Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Vlaamse Regering van 29 oktober 2021
gepubliceerd op 01 december 2021

Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 16 mei 2014 houdende de rechtspleging voor sommige Vlaamse bestuursrechtscolleges, wat betreft de optimalisatie van de procedures

bron
vlaamse overheid
numac
2021034093
pub.
01/12/2021
prom.
29/10/2021
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

29 OKTOBER 2021. - Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 16 mei 2014Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 16/05/2014 pub. 03/12/2014 numac 2014035907 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering houdende de rechtspleging voor sommige Vlaamse bestuursrechtscolleges sluiten houdende de rechtspleging voor sommige Vlaamse bestuursrechtscolleges, wat betreft de optimalisatie van de procedures


Rechtsgronden Dit besluit is gebaseerd op: - de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen, artikel 20, gewijzigd bij de bijzondere wet van 16 juli 1993; - het Onroerenderfgoed decreet van 12 juli 2013Relevante gevonden documenten type decreet prom. 12/07/2013 pub. 13/09/2013 numac 2013035791 bron vlaamse overheid Decreet betreffende de integrale jeugdhulp type decreet prom. 12/07/2013 pub. 17/10/2013 numac 2013035861 bron vlaamse overheid Decreet betreffende het onroerend erfgoed type decreet prom. 12/07/2013 pub. 23/08/2013 numac 2013204742 bron vlaamse overheid Decreet houdende wijziging van het decreet van 4 april 2003 betreffende het sociaal-cultureel volwassenenwerk, wat de structurele provinciale subsidies betreft sluiten, artikel 11.2.5, § 6; - het decreet van 4 april 2014Relevante gevonden documenten type decreet prom. 04/04/2014 pub. 01/10/2014 numac 2014035564 bron vlaamse overheid Decreet betreffende de organisatie en de rechtspleging van sommige Vlaamse bestuursrechtscolleges sluiten betreffende de organisatie en de rechtspleging van sommige Vlaamse bestuursrechtscolleges, artikel 16, zesde lid, artikel 17, artikel 20, vierde lid, gewijzigd bij het decreet van 21 mei 2021Relevante gevonden documenten type decreet prom. 21/05/2021 pub. 14/06/2021 numac 2021042066 bron vlaamse overheid Decreet tot wijziging van het decreet van 4 april 2014 betreffende de organisatie en de rechtspleging van sommige Vlaamse bestuursrechtscolleges, wat betreft de optimalisatie van de procedures sluiten, artikel 21, § 7, ingevoegd bij het decreet van 9 december 2016 en gewijzigd bij het decreet van 21 mei 2021Relevante gevonden documenten type decreet prom. 21/05/2021 pub. 14/06/2021 numac 2021042066 bron vlaamse overheid Decreet tot wijziging van het decreet van 4 april 2014 betreffende de organisatie en de rechtspleging van sommige Vlaamse bestuursrechtscolleges, wat betreft de optimalisatie van de procedures sluiten, artikel 40, § 11, vervangen bij het decreet van 9 december 2016, artikel 42, § 5; - het decreet van 21 mei 2021Relevante gevonden documenten type decreet prom. 21/05/2021 pub. 14/06/2021 numac 2021042066 bron vlaamse overheid Decreet tot wijziging van het decreet van 4 april 2014 betreffende de organisatie en de rechtspleging van sommige Vlaamse bestuursrechtscolleges, wat betreft de optimalisatie van de procedures sluiten tot wijziging van het decreet van 4 april 2014Relevante gevonden documenten type decreet prom. 04/04/2014 pub. 01/10/2014 numac 2014035564 bron vlaamse overheid Decreet betreffende de organisatie en de rechtspleging van sommige Vlaamse bestuursrechtscolleges sluiten betreffende de organisatie en de rechtspleging van sommige Vlaamse bestuursrechtscolleges, wat betreft de optimalisatie van de procedures, artikel 10.

Vormvereisten De volgende vormvereisten zijn vervuld: - de Vlaamse minister, bevoegd voor de begroting, heeft zijn akkoord gegeven op 20 september 2021; - De Raad van State heeft advies nr. 70.235/1 gegeven op 22 oktober 2021, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973.

Juridisch kader Dit besluit sluit aan bij de volgende regelgeving: - het decreet van 25 april 2014Relevante gevonden documenten type decreet prom. 25/04/2014 pub. 23/10/2014 numac 2014036510 bron vlaamse overheid Decreet betreffende de omgevingsvergunning type decreet prom. 25/04/2014 pub. 27/08/2014 numac 2014035897 bron vlaamse overheid Decreet betreffende de handhaving van de omgevingsvergunning sluiten betreffende de omgevingsvergunning.

Initiatiefnemer Dit besluit wordt voorgesteld door de Vlaamse minister van Justitie en Handhaving, Omgeving, Energie en Toerisme.

Na beraadslaging, DE VLAAMSE REGERING BESLUIT: HOOFDSTUK 1. - Wijzigingen van het besluit van de Vlaamse Regering van 16 mei 2014Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 16/05/2014 pub. 03/12/2014 numac 2014035907 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering houdende de rechtspleging voor sommige Vlaamse bestuursrechtscolleges sluiten houdende de rechtspleging voor sommige Vlaamse bestuursrechtscolleges

Artikel 1.Aan artikel 1 van het besluit van de Vlaamse Regering van 16 mei 2014Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 16/05/2014 pub. 03/12/2014 numac 2014035907 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering houdende de rechtspleging voor sommige Vlaamse bestuursrechtscolleges sluiten houdende de rechtspleging voor sommige Vlaamse bestuursrechtscolleges, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 5 februari 2021, wordt een punt 13° toegevoegd, dat luidt als volgt: "13° omgevingsloket: het digitale loket, vermeld in artikel 147, derde lid, van het besluit van de Vlaamse Regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014Relevante gevonden documenten type decreet prom. 25/04/2014 pub. 23/10/2014 numac 2014036510 bron vlaamse overheid Decreet betreffende de omgevingsvergunning type decreet prom. 25/04/2014 pub. 27/08/2014 numac 2014035897 bron vlaamse overheid Decreet betreffende de handhaving van de omgevingsvergunning sluiten betreffende de omgevingsvergunning.".

Art. 2.In artikel 4 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse Regering van 10 februari 2017, 21 april 2017 en 27 oktober 2017, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° tussen de zinsnede "het Lokaal en Provinciaal Kies decreet van 8 juli 2011Relevante gevonden documenten type decreet prom. 08/07/2011 pub. 25/08/2011 numac 2011035664 bron vlaamse overheid Decreet houdende de organisatie van de lokale en provinciale verkiezingen en houdende wijziging van het Gemeentedecreet van 15 juli 2005, het Provinciedecreet van 9 december 2005 en het decreet van 19 december 2008 betreffende de organisatie van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn sluiten," en de zinsnede "het decreet van 25 april 2014Relevante gevonden documenten type decreet prom. 25/04/2014 pub. 23/10/2014 numac 2014036510 bron vlaamse overheid Decreet betreffende de omgevingsvergunning type decreet prom. 25/04/2014 pub. 27/08/2014 numac 2014035897 bron vlaamse overheid Decreet betreffende de handhaving van de omgevingsvergunning sluiten betreffende de omgevingsvergunning," wordt de zinsnede "het Onroerenderfgoed decreet van 12 juli 2013Relevante gevonden documenten type decreet prom. 12/07/2013 pub. 13/09/2013 numac 2013035791 bron vlaamse overheid Decreet betreffende de integrale jeugdhulp type decreet prom. 12/07/2013 pub. 17/10/2013 numac 2013035861 bron vlaamse overheid Decreet betreffende het onroerend erfgoed type decreet prom. 12/07/2013 pub. 23/08/2013 numac 2013204742 bron vlaamse overheid Decreet houdende wijziging van het decreet van 4 april 2003 betreffende het sociaal-cultureel volwassenenwerk, wat de structurele provinciale subsidies betreft sluiten," ingevoegd;2° tussen de zinsnede "het decreet van 25 april 2014Relevante gevonden documenten type decreet prom. 25/04/2014 pub. 23/10/2014 numac 2014036510 bron vlaamse overheid Decreet betreffende de omgevingsvergunning type decreet prom. 25/04/2014 pub. 27/08/2014 numac 2014035897 bron vlaamse overheid Decreet betreffende de handhaving van de omgevingsvergunning sluiten betreffende de omgevingsvergunning," en de zinsnede "het Vlaams Onteigeningsdecreet van 24 februari 2017" wordt de zinsnede "het decreet van 15 juli 2016 betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid," ingevoegd.

Art. 3.In artikel 8 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse Regering van 10 februari 2017 en 21 april 2017, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in paragraaf 1 wordt tussen het derde en het vierde lid een lid ingevoegd, dat luidt als volgt: "De overtuigingsstukken die deel uitmaken van het administratief dossier dat via het verlenen van toegang tot het omgevingsloket is ingediend, worden ook in de inventaris van de overtuigingsstukken opgenomen.Met behoud van de toepassing van artikel 16, 1°, worden de voormelde overtuigingsstukken niet toegevoegd aan de processtukken."; 2° in paragraaf 3 wordt het woord "geïnventariseerde" opgeheven;3° aan paragraaf 3 worden een tweede en een derde lid toegevoegd, die luiden als volgt: "Het administratief dossier dat aan het College gericht is, bevat een inventaris van de stukken, die conform die inventaris genummerd zijn. Voor de beroepen, vermeld in artikel 54, 2°, wordt het verlenen van toegang tot het omgevingsloket aan het College als de indiening van het administratief dossier beschouwd en geldt de vermelding in het omgevingsloket van de datum van het verlenen van toegang als de datum van de indiening. In dat geval bevat het administratief dossier, in afwijking van het tweede lid, geen inventaris.".

Art. 4.In artikel 19 van hetzelfde besluit, vervangen bij het besluit van de Vlaamse Regering van 21 april 2017Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 21/04/2017 pub. 24/04/2017 numac 2017011739 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 16 mei 2014 houdende de rechtspleging voor sommige Vlaamse bestuursrechtscolleges, wat betreft de optimalisatie van de organisatie en de rechtspleging van de Vlaamse bestuursrechtscolleges sluiten en gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 27 oktober 2017, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° aan het eerste lid wordt een punt 3° toegevoegd, dat luidt als volgt: "3° de vergunninghouder of de persoon die de melding heeft verricht en die wordt vermeld in de bestreden beslissing of in de bestreden aktename of niet-aktename."; 2° er wordt een tweede lid toegevoegd, dat luidt als volgt: "Als het verzoekschrift een vordering tot schorsing bij hoogdringendheid bevat, betekent de griffier het afschrift binnen een ordetermijn van twintig dagen, die ingaat de dag na de dag waarop de griffie het verzoekschrift heeft ontvangen.Die ordetermijn geldt niet in een verkorte procedure als vermeld in artikel 59.".

Art. 5.In artikel 20 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 21 april 2017Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 21/04/2017 pub. 24/04/2017 numac 2017011739 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 16 mei 2014 houdende de rechtspleging voor sommige Vlaamse bestuursrechtscolleges, wat betreft de optimalisatie van de organisatie en de rechtspleging van de Vlaamse bestuursrechtscolleges sluiten, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° aan het eerste lid wordt de volgende zin toegevoegd: "Bij een storting voor de verzoekende partij wordt de naam van de verzoekende partij voor wie de betaling geldt, opgenomen als vrije mededeling."; 2° het tweede lid wordt vervangen door wat volgt: "Bij de betekening conform artikel 59/3, eerste en tweede lid, van dit besluit, of conform artikel 21, § 5, tweede lid, en § 6, eerste lid, of artikel 31/1, § 4, tweede lid, van het decreet, brengt de griffier de partij op de hoogte van de gegevens van het fonds, vermeld in het eerste lid, met inbegrip van het rekeningnummer en een gestructureerde mededeling.".

Art. 6.In artikel 20/1 van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 21 april 2017Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 21/04/2017 pub. 24/04/2017 numac 2017011739 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 16 mei 2014 houdende de rechtspleging voor sommige Vlaamse bestuursrechtscolleges, wat betreft de optimalisatie van de organisatie en de rechtspleging van de Vlaamse bestuursrechtscolleges sluiten, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° paragraaf 2 wordt vervangen door wat volgt: " § 2.Als een vordering wordt afgehandeld via een verkorte procedure als vermeld in artikel 59/2, of als de vordering tot vernietiging met toepassing van artikel 71 leidt tot een vernietiging, bedraagt de verschuldigde rechtsplegingsvergoeding voor die vordering maximaal het basisbedrag."; 2° er wordt een paragraaf 3 toegevoegd, die luidt als volgt: " § 3.De basis-, minimum- en maximumbedragen zijn verbonden aan de consumptieprijsindex die overeenstemt met 109,53 punten (basis 2013).

Elke wijziging naar boven of naar beneden van 10 punten vermeerdert of vermindert de bedragen, vermeld in paragraaf 1, met 10%. De nieuwe bedragen die voortvloeien uit die wijzigingen, zijn van toepassing op de eerste dag van de maand die volgt op de maand waarin de voormelde drempel van 10 punten bereikt wordt.

De Vlaamse minister, bevoegd voor justitie en handhaving, past de bedragen, vermeld in paragraaf 1, aan conform de formule, vermeld in het eerste lid.".

Art. 7.In artikel 27, eerste lid, van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 21 april 2017Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 21/04/2017 pub. 24/04/2017 numac 2017011739 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 16 mei 2014 houdende de rechtspleging voor sommige Vlaamse bestuursrechtscolleges, wat betreft de optimalisatie van de organisatie en de rechtspleging van de Vlaamse bestuursrechtscolleges sluiten, wordt het woord "geïnventariseerd" opgeheven.

Art. 8.In artikel 41, § 3, van hetzelfde besluit, vervangen bij het besluit van de Vlaamse Regering van 21 april 2017Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 21/04/2017 pub. 24/04/2017 numac 2017011739 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 16 mei 2014 houdende de rechtspleging voor sommige Vlaamse bestuursrechtscolleges, wat betreft de optimalisatie van de organisatie en de rechtspleging van de Vlaamse bestuursrechtscolleges sluiten, wordt het tweede lid opgeheven.

Art. 9.In artikel 54, 1°, van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 10 februari 2017Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 10/02/2017 pub. 23/02/2017 numac 2017010859 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van diverse besluiten naar aanleiding van de inwerkingtreding van de omgevingsvergunning sluiten, worden de woorden "valideringsbeslissingen en" opgeheven.

Art. 10.Artikel 59/3 van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 21 april 2017Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 21/04/2017 pub. 24/04/2017 numac 2017011739 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 16 mei 2014 houdende de rechtspleging voor sommige Vlaamse bestuursrechtscolleges, wat betreft de optimalisatie van de organisatie en de rechtspleging van de Vlaamse bestuursrechtscolleges sluiten, wordt vervangen door wat volgt: "

Art. 59/3.De griffier stelt de belanghebbenden, vermeld in artikel 20, eerste en tweede lid, van het decreet, als ze kunnen worden bepaald, in de mogelijkheid om tussen te komen.

De griffier deelt mee voor welke vordering het mogelijk is om een schriftelijke uiteenzetting in te dienen, rekening houdend met de stand van de zaak.

Een belanghebbende bij de zaak die niet de mogelijkheid heeft gekregen om tussen te komen, kan alsnog tussenkomen als dat de procedure niet vertraagt.".

Art. 11.In hetzelfde besluit, het laatst gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 5 februari 2021, wordt een artikel 59/4 ingevoegd, dat luidt als volgt: "

Art. 59/4.De griffier stelt de vergunninghouder die wordt vermeld in de bestreden beslissing, of de persoon die de melding heeft verricht die wordt vermeld in de bestreden aktename of niet-aktename, en die conform artikel 20, derde lid, van het decreet, van rechtswege tussenkomende partij is, in de mogelijkheid een schriftelijke uiteenzetting in te dienen.

De griffier deelt mee voor welke vordering het mogelijk is om een schriftelijke uiteenzetting in te dienen, rekening houdend met de stand van de zaak.".

Art. 12.Artikel 60 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 21 april 2017Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 21/04/2017 pub. 24/04/2017 numac 2017011739 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 16 mei 2014 houdende de rechtspleging voor sommige Vlaamse bestuursrechtscolleges, wat betreft de optimalisatie van de organisatie en de rechtspleging van de Vlaamse bestuursrechtscolleges sluiten, wordt vervangen door wat volgt: "

Art. 60.De tussenkomende partij of haar raadsman dagtekent en ondertekent de schriftelijke uiteenzetting, vermeld in artikel 59/3, tweede lid, en artikel 59/4, eerste lid.

De schriftelijke uiteenzetting, vermeld in artikel 59/3, tweede lid, en artikel 59/4, eerste lid, bevat minstens al de volgende gegevens: 1° het opschrift "Schriftelijke uiteenzetting";2° de naam, de hoedanigheid, de woonplaats of de zetel van de tussenkomende partij, de gekozen woonplaats in België, en in voorkomend geval een telefoonnummer en een e-mailadres;3° de vermelding van het rolnummer waaronder de vordering ingeschreven is, als dat gekend is;4° een omschrijving van het belang van de tussenkomende partij;5° een inventaris van de overtuigingsstukken. De tussenkomende partij voegt bij haar schriftelijke uiteenzetting: 1° als ze een rechtspersoon is en geen raadsman heeft die advocaat is: een afschrift van haar geldende en gecoördineerde statuten en van de akte van aanstelling van haar organen, en ook het bewijs dat het orgaan dat daarvoor bevoegd is, beslist heeft in rechte te treden;2° de schriftelijke volmacht van haar raadsman als die geen advocaat is;3° de overtuigingsstukken die in de inventaris zijn vermeld en die conform die inventaris genummerd zijn. De vergunninghouder die wordt vermeld in de bestreden beslissing, of de persoon die de melding heeft verricht die wordt vermeld in de bestreden aktename of niet-aktename, en die conform artikel 20, derde lid, van het decreet, van rechtswege tussenkomende partij is, voegt de stukken, vermeld in het derde lid, 1°, niet toe.".

Art. 13.Artikel 61 van hetzelfde besluit, vervangen bij het besluit van de Vlaamse Regering van 21 april 2017Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 21/04/2017 pub. 24/04/2017 numac 2017011739 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 16 mei 2014 houdende de rechtspleging voor sommige Vlaamse bestuursrechtscolleges, wat betreft de optimalisatie van de organisatie en de rechtspleging van de Vlaamse bestuursrechtscolleges sluiten, wordt vervangen door wat volgt: "

Art. 61.In de volgende gevallen stelt de griffier de tussenkomende partij in staat om haar schriftelijke uiteenzetting te regulariseren: 1° de stukken, vermeld in artikel 60, derde lid, 1°, zijn in voorkomend geval niet bij de schriftelijke uiteenzetting gevoegd;2° de schriftelijke uiteenzetting is niet ondertekend door de tussenkomende partij of haar raadsman;3° de schriftelijke uiteenzetting bevat geen woonplaatskeuze in België als vermeld in artikel 7, § 1;4° de schriftelijke uiteenzetting vermeldt het rolnummer van de vordering niet of bevat geen verklaring dat de tussenkomende partij het rolnummer niet kent;5° de schriftelijke volmacht, vermeld in artikel 60, derde lid, 2°, is niet bij de schriftelijke uiteenzetting gevoegd;6° de stukken, vermeld in artikel 60, derde lid, 3°, zijn niet bij de schriftelijke uiteenzetting gevoegd;7° de inventaris van de overtuigingsstukken, die conform die inventaris genummerd zijn, is niet bij de schriftelijke uiteenzetting gevoegd. De griffier stelt, in voorkomend geval, de tussenkomende partij in staat om de vormvereisten, vermeld in het eerste lid, te regulariseren binnen een vervaltermijn van acht dagen, die ingaat op de dag na de betekening van het verzoek tot regularisatie.

De tussenkomende partij die haar schriftelijke uiteenzetting tijdig regulariseert, wordt geacht die te hebben ingediend op de datum van de eerste verzending of neerlegging van de schriftelijke uiteenzetting.

Een schriftelijke uiteenzetting die niet, onvolledig of laattijdig is geregulariseerd, wordt geacht niet te zijn ingediend.".

Art. 14.In artikel 62 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij besluit van de Vlaamse Regering van 21 april 2017Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 21/04/2017 pub. 24/04/2017 numac 2017011739 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 16 mei 2014 houdende de rechtspleging voor sommige Vlaamse bestuursrechtscolleges, wat betreft de optimalisatie van de organisatie en de rechtspleging van de Vlaamse bestuursrechtscolleges sluiten, worden het eerste en tweede lid vervangen door wat volgt: "De verweerder dient een nota met opmerkingen over de gevorderde schorsing in binnen een vervaltermijn van twintig dagen, die ingaat na de betekening van de brief waarin de griffier de verweerder in de mogelijkheid stelt een nota met opmerkingen over de gevorderde schorsing in te dienen.

Binnen de termijn, vermeld i n het eerste lid, dient de verweerder het administratief dossier in, als het nog niet is ingediend.".

Art. 15.In hetzelfde besluit, het laatst gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 5 februari 2021, wordt een artikel 62/1 ingevoegd, dat luidt als volgt: "

Art. 62/1.Een schriftelijke uiteenzetting over de vordering tot schorsing bij hoogdringendheid wordt ingediend binnen een vervaltermijn van twintig dagen, die ingaat op de dag na de betekening van de brief waarin de griffier, conform artikel 59/3, tweede lid, en artikel 59/4, eerste lid, de mogelijkheid geeft om een schriftelijke uiteenzetting in te dienen.

Als een verzoekschrift een vordering tot schorsing bij hoogdringendheid én een vordering tot vernietiging bevat, deelt de belanghebbende bij de zaak, binnen de termijn, vermeld in het eerste lid, mee in welke vorderingen hij wil tussen te komen.".

Art. 16.In artikel 63 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse Regering van 2 oktober 2015 en 21 april 2017, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° aan het eerste lid, 1°, wordt de volgende zin toegevoegd: "Die zitting vindt plaats binnen een ordetermijn van twintig dagen, die ingaat op de dag nadat het dossier in staat is;"; 2° in het derde lid, 1° en 2°, wordt het woord "eventueel" opgeheven;3° in het derde lid, 2°, worden de woorden "het verzoekschrift tot tussenkomst" vervangen door de woorden "de schriftelijke uiteenzetting over de gevorderde schorsing".

Art. 17.In artikel 64 van hetzelfde besluit, vervangen bij het besluit van de Vlaamse Regering van 21 april 2017Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 21/04/2017 pub. 24/04/2017 numac 2017011739 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 16 mei 2014 houdende de rechtspleging voor sommige Vlaamse bestuursrechtscolleges, wat betreft de optimalisatie van de organisatie en de rechtspleging van de Vlaamse bestuursrechtscolleges sluiten, wordt de zinsnede "en 61, § 2," vervangen door de zinsnede "en 61".

Art. 18.In artikel 65 van hetzelfde besluit, vervangen bij het besluit van de Vlaamse Regering van 21 april 2017Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 21/04/2017 pub. 24/04/2017 numac 2017011739 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 16 mei 2014 houdende de rechtspleging voor sommige Vlaamse bestuursrechtscolleges, wat betreft de optimalisatie van de organisatie en de rechtspleging van de Vlaamse bestuursrechtscolleges sluiten, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in paragraaf 1, tweede lid, worden tussen de woorden "De griffier betekent de beschikking" en de woorden "onmiddellijk aan de partijen" de woorden "en een afschrift van het verzoekschrift" ingevoegd;2° in paragraaf 1 wordt het derde lid opgeheven;3° in paragraaf 2 wordt het woord "geïnventariseerde" opgeheven;4° in paragraaf 3, eerste lid, wordt het woord "verzoeker" vervangen door het woord "partijen";5° in paragraaf 3 wordt het tweede lid vervangen door wat volgt: "Een schriftelijke uiteenzetting over de gevorderde schorsing bij uiterst dringende noodzakelijkheid wordt ingediend vanaf de dag na de betekening van de beschikking, vermeld in paragraaf 1, en uiterlijk bij aanvang van de zitting waarop de vordering tot schorsing bij uiterst dringende noodzakelijkheid wordt behandeld.De tussenkomende partij bezorgt de schriftelijke uiteenzetting tegelijkertijd aan de partijen en aan de belanghebbenden, vermeld in paragraaf 1, eerste lid, 3°. ".

Art. 19.In artikel 65/1 van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 21 april 2017Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 21/04/2017 pub. 24/04/2017 numac 2017011739 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 16 mei 2014 houdende de rechtspleging voor sommige Vlaamse bestuursrechtscolleges, wat betreft de optimalisatie van de organisatie en de rechtspleging van de Vlaamse bestuursrechtscolleges sluiten, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in paragraaf 1, tweede lid, worden tussen de woorden "De griffier betekent het arrest" en de woorden "onmiddellijk aan de partijen" de woorden "en een afschrift van het verzoekschrift" ingevoegd;2° in paragraaf 1 wordt het derde lid opgeheven;3° in paragraaf 2 wordt het woord "geïnventariseerde" opgeheven;4° in paragraaf 3, eerste lid, wordt het woord "verzoeker" vervangen door het woord "partijen";5° in paragraaf 3 wordt het tweede lid vervangen door wat volgt: "Een schriftelijke uiteenzetting over de gevorderde schorsing bij uiterst dringende noodzakelijkheid wordt ingediend vanaf de dag na de betekening van het arrest, vermeld in paragraaf 1, en uiterlijk bij aanvang van de zitting waarop de bevestiging van de schorsing bij uiterst dringende noodzakelijkheid wordt behandeld.De tussenkomende partij bezorgt de schriftelijke uiteenzetting tegelijkertijd aan de partijen en aan de belanghebbenden, vermeld in paragraaf 1, eerste lid, 3°. ".

Art. 20.In artikel 66 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 21 april 2017Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 21/04/2017 pub. 24/04/2017 numac 2017011739 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 16 mei 2014 houdende de rechtspleging voor sommige Vlaamse bestuursrechtscolleges, wat betreft de optimalisatie van de organisatie en de rechtspleging van de Vlaamse bestuursrechtscolleges sluiten, wordt voor het eerste lid een lid ingevoegd, dat luidt als volgt: "Binnen een ordetermijn van dertig dagen, die ingaat op de dag na de sluiting van de debatten, spreekt de kamer waarbij een vordering tot schorsing bij hoogdringendheid aanhangig is, een arrest uit.".

Art. 21.In artikel 74 van hetzelfde besluit, vervangen bij het besluit van de Vlaamse Regering van 21 april 2017Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 21/04/2017 pub. 24/04/2017 numac 2017011739 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 16 mei 2014 houdende de rechtspleging voor sommige Vlaamse bestuursrechtscolleges, wat betreft de optimalisatie van de organisatie en de rechtspleging van de Vlaamse bestuursrechtscolleges sluiten, wordt paragraaf 1 vervangen door wat volgt: " § 1. De verweerder dient een antwoordnota, een administratief dossier, als dat nog niet is ingediend, en eventuele aanvullende en geïnventariseerde overtuigingsstukken in binnen een vervaltermijn van vijfenveertig dagen, die ingaat op de dag na de betekening van de brief waarin de griffier de verweerder in de mogelijkheid stelt een antwoordnota in te dienen.".

Art. 22.Artikel 75 van hetzelfde besluit, vervangen bij het besluit van de Vlaamse Regering van 21 april 2017Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 21/04/2017 pub. 24/04/2017 numac 2017011739 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 16 mei 2014 houdende de rechtspleging voor sommige Vlaamse bestuursrechtscolleges, wat betreft de optimalisatie van de organisatie en de rechtspleging van de Vlaamse bestuursrechtscolleges sluiten, wordt vervangen door wat volgt: "

Art. 75.Een schriftelijke uiteenzetting en eventuele geïnventariseerde overtuigingsstukken over de vordering tot vernietiging worden ingediend binnen een vervaltermijn van vijfenveertig dagen, die ingaat op de dag na de betekening van de brief waarin de griffier, conform artikel 59/3, tweede lid, en 59/4, eerste lid, de mogelijkheid geeft om een schriftelijke uiteenzetting in te dienen.".

Art. 23.In artikel 76 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij besluit van de Vlaamse Regering van 21 april 2017Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 21/04/2017 pub. 24/04/2017 numac 2017011739 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 16 mei 2014 houdende de rechtspleging voor sommige Vlaamse bestuursrechtscolleges, wat betreft de optimalisatie van de organisatie en de rechtspleging van de Vlaamse bestuursrechtscolleges sluiten, wordt het tweede lid vervangen door wat volgt: "Tegelijkertijd bezorgt de griffier, in voorkomend geval, een afschrift van de schriftelijke uiteenzetting van de tussenkomende partij aan de verzoeker.".

Art. 24.In artikel 78 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 21 april 2017Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 21/04/2017 pub. 24/04/2017 numac 2017011739 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 16 mei 2014 houdende de rechtspleging voor sommige Vlaamse bestuursrechtscolleges, wat betreft de optimalisatie van de organisatie en de rechtspleging van de Vlaamse bestuursrechtscolleges sluiten, wordt de zinsnede ", in geval van een tussenkomst, aan" opgeheven.

Art. 25.In artikel 85, § 3, van hetzelfde besluit, vervangen bij het besluit van de Vlaamse Regering van 21 april 2017Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 21/04/2017 pub. 24/04/2017 numac 2017011739 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 16 mei 2014 houdende de rechtspleging voor sommige Vlaamse bestuursrechtscolleges, wat betreft de optimalisatie van de organisatie en de rechtspleging van de Vlaamse bestuursrechtscolleges sluiten, wordt het tweede lid opgeheven.

Art. 26.Aan artikel 95 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 21 april 2017Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 21/04/2017 pub. 24/04/2017 numac 2017011739 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 16 mei 2014 houdende de rechtspleging voor sommige Vlaamse bestuursrechtscolleges, wat betreft de optimalisatie van de organisatie en de rechtspleging van de Vlaamse bestuursrechtscolleges sluiten, wordt een paragraaf 4 toegevoegd, die luidt als volgt: " § 4. De griffier stelt een proces-verbaal van het verzoek tot bemiddeling op, dat hij samen met de kamervoorzitter ondertekent.".

Art. 27.In artikel 97 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 21 april 2017Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 21/04/2017 pub. 24/04/2017 numac 2017011739 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 16 mei 2014 houdende de rechtspleging voor sommige Vlaamse bestuursrechtscolleges, wat betreft de optimalisatie van de organisatie en de rechtspleging van de Vlaamse bestuursrechtscolleges sluiten, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° het eerste lid wordt opgeheven;2° in het bestaande tweede lid, dat het eerste lid wordt, worden de woorden "tussenarrest waarbij het verzoek tot bemiddeling wordt ingewilligd" vervangen door de zinsnede "proces-verbaal als vermeld in artikel 42, § 1, van het decreet"; 3° aan het bestaande tweede lid, dat het eerste lid wordt, wordt een punt 6° toegevoegd, dat luidt als volgt: "6° het bedrag van de verschuldigde bemiddelingsvergoeding."; 4° het derde lid wordt opgeheven;5° in het bestaande vierde lid, dat het tweede lid wordt, wordt het woord "tussenarrest" vervangen door het woord "proces-verbaal";6° in het bestaande vierde lid, dat het tweede lid wordt, wordt de zinsnede ", in voorkomend geval," opgeheven.

Art. 28.In artikel 98 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 21 april 2017Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 21/04/2017 pub. 24/04/2017 numac 2017011739 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 16 mei 2014 houdende de rechtspleging voor sommige Vlaamse bestuursrechtscolleges, wat betreft de optimalisatie van de organisatie en de rechtspleging van de Vlaamse bestuursrechtscolleges sluiten, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in het eerste lid wordt het woord "tussenarrest" vervangen door het woord "proces-verbaal"; 2° aan het tweede lid wordt de volgende zin toegevoegd: "Voor de beroepen, vermeld in artikel 54, 2°, wordt het verlenen van toegang tot het omgevingsloket als het bezorgen van een afschrift van het administratief dossier beschouwd.".

Art. 29.In artikel 100 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 21 april 2017Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 21/04/2017 pub. 24/04/2017 numac 2017011739 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 16 mei 2014 houdende de rechtspleging voor sommige Vlaamse bestuursrechtscolleges, wat betreft de optimalisatie van de organisatie en de rechtspleging van de Vlaamse bestuursrechtscolleges sluiten, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in paragraaf 1 worden de woorden "tweede lid" vervangen door de woorden "eerste lid";2° paragraaf 3 en 4 worden vervangen door wat volgt: " § 3.Als de partijen niet tot een akkoord zijn gekomen, kunnen ze om een nieuwe bemiddelingstermijn verzoeken.

Het gezamenlijk verzoek om een nieuwe bemiddelingstermijn wordt geakteerd in een proces-verbaal dat de griffier en de kamervoorzitter ondertekenen.

Het proces-verbaal waarbij het verzoek om een nieuwe bemiddelingstermijn wordt ingewilligd, vermeldt uitdrukkelijk al de volgende gegevens: 1° de inhoud van de opdracht van de bemiddelaar;2° de nieuwe termijn van de opdracht die maximaal zes maanden bedraagt en die ingaat op de dag na de betekening van het proces-verbaal;3° de datum waarnaar de zaak is verdaagd, die de eerste nuttige datum is nadat de termijn, vermeld in punt 2°, is verstreken. De griffier zendt onmiddellijk een afschrift van het proces-verbaal, vermeld in het tweede lid, aan de partijen en aan de bemiddelaar.

Met toepassing van deze paragraaf kan de termijn van de opdracht op verzoek van de partijen telkens met maximaal zes maanden verlengd worden. § 4. Als de kamer de voortzetting van de jurisdictionele procedure beveelt, wordt dat vastgesteld in een proces-verbaal. De griffier zendt onmiddellijk een afschrift van dat proces-verbaal aan de partijen en aan de bemiddelaar."; 3° in paragraaf 5, eerste en tweede lid, wordt het woord "tussenarrest" vervangen door het woord "proces-verbaal". HOOFDSTUK 2. - Slotbepalingen

Art. 30.Op de vorderingen die zijn ingediend vóór 1 december 2021, is het besluit van de Vlaamse Regering van 16 mei 2014Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 16/05/2014 pub. 03/12/2014 numac 2014035907 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering houdende de rechtspleging voor sommige Vlaamse bestuursrechtscolleges sluiten houdende de rechtspleging voor sommige Vlaamse bestuursrechtscolleges van toepassing, zoals van kracht vóór de inwerkingtreding van dit besluit.

Op eventuele aanvullende vorderingen waarvan de hoofdvordering is ingediend vóór 1 december 2021, is het voormelde besluit van toepassing, zoals van kracht vóór de inwerkingtreding van dit besluit.

Art. 31.Artikel 3, artikel 4, 1° tot en met 7° en 9° tot en met 11°, artikel 5, 2°, en artikel 8 van het decreet van 21 mei 2021Relevante gevonden documenten type decreet prom. 21/05/2021 pub. 14/06/2021 numac 2021042066 bron vlaamse overheid Decreet tot wijziging van het decreet van 4 april 2014 betreffende de organisatie en de rechtspleging van sommige Vlaamse bestuursrechtscolleges, wat betreft de optimalisatie van de procedures sluiten tot wijziging van het decreet van 4 april 2014Relevante gevonden documenten type decreet prom. 04/04/2014 pub. 01/10/2014 numac 2014035564 bron vlaamse overheid Decreet betreffende de organisatie en de rechtspleging van sommige Vlaamse bestuursrechtscolleges sluiten betreffende de organisatie en de rechtspleging van sommige Vlaamse bestuursrechtscolleges, wat betreft de optimalisatie van de procedures, treden in werking op 1 december 2021.

Art. 32.Dit besluit treedt in werking op 1 december 2021.

Art. 33.De Vlaamse minister, bevoegd voor justitie en handhaving, is belast met de uitvoering van dit besluit.

Brussel, 29 oktober 2021.

De minister-president van de Vlaamse Regering, J. JAMBON De Vlaamse minister van Justitie en Handhaving, Omgeving, Energie en Toerisme, Z. DEMIR

^