gepubliceerd op 26 januari 2024
Wet om justitie menselijker, sneller en straffer te maken III
18 JANUARI 2024. - Wet om justitie menselijker, sneller en straffer te maken III (1)
FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
De Kamer van volksvertegenwoordigers heeft aangenomen en Wij bekrachtigen, hetgeen volgt : HOOFDSTUK 1. - Algemene bepaling
Artikel 1.Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 74 van de Grondwet. HOOFDSTUK 2. - Wijzigingen van het Wetboek van strafvordering
Art. 2.Artikel 28bis, § 1, eerste lid, van het Wetboek van strafvordering, ingevoegd bij de wet van 12 maart 1998Relevante gevonden documenten type wet prom. 12/03/1998 pub. 02/04/1998 numac 1998009266 bron ministerie van justitie Wet tot wijziging van het Gerechtelijk Wetboek en het Wetboek van Strafvordering inzake de procedure tot onttrekking van de zaak aan de rechter type wet prom. 12/03/1998 pub. 02/04/1998 numac 1998009267 bron ministerie van justitie Wet tot verbetering van de strafrechtspleging in het stadium van het opsporingsonderzoek en het gerechtelijk onderzoek sluiten, wordt aangevuld met de volgende zin: "Het opsporingsonderzoek wordt à charge en à décharge gevoerd.".
Art. 3.In artikel 35bis van hetzelfde Wetboek, ingevoegd bij de wet van 20 mei 1997Relevante gevonden documenten type wet prom. 20/05/1997 pub. 08/07/1997 numac 1997002051 bron ministerie van ambtenarenzaken Wet houdende diverse maatregeleninzake ambtenarenzaken sluiten en gewijzigd bij de wet van 11 juli 2018, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in het derde lid wordt het woord "bewaarder" vervangen door de woorden "Algemene Administratie van de Patrimoniumdocumentatie"; 2° het artikel wordt aangevuld met een zesde lid, luidende: "In de gevallen waarin de wet bepaalt dat de verbeurdverklaring van onroerende goederen die hebben gediend of bestemd zijn geweest voor het plegen van het misdrijf mogelijk is, zal worden gehandeld overeenkomstig de vormvoorschriften van dit artikel.".
Art. 4.Artikel 43 van hetzelfde Wetboek, gewijzigd bij de wet van 10 juli 1967, waarvan de bestaande tekst paragraaf 1 zal vormen, wordt aangevuld met een paragraaf 2, luidende: " § 2. Ten einde zich te vergewissen van het psychisch functioneren van een verdachte kan de procureur des Konings een psychologisch onderzoek door een deskundige, houder van de beroepstitel klinisch psycholoog, bevelen waarbij minstens een risicotaxatie wordt verricht.
De aangestelde klinisch psycholoog voldoet aan de voorwaarden bepaald door de gecoördineerde wet van 10 mei 2015Relevante gevonden documenten type wet prom. 12/03/1998 pub. 02/04/1998 numac 1998009266 bron ministerie van justitie Wet tot wijziging van het Gerechtelijk Wetboek en het Wetboek van Strafvordering inzake de procedure tot onttrekking van de zaak aan de rechter type wet prom. 12/03/1998 pub. 02/04/1998 numac 1998009267 bron ministerie van justitie Wet tot verbetering van de strafrechtspleging in het stadium van het opsporingsonderzoek en het gerechtelijk onderzoek sluiten3 betreffende de uitoefening van de gezondheidszorgberoepen en is opgenomen in het nationaal register voor gerechtsdeskundigen en beëdigde vertalers, tolken en vertalers-tolken, tenzij toepassing wordt gemaakt van artikel 555/15 van het Gerechtelijk Wetboek.
De deskundige maakt van zijn bevindingen binnen de maand na zijn aanstelling een voorlopig verslag op, overeenkomstig het door de Koning vastgesteld model. Dat voorlopig verslag wordt ter lezing gestuurd aan de verdachte en, in voorkomend geval, aan de advocaat van de verdachte.
Tenzij de procureur des Konings vooraf een termijn heeft vastgesteld, bepaalt de deskundige, rekening houdend met de aard van de zaak, een redelijke termijn waarbinnen de verdachte en, in voorkomende geval, de advocaat van de verdachte of zijn eigen deskundige, zijn opmerkingen moet maken. Behoudens andersluidende beslissing van de procureur des Konings bedraagt die termijn ten minste acht dagen na ontvangst van het voorlopig verslag.
De deskundige ontvangt de opmerkingen van de verdachte en, in voorkomend geval, van zijn advocaat en van zijn eigen deskundige vóór het verstrijken van deze termijn. De deskundige houdt geen rekening met de opmerkingen die hij na het verstrijken van deze termijn ontvangt.
Het eindverslag wordt gedagtekend. Het bevat ook een opgave van de stukken en nota's die de verdachte en, in voorkomend geval, zijn advocaat of zijn eigen deskundige heeft overhandigd en de opmerkingen hierop. Het verslag wordt door de deskundige ondertekend.
De handtekening van de deskundige wordt voorafgegaan door de volgende eed: "Ik zweer dat ik mijn opdracht in eer en geweten, nauwgezet en eerlijk vervuld heb." Binnen vijftien dagen na ontvangst van de opmerkingen van de verdachte, en in voorkomend geval, van zijn advocaat en desgevallend van de eigen deskundige, wordt het eindverslag neergelegd. Op de dag van de neerlegging van het verslag zendt de deskundige, bij een aangetekende zending, een afschrift van het verslag aan de verdachte en, in voorkomend geval, aan zijn advocaat.
Het verslag van de deskundige is pas rechtsgeldig als het ondertekend is en de eed is afgelegd.".
Art. 5.In hetzelfde Wetboek wordt een artikel 190sexies ingevoegd, luidende: "
Art. 190sexies.§ 1. De rechtbank kan, voor zover voldaan is aan het vierde lid en voor zover het gaat om feiten die niet van die aard schijnen te zijn dat ze gestraft moeten worden met een hoofdstraf van meer dan vijf jaar gevangenisstraf of een zwaardere straf en voor zover er elementen in het dossier aanwezig zijn die aangeven dat de feiten gerelateerd zijn aan een verslavings-, agressie of psychosociale problematiek, hetzij ambtshalve, hetzij op verzoek van het openbaar ministerie, hetzij op verzoek van de beklaagde of zijn advocaat, overgaan tot het opleggen van een hersteltraject overeenkomstig dit artikel.
Hiertoe moeten de volgende voorwaarden zijn vervuld: 1° de beklaagde ontkent de hem ten tenlastegelegde feiten niet, erkent het bestaan van een onderliggende verslavings-, agressie of psychosociale problematiek van zijn kant en is gemotiveerd om hieraan te werken;2° de beklaagde wordt op het ogenblik van de verschijning voor de rechtbank niet opgevolgd door een dienst van de gemeenschappen wegens dezelfde problematiek;3° de beklaagde mag niet onder de bevoegdheid van de strafuitvoeringsrechter of de strafuitvoeringsrechtbank vallen;4° de beklaagde verleent op vrije en voldoende geïnformeerde wijze zijn instemming met het hersteltraject. Voor zover in de rechtbank een gespecialiseerde kamer daartoe is ingericht, worden de zaken waarin er sprake is van een onderliggende problematiek en waarvoor een hersteltraject in toepassing van dit artikel overwogen wordt, door die kamer behandeld.
De rechtbank sluit een protocol af met het parket, de balie en de partners die instaan voor de uitvoering van de hersteltrajecten. Het protocol specifieert op welke manier de opvolging en de informatiedoorstroming geregeld wordt.
Tijdens de zittingen zijn een of meerdere diensten die instaan voor de uitvoering van de hersteltrajecten aanwezig en geven zij indien nodig toelichting. § 2. De rechtbank kan ambtshalve of op verzoek van het openbaar ministerie een melding sturen naar de bevoegde dienst van de gemeenschappen met de vraag om een maatschappelijke enquête te verrichten. § 3. Tijdens de inleidingszitting zetten het openbaar ministerie en de burgerlijke partij of haar advocaat de zaak uiteen. De beklaagde wordt gehoord.
De rechter gaat na of de voorwaarden bedoeld in paragraaf 1 vervuld zijn en of het aangewezen lijkt om een hersteltraject op te leggen.
Indien dit het geval is, wordt de zaak uitgesteld met het oog op het opstellen van een hersteltraject.
Is dit niet het geval dan vindt de behandeling van de zaak plaats. § 4. In het in paragraaf 3, derde lid, bedoelde geval wordt een hersteltraject opgesteld door de bevoegde dienst van de gemeenschappen, in samenwerking met de beklaagde. In het hersteltraject worden maatregelen uitgewerkt, rekening houdend met de onderliggende problematiek en met oog voor de belangen van de burgerlijke partij. § 5. Uiterlijk twee maanden na de inleidingszitting vindt een oriëntatiezitting plaats waarop de beklaagde aan de rechter een hersteltraject voorlegt.
Als het hersteltraject niet wordt aanvaard, kan de beklaagde voorstellen tot aanpassing doen. Doet hij dit niet dan vindt de behandeling van de zaak plaats.
Indien het hersteltraject wordt aanvaard, wordt het ondertekend door de beklaagde. De zaak wordt uitgesteld voor verdere opvolging. § 6. Uiterlijk een maand na de oriëntatiezitting bedoeld in paragraaf 5 en telkens wanneer de rechtbank dit aangewezen acht, vindt een opvolgingszitting plaats waarop de naleving van de voorwaarden van het hersteltraject wordt besproken en geëvalueerd. Deze worden waar nodig bijgestuurd.
De bevoegde diensten van de gemeenschappen begeleiden de beklaagde bij de naleving van het hersteltraject. In het kader van de controle en in functie van eventuele bijsturingen van het hersteltraject stellen de bevoegde diensten een verslag op tegen elke volgende opvolgingszitting en telkens wanneer zij dit nodig achten of op vraag van de rechtbank.
Een kopie van deze verslagen wordt systematisch toegestuurd aan het openbaar ministerie en gevoegd bij het dossier voor de volgende opvolgingszitting.
Indien de rechtbank tot de voortzetting van het hersteltraject beslist, wordt de zaak uitgesteld voor verdere opvolging. Indien het hersteltraject niet wordt opgevolgd, beslist de rechtbank tot stopzetting en vindt de behandeling van de zaak plaats.
De duur van de opvolging is beperkt tot een jaar. Deze termijn kan door de rechtbank bij een met redenen omklede beslissing verlengd worden met maximaal zes maanden. § 7. Uiterlijk achttien maanden na het opstarten van het hersteltraject vindt de behandeling van de zaak plaats.
De beklaagde en de burgerlijke partij en hun advocaten worden in kennis gesteld van de plaats, de dag en het uur van verschijning.
De burgerlijke partij of haar advocaat wordt gehoord voor de uiteenzetting van de burgerlijke vordering, de beklaagde en zijn advocaat worden gehoord in zijn verdediging en het openbaar ministerie vat de zaak samen en neemt zijn conclusie.
De rechtbank houdt bij de uitspraak rekening met het gevolgde hersteltraject en vermeldt dit in het vonnis.".
Art. 6.In artikel 209bis, zevende lid, van hetzelfde Wetboek, ingevoegd bij de wet van 5 februari 2016Relevante gevonden documenten type wet prom. 12/03/1998 pub. 02/04/1998 numac 1998009266 bron ministerie van justitie Wet tot wijziging van het Gerechtelijk Wetboek en het Wetboek van Strafvordering inzake de procedure tot onttrekking van de zaak aan de rechter type wet prom. 12/03/1998 pub. 02/04/1998 numac 1998009267 bron ministerie van justitie Wet tot verbetering van de strafrechtspleging in het stadium van het opsporingsonderzoek en het gerechtelijk onderzoek sluiten5, worden de woorden "artikel 152" vervangen door de woorden "de artikelen 152 en 190sexies".
Art. 7.In boek II, titel I, van hetzelfde Wetboek, wordt het opschrift van hoofdstuk V vervangen als volgt: "Hoofdstuk V. De snelrechtprocedure."
Art. 8.Artikel 216quinquies van hetzelfde Wetboek, ingevoegd bij de wet van 28 maart 2000Relevante gevonden documenten type wet prom. 28/03/2000 pub. 01/04/2000 numac 2000009310 bron ministerie van justitie Wet tot invoeging van een procedure van onmiddellijke verschijning in strafzaken type wet prom. 28/03/2000 pub. 17/03/2001 numac 2001009222 bron ministerie van justitie Wet tot wijziging van artikel 117 van en tot invoeging van een artikel 240bis in het Gerechtelijk Wetboek type wet prom. 28/03/2000 pub. 01/04/2000 numac 2000009309 bron ministerie van justitie Wet tot wijziging van de rechterlijke organisatie ten gevolge van de invoering van een procedure van onmiddellijke verschijning sluiten en gedeeltelijk vernietigd bij het arrest nr. 56/2002 van het Grondwettelijk Hof, wordt vervangen als volgt: "
Art. 216quinquies.§ 1. In afwijking van artikel 127, kan de procureur des Konings een persoon die aangehouden is met toepassing van artikel 16 van de wet van 20 juli 1990Relevante gevonden documenten type wet prom. 30/11/1998 pub. 18/12/1998 numac 1998007272 bron ministerie van landsverdediging Wet houdende regeling van de inlichtingen- en veiligheidsdienst type wet prom. 30/11/1998 pub. 02/02/1999 numac 1998003675 bron ministerie van financien Wet houdende elfde aanpassing van de algemene uitgavenbegroting voor het begrotingsjaar 1998, Sectie 12, Ministerie van Justitie type wet prom. 30/11/1998 pub. 01/01/1999 numac 1998010046 bron ministerie van justitie Wet tot wijziging van sommige bepalingen van het Gerechtelijk Wetboek betreffende de rechtspleging inzake huur van goederen en van de wet van 30 december 1975 betreffende de goederen, buiten particuliere eigendommen gevonden of op de openbare weg geplaatst ter uitvoering van vonnissen van uitzetting sluiten4 betreffende de voorlopige hechtenis, dagvaarden voor de politierechtbank of de correctionele rechtbank met het oog op de toepassing van de snelrechtprocedure, voor zover de onderzoeksrechter van oordeel is dat het gerechtelijk onderzoek volledig is en het dossier daartoe op vordering van de procureur des Konings heeft meegedeeld.
Het vrij en weloverwogen akkoord van de aangehoudene dient in aanwezigheid van zijn advocaat te worden bevestigd voor de onderzoeksrechter, die het akkoord in een proces-verbaal acteert. Het akkoord kan vanaf dat ogenblik niet meer worden ingetrokken.
Zodra het aanhoudingsbevel is uitgevaardigd en uiterlijk op de zitting van de raadkamer bedoeld in artikel 21 van de bovenvermelde wet van 20 juli 1990Relevante gevonden documenten type wet prom. 30/11/1998 pub. 18/12/1998 numac 1998007272 bron ministerie van landsverdediging Wet houdende regeling van de inlichtingen- en veiligheidsdienst type wet prom. 30/11/1998 pub. 02/02/1999 numac 1998003675 bron ministerie van financien Wet houdende elfde aanpassing van de algemene uitgavenbegroting voor het begrotingsjaar 1998, Sectie 12, Ministerie van Justitie type wet prom. 30/11/1998 pub. 01/01/1999 numac 1998010046 bron ministerie van justitie Wet tot wijziging van sommige bepalingen van het Gerechtelijk Wetboek betreffende de rechtspleging inzake huur van goederen en van de wet van 30 december 1975 betreffende de goederen, buiten particuliere eigendommen gevonden of op de openbare weg geplaatst ter uitvoering van vonnissen van uitzetting sluiten4 gaat de procureur des Konings over tot dagvaarding.
De beklaagde die de taal van de procedure niet verstaat, ontvangt binnen een redelijke termijn de vertaling van de relevante passages van de dagvaarding in een taal die hij bij het eerste verhoor overeenkomstig artikel 47bis heeft gekozen, zodanig dat hij geïnformeerd is over de hem ten laste gelegde feiten en hij zich effectief kan verdedigen. De kosten van vertaling zijn ten laste van de Staat. § 2. Plaats, dag en uur van verschijning worden zo snel mogelijk en in elk geval binnen vierentwintig uur na de kennisgeving bedoeld in paragraaf 1, derde lid, via het snelst mogelijke, schriftelijke communicatiemiddel, aan de gekende slachtoffers meegedeeld.
De slachtoffers die de taal van de procedure niet verstaan, hebben het recht een vertaling van die inlichtingen te verkrijgen in een taal die zij verstaan. Het verzoek dient ter griffie van de bevoegde rechtbank te worden neergelegd. De vertaling wordt verstrekt binnen een redelijke termijn. De kosten van vertaling zijn ten laste van de Staat.
Op schriftelijk verzoek van de benadeelde persoon dat voor de terechtzitting en op hetzelfde moment als de verklaring bedoeld in artikel 5bis van de Voorafgaande Titel van het Wetboek van strafvordering kan worden ingediend, wordt het dossier ter beschikking van hem en zijn advocaat gesteld. § 3. Het dossier ligt op de griffie in origineel of in kopie ter beschikking en de partijen kunnen er inzage van hebben en er kopie van opvragen onverminderd de toepassing van artikel 21, § 3, van de bovenvermelde wet van 20 juli 1990Relevante gevonden documenten type wet prom. 30/11/1998 pub. 18/12/1998 numac 1998007272 bron ministerie van landsverdediging Wet houdende regeling van de inlichtingen- en veiligheidsdienst type wet prom. 30/11/1998 pub. 02/02/1999 numac 1998003675 bron ministerie van financien Wet houdende elfde aanpassing van de algemene uitgavenbegroting voor het begrotingsjaar 1998, Sectie 12, Ministerie van Justitie type wet prom. 30/11/1998 pub. 01/01/1999 numac 1998010046 bron ministerie van justitie Wet tot wijziging van sommige bepalingen van het Gerechtelijk Wetboek betreffende de rechtspleging inzake huur van goederen en van de wet van 30 december 1975 betreffende de goederen, buiten particuliere eigendommen gevonden of op de openbare weg geplaatst ter uitvoering van vonnissen van uitzetting sluiten4. Ze kunnen zelf met hun eigen middelen kosteloos een kopie van het dossier nemen ter plaatse. § 4. De verschijning voor de rechtbank geschiedt binnen een termijn die niet korter mag zijn dan vijf werkdagen, noch langer dan vijftien dagen vanaf de dagvaarding.
De rechtbank doet uitspraak ter terechtzitting of binnen vijf dagen na de in het eerste lid bedoelde zitting. § 5. De rechtbank kan, na de partijen en hun raadslieden te hebben gehoord, ambtshalve of op verzoek van de beklaagde, de burgerlijke partij of het openbaar ministerie de zaak eenmalig verdagen naar een volgende zitting, binnen een termijn die begint te lopen na de eerste zitting en die niet meer dan vijftien dagen mag bedragen.
De rechtbank doet uitspraak ter terechtzitting of binnen vijf dagen na de in het eerste lid, bedoelde laatste zitting. § 6. De raadkamer beslist over het al dan niet handhaven van de voorlopige hechtenis, overeenkomstig artikel 21, §§ 1 tot 5, van voornoemde wet van 20 juli 1990Relevante gevonden documenten type wet prom. 30/11/1998 pub. 18/12/1998 numac 1998007272 bron ministerie van landsverdediging Wet houdende regeling van de inlichtingen- en veiligheidsdienst type wet prom. 30/11/1998 pub. 02/02/1999 numac 1998003675 bron ministerie van financien Wet houdende elfde aanpassing van de algemene uitgavenbegroting voor het begrotingsjaar 1998, Sectie 12, Ministerie van Justitie type wet prom. 30/11/1998 pub. 01/01/1999 numac 1998010046 bron ministerie van justitie Wet tot wijziging van sommige bepalingen van het Gerechtelijk Wetboek betreffende de rechtspleging inzake huur van goederen en van de wet van 30 december 1975 betreffende de goederen, buiten particuliere eigendommen gevonden of op de openbare weg geplaatst ter uitvoering van vonnissen van uitzetting sluiten4. Na de zitting van de raadkamer komt deze bevoegdheid toe aan de rechtbank.
De voorlopige invrijheidstelling kan worden verleend op indiening van een verzoekschrift gericht aan de rechtbank vanaf de zitting van de raadkamer bedoeld in voorgaande lid, overeenkomstig de modaliteiten bepaald in artikel 27, §§ 3 en 4, van de bovenvermelde wet van 20 juli 1990Relevante gevonden documenten type wet prom. 30/11/1998 pub. 18/12/1998 numac 1998007272 bron ministerie van landsverdediging Wet houdende regeling van de inlichtingen- en veiligheidsdienst type wet prom. 30/11/1998 pub. 02/02/1999 numac 1998003675 bron ministerie van financien Wet houdende elfde aanpassing van de algemene uitgavenbegroting voor het begrotingsjaar 1998, Sectie 12, Ministerie van Justitie type wet prom. 30/11/1998 pub. 01/01/1999 numac 1998010046 bron ministerie van justitie Wet tot wijziging van sommige bepalingen van het Gerechtelijk Wetboek betreffende de rechtspleging inzake huur van goederen en van de wet van 30 december 1975 betreffende de goederen, buiten particuliere eigendommen gevonden of op de openbare weg geplaatst ter uitvoering van vonnissen van uitzetting sluiten4. § 7. Tegen het vonnis kan beroep worden ingesteld op de wijze en onder de voorwaarden bepaald in artikel 209bis.".
Art. 9.Artikel 216sexies van hetzelfde Wetboek, ingevoegd bij de wet van 28 maart 2000Relevante gevonden documenten type wet prom. 28/03/2000 pub. 01/04/2000 numac 2000009310 bron ministerie van justitie Wet tot invoeging van een procedure van onmiddellijke verschijning in strafzaken type wet prom. 28/03/2000 pub. 17/03/2001 numac 2001009222 bron ministerie van justitie Wet tot wijziging van artikel 117 van en tot invoeging van een artikel 240bis in het Gerechtelijk Wetboek type wet prom. 28/03/2000 pub. 01/04/2000 numac 2000009309 bron ministerie van justitie Wet tot wijziging van de rechterlijke organisatie ten gevolge van de invoering van een procedure van onmiddellijke verschijning sluiten, wordt vervangen als volgt: "
Art. 216sexies.§ 1. Wanneer de rechtbank van oordeel is dat de voorwaarden voorzien in artikel 216quinquies, § 1, niet vervuld zijn of de zaak niet in staat is om te worden berecht in het kader van de snelrechtprocedure, wordt het dossier terug ter beschikking gesteld van de procureur des Konings en kan de dagvaarding onontvankelijk worden verklaard.
In dat geval beslist de rechtbank bij dezelfde beschikking over de handhaving van de beklaagde in hechtenis tot aan de eventuele betekening van een bevel tot aanhouding binnen achtenveertig uur.
De beslissing tot handhaving is geldig voor een termijn van achtenveertig uur. Ze vermeldt de datum en het uur van de uitspraak en wordt overeenkomstig artikel 16, §§ 1 en 5, eerste en tweede lid, van de wet van 20 juli 1990Relevante gevonden documenten type wet prom. 30/11/1998 pub. 18/12/1998 numac 1998007272 bron ministerie van landsverdediging Wet houdende regeling van de inlichtingen- en veiligheidsdienst type wet prom. 30/11/1998 pub. 02/02/1999 numac 1998003675 bron ministerie van financien Wet houdende elfde aanpassing van de algemene uitgavenbegroting voor het begrotingsjaar 1998, Sectie 12, Ministerie van Justitie type wet prom. 30/11/1998 pub. 01/01/1999 numac 1998010046 bron ministerie van justitie Wet tot wijziging van sommige bepalingen van het Gerechtelijk Wetboek betreffende de rechtspleging inzake huur van goederen en van de wet van 30 december 1975 betreffende de goederen, buiten particuliere eigendommen gevonden of op de openbare weg geplaatst ter uitvoering van vonnissen van uitzetting sluiten4 betreffende de voorlopige hechtenis met redenen omkleed.
Tegen de beschikking bedoeld in het tweede lid kan geen enkel rechtsmiddel worden aangewend. § 2. De procureur des Konings kan overgaan tot rechtstreekse dagvaarding, oproeping bij proces-verbaal of een onderzoeksrechter vorderen met een gerechtelijk onderzoek en het verlenen van een bevel tot aanhouding binnen de achtenveertig uur van de in paragraaf 1, tweede lid, bedoelde beschikking.
In dat laatste geval, moet de verdachte door de onderzoeksrechter worden ondervraagd. Oordeelt deze dat de voorlopige hechtenis moet worden gehandhaafd, dan kan hij een nieuw bevel tot aanhouding uitvaardigen, waarop de bepalingen van de hoofdstukken III, IV en V van de bovenvermelde wet mede van toepassing zijn.
Dit nieuwe bevel tot aanhouding wordt aan de verdachte betekend binnen de termijn van paragraaf 1, derde lid.".
Art. 10.Artikel 216septies van hetzelfde Wetboek, ingevoegd bij de wet van 28 maart 2000Relevante gevonden documenten type wet prom. 28/03/2000 pub. 01/04/2000 numac 2000009310 bron ministerie van justitie Wet tot invoeging van een procedure van onmiddellijke verschijning in strafzaken type wet prom. 28/03/2000 pub. 17/03/2001 numac 2001009222 bron ministerie van justitie Wet tot wijziging van artikel 117 van en tot invoeging van een artikel 240bis in het Gerechtelijk Wetboek type wet prom. 28/03/2000 pub. 01/04/2000 numac 2000009309 bron ministerie van justitie Wet tot wijziging van de rechterlijke organisatie ten gevolge van de invoering van een procedure van onmiddellijke verschijning sluiten en gedeeltelijk vernietigd bij het arrest n° 56/2002 van het Grondwettelijk Hof, wordt opgeheven.
Art. 11.In artikel 278 van hetzelfde Wetboek, vervangen bij de wet van 21 december 2009Relevante gevonden documenten type wet prom. 30/11/1998 pub. 18/12/1998 numac 1998007272 bron ministerie van landsverdediging Wet houdende regeling van de inlichtingen- en veiligheidsdienst type wet prom. 30/11/1998 pub. 02/02/1999 numac 1998003675 bron ministerie van financien Wet houdende elfde aanpassing van de algemene uitgavenbegroting voor het begrotingsjaar 1998, Sectie 12, Ministerie van Justitie type wet prom. 30/11/1998 pub. 01/01/1999 numac 1998010046 bron ministerie van justitie Wet tot wijziging van sommige bepalingen van het Gerechtelijk Wetboek betreffende de rechtspleging inzake huur van goederen en van de wet van 30 december 1975 betreffende de goederen, buiten particuliere eigendommen gevonden of op de openbare weg geplaatst ter uitvoering van vonnissen van uitzetting sluiten1, wordt paragraaf 4 vervangen als volgt: " § 4. Tegen dit arrest kan een voorziening in cassatie worden ingesteld samen met de voorziening in cassatie tegen het eindarrest.".
Art. 12.In artikel 420, tweede lid, van hetzelfde Wetboek, vervangen bij de wet van 5 februari 2016Relevante gevonden documenten type wet prom. 12/03/1998 pub. 02/04/1998 numac 1998009266 bron ministerie van justitie Wet tot wijziging van het Gerechtelijk Wetboek en het Wetboek van Strafvordering inzake de procedure tot onttrekking van de zaak aan de rechter type wet prom. 12/03/1998 pub. 02/04/1998 numac 1998009267 bron ministerie van justitie Wet tot verbetering van de strafrechtspleging in het stadium van het opsporingsonderzoek en het gerechtelijk onderzoek sluiten5, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° het woord "bevelen." wordt vervangen door het woord "bevelen;"; 2° het lid wordt aangevuld met de bepaling onder 4°, luidende: "4° die de uithandengeving uitspreken en die de zaak verwijzen naar de procureur des Konings met het oog op de vervolging voor de bevoegde rechtsinstanties overeenkomstig artikel 57bis van de wet van 8 april 1965Relevante gevonden documenten type wet prom. 30/11/1998 pub. 18/12/1998 numac 1998007272 bron ministerie van landsverdediging Wet houdende regeling van de inlichtingen- en veiligheidsdienst type wet prom. 30/11/1998 pub. 02/02/1999 numac 1998003675 bron ministerie van financien Wet houdende elfde aanpassing van de algemene uitgavenbegroting voor het begrotingsjaar 1998, Sectie 12, Ministerie van Justitie type wet prom. 30/11/1998 pub. 01/01/1999 numac 1998010046 bron ministerie van justitie Wet tot wijziging van sommige bepalingen van het Gerechtelijk Wetboek betreffende de rechtspleging inzake huur van goederen en van de wet van 30 december 1975 betreffende de goederen, buiten particuliere eigendommen gevonden of op de openbare weg geplaatst ter uitvoering van vonnissen van uitzetting sluiten2 betreffende de jeugdbescherming, het ten laste nemen van minderjarigen die een als misdrijf omschreven feit hebben gepleegd en het herstel van de door dit feit veroorzaakte schade.". HOOFDSTUK 3. - Wijzigingen van het Strafwetboek
Art. 13.In artikel 37octies, § 1, van hetzelfde Wetboek ingevoegd bij de wet van 10 april 2014Relevante gevonden documenten type wet prom. 12/03/1998 pub. 02/04/1998 numac 1998009266 bron ministerie van justitie Wet tot wijziging van het Gerechtelijk Wetboek en het Wetboek van Strafvordering inzake de procedure tot onttrekking van de zaak aan de rechter type wet prom. 12/03/1998 pub. 02/04/1998 numac 1998009267 bron ministerie van justitie Wet tot verbetering van de strafrechtspleging in het stadium van het opsporingsonderzoek en het gerechtelijk onderzoek sluiten2 en gewijzigd bij de wet van 21 maart 2022Relevante gevonden documenten type wet prom. 30/10/1998 pub. 10/11/1998 numac 1998021437 bron diensten van de eerste minister Wet betreffende de euro sluiten2, wordt het tweede lid vervangen als volgt: "Een autonome probatiestraf bestaat uit de verplichting om: 1° algemene voorwaarden na te leven van zodra het vonnis in kracht van gewijsde is gegaan, gedurende de termijn die door de rechter wordt bepaald overeenkomstig paragraaf 2.Deze algemene voorwaarden zijn: a) geen strafbaar feit plegen;b) een vast adres hebben en elke adreswijziging meedelen aan de probatiecommissie en aan de bevoegde dienst van de gemeenschappen;c) gevolg geven aan de oproepingen van de probatiecommissie en van de bevoegde dienst van de gemeenschappen;d) samenwerken met de bevoegde dienst van de gemeenschappen bij het uitwerken en opvolgen van de bijzondere voorwaarden;2° bijzondere voorwaarden na te leven waarvan de concrete invulling door de probatiecommissie bepaald wordt.De veroordeelde leeft de bijzondere voorwaarden na voor de resterende duur van de overeenkomstig paragraaf 2 bepaalde termijn, van zodra deze hem door de probatiecommissie ter kennis gebracht zijn.".
Art. 14.In artikel 37novies van hetzelfde Wetboek, ingevoegd bij de wet van 10 april 2014Relevante gevonden documenten type wet prom. 12/03/1998 pub. 02/04/1998 numac 1998009266 bron ministerie van justitie Wet tot wijziging van het Gerechtelijk Wetboek en het Wetboek van Strafvordering inzake de procedure tot onttrekking van de zaak aan de rechter type wet prom. 12/03/1998 pub. 02/04/1998 numac 1998009267 bron ministerie van justitie Wet tot verbetering van de strafrechtspleging in het stadium van het opsporingsonderzoek en het gerechtelijk onderzoek sluiten2, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in paragraaf 1, eerste lid, worden de woorden "een justitieassistent van de Dienst Justitiehuizen van de Federale Overheidsdienst Justitie" vervangen door de woorden "de bevoegde dienst van de gemeenschappen";2° in paragraaf 1, tweede lid, wordt het woord "justitieassistent" vervangen door de woorden "bevoegde dienst van de gemeenschappen";3° in paragraaf 1, derde lid, worden de woorden "de Dienst Justitiehuizen van de Federale Overheidsdienst Justitie, die onverwijld de justitieassistent aanwijst" vervangen door de woorden "de bevoegde dienst van de gemeenschappen";4° in paragraaf 1 wordt het vierde lid vervangen als volgt: "Binnen de maand na de aanvang van de justitiële begeleiding door de bevoegde dienst van de gemeenschappen, en verder telkens als deze dienst het nuttig acht of telkens als de commissie haar erom verzoekt, en tenminste om de zes maanden, brengt zij verslag uit aan de probatiecommissie over de naleving van de voorwaarden.Zij stelt, in voorkomend geval, de maatregelen voor die zij nodig acht."; 5° in paragraaf 3, eerste lid, wordt het woord "justitieassistent" vervangen door de woorden "bevoegde dienst van de gemeenschappen";6° paragraaf 3, tweede lid, wordt vervangen als volgt: "De beslissing van de commissie tot bepaling van de concrete invulling van de probatiestraf, wordt met redenen omkleed.Deze beslissing wordt ter kennis gebracht van de veroordeelde en van het openbaar ministerie. De kennisgeving geschiedt aan het openbaar ministerie per gewone brief en aan de veroordeelde per aangetekende zending, binnen drie dagen, waarbij zaterdagen, zon- en feestdagen niet meegerekend worden."; 7° het artikel wordt aangevuld met een paragraaf 4, luidende: " § 4.Indien de concrete invulling van de autonome probatiestraf de voorwaarde om een begeleiding of behandeling te volgen omvat, nodigt de probatiecommissie de veroordeelde uit om een bevoegde dienst of persoon te kiezen. Deze keuze wordt aan de probatiecommissie ter goedkeuring voorgelegd.
Deze dienst of persoon die de opdracht aanneemt, brengt aan de probatiecommissie alsook aan de bevoegde dienst van de gemeenschappen, binnen een maand na de aanvang van die begeleiding of behandeling en telkens als de dienst of persoon het nuttig acht, of op verzoek van de commissie en ten minste om de zes maanden, verslag uit over de begeleiding of de behandeling.
Het in het tweede lid bedoelde verslag handelt over de volgende punten: de daadwerkelijke aanwezigheden van de veroordeelde op de voorgestelde raadplegingen, de ongewettigde afwezigheden, het eenzijdig stopzetten van de begeleiding of de behandeling door de veroordeelde, de moeilijkheden die bij de uitvoering daarvan zijn gerezen en de situaties die een ernstig risico inhouden voor derden.
De bevoegde dienst of persoon brengt de commissie op de hoogte van het stopzetten van de begeleiding of de behandeling.".
Art. 15.In artikel 37decies van hetzelfde Wetboek, ingevoegd bij de wet van 10 april 2014Relevante gevonden documenten type wet prom. 12/03/1998 pub. 02/04/1998 numac 1998009266 bron ministerie van justitie Wet tot wijziging van het Gerechtelijk Wetboek en het Wetboek van Strafvordering inzake de procedure tot onttrekking van de zaak aan de rechter type wet prom. 12/03/1998 pub. 02/04/1998 numac 1998009267 bron ministerie van justitie Wet tot verbetering van de strafrechtspleging in het stadium van het opsporingsonderzoek en het gerechtelijk onderzoek sluiten2 worden telkens de woorden "of op een door de Koning te bepalen wijze" opgeheven.
Art. 16.In artikel 37undecies van hetzelfde Wetboek, ingevoegd bij de wet van 10 april 2014Relevante gevonden documenten type wet prom. 12/03/1998 pub. 02/04/1998 numac 1998009266 bron ministerie van justitie Wet tot wijziging van het Gerechtelijk Wetboek en het Wetboek van Strafvordering inzake de procedure tot onttrekking van de zaak aan de rechter type wet prom. 12/03/1998 pub. 02/04/1998 numac 1998009267 bron ministerie van justitie Wet tot verbetering van de strafrechtspleging in het stadium van het opsporingsonderzoek en het gerechtelijk onderzoek sluiten2, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in het eerste lid wordt de eerste zin vervangen als volgt: "Ingeval de veroordeelde de voorwaarden van de autonome probatiestraf, bedoeld in artikel 37octies, § 1, tweede lid, niet of slechts gedeeltelijk naleeft, meldt de bevoegde dienst van de gemeenschappen dit onverwijld aan de probatiecommissie."; 2° in de tweede zin worden de woorden "of op een door de Koning te bepalen elektronische wijze" opgeheven;3° in het derde lid wordt het woord "justitieassistent" vervangen door de woorden "bevoegde dienst van de gemeenschappen".
Art. 17.Artikel 141bis van hetzelfde Wetboek, ingevoegd bij de wet van 19 december 2003Relevante gevonden documenten type wet prom. 22/12/1998 pub. 15/01/1999 numac 1998003665 bron ministerie van financien Wet houdende fiscale en andere bepalingen type wet prom. 22/12/1998 pub. 02/02/1999 numac 1999009006 bron ministerie van justitie Wet tot wijziging van sommige bepalingen van deel II van het Gerechtelijk Wetboek met betrekking tot de Hoge Raad voor de Justitie, de benoeming en aanwijzing van magistraten en tot invoering van een evaluatiesysteem sluiten0, wordt vervangen als volgt: "
Art. 141bis.§ 1. Deze titel is niet van toepassing op daden gepleegd in het kader van een internationaal gewapend conflict of een gewapend conflict van niet-internationale aard, door strijdkrachten van een partij bij het conflict wanneer deze daden vallen onder de toepasselijke regels van het internationaal humanitair recht en ermee overeenstemmen. § 2. Deze titel is evenmin van toepassing op handelingen, buiten een gewapend conflict, van de strijdkrachten van een Staat in het kader van de uitoefening van hun officiële taken.".
Art. 18.In hetzelfde Wetboek wordt een artikel 271bis ingevoegd, luidende: "
Art. 271bis.Indien het feit een ziekte of ongeschiktheid tot het verrichten van persoonlijke arbeid tot gevolg heeft, wordt weerspannigheid, gepleegd door een enkele persoon met wapen, gestraft met gevangenisstraf van drie jaar tot vijf jaar, indien het zonder wapen is gepleegd, wordt het gestraft met een gevangenisstraf van zes maanden tot drie jaar.".
Art. 19.In hetzelfde Wetboek wordt een artikel 272bis ingevoegd, luidende: "
Art. 272bis.Indien het feit een ziekte of ongeschiktheid tot het verrichten van persoonlijke arbeid tot gevolg heeft, is weerspannigheid gepleegd door verscheidende personen, met of zonder voorafgaande afspraak en met of zonder wapens, een verzwarende factor.".
Art. 20.In hetzelfde Wetboek wordt het opschrift van hoofdstuk II van titel V van boek 2 vervangen als volgt: "Hoofdstuk II. Smaad, doodslag, geweld, foltering en onmenselijke behandeling ten aanzien van ministers, leden van de wetgevende kamers, dragers van het openbaar gezag of van de openbare macht.".
Art. 21.In artikel 280 van hetzelfde Wetboek, vervangen bij de wet van 8 maart 2010Relevante gevonden documenten type wet prom. 30/11/1998 pub. 18/12/1998 numac 1998007272 bron ministerie van landsverdediging Wet houdende regeling van de inlichtingen- en veiligheidsdienst type wet prom. 30/11/1998 pub. 02/02/1999 numac 1998003675 bron ministerie van financien Wet houdende elfde aanpassing van de algemene uitgavenbegroting voor het begrotingsjaar 1998, Sectie 12, Ministerie van Justitie type wet prom. 30/11/1998 pub. 01/01/1999 numac 1998010046 bron ministerie van justitie Wet tot wijziging van sommige bepalingen van het Gerechtelijk Wetboek betreffende de rechtspleging inzake huur van goederen en van de wet van 30 december 1975 betreffende de goederen, buiten particuliere eigendommen gevonden of op de openbare weg geplaatst ter uitvoering van vonnissen van uitzetting sluiten3, worden volgende wijzigingen aangebracht: 1° in de inleidende zin van het artikel, worden de woorden "ter gelegenheid van de uitoefening van zijn bediening," vervangen door de woorden "in de uitoefening of naar aanleiding van de uitoefening van deze functie,"; 2° er wordt voor de bepaling onder 1°, dat 1° /1 wordt, een bepaling onder punt 1° ingevoegd, luidende: "1° in de gevallen bedoeld in artikel 393, is de straf levenslange opsluiting;"; 3° het artikel wordt aangevuld met de bepalingen onder 9° en 10°, luidende: "9° in de gevallen bedoeld in artikel 417/2, eerste lid, is de straf opsluiting van twintig tot dertig jaar; 10° in de gevallen bedoeld in artikel 417/3, eerste lid, is de straf opsluiting van vijftien tot twintig jaar.".
Art. 22.In hetzelfde Wetboek wordt het opschrift van hoofdstuk III van titel VI van boek 2 vervangen als volgt: "Hoofdstuk III. Ontvluchting van gevangenen en overgooien van voorwerpen over de muren of afsluitingen van een gevangenis, een afdeling of een inrichting tot bescherming van de maatschappij.".
Art. 23.In hetzelfde Wetboek wordt een artikel 337bis ingevoegd, luidende: "
Art. 337bis.Hij die opzettelijk voorwerpen op directe of indirecte wijze over de muren of afsluitingen van een gevangenis, een afdeling of een inrichting tot bescherming van de maatschappij overgooit, wordt gestraft met een gevangenisstraf van vijftien dagen tot een jaar en een geldboete van vijftig euro tot vijfhonderd euro.".
Art. 24.Artikel 348 van hetzelfde Wetboek, vervangen bij de wet van 3 april 1990 en gewijzigd bij de wet van 23 januari 2003, wordt aangevuld met een lid, luidende: "Bij de keuze van de straf of de maatregel en de zwaarte ervan moet de rechter in overweging nemen dat het misdrijf werd gepleegd in het bijzijn van een minderjarige.".
Art. 25.Artikel 352 van hetzelfde Wetboek, vervangen bij de wet van 15 oktober 2018Relevante gevonden documenten type wet prom. 12/03/1998 pub. 02/04/1998 numac 1998009266 bron ministerie van justitie Wet tot wijziging van het Gerechtelijk Wetboek en het Wetboek van Strafvordering inzake de procedure tot onttrekking van de zaak aan de rechter type wet prom. 12/03/1998 pub. 02/04/1998 numac 1998009267 bron ministerie van justitie Wet tot verbetering van de strafrechtspleging in het stadium van het opsporingsonderzoek en het gerechtelijk onderzoek sluiten8, wordt aangevuld met een lid, luidende: "Bij de keuze van de straf of de maatregel en de zwaarte ervan moet de rechter in overweging nemen dat het misdrijf werd gepleegd in het bijzijn van een minderjarige.".
Art. 26.Artikel 391sexies van hetzelfde Wetboek, ingevoegd bij de wet van 25 april 2007Relevante gevonden documenten type wet prom. 22/12/1998 pub. 15/01/1999 numac 1998003665 bron ministerie van financien Wet houdende fiscale en andere bepalingen type wet prom. 22/12/1998 pub. 02/02/1999 numac 1999009006 bron ministerie van justitie Wet tot wijziging van sommige bepalingen van deel II van het Gerechtelijk Wetboek met betrekking tot de Hoge Raad voor de Justitie, de benoeming en aanwijzing van magistraten en tot invoering van een evaluatiesysteem sluiten8 en gewijzigd bij de wet van 2 juni 2013Relevante gevonden documenten type wet prom. 12/03/1998 pub. 02/04/1998 numac 1998009266 bron ministerie van justitie Wet tot wijziging van het Gerechtelijk Wetboek en het Wetboek van Strafvordering inzake de procedure tot onttrekking van de zaak aan de rechter type wet prom. 12/03/1998 pub. 02/04/1998 numac 1998009267 bron ministerie van justitie Wet tot verbetering van de strafrechtspleging in het stadium van het opsporingsonderzoek en het gerechtelijk onderzoek sluiten1, wordt aangevuld met een lid, luidende: "Bij de keuze van de straf of de maatregel en de zwaarte ervan moet de rechter in overweging nemen dat het misdrijf werd gepleegd in het bijzijn van een minderjarige.".
Art. 27.Artikel 391septies van hetzelfde Wetboek, ingevoegd bij de wet van 2 juni 2013Relevante gevonden documenten type wet prom. 12/03/1998 pub. 02/04/1998 numac 1998009266 bron ministerie van justitie Wet tot wijziging van het Gerechtelijk Wetboek en het Wetboek van Strafvordering inzake de procedure tot onttrekking van de zaak aan de rechter type wet prom. 12/03/1998 pub. 02/04/1998 numac 1998009267 bron ministerie van justitie Wet tot verbetering van de strafrechtspleging in het stadium van het opsporingsonderzoek en het gerechtelijk onderzoek sluiten1, wordt aangevuld met een lid, luidende: "Bij de keuze van de straf of de maatregel en de zwaarte ervan moet de rechter in overweging nemen dat het misdrijf werd gepleegd in het bijzijn van een minderjarige.".
Art. 28.Artikel 392bis van hetzelfde Wetboek, ingevoegd bij de wet van 31 maart 1987, wordt aangevuld met een lid, luidende: "Voor de toepassing van hetzelfde hoofdstuk betekent het woord "journalist": de persoon die een activiteit uitoefent als bedoeld in artikel 24, § 1, van de wet van 30 juli 2018 betreffende de bescherming van natuurlijke personen met betrekking tot de verwerking van persoonsgegevens.".
Art. 29.In hetzelfde Wetboek wordt een artikel 393bis ingevoegd, luidende: "
Art. 393bis.Doodslag op een chauffeur, een begeleider, een controleur of een loketbediende van een uitbater van een netwerk voor openbaar vervoer, een personeelslid door de FOD Justitie tewerkgesteld in een penitentiaire inrichting of binnen het veiligheidskorps, een personeelslid aangesteld voor het onthaal bij de politiediensten, een postbode, een brandweerman, een lid van de civiele bescherming, een persoon die een gezondheidszorgberoep uitoefent zoals bedoeld in de gecoördineerde wet van 10 mei 2015Relevante gevonden documenten type wet prom. 12/03/1998 pub. 02/04/1998 numac 1998009266 bron ministerie van justitie Wet tot wijziging van het Gerechtelijk Wetboek en het Wetboek van Strafvordering inzake de procedure tot onttrekking van de zaak aan de rechter type wet prom. 12/03/1998 pub. 02/04/1998 numac 1998009267 bron ministerie van justitie Wet tot verbetering van de strafrechtspleging in het stadium van het opsporingsonderzoek en het gerechtelijk onderzoek sluiten3 betreffende de uitoefening van de gezondheidsberoepen, een lid van het personeel aangesteld voor het onthaal in de spoeddiensten van de verzorgingsinstellingen, een maatschappelijk werker of een psycholoog van een openbare dienst, een VDAB-, FOREM-, ACTIRIS- of ADG-bemiddelaar, een lid van het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn, een erkend journalist, een advocaat, een notaris, een gerechtsdeurwaarder wordt gestraft met levenslange opsluiting indien gepleegd in de uitoefening of naar aanleiding van de uitoefening van deze functie.".
Art. 30.In hetzelfde Wetboek wordt een artikel 397bis ingevoegd, luidende: "
Art. 397bis.Bij de keuze van de straf of de maatregel en de zwaarte ervan voor een misdrijf omschreven in deze afdeling moet de rechter in overweging nemen het feit dat het misdrijf werd gepleegd in het bijzijn van een minderjarige.".
Art. 31.Artikel 405quater van hetzelfde Wetboek, vervangen bij de wet van 14 januari 2013Relevante gevonden documenten type wet prom. 12/03/1998 pub. 02/04/1998 numac 1998009266 bron ministerie van justitie Wet tot wijziging van het Gerechtelijk Wetboek en het Wetboek van Strafvordering inzake de procedure tot onttrekking van de zaak aan de rechter type wet prom. 12/03/1998 pub. 02/04/1998 numac 1998009267 bron ministerie van justitie Wet tot verbetering van de strafrechtspleging in het stadium van het opsporingsonderzoek en het gerechtelijk onderzoek sluiten0 en gewijzigd bij de wet van 6 december 2022Relevante gevonden documenten type wet prom. 30/10/1998 pub. 10/11/1998 numac 1998021437 bron diensten van de eerste minister Wet betreffende de euro sluiten3, wordt aangevuld met een lid, luidende: "Bij de keuze van de straf of de maatregel en de zwaarte ervan moet de rechter in overweging nemen dat het misdrijf werd gepleegd in het bijzijn van een minderjarige.".
Art. 32.Artikel 409 van hetzelfde Wetboek, opgeheven bij de wet van 9 april 1930, hersteld bij de wet van 28 november 2000 en gewijzigd bij de wetten van 5 mei 2014 en 5 februari 2016, wordt aangevuld met een paragraaf 6, luidende: " § 6. Bij de keuze van de straf of de maatregel en de zwaarte ervan moet de rechter in overweging nemen dat het misdrijf werd gepleegd in het bijzijn van een minderjarige.".
Art. 33.Artikel 410 van hetzelfde Wetboek, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 26 november 2011Relevante gevonden documenten type wet prom. 30/11/1998 pub. 18/12/1998 numac 1998007272 bron ministerie van landsverdediging Wet houdende regeling van de inlichtingen- en veiligheidsdienst type wet prom. 30/11/1998 pub. 02/02/1999 numac 1998003675 bron ministerie van financien Wet houdende elfde aanpassing van de algemene uitgavenbegroting voor het begrotingsjaar 1998, Sectie 12, Ministerie van Justitie type wet prom. 30/11/1998 pub. 01/01/1999 numac 1998010046 bron ministerie van justitie Wet tot wijziging van sommige bepalingen van het Gerechtelijk Wetboek betreffende de rechtspleging inzake huur van goederen en van de wet van 30 december 1975 betreffende de goederen, buiten particuliere eigendommen gevonden of op de openbare weg geplaatst ter uitvoering van vonnissen van uitzetting sluiten6, wordt aangevuld met een lid, luidende: "Bij de keuze van de straf of de maatregel en de zwaarte ervan moet de rechter in overweging nemen dat het misdrijf werd gepleegd in het bijzijn van een minderjarige.".
Art. 34.Artikel 410bis, eerste lid, van hetzelfde Wetboek, ingevoegd bij de wet van 20 december 2006Relevante gevonden documenten type wet prom. 22/12/1998 pub. 15/01/1999 numac 1998003665 bron ministerie van financien Wet houdende fiscale en andere bepalingen type wet prom. 22/12/1998 pub. 02/02/1999 numac 1999009006 bron ministerie van justitie Wet tot wijziging van sommige bepalingen van deel II van het Gerechtelijk Wetboek met betrekking tot de Hoge Raad voor de Justitie, de benoeming en aanwijzing van magistraten en tot invoering van een evaluatiesysteem sluiten7 en gewijzigd bij de wet van 27 december 2012Relevante gevonden documenten type wet prom. 30/11/1998 pub. 18/12/1998 numac 1998007272 bron ministerie van landsverdediging Wet houdende regeling van de inlichtingen- en veiligheidsdienst type wet prom. 30/11/1998 pub. 02/02/1999 numac 1998003675 bron ministerie van financien Wet houdende elfde aanpassing van de algemene uitgavenbegroting voor het begrotingsjaar 1998, Sectie 12, Ministerie van Justitie type wet prom. 30/11/1998 pub. 01/01/1999 numac 1998010046 bron ministerie van justitie Wet tot wijziging van sommige bepalingen van het Gerechtelijk Wetboek betreffende de rechtspleging inzake huur van goederen en van de wet van 30 december 1975 betreffende de goederen, buiten particuliere eigendommen gevonden of op de openbare weg geplaatst ter uitvoering van vonnissen van uitzetting sluiten9, wordt vervangen als volgt: "Indien in de gevallen omschreven in de artikelen 398 tot 405, de misdaad of het wanbedrijf gepleegd wordt tegen een chauffeur, een begeleider, een controleur of een loketbediende van een uitbater van een netwerk voor openbaar vervoer, een personeelslid door de FOD Justitie tewerkgesteld in een penitentiaire inrichting, een personeelslid aangesteld voor het onthaal bij de politiediensten, een postbode, een brandweerman, een lid van de civiele bescherming, een persoon die een gezondheidszorgberoep uitoefent zoals bedoeld in de gecoördineerde wet van 10 mei 2015Relevante gevonden documenten type wet prom. 12/03/1998 pub. 02/04/1998 numac 1998009266 bron ministerie van justitie Wet tot wijziging van het Gerechtelijk Wetboek en het Wetboek van Strafvordering inzake de procedure tot onttrekking van de zaak aan de rechter type wet prom. 12/03/1998 pub. 02/04/1998 numac 1998009267 bron ministerie van justitie Wet tot verbetering van de strafrechtspleging in het stadium van het opsporingsonderzoek en het gerechtelijk onderzoek sluiten3 betreffende de uitoefening van de gezondheidsberoepen, een lid van het personeel aangesteld voor het onthaal in de spoeddiensten van de verzorgingsinstellingen, een sociaal werker of een psycholoog van een openbare dienst, een VDAB-, FOREM-, ACTIRIS- en ADG-bemiddelaar, een lid van het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn, een erkend journalist, een advocaat, een notaris, een gerechtsdeurwaarder, in de uitoefening of naar aanleiding van de uitoefening van deze functie, zijn de straffen die welke bij het derde lid worden bepaald.".
Art. 35.In artikel 417/2, tweede lid, 1°, van hetzelfde Wetboek, ingevoegd bij de wet van 14 juni 2002Relevante gevonden documenten type wet prom. 14/06/2002 pub. 14/08/2002 numac 2002009631 bron ministerie van justitie Wet houdende overeenstemming van het Belgische recht met het Verdrag tegen foltering en andere wrede, onmenselijke of onterende behandeling of bestraffing, aangenomen te New York op 10 december 1984 sluiten en laatstelijk gewijzigd bij de wet van 21 maart 2022Relevante gevonden documenten type wet prom. 30/10/1998 pub. 10/11/1998 numac 1998021437 bron diensten van de eerste minister Wet betreffende de euro sluiten2, wordt een bepaling onder d) ingevoegd, luidende: "d) hetzij op een chauffeur, een begeleider, een controleur of een loketbediende van een uitbater van een netwerk voor openbaar vervoer, een personeelslid door de FOD Justitie tewerkgesteld in een penitentiaire inrichting of binnen het veiligheidskorps, een personeelslid aangesteld voor het onthaal bij de politiediensten, een postbode, een brandweerman, een lid van de civiele bescherming, een persoon die een gezondheidszorgberoep uitoefent zoals bedoeld in de gecoördineerde wet van 10 mei 2015Relevante gevonden documenten type wet prom. 12/03/1998 pub. 02/04/1998 numac 1998009266 bron ministerie van justitie Wet tot wijziging van het Gerechtelijk Wetboek en het Wetboek van Strafvordering inzake de procedure tot onttrekking van de zaak aan de rechter type wet prom. 12/03/1998 pub. 02/04/1998 numac 1998009267 bron ministerie van justitie Wet tot verbetering van de strafrechtspleging in het stadium van het opsporingsonderzoek en het gerechtelijk onderzoek sluiten3 betreffende de uitoefening van de gezondheidsberoepen, een lid van het personeel aangesteld voor het onthaal in de spoeddiensten van de verzorgingsinstellingen, een maatschappelijk werker of een psycholoog van een openbare dienst, VDAB-, FOREM-, ACTIRIS- of ADG-bemiddelaar, een lid van het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn, een erkend journalist, een advocaat, een notaris, een gerechtsdeurwaarder, in de uitoefening of naar aanleiding van de uitoefening van deze functie.".
Art. 36.In artikel 417/3, tweede lid, 1°, van hetzelfde Wetboek, ingevoegd bij de wet van 14 juni 2002Relevante gevonden documenten type wet prom. 14/06/2002 pub. 14/08/2002 numac 2002009631 bron ministerie van justitie Wet houdende overeenstemming van het Belgische recht met het Verdrag tegen foltering en andere wrede, onmenselijke of onterende behandeling of bestraffing, aangenomen te New York op 10 december 1984 sluiten en laatstelijk gewijzigd bij de wet van 21 maart 2022Relevante gevonden documenten type wet prom. 30/10/1998 pub. 10/11/1998 numac 1998021437 bron diensten van de eerste minister Wet betreffende de euro sluiten2, wordt een bepaling onder d) ingevoegd, luidende: "d) hetzij op een chauffeur, een begeleider, een controleur of een loketbediende van een uitbater van een netwerk voor openbaar vervoer, een personeelslid door de FOD Justitie tewerkgesteld in een penitentiaire inrichting of binnen het veiligheidskorps, een personeelslid aangesteld voor het onthaal bij de politiediensten, een postbode, een brandweerman, een lid van de civiele bescherming, een persoon die een gezondheidszorgberoep uitoefent zoals bedoeld in de gecoördineerde wet van 10 mei 2015Relevante gevonden documenten type wet prom. 12/03/1998 pub. 02/04/1998 numac 1998009266 bron ministerie van justitie Wet tot wijziging van het Gerechtelijk Wetboek en het Wetboek van Strafvordering inzake de procedure tot onttrekking van de zaak aan de rechter type wet prom. 12/03/1998 pub. 02/04/1998 numac 1998009267 bron ministerie van justitie Wet tot verbetering van de strafrechtspleging in het stadium van het opsporingsonderzoek en het gerechtelijk onderzoek sluiten3 betreffende de uitoefening van de gezondheidsberoepen, een lid van het personeel aangesteld voor het onthaal in de spoeddiensten van de verzorgingsinstellingen, een maatschappelijk werker of een psycholoog van een openbare dienst, VDAB-, FOREM-, ACTIRIS- of ADG-bemiddelaar, een lid van het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn, een erkend journalist, een advocaat, een notaris, een gerechtsdeurwaarder, in de uitoefening of naar aanleiding van de uitoefening van deze functie.".
Art. 37.In hetzelfde Wetboek wordt een artikel 417/4/1 ingevoegd, luidende: "Art. 417/4/1. Bij de keuze van de straf of de maatregel en de zwaarte ervan voor een misdrijf van deze afdeling moet de rechter in overweging nemen dat het misdrijf werd gepleegd in het bijzijn van een minderjarige.".
Art. 38.Artikel 419 van hetzelfde Wetboek, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 20 juli 2005Relevante gevonden documenten type wet prom. 22/12/1998 pub. 15/01/1999 numac 1998003665 bron ministerie van financien Wet houdende fiscale en andere bepalingen type wet prom. 22/12/1998 pub. 02/02/1999 numac 1999009006 bron ministerie van justitie Wet tot wijziging van sommige bepalingen van deel II van het Gerechtelijk Wetboek met betrekking tot de Hoge Raad voor de Justitie, de benoeming en aanwijzing van magistraten en tot invoering van een evaluatiesysteem sluiten3, wordt aangevuld met een lid, luidende: "Bij de keuze van de straf of de maatregel en de zwaarte ervan moet de rechter in overweging nemen dat het misdrijf werd gepleegd in het bijzijn van een minderjarige.".
Art. 39.Artikel 442bis van hetzelfde Wetboek, ingevoegd bij de wet van 30 oktober 1998Relevante gevonden documenten type wet prom. 30/10/1998 pub. 10/11/1998 numac 1998021437 bron diensten van de eerste minister Wet betreffende de euro sluiten en laatstelijk gewijzigd bij de wet van 25 maart 2016, wordt aangevuld met een lid, luidende: "Bij de keuze van de straf of de maatregel en de zwaarte ervan moet de rechter in overweging nemen dat het misdrijf werd gepleegd in het bijzijn van een minderjarige.".
Art. 40.In boek 2, titel IX, hoofdstuk II, van hetzelfde Wetboek, wordt een afdeling IIIter ingevoegd, luidende: "Afdeling IIIter.
Verborgen ruimten".
Art. 41.In afdeling IIIter, ingevoegd bij artikel 40, wordt een artikel 504ter/1 ingevoegd, luidende: "Art. 504ter/1. § 1. Met gevangenisstraf van vijftien dagen tot een jaar en een geldboete van zesentwintig euro tot honderdduizend euro of met een van die straffen alleen worden gestraft hij die opzettelijk een voer-, vaar- of vliegtuig of elk ander vervoermiddel uitrust met een niet-fabriekseigen ruimte voor het heimelijk in bezit hebben of heimelijk vervoeren van illegale voorwerpen, verboden en vergunningsplichtige wapens of geld met een illegale herkomst. § 2. Met gevangenisstraf van zes maanden tot drie jaar en een geldboete van zesentwintig euro tot honderdduizend euro of met een van die straffen alleen worden gestraft hij die opzettelijk een voertuig, een boot, een vliegtuig of enig ander vervoermiddel dat is uitgerust met een niet-fabriekseigen ruimte die wordt gebruikt voor heimelijk bezit of voor het heimelijk vervoeren van illegale voorwerpen, verboden en vergunningsplichtige wapens of geld met een illegale herkomst in bezit heeft. § 3. Met gevangenisstraf van meer dan drie tot vijf jaar en met een geldboete van zesentwintig euro tot honderdduizend euro of met een van die straffen alleen worden gestraft hij die een voertuig, een boot, een vliegtuig of enig ander vervoermiddel uitrust met een verborgen niet fabriekseigen ruimte voor het heimelijk in bezit hebben of voor het heimelijk vervoeren van illegale voorwerpen, verboden en vergunningsplichtige wapens of geld met een illegale herkomst, wanneer de betrokken activiteit een beroep of een gewoonlijke activiteit is.".
Art. 42.In artikel 505 van hetzelfde Wetboek, vervangen bij de wet van 7 april 1995 en laatstelijk gewijzigd bij de wet van 12 juli 2023, worden het derde en het vierde lid vervangen als volgt: "De onderworpen entiteiten bedoeld in artikel 5, §§ 1 en 4 van de wet van 18 september 2017 tot voorkoming van het witwassen van geld en de financiering van terrorisme en tot beperking van het gebruik van contanten, alsmede hun bestuurders, aangestelden en lasthebbers, blijven vrij van straf voor de in het eerste lid, 2° en 4° bedoelde misdrijven, voor zover zij zich, ten aanzien van de betrokken feiten gepleegd in het raam van andere fiscale fraude dan ernstige fiscale fraude, al dan niet georganiseerd, hebben geconformeerd aan de wetgeving en reglementering inzake de bestrijding van fiscale fraude waaronder deze die voortvloeien uit de wet van 18 september 2017.".
Art. 43.In hetzelfde Wetboek wordt een artikel 505ter ingevoegd, luidende: "
Art. 505ter.De misdrijven bedoeld in artikel 505, eerste lid, 2° tot 4°, worden gestraft met gevangenisstraf van drie jaar tot vijf jaar en met geldboete van tienduizend euro tot tweehonderdduizend euro of met een van die straffen alleen wanneer zij zijn gepleegd in de volgende omstandigheden: 1° de dader van het misdrijf is een meldingsplichtige entiteit bedoeld in artikel 2 van de Richtlijn (EU) 2015/849 van het Europees Parlement en de Raad van 20 mei 2015 inzake de voorkoming van het gebruik van het financiële stelsel voor het witwassen van geld of terrorismefinanciering, tot wijziging van Verordening (EU) nr. 648/2012 van het Europees Parlement en de Raad en tot intrekking van Richtlijn 2005/60/EG van het Europees Parlement en de Raad en Richtlijn 2006/70/EG van de Commissie, gevestigd in België, in een ander land van de Europese Economische Ruimte of een derde land dat verplichtingen oplegt die gelijkaardig zijn aan die uit de voornoemde Richtlijn, en deze het misdrijf heeft gepleegd in het kader van de uitoefening van zijn beroepsactiviteiten; of 2° het strafbare feit is gepleegd in het kader van een criminele organisatie zoals omschreven in artikel 324bis.". HOOFDSTUK 4. - Wijziging van de wet van 24 februari 1921Relevante gevonden documenten type wet prom. 22/12/1998 pub. 15/01/1999 numac 1998003665 bron ministerie van financien Wet houdende fiscale en andere bepalingen type wet prom. 22/12/1998 pub. 02/02/1999 numac 1999009006 bron ministerie van justitie Wet tot wijziging van sommige bepalingen van deel II van het Gerechtelijk Wetboek met betrekking tot de Hoge Raad voor de Justitie, de benoeming en aanwijzing van magistraten en tot invoering van een evaluatiesysteem sluiten1 betreffende het verhandelen van giftstoffen, slaapmiddelen en verdovende middelen, psychotrope stoffen, ontsmettingsstoffen en antiseptica en van de stoffen die kunnen gebruikt worden voor de illegale vervaardiging van verdovende middelen en psychotrope stoffen
Art. 44.Artikel 4, § 6, van de wet van 24 februari 1921Relevante gevonden documenten type wet prom. 22/12/1998 pub. 15/01/1999 numac 1998003665 bron ministerie van financien Wet houdende fiscale en andere bepalingen type wet prom. 22/12/1998 pub. 02/02/1999 numac 1999009006 bron ministerie van justitie Wet tot wijziging van sommige bepalingen van deel II van het Gerechtelijk Wetboek met betrekking tot de Hoge Raad voor de Justitie, de benoeming en aanwijzing van magistraten en tot invoering van een evaluatiesysteem sluiten1 betreffende het verhandelen van giftstoffen, slaapmiddelen en verdovende middelen, psychotrope stoffen, ontsmettingsstoffen en antiseptica en van de stoffen die kunnen gebruikt worden voor de illegale vervaardiging van verdovende middelen en psychotrope stoffen, vervangen bij de wet van 9 juli 1975 en laatstelijk gewijzigd bij de wet van 13 oktober 2022 wordt aangevuld met een lid, luidende: "Onroerende goederen die hebben gediend of die bestemd waren om de in de artikelen 2, 2°, 2bis, 2quater en 3 omschreven misdrijven te plegen mogen worden verbeurdverklaard, ook al zijn ze geen eigendom van de veroordeelde, onverminderd de rechten die derden te goeder trouw hierop kunnen laten gelden.". HOOFDSTUK 5. - Wijziging van de wet van 4 oktober 1867Relevante gevonden documenten type wet prom. 30/11/1998 pub. 18/12/1998 numac 1998007272 bron ministerie van landsverdediging Wet houdende regeling van de inlichtingen- en veiligheidsdienst type wet prom. 30/11/1998 pub. 02/02/1999 numac 1998003675 bron ministerie van financien Wet houdende elfde aanpassing van de algemene uitgavenbegroting voor het begrotingsjaar 1998, Sectie 12, Ministerie van Justitie type wet prom. 30/11/1998 pub. 01/01/1999 numac 1998010046 bron ministerie van justitie Wet tot wijziging van sommige bepalingen van het Gerechtelijk Wetboek betreffende de rechtspleging inzake huur van goederen en van de wet van 30 december 1975 betreffende de goederen, buiten particuliere eigendommen gevonden of op de openbare weg geplaatst ter uitvoering van vonnissen van uitzetting sluiten0 op de verzachtende omstandigheden
Art. 45.In artikel 2, tweede lid, van de wet van 4 oktober 1867Relevante gevonden documenten type wet prom. 30/11/1998 pub. 18/12/1998 numac 1998007272 bron ministerie van landsverdediging Wet houdende regeling van de inlichtingen- en veiligheidsdienst type wet prom. 30/11/1998 pub. 02/02/1999 numac 1998003675 bron ministerie van financien Wet houdende elfde aanpassing van de algemene uitgavenbegroting voor het begrotingsjaar 1998, Sectie 12, Ministerie van Justitie type wet prom. 30/11/1998 pub. 01/01/1999 numac 1998010046 bron ministerie van justitie Wet tot wijziging van sommige bepalingen van het Gerechtelijk Wetboek betreffende de rechtspleging inzake huur van goederen en van de wet van 30 december 1975 betreffende de goederen, buiten particuliere eigendommen gevonden of op de openbare weg geplaatst ter uitvoering van vonnissen van uitzetting sluiten0 op de verzachtende omstandigheden, vervangen door de wet van 21 december 2009Relevante gevonden documenten type wet prom. 30/11/1998 pub. 18/12/1998 numac 1998007272 bron ministerie van landsverdediging Wet houdende regeling van de inlichtingen- en veiligheidsdienst type wet prom. 30/11/1998 pub. 02/02/1999 numac 1998003675 bron ministerie van financien Wet houdende elfde aanpassing van de algemene uitgavenbegroting voor het begrotingsjaar 1998, Sectie 12, Ministerie van Justitie type wet prom. 30/11/1998 pub. 01/01/1999 numac 1998010046 bron ministerie van justitie Wet tot wijziging van sommige bepalingen van het Gerechtelijk Wetboek betreffende de rechtspleging inzake huur van goederen en van de wet van 30 december 1975 betreffende de goederen, buiten particuliere eigendommen gevonden of op de openbare weg geplaatst ter uitvoering van vonnissen van uitzetting sluiten1 en laatstelijk gewijzigd bij de wet van 30 juli 2022, worden de woorden "met het oog op de toepassing van de snelrechtprocedure of" tussen de woorden "openbaar ministerie," en de woorden "indien geen" ingevoegd. HOOFDSTUK 6. - Wijziging van de wet van 29 juni 1964Relevante gevonden documenten type wet prom. 22/12/1998 pub. 15/01/1999 numac 1998003665 bron ministerie van financien Wet houdende fiscale en andere bepalingen type wet prom. 22/12/1998 pub. 02/02/1999 numac 1999009006 bron ministerie van justitie Wet tot wijziging van sommige bepalingen van deel II van het Gerechtelijk Wetboek met betrekking tot de Hoge Raad voor de Justitie, de benoeming en aanwijzing van magistraten en tot invoering van een evaluatiesysteem sluiten9 betreffende de opschorting, het uitstel en de probatie
Art. 46.In artikel 18bis van de wet van 29 juni 1964Relevante gevonden documenten type wet prom. 22/12/1998 pub. 15/01/1999 numac 1998003665 bron ministerie van financien Wet houdende fiscale en andere bepalingen type wet prom. 22/12/1998 pub. 02/02/1999 numac 1999009006 bron ministerie van justitie Wet tot wijziging van sommige bepalingen van deel II van het Gerechtelijk Wetboek met betrekking tot de Hoge Raad voor de Justitie, de benoeming en aanwijzing van magistraten en tot invoering van een evaluatiesysteem sluiten9 betreffende de opschorting, het uitstel en de probatie, ingevoegd bij de wet van 4 mei 1999 en laatstelijk gewijzigd bij de wet van 5 februari 2016Relevante gevonden documenten type wet prom. 12/03/1998 pub. 02/04/1998 numac 1998009266 bron ministerie van justitie Wet tot wijziging van het Gerechtelijk Wetboek en het Wetboek van Strafvordering inzake de procedure tot onttrekking van de zaak aan de rechter type wet prom. 12/03/1998 pub. 02/04/1998 numac 1998009267 bron ministerie van justitie Wet tot verbetering van de strafrechtspleging in het stadium van het opsporingsonderzoek en het gerechtelijk onderzoek sluiten5, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in het tweede streepje worden de woorden "tweeënzeventigduizend euro in plaats van drie jaar, en" opgeheven;2° in het zesde streepje worden de woorden "tweede lid" vervangen door de woorden "eerste lid";3° in het zevende streepje worden de woorden "duizend euro in plaats van twee maanden" vervangen door de woorden "twaalfduizend euro in plaats van zes maanden";4° het artikel wordt aangevuld met een achtste streepje, luidende: "in artikel 14, § 1bis: ten minste vijfhonderd euro en ten hoogste twaalfduizend euro in plaats van ten minste één maand en ten hoogste zes maanden". HOOFDSTUK 7. - Wijzigingen van het Gerechtelijk Wetboek
Art. 47.In artikel 58bis, 1°, van het Gerechtelijk Wetboek, ingevoegd bij de wet van 22 december 1998Relevante gevonden documenten type wet prom. 22/12/1998 pub. 15/01/1999 numac 1998003665 bron ministerie van financien Wet houdende fiscale en andere bepalingen type wet prom. 22/12/1998 pub. 02/02/1999 numac 1999009006 bron ministerie van justitie Wet tot wijziging van sommige bepalingen van deel II van het Gerechtelijk Wetboek met betrekking tot de Hoge Raad voor de Justitie, de benoeming en aanwijzing van magistraten en tot invoering van een evaluatiesysteem sluiten en laatstelijk gewijzigd bij de wet van 15 april 2018, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° het woord "milieurechter," wordt ingevoegd tussen de woorden "rechter gespecialiseerd in strafzaken in fiscale aangelegenheden in de rechtbank van eerste aanleg," en de woorden "plaatsvervangend rechter";2° de woorden "substituut-procureur des Konings gespecialiseerd in milieu-aangelegenheden" worden ingevoegd tussen de woorden "substituut-procureur des Konings gespecialiseerd in handelszaken," en de woorden ", substituut-arbeidsauditeur".
Art. 48.In artikel 151, eerste lid, van hetzelfde Wetboek, vervangen bij de wet van 22 december 1998Relevante gevonden documenten type wet prom. 22/12/1998 pub. 15/01/1999 numac 1998003665 bron ministerie van financien Wet houdende fiscale en andere bepalingen type wet prom. 22/12/1998 pub. 02/02/1999 numac 1999009006 bron ministerie van justitie Wet tot wijziging van sommige bepalingen van deel II van het Gerechtelijk Wetboek met betrekking tot de Hoge Raad voor de Justitie, de benoeming en aanwijzing van magistraten en tot invoering van een evaluatiesysteem sluiten en gewijzigd bij de wet van 1 december 2013, wordt de tweede zin aangevuld met de woorden "of door een of meer substituten gespecialiseerd zijn in milieu-aangelegenheden". HOOFDSTUK 8. - Wijzigingen van het Wetboek van de Belgische nationaliteit
Art. 49.In artikel 15, § 1, vierde lid, van het Wetboek van de Belgische nationaliteit, vervangen bij de wet van 4 december 2012Relevante gevonden documenten type wet prom. 30/11/1998 pub. 18/12/1998 numac 1998007272 bron ministerie van landsverdediging Wet houdende regeling van de inlichtingen- en veiligheidsdienst type wet prom. 30/11/1998 pub. 02/02/1999 numac 1998003675 bron ministerie van financien Wet houdende elfde aanpassing van de algemene uitgavenbegroting voor het begrotingsjaar 1998, Sectie 12, Ministerie van Justitie type wet prom. 30/11/1998 pub. 01/01/1999 numac 1998010046 bron ministerie van justitie Wet tot wijziging van sommige bepalingen van het Gerechtelijk Wetboek betreffende de rechtspleging inzake huur van goederen en van de wet van 30 december 1975 betreffende de goederen, buiten particuliere eigendommen gevonden of op de openbare weg geplaatst ter uitvoering van vonnissen van uitzetting sluiten8, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° de woorden "of indien de geboortedatum niet gelijk is" worden ingevoegd tussen de woorden "niet identiek is" en de woorden "in het bevolkingsregister";2° de woorden "in alle registers en documenten gelijk is gemaakt" worden vervangen door de woorden "van de naam of voornaam of de geboortedatum in alle registers en documenten gelijk zijn gemaakt".
Art. 50.In artikel 17 van hetzelfde Wetboek, hersteld bij de wet van 18 juni 2018Relevante gevonden documenten type wet prom. 12/03/1998 pub. 02/04/1998 numac 1998009266 bron ministerie van justitie Wet tot wijziging van het Gerechtelijk Wetboek en het Wetboek van Strafvordering inzake de procedure tot onttrekking van de zaak aan de rechter type wet prom. 12/03/1998 pub. 02/04/1998 numac 1998009267 bron ministerie van justitie Wet tot verbetering van de strafrechtspleging in het stadium van het opsporingsonderzoek en het gerechtelijk onderzoek sluiten7, wordt tussen het eerste en het tweede lid een lid ingevoerd, luidende: "Wanneer de verklaarder in België verblijft, is de voorwaarde van het onbeperkt verblijf vervat in het artikel 7bis, § 2, eerste lid, 1°, niet van toepassing. Wanneer de aanvraag is ingediend vanuit het buitenland in toepassing van het artikel 15, § 1, tweede lid, zijn de voorwaarden voorzien in het artikel 7bis, §§ 1 en 2, eerste lid, 1°, niet van toepassing."
Art. 51.In artikel 23, § 6, van hetzelfde Wetboek worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° het eerste lid wordt opgeheven;2° in het tweede lid worden de woorden "De voorziening" vervangen door de woorden "De voorziening in cassatie". HOOFDSTUK 9. - Wijzigingen van de wet van 1 augustus 1985Relevante gevonden documenten type wet prom. 01/08/1985 pub. 15/11/2000 numac 2000000832 bron ministerie van binnenlandse zaken Wet houdende fiscale en andere bepalingen . - hoofdstuk III, afdeling II. - Duitse vertaling sluiten houdende fiscale en andere bepalingen
Art. 52.In artikel 31bis van de wet van 1 augustus 1985Relevante gevonden documenten type wet prom. 01/08/1985 pub. 15/11/2000 numac 2000000832 bron ministerie van binnenlandse zaken Wet houdende fiscale en andere bepalingen . - hoofdstuk III, afdeling II. - Duitse vertaling sluiten, ingevoegd bij de wet van 26 maart 2003 en gewijzigd bij de wetten van 30 december 2009 en 15 januari 2019, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in paragraaf 1, 3°, wordt het woord "drie" vervangen door het woord "vijf";2° in paragraaf 1, 4°, derde lid, wordt het woord "drie" vervangen door het woord "vijf"; 3° paragraaf 1 wordt aangevuld met een lid, luidende: "De in het eerste lid, 3° en 4°, bedoelde termijn begint tegen minderjarigen pas te lopen vanaf de dag van hun meerderjarigheid."; 4° in paragraaf 2, 3°, wordt het woord "drie" vervangen door het woord "vijf"; 5° paragraaf 2 wordt aangevuld met een lid, luidende: "De in het eerste lid, 3°, bedoelde termijn begint tegen minderjarigen pas te lopen vanaf de dag van hun meerderjarigheid.".
Art. 53.In artikel 42quinquies van dezelfde wet, ingevoegd bij de wet van 15 januari 2019Relevante gevonden documenten type wet prom. 30/10/1998 pub. 10/11/1998 numac 1998021437 bron diensten van de eerste minister Wet betreffende de euro sluiten0, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in paragraaf 1, 2°, wordt het woord "drie" vervangen door het woord "vijf";2° paragraaf 1 wordt aangevuld met twee leden, luidende: "De in het eerste lid, 2°, bedoelde termijn begint tegen minderjarigen pas te lopen vanaf de dag van hun meerderjarigheid. Deze termijn wordt opgeschort tijdens de gerechtelijke procedure waarbij het slachtoffer betrokken partij is met de bedoeling de vergoeding van de door hem geleden schade te verkrijgen, alsook tijdens de behandeling van een vraag voor minnelijke schadeloosstelling die is ingediend bij de verzekeraar die zou kunnen tussenkomen in zijn voordeel, volgend op de daad bedoeld in deze paragraaf."; 3° in paragraaf 1 wordt een 4° ingevoegd, luidende: "4° wanneer de verzoeker door omstandigheden volledig buiten zijn wil om geen klacht kon indienen, de hoedanigheid van benadeelde partij niet kon aannemen, zich geen burgerlijke partij kon stellen, geen vordering kon instellen of geen vonnis kon bekomen of wanneer het instellen van een vordering of het bekomen van een vonnis gelet op de insolvabiliteit van de dader kennelijk onredelijk lijkt of wanneer het instellen van een vordering tegen de verzekeraar die zou kunnen tussenkomen ten voordele van de verzoeker eveneens onmogelijk of kennelijk onredelijk lijkt, kan de commissie oordelen dat de door de verzoeker aangehaalde redenen voldoende zijn om hem te ontslaan van de in 2° en 3° voorziene voorwaarden."; 4° in paragraaf 2, 2°, wordt het woord "drie" vervangen door het woord "vijf";5° paragraaf 2, 2°, wordt aangevuld met twee leden, luidende: "De in het eerste lid bedoelde termijn begint tegen minderjarigen pas te lopen vanaf de dag van hun meerderjarigheid. Deze termijn wordt opgeschort tijdens de gerechtelijke procedure waarbij de occasionele redder of een andere door artikel 31, eerste lid, 5°, bedoelde persoon partij is met de bedoeling de vergoeding van de door hem geleden schade te verkrijgen, alsook tijdens de behandeling van een vraag voor minnelijke schadeloosstelling die is ingediend bij de verzekeraar die zou kunnen tussenkomen in zijn voordeel, volgend op de daad bedoeld in deze paragraaf.". HOOFDSTUK 1 0. - Wijzigingen van de wet van 20 juli 1990Relevante gevonden documenten type wet prom. 30/11/1998 pub. 18/12/1998 numac 1998007272 bron ministerie van landsverdediging Wet houdende regeling van de inlichtingen- en veiligheidsdienst type wet prom. 30/11/1998 pub. 02/02/1999 numac 1998003675 bron ministerie van financien Wet houdende elfde aanpassing van de algemene uitgavenbegroting voor het begrotingsjaar 1998, Sectie 12, Ministerie van Justitie type wet prom. 30/11/1998 pub. 01/01/1999 numac 1998010046 bron ministerie van justitie Wet tot wijziging van sommige bepalingen van het Gerechtelijk Wetboek betreffende de rechtspleging inzake huur van goederen en van de wet van 30 december 1975 betreffende de goederen, buiten particuliere eigendommen gevonden of op de openbare weg geplaatst ter uitvoering van vonnissen van uitzetting sluiten4 betreffende de voorlopige hechtenis
Art. 54.Artikel 20bis van de wet van 20 juli 1990Relevante gevonden documenten type wet prom. 30/11/1998 pub. 18/12/1998 numac 1998007272 bron ministerie van landsverdediging Wet houdende regeling van de inlichtingen- en veiligheidsdienst type wet prom. 30/11/1998 pub. 02/02/1999 numac 1998003675 bron ministerie van financien Wet houdende elfde aanpassing van de algemene uitgavenbegroting voor het begrotingsjaar 1998, Sectie 12, Ministerie van Justitie type wet prom. 30/11/1998 pub. 01/01/1999 numac 1998010046 bron ministerie van justitie Wet tot wijziging van sommige bepalingen van het Gerechtelijk Wetboek betreffende de rechtspleging inzake huur van goederen en van de wet van 30 december 1975 betreffende de goederen, buiten particuliere eigendommen gevonden of op de openbare weg geplaatst ter uitvoering van vonnissen van uitzetting sluiten4 betreffende de voorlopige hechtenis, ingevoegd bij de wet van 28 maart 2000Relevante gevonden documenten type wet prom. 28/03/2000 pub. 01/04/2000 numac 2000009310 bron ministerie van justitie Wet tot invoeging van een procedure van onmiddellijke verschijning in strafzaken type wet prom. 28/03/2000 pub. 17/03/2001 numac 2001009222 bron ministerie van justitie Wet tot wijziging van artikel 117 van en tot invoeging van een artikel 240bis in het Gerechtelijk Wetboek type wet prom. 28/03/2000 pub. 01/04/2000 numac 2000009309 bron ministerie van justitie Wet tot wijziging van de rechterlijke organisatie ten gevolge van de invoering van een procedure van onmiddellijke verschijning sluiten en gedeeltelijk vernietigd bij het arrest nr. 56/2002 van het Grondwettelijk Hof, wordt opgeheven.
Art. 55.In artikel 35 van dezelfde wet, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 27 december 2012Relevante gevonden documenten type wet prom. 30/11/1998 pub. 18/12/1998 numac 1998007272 bron ministerie van landsverdediging Wet houdende regeling van de inlichtingen- en veiligheidsdienst type wet prom. 30/11/1998 pub. 02/02/1999 numac 1998003675 bron ministerie van financien Wet houdende elfde aanpassing van de algemene uitgavenbegroting voor het begrotingsjaar 1998, Sectie 12, Ministerie van Justitie type wet prom. 30/11/1998 pub. 01/01/1999 numac 1998010046 bron ministerie van justitie Wet tot wijziging van sommige bepalingen van het Gerechtelijk Wetboek betreffende de rechtspleging inzake huur van goederen en van de wet van 30 december 1975 betreffende de goederen, buiten particuliere eigendommen gevonden of op de openbare weg geplaatst ter uitvoering van vonnissen van uitzetting sluiten9, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in paragraaf 1, derde lid, worden de woorden "afdeling van de Dienst Justitiehuizen van de FOD Justitie" vervangen door de woorden "bevoegde dienst van de gemeenschappen";2° in paragraaf 1, vierde lid, worden de woorden "dienst van de justitiehuizen" vervangen door de woorden "bevoegde dienst van de gemeenschappen";3° in paragraaf 6, tweede lid, worden de woorden "en aan de justitieassistent van de Dienst Justitiehuizen van de FOD Justitie" vervangen door de woorden "en aan de bevoegde dienst van de gemeenschappen";4° paragraaf 6 wordt aangevuld met een lid, luidende: "De onderzoeksrechter of, na het afsluiten van het gerechtelijk onderzoek, de procureur des Konings bezorgt de bevoegde dienst of persoon, bedoeld in het tweede lid, de gegevens van het dossier die noodzakelijk zijn voor de behandeling of begeleiding van de betrokkene.Hiervoor kan, mits toelating van de onderzoeksrechter dan wel de procureur des Konings, beroep worden gedaan op de bevoegde diensten van de gemeenschappen, mits hen daartoe de nodige toelating te verlenen.".
Art. 56.In artikel 36 van dezelfde wet, gewijzigd bij de wetten van 11 juli 1994 en 31 mei 2005, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in paragraaf 2 worden de woorden "kan zij bij een afzonderlijke en overeenkomstig artikel 16, §§ 1 en 5, eerste en tweede lid, met redenen omklede beschikking, beslissen dat de bedoelde voorwaarde wordt gehandhaafd of ingetrokken" vervangen door de woorden "beslist zij bij een afzonderlijke en overeenkomstig artikel 16, §§ 1 en 5, eerste en tweede lid, gemotiveerde beschikking, of de opgelegde voorwaarden al dan niet gehandhaafd worden tot de beslissing ten gronde kracht van gewijsde heeft verkregen of tot een beslissing van vroegere datum tussenkomt die een einde maakt aan de vervolging.Zij kan ambtshalve, op vordering van de procureur des Konings of op verzoek van de verdachte, de opgelegde voorwaarden wijzigen, opheffen of vrijstelling verlenen van de naleving van alle voorwaarden of sommige daarvan"; 2° in paragraaf 3 worden de woorden "verlengen voor maximum drie maanden en uiterlijk tot het vonnis.Het vonnisgerecht kan die voorwaarden ook intrekken of vrijstelling verlenen van de naleving van sommige daarvan." vervangen door de woorden "wijzigen, opheffen of vrijstelling verlenen van de naleving van alle voorwaarden of sommige daarvan."; 3° er wordt een paragraaf 4 wordt ingevoegd, luidende: " § 4.De beslissingen en beschikkingen, bedoeld in de paragrafen 1 tot 3, krijgen uitwerking op de datum van de beslissing of beschikking.".
Art. 57.In artikel 38 van dezelfde wet, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 27 december 2006Relevante gevonden documenten type wet prom. 22/12/1998 pub. 15/01/1999 numac 1998003665 bron ministerie van financien Wet houdende fiscale en andere bepalingen type wet prom. 22/12/1998 pub. 02/02/1999 numac 1999009006 bron ministerie van justitie Wet tot wijziging van sommige bepalingen van deel II van het Gerechtelijk Wetboek met betrekking tot de Hoge Raad voor de Justitie, de benoeming en aanwijzing van magistraten en tot invoering van een evaluatiesysteem sluiten6, wordt paragraaf 1 vervangen als volgt: " § 1. Voor hulp en voor nazicht betreffende het respecteren van de begeleidingsvoorwaarden kan er een beroep gedaan worden op de bevoegde diensten van de gemeenschappen. Daartoe wordt hen een kopie van de beslissing of beschikking waarbij een begeleidingsvoorwaarde wordt opgelegd, gehandhaafd, gewijzigd of opgeheven, of vrijstelling van de naleving ervan wordt verleend, overgemaakt.
In het kader van het toezicht op de naleving van de begeleidingsvoorwaarden maakt de bevoegde dienst van de gemeenschappen tijdens het gerechtelijk onderzoek een verslag over aan de onderzoeksrechter ten laatste vijftien dagen voor het verstrijken van de door hem opgelegde termijn, en bezorgt de dienst een kopie ervan aan de procureur des Konings.
Na het afsluiten van het gerechtelijk onderzoek bezorgt de bevoegde dienst van de gemeenschappen een verslag aan de procureur des Konings telkens als deze erom verzoekt, en tenminste om de zes maanden.
De bevoegde dienst van de gemeenschappen kan een verslag opstellen telkens als zij dit nodig acht.
Het toezicht op het volgen van een begeleiding of een behandeling gebeurt overeenkomstig artikel 35, § 6.
Het naleven van de verbodsvoorwaarden wordt door de politiediensten gecontroleerd.". HOOFDSTUK 1 1. - Wijziging van de wet van 5 augustus 1992Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/08/1992 pub. 21/10/1999 numac 1999015203 bron ministerie van buitenlandse zaken, buitenlandse handel en internationale samenwerking Wet houdende instemming met het Protocol houdende wijziging van artikel 81 van het Verdrag tot instelling van de Benelux Economische Unie van 3 februari 1958, opgemaakt te Brussel op 16 februari 1990 sluiten op het politieambt
Art. 58.In artikel 20 van de wet van 5 augustus 1992Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/08/1992 pub. 21/10/1999 numac 1999015203 bron ministerie van buitenlandse zaken, buitenlandse handel en internationale samenwerking Wet houdende instemming met het Protocol houdende wijziging van artikel 81 van het Verdrag tot instelling van de Benelux Economische Unie van 3 februari 1958, opgemaakt te Brussel op 16 februari 1990 sluiten op het politieambt, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 7 februari 2014, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° het eerste lid wordt aangevuld met de woorden "en op de veroordeelden die een autonome probatiestraf in de zin van de artikelen 37octies tot 37undecies van het Strafwetboek ondergaan";2° in het tweede lid worden de woorden "en aan de veroordeelden die een straf onder elektronisch toezicht in de zin van de artikelen 37ter en 37quater van het Strafwetboek ondergaan" vervangen door de woorden ", aan de veroordeelden die een straf onder elektronisch toezicht in de zin van de artikelen 37ter en 37quater van het Strafwetboek ondergaan en aan de veroordeelden die een autonome probatiestraf in de zin van de artikelen 37octies tot 37undecies van het Strafwetboek ondergaan". HOOFDSTUK 1 2. - Wijziging van de wet van 30 november 1998Relevante gevonden documenten type wet prom. 30/11/1998 pub. 18/12/1998 numac 1998007272 bron ministerie van landsverdediging Wet houdende regeling van de inlichtingen- en veiligheidsdienst type wet prom. 30/11/1998 pub. 02/02/1999 numac 1998003675 bron ministerie van financien Wet houdende elfde aanpassing van de algemene uitgavenbegroting voor het begrotingsjaar 1998, Sectie 12, Ministerie van Justitie type wet prom. 30/11/1998 pub. 01/01/1999 numac 1998010046 bron ministerie van justitie Wet tot wijziging van sommige bepalingen van het Gerechtelijk Wetboek betreffende de rechtspleging inzake huur van goederen en van de wet van 30 december 1975 betreffende de goederen, buiten particuliere eigendommen gevonden of op de openbare weg geplaatst ter uitvoering van vonnissen van uitzetting sluiten houdende regeling van de inlichtingen- en veiligheidsdiensten
Art. 59.Artikel 43/1, § 2, tweede lid, van de wet van 30 november 1998Relevante gevonden documenten type wet prom. 30/11/1998 pub. 18/12/1998 numac 1998007272 bron ministerie van landsverdediging Wet houdende regeling van de inlichtingen- en veiligheidsdienst type wet prom. 30/11/1998 pub. 02/02/1999 numac 1998003675 bron ministerie van financien Wet houdende elfde aanpassing van de algemene uitgavenbegroting voor het begrotingsjaar 1998, Sectie 12, Ministerie van Justitie type wet prom. 30/11/1998 pub. 01/01/1999 numac 1998010046 bron ministerie van justitie Wet tot wijziging van sommige bepalingen van het Gerechtelijk Wetboek betreffende de rechtspleging inzake huur van goederen en van de wet van 30 december 1975 betreffende de goederen, buiten particuliere eigendommen gevonden of op de openbare weg geplaatst ter uitvoering van vonnissen van uitzetting sluiten houdende regeling van de inlichtingen- en veiligheidsdiensten, ingevoegd bij de wet van 4 februari 2010, wordt aangevuld met de volgende zin: "Magistraten kunnen evenwel, aan het einde van hun tweede hernieuwing, opnieuw voor een mandaat van vijf jaar aangewezen worden, en dit volgens de procedure voorzien in paragraaf 1, wanneer er geen andere kandidaten zijn of er geen andere kandidaten geschikt worden bevonden voor het opnemen van een mandaat als effectief of plaatsvervangend lid.". HOOFDSTUK 1 3. - Wijzigingen van de wet van 7 mei 1999Relevante gevonden documenten type wet prom. 07/05/1999 pub. 30/12/1999 numac 1999010222 bron ministerie van justitie Wet op de kansspelen, de kansspelinrichtingen en de bescherming van de spelers type wet prom. 07/05/1999 pub. 30/11/2010 numac 2010000668 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet op de kansspelen, de kansspelinrichtingen en de bescherming van de spelers. - Duitse vertaling van wijzigingsbepalingen type wet prom. 07/05/1999 pub. 29/06/1999 numac 1999009706 bron ministerie van justitie Wet tot wijziging van sommige bepalingen van het Strafwetboek, van het Wetboek van Strafvordering, van de wet van 17 april 1878 houdende de voorafgaande titel van het Wetboek van Strafvordering, van de wet van 9 april 1930 tot bescherming van de maatschappij tegen de abnormalen en de gewoontemisdadigers, vervangen door de wet van 1 juli 1964, van de wet van 29 juni 1964 betreffende de opschorting, het uitstel en de probatie, van de wet van 20 juli 1990 betreffende de voorlopige hechtenis, van de wet van 5 maart 1998 betreffende de voorwaardelijke invrijheidsstelling en tot wijziging van de wet van 9 april 1930 tot bescherming van de maatschappij tegen de abnormalen en de gewoontemisdadigers, vervangen door de wet van 1 juli 1964 type wet prom. 07/05/1999 pub. 23/09/1999 numac 1999003346 bron ministerie van financien Wet houdende vierde aanpassing van de algemene uitgavenbegroting van het begrotingsjaar 1999 type wet prom. 07/05/1999 pub. 30/07/1999 numac 1999009724 bron ministerie van justitie Wet tot wijziging, wat het tuchtrecht voor de leden van de Rechterlijke Orde betreft, van het Gerechtelijk Wetboek sluiten op de kansspelen, de weddenschappen, de kansspelinrichtingen en de bescherming van de spelers
Art. 60.In artikel 2, eerste lid, van de wet van 7 mei 1999Relevante gevonden documenten type wet prom. 07/05/1999 pub. 30/12/1999 numac 1999010222 bron ministerie van justitie Wet op de kansspelen, de kansspelinrichtingen en de bescherming van de spelers type wet prom. 07/05/1999 pub. 30/11/2010 numac 2010000668 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet op de kansspelen, de kansspelinrichtingen en de bescherming van de spelers. - Duitse vertaling van wijzigingsbepalingen type wet prom. 07/05/1999 pub. 29/06/1999 numac 1999009706 bron ministerie van justitie Wet tot wijziging van sommige bepalingen van het Strafwetboek, van het Wetboek van Strafvordering, van de wet van 17 april 1878 houdende de voorafgaande titel van het Wetboek van Strafvordering, van de wet van 9 april 1930 tot bescherming van de maatschappij tegen de abnormalen en de gewoontemisdadigers, vervangen door de wet van 1 juli 1964, van de wet van 29 juni 1964 betreffende de opschorting, het uitstel en de probatie, van de wet van 20 juli 1990 betreffende de voorlopige hechtenis, van de wet van 5 maart 1998 betreffende de voorwaardelijke invrijheidsstelling en tot wijziging van de wet van 9 april 1930 tot bescherming van de maatschappij tegen de abnormalen en de gewoontemisdadigers, vervangen door de wet van 1 juli 1964 type wet prom. 07/05/1999 pub. 23/09/1999 numac 1999003346 bron ministerie van financien Wet houdende vierde aanpassing van de algemene uitgavenbegroting van het begrotingsjaar 1999 type wet prom. 07/05/1999 pub. 30/07/1999 numac 1999009724 bron ministerie van justitie Wet tot wijziging, wat het tuchtrecht voor de leden van de Rechterlijke Orde betreft, van het Gerechtelijk Wetboek sluiten op de kansspelen, de weddenschappen, de kansspelinrichtingen en de bescherming van de spelers, gewijzigd bij de wetten van 10 januari 2010 en 7 mei 2019, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in de bepaling onder 8°, worden de woorden ", ongeacht of deze fysiek of via de informatiemaatschappij -instrumenten worden geëxploiteerd," ingevoegd tussen de woorden "dagblad of tijdschrift" en de woorden "waarvan de maatschappelijke zetel";2° de bepaling onder 9° wordt opgeheven.
Art. 61.In artikel 3 van dezelfde wet, gewijzigd bij de wetten van 10 januari 2010 en 7 mei 2019, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in het eerste lid wordt punt 4, opgeheven bij de wet van 10 januari 2010Relevante gevonden documenten type wet prom. 30/11/1998 pub. 18/12/1998 numac 1998007272 bron ministerie van landsverdediging Wet houdende regeling van de inlichtingen- en veiligheidsdienst type wet prom. 30/11/1998 pub. 02/02/1999 numac 1998003675 bron ministerie van financien Wet houdende elfde aanpassing van de algemene uitgavenbegroting voor het begrotingsjaar 1998, Sectie 12, Ministerie van Justitie type wet prom. 30/11/1998 pub. 01/01/1999 numac 1998010046 bron ministerie van justitie Wet tot wijziging van sommige bepalingen van het Gerechtelijk Wetboek betreffende de rechtspleging inzake huur van goederen en van de wet van 30 december 1975 betreffende de goederen, buiten particuliere eigendommen gevonden of op de openbare weg geplaatst ter uitvoering van vonnissen van uitzetting sluiten5, hersteld als volgt: "4.kansspelen aangeboden via de media, andere dan diegene die een compleet spelprogramma vormen."; 2° in het vierde lid worden de woorden "met toepassing van het eerste lid, 2.en 3.," vervangen door de woorden "met toepassing van het eerste lid, 2., 3. en 4.,".
Art. 62.In artikel 15/3, § 1, van dezelfde wet, ingevoegd bij de wet van 10 januari 2010Relevante gevonden documenten type wet prom. 30/11/1998 pub. 18/12/1998 numac 1998007272 bron ministerie van landsverdediging Wet houdende regeling van de inlichtingen- en veiligheidsdienst type wet prom. 30/11/1998 pub. 02/02/1999 numac 1998003675 bron ministerie van financien Wet houdende elfde aanpassing van de algemene uitgavenbegroting voor het begrotingsjaar 1998, Sectie 12, Ministerie van Justitie type wet prom. 30/11/1998 pub. 01/01/1999 numac 1998010046 bron ministerie van justitie Wet tot wijziging van sommige bepalingen van het Gerechtelijk Wetboek betreffende de rechtspleging inzake huur van goederen en van de wet van 30 december 1975 betreffende de goederen, buiten particuliere eigendommen gevonden of op de openbare weg geplaatst ter uitvoering van vonnissen van uitzetting sluiten5 en gewijzigd bij de wetten van 7 mei 2019 en 6 december 2022, worden de woorden "in geval van inbreuk op de artikelen 4, 8, 26, 27, 43/1, 43/2, 43/2/1, 43/3, 43/4, 46, 54, 58, 60, de bepalingen genomen in uitvoering van artikel 61, tweede lid, en de bepalingen van artikel 62" vervangen door de woorden "in geval van inbreuk op de artikelen 4, 8, 26, 27, 43/1, 43/2, 43/2/1, 43/3, 43/4, 43/8, 46, 54, 58, 60, 62 en op de bepalingen genomen in uitvoering van deze artikelen en van artikel 61, tweede lid,".
Art. 63.In artikel 19, § 1, eerste lid, en § 2, van dezelfde wet, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 26 december 2015Relevante gevonden documenten type wet prom. 12/03/1998 pub. 02/04/1998 numac 1998009266 bron ministerie van justitie Wet tot wijziging van het Gerechtelijk Wetboek en het Wetboek van Strafvordering inzake de procedure tot onttrekking van de zaak aan de rechter type wet prom. 12/03/1998 pub. 02/04/1998 numac 1998009267 bron ministerie van justitie Wet tot verbetering van de strafrechtspleging in het stadium van het opsporingsonderzoek en het gerechtelijk onderzoek sluiten4, worden telkens de woorden "F1, F1+, G1 en G2" vervangen door de woorden "F1 en F1+".
Art. 64.In artikel 25, eerste lid, van dezelfde wet, vervangen bij de wet van 10 januari 2010Relevante gevonden documenten type wet prom. 30/11/1998 pub. 18/12/1998 numac 1998007272 bron ministerie van landsverdediging Wet houdende regeling van de inlichtingen- en veiligheidsdienst type wet prom. 30/11/1998 pub. 02/02/1999 numac 1998003675 bron ministerie van financien Wet houdende elfde aanpassing van de algemene uitgavenbegroting voor het begrotingsjaar 1998, Sectie 12, Ministerie van Justitie type wet prom. 30/11/1998 pub. 01/01/1999 numac 1998010046 bron ministerie van justitie Wet tot wijziging van sommige bepalingen van het Gerechtelijk Wetboek betreffende de rechtspleging inzake huur van goederen en van de wet van 30 december 1975 betreffende de goederen, buiten particuliere eigendommen gevonden of op de openbare weg geplaatst ter uitvoering van vonnissen van uitzetting sluiten5 en laatstelijk gewijzigd bij de wet van 7 mei 2019, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in de inleidende zin wordt het woord "negen" vervangen door het woord "acht";2° de punten 8 en 9 worden opgeheven.
Art. 65.In artikel 27, eerste lid, van dezelfde wet, gewijzigd bij de wetten van 10 januari 2010 en 7 mei 2019, worden de woorden "F1+, F1P, F2, G1 en G2" vervangen door de woorden "F1+, F1P en F2".
Art. 66.Hoofdstuk IV/2 van dezelfde wet, ingevoegd bij de wet van 10 januari 2010Relevante gevonden documenten type wet prom. 30/11/1998 pub. 18/12/1998 numac 1998007272 bron ministerie van landsverdediging Wet houdende regeling van de inlichtingen- en veiligheidsdienst type wet prom. 30/11/1998 pub. 02/02/1999 numac 1998003675 bron ministerie van financien Wet houdende elfde aanpassing van de algemene uitgavenbegroting voor het begrotingsjaar 1998, Sectie 12, Ministerie van Justitie type wet prom. 30/11/1998 pub. 01/01/1999 numac 1998010046 bron ministerie van justitie Wet tot wijziging van sommige bepalingen van het Gerechtelijk Wetboek betreffende de rechtspleging inzake huur van goederen en van de wet van 30 december 1975 betreffende de goederen, buiten particuliere eigendommen gevonden of op de openbare weg geplaatst ter uitvoering van vonnissen van uitzetting sluiten5 en gewijzigd bij de wet van 7 mei 2019 dat de artikelen 43/9 tot 43/15 bevat, wordt opgeheven.
Art. 67.In artikel 64 van dezelfde wet, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 6 december 2022Relevante gevonden documenten type wet prom. 30/10/1998 pub. 10/11/1998 numac 1998021437 bron diensten van de eerste minister Wet betreffende de euro sluiten3, worden de woorden "op de bepalingen van de artikelen 4 § 2, 43/1, 43/2, 43/2/1, 43/3, 43/4, 54, 60, de bepalingen genomen in uitvoering van artikel 61, tweede lid, en de bepalingen van artikel 62" vervangen door de woorden "op de bepalingen van de artikelen 4, § 2, 43/1, 43/2, 43/2/1, 43/3, 43/4, 43/8, 54, 60, 62 en op de bepalingen genomen in uitvoering van deze artikelen en van artikel 61, tweede lid,".
Art. 68.In artikel 71, vierde lid, van dezelfde wet, vervangen bij de wet van 10 januari 2010Relevante gevonden documenten type wet prom. 30/11/1998 pub. 18/12/1998 numac 1998007272 bron ministerie van landsverdediging Wet houdende regeling van de inlichtingen- en veiligheidsdienst type wet prom. 30/11/1998 pub. 02/02/1999 numac 1998003675 bron ministerie van financien Wet houdende elfde aanpassing van de algemene uitgavenbegroting voor het begrotingsjaar 1998, Sectie 12, Ministerie van Justitie type wet prom. 30/11/1998 pub. 01/01/1999 numac 1998010046 bron ministerie van justitie Wet tot wijziging van sommige bepalingen van het Gerechtelijk Wetboek betreffende de rechtspleging inzake huur van goederen en van de wet van 30 december 1975 betreffende de goederen, buiten particuliere eigendommen gevonden of op de openbare weg geplaatst ter uitvoering van vonnissen van uitzetting sluiten5 en gewijzigd bij de wet van 7 mei 2019, worden de punten 8 en 9 opgeheven. HOOFDSTUK 1 4. - Wijziging van de wet van 9 december 2004Relevante gevonden documenten type wet prom. 22/12/1998 pub. 15/01/1999 numac 1998003665 bron ministerie van financien Wet houdende fiscale en andere bepalingen type wet prom. 22/12/1998 pub. 02/02/1999 numac 1999009006 bron ministerie van justitie Wet tot wijziging van sommige bepalingen van deel II van het Gerechtelijk Wetboek met betrekking tot de Hoge Raad voor de Justitie, de benoeming en aanwijzing van magistraten en tot invoering van een evaluatiesysteem sluiten2 betreffende de internationale politiële verstrekking van gegevens van persoonlijke aard en informatie met gerechtelijke finaliteit, de wederzijdse internationale rechtshulp in strafzaken en tot wijziging van artikel 90ter van het Wetboek van strafvordering
Art. 69.In artikel 6 van de wet van 9 december 2004Relevante gevonden documenten type wet prom. 22/12/1998 pub. 15/01/1999 numac 1998003665 bron ministerie van financien Wet houdende fiscale en andere bepalingen type wet prom. 22/12/1998 pub. 02/02/1999 numac 1999009006 bron ministerie van justitie Wet tot wijziging van sommige bepalingen van deel II van het Gerechtelijk Wetboek met betrekking tot de Hoge Raad voor de Justitie, de benoeming en aanwijzing van magistraten en tot invoering van een evaluatiesysteem sluiten2 betreffende de internationale politiële verstrekking van gegevens van persoonlijke aard en informatie met gerechtelijke finaliteit, de wederzijdse internationale rechtshulp in strafzaken en tot wijziging van artikel 90ter van het Wetboek van strafvordering, gewijzigd bij de wet van 6 juli 2017, worden de paragrafen 4/1 en 4/2 ingevoegd, luidende: " § 4/1. De enige rechtsmiddelen die open staan tegen de tenuitvoerlegging van een verzoek om wederzijdse rechtshulp zijn bepaald in deze paragraaf en in paragraaf 5.
Indien naar aanleiding van de tenuitvoerlegging van een verzoek om wederzijdse rechtshulp bewijsmateriaal in beslag werd genomen, zijn artikel 28sexies, §§ 1 tot 5 en 7, alsook artikel 61quater, §§ 1 tot 6 en 8, van het Wetboek van strafvordering van overeenkomstige toepassing, met dien verstande dat de materiële gronden voor het uitvaardigen van een verzoek om wederzijdse rechtshulp enkel in de verzoekende Staat kunnen worden aangevochten. § 4/2. Behalve indien de geheimhouding van een onderzoek in het gedrang zou komen, doet de Belgische uitvoerende autoriteit op het moment van de inbeslagname of erna, een kennisgeving aan diegene die geschaad wordt door het beslag, al dan niet op verzoek van deze laatste.
Deze kennisgeving vermeldt: 1° de verzoekende buitenlandse autoriteit;2° de plaats, datum en kwalificatie van de feiten die de aanleiding vormen voor de inbeslagneming;3° de bevestiging dat de voorwaarden van artikel 4 in acht werden genomen; 4° de tekst van artikel 6, § 4/1.". HOOFDSTUK 1 5. - Wijziging van de wet van 17 mei 2006Relevante gevonden documenten type wet prom. 22/12/1998 pub. 15/01/1999 numac 1998003665 bron ministerie van financien Wet houdende fiscale en andere bepalingen type wet prom. 22/12/1998 pub. 02/02/1999 numac 1999009006 bron ministerie van justitie Wet tot wijziging van sommige bepalingen van deel II van het Gerechtelijk Wetboek met betrekking tot de Hoge Raad voor de Justitie, de benoeming en aanwijzing van magistraten en tot invoering van een evaluatiesysteem sluiten4 betreffende de externe rechtspositie van de veroordeelden tot een vrijheidsstraf en de aan het slachtoffer toegekende rechten in het raam van de strafuitvoeringsmodaliteiten
Art. 70.In artikel 10 van de wet van 17 mei 2006Relevante gevonden documenten type wet prom. 22/12/1998 pub. 15/01/1999 numac 1998003665 bron ministerie van financien Wet houdende fiscale en andere bepalingen type wet prom. 22/12/1998 pub. 02/02/1999 numac 1999009006 bron ministerie van justitie Wet tot wijziging van sommige bepalingen van deel II van het Gerechtelijk Wetboek met betrekking tot de Hoge Raad voor de Justitie, de benoeming en aanwijzing van magistraten en tot invoering van een evaluatiesysteem sluiten4 betreffende de externe rechtspositie van de veroordeelden tot een vrijheidsstraf en de aan het slachtoffer toegekende rechten in het raam van de strafuitvoeringsmodaliteiten, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 30 juli 2022, wordt een paragraaf 2bis ingevoegd, luidende: " § 2bis. Onder werkdagen bedoeld in paragraaf 2 worden verstaan: alle dagen met uitzondering van de zaterdagen, zondagen, feestdagen bedoeld in artikel 14, § 1, van het koninklijk besluit van 19 november 1998Relevante gevonden documenten type wet prom. 30/10/1998 pub. 10/11/1998 numac 1998021437 bron diensten van de eerste minister Wet betreffende de euro sluiten6 betreffende de verloven en afwezigheden toegestaan aan de personeelsleden van de rijksbesturen, de dagen bedoeld in artikel 14, § 2, van het koninklijk besluit van 19 november 1998Relevante gevonden documenten type wet prom. 30/10/1998 pub. 10/11/1998 numac 1998021437 bron diensten van de eerste minister Wet betreffende de euro sluiten6 betreffende de verloven en afwezigheden toegestaan aan de personeelsleden van de rijksbesturen en de dagen die door de minister van Ambtenarenzaken bij omzendbrief voor elk kalenderjaar als brugdagen worden vastgesteld voor het personeel van de diensten van het federaal administratief openbaar ambt, zoals gedefinieerd in artikel 1 van de wet van 22 juli 1993 houdende bepaalde maatregelen inzake ambtenarenzaken.". HOOFDSTUK 1 6. - Wijzigingen van de wet van 5 augustus 2006Relevante gevonden documenten type wet prom. 22/12/1998 pub. 15/01/1999 numac 1998003665 bron ministerie van financien Wet houdende fiscale en andere bepalingen type wet prom. 22/12/1998 pub. 02/02/1999 numac 1999009006 bron ministerie van justitie Wet tot wijziging van sommige bepalingen van deel II van het Gerechtelijk Wetboek met betrekking tot de Hoge Raad voor de Justitie, de benoeming en aanwijzing van magistraten en tot invoering van een evaluatiesysteem sluiten5 inzake de toepassing van het beginsel van de wederzijdse erkenning van rechterlijke beslissingen in strafzaken tussen de lidstaten van de Europese Unie
Art. 71.In artikel 2, § 2, van de wet van 5 augustus 2006Relevante gevonden documenten type wet prom. 22/12/1998 pub. 15/01/1999 numac 1998003665 bron ministerie van financien Wet houdende fiscale en andere bepalingen type wet prom. 22/12/1998 pub. 02/02/1999 numac 1999009006 bron ministerie van justitie Wet tot wijziging van sommige bepalingen van deel II van het Gerechtelijk Wetboek met betrekking tot de Hoge Raad voor de Justitie, de benoeming en aanwijzing van magistraten en tot invoering van een evaluatiesysteem sluiten5 inzake de toepassing van het beginsel van de wederzijdse erkenning van rechterlijke beslissingen in strafzaken tussen de lidstaten van de Europese unie, vervangen bij de wet van 28 november 2021Relevante gevonden documenten type wet prom. 30/10/1998 pub. 10/11/1998 numac 1998021437 bron diensten van de eerste minister Wet betreffende de euro sluiten5, worden de woorden "erkend en ten uitvoer gelegd overeenkomstig voormelde verordening en de artikelen 2/1, 5°, 10, 12 § 1, § 1/1, § 1/2 en § 4, 13, 14, 15, 16, 28, 30, §§ 1 tot 3 en §§ 5 tot 8, 33, 37, 38, 39 en 40 van deze wet" vervangen door de woorden "erkend en ten uitvoer gelegd overeenkomstig voormelde verordening en de artikelen 2/1, 4/1° en 7°, 10, 12 § 1, § 1/1, § 1/2 en § 4, 14, 15, 16, 28, 29, 30, §§ 1 en 2 en §§ 5 tot 7, 33, 37, 39 en 40 van deze wet".
Art. 72.In artikel 2/1 van dezelfde wet, ingevoegd bij de wet van 26 november 2011Relevante gevonden documenten type wet prom. 30/11/1998 pub. 18/12/1998 numac 1998007272 bron ministerie van landsverdediging Wet houdende regeling van de inlichtingen- en veiligheidsdienst type wet prom. 30/11/1998 pub. 02/02/1999 numac 1998003675 bron ministerie van financien Wet houdende elfde aanpassing van de algemene uitgavenbegroting voor het begrotingsjaar 1998, Sectie 12, Ministerie van Justitie type wet prom. 30/11/1998 pub. 01/01/1999 numac 1998010046 bron ministerie van justitie Wet tot wijziging van sommige bepalingen van het Gerechtelijk Wetboek betreffende de rechtspleging inzake huur van goederen en van de wet van 30 december 1975 betreffende de goederen, buiten particuliere eigendommen gevonden of op de openbare weg geplaatst ter uitvoering van vonnissen van uitzetting sluiten6 en gewijzigd bij de wet van 28 november 2021Relevante gevonden documenten type wet prom. 30/10/1998 pub. 10/11/1998 numac 1998021437 bron diensten van de eerste minister Wet betreffende de euro sluiten5, worden de volgende wijzigingen aangebracht: a) in de bepaling onder 4° wordt het woord "rechterlijke" opgeheven;b) in de bepaling onder 8° wordt het woord "rechterlijke" opgeheven.
Art. 73.In artikel 5, § 2, van dezelfde wet, gewijzigd bij de wet van 26 november 2011Relevante gevonden documenten type wet prom. 30/11/1998 pub. 18/12/1998 numac 1998007272 bron ministerie van landsverdediging Wet houdende regeling van de inlichtingen- en veiligheidsdienst type wet prom. 30/11/1998 pub. 02/02/1999 numac 1998003675 bron ministerie van financien Wet houdende elfde aanpassing van de algemene uitgavenbegroting voor het begrotingsjaar 1998, Sectie 12, Ministerie van Justitie type wet prom. 30/11/1998 pub. 01/01/1999 numac 1998010046 bron ministerie van justitie Wet tot wijziging van sommige bepalingen van het Gerechtelijk Wetboek betreffende de rechtspleging inzake huur van goederen en van de wet van 30 december 1975 betreffende de goederen, buiten particuliere eigendommen gevonden of op de openbare weg geplaatst ter uitvoering van vonnissen van uitzetting sluiten6, wordt het woord "rechterlijke" opgeheven.
Art. 74.In artikel 7, § 1, van dezelfde wet, gewijzigd bij de wetten van 26 november 2011 en 28 november 2021, wordt het woord "rechterlijke" telkens opgeheven.
Art. 75.In artikel 20, § 4, van dezelfde wet, ingevoegd bij de wet van 19 maart 2012Relevante gevonden documenten type wet prom. 30/11/1998 pub. 18/12/1998 numac 1998007272 bron ministerie van landsverdediging Wet houdende regeling van de inlichtingen- en veiligheidsdienst type wet prom. 30/11/1998 pub. 02/02/1999 numac 1998003675 bron ministerie van financien Wet houdende elfde aanpassing van de algemene uitgavenbegroting voor het begrotingsjaar 1998, Sectie 12, Ministerie van Justitie type wet prom. 30/11/1998 pub. 01/01/1999 numac 1998010046 bron ministerie van justitie Wet tot wijziging van sommige bepalingen van het Gerechtelijk Wetboek betreffende de rechtspleging inzake huur van goederen en van de wet van 30 december 1975 betreffende de goederen, buiten particuliere eigendommen gevonden of op de openbare weg geplaatst ter uitvoering van vonnissen van uitzetting sluiten7 en gewijzigd bij de wet van 28 november 2021Relevante gevonden documenten type wet prom. 30/10/1998 pub. 10/11/1998 numac 1998021437 bron diensten van de eerste minister Wet betreffende de euro sluiten5, worden de woorden "het certificaat inzake" ingevoegd tussen de woorden "de ontvangst van" en de woorden "de geldelijke sanctie".
Art. 76.In artikel 29 van dezelfde wet, ingevoegd bij de wet van 28 november 2021Relevante gevonden documenten type wet prom. 30/10/1998 pub. 10/11/1998 numac 1998021437 bron diensten van de eerste minister Wet betreffende de euro sluiten5, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° paragraaf 1 wordt vervangen als volgt: " § 1.In geval van risico van verdwijning van de goederen die kunnen worden verbeurdverklaard of waarop de verbeurdverklaring kan worden uitgevoerd, kan de procureur des Konings een beslissing tot voorafgaande inbeslagneming nemen overeenkomstig het Belgische recht.
De volgende voorwaarden moeten vervuld zijn alvorens een voorafgaande inbeslagneming ten uitvoer kan worden gelegd: 1° de uitvaardigende autoriteit heeft een beslissing tot verbeurdverklaring maar geen bevriezingsbevel uitgevaardigd;2° de procureur des Konings stelt de autoriteit van de uitvaardigende staat onverwijld in kennis van zijn voornemen over te gaan tot de voorafgaande inbeslagneming van het goed dat het voorwerp is van een beslissing tot verbeurdverklaring of waarop de verbeurdverklaring kan worden uitgevoerd in de uitvaardigende staat door om het even welk middel dat een schriftelijk bewijs oplevert. De procureur des Konings vordert een politiedienst om het voorafgaand beslag te leggen en, in voorkomend geval, de in paragraaf 2/1 bedoelde dwangmaatregel ten uitvoer te leggen."; 2° in paragraaf 2, worden de woorden ", of ze terug te geven tegen betaling van een geldsom" opgeheven;3° er wordt een paragraaf 2/1 ingevoegd, luidende: " § 2/1.De procureur des Konings kan, na een machtiging verleend door de onderzoeksrechter, alle voor het leggen van het in paragraaf 1 bedoelde beslag noodzakelijke dwangmaatregelen nemen waarvoor alleen de onderzoeksrechter bevoegd is.
De onderzoeksrechter beslist over het met redenen omklede verzoek van de procureur des Konings binnen een termijn van achtenveertig uur na ontvangst van het verzoek.
De onderzoeksrechter onderzoekt uitsluitend de wettigheid en de proportionaliteit van de te nemen dwangmaatregel.
De beslissing van de onderzoeksrechter is niet vatbaar voor enig rechtsmiddel.".
Art. 77.In artikel 34, eerste lid, van dezelfde wet, ingevoegd bij de wet van 19 maart 2012Relevante gevonden documenten type wet prom. 30/11/1998 pub. 18/12/1998 numac 1998007272 bron ministerie van landsverdediging Wet houdende regeling van de inlichtingen- en veiligheidsdienst type wet prom. 30/11/1998 pub. 02/02/1999 numac 1998003675 bron ministerie van financien Wet houdende elfde aanpassing van de algemene uitgavenbegroting voor het begrotingsjaar 1998, Sectie 12, Ministerie van Justitie type wet prom. 30/11/1998 pub. 01/01/1999 numac 1998010046 bron ministerie van justitie Wet tot wijziging van sommige bepalingen van het Gerechtelijk Wetboek betreffende de rechtspleging inzake huur van goederen en van de wet van 30 december 1975 betreffende de goederen, buiten particuliere eigendommen gevonden of op de openbare weg geplaatst ter uitvoering van vonnissen van uitzetting sluiten7, worden de woorden "de rechtbank" vervangen door de woorden "de procureur des Konings". HOOFDSTUK 1 7. - Wijziging van de wet van 22 mei 2017Relevante gevonden documenten type wet prom. 12/03/1998 pub. 02/04/1998 numac 1998009266 bron ministerie van justitie Wet tot wijziging van het Gerechtelijk Wetboek en het Wetboek van Strafvordering inzake de procedure tot onttrekking van de zaak aan de rechter type wet prom. 12/03/1998 pub. 02/04/1998 numac 1998009267 bron ministerie van justitie Wet tot verbetering van de strafrechtspleging in het stadium van het opsporingsonderzoek en het gerechtelijk onderzoek sluiten6 betreffende het Europees onderzoeksbevel in strafzaken
Art. 78.In artikel 22 van de wet van 22 mei 2017Relevante gevonden documenten type wet prom. 12/03/1998 pub. 02/04/1998 numac 1998009266 bron ministerie van justitie Wet tot wijziging van het Gerechtelijk Wetboek en het Wetboek van Strafvordering inzake de procedure tot onttrekking van de zaak aan de rechter type wet prom. 12/03/1998 pub. 02/04/1998 numac 1998009267 bron ministerie van justitie Wet tot verbetering van de strafrechtspleging in het stadium van het opsporingsonderzoek en het gerechtelijk onderzoek sluiten6 betreffende het Europees onderzoeksbevel in strafzaken worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° paragraaf 1, tweede lid, wordt vervangen als volgt: "In dit kader en behoudens indien het bewijsmateriaal reeds onmiddellijk is overgedragen aan de bevoegde autoriteiten van de uitvaardigende Staat of indien de geheimhouding van een onderzoek in het gedrang zou komen, doet de Belgische uitvoerende autoriteit op het moment van de inbeslagname of erna, een kennisgeving aan diegene die geschaad wordt door het beslag, al dan niet op verzoek van deze laatste."; 2° paragraaf 1 wordt aangevuld met een lid, luidende: "Deze kennisgeving vermeldt: 1° de uitvaardigende autoriteit;2° de plaats, datum en kwalificatie van de feiten die de aanleiding vormen voor de inbeslagneming; 3° de tekst van artikel 22, §§ 1 en 2, van deze wet.". HOOFDSTUK 1 8. - Wijzigingen van de wet van 23 maart 2019Relevante gevonden documenten type wet prom. 12/03/1998 pub. 02/04/1998 numac 1998009266 bron ministerie van justitie Wet tot wijziging van het Gerechtelijk Wetboek en het Wetboek van Strafvordering inzake de procedure tot onttrekking van de zaak aan de rechter type wet prom. 12/03/1998 pub. 02/04/1998 numac 1998009267 bron ministerie van justitie Wet tot verbetering van de strafrechtspleging in het stadium van het opsporingsonderzoek en het gerechtelijk onderzoek sluiten9 betreffende de gerechtskosten in strafzaken en gelijkgestelde kosten en tot invoeging van een artikel 648 in het Wetboek van strafvordering
Art. 79.Artikel 4 van de wet van 23 maart 2019Relevante gevonden documenten type wet prom. 12/03/1998 pub. 02/04/1998 numac 1998009266 bron ministerie van justitie Wet tot wijziging van het Gerechtelijk Wetboek en het Wetboek van Strafvordering inzake de procedure tot onttrekking van de zaak aan de rechter type wet prom. 12/03/1998 pub. 02/04/1998 numac 1998009267 bron ministerie van justitie Wet tot verbetering van de strafrechtspleging in het stadium van het opsporingsonderzoek en het gerechtelijk onderzoek sluiten9 betreffende de gerechtskosten in strafzaken en gelijkgestelde kosten en tot invoeging van een artikel 648 in het Wetboek van strafvordering wordt vervangen als volgt: "
Art. 4.§ 1. Binnen de Federale Overheidsdienst Justitie worden een dienst gerechtskosten en een vereffeningsbureau opgericht.
De dienst gerechtskosten maakt deel uit van het directoraat-generaal Rechterlijke Organisatie bij de Federale Overheidsdienst Justitie.
Voornoemde dienst bestaat uit een centraal bureau gerechtskosten en een taxatiebureau. § 2. Het centraal bureau gerechtskosten heeft als opdracht: 1° de uitwerking, de opvolging en de evaluatie van de regelgeving inzake gerechtskosten in strafzaken en de gelijkgestelde kosten, met inbegrip van de onderhandelingen over tariefbesluiten voor specifieke beroepsgroepen;2° het verstrekken van de informatie die noodzakelijk is voor een uniforme toepassing van de regelgeving inzake de taxatie van de gerechtskosten in strafzaken en de gelijkgestelde kosten;3° de betaling van de gerechtskosten die voortkomen uit de opdrachten uitgevoerd door de telecomoperatoren in het kader van het afluisteren van communicatie;4° het verstrekken aan de directeur-generaal van het directoraat-generaal Rechterlijke Organisatie bij de Federale Overheidsdienst Justitie van een advies inzake beroepen;5° eventuele andere door de Koning toegewezen taken. § 3. Het taxatiebureau heeft als opdracht: 1° de behandeling van alle kostenstaten opgesteld naar aanleiding van opdrachten gegeven door een magistraat of een bevoegd lid van een politie- of inspectiedienst bedoeld in artikel 3, § 1;2° eventuele andere door de Koning toegewezen taken. Het model van de in het eerste lid, 1°, bedoelde kostenstaten wordt, in voorkomend geval volgens het type prestatieverlener, bepaald door de minister bevoegd voor Justitie. § 4. Het vereffeningsbureau valt onder de verantwoordelijkheid van de Stafdienst Budget en Beheerscontrole bij de Federale Overheidsdienst Justitie en staat onder de leiding van een of meer financieel deskundigen.
Het vereffeningsbureau controleert of de informatie die noodzakelijk is voor de vereffening werd overgezonden en gelast de betaling van de kostenstaten.
Art. 80.Artikel 10 van dezelfde wet, gewijzigd bij de wet van 31 juli 2020Relevante gevonden documenten type wet prom. 30/10/1998 pub. 10/11/1998 numac 1998021437 bron diensten van de eerste minister Wet betreffende de euro sluiten1, wordt opgeheven.
Art. 81.Artikel 17/1 van dezelfde wet, ingevoegd bij de wet van 31 juli 2020Relevante gevonden documenten type wet prom. 30/10/1998 pub. 10/11/1998 numac 1998021437 bron diensten van de eerste minister Wet betreffende de euro sluiten1, waarvan de bestaande tekst paragraaf 1 zal vormen, wordt aangevuld met een paragraaf 2, luidende: " § 2. De leden van het gerechtspersoneel, daaronder begrepen zij die de graad van griffier of griffier-hoofd van dienst hebben, die tewerkgesteld zijn in een taxatiebureau verbonden aan een rechtbank van eerste aanleg, worden na de opheffing van die taxatiebureaus, met hun instemming, automatisch geïntegreerd in de dienst gerechtskosten bedoeld in artikel 4.
De Koning kan ter zake andere nadere regels bepalen.". HOOFDSTUK 1 9. - Wijzigingen van de wet van 21 maart 2022Relevante gevonden documenten type wet prom. 30/10/1998 pub. 10/11/1998 numac 1998021437 bron diensten van de eerste minister Wet betreffende de euro sluiten2 houdende wijzigingen aan het Strafwetboek met betrekking tot het seksueel strafrecht
Art. 82.In het opschrift van de wet van 21 maart 2022Relevante gevonden documenten type wet prom. 30/10/1998 pub. 10/11/1998 numac 1998021437 bron diensten van de eerste minister Wet betreffende de euro sluiten2 houdende wijzigingen aan het Strafwetboek met betrekking tot het seksueel strafrecht worden de woorden "en inzake de bevoegdheid om in rechte op te treden" ingevoegd tussen het woord "Strafwetboek" en de woorden "met betrekking tot".
Art. 83.In dezelfde wet wordt een titel 6/1 ingevoegd, luidende: "Bevoegdheid om in rechte op te treden".
Art. 84.In titel 6/1 van dezelfde wet, ingevoegd bij artikel 83, wordt een artikel 115/1 ingevoegd, luidende: "
Art. 115/1.Onverminderd artikel 17, tweede lid, van het Gerechtelijk Wetboek of andere bijzondere wetten, kan elke stichting van openbaar nut en elke rechtspersoon in rechte optreden in de procedures waartoe de toepassing van de artikelen 417/25 tot 417/41 en 417/43 tot 417/47, 433quinquies, § 1, eerste lid, 1°, van het Strafwetboek in geval van een minderjarig slachtoffer aanleiding zou geven, onder de volgende voorwaarden: 1° het statuut voorziet in de bestrijding van mensenhandel met het oog op de seksuele uitbuiting gepleegd op minderjarigen, seksuele uitbuiting van minderjarigen en van beelden van seksueel misbruik van minderjarigen, en 2° voldoet aan de in artikel 17, tweede lid, 1° tot 3°, van het Gerechtelijk Wetboek bedoelde voorwaarden. Het recht om in rechte op te treden kan evenwel slechts worden uitgeoefend door een andere rechtspersoon dan een stichting van openbaar nut indien die is erkend door de Koning, die de nadere regels van die erkenning bepaalt.". HOOFDSTUK 2 0. - Wijziging van de wet van 26 december 2022Relevante gevonden documenten type wet prom. 30/10/1998 pub. 10/11/1998 numac 1998021437 bron diensten van de eerste minister Wet betreffende de euro sluiten4 houdende diverse bepalingen inzake rechterlijke organisatie II
Art. 85.In artikel 85 van de wet van 26 december 2022Relevante gevonden documenten type wet prom. 30/10/1998 pub. 10/11/1998 numac 1998021437 bron diensten van de eerste minister Wet betreffende de euro sluiten4 houdende diverse bepalingen inzake rechterlijke organisatie II, wordt het tweede lid vervangen als volgt: "Wanneer het gaat om een betrekking in een mandaat van hoofdgriffier of hoofdsecretaris dan wordt de mandaathouder, wiens mandaat is gestart voor de inwerkingtreding van het koninklijk besluit van 29 maart 2022 tot wijziging van het koninklijk besluit van 15 mei 2018 houdende de classificatie van de functies van het niveau A binnen de rechterlijke organisatie, voor het lopende mandaat, alsook voor de verlengingen ervan, van rechtswege de weddenschaal toegekend verbonden aan de klasse opgenomen in het genoemde koninklijk besluit van 29 maart 2022.". HOOFDSTUK 2 1. - Subsidiëring van het Hindoe Forum van België
Art. 86.Aan de vereniging zonder winstoogmerk "Hindoe Forum van België", waarvan de zetel gevestigd is te 1040 Brussel, Oudergemlaan 197, wordt een toelage toegekend, waarvan de Koning de nadere regels van de werkings- en personeelskosten bepaalt, met het oog op de structurering van het hindoeïsme in België.
De daartoe vereiste bedragen worden jaarlijks op de begroting van de FOD Justitie ingeschreven. HOOFDSTUK 2 2. - Subsidiëring van het Oecumenisch Patriarchaat van Constantinopel
Art. 87.Aan de vereniging zonder winstoogmerk "Orthodox Aartsbisdom van België", waarvan de zetel gevestigd is te 1030 Brussel, Charbolaan 71, wordt een toelage toegekend, waarvan de Koning de nadere regels van de werkingskosten van het Oecumenisch Patriarchaat van Constantinopel bepaalt.
De daartoe vereiste bedragen worden jaarlijks op de begroting van de FOD Justitie ingeschreven. HOOFDSTUK 2 3. - Subsidiëring van het Centraal Comité van de Anglicaanse Eredienst
Art. 88.Aan de vereniging zonder winstoogmerk "Centraal Comité van de Anglicaanse Eredienst in België", waarvan de zetel gevestigd is te 1050 Brussel, Kapitein Crespelstraat 29, wordt een toelage toegekend, waarvan de Koning de nadere regels van de werkingskosten van het Centraal Comité van de Anglicaanse Eredienst in België bepaalt.
De daartoe vereiste bedragen worden jaarlijks op de begroting van de FOD Justitie ingeschreven. HOOFDSTUK 2 4. - Bekrachtiging van een koninklijk besluit inzake kansspelen
Art. 89.Het koninklijk besluit van 16 november 2022Relevante gevonden documenten type wet prom. 30/10/1998 pub. 10/11/1998 numac 1998021437 bron diensten van de eerste minister Wet betreffende de euro sluiten7 betreffende de bijdrage in de werkings-, personeels- en oprichtingskosten van de Kansspelcommissie verschuldigd door de houders van de vergunningen klasse A, A+, B, B+, C, E, F1, F1+, F2, G1 en G2 voor het burgerlijk jaar 2023 is bekrachtigd met uitwerking op de dag van zijn inwerkingtreding. HOOFDSTUK 2 5. - Bekrachtiging van het koninklijk besluit van 11 december 2022Relevante gevonden documenten type wet prom. 30/10/1998 pub. 10/11/1998 numac 1998021437 bron diensten van de eerste minister Wet betreffende de euro sluiten8 tot vaststelling van de lijst van inrichtingen zoals bedoeld in artikel 4 van de wet van 23 maart 2020 tot wazigmaking van de beelden van nucleaire installaties en kritieke inrichtingen, en tot inperking van het maken of verspreiden van luchtfoto's van die installaties en inrichtingen, in het belang van de openbare veiligheid
Art. 90.Het koninklijk besluit van 11 december 2022Relevante gevonden documenten type wet prom. 30/10/1998 pub. 10/11/1998 numac 1998021437 bron diensten van de eerste minister Wet betreffende de euro sluiten8 tot vaststelling van de lijst van inrichtingen zoals bedoeld in artikel 4 van de wet van 23 maart 2020 tot wazigmaking van de beelden van nucleaire installaties en kritieke inrichtingen, en tot inperking van het maken of verspreiden van luchtfoto's van die installaties en inrichtingen, in het belang van de openbare veiligheid is bekrachtigd met uitwerking op de dag van zijn inwerkingtreding. HOOFDSTUK 2 6. - Evaluatie
Art. 91.Binnen een termijn van twee jaar, te rekenen van de inwerkingtreding van de artikelen 7 tot 9 en 45, worden deze bepalingen onderworpen aan een evaluatie. Die evaluatie wordt toevertrouwd aan de minister van Justitie. HOOFDSTUK 2 7. - Overgangsbepalingen
Art. 92.De verzoeken die bij de commissie voor financiële hulp van slachtoffers van opzettelijke gewelddaden en occasionele redders werden ingediend na 18 maart 2020 en die om die reden onontvankelijk werden verklaard wegens laattijdige indiening, worden ambtshalve of op vraag van de verzoeker door het secretariaat van de commissie heropend binnen een termijn van achttien maanden te rekenen vanaf de inwerkingtreding van deze wet.
Diegenen die nog geen verzoek hadden ingediend voor 19 maart 2020, kunnen bij wijze van overgangsmaatregel nog een verzoek indienen binnen een termijn van achttien maanden te rekenen vanaf de inwerkingtreding van deze wet.
Art. 93.De wijziging van artikel 36, §§ 2 en 3, van de wet van 20 juli 1990Relevante gevonden documenten type wet prom. 30/11/1998 pub. 18/12/1998 numac 1998007272 bron ministerie van landsverdediging Wet houdende regeling van de inlichtingen- en veiligheidsdienst type wet prom. 30/11/1998 pub. 02/02/1999 numac 1998003675 bron ministerie van financien Wet houdende elfde aanpassing van de algemene uitgavenbegroting voor het begrotingsjaar 1998, Sectie 12, Ministerie van Justitie type wet prom. 30/11/1998 pub. 01/01/1999 numac 1998010046 bron ministerie van justitie Wet tot wijziging van sommige bepalingen van het Gerechtelijk Wetboek betreffende de rechtspleging inzake huur van goederen en van de wet van 30 december 1975 betreffende de goederen, buiten particuliere eigendommen gevonden of op de openbare weg geplaatst ter uitvoering van vonnissen van uitzetting sluiten4 betreffende de voorlopige hechtenis waaruit volgt dat de voorwaarden gehandhaafd worden tot de beslissing ten gronde kracht van gewijsde heeft verkregen of tot een beslissing van vroegere datum tussenkomt die een einde maakt aan de vervolging is van toepassing op voorwaarden die lopende zijn op het moment van inwerkingtreding van artikel 56, 1° en 2°, nadat de betrokken rechter zich na de inwerkingtreding van artikel 56, 1° en 2°, heeft kunnen uitspreken over de eventuele wijziging, opheffing of vrijstelling ervan.
Art. 94.De artikelen 5 en 6 zijn niet van toepassing voor de hoven en rechtbanken die op de datum van inwerkingtreding van deze wet nog geen protocol hebben gesloten zoals voorzien in artikel 5. Uiterlijk 1 januari 2028 dienen de hoven en rechtbanken een protocol zoals voorzien in artikel 5 te hebben gesloten. HOOFDSTUK 2 8. - Inwerkingtreding
Art. 95.De artikelen 5, 6 en 70 treden in werking de dag waarop deze wet in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.
De artikelen 79 tot 81 en 85 treden in werking op 1 januari 2024.
De artikelen 86 tot 88 en 90 treden in werking op 1 juli 2023.
Kondigen deze wet af, bevelen dat zij met 's Lands zegel zal worden bekleed en door het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.
Gegeven te Brussel, 18 januari 2024.
FILIP Van Koningswege : De Minister van Justitie, P. VAN TIGCHELT Met 's Lands zegel gezegeld : De Minister van Justitie, P. VAN TIGCHELT _______ Nota (1) Kamer van volksvertegenwoordigers (www.dekamer.be) Stukken : 55-3322 (2022/2023) Integraal Verslag : 11 januari 2024.