rubriek 2.1.1, a), 1°, rubriek 2.1.2, b), 1°, rubriek 2.2.2, c), 3°, rubriek 2.2.3, e), 1°, rubriek 2.2.3, f), 1°, rubriek 2.2.5, a), 2°, rubriek 2.2.5, e), 2°, rubriek 2.3.2, a), 1°, rubriek 2.3.2, e), 1°, rubriek 2.3.3, a), 1°, rubriek 4.3, a), 3°, rubriek 4.3, b), 3), rubriek 4.3, c), 3), rubriek 6.5, rubriek 7, rubriek 13.2, rubriek 16.10, rubriek 19.3, rubriek 20, rubriek 22.1, rubriek 23.2, rubriek 27.1, rubriek 28.2, a), 3°, rubriek 28.3, rubriek 29, rubriek 30.10, rubriek 31.1, rubriek 32.7, 3°, rubriek 32.8.1, 1°, c), rubriek 36.3, rubriek 39.1, 3°, rubriek 40.1, rubriek 41.1, rubriek 41.2, rubriek 41.6, rubriek 42.4, rubriek 44.1, rubriek 45.4, b), rubriek 45.8, rubriek 59 en rubriek 61."; 2° een project-MER is opgesteld of een ontheffing van de rapportageverplichting is verkregen;3° de opmaak van een mobiliteitseffectenrapport is vereist;4° minstens vijf adviezen als vermeld in artikel 35 en 37, moeten worden ingewonnen, de adviezen van de afdeling RO en de afdeling Milieu, bevoegd voor de omgevingsvergunning, niet inbegrepen. De deputatie of een door haar gemachtigde persoon vraagt het advies van de POVC over vergunningsaanvragen voor projecten of voor veranderingen aan projecten die de gewone vergunningsprocedure doorlopen en die beantwoorden aan een van de volgende voorwaarden : 1° de deputatie is de in eerste administratieve aanleg bevoegde overheid en de aanvraag beantwoordt aan een van de volgende voorwaarden : a) het gaat om een aanvraag van een vergunning voor de exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit van de eerste klasse;b) een project-MER is opgesteld of een ontheffing van de rapportageverplichting is verkregen;c) de opmaak van een mobiliteitseffectenrapport is vereist;d) minstens vijf adviezen als vermeld in artikel 35 en 37 moeten worden ingewonnen, de adviezen van de afdeling RO en de afdeling Milieu, bevoegd voor de omgevingsvergunning, niet inbegrepen;2° het gaat om een beroep tegen een beslissing van het college van burgemeester en schepenen, waarbij de POVC de vergunningsaanvraag in eerste administratieve aanleg conform het eerste lid moest adviseren; 3° het gaat om een beroep tegen een beslissing van het college van burgemeester en schepenen over een vergunningsaanvraag voor de exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit van de tweede klasse.".

Art. 136.Artikel 42 van hetzelfde besluit wordt vervangen door wat volgt : "

Art. 42.De Vlaamse Regering, de gewestelijke omgevingsambtenaar of een persoon die gemachtigd is door de Vlaamse Regering of de gewestelijke omgevingsambtenaar, vraagt het advies van de GOVC over vergunningsaanvragen voor projecten of voor veranderingen aan projecten die de gewone vergunningsprocedure doorlopen en die beantwoorden aan een van de volgende voorwaarden : 1° de Vlaamse Regering is de in eerste administratieve aanleg bevoegde overheid en de aanvraag beantwoordt aan een van de volgende voorwaarden : a) het gaat om een aanvraag van een vergunning voor de exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit van de eerste klasse;b) een project-MER is opgesteld of een ontheffing van de rapportageverplichting is verkregen;c) de opmaak van een mobiliteitseffectenrapport is vereist;d) minstens vijf adviezen als vermeld in artikel 35 en 37, moeten worden ingewonnen, de adviezen van de afdeling RO en de afdeling Milieu, bevoegd voor de omgevingsvergunning, niet inbegrepen; 2° het gaat om een beroep tegen de beslissing van de deputatie, waarbij de POVC de vergunningsaanvraag in eerste administratieve aanleg conform artikel 41, tweede lid, moest adviseren.".

Art. 137.In artikel 57 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° het eerste lid wordt vervangen door wat volgt : "De gemeente stelt de tekst ter beschikking die gebruikt wordt voor de bekendmaking, vermeld in artikel 56, eerste lid, 1° tot en met 3°, en tweede lid, 1° tot en met 3°."; 2° in het tweede lid wordt punt 1° vervangen door wat volgt : "1° op welke vergunningsplicht of vergunningsplichten, vermeld in artikel 5 van het decreet van 25 april 2014, de aanvraag betrekking heeft;"; 3° in het tweede lid wordt een punt 1/1° ingevoegd, dat luidt als volgt : "1/1° een beknopte omschrijving van het voorwerp van de vergunningsaanvraag;".

Art. 138.In artikel 59, § 2, van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in het eerste lid worden de woorden "en de einddatum" opgeheven, worden de woorden "die data" vervangen door de woorden "die datum en verklaart hierbij dat de affiche conform artikel 20 van het Omgevingsvergunningenbesluit werd aangeplakt en aangeplakt zal blijven tot de laatste dag van de periode van dertig dagen." en de woorden "Die data worden" vervangen door de woorden "Die datum wordt". 2° in het vierde lid wordt het woord "bordt" vervangen door het woord "bord".

Art. 139.In artikel 61, § 1, tweede lid, van hetzelfde besluit worden de woorden "na de ontvangst van de beslissing" vervangen door de zinsnede "na de datum waarop de gemeente de beslissing heeft genomen, of na de datum waarop de beslissing ter beschikking is gesteld van de gemeente".

Art. 140.Aan artikel 62 van hetzelfde besluit wordt een derde lid toegevoegd dat luidt als volgt : "Het bevoegde bestuur bezorgt de beslissing uiterlijk tien dagen na de datum waarop de beslissing is genomen of de beslissingstermijn is verstreken, aan de volgende instanties : 1° de toezichthouder die conform titel XVI van het DABM bevoegd is als de vergunningsaanvraag betrekking heeft op de exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit;2° OVAM als de vergunningsaanvraag betrekking heeft op de indelingsrubriek 2 en niet gevat is onder het tweede lid, 4° ;3° de afdeling van de VMM bevoegd voor grondwater als de vergunningsaanvraag betrekking heeft op de indelingsrubrieken 52 tot en met 56 en niet gevat is onder het tweede lid, 4°.".

Art. 141.In artikel 67 van hetzelfde besluit wordt paragraaf 3 vervangen door wat volgt : " § 3. Bij een eerste adviesvraag worden voor de advisering de volgende vervaltermijnen gehanteerd : 1° door de afdeling RO en de afdeling Milieu, bevoegd voor de omgevingsvergunning : a) zestig dagen als het een advies aan de POVC of de GOVC betreft;b) vijftig dagen in alle andere gevallen dan het geval, vermeld in punt a);2° door het adviserende schepencollege en de overige adviesinstanties : vijftig dagen. Alle andere adviezen dan de adviezen, vermeld in het eerste lid, worden uitgebracht binnen een vervaltermijn van dertig dagen.

De vervaltermijnen, vermeld in het eerste en het tweede lid, gaan in op de dag na de ontvangst van de adviesvraag, conform paragraaf 1, van het bevoegde bestuur of de omgevingsvergunningscommissie.".

Art. 142.Artikel 69 van hetzelfde besluit wordt opgeheven.

Art. 143.In artikel 70 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in het tweede lid, 3°, wordt de zinsnede ", als geen advies van een omgevingsvergunningscommissie vereist is" opgeheven;2° aan het vijfde lid, 3°, worden de woorden "binnen een termijn van dertig dagen" toegevoegd.

Art. 144.In artikel 74 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in paragraaf 1, eerste lid, 3°, wordt de inleidende zin vervangen door wat volgt : "minstens een van de volgende elementen als het beroep wordt ingesteld door een lid van het betrokken publiek :";2° in paragraaf 2, tweede lid, wordt het woord "vijftien" vervangen door het woord "veertien".

Art. 145.In artikel 75 van hetzelfde besluit wordt paragraaf 3 vervangen door wat volgt : " § 3. Bij een eerste adviesvraag worden voor de advisering de volgende vervaltermijnen gehanteerd : 1° door de afdeling RO en de afdeling Milieu, bevoegd voor de omgevingsvergunning : a) zestig dagen als het een advies aan de POVC of de GOVC betreft;b) vijftig dagen in alle andere gevallen dan het geval, vermeld in punt a);2° door het adviserende schepencollege en de overige adviesinstanties : vijftig dagen. Alle andere adviezen dan de adviezen, vermeld in het eerste lid, worden uitgebracht binnen een vervaltermijn van dertig dagen.

De vervaltermijnen, vermeld in het eerste en het tweede lid, gaan in op de dag na de ontvangst van de adviesvraag, conform paragraaf 1, van het bevoegde bestuur of de omgevingsvergunningscommissie.".

Art. 146.In artikel 84 van hetzelfde besluit wordt het tweede lid vervangen door wat volgt : " Als de bevoegde overheid tijdens de vereenvoudigde vergunningsprocedure vaststelt dat de gewone vergunningsprocedure van toepassing is, wordt de procedure stopgezet. Tegen de stopzetting van de procedure is geen administratief beroep mogelijk. De vergunningsaanvrager wordt van de stopzetting op de hoogte gebracht en is er toe gehouden een vergunningsaanvraag in te dienen conform de gewone vergunningsprocedure."

Art. 147.In artikel 87 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in paragraaf 1, eerste lid, 3°, wordt de inleidende zin vervangen door wat volgt : "minstens een van de volgende elementen als het beroep wordt ingesteld door een lid van het betrokken publiek :";2° in paragraaf 2, tweede lid, wordt het woord "vijftien" vervangen door het woord "veertien".

Art. 148.Aan artikel 95, § 2, van hetzelfde besluit wordt een vijfde lid toegevoegd, dat luidt als volgt : "Het advies van de toezichthouder, vermeld in het eerste lid, 3°, bestaat uit een evaluatie van de exploitatie van de ingedeelde inrichting of activiteit tijdens de proefperiode en wordt gegeven binnen een termijn van dertig dagen.".

Art. 149.In artikel 98 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in het eerste lid, 1°, worden tussen het woord "vergunning" en de zinsnede ", vermeld in" de woorden "die de exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit tot voorwerp heeft" ingevoegd;2° er worden een derde en vierde lid toegevoegd, die luiden als volgt : "De persoon die de melding verricht, gebruikt daarvoor : 1° het formulier, opgenomen in bijlage 20, die bij dit besluit is gevoegd;2° de in het formulier, vermeld in punt 1°, aangewezen addenda uit de addenda-bibliotheek die is opgenomen in bijlage 2, die bij dit besluit is gevoegd. De Vlaamse minister, bevoegd voor de ruimtelijke ordening, en de Vlaamse minister, bevoegd voor het leefmilieu, zijn gemachtigd gezamenlijk het formulier en de addenda-bibliotheek, vermeld in het vorige lid, te wijzigen.".

Art. 150.Artikel 99 van hetzelfde besluit wordt opgeheven.

Art. 151.In artikel 104 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in paragraaf 1, eerste lid, wordt punt 2° vervangen door wat volgt : "2° de bevoegde omgevingsvergunningscommissie als deze over de vergunningsaanvraag in eerste aanleg een advies geeft;"; 2° in paragraaf 2 wordt het eerste lid vervangen door wat volgt : "De volgende vervaltermijnen worden gehanteerd voor de advisering : 1° door de afdeling Milieu, bevoegd voor de omgevingsvergunning : a) zestig dagen als het een advies aan de POVC of de GOVC betreft;b) vijftig dagen in alle andere gevallen dan het geval, vermeld in punt a); 2° door het adviserende schepencollege en de overige adviesinstanties : vijftig dagen.".

Art. 152.In artikel 105, vierde lid, van hetzelfde besluit worden de woorden "de adviestermijn van zestig dagen" vervangen door de woorden "de adviestermijn van zestig en vijftig dagen".

Art. 153.In artikel 109, eerste lid, van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in punt 5°, worden de woorden "voorkomend geval" vervangen door de woorden "in voorkomend geval";2° in punt 3° wordt de inleidende zin vervangen door wat volgt : "minstens een van de volgende elementen als het beroep wordt ingesteld door een lid van het betrokken publiek :".

Art. 154.In artikel 111, § 2, van hetzelfde besluit wordt het eerste lid vervangen door wat volgt : "De volgende vervaltermijnen worden gehanteerd voor de advisering : 1° door de afdeling Milieu, bevoegd voor de omgevingsvergunning : zestig dagen; 2° door het adviserende schepencollege en de overige adviesinstanties : vijftig dagen.".

Art. 155.In artikel 112, derde lid, van hetzelfde besluit worden de woorden "de adviestermijn van zestig dagen" vervangen door de woorden "de adviestermijn van zestig en vijftig dagen".

Art. 156.In artikel 116 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° het vierde lid wordt vervangen door wat volgt : "De gemeente stelt de tekst ter beschikking die gebruikt wordt voor de bekendmaking."; 2° in het vijfde lid worden punt 2° en punt 3° vervangen door wat volgt : "2° de vermelding dat het gaat over een verzoek tot bijstelling van het voorwerp en de duur van de omgevingsvergunning; "3° de ingedeelde inrichting of activiteit waarop het verzoek betrekking heeft en de ligging daarvan;".

Art. 157.In artikel 122, § 2, van hetzelfde besluit wordt het eerste lid vervangen door wat volgt : "De volgende vervaltermijnen worden gehanteerd voor de advisering : 1° door de afdeling Milieu, bevoegd voor de omgevingsvergunning : a) zestig dagen als het een advies aan de POVC of de GOVC betreft;b) vijftig dagen in alle andere gevallen dan het geval, vermeld in punt a); 2° door het adviserende schepencollege en de overige adviesinstanties : vijftig dagen.".

Art. 158.In artikel 129, § 2, van hetzelfde besluit wordt het eerste lid vervangen door wat volgt : "De volgende vervaltermijnen worden gehanteerd voor de advisering : 1° door de afdeling Milieu, bevoegd voor de omgevingsvergunning : a) zestig dagen als het een advies aan de POVC of de GOVC betreft;b) vijftig dagen in alle andere gevallen dan het geval, vermeld in punt a); 2° door het adviserende schepencollege en de overige adviesinstanties : vijftig dagen.".

Art. 159.In artikel 138, eerste lid, 2°, van hetzelfde besluit worden de woorden "van de bevoegde overheid" opgeheven.

Art. 160.Aan artikel 140 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in het tweede lid wordt punt 1° vervangen door wat volgt : "1° de betrokken gemeente, als ze niet het bevoegde bestuur is;"; 2° er wordt een derde lid toegevoegd dat luidt als volgt : "Het bevoegde bestuur bezorgt de meldingsakte aan de afdeling van de VMM bevoegd voor grondwater als de melding betrekking heeft op de indelingsrubrieken 52 tot en met 56.".

Art. 161.In artikel 147, tweede lid, van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° punt 1° wordt opgeheven;2° in punt 4° wordt de zinsnede "hoofdstuk 6" vervangen door de zinsnede "artikel 82, 83, 85 en 86";3° in punt 7° wordt de zinsnede "97, 98 en 99" vervangen door de zinsnede "97 en 98";4° er wordt een punt 8° toegevoegd, dat luidt als volgt : "8° de procedure tot schorsing en opheffing van de omgevingsvergunning voor de exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit, vermeld in artikel 134 en 135".

Art. 162.In artikel 150, tweede lid, van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° punt 1° wordt vervangen door wat volgt : "1° elke aanmeldingswijze die door het Gebruikersbeheer van de Vlaamse Overheid ondersteund wordt;"; 2° punt 2° en punt 3° worden opgeheven.

Art. 163.Aan artikel 155 van hetzelfde besluit wordt een derde lid toegevoegd, dat luidt als volgt : "Als de architect de aanvraag digitaal ondertekent, is de medeondertekening door de aanvrager niet vereist.".

Art. 164.In artikel 156, § 1, van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in het eerste lid wordt tussen het woord "ingediende" en het woord "aanvragen" de zinsnede ", ontvankelijke en volledige" ingevoegd;2° in het tweede lid wordt de zinsnede "een projectvergadering," opgeheven.

Art. 165.In artikel 160, tweede lid, van hetzelfde besluit worden de woorden "via het digitale tekenplatform van de Vlaamse overheid en" opgeheven.

Art. 166.In titel 9, hoofdstuk 2, van hetzelfde besluit wordt de zinsnede "van 30 oktober 2015 tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning" telkens vervangen door de zinsnede "van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning".

Art. 167.In hetzelfde besluit worden het volgende opschrift en de volgende bepalingen en artikelen opgeheven : 1° het opschrift van hoofdstuk I, van Titel 9;2° artikel 163;3° artikel 165, 15°, b);4° artikel 180 tot en met 182;5° artikel 191;6° artikel 207, 3° en 6° ;7° artikel 238, 1° ;8° artikel 244, 1° ;9° artikel 249;10° artikel 323;11° artikel 402;12° artikel 432;13° artikel 541;14° artikel 617 tot en met 621;15° artikel 623, artikel 624, 1°, en artikel 625;16° artikel 635 en 636;17° artikel 638 tot en met 640;18° artikel 642;19° artikel 644 en 645;20° artikel 647 tot en met 650;21° artikel 660;22° artikel 686;23° artikel 689;24° artikel 720;25° artikel 724 tot en met 726;26° artikel 731 en 732;27° artikel 783, 5°.

Art. 168.In artikel 794, eerste lid, 1°, van hetzelfde besluit worden de zinsnede "in bijlage 19" vervangen door de zinsnede "in bijlage 1".

Art. 169.In artikel 795 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° tussen het woord "meldingen" en de woorden "of afwijkingsaanvragen" wordt de zinsnede ", verzoeken tot aanvulling of wijziging van de milieuvoorwaarden" ingevoegd;2° de woorden "de inwerkingtreding van dit decreet" worden vervangen door de zinsnede "de inwerkingtreding van artikel 6 van het decreet van 25 april 2014".

Art. 170.In artikel 796 van hetzelfde besluit wordt het eerste lid vervangen door wat volgt : "De toetsingen en het onderzoek van de milieuvoorwaarden van vergunde inrichtingen of activiteiten uitgevoerd overeenkomstig artikel 41, 41bis, 41ter en 41quater van het besluit van de Vlaamse Regering van 6 februari 1991 houdende vaststelling van het Vlaams Reglement betreffende de milieuvergunning, waarvan de exploitant in kennis is gesteld voor 1 januari 2018, worden behandeld op grond van de bepalingen die geldig waren op het tijdstip van de kennisgeving aan de exploitant."

Art. 171.Artikel 798 van hetzelfde besluit wordt vervangen door wat volgt : "

Art. 798.Dit besluit treedt in werking op 23 februari 2017, met uitzondering van : 1° artikel 3, 4, 5, 39, 40, 141 tot en met 146, die uitwerking hebben vanaf 28 november 2016;2° artikel 24, § 4, dat in werking treedt op 15 mei 2017; 3° artikel 173, dat in werking treedt op 1 januari 2018.".

Art. 172.Bijlage 1, die bij dit besluit is gevoegd, wordt bijlage 20 bij hetzelfde besluit. HOOFDSTUK 1 3. - Wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 11 december 2015 tot wijziging van titel II van het VLAREM van 1 juni 1995 en titel III van het VLAREM van 16 mei 2014, wat betreft de omzetting van de BBT-conclusies voor de sectoren voor het looien van huiden en vellen, de productie van cement, kalk en magnesiumoxide en de productie van chlooralkali, de productie van pulp, papier en karton en voor het raffineren van aardolie en gas

Art. 173.Artikel 8 van het besluit van de Vlaamse Regering van 11 december 2015 tot wijziging van titel II van het VLAREM van 1 juni 1995 en titel III van het VLAREM van 16 mei 2014, wat betreft de omzetting van de BBT-conclusies voor de sectoren voor het looien van huiden en vellen, de productie van cement, kalk en magnesiumoxide en de productie van chlooralkali, de productie van pulp, papier en karton en voor het raffineren van aardolie en gas wordt opgeheven. HOOFDSTUK 1 4. - Slotbepalingen

Art. 174.Het besluit van de Vlaamse Regering van 6 maart 2015 tot bepaling van de gevallen waarin ontvoogde gemeenten geen afschriften of kennisgevingen moeten bezorgen aan het departement Ruimtelijke Ordening, Woonbeleid en Onroerend Erfgoed wordt opgeheven.

Art. 175.Artikel 23 van het decreet van 18 december 2015 houdende diverse bepalingen inzake omgeving, natuur en landbouw en energie treedt in werking op 23 februari 2017.

Artikel 28 en 29 van het decreet van 18 december 2015 houdende diverse bepalingen inzake omgeving, natuur en landbouw en energie treden in werking op 1 januari 2018.

Art. 176.Dit besluit treedt in werking op 23 februari 2017 met uitzondering van : 1° artikel 112;2° artikel 148, dat in werking treedt op 22 februari 2017;3° artikel 4 tot en met 6, die in werking treden op 1 januari 2018.

Art. 177.De Vlaamse minister, bevoegd voor de ruimtelijke ordening, en de Vlaamse minister, bevoegd voor het leefmilieu en het waterbeleid, zijn, ieder wat hem of haar betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.

Brussel, 10 februari 2017.

De minister-president van de Vlaamse Regering, G. BOURGEOIS De Vlaamse minister van Omgeving, Natuur en Landbouw, J. SCHAUVLIEGE _______ Nota's 1 CAS : Chemical Abstracts Service. 2 EU-nummer : de Europese inventaris van bestaande chemische handelsstoffen (EINECS) of de Europese lijst van chemische stoffen waarvan kennisgeving is gedaan (ELINCS) 3 Als groepen van stoffen zijn geselecteerd, worden, tenzij anders vermeld, typische voorbeelden daarvan gebruikt om de milieukwaliteitsnormen te bepalen . 4 alleen tetra-, penta-, hexa- en heptabroomdifenylether (respectievelijk CAS-nummers 40088-47-9, 32534-81-9, 364863-60-0 en 68928-80-3) 5 nonylfenol (CAS 25154-52-3, EU 246-672-0), met inbegrip van isomeren 4-nonylfenol (CAS 104-40-5, EU 203-199-4) en 4-nonylfenol (vertakt) (CAS 84852-15-3, EU 284-325-5) 6 octylfenol (CAS 1806-26-4, EU 217-302-5), met inbegrip van isomeer 4-(1,1',3,3'-tetramethylbutyl)fenol (CAS 140-66-9, EU 205-426-2) 7 met inbegrip van benzo(a)pyreen (CAS 50-32-8), EU 200-028-5), benzo(b)fluoranteen (CAS 205-99-2, EU 205-911-9), benzo(g,h,i)peryleen (CAS 191-24-2, EU 205-883-8), benzo(k)fluoranteen, (CAS 207-08-9, EU 205-916-6) en indeno(1,2,3-cd)pyreen (CAS 193-39-5, EU 205-893-2), en met uitzondering van antraceen, fluoranteen en naftaleen, die afzonderlijk worden vermeld. 8 met inbegrip van tributyltin-kation (CAS 36643-28-4) 9 dioxinen en dioxineachtige verbindingen heeft betrekking op de volgende verbindingen : -7 polychloordibenzo-p-dioxinen (PCDD's) : 2,3,7,8-T4CDD (CAS 1746-01-6), 1,2,3,7,8-P5CDD (CAS 40321-76-4), 1,2,3,4,7,8-H6CDD (CAS 39227-28-6), 1,2,3,6,7,8-H6CDD (CAS 5765-85-7), 1,2,3,7,8,9-H6CDD (CAS 19408-74-3), 1,2,3,4,6,7,8-H7CDD (CAS 35822-46-9) en 1,2,3,4,6,7,8,9-O8CDD (CAS 3268-87-9); -10 polychloordibenzofuranen (PCDF's) : 2,3,7,8-T4CDF ( CAS 51207-31-9), 1,2,3,7,8-P5CDF (CAS 57117-41-6), 2,3,4,7,8-P5CDF (CAS 57117-31-4), 1,2,3,4,7,8-H6CDF (CAS 70648-26-9), 1,2,3,6,7,8-H6CDF (CAS 57117-44-9), 1,2,3,7,8,9-H6CDF (CAS 72918-21-9), 2,3,4,6,7,8-H6CDF (CAS 60851-34-5), 1,2,3,4,6,7,8-H7CDF (CAS 67562-39-4), 1,2,3,4,7,8,9-H7CDF (CAS 55673-89-7) en 1,2,3,4,6,7,8,9-O8CDF (CAS 39001-02-0); -12 dioxineachtige polychloorbifenylen (DL-PCB) : 3,3',4,4'-T4CB (PCB 77, CAS 32598-13-3), 3,3',4',5-T4CB (PCB 81, CAS 70362-50-4), 2,3,3',4,4'-P5CB (PCB 105, CAS 32598-14-4), 2,3,4,4',5-P5CB (PCB 114 CAS 74472-37-0), 2,3'4,4',5-P5CB (PCB 118, CAS 31508-00-6), 2,3'4,4',5'-P5CB (PCB 123, CAS 65510-44-3), 3,3',4,4',5-P5CB (PCB 126 CAS 57465-28-8), 2,3,3',4,4',5-H6CB (PCB 156 CAS 38380-08-4), 2,3,3',4,4',5'-H6CB (PCB 157, CAS 69782-90-7), 2,3',4,4',5,5'-H6CB (PCB 167 CAS 52663-72-6), 3,3'4,4'5,5'-H6CB (PCB 169 CAS 32774-16-6) en 2,3,3'4,4'5,5'-H7CB (PCB 189 CAS 39635-31-9) 10 CAS 52315-07-8 betreft een mengsel van isomeren van cypermetrin, alfa- cypermetrine (CAS 67375-30-8), bèta-cypermetrine (CAS 65731-84-2), theta- cypermetrine (CAS 71697-59-1) en zèta-cypermetrine (CAS 52315-07-8). 11 Dit betreft 1,3,5,7,9,11-hexabroomcyclodecaan, (CAS 25637-99-4), 1,2,5,6,9,10-hexabroomcyclododecaan (CAS 3194-55-6), ?-hexabroomcyclodecaan (CAS 134237-50-6), ?-hexabroomcyclodecaan (CAS 134237-51-7) en ?-hexabroomcyclodecaan (CAS 134237-52-8). ".

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld

^