Etaamb.openjustice.be
Wet van 06 december 2022
gepubliceerd op 21 december 2022

Wet om justitie menselijker, sneller en straffer te maken IIbis

bron
federale overheidsdienst justitie
numac
2022034748
pub.
21/12/2022
prom.
06/12/2022
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

6 DECEMBER 2022. - Wet om justitie menselijker, sneller en straffer te maken IIbis (1)


FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

De Kamer van volksvertegenwoordigers heeft aangenomen en Wij bekrachtigen, hetgeen volgt : HOOFDSTUK 1. - Algemene bepaling

Artikel 1.Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 74 van de Grondwet. HOOFDSTUK 2. - Wijziging van het oud Burgerlijk Wetboek

Art. 2.In artikel 165/1, tweede lid, van het oud Burgerlijk Wetboek, ingevoegd bij de wet van 18 juni 2018Relevante gevonden documenten type wet prom. 22/12/1998 pub. 15/01/1999 numac 1998003665 bron ministerie van financien Wet houdende fiscale en andere bepalingen sluiten8, worden de woorden ", waarvan de gemeente het uitsluitend gebruiksrecht heeft," opgeheven. HOOFDSTUK 3. - Wijzigingen van het Wetboek van strafvordering

Art. 3.In artikel 28sexies, § 4, zesde lid, van het Wetboek van strafvordering, ingevoegd bij de wet van 12 maart 1998Relevante gevonden documenten type wet prom. 12/03/1998 pub. 02/04/1998 numac 1998009266 bron ministerie van justitie Wet tot wijziging van het Gerechtelijk Wetboek en het Wetboek van Strafvordering inzake de procedure tot onttrekking van de zaak aan de rechter type wet prom. 12/03/1998 pub. 02/04/1998 numac 1998009267 bron ministerie van justitie Wet tot verbetering van de strafrechtspleging in het stadium van het opsporingsonderzoek en het gerechtelijk onderzoek sluiten, worden de woorden "per faxpost of bij een ter post aangetekende brief" vervangen door de woorden "per faxpost, bij gewone brief of langs elektronische weg".

Art. 4.In het eerste boek, hoofdstuk IV, van hetzelfde Wetboek wordt een afdeling 1bis/1 ingevoegd, luidende "Toezicht op het opsporingsonderzoek door de kamer van inbeschuldigingstelling".

Art. 5.In afdeling 1bis/1, ingevoegd bij artikel 4, wordt een artikel 28decies ingevoegd, luidende: "

Art. 28decies.Als het opsporingsonderzoek na een jaar niet is afgesloten, kan de zaak bij de kamer van inbeschuldigingstelling worden aanhangig gemaakt door een aan de griffie van het hof van beroep gericht met redenen omkleed verzoekschrift uitgaande van de verdachte die in die hoedanigheid werd verhoord overeenkomstig artikel 47bis, § 2, of de persoon die de verklaring van benadeelde aflegde overeenkomstig artikel 5bis van de Voorafgaande titel van het Wetboek van Strafvordering.

De procureur des Konings zendt de stukken over aan de procureur-generaal die ze ter griffie neerlegt.

Indien het opsporingsonderzoek wordt gevoerd door de federale procureur, wordt de zaak aangebracht bij de kamer van inbeschuldigingstelling van het hof van beroep te Brussel.

De griffier stelt de verzoeker en, in voorkomend geval zijn advocaat, per faxpost, bij een gewone brief of langs elektronische weg, uiterlijk achtenveertig uur vooraf in kennis van plaats, dag en uur van de zitting.

De procureur-generaal, de verzoeker en zijn advocaat worden gehoord.

De kamer van inbeschuldigingstelling kan de procureur-generaal horen buiten de aanwezigheid van de partijen indien zij dat nuttig acht. Zij kan eveneens een andere benadeelde persoon of verdachte en hun advocaten horen, na kennisgeving die hen door de griffier ten laatste achtenveertig uur voor de zitting per faxpost, bij gewone brief of langs elektronische weg wordt gedaan.

De kamer van inbeschuldigingstelling doet over het verzoekschrift uitspraak binnen vijftien dagen na de neerlegging van het verzoekschrift bij een met redenen omkleed arrest dat wordt meegedeeld aan de procureur-generaal, de verzoekende partij en de gehoorde partijen. Deze termijn is geschorst tijdens de duur van het uitstel verleend op vraag van de verzoeker of van zijn advocaat, of van een gehoorde partij of zijn advocaat.

De kamer van inbeschuldigingstelling kan het openbaar ministerie uitnodigen een beslissing te nemen over de strafvervolging binnen een termijn die ze vaststelt. Ze kan het openbaar ministerie uitnodigen bijkomende opsporingshandelingen te verrichten waarvan ze de uitvoering noodzakelijk acht. Ze kan vaststellen dat de redelijke termijn is overschreden.

De verzoeker en de gehoorde partijen mogen geen verzoekschrift met hetzelfde voorwerp indienen vooraleer een termijn van zes maanden is verstreken te rekenen van de laatste beslissing.".

Art. 6.In artikel 39ter, § 3, tweede lid van hetzelfde Wetboek, ingevoegd bij de wet van 25 december 2016Relevante gevonden documenten type wet prom. 22/12/1998 pub. 15/01/1999 numac 1998003665 bron ministerie van financien Wet houdende fiscale en andere bepalingen sluiten5, worden de woorden "met een gevangenisstraf van zes maanden tot een jaar en met een geldboete van zesentwintig tot twintigduizend euro of met één van die straffen alleen" vervangen door de woorden "met geldboete van honderd euro tot dertigduizend euro".

Art. 7.In artikel 39quinquies, § 3, tweede lid, van hetzelfde Wetboek, ingevoegd bij de wet van 20 juli 2022Relevante gevonden documenten type wet prom. 12/03/1998 pub. 02/04/1998 numac 1998009266 bron ministerie van justitie Wet tot wijziging van het Gerechtelijk Wetboek en het Wetboek van Strafvordering inzake de procedure tot onttrekking van de zaak aan de rechter type wet prom. 12/03/1998 pub. 02/04/1998 numac 1998009267 bron ministerie van justitie Wet tot verbetering van de strafrechtspleging in het stadium van het opsporingsonderzoek en het gerechtelijk onderzoek sluiten6, worden de woorden "met een gevangenisstraf van zes maanden tot een jaar en met een geldboete van zesentwintig euro tot twintigduizend euro of met één van die straffen alleen" vervangen door de woorden "met een geldboete van honderd euro tot dertigduizend euro.".

Art. 8.In artikel 46bis, § 4, tweede lid, van hetzelfde Wetboek, ingevoegd bij de wet van 20 juli 2022Relevante gevonden documenten type wet prom. 12/03/1998 pub. 02/04/1998 numac 1998009266 bron ministerie van justitie Wet tot wijziging van het Gerechtelijk Wetboek en het Wetboek van Strafvordering inzake de procedure tot onttrekking van de zaak aan de rechter type wet prom. 12/03/1998 pub. 02/04/1998 numac 1998009267 bron ministerie van justitie Wet tot verbetering van de strafrechtspleging in het stadium van het opsporingsonderzoek en het gerechtelijk onderzoek sluiten6, worden de woorden "met geldboete van zesentwintig euro tot tienduizend euro" vervangen door de woorden "met geldboete van honderd euro tot dertigduizend euro".

Art. 9.In artikel 46bis/1, § 2, derde lid, van hetzelfde Wetboek, ingevoegd bij de wet van 17 mei 2017Relevante gevonden documenten type wet prom. 22/12/1998 pub. 15/01/1999 numac 1998003665 bron ministerie van financien Wet houdende fiscale en andere bepalingen sluiten6, worden de woorden "met een geldboete van zesentwintig euro tot tienduizend euro" vervangen door de woorden "met geldboete van honderd euro tot dertigduizend euro".

Art. 10.In artikel 46ter, § 2, vierde lid, van hetzelfde Wetboek, ingevoegd bij de wet van 6 januari 2003Relevante gevonden documenten type wet prom. 06/01/2003 pub. 12/05/2003 numac 2003009347 bron federale overheidsdienst justitie Wet betreffende de bijzondere opsporingsmethoden en enige andere onderzoeksmethoden type wet prom. 06/01/2003 pub. 19/02/2003 numac 2003009115 bron federale overheidsdienst justitie Wet tot wijziging van het Gerechtelijk Wetboek inzake rechtsbijstand type wet prom. 06/01/2003 pub. 20/02/2003 numac 2003009109 bron federale overheidsdienst justitie Wet tot wijziging van de artikelen 49, tweede lid, en 52, vierde lid, van de wet van 8 april 1965 betreffende de jeugdbescherming sluiten, worden de woorden "met gevangenisstraf van acht dagen tot een jaar en met geldboete van zesentwintig EUR tot tienduizend EUR of met een van die straffen alleen" vervangen door de woorden "met geldboete van honderd euro tot dertigduizend euro".

Art. 11.In artikel 46quater, § 4, derde lid, van hetzelfde Wetboek, ingevoegd bij de wet van 6 januari 2003Relevante gevonden documenten type wet prom. 06/01/2003 pub. 12/05/2003 numac 2003009347 bron federale overheidsdienst justitie Wet betreffende de bijzondere opsporingsmethoden en enige andere onderzoeksmethoden type wet prom. 06/01/2003 pub. 19/02/2003 numac 2003009115 bron federale overheidsdienst justitie Wet tot wijziging van het Gerechtelijk Wetboek inzake rechtsbijstand type wet prom. 06/01/2003 pub. 20/02/2003 numac 2003009109 bron federale overheidsdienst justitie Wet tot wijziging van de artikelen 49, tweede lid, en 52, vierde lid, van de wet van 8 april 1965 betreffende de jeugdbescherming sluiten en vervangen bij de wet van 5 mei 2019Relevante gevonden documenten type wet prom. 12/03/1998 pub. 02/04/1998 numac 1998009266 bron ministerie van justitie Wet tot wijziging van het Gerechtelijk Wetboek en het Wetboek van Strafvordering inzake de procedure tot onttrekking van de zaak aan de rechter type wet prom. 12/03/1998 pub. 02/04/1998 numac 1998009267 bron ministerie van justitie Wet tot verbetering van de strafrechtspleging in het stadium van het opsporingsonderzoek en het gerechtelijk onderzoek sluiten2, worden de woorden "met gevangenisstraf van acht dagen tot een jaar en met een geldboete van zesentwintig euro tot tienduizend euro of met een van die straffen alleen" vervangen door de woorden "met geldboete van honderd euro tot dertigduizend euro".

Art. 12.In artikel 61quater, § 5, vijfde lid, van hetzelfde Wetboek, ingevoegd bij de wet van 12 maart 1998Relevante gevonden documenten type wet prom. 12/03/1998 pub. 02/04/1998 numac 1998009266 bron ministerie van justitie Wet tot wijziging van het Gerechtelijk Wetboek en het Wetboek van Strafvordering inzake de procedure tot onttrekking van de zaak aan de rechter type wet prom. 12/03/1998 pub. 02/04/1998 numac 1998009267 bron ministerie van justitie Wet tot verbetering van de strafrechtspleging in het stadium van het opsporingsonderzoek en het gerechtelijk onderzoek sluiten, worden de woorden "per faxpost of bij een ter post aangetekende brief" vervangen door de woorden "per faxpost, bij gewone brief of langs elektronische weg".

Art. 13.In artikel 88bis, § 4, derde lid, van hetzelfde Wetboek, ingevoegd bij de wet van 10 juni 1998Relevante gevonden documenten type wet prom. 10/06/1998 pub. 17/07/1998 numac 1998009557 bron ministerie van justitie Wet tot wijziging van sommige bepalingen betreffende de verjaring type wet prom. 10/06/1998 pub. 22/09/1998 numac 1998009722 bron ministerie van justitie Wet tot wijziging van de wet van 30 juni 1994 ter bescherming van de persoonlijke levenssfeer tegen het afluisteren, kennisnemen en opnemen van privécommunicatie en -telecommunicatie type wet prom. 10/06/1998 pub. 15/08/1998 numac 1998022534 bron ministerie van sociale zaken, volksgezondheid en leefmilieu Wet tot wijziging van de samengeordende wetten van 19 december 1939 betreffende de kinderbijslag voor loonarbeiders sluiten en vervangen bij de wet van 25 december 2016Relevante gevonden documenten type wet prom. 22/12/1998 pub. 15/01/1999 numac 1998003665 bron ministerie van financien Wet houdende fiscale en andere bepalingen sluiten5, worden de woorden "met geldboete van zesentwintig euro tot tienduizend euro" vervangen door de woorden "met geldboete van honderd euro tot dertigduizend euro".

Art. 14.In artikel 88quater, § 3, van hetzelfde Wetboek, ingevoegd bij de wet van 28 november 2000Relevante gevonden documenten type wet prom. 28/11/2000 pub. 03/02/2001 numac 2001009035 bron ministerie van justitie Wet van 28 november 2000 inzake informaticacriminaliteit type wet prom. 28/11/2000 pub. 17/03/2001 numac 2001009048 bron ministerie van justitie Wet betreffende de strafrechtelijke bescherming van minderjarigen sluiten en gewijzigd bij de wet van 25 december 2016Relevante gevonden documenten type wet prom. 22/12/1998 pub. 15/01/1999 numac 1998003665 bron ministerie van financien Wet houdende fiscale en andere bepalingen sluiten5, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in het eerste lid worden de woorden "met gevangenisstraf van zes maanden tot drie jaar en met geldboete van zesentwintig euro tot twintigduizend euro of met een van die straffen alleen" vervangen door de woorden "met geldboete van honderd euro tot dertigduizend euro";2° het tweede lid wordt aangevuld met de woorden "of een van die straffen alleen".

Art. 15.In artikel 90quater van hetzelfde Wetboek, ingevoegd bij de wet van 30 juni 1994Relevante gevonden documenten type wet prom. 22/12/1998 pub. 15/01/1999 numac 1998003665 bron ministerie van financien Wet houdende fiscale en andere bepalingen sluiten2 en vervangen bij de wet van 25 december 2016Relevante gevonden documenten type wet prom. 22/12/1998 pub. 15/01/1999 numac 1998003665 bron ministerie van financien Wet houdende fiscale en andere bepalingen sluiten5, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in paragraaf 2, derde lid, worden de woorden "met geldboete van zesentwintig euro tot twintigduizend euro" vervangen door de woorden "met geldboete van honderd euro tot dertigduizend euro"; 2° in paragraaf 4, wordt het derde lid vervangen als volgt: "Iedere persoon die zijn technische medewerking weigert aan de vorderingen bedoeld in het eerste en tweede lid, of de maatregel bedoeld in artikel 90ter, § 1, hindert, wordt gestraft met geldboete van honderd euro tot dertigduizend euro."; 3° in dezelfde paragraaf wordt tussen het derde en het vierde lid een lid ingevoegd, luidende: "Wanneer de medewerking bedoeld in het eerste en tweede lid de uitvoering van een misdaad of een wanbedrijf kan verhinderen, of de gevolgen ervan kan beperken, en deze medewerking niet verleend wordt, zijn de straffen een gevangenisstraf van één tot vijf jaar en een geldboete van vijfhonderd euro tot vijftigduizend euro of een van die straffen alleen."; 4° in paragraaf 5 worden de woorden "artikel 39bis, § 3, vierde lid" vervangen door de woorden "artikel 88ter, vierde lid".

Art. 16.In artikel 111quater, § 3, derde lid, van hetzelfde Wetboek, ingevoegd bij de wet van 5 mei 2019Relevante gevonden documenten type wet prom. 12/03/1998 pub. 02/04/1998 numac 1998009266 bron ministerie van justitie Wet tot wijziging van het Gerechtelijk Wetboek en het Wetboek van Strafvordering inzake de procedure tot onttrekking van de zaak aan de rechter type wet prom. 12/03/1998 pub. 02/04/1998 numac 1998009267 bron ministerie van justitie Wet tot verbetering van de strafrechtspleging in het stadium van het opsporingsonderzoek en het gerechtelijk onderzoek sluiten2, worden de woorden "met een geldboete van zesentwintig euro tot tienduizend euro" vervangen door de woorden "met geldboete van honderd euro tot dertigduizend euro".

Art. 17.In artikel 127, § 2, van hetzelfde Wetboek worden de woorden "per faxpost of bij een ter post aangetekende brief" vervangen door de woorden "per faxpost, bij gewone brief of langs elektronische weg".

Art. 18.In artikel 135, § 3, derde lid, van hetzelfde Wetboek, vervangen bij de wet van 12 maart 1998Relevante gevonden documenten type wet prom. 12/03/1998 pub. 02/04/1998 numac 1998009266 bron ministerie van justitie Wet tot wijziging van het Gerechtelijk Wetboek en het Wetboek van Strafvordering inzake de procedure tot onttrekking van de zaak aan de rechter type wet prom. 12/03/1998 pub. 02/04/1998 numac 1998009267 bron ministerie van justitie Wet tot verbetering van de strafrechtspleging in het stadium van het opsporingsonderzoek en het gerechtelijk onderzoek sluiten, worden de woorden "per faxpost of bij een ter post aangetekende brief" vervangen door de woorden "per faxpost, bij gewone brief of langs elektronische weg".

Art. 19.In artikel 136bis, vijfde lid, van hetzelfde Wetboek, hernummerd bij de wet van 20 juli 1990Relevante gevonden documenten type wet prom. 22/12/1998 pub. 15/01/1999 numac 1998003665 bron ministerie van financien Wet houdende fiscale en andere bepalingen sluiten3 en vervangen bij de wet van 12 maart 1998Relevante gevonden documenten type wet prom. 12/03/1998 pub. 02/04/1998 numac 1998009266 bron ministerie van justitie Wet tot wijziging van het Gerechtelijk Wetboek en het Wetboek van Strafvordering inzake de procedure tot onttrekking van de zaak aan de rechter type wet prom. 12/03/1998 pub. 02/04/1998 numac 1998009267 bron ministerie van justitie Wet tot verbetering van de strafrechtspleging in het stadium van het opsporingsonderzoek en het gerechtelijk onderzoek sluiten, worden de woorden "per faxpost of bij een ter post aangetekende brief" vervangen door de woorden "per faxpost, bij gewone brief of langs elektronische weg".

Art. 20.In artikel 162ter van hetzelfde Wetboek, ingevoegd bij de wet van 21 juni 2021, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° het eerste lid wordt vervangen als volgt: "Ieder veroordelend vonnis, uitgesproken tegen de beklaagde en tegen de personen die voor het misdrijf burgerrechtelijk aansprakelijk zijn, geeft aanleiding tot de betaling van de administratieve toeslag bedoeld in titel 4 van de programmawet van 21 juni 2021, indien de voorgestelde minnelijke schikking overeenkomstig artikel 216bis niet kan worden uitgevoerd of bekrachtigd.Het bedrag van de administratieve toeslag bedraagt 25,32 euro."; 2° in het tweede lid wordt de zin "Het bedrag van de administratieve toeslag bedraagt in dat geval 25,32 euro." opgeheven.

Art. 21.In artikel 196/1, achtste lid, van hetzelfde Wetboek, ingevoegd bij de wet van 21 maart 2019Relevante gevonden documenten type wet prom. 12/03/1998 pub. 02/04/1998 numac 1998009266 bron ministerie van justitie Wet tot wijziging van het Gerechtelijk Wetboek en het Wetboek van Strafvordering inzake de procedure tot onttrekking van de zaak aan de rechter type wet prom. 12/03/1998 pub. 02/04/1998 numac 1998009267 bron ministerie van justitie Wet tot verbetering van de strafrechtspleging in het stadium van het opsporingsonderzoek en het gerechtelijk onderzoek sluiten1 en gewijzigd bij de wet van 21 juni 2021, worden de woorden "een bijdrage of een administratieve toeslag." vervangen door de woorden "of een bijdrage.".

Art. 22.In artikel 203 van hetzelfde Wetboek, ingevoegd bij de wet van 31 mei 1955 en laatstelijk gewijzigd bij de wet van 5 februari 2016, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in de eerste paragraaf worden de woorden "Behoudens de uitzondering van artikel 205 hierna, vervalt het recht van hoger beroep," vervangen door de woorden "Het recht van hoger beroep vervalt";2° in de eerste paragraaf wordt het tweede lid opgeheven;3° de tweede paragraaf wordt vervangen als volgt: " § 2.Indien de beklaagde of de burgerrechtelijk aansprakelijke partij hoger beroep heeft ingesteld beschikt het openbaar ministerie over een bijkomende termijn van tien dagen om hoger beroep in te stellen. Deze termijn loopt vanaf het verstrijken van de beroepstermijn van de beklaagde of de burgerrechtelijk aansprakelijke partij.

Indien het openbaar ministerie hoger beroep heeft ingesteld, beschikken de beklaagde en de burgerrechtelijk aansprakelijke partij over een bijkomende termijn van tien dagen om hoger beroep in te stellen. Deze termijn loopt vanaf het verstrijken van de beroepstermijn van het openbaar ministerie.

Is het hoger beroep tegen de burgerlijke partij gericht, dan beschikt deze over de bijkomende termijn van tien dagen om hoger beroep in te stellen tegen de beklaagden en de burgerrechtelijk aansprakelijke personen die zij in de zaak wil doen blijven, onverminderd haar recht incidenteel beroep in te stellen overeenkomstig paragraaf 4. Deze termijn loopt vanaf het verstrijken van de beroepstermijn van de beklaagde of de burgerrechtelijk aansprakelijke partij die het hoofdberoep hebben ingesteld.".

Art. 23.Artikel 205 van hetzelfde Wetboek, vervangen bij de wet van 15 juni 1981 en laatstelijk gewijzigd bij de wet van 5 mei 2019Relevante gevonden documenten type wet prom. 12/03/1998 pub. 02/04/1998 numac 1998009266 bron ministerie van justitie Wet tot wijziging van het Gerechtelijk Wetboek en het Wetboek van Strafvordering inzake de procedure tot onttrekking van de zaak aan de rechter type wet prom. 12/03/1998 pub. 02/04/1998 numac 1998009267 bron ministerie van justitie Wet tot verbetering van de strafrechtspleging in het stadium van het opsporingsonderzoek en het gerechtelijk onderzoek sluiten2, wordt opgeheven. HOOFDSTUK 4. - Wijzigingen van het Strafwetboek

Art. 24.Het opschrift van hoofdstuk IX van boek 1 van het Strafwetboek wordt als volgt vervangen: "Verzwarende omstandigheden, verzwarende factoren en verzachtende omstandigheden".

Art. 25.In hoofdstuk IX van boek 1 van hetzelfde Wetboek wordt een artikel 78bis ingevoegd, luidende: "

Art. 78bis.Indien de wet voorziet in verzwarende factoren, moet de rechter deze factoren in overweging nemen wanneer hij de straf of de maatregel en de zwaarte ervan kiest, zonder dat hij een straf kan opleggen die hoger is dan de maximumstraf op dit misdrijf gesteld.".

Art. 26.In hoofdstuk IX van boek 1 van hetzelfde Wetboek wordt een artikel 78ter ingevoegd, luidende: "

Art. 78ter.De discriminerende drijfveer van de dader is een verzwarende factor bij alle misdrijven, behoudens in die gevallen waarin de wet van de discriminerende drijfveer een verzwarende omstandigheid maakt.

Een misdrijf wordt geacht te zijn gepleegd vanuit een discriminerende drijfveer wanneer een van de drijfveren van de dader bestaat uit de haat tegen, het misprijzen van of de vijandigheid tegen een persoon wegens diens zogenaamd ras, huidskleur, afkomst, nationale of etnische afstamming, nationaliteit, geslacht, zwangerschap, bevalling, het geven van borstvoeding, medisch begeleide voortplanting, ouderschap, zogenaamde geslachtsverandering, genderidentiteit, genderexpressie, seksekenmerken, seksuele geaardheid, burgerlijke staat, geboorte, leeftijd, vermogen, geloof of levensbeschouwing, gezondheidstoestand, handicap, taal, politieke overtuiging, syndicale overtuiging, fysieke of genetische eigenschap of sociale afkomst en positie, ongeacht of dit kenmerk daadwerkelijk aanwezig is of slechts vermeend is door de dader.

Hetzelfde geldt wanneer een van de drijfveren van de dader erin bestaat dat het slachtoffer een band of vermeende band heeft met een persoon ten aanzien van wie hij haat, misprijzen of vijandigheid koestert wegens een of meer van de in het tweede lid aangehaalde werkelijke of vermeende kenmerken.".

Art. 27.In artikel 405quater van hetzelfde Wetboek, ingevoegd bij de wet van 25 februari 2003Relevante gevonden documenten type wet prom. 25/02/2003 pub. 17/03/2003 numac 2003012105 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Wet ter bestrijding van discriminatie en tot wijziging van de wet van 15 februari 1993 tot oprichting van een Centrum voor gelijkheid van kansen en voor racismebestrijding type wet prom. 25/02/2003 pub. 07/03/2003 numac 2003003138 bron federale overheidsdienst financien Wet tot wijziging van de wet van 22 maart 1993 op het statuut van en het toezicht op de kredietinstellingen type wet prom. 25/02/2003 pub. 06/05/2003 numac 2003009406 bron federale overheidsdienst justitie Wet houdende de inrichting van de functie van veiligheidsbeambte met het oog op de uitvoering van taken die betrekking hebben op de politie van hoven en rechtbanken en de overbrenging van gevangenen sluiten en vervangen bij de wet van 14 januari 2013, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° de woorden "Wanneer een van de drijfveren van de misdaad of het wanbedrijf bestaat in de haat tegen, het misprijzen van of de vijandigheid tegen een persoon wegens diens zogenaamd ras, zijn huidskleur, zijn afkomst, zijn nationale of etnische afstamming, zijn nationaliteit, zijn geslacht, zijn geslachtsverandering, zijn seksuele geaardheid, zijn burgerlijke staat, zijn geboorte, zijn leeftijd, zijn fortuin, zijn geloof of levensbeschouwing, zijn huidige of toekomstige gezondheidstoestand, een handicap, zijn taal, zijn politieke overtuiging, zijn syndicale overtuiging, een fysieke of genetische eigenschap of zijn sociale afkomst" worden vervangen door de woorden "Wanneer een van de drijfveren van de dader bestaat uit de haat tegen, het misprijzen van of de vijandigheid tegen een persoon wegens diens zogenaamd ras, huidskleur, afkomst, nationale of etnische afstamming, nationaliteit, geslacht, zwangerschap, bevalling, het geven van borstvoeding, medisch begeleide voortplanting, ouderschap, zogenaamde geslachtsverandering, genderidentiteit, genderexpressie, seksekenmerken, seksuele geaardheid, burgerlijke staat, geboorte, leeftijd, vermogen, geloof of levensbeschouwing, gezondheidstoestand, handicap, taal, politieke overtuiging, syndicale overtuiging, fysieke of genetische eigenschap of sociale afkomst en positie, ongeacht of dit kenmerk daadwerkelijk aanwezig is of slechts vermeend is door de dader"; 2° het artikel wordt aangevuld met een lid, luidende: "Hetzelfde geldt wanneer een van de drijfveren van de dader erin bestaat dat het slachtoffer een band of vermeende band heeft met een persoon ten aanzien van wie hij haat, misprijzen of vijandigheid koestert wegens een of meer van de in het eerste lid aangehaalde werkelijke of vermeende kenmerken.".

Art. 28.In artikel 417/20 van het hetzelfde Wetboek, ingevoegd bij de wet van 21 maart 2022Relevante gevonden documenten type wet prom. 12/03/1998 pub. 02/04/1998 numac 1998009266 bron ministerie van justitie Wet tot wijziging van het Gerechtelijk Wetboek en het Wetboek van Strafvordering inzake de procedure tot onttrekking van de zaak aan de rechter type wet prom. 12/03/1998 pub. 02/04/1998 numac 1998009267 bron ministerie van justitie Wet tot verbetering van de strafrechtspleging in het stadium van het opsporingsonderzoek en het gerechtelijk onderzoek sluiten7, worden de woorden "bevalling, ouderschap, geslachtsverandering, genderidentiteit, genderexpressie, seksuele geaardheid" vervangen door de woorden "bevalling, het geven van borstvoeding, medisch begeleide voortplanting, ouderschap, zogenaamde geslachtsverandering, genderidentiteit, genderexpressie, seksekenmerken".

Art. 29.In artikel 417/50 van hetzelfde Wetboek, ingevoegd bij de wet van 21 maart 2022Relevante gevonden documenten type wet prom. 12/03/1998 pub. 02/04/1998 numac 1998009266 bron ministerie van justitie Wet tot wijziging van het Gerechtelijk Wetboek en het Wetboek van Strafvordering inzake de procedure tot onttrekking van de zaak aan de rechter type wet prom. 12/03/1998 pub. 02/04/1998 numac 1998009267 bron ministerie van justitie Wet tot verbetering van de strafrechtspleging in het stadium van het opsporingsonderzoek en het gerechtelijk onderzoek sluiten7, wordt het eerste streepje opgeheven.

Art. 30.In artikel 417/55 van hetzelfde Wetboek, ingevoegd bij de wet van 21 maart 2022Relevante gevonden documenten type wet prom. 12/03/1998 pub. 02/04/1998 numac 1998009266 bron ministerie van justitie Wet tot wijziging van het Gerechtelijk Wetboek en het Wetboek van Strafvordering inzake de procedure tot onttrekking van de zaak aan de rechter type wet prom. 12/03/1998 pub. 02/04/1998 numac 1998009267 bron ministerie van justitie Wet tot verbetering van de strafrechtspleging in het stadium van het opsporingsonderzoek en het gerechtelijk onderzoek sluiten7, wordt het eerste streepje opgeheven.

Art. 31.In de artikelen 422quater, 438bis, 442ter, 453bis, 514bis, 525bis, 532bis, 534quater, van hetzelfde Wetboek, ingevoegd bij de wet van 25 februari 2003Relevante gevonden documenten type wet prom. 25/02/2003 pub. 17/03/2003 numac 2003012105 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Wet ter bestrijding van discriminatie en tot wijziging van de wet van 15 februari 1993 tot oprichting van een Centrum voor gelijkheid van kansen en voor racismebestrijding type wet prom. 25/02/2003 pub. 07/03/2003 numac 2003003138 bron federale overheidsdienst financien Wet tot wijziging van de wet van 22 maart 1993 op het statuut van en het toezicht op de kredietinstellingen type wet prom. 25/02/2003 pub. 06/05/2003 numac 2003009406 bron federale overheidsdienst justitie Wet houdende de inrichting van de functie van veiligheidsbeambte met het oog op de uitvoering van taken die betrekking hebben op de politie van hoven en rechtbanken en de overbrenging van gevangenen sluiten, vervangen bij de wet van 10 mei 2007 en gewijzigd bij de wet van 30 december 2009, worden telkens de volgende wijzigingen aangebracht: 1° de woorden "wanneer een van de drijfveren van de misdaad of het wanbedrijf bestaat in de haat tegen, het misprijzen van of de vijandigheid tegen een persoon wegens diens zogenaamd ras, zijn huidskleur, zijn afkomst, zijn nationale of etnische afstamming, zijn nationaliteit, zijn geslacht, zijn seksuele geaardheid, zijn burgerlijke staat, zijn geboorte, zijn leeftijd, zijn fortuin, zijn geloof of levensbeschouwing, zijn huidige of toekomstige gezondheidstoestand, een handicap, zijn taal, zijn politieke overtuiging, zijn syndicale overtuiging, een fysieke of genetische eigenschap of zijn sociale afkomst" worden vervangen door de woorden "wanneer een van de drijfveren van de dader bestaat uit de haat tegen, het misprijzen van of de vijandigheid tegen een persoon wegens diens zogenaamd ras, huidskleur, afkomst, nationale of etnische afstamming, nationaliteit, geslacht, zwangerschap, bevalling, het geven van borstvoeding, medisch begeleide voortplanting, ouderschap, zogenaamde geslachtsverandering, genderidentiteit, genderexpressie, seksekenmerken, seksuele geaardheid, burgerlijke staat, geboorte, leeftijd, vermogen, geloof of levensbeschouwing, gezondheidstoestand, handicap, taal, politieke overtuiging, syndicale overtuiging, fysieke of genetische eigenschap of sociale afkomst en positie, ongeacht of dit kenmerk daadwerkelijk aanwezig is of slechts vermeend is door de dader"; 2° de artikelen worden telkens aangevuld met een lid, luidende: "Hetzelfde geldt wanneer een van de drijfveren van de dader erin bestaat dat het slachtoffer een band of vermeende band heeft met een persoon ten aanzien van wie hij haat, misprijzen of vijandigheid koestert wegens een of meer van de in het eerste lid aangehaalde werkelijke of vermeende kenmerken.".

Art. 32.In hetzelfde Wetboek worden in artikel 442/1, § 2, in de plaats van de woorden "aan het bevel tot ontruiming bedoeld in artikel 12, § 1, van de wet van 18 oktober 2017Relevante gevonden documenten type wet prom. 22/12/1998 pub. 15/01/1999 numac 1998003665 bron ministerie van financien Wet houdende fiscale en andere bepalingen sluiten7 betreffende het onrechtmatig binnendringen in, bezetten van of verblijven in andermans goed of", vernietigd bij arrest nr. 39/2020 van het Grondwettelijk Hof, de volgende woorden ingevoegd: "aan het bevel tot ontruiming bedoeld in artikel 12, § 1, van de wet van 18 oktober 2017Relevante gevonden documenten type wet prom. 22/12/1998 pub. 15/01/1999 numac 1998003665 bron ministerie van financien Wet houdende fiscale en andere bepalingen sluiten7 betreffende het onrechtmatig binnendringen in, bezetten van of verblijven in andermans goed, zoals hersteld bij de wet van 6 december 2022 om justitie menselijker, sneller en straffer te maken IIbis of". HOOFDSTUK 5. - Wijzigingen van het Gerechtelijk Wetboek

Art. 33.In artikel 555/10, § 2, van het Gerechtelijk Wetboek, ingevoegd bij de wet van 5 mei 2019Relevante gevonden documenten type wet prom. 12/03/1998 pub. 02/04/1998 numac 1998009266 bron ministerie van justitie Wet tot wijziging van het Gerechtelijk Wetboek en het Wetboek van Strafvordering inzake de procedure tot onttrekking van de zaak aan de rechter type wet prom. 12/03/1998 pub. 02/04/1998 numac 1998009267 bron ministerie van justitie Wet tot verbetering van de strafrechtspleging in het stadium van het opsporingsonderzoek en het gerechtelijk onderzoek sluiten2, wordt de bepaling onder 8° opgeheven.

Art. 34.In artikel 555/11, van hetzelfde Wetboek, ingevoegd bij de wet van 5 mei 2019Relevante gevonden documenten type wet prom. 12/03/1998 pub. 02/04/1998 numac 1998009266 bron ministerie van justitie Wet tot wijziging van het Gerechtelijk Wetboek en het Wetboek van Strafvordering inzake de procedure tot onttrekking van de zaak aan de rechter type wet prom. 12/03/1998 pub. 02/04/1998 numac 1998009267 bron ministerie van justitie Wet tot verbetering van de strafrechtspleging in het stadium van het opsporingsonderzoek en het gerechtelijk onderzoek sluiten2 en gewijzigd bij de wet van 20 december 2020, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in paragraaf 1 wordt de tweede zin opgeheven;2° in paragraaf 4 wordt het derde lid vervangen als volgt: "De beëdigd vertaler of vertaler-tolk vermeldt eerst zijn identificatienummer, gevolgd door zijn handtekening, naam, titel en zijn gekwalificeerde elektronische handtekening.Daardoor geldt de verrichte vertaling als een gelegaliseerde vertaling voor het gebruik ervan binnen het Koninkrijk. Voor het gebruik ervan in het buitenland moet de vertaling achtereenvolgens worden gelegaliseerd door de Federale Overheidsdienst Justitie op basis van de handtekening, de gekwalificeerde handtekening en de opname in het nationaal register voor gerechtsdeskundigen en voor beëdigd vertalers, tolken en vertalers-tolken en door de Federale Overheidsdienst Buitenlandse Zaken, Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking op basis van de handtekening die erop werd geplaatst door de Federale Overheidsdienst Justitie. De legalisatie bevestigt slechts de echtheid van de handtekening, de hoedanigheid waarin de ondertekenaar van de vertaling heeft gehandeld en, in voorkomend geval, de geldigheid van de handtekening of de gekwalificeerde elektronische handtekening geplaatst op het document."; 3° in paragraaf 4, vierde lid, worden de woorden ", de handtekening en de officiële stempel met identificatienummer" vervangen door de woorden "en de handtekening";4° in paragraaf 5 worden de woorden "en de officiële stempel" opgeheven.

Art. 35.Artikel 555/13, § 2, tweede lid, van hetzelfde Wetboek, ingevoegd bij de wet van 5 mei 2019Relevante gevonden documenten type wet prom. 12/03/1998 pub. 02/04/1998 numac 1998009266 bron ministerie van justitie Wet tot wijziging van het Gerechtelijk Wetboek en het Wetboek van Strafvordering inzake de procedure tot onttrekking van de zaak aan de rechter type wet prom. 12/03/1998 pub. 02/04/1998 numac 1998009267 bron ministerie van justitie Wet tot verbetering van de strafrechtspleging in het stadium van het opsporingsonderzoek en het gerechtelijk onderzoek sluiten2, wordt vervangen als volgt: "De minister van Justitie of de door hem gemachtigde ambtenaar kan een vrijstelling voor de in paragraaf 1, 2°, bedoelde voorwaarde verlenen aan de gerechtsdeskundige of beëdigd vertaler, tolk of vertaler-tolk, die vóór de datum van aanvraag van de vrijstelling gedurende een ononderbroken periode van minimum vijftien jaar de activiteit van gerechtsdeskundige of beëdigd vertaler, tolk of vertaler-tolk heeft uitgeoefend en zich in die periode voldoende heeft bijgeschoold.".

Art. 36.In artikel 837, vierde lid, van hetzelfde Wetboek, ingevoegd bij de wet van 30 juni 2000Relevante gevonden documenten type wet prom. 30/06/2000 pub. 17/03/2001 numac 2000009755 bron ministerie van justitie Wet tot wijziging van het Wetboek van Strafvordering, van artikel 27 van de wet van 20 juli 1990 betreffende de voorlopige hechtenis en van artikel 837 van het Gerechtelijk Wetboek, teneinde de rechtspleging voor het hof van assisen te stroomlijnen type wet prom. 30/06/2000 pub. 12/08/2000 numac 2000003434 bron ministerie van financien Wet tot wijziging van de algemene wet inzake douane en accijnzen en van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 type wet prom. 30/06/2000 pub. 09/08/2000 numac 2000009646 bron ministerie van justitie Wet tot wijziging van de wet van 27 juni 1921 waarbij aan de verenigingen zonder winstgevend doel en aan de instellingen van openbaar nut rechtspersoonlijkheid wordt verleend sluiten, worden de woorden ",niet zijn betaald binnen acht dagen" vervangen door de woorden "en de bijdrage bedoeld in artikel 4, § 2, van de wet van 19 maart 2017 tot oprichting van een Begrotingsfonds voor de juridische tweedelijnsbijstand, niet zijn betaald binnen tien dagen.".

Art. 37.In artikel 1344octies, eerste lid, van hetzelfde Wetboek, ingevoegd bij de wet van 18 oktober 2017Relevante gevonden documenten type wet prom. 22/12/1998 pub. 15/01/1999 numac 1998003665 bron ministerie van financien Wet houdende fiscale en andere bepalingen sluiten7, worden de woorden "doordat het ondanks pogingen van de verzoeker in die zin, voor hem niet mogelijk is geweest om de identiteit van zelfs een van de bezetters van het goed te bepalen" ingevoegd tussen de woorden "noodzakelijkheid" en het woord ", bij".

Art. 38.In artikel 1727, § 2, van hetzelfde Wetboek, vervangen bij de wet van 18 juni 2018Relevante gevonden documenten type wet prom. 22/12/1998 pub. 15/01/1999 numac 1998003665 bron ministerie van financien Wet houdende fiscale en andere bepalingen sluiten8, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in de bepaling onder 2° worden de woorden ", evenals de evaluaties met het oog op het afleveren van een erkenning en de erkenningsprocedure;" vervangen door de woorden "die de kandidaten-bemiddelaars moeten volgen en die daadwerkelijk door de opleidingsinstantie moeten worden beoordeeld;"; 2° de bepaling onder 2° /1 wordt ingevoegd, luidende: "2° /1 de voorwaarden en de procedure voor de erkenning van bemiddelaars bepalen;"; 3° in de bepaling onder 10° worden de woorden "de lijst van bemiddelaars opstellen en verspreiden" vervangen door de woorden "de lijst van bemiddelaars opstellen volgens de bijzondere domeinen van de bemiddelingspraktijk en deze lijst verspreiden".

Art. 39.In artikel 1727/2 van hetzelfde Wetboek, ingevoegd bij de wet van 18 juni 2018Relevante gevonden documenten type wet prom. 22/12/1998 pub. 15/01/1999 numac 1998003665 bron ministerie van financien Wet houdende fiscale en andere bepalingen sluiten8, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in paragraaf 3 wordt het eerste lid vervangen als volgt: "De algemene vergadering wijst te midden van de leden van het bureau een voorzitter aan en een ondervoorzitter, die de voorzitter zo nodig vervangt, evenals een secretaris.Bij de aanwijzing ziet de algemene vergadering erop toe dat de duur van de voorzitterschappen en ondervoorzitterschappen in aantal maanden gelijk is. Die ambten worden afwisselend toegekend aan een Franstalige en een Nederlandstalige. Het voorzitterschap en het ondervoorzitterschap worden bovendien afwisselend uitgeoefend door notarissen, advocaten, magistraten, gerechtsdeurwaarders en door bemiddelaars die geen van voornoemde beroepen uitoefenen."; 2° in paragraaf 4, eerste lid, worden de woorden "in artikel 1727, § 2, 8°, 9°, 11° en 12° " vervangen door de woorden "in artikel 1727, § 2, 9°, 10°, 11° en 12° " en wordt in het derde lid, het cijfer "6° " vervangen door het cijfer "7° ".

Art. 40.In artikel 1727/4, § 1, van hetzelfde Wetboek, ingevoegd bij de wet van 18 juni 2018Relevante gevonden documenten type wet prom. 22/12/1998 pub. 15/01/1999 numac 1998003665 bron ministerie van financien Wet houdende fiscale en andere bepalingen sluiten8, worden het derde tot het zesde lid vervangen als volgt: "Een oproep tot kandidaten wordt bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad. De leden worden benoemd door de minister van Justitie op voordracht van een lijst opgesteld door het bureau, en waarin een met redenen omkleed advies is opgenomen met betrekking tot maximaal vijfentwintig kandidaten, die in volgorde van voorkeur zijn gerangschikt. De Koning bepaalt de nadere regels voor de bekendmaking van de vacatures, voor de indiening van de kandidaturen, voor de voordracht van de leden en de criteria voor de kandidaatstelling.

De leden worden benoemd voor een periode van vier jaar. Hun mandaat kan slechts eenmaal worden verlengd. Het mandaat van een lid kan voortijdig beëindigd worden door het ontslag van het lid of door een met redenen omklede beslissing genomen door de minister van Justitie op voorstel van het bureau. De als vervanger aangewezen persoon wordt door het bureau gekozen uit de in het derde lid bedoelde lijst. Indien op deze lijst geen vervanger kan worden gevonden, wordt er vervolgens gehandeld overeenkomstig het derde lid. In alle gevallen voltooien de ter vervanging benoemde personen het mandaat van de voorganger. Indien het om een eerste mandaat gaat, mag het mandaat van de ter vervanging benoemde persoon tweemaal worden verlengd.

De algemene vergadering wijst te midden van de leden van het bureau een voorzitter voor elke commissie aan. Bij de aanwijzing ziet de algemene vergadering erop toe dat de duur van de voorzitterschappen in aantal maanden gelijk is. Dit ambt wordt afwisselend bekleed door een Nederlandstalige en een Franstalige.".

Art. 41.In artikel 1727/5 van hetzelfde Wetboek, ingevoegd bij de wet van 18 juni 2018Relevante gevonden documenten type wet prom. 22/12/1998 pub. 15/01/1999 numac 1998003665 bron ministerie van financien Wet houdende fiscale en andere bepalingen sluiten8, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in paragraaf 1, worden de woorden "Het bureau wijst voor een periode van twee jaar de voorzitter aan." vervangen door de woorden "Het bureau wijst de voorzitter aan, en ziet er bij de benoeming op toe dat de duur van de voorzitterschappen in aantal maanden gelijk is."; 2° een paragraaf 1/1 wordt ingevoegd, luidende: " § 1/1.De assessoren worden benoemd voor een periode van vier jaar.

Hun mandaat kan slechts eenmaal worden verlengd.

Het mandaat van een assessor kan voortijdig beëindigd worden door het ontslag van het lid of door een met redenen omklede beslissing genomen door de minister van Justitie op voorstel van het bureau. Er wordt vervolgens gehandeld overeenkomstig de paragraaf 1, derde lid. In alle gevallen voltooien de ter vervanging benoemde personen het mandaat van de voorganger. Indien het om een eerste mandaat gaat, mag het mandaat van de ter vervanging benoemde persoon tweemaal worden verlengd."; 3° in paragraaf 2, eerste lid, wordt het cijfer "5° " vervangen door het cijfer "6° ";4° in dezelfde paragraaf, derde lid, worden de woorden "artikel 1727, § 2, 7° en 10°, " vervangen door de woorden "artikel 1727, § 2, 5° en 8°, ".

Art. 42.In artikel 1734, § 1/1, van hetzelfde Wetboek, ingevoegd bij de wet van 18 juni 2018Relevante gevonden documenten type wet prom. 22/12/1998 pub. 15/01/1999 numac 1998003665 bron ministerie van financien Wet houdende fiscale en andere bepalingen sluiten8, wordt het tweede lid vervangen als volgt: "Indien de partijen geen overeenstemming bereiken over de aan te wijzen bemiddelaar of bemiddelaars, gaat de rechter over tot de aanwijzing van een of meerdere bemiddelaars, die erkend zijn overeenkomstig artikel 1727, § 2, bij voorkeur op basis van een lijst met alle bemiddelaars die is opgesteld door de Federale bemiddelingscommissie overeenkomstig artikel 1727, § 2, 10°. De rechter kiest een of meerdere bemiddelaars die geschikt zijn in het licht van de aard van het geschil tussen de partijen en die, voor zover mogelijk, gevestigd zijn in de buurt van de woonplaats van de partijen.". HOOFDSTUK 6. - Wijziging van de wet van 16 maart 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 16/03/1968 pub. 21/10/1998 numac 1998000446 bron ministerie van binnenlandse zaken Wet betreffende de politie over het wegverkeer, gecoördineerd bij het koninklijk besluit van 16 maart 1968 tot coördinatie van de wetten betreffende de politie over het wegverkeer . - Duitse vertaling De hi(...) - de wet van 10 oktober 1967 houdende het Gerechtelijk Wetboek (Belgisch Staatsblad van 31 oktober (...) sluiten betreffende de politie over het wegverkeer

Art. 43.In artikel 65, § 5, eerste lid, van de wet van 16 maart 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 16/03/1968 pub. 21/10/1998 numac 1998000446 bron ministerie van binnenlandse zaken Wet betreffende de politie over het wegverkeer, gecoördineerd bij het koninklijk besluit van 16 maart 1968 tot coördinatie van de wetten betreffende de politie over het wegverkeer . - Duitse vertaling De hi(...) - de wet van 10 oktober 1967 houdende het Gerechtelijk Wetboek (Belgisch Staatsblad van 31 oktober (...) sluiten betreffende de politie over het wegverkeer, vervangen bij de wet van 29 februari 1984 en gewijzigd bij de wet van 21 juni 2021, worden de woorden "en de administratieve toeslag, bedoeld in paragraaf 1, tweede lid," opgeheven. HOOFDSTUK 7. - Wijziging van de wet van 8 augustus 1983 tot regeling van een Rijksregister van de natuurlijke personen

Art. 44.In artikel 8, § 6, van de wet van 8 augustus 1983 tot regeling van een Rijksregister van de natuurlijke personen, vervangen bij de wet van 25 november 2018 en gewijzigd bij de wet van 5 mei 2019Relevante gevonden documenten type wet prom. 12/03/1998 pub. 02/04/1998 numac 1998009266 bron ministerie van justitie Wet tot wijziging van het Gerechtelijk Wetboek en het Wetboek van Strafvordering inzake de procedure tot onttrekking van de zaak aan de rechter type wet prom. 12/03/1998 pub. 02/04/1998 numac 1998009267 bron ministerie van justitie Wet tot verbetering van de strafrechtspleging in het stadium van het opsporingsonderzoek en het gerechtelijk onderzoek sluiten2, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in het derde lid, worden de woorden "van de minister bevoegd voor Binnenlandse Zaken en mogen toegang hebben tot de informatiegegevens bedoeld in artikel 3, eerste tot derde lid" opgeheven;2° in het vierde lid, worden de woorden "de via het Rijksregister verkregen informatiegegevens" vervangen door de woorden "het Rijksregisternummer", de woorden "die informatiegegevens" door de woorden "dat nummer" en de woorden "die gegevens" door de woorden "het nummer". HOOFDSTUK 8. - Wijzigingen van het Wetboek van de Belgische nationaliteit

Art. 45.In artikel 10 van het Wetboek van de Belgische nationaliteit, gewijzigd bij de wet van 27 december 2006Relevante gevonden documenten type wet prom. 22/12/1998 pub. 15/01/1999 numac 1998003665 bron ministerie van financien Wet houdende fiscale en andere bepalingen sluiten1, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° het eerste en tweede lid zullen paragraaf 1 vormen;2° in paragraaf 1, eerste lid, worden de woorden "staatloos zou zijn, indien het die nationaliteit niet bezat" vervangen door de woorden "geen andere nationaliteit bezit";3° paragraaf 1 wordt aangevuld met een lid, luidende: "De wettelijke vertegenwoordiger van het kind zendt alle nuttige stukken waarover hij beschikt over aan de ambtenaar van de burgerlijke stand van de plaats waar het kind geboren is.In geval van twijfel over het ontbreken van nationaliteit van het kind, vraagt de ambtenaar van de burgerlijke stand het advies van de procureur des Konings. In dat geval zendt hij hem een afschrift van het dossier. Het advies wordt op korte termijn verstrekt door de procureur des Konings."; 4° het derde lid zal paragraaf 2 vormen;5° het vierde lid zal paragraaf 3 vormen.

Art. 46.In artikel 24bis van hetzelfde Wetboek, ingevoegd bij de wet van 22 december 1998Relevante gevonden documenten type wet prom. 22/12/1998 pub. 15/01/1999 numac 1998003665 bron ministerie van financien Wet houdende fiscale en andere bepalingen sluiten, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° de woorden "De minister van Justitie legt de richtlijnen vast" worden vervangen door de woorden "Het College van procureurs-generaal kan de richtlijnen vastleggen";2° de woorden "nadat hij het advies heeft ingewonnen van het College van procureurs-generaal" worden opgeheven.

Art. 47.In hetzelfde Wetboek wordt een hoofdstuk Vter ingevoegd, luidende "Adviesbevoegdheid van de Federale Overheidsdienst Justitie".

Art. 48.In hoofdstuk Vter, ingevoegd bij artikel 47, wordt een artikel 24ter ingevoegd, luidende: "

Art. 24ter.§ 1. Een Centrale Autoriteit inzake nationaliteit wordt opgericht binnen de Federale Overheidsdienst Justitie.

Behalve in de materies of in de gevallen waar dit Wetboek of de wet bevoegdheden toekent aan de procureur des Konings, verleent de Centrale Autoriteit inzake nationaliteit niet-bindende adviezen, op vraag van de ambtenaar van de burgerlijke stand of de houder van het bevolkings-, vreemdelingen- of wachtregister, in geval van ernstige twijfel omtrent de wijze van toepassing van een of meer bepalingen van dit Wetboek. § 2. De ambtenaar van de burgerlijke stand of de houder van het bevolkings-, vreemdelingen- of wachtregister zendt zijn adviesaanvraag over aan de Centrale Autoriteit inzake nationaliteit, samen met de stukken waarover hij beschikt.

De Centrale Autoriteit inzake nationaliteit kan, indien nodig, bijkomende documenten of akten opvragen bij de ambtenaar van de burgerlijke stand of de houder van het bevolkings-, vreemdelingen- of wachtregister die het advies heeft gevraagd. Deze laatste zendt ze onmiddellijk over aan de Centrale Autoriteit inzake nationaliteit. § 3. De Centrale Autoriteit inzake nationaliteit verleent advies binnen een termijn van zes maanden vanaf de ontvangst van alle benodigde stukken, verlengbaar met zes maanden door de Centrale Autoriteit inzake nationaliteit. § 4. De Centrale Autoriteit inzake nationaliteit brengt het advies ter kennis van de ambtenaar van de burgerlijke stand of de houder van het bevolkings-, vreemdelingen- of wachtregister die het advies heeft gevraagd.". HOOFDSTUK 9. - Wijzigingen van de wet van 7 mei 1999Relevante gevonden documenten type wet prom. 07/05/1999 pub. 30/12/1999 numac 1999010222 bron ministerie van justitie Wet op de kansspelen, de kansspelinrichtingen en de bescherming van de spelers type wet prom. 07/05/1999 pub. 30/07/1999 numac 1999009724 bron ministerie van justitie Wet tot wijziging, wat het tuchtrecht voor de leden van de Rechterlijke Orde betreft, van het Gerechtelijk Wetboek sluiten op de kansspelen, de weddenschappen, de kansspelinrichtingen en de bescherming van de spelers

Art. 49.In artikel 15/3 van de wet van 7 mei 1999Relevante gevonden documenten type wet prom. 07/05/1999 pub. 30/12/1999 numac 1999010222 bron ministerie van justitie Wet op de kansspelen, de kansspelinrichtingen en de bescherming van de spelers type wet prom. 07/05/1999 pub. 30/07/1999 numac 1999009724 bron ministerie van justitie Wet tot wijziging, wat het tuchtrecht voor de leden van de Rechterlijke Orde betreft, van het Gerechtelijk Wetboek sluiten op de kansspelen, de weddenschappen, de kansspelinrichtingen en de bescherming van de spelers, ingevoegd bij de wet van 10 januari 2010Relevante gevonden documenten type wet prom. 22/12/1998 pub. 15/01/1999 numac 1998003665 bron ministerie van financien Wet houdende fiscale en andere bepalingen sluiten4, gewijzigd bij de wet van 7 mei 2019Relevante gevonden documenten type wet prom. 12/03/1998 pub. 02/04/1998 numac 1998009266 bron ministerie van justitie Wet tot wijziging van het Gerechtelijk Wetboek en het Wetboek van Strafvordering inzake de procedure tot onttrekking van de zaak aan de rechter type wet prom. 12/03/1998 pub. 02/04/1998 numac 1998009267 bron ministerie van justitie Wet tot verbetering van de strafrechtspleging in het stadium van het opsporingsonderzoek en het gerechtelijk onderzoek sluiten0 en gedeeltelijk vernietigd bij het arrest nr. 36/2021 van het Grondwettelijk Hof, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in paragraaf 1 worden de woorden "60, 62" vervangen door de woorden "60, de bepalingen genomen in uitvoering van artikel 61, tweede lid, en de bepalingen van artikel 62";2° het artikel wordt aangevuld met een paragraaf 6, luidende: " § 6.De Commissie kan ermee instemmen de tenuitvoerlegging van de beslissing tot het opleggen van een administratieve boete geheel of gedeeltelijk uit te stellen op voorwaarde dat de overtreder in de drie jaar voorafgaand aan de inbreuk geen andere administratieve of strafrechtelijke boetes voor inbreuken op deze wet heeft ontvangen.

De beslissing waarbij het uitstel wordt toegestaan of geweigerd moet met redenen omkleed zijn.

Het uitstel geldt voor een proeftijd van drie jaar. De proeftijd begint te lopen vanaf de datum van kennisgeving van de beslissing tot het opleggen van een administratieve geldboete.

Het uitstel wordt automatisch herroepen wanneer tijdens de proeftijd een nieuwe inbreuk wordt begaan die aanleiding geeft tot een beslissing tot het opleggen van een nieuwe administratieve of strafrechtelijke geldboete.

Van de herroeping van het uitstel wordt kennisgegeven bij dezelfde beslissing als die waarbij de administratieve geldboete voor deze nieuwe inbreuk wordt opgelegd.

De administratieve geldboete waarvan de betaling afdwingbaar wordt na de herroeping van het uitstel wordt gecumuleerd met de geldboete die voor deze nieuwe inbreuk wordt opgelegd.".

Art. 50.In artikel 52, tweede lid, tweede streepje, van dezelfde wet, gewijzigd bij de wetten van 10 januari 2010 en 26 december 2015, worden de woorden "in het raam van de wet van 20 juli 1990Relevante gevonden documenten type wet prom. 22/12/1998 pub. 15/01/1999 numac 1998003665 bron ministerie van financien Wet houdende fiscale en andere bepalingen sluiten3 betreffende de accreditatie van instellingen voor de conformiteitsbeoordeling of geaccrediteerd is in een andere lidstaat van de Europese Gemeenschappen of in een ander land dat partij is bij de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte" vervangen door de woorden "in het raam van titel 2 van boek VIII van het Wetboek van economisch recht".

Art. 51.In artikel 58, tweede lid, van dezelfde wet, gewijzigd bij de wet van 10 januari 2010Relevante gevonden documenten type wet prom. 22/12/1998 pub. 15/01/1999 numac 1998003665 bron ministerie van financien Wet houdende fiscale en andere bepalingen sluiten4, worden de woorden "10 000 euro" vervangen door de woorden "3 000 euro".

Art. 52.Artikel 62/1 van dezelfde wet, ingevoegd bij de wet van 7 mei 2019Relevante gevonden documenten type wet prom. 12/03/1998 pub. 02/04/1998 numac 1998009266 bron ministerie van justitie Wet tot wijziging van het Gerechtelijk Wetboek en het Wetboek van Strafvordering inzake de procedure tot onttrekking van de zaak aan de rechter type wet prom. 12/03/1998 pub. 02/04/1998 numac 1998009267 bron ministerie van justitie Wet tot verbetering van de strafrechtspleging in het stadium van het opsporingsonderzoek en het gerechtelijk onderzoek sluiten0, wordt opgeheven.

Art. 53.In artikel 64 van dezelfde wet, gewijzigd bij de wetten van 26 juni 2000, 10 januari 2010 en 7 mei 2019, worden de woorden "60 en 62" vervangen door de woorden "60, de bepalingen genomen in uitvoering van artikel 61, tweede lid, en de bepalingen van artikel 62". HOOFDSTUK 1 0. - Wijzigingen van de wet van 29 maart 2004Relevante gevonden documenten type wet prom. 29/03/2004 pub. 01/04/2004 numac 2004009246 bron federale overheidsdienst justitie Wet betreffende de samenwerking met het Internationaal Strafgerechtshof en de internationale straftribunalen sluiten betreffende de samenwerking met het Internationaal Strafhof en de internationale straftribunalen

Art. 54.In de Franse tekst van artikel 43, eerste streepje, van de wet van 29 maart 2004Relevante gevonden documenten type wet prom. 29/03/2004 pub. 01/04/2004 numac 2004009246 bron federale overheidsdienst justitie Wet betreffende de samenwerking met het Internationaal Strafgerechtshof en de internationale straftribunalen sluiten betreffende de samenwerking met het Internationaal Strafhof en de internationale straftribunalen, gewijzigd bij de wet van 26 maart 2014, worden de woorden "chargé d'" vervangen door de woorden "appelé à".

Art. 55.In dezelfde wet wordt het opschrift van titel VIquater, ingevoegd bij de wet van 5 mei 2019Relevante gevonden documenten type wet prom. 12/03/1998 pub. 02/04/1998 numac 1998009266 bron ministerie van justitie Wet tot wijziging van het Gerechtelijk Wetboek en het Wetboek van Strafvordering inzake de procedure tot onttrekking van de zaak aan de rechter type wet prom. 12/03/1998 pub. 02/04/1998 numac 1998009267 bron ministerie van justitie Wet tot verbetering van de strafrechtspleging in het stadium van het opsporingsonderzoek en het gerechtelijk onderzoek sluiten2, vervangen als volgt: "Samenwerking met de internationale Onderzoeksmechanismen".

Art. 56.In artikel 91 van dezelfde wet, ingevoegd bij de wet van 5 mei 2019Relevante gevonden documenten type wet prom. 12/03/1998 pub. 02/04/1998 numac 1998009266 bron ministerie van justitie Wet tot wijziging van het Gerechtelijk Wetboek en het Wetboek van Strafvordering inzake de procedure tot onttrekking van de zaak aan de rechter type wet prom. 12/03/1998 pub. 02/04/1998 numac 1998009267 bron ministerie van justitie Wet tot verbetering van de strafrechtspleging in het stadium van het opsporingsonderzoek en het gerechtelijk onderzoek sluiten2, worden de eerste twee streepjes vervangen als volgt: "- "Mechanismen": de internationale Onderzoeks-mechanismen ingesteld door de Verenigde Naties, of door een andere internationale organisatie waarvan België lid is, en die het mandaat hebben om straffeloosheid voor oorlogsmisdaden, misdaden tegen de mensheid, misdaden van genocide of enig ander internationaal misdrijf te bestrijden door de uitoefening van bepaalde functies van gerechtelijke aard; - "Statuut": het mandaat van het Mechanisme, zoals nader omschreven in de relevante instrumenten die zijn aangenomen door de Verenigde Naties of door de bevoegde internationale organisatie waarvan België lid is;". HOOFDSTUK 1 1. - Wijziging van de wet van 8 juni 2006Relevante gevonden documenten type wet prom. 22/12/1998 pub. 15/01/1999 numac 1998003665 bron ministerie van financien Wet houdende fiscale en andere bepalingen sluiten0 houdende regeling van economische en individuele activiteiten met wapens

Art. 57.In artikel 19,1° van de wet van 8 juni 2006Relevante gevonden documenten type wet prom. 22/12/1998 pub. 15/01/1999 numac 1998003665 bron ministerie van financien Wet houdende fiscale en andere bepalingen sluiten0 houdende regeling van economische en individuele activiteiten met wapens, vervangen bij de wet van 25 juli 2008 en gewijzigd bij de wet van 5 mei 2019Relevante gevonden documenten type wet prom. 12/03/1998 pub. 02/04/1998 numac 1998009266 bron ministerie van justitie Wet tot wijziging van het Gerechtelijk Wetboek en het Wetboek van Strafvordering inzake de procedure tot onttrekking van de zaak aan de rechter type wet prom. 12/03/1998 pub. 02/04/1998 numac 1998009267 bron ministerie van justitie Wet tot verbetering van de strafrechtspleging in het stadium van het opsporingsonderzoek en het gerechtelijk onderzoek sluiten2, worden de woorden "wapens per postorder of via internet te verkopen of te koop aan te bieden aan particulieren" vervangen door de woorden "wapens alsook losse onderdelen die aan de wettelijk voorgeschreven proef zijn onderworpen per postorder of via het internet te kopen of te verkopen, te koop aan te bieden of over te dragen aan particulieren". HOOFDSTUK 1 2. - Wijzigingen van de wet van 18 oktober 2017Relevante gevonden documenten type wet prom. 22/12/1998 pub. 15/01/1999 numac 1998003665 bron ministerie van financien Wet houdende fiscale en andere bepalingen sluiten7 betreffende het onrechtmatig binnendringen in, bezetten van of verblijven in andermans goed

Art. 58.In de wet van 18 oktober 2017Relevante gevonden documenten type wet prom. 22/12/1998 pub. 15/01/1999 numac 1998003665 bron ministerie van financien Wet houdende fiscale en andere bepalingen sluiten7 betreffende het onrechtmatig binnendringen in, bezetten van of verblijven in andermans goed, wordt in de plaats van artikel 12, vernietigd bij arrest nr. 39/2020 van het Grondwettelijk Hof, het als volgt luidende artikel 12 ingevoegd: "

Art. 12.§ 1. In de gevallen bedoeld in artikel 442/1, § 1, van het Strafwetboek kan de procureur des Konings, op verzoek van de houder van een titel of een recht op het betrokken goed, na machtiging door de onderzoeksrechter, de ontruiming van het betrokken goed bevelen, ten aanzien van de in het goed aangetroffen personen.

De procureur des Konings richt een met redenen omkleed verzoek aan de onderzoeksrechter dat minstens de volgende gegevens bevat: 1° een omschrijving van de plaats waarop de maatregel betrekking heeft en de vermelding van het adres van het goed dat het voorwerp van het bevel uitmaakt;2° alle documenten en inlichtingen waaruit blijkt dat het gebruik van dit middel nodig is;3° de identiteit van de bezetters van het betrokken goed voor zover die kan worden achterhaald. Hij vermeldt in zijn verzoek de omstandigheden die het bevel tot ontruiming zouden rechtvaardigen.

De onderzoeksrechter beslist binnen een termijn van maximum tweeënzeventig uur na de ontvangst van het verzoek. De onderzoeksrechter kan het verzoek afwijzen indien het kennelijk ongegrond is. De onderzoeksrechter beoordeelt minstens de wettigheid en de proportionaliteit van de machtiging ten aanzien van de feiten.

Hij hoort de personen, die zich in het goed bevinden en tegen wie een bevel tot ontruiming wordt beoogd, tenzij dit wegens de concrete omstandigheden van de zaak niet mogelijk is. De beslissing van de onderzoeksrechter is met redenen omkleed. Tegen deze beslissing staat geen rechtsmiddel open.

Indien de onderzoeksrechter de machtiging verleent, vaardigt de procureur des Konings het bevel tot ontruiming uit, dat met redenen wordt omkleed en met eerbiediging van het vermoeden van onschuld wordt genomen. Het bevel houdt de ontruiming in binnen een termijn van acht dagen vanaf het ogenblik van de kennisgeving bedoeld in paragraaf 2, tweede lid, aan de in het goed aangetroffen personen.

Een proces-verbaal van kennisgeving, bestaand uit een afschrift van het bevel en de datum en het uur van de kennisgeving, wordt opgesteld en in het dossier gevoegd. § 2. Het bevel van de procureur des Konings wordt op schrift gesteld en bevat inzonderheid: 1° een omschrijving van de plaats waarop de maatregel betrekking heeft en de vermelding van het adres van het goed dat het voorwerp van het bevel uitmaakt;2° de feiten en omstandigheden die aanleiding gegeven hebben tot het bevel;3° de naam, voornamen en woonplaats van de verzoeker met aanduiding van het recht of de titel op het betrokken goed waarop hij zich beroept;4° de termijn bedoeld in paragraaf 1, vijfde lid;5° de sancties die de niet-naleving van dit bevel tot ontruiming tot gevolg kunnen hebben, inzonderheid deze bedoeld in artikel 442/1, § 2, van het Strafwetboek;6° de beroepsmogelijkheid en de termijn waarbinnen dat beroep moet worden ingediend. Dit bevel wordt op een zichtbare plaats aangeplakt aan het betrokken goed. Een afschrift van het bevel wordt ter kennisgeving overhandigd aan de personen die zich op het moment van de aanplakking in het betrokken goed bevinden. Een afschrift van het bevel wordt via het meest geschikte communicatiemiddel meegedeeld aan de korpschef van de lokale politie van de politiezone waarbinnen het goed waarop het bevel betrekking heeft, gelegen is, alsook aan de houder van het recht of de titel op het betrokken goed en aan het bevoegde Openbaar Centrum voor Maatschappelijk Welzijn.

De procureur des Konings staat in voor de tenuitvoerlegging van het bevel tot ontruiming. § 3. Elke persoon die van oordeel is dat zijn rechten geschaad worden door het bevel van de procureur des Konings kan beroep instellen tegen het bevel bij een met redenen omkleed verzoekschrift op tegenspraak neergelegd ter griffie van het vredegerecht van het kanton waarin het betrokken goed gelegen is binnen een termijn van acht dagen te rekenen vanaf de kennisgeving van het bevel door zichtbare aanplakking aan het te ontruimen goed of door de overhandiging van het afschrift, zulks op straffe van verval. Het beroep heeft schorsende werking. Het bevel van de procureur des Konings kan niet ten uitvoer worden gelegd zolang de termijn waarbinnen beroep kan worden ingesteld loopt.

Dit beroep wordt niet geschorst gedurende een strafvordering die geheel of gedeeltelijk op dezelfde feiten is gegrond. § 4. Binnen vierentwintig uur na de neerlegging van het verzoekschrift bepaalt de vrederechter de dag en het uur van de zitting waarop de zaak kan worden behandeld. De zitting vindt plaats binnen tien dagen na de neerlegging van het verzoekschrift. In afwijking van artikel 1344octies van het Gerechtelijk Wetboek is geen getuigschrift van woonplaats vereist voor de neerlegging van het verzoekschrift.

Bij gerechtsbrief geeft de griffier onverwijld kennis aan de persoon die beroep instelt tegen het bevel alsook aan de houder van het recht of de titel op het goed van de plaats, de dag en het uur van de zitting. Hij deelt eveneens de dag en het uur van de zitting mee aan de procureur des Konings die het bevel tot ontruiming heeft gegeven.

Bij de gerechtsbrief wordt een afschrift van het verzoekschrift gevoegd.

De vrederechter doet uitspraak na de aanwezige partijen te hebben opgeroepen, ten einde hen te horen, alsook te hebben geprobeerd hen te verzoenen. Behoudens andersluidende bepaling verloopt de procedure zoals bepaald in artikel 1344octies van het Gerechtelijk Wetboek. De vrederechter doet uitspraak over de gegrondheid van het bevel tot ontruiming en het recht of de titel waarop men zich beroept. In de uitzonderlijke, ernstige omstandigheden onder meer bedoeld in artikel 1344decies, eerste lid, van het Gerechtelijk Wetboek, kan de vrederechter bij een met redenen omklede beslissing een langere termijn bepalen dan die waarin het bevel van de procureur des Konings voorziet. Wanneer de titel of het recht toebehoort aan een natuurlijke persoon of een privaatrechtelijke rechtspersoon, mag deze termijn niet meer dan één maand bedragen. Wanneer de titel of het recht toebehoort aan een publiekrechtelijke rechtspersoon, mag deze termijn niet meer dan zes maanden bedragen.

De vrederechter spreekt zich binnen een termijn van tien dagen volgend op de zitting uit.

Tegen de beslissing van de vrederechter staat geen rechtsmiddel open.". HOOFDSTUK 1 3. - Wijzigingen van de wet van 23 maart 2019Relevante gevonden documenten type wet prom. 22/12/1998 pub. 15/01/1999 numac 1998003665 bron ministerie van financien Wet houdende fiscale en andere bepalingen sluiten9 betreffende de organisatie van de penitentiaire diensten en van het statuut van het penitentiair personeel

Art. 59.In artikel 5 van de wet van 23 maart 2019Relevante gevonden documenten type wet prom. 22/12/1998 pub. 15/01/1999 numac 1998003665 bron ministerie van financien Wet houdende fiscale en andere bepalingen sluiten9 betreffende de organisatie van de penitentiaire diensten en van het statuut van het penitentiair personeel worden de volgende wijzingen aangebracht: 1° paragraaf 1, eerste lid, wordt vervangen als volgt: "Bij de minister wordt een penitentiaire beleidsraad opgericht."; 2° in paragraaf 2, eerste lid, worden de volgende wijzigingen aangebracht: a) de bepaling onder 3° wordt vervangen als volgt: "3° op voordracht van het College van het openbaar ministerie, een parketmagistraat per taalrol, waarvan minstens één behoort tot het openbaar ministerie bij de strafuitvoeringsrechtbank;"; b) de bepaling onder 4° wordt vervangen als volgt: "4° op voordracht van het College van de hoven en rechtbanken, een magistraat van de zetel per taalrol, waarvan minstens één behoort tot de strafuitvoeringsrechtbank;"; c) de bepaling onder 5° wordt vervangen als volgt: "5° op respectievelijke voordracht van de Orde van Vlaamse Balies en de Ordre des barreaux francophones et germanophone, een advocaat per taalrol;"; d) de bepaling onder 6° wordt vervangen als volgt: "6° op respectievelijke voordracht van de Raad van rectoren van de Franstalige universiteiten en de Vlaamse Interuniversitaire Raad, een vertegenwoordiger per taalrol van de academische wereld;"; e) de bepaling onder 8° wordt vervangen als volgt: "8° op respectievelijke voordracht van de ministers van de gefedereerde entiteiten, bevoegd inzake de hulp- en dienstverlening aan de gedetineerden, een vertegenwoordiger per gefedereerde entiteit."; f) het lid wordt aangevuld met een bepaling onder 9°, luidende: "9° een vertegenwoordiger aangewezen door de minister van Justitie." 3° in paragraaf 2 wordt het tweede lid opgeheven;4° in paragraaf 2 wordt het derde lid vervangen als volgt: "De leden worden benoemd middels een koninklijk besluit voor een duur van vier jaar.Hun mandaat kan worden hernieuwd.".

Art. 60.Artikel 8 van dezelfde wet wordt vervangen als volgt: "

Art. 8.De Koning bepaalt de nadere regels voor de indiening van de kandidaturen en voor de benoeming van de leden van de penitentiaire beleidsraad.

De Koning bepaalt de regels inzake de werking van de penitentiaire beleidsraad alsmede de regels met betrekking tot de vergoedingen en de onkosten die van toepassing zijn op de leden van de penitentiaire beleidsraad.". HOOFDSTUK 1 4. - Bekrachtiging van een koninklijk besluit inzake kansspelen

Art. 61.Het koninklijk besluit van 27 januari 2022Relevante gevonden documenten type wet prom. 12/03/1998 pub. 02/04/1998 numac 1998009266 bron ministerie van justitie Wet tot wijziging van het Gerechtelijk Wetboek en het Wetboek van Strafvordering inzake de procedure tot onttrekking van de zaak aan de rechter type wet prom. 12/03/1998 pub. 02/04/1998 numac 1998009267 bron ministerie van justitie Wet tot verbetering van de strafrechtspleging in het stadium van het opsporingsonderzoek en het gerechtelijk onderzoek sluiten8 betreffende de bijdrage in de werkings-, personeels- en oprichtingskosten van de Kansspelcommissie verschuldigd door de houders van de vergunningen klasse A, A+, B, B+, C, E, F1, F1+, F2, G1 en G2 voor het burgerlijk jaar 2022 wordt bekrachtigd met uitwerking op de dag van zijn inwerkingtreding. HOOFDSTUK 1 5. - Wijzigingen van de wet van 30 juli 2022Relevante gevonden documenten type wet prom. 12/03/1998 pub. 02/04/1998 numac 1998009266 bron ministerie van justitie Wet tot wijziging van het Gerechtelijk Wetboek en het Wetboek van Strafvordering inzake de procedure tot onttrekking van de zaak aan de rechter type wet prom. 12/03/1998 pub. 02/04/1998 numac 1998009267 bron ministerie van justitie Wet tot verbetering van de strafrechtspleging in het stadium van het opsporingsonderzoek en het gerechtelijk onderzoek sluiten5 om justitie menselijker, sneller en straffer te maken II

Art. 62.In artikel 20 van de wet van 30 juli 2022Relevante gevonden documenten type wet prom. 12/03/1998 pub. 02/04/1998 numac 1998009266 bron ministerie van justitie Wet tot wijziging van het Gerechtelijk Wetboek en het Wetboek van Strafvordering inzake de procedure tot onttrekking van de zaak aan de rechter type wet prom. 12/03/1998 pub. 02/04/1998 numac 1998009267 bron ministerie van justitie Wet tot verbetering van de strafrechtspleging in het stadium van het opsporingsonderzoek en het gerechtelijk onderzoek sluiten5 om justitie menselijker, sneller en straffer te maken II worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° artikel 4.59 van het Burgerlijk Wetboek wordt aangevuld met een opschrift, luidende "Akten of attesten van erfopvolging"; 2° in artikel 4.59, § 1, van hetzelfde Wetboek wordt in het eerste lid het woord "Al" vervangen door de woorden "Zonder afbreuk te doen aan de andere bewijsmiddelen, kan al", wordt het woord "kan" opgeheven en worden in het tweede lid de woorden "De langstlevende echtgenoot kan" vervangen door de woorden "Zonder afbreuk te doen aan de andere bewijsmiddelen, kan de langstlevende echtgenoot".

Art. 63.Artikel 36 van dezelfde wet wordt vervangen als volgt: "

Art. 36.In artikel 43, § 1, eerste lid, van hetzelfde Wetboek, gewijzigd bij de wetten van 23 april 2020 en 19 januari 2022, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° de woorden "legatarissen of de begunstigden" worden vervangen door de woorden "legatarissen, de begunstigden"; 2° de woorden "of de langstlevende echtgenoot bedoeld in artikel 4.59, § 1, tweede lid, van het Burgerlijk Wetboek" worden ingevoegd tussen de woorden "contractuele erfstelling" en de woorden "verschuldigd zijn"; 3° het cijfer "4.59" wordt vervangen door de woorden "4.59, § 4, derde lid,"; 4° de woorden "attest, of de begunstigden" worden vervangen door de woorden "attest, de begunstigden"; 5° de woorden "of de langstlevende echtgenoot bedoeld in artikel 4.59, § 1, tweede lid, van het Burgerlijk Wetboek" worden ingevoegd tussen de woorden "contractuele erfstelling" en de woorden ", verschuldigde sommen".".

Art. 64.In dezelfde wet wordt een artikel 36/1 ingevoegd, luidende: "

Art. 36/1.In artikel 43, § 5, van hetzelfde Wetboek, gewijzigd bij de wet van 20 december 2021Relevante gevonden documenten type wet prom. 12/03/1998 pub. 02/04/1998 numac 1998009266 bron ministerie van justitie Wet tot wijziging van het Gerechtelijk Wetboek en het Wetboek van Strafvordering inzake de procedure tot onttrekking van de zaak aan de rechter type wet prom. 12/03/1998 pub. 02/04/1998 numac 1998009267 bron ministerie van justitie Wet tot verbetering van de strafrechtspleging in het stadium van het opsporingsonderzoek en het gerechtelijk onderzoek sluiten4, wordt het eerste lid vervangen als volgt: "Het bericht vermeldt de identiteit van de erflater, van zijn erfgenamen of legatarissen, van de eventuele begunstigde van een contractuele erfstelling of van de langstlevende echtgenoot bedoeld in artikel 4.59, § 1, tweede lid, van het Burgerlijk Wetboek.".

Art. 65.In artikel 38 van dezelfde wet worden de bepalingen onder 2° /1, 2° /2 en 2° /3 ingevoegd, luidende: "2° /1 in het tweede lid, in de inleidende zin, worden de woorden "contractuele erfstelling of" vervangen door de woorden "contractuele erfstelling, de langstlevende echtgenoot bedoeld in artikel 4.59, § 1, tweede lid, van het Burgerlijk Wetboek of"; 2° /2 in het tweede lid, a), worden de woorden "legataris of de begunstigde van een contractuele erfstelling" vervangen door de woorden "legataris, de begunstigde van een contractuele erfstelling of de langstlevende echtgenoot bedoeld in artikel 4.59, § 1, tweede lid, van het Burgerlijk Wetboek"; 2° /3 in het tweede lid, b), worden de woorden "contractuele erfstelling of" vervangen door de woorden "contractuele erfstelling, de langstlevende echtgenoot bedoeld in artikel 4.59, § 1, tweede lid, van het Burgerlijk Wetboek of".

Art. 66.Artikel 55 van dezelfde wet wordt vervangen als volgt: "

Art. 55.In artikel 157, § 1, eerste lid, van de programmawet (I) van 29 maart 2012, vervangen bij de wet van 23 april 2020Relevante gevonden documenten type wet prom. 12/03/1998 pub. 02/04/1998 numac 1998009266 bron ministerie van justitie Wet tot wijziging van het Gerechtelijk Wetboek en het Wetboek van Strafvordering inzake de procedure tot onttrekking van de zaak aan de rechter type wet prom. 12/03/1998 pub. 02/04/1998 numac 1998009267 bron ministerie van justitie Wet tot verbetering van de strafrechtspleging in het stadium van het opsporingsonderzoek en het gerechtelijk onderzoek sluiten3 en gewijzigd bij de wet van 19 januari 2022, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° de woorden "legatarissen, of de begunstigden" worden vervangen door de woorden "legatarissen, de begunstigden"; 2° de woorden "of de langstlevende echtgenoot bedoeld in artikel 4.59, § 1, tweede lid, van het Burgerlijk Wetboek" worden ingevoegd tussen de woorden "contractuele erfstelling" en de woorden ", zijn de notarissen"; 3° het cijfer "4.59" wordt vervangen door de woorden "4.59, § 4, derde lid,"; 4° de woorden "attest, of de begunstigden" worden vervangen door de woorden "attest, de begunstigden"; 5° de woorden "of de langstlevende echtgenoot bedoeld in artikel 4.59, § 1, tweede lid, van het Burgerlijk Wetboek" worden ingevoegd tussen de woorden "contractuele erfstelling" en de woorden ", mits die schulden".

Art. 67.In dezelfde wet wordt een artikel 55/1 ingevoegd, luidende: "

Art. 55/1.In artikel 157, § 5, van dezelfde wet, vervangen bij de wet van 23 april 2020Relevante gevonden documenten type wet prom. 12/03/1998 pub. 02/04/1998 numac 1998009266 bron ministerie van justitie Wet tot wijziging van het Gerechtelijk Wetboek en het Wetboek van Strafvordering inzake de procedure tot onttrekking van de zaak aan de rechter type wet prom. 12/03/1998 pub. 02/04/1998 numac 1998009267 bron ministerie van justitie Wet tot verbetering van de strafrechtspleging in het stadium van het opsporingsonderzoek en het gerechtelijk onderzoek sluiten3, wordt het eerste lid vervangen als volgt: "Het bericht vermeldt de identiteit van de erflater, van zijn erfgenamen of legatarissen, van de eventuele begunstigde van een contractuele erfstelling of van de langstlevende echtgenoot bedoeld in artikel 4.59, § 1, tweede lid, van het Burgerlijk Wetboek.".

Art. 68.In artikel 58 van dezelfde wet worden de volgende wijzigingen aangebracht: a) de bepalingen onder 1° /1 en 1° /2 worden ingevoegd, luidende: "1° /1 in paragraaf 2 worden de woorden "legataris of een begunstigde" vervangen door de woorden "legataris, een begunstigde"; 1° /2 in paragraaf 2 worden de woorden ", aan de langstlevende echtgenoot bedoeld in artikel 4.59, § 1, tweede lid, van het Burgerlijk Wetboek" ingevoegd tussen de woorden "contractuele erfstelling" en de woorden "of aan een gerechtsmandataris";"; b) de bepalingen onder 2° /1, 2° /2 en 2° /3 worden ingevoegd, luidende: "2° /1 in paragraaf 2, a), worden de woorden "legataris of de begunstigde" vervangen door de woorden "legataris, de begunstigde"; 2° /2 in paragraaf 2, a), worden de woorden "of de langstlevende echtgenoot bedoeld in artikel 4.59, § 1, tweede lid, van het Burgerlijk Wetboek" ingevoegd tussen de woorden "contractuele erfstelling" en de woorden "bestaande schulden"; 2° /3 in paragraaf 2, b), worden de woorden ", de langstlevende echtgenoot als bedoeld in artikel 4.59, § 1, tweede lid, van het Burgerlijk Wetboek" ingevoegd tussen de woorden "contractuele erfstelling" en de woorden "of de gerechtsmandataris";".

Art. 69.In artikel 61 van dezelfde wet worden de volgende wijzigingen aangebracht: a) de bepalingen onder 1° /1, 1° /2 en 1° /3 worden ingevoegd, luidende: "1° /1 in paragraaf 1, in de inleidende zin, worden de woorden "het attest, of door de" vervangen door de woorden "het attest, door de"; 1° /2 in paragraaf 1 worden de woorden "of de langstlevende echtgenoot bedoeld in artikel 4.59, § 1, tweede lid, van het Burgerlijk Wetboek" ingevoegd tussen de woorden "contractuele erfstelling" en de woorden ", indien zij"; 1° /3 in paragraaf 4 wordt de eerste zin aangevuld met de woorden "of de langstlevende echtgenoot bedoeld in artikel 4.59, § 1, tweede lid, van het Burgerlijk Wetboek";"; b) de bepalingen onder 4° /1 tot en met 4° /5 worden ingevoegd, luidende: "4° /1 in paragraaf 7, tweede lid, in de inleidende zin, worden de woorden "of de langstlevende echtgenoot bedoeld in artikel 4.59, § 1, tweede lid, van het Burgerlijk Wetboek" ingevoegd tussen de woorden "contractuele erfstelling" en de woorden ", indien deze"; 4° /2 in paragraaf 7, tweede lid, 1°, worden de woorden "legataris of begunstigde" vervangen door de woorden "legataris, begunstigde"; 4° /3 in paragraaf 7, tweede lid, 1°, worden de woorden "of langstlevende echtgenoot bedoeld in artikel 4.59, § 1, tweede lid, van het Burgerlijk Wetboek" ingevoegd tussen de woorden "contractuele erfstelling" en de woorden "bestaande schulden"; 4° /4 in paragraaf 7, tweede lid, 2°, worden de woorden "legataris of de begunstigde" vervangen door de woorden "legataris, de begunstigde"; 4° /5 in paragraaf 7, tweede lid, 2°, worden de woorden "of de langstlevende echtgenoot bedoeld in artikel 4.59, § 1, tweede lid, van het Burgerlijk Wetboek" ingevoegd tussen de woorden "contractuele erfstelling" en de woorden "na de betaling";".

Art. 70.In artikel 62 van dezelfde wet worden de volgende wijzigingen aangebracht: a) de bepalingen onder 1° /1 tot en met 1° /4 worden ingevoegd, luidende: "1° /1 in paragraaf 1, eerste lid, worden de woorden "het attest, of van de begunstigden" vervangen door de woorden "het attest, van de begunstigden"; 1° /2 in paragraaf 1, eerste lid, worden de woorden "of van de langstlevende echtgenoot bedoeld in artikel 4.59, § 1, tweede lid, van het Burgerlijk Wetboek" ingevoegd tussen de woorden "heeft ingestemd" en de woorden ", indien zij"; 1° /3 in paragraaf 1, wordt het vijfde lid aangevuld met de woorden "of de langstlevende echtgenoot bedoeld in artikel 4.59, § 1, tweede lid, van het Burgerlijk Wetboek";"; 1° /4 in de inleidende zin van de Franse tekst, worden de woorden "du 27 juin 1967" vervangen door de woorden "du 27 juillet 1967";"; b) de bepalingen onder 4° /1 en 4° /2 worden ingevoegd, luidende: "4° /1 in paragraaf 4, tweede lid, in de inleidende zin, worden de woorden "legataris of de begunstigde" vervangen door de woorden "legataris, de begunstigde"; 4° /2 in paragraaf 4, tweede lid, in de inleidende zin, worden de woorden "of de langstlevende echtgenoot bedoeld in artikel 4.59, § 1, tweede lid, van het Burgerlijk Wetboek" ingevoegd tussen de woorden "contractuele erfstelling" en de woorden "die de akte";"; c) de bepalingen onder 5° /1 tot en met 5° /4 worden ingevoegd, luidende: "5° /1 in paragraaf 4, tweede lid, 1°, worden de woorden "legataris of de begunstigde" vervangen door de woorden "legataris, de begunstigde"; 5° /2 in paragraaf 4, tweede lid, 1°, worden de woorden "of de langstlevende echtgenoot bedoeld in artikel 4.59, § 1, tweede lid, van het Burgerlijk Wetboek" ingevoegd tussen de woorden "contractuele erfstelling" en de woorden "bestaande schulden"; 5° /3 in paragraaf 4, tweede lid, 2°, worden de woorden "legataris of de begunstigde" vervangen door de woorden "legataris, de begunstigde"; 5° /4 in paragraaf 4, tweede lid, 2°, worden de woorden "of de langstlevende echtgenoot bedoeld in artikel 4.59, § 1, tweede lid, van het Burgerlijk Wetboek" ingevoegd tussen de woorden "contractuele erfstelling" en de woorden "na betaling";".

Art. 71.Artikel 70 van dezelfde wet wordt vervangen als volgt: "

Art. 70.Hoofdstuk 6 van deze wet treedt in werking op 1 november 2022 met uitzondering van: 1° de artikelen 24 en 29 die in werking treden op de dag van de bekendmaking van deze wet in het Belgisch Staatsblad;2° de artikelen 19, 20, 21, 22, 23 en 25 die in werking treden op de door de Koning bepaalde datum en uiterlijk op 1 april 2023. De hoofdstukken 9, 12 en 14 van deze wet treden in werking op de door de Koning bepaalde datum en uiterlijk op 1 april 2023.". HOOFDSTUK 1 6. - Overgangsbepalingen

Art. 72.De bij ministerieel besluit van 25 februari 2020Relevante gevonden documenten type wet prom. 12/03/1998 pub. 02/04/1998 numac 1998009266 bron ministerie van justitie Wet tot wijziging van het Gerechtelijk Wetboek en het Wetboek van Strafvordering inzake de procedure tot onttrekking van de zaak aan de rechter type wet prom. 12/03/1998 pub. 02/04/1998 numac 1998009267 bron ministerie van justitie Wet tot verbetering van de strafrechtspleging in het stadium van het opsporingsonderzoek en het gerechtelijk onderzoek sluiten9 benoemde assessoren van de commissie voor de tuchtregeling en de klachtenbehandeling van de Federale bemiddelingscommissie beëindigen hun mandaat op 6 maart 2024. Hun mandaten kunnen slechts eenmaal worden verlengd volgens de door de Koning bepaalde procedure.

Art. 73.De mandaten van de leden van het bureau van de Federale bemiddelingscommissie die zijn benoemd bij de ministeriële besluiten van 24 mei 2019, 15 oktober 2019, 7 december 2020 en 4 april 2022, worden verlengd tot 20 december 2023. HOOFDSTUK 1 7. - Inwerkingtreding

Art. 74.De artikelen 33 en 34 hebben uitwerking met ingang van 1 december 2022.

Hoofdstuk 15 treedt in werking op de door de Koning bepaalde datum en uiterlijk op 1 april 2023.

In afwijking van het tweede lid heeft artikel 71 uitwerking met ingang van 31 oktober 2022.

Kondigen deze wet af, bevelen dat zij met 's Lands zegel zal worden bekleed en door het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.

Gegeven te Brussel, 6 december 2022.

FILIP Van Koningswege : De Minister van Justitie, V. VAN QUICKENBORNE Met 's Lands zegel gezegeld : De Minister van Justitie, V. VAN QUICKENBORNE _______ Nota (1) Kamer van volksvertegenwoordigers (www.dekamer.be) Stukken : 55 2824 Integraal Verslag : 1 december 2022

^