gepubliceerd op 17 oktober 2012
Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 12 december 2008 tot uitvoering van titel XVI van het decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid en tot opheffing van het besluit van de Vlaamse Regering van 7 november 1984 tot aanwijzing, voor het Vlaamse Gewest, van ambtenaren die bevoegd zijn voor het opsporen en vaststellen van de inbreuken op de regelen ter bestrijding van de geluidshinder
7 SEPTEMBER 2012. - Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 12 december 2008Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 12/12/2008 pub. 10/02/2009 numac 2009035107 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van titel XVI van het decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid sluiten tot uitvoering van titel XVI van het decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid en tot opheffing van het besluit van de Vlaamse Regering van 7 november 1984 tot aanwijzing, voor het Vlaamse Gewest, van ambtenaren die bevoegd zijn voor het opsporen en vaststellen van de inbreuken op de regelen ter bestrijding van de geluidshinder
De Vlaamse Regering, Gelet op de wet van 18 juli 1973 betreffende de bestrijding van de geluidshinder, artikel 9, vervangen bij het
decreet van 21 december 2007Relevante gevonden documenten
type
decreet
prom.
21/12/2007
pub.
29/02/2008
numac
2008035341
bron
vlaamse overheid
Decreet tot aanvulling van het decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid met een titel XVI « Toezicht, handhaving en veiligheidsmaatregelen »
type
decreet
prom.
21/12/2007
pub.
31/12/2007
numac
2007037369
bron
vlaamse overheid
Decreet houdende bepalingen tot begeleiding van de begroting 2008
sluiten;
Gelet op het decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, artikel 16.3.2, artikel 16.3.9 en artikel 16.3.10, ingevoegd bij het decreet van 21 december 2007Relevante gevonden documenten type decreet prom. 21/12/2007 pub. 29/02/2008 numac 2008035341 bron vlaamse overheid Decreet tot aanvulling van het decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid met een titel XVI « Toezicht, handhaving en veiligheidsmaatregelen » type decreet prom. 21/12/2007 pub. 31/12/2007 numac 2007037369 bron vlaamse overheid Decreet houdende bepalingen tot begeleiding van de begroting 2008 sluiten;
Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 7 november 1984 tot aanwijzing, voor het Vlaamse Gewest, van ambtenaren die bevoegd zijn voor het opsporen en vaststellen van de inbreuken op de regelen ter bestrijding van de geluidshinder;
Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 12 december 2008Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 12/12/2008 pub. 10/02/2009 numac 2009035107 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van titel XVI van het decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid sluiten tot uitvoering van titel XVI van het decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid;
Gelet op advies 51.620/1/V van de Raad van State, gegeven op 19 juli 2012, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;
Op voorstel van de Vlaamse minister van Leefmilieu, Natuur en Cultuur;
Na beraadslaging, Besluit :
Artikel 1.Artikel 13 van het besluit van de Vlaamse Regering van 12 december 2008Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 12/12/2008 pub. 10/02/2009 numac 2009035107 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van titel XVI van het decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid sluiten tot uitvoering van titel XVI van het decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse Regering van 30 april 2009 en 19 november 2010, wordt vervangen door wat volgt : "
Art. 13.§ 1. Lokale toezichthouders, meer bepaald gemeentelijke toezichthouders, toezichthouders van de intergemeentelijke verenigingen en toezichthouders van de politiezones, moeten beschikken over een bekwaamheidsbewijs.
Om dat bekwaamheidsbewijs te verkrijgen, moeten die toezichthouders de volgende opleiding volgen : 1° theoretisch onderricht : a) beginselen van de milieuwetgeving, met daarbij onder andere wetten, decreten, verordeningen, uitvoeringsbesluiten en indeling van hinderlijke inrichtingen : twaalf lesuren;b) beginselen van de handhaving van de milieuwetgeving : twaalf lesuren;c) elementaire fysische begrippen over leefmilieu en het gebruik van die begrippen in de milieuwetgeving : twaalf lesuren;d) fysische begrippen en reglementering over afval en bodem : twaalf lesuren;e) fysische begrippen en reglementering in verband met geluidshinder : twaalf lesuren;f) fysische begrippen en reglementering over grond- en oppervlaktewaterverontreiniging : twaalf lesuren;g) fysische begrippen en reglementering over luchtverontreiniging : twaalf lesuren;2° praktisch onderricht : a) het meten van het geluidsniveau dat afkomstig is van geluidsbronnen : twaalf lesuren;b) monstername en metingen ter plaatse van afval-, oppervlakte- en grondwater : twaalf lesuren;c) monstername en metingen ter plaatse van bodem en afvalstoffen : twaalf lesuren;d) monstername en metingen ter plaatse van verontreinigende lucht : twaalf lesuren;3° bekwaamheidsproef : na het volgen van het onderricht, vermeld in punt 1° en 2°, een bekwaamheidsproef over het theoretische en praktische onderricht, afgelegd met gunstig gevolg.De proef is met gunstig gevolg afgelegd als op alle onderdelen, vermeld in punt 1° en 2°, ten minste vijftig procent van de punten werd behaald.
In afwijking van de bepalingen, vermeld in het eerste lid, moeten lokale toezichthouders geluid beschikken over een bekwaamheidsbewijs 'toezicht geluid' als ze alleen toezicht uitoefenen op geluidsaspecten.
Om het bekwaamheidsbewijs 'toezicht geluid' te verkrijgen, moeten de lokale toezichthouders geluid, vermeld in het derde lid, de volgende opleiding volgen : 1° theoretisch onderricht : a) beginselen van de milieuwetgeving, met daarbij onder andere wetten, decreten, uitvoeringsbesluiten en indeling van hinderlijke inrichtingen : zes lesuren;b) beginselen van de handhaving van de milieuwetgeving : twaalf lesuren;c) elementaire fysische begrippen over leefmilieu en het gebruik van die begrippen in de milieuwetgeving : zes lesuren;d) fysische begrippen en reglementering in verband met geluidshinder : twaalf lesuren;2° praktisch onderricht over het meten van het geluidsniveau, afkomstig van geluidsbronnen : twaalf lesuren;3° bekwaamheidsproef : na het volgen van het onderricht, vermeld in punt 1° en 2°, een bekwaamheidsproef over het theoretische en praktische onderricht, afgelegd met gunstig gevolg.De proef is met gunstig gevolg afgelegd als op alle onderdelen, vermeld in punt 1° en 2°, ten minste vijftig procent van de punten werd behaald.
De lokale toezichthouders geluid, vermeld in het derde lid, worden niet meegerekend voor de toepassing van artikel 16.
De artikelen 17, 18 en 19 zijn niet van toepassing op de lokale toezichthouders geluid, vermeld in het derde lid. § 2. Provinciale toezichthouders moeten beschikken over een bekwaamheidsbewijs.
Om dat bekwaamheidsbewijs te verkrijgen moeten die toezichthouders de volgende opleiding volgen : 1° theoretisch onderricht : a) beginselen van de milieuwetgeving, met daarbij onder andere wetten, decreten, verordeningen, uitvoeringsbesluiten en indeling van hinderlijke inrichtingen : twaalf lesuren;b) beginselen van de handhaving van de milieuwetgeving : twaalf lesuren;c) elementaire fysische begrippen over leefmilieu en het gebruik van die begrippen in de milieuwetgeving : twaalf lesuren;d) fysische begrippen en reglementering over afval en bodem : twaalf lesuren;e) fysische begrippen en reglementering over grond- en oppervlaktewaterverontreiniging : twaalf lesuren;2° praktisch onderricht : a) monstername en metingen ter plaatse van afval-, oppervlakte- en grondwater : twaalf lesuren;b) monstername en metingen ter plaatse van bodem en afvalstoffen : twaalf lesuren;3° bekwaamheidsproef : na het volgen van het onderricht, vermeld in punt 1° en 2°, een bekwaamheidsproef over het theoretische en praktische onderricht, afgelegd met gunstig gevolg.De proef is met gunstig gevolg afgelegd als op alle onderdelen, vermeld in punt 1° en 2°, ten minste vijftig procent van de punten werd behaald.
In afwijking van de bepalingen, vermeld in het eerste lid, moeten provinciale toezichthouders geluid, beschikken over een bekwaamheidsbewijs 'toezicht geluid' als ze toezicht uitoefenen op geluidsaspecten.
Om het bekwaamheidsbewijs toezicht geluid te verkrijgen, moeten de toezichthouders, vermeld in het derde lid, de volgende opleiding volgen : 1° theoretisch onderricht : a) beginselen van de milieuwetgeving, met daarbij onder andere wetten, decreten, uitvoeringsbesluiten en indeling van hinderlijke inrichtingen : zes lesuren;b) beginselen van de handhaving van de milieuwetgeving : twaalf lesuren;c) elementaire fysische begrippen over leefmilieu en het gebruik van die begrippen in de milieuwetgeving : zes lesuren;d) fysische begrippen en reglementering in verband met geluidshinder : twaalf lesuren;2° praktisch onderricht over het meten van het geluidsniveau afkomstig van geluidsbronnen : twaalf uren;3° bekwaamheidsproef : na het volgen van het onderricht, vermeld in punt 1° en 2°, een bekwaamheidsproef over het theoretische en praktische onderricht, afgelegd met gunstig gevolg.De proef is met gunstig gevolg afgelegd als op alle onderdelen, vermeld in punt 1° en 2°, ten minste vijftig procent van de punten werd behaald. § 3. Het hoofd van de afdeling, bevoegd voor erkenningen, of zijn gemachtigde, kan, op basis van de aangetoonde opleiding of ervaring, op gemotiveerde aanvraag van de betrokkene een gehele of gedeeltelijke vrijstelling verlenen van het theoretische en praktische onderricht, vermeld in § 1, tweede en vierde lid, en § 2, tweede en vierde lid. De vrijstelling heeft ook betrekking op de gedeelten van de bekwaamheidsproef waarvoor vrijstelling van onderricht is verleend.".
Art. 2.In artikel 14 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 28 oktober 2011, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in paragraaf 1 worden de woorden "De opleiding, vermeld in artikel 13, § 1, tweede lid, mag" vervangen door de woorden "De opleidingen, vermeld in artikel 13, § 1, tweede en vierde lid, en § 2, tweede en vierde lid, mogen".2° er wordt een paragraaf 6 toegevoegd, die luidt als volgt : " § 6.De erkenning, vermeld in paragraaf 1, vervalt van rechtswege op de dag dat de instelling aan de minister de stopzetting van het gebruik van de erkenning meedeelt.".
Art. 3.In artikel 15 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 28 oktober 2011, worden de woorden "artikel 13, § 1, tweede lid," vervangen door de woorden "artikel 13, § 1, tweede of vierde lid, respectievelijk § 2, tweede of vierde lid,".
Art. 4.Aan artikel 33 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse Regering van 19 november 2010 en 17 februari 2012, waarvan de bestaande tekst paragraaf 1 zal vormen, wordt een paragraaf 2 toegevoegd, die luidt als volgt : " § 2. De provinciale toezichthouders geluid, vermeld in artikel 13, § 2, derde lid, oefenen het toezicht uit op de toepassing van : 1° de wet Geluidshinder en de uitvoeringsbesluiten ervan;2° het Milieuvergunningendecreet en de uitvoeringsbesluiten ervan, wat de geluidsaspecten betreft voor de inrichtingen die overeenkomstig bijlage 1 van titel I van het VLAREM zijn ingedeeld als inrichtingen van klasse 2 en 3. Bij de inrichtingen die overeenkomstig bijlage 1 van titel I van het VLAREM zijn ingedeeld als inrichtingen van klasse 1, kunnen ze, binnen het kader van de bovenvermelde wetten, decreten en hun uitvoeringsbesluiten, wat de geluidsaspecten betreft, vaststellingen doen op basis van zintuiglijke waarneming en zaken onderzoeken als vermeld in artikel 16.3.14 van het decreet.".
Art. 5.Aan artikel 34 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse Regering van 30 april 2009, 19 november 2010, 28 oktober 2011 en 17 februari 2012, waarvan de bestaande tekst paragraaf 1 zal vormen, wordt een paragraaf 2 toegevoegd, die luidt als volgt : " § 2. De in artikel 13, § 1, derde lid, vermelde lokale toezichthouders geluid oefenen het toezicht uit op de toepassing van : 1° de wet Geluidshinder en de uitvoeringsbesluiten ervan; 2° het Milieuvergunningendecreet en de uitvoeringsbesluiten ervan, wat de geluidsaspecten betreft voor de inrichtingen, vermeld in de rubrieken 32.1 en 32.2 van bijlage 1 van titel I van het VLAREM. Bij de inrichtingen die overeenkomstig bijlage 1 van titel I van het VLAREM zijn ingedeeld als inrichtingen van klasse 1, 2 en 3, kunnen ze, binnen het kader van de bovenvermelde wetten, decreten en hun uitvoeringsbesluiten, wat de geluidsaspecten betreft, vaststellingen doen op basis van zintuiglijke waarneming en zaken onderzoeken als vermeld in artikel 16.3.14 van het decreet.".
Art. 6.In artikel 35 van hetzelfde besluit worden de woorden "artikel 13" vervangen door de woorden "artikel 13, § 1, eerste en derde lid, en § 2, eerste en derde lid".
Art. 7.In artikel 88, § 2, van hetzelfde besluit worden de woorden "artikel 13" vervangen door de woorden "artikel 13, § 1, eerste lid en artikel 13, § 2, eerste lid".
Art. 8.In artikel 89, van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering 28 oktober 2011, worden de woorden "artikel 13, § 1, tweede lid" vervangen door de woorden "artikel 13, § 1, tweede lid en artikel 13, § 2, tweede lid".
Art. 9.In hetzelfde besluit, het laatst gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 28 oktober 2011, worden een artikel 91/1 tot en met 91/3 ingevoegd, die luiden als volgt : "
Art. 91/1.§ 1. Aan de provinciale toezichthouders, gemeentelijke toezichthouders en toezichthouders van politiezones die op de datum van de inwerkingtreding van dit artikel nog niet over het bekwaamheidsbewijs toezicht geluid beschikken en die met gunstig gevolg de opleiding hebben gevolgd, vermeld in artikel 4 van het besluit van de Vlaamse Regering van 7 november 1984 tot aanwijzing, voor het Vlaamse Gewest, van ambtenaren die bevoegd zijn voor het opsporen en vaststellen van de inbreuken op de regelen ter bestrijding van de geluidshinder, wordt het bekwaamheidsbewijs, vermeld in artikel 2, 2° van dat besluit, uitgereikt door de instelling die de opleiding heeft georganiseerd.
Dat bekwaamheidsbewijs wordt samen met het aanstellingsbesluit van het bevoegde orgaan en, in voorkomend geval, met de verleende vrijstellingen van onderricht, voorgelegd aan de afdeling, bevoegd voor erkenningen.
De afdeling, bevoegd voor erkenningen, bezorgt, na waarmerking, binnen vijftien dagen na de afgifte ervan een kopie van dat bekwaamheidsbewijs aan de procureur des Konings van de gerechtelijke arrondissementen waar de houder van het bekwaamheidsbewijs de aan hem toegewezen toezichtopdrachten uitvoert. § 2. De bekwaamheidsbewijzen die aan provinciale toezichthouders, gemeentelijke toezichthouders en toezichthouders van politiezones afgeleverd werden overeenkomstig het besluit van de Vlaamse Regering van 7 november 1984 tot aanwijzing, voor het Vlaamse Gewest, van ambtenaren die bevoegd zijn voor het opsporen en vaststellen van de inbreuken op de regelen ter bestrijding van de geluidshinder, gelden voor de termijn die in hun bekwaamheidsbewijs is bepaald, beperkt tot 31 december 2014 en blijven beperkt tot de gemeenten of de provincie waarvoor de toezichthouder was aangesteld. De toezichthouder oefent het toezicht uit zoals bepaald in artikel 33, § 2 en 34, § 2. § 3. Een toezichthouder die in het bezit is van een bekwaamheidsbewijs dat werd afgeleverd overeenkomstig het besluit van de Vlaamse Regering van 7 november 1984 tot aanwijzing, voor het Vlaamse Gewest, van ambtenaren die bevoegd zijn voor het opsporen en vaststellen van de inbreuken op de regelen ter bestrijding van de geluidshinder, kan het bekwaamheidsbewijs toezicht geluid, vermeld in artikel 13, § 1, derde lid, respectievelijk § 2, derde lid, verkrijgen.
De betrokken toezichthouder bezorgt daarvoor de volgende documenten aan de afdeling, bevoegd voor erkenningen : 1° het bestaande bekwaamheidsbewijs of de vrijstelling, afgeleverd overeenkomstig het besluit van de Vlaamse Regering van 7 november 1984 tot aanwijzing, voor het Vlaamse Gewest, van ambtenaren die bevoegd zijn voor het opsporen en vaststellen van de inbreuken op de regelen ter bestrijding van de geluidshinder, dat niet ouder is dan tien jaar;2° een getuigschrift van de volgende bijscholing, gevolgd voor 31 december 2014 in een instelling als vermeld in artikel 14, § 1 : a) theoretisch onderricht : ?beginselen van de milieuwetgeving, met daarbij onder andere wetten, decreten, uitvoeringsbesluiten en indeling van hinderlijke inrichtingen : zes uren; ? beginselen van de handhaving van de milieuwetgeving : twaalf uren; ? elementaire fysische begrippen over leefmilieu en het gebruik van die begrippen in de milieuwetgeving : zes uren; b) vier uren praktisch onderricht over het meten van het geluidsniveau afkomstig van geluidsbronnen;c) bekwaamheidsproef : een bekwaamheidsproef over het theoretische en praktische onderricht, vermeld in 2°, a) en b), afgelegd met gunstig gevolg.De proef is met gunstig gevolg afgelegd als op alle onderdelen, vermeld in punt a) en b), ten minste vijftig procent van de punten werd behaald. 3° het nieuwe aanstellingsbesluit van het orgaan, vermeld in artikel 16.3.1, § 1, 2°, 3°, 4° en 5°, van het decreet.
Het hoofd van de afdeling, bevoegd voor erkenningen, of zijn gemachtigde, kan, op basis van de aangetoonde opleiding of ervaring, op gemotiveerde aanvraag van de betrokkene een gehele of gedeeltelijke vrijstelling verlenen van het volgen van de bijscholing.
De afdeling levert op basis van die documenten een bekwaamheidsbewijs af overeenkomstig de bepalingen van artikel 15.
Artikel 91/2.De instellingen die met toepassing van artikel 4 van het besluit van de Vlaamse Regering van 7 november 1984 tot aanwijzing, voor het Vlaamse Gewest, van ambtenaren die bevoegd zijn voor het opsporen en vaststellen van de inbreuken op de regelen ter bestrijding van de geluidshinder, zijn erkend, behouden hun erkenning voor de termijn die in hun erkenningsbesluit is bepaald, beperkt tot 31 december 2012.
Artikel 91/3.De instellingen die voor 1 januari 2013 erkend zijn voor het geven van de opleiding, vermeld in artikel 13, § 1, tweede lid, en § 2, tweede lid, zijn vanaf 1 januari 2013 van rechtswege erkend voor het geven van de opleiding, vermeld in artikel 13, § 1, vierde lid, en § 2, vierde lid.
Artikel 91/4.Erkenningsaanvragen voor opleidingen die met toepassing van artikel 4 van het besluit van de Vlaamse Regering van 7 november 1984 tot aanwijzing, voor het Vlaamse Gewest, van ambtenaren die bevoegd zijn voor het opsporen en vaststellen van de inbreuken op de regelen ter bestrijding van de geluidshinder werden ingediend voor de datum van de inwerkingtreding van dit artikel, worden afgehandeld overeenkomstig de bepalingen die van kracht waren op het ogenblik dat de aanvraag werd ingediend. De termijn van erkenning wordt beperkt tot 31 december 2012.".
Art. 10.Het besluit van de Vlaamse Regering van 7 november 1984 tot aanwijzing, voor het Vlaamse Gewest, van ambtenaren die bevoegd zijn voor het opsporen en vaststellen van de inbreuken op de regelen ter bestrijding van de geluidshinder, wordt opgeheven op 1 januari 2015.
Art. 11.De Vlaamse minister, bevoegd voor het leefmilieu, is belast met de uitvoering van dit besluit.
Brussel, 7 september 2012.
De minister-president van de Vlaamse Regering, K. PEETERS De Vlaamse minister van Leefmilieu, Natuur en Cultuur, Mevr. J. SCHAUVLIEGE