gepubliceerd op 22 mei 2017
Wet houdende instemming met de Overeenkomst tussen het Koninkrijk België, vertegenwoordigd door zijn Regering, en de Staat Israël, vertegenwoordigd door zijn Regering, inzake het verrichten van betaalde werkzaamheden door gezinsleden van personeel van een diplomatieke zending of een consulaire post, gedaan te Jeruzalem op 11 november 2013 (2)(3)
26 DECEMBER 2015. - Wet houdende instemming met de Overeenkomst tussen het Koninkrijk België, vertegenwoordigd door zijn Regering, en de Staat Israël, vertegenwoordigd door zijn Regering, inzake het verrichten van betaalde werkzaamheden door gezinsleden van personeel van een diplomatieke zending of een consulaire post, gedaan te Jeruzalem op 11 november 2013 (1)(2)(3)
FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
De Kamer van Volksvertegenwoordigers heeft aangenomen en Wij bekrachtigen hetgeen volgt :
Artikel 1.Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 74 van de Grondwet.
Art. 2.De Overeenkomst tussen het Koninkrijk België, vertegenwoordigd door zijn Regering, en de Staat Israël, vertegenwoordigd door zijn Regering, inzake het verrichten van betaalde werkzaamheden door gezinsleden van personeel van een diplomatieke zending of een consulaire post, gedaan te Jeruzalem op 11 november 2013, zal volkomen gevolg hebben.
Kondigen deze wet af, bevelen dat zij met `s Lands zegel zal worden bekleed en door het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.
Gegeven te Ciergnon, 26 december 2015.
FILIP Van Koningswege : De Minister van Buitenlandse Zaken en Europese Zaken, D. REYNDERS De Minister van Werk, K. PEETERS De Minister van Binnenlandse Zaken, J. JAMBON De Minister van Justitie, K. GEENS De Minister van Sociale Zaken, M. DE BLOCK De Minister van Financiën, J. VAN OVERTVELDT De Minister van Zelfstandigen, W. BORSUS. Gezien en met's Lands Zegel gezegeld : De Minister van Justitie, K. GEENS _______ Nota's (1) Kamer van volksvertegenwoordigers (www.dekamer.be) : Stukken : 54-1304.
Integraal verslag : 26/10/2015. (2) Zie Decreet van de Vlaamse Gemeenschap/Vlaams Gewest van 22/01/2016 (Belgisch Staatsblad van 12/02/2016 ), Decreet van de Duitstalige Gemeenschap van 12/12/2016 (Belgisch Staatsblad van 06/01/2017), Decreet van het Waalse Gewest van 16/02/2017 (Belgisch Staatsblad van 24/03/2017 ), Ordonnantie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest van 08/12/2016 (Belgisch Staatsblad van 28/12/2016). (3)Datum inwerkingtreding : 01/06/2017 (art. 8)
Overeenkomst tussen het Koninkrijk België, vertegenwoordigd door zijn Regering, en de Staat Israël, vertegenwoordigd door zijn Regering, inzake het verrichten van betaalde werkzaamheden door gezinsleden van personeel van een diplomatieke zending of een consulaire post Het Koninkrijk België, vertegenwoordigd door zijn regering, en De Staat Israël, vertegenwoordigd door zijn regering, (hierna de "Partijen" genoemd);
In het besef dat de gezinsleden van een personeelslid van een diplomatieke zending of een consulaire post die deel uitmaken van zijn gezin, in het bijzonder wettelijke partners, mogelijks wensen te werken in de Staat waar het personeelslid van een diplomatieke zending of een consulaire post is aangesteld;
Geleid door de wens het verrichten van betaalde werkzaamheden door genoemde gezinsleden in de Ontvangende Staat te vergemakkelijken;
Hebben de volgende overeenkomst gesloten : ARTIKEL 1 Toestemming om betaalde werkzaamheden te verrichten 1. De gezinsleden die deel uitmaken van het gezin van een personeelslid van een diplomatieke zending of een consulaire post van de Zendstaat, dat werd aangesteld om een officiële functie te vervullen in de Ontvangende Staat, krijgen de toestemming in de Ontvangende Staat betaalde werkzaamheden te verrichten overeenkomstig de aldaar van kracht zijnde wetgeving en overeenkomstig het bepaalde in deze Overeenkomst.2. De Ontvangende Staat behoudt zich het recht voor de toestemming om betaalde werkzaamheden te verrichten, in bepaalde domeinen te weigeren, onder andere : a) indien de werkgever de Ontvangende Staat is, met inbegrip van zijn semi-autonome organen, stichtingen, staatsbedrijven en gemengde publiek-private ondernemingen;b) indien de activiteit invloed heeft op de nationale veiligheid.3. De aan gezinsleden verleende toestemming om betaalde werkzaamheden te verrichten vervalt : a) wanneer de begunstigde van de toestemming niet langer deel uitmaakt van het gezin, overeenkomstig artikel 2(2);of wanneer de officiële functie van de persoon die is aangesteld bij de diplomatieke zending of bij de beroepsconsulaire post eindigt, dan wel uiterlijk drie maanden na het einde van de aanstelling.
ARTIKEL 2 Begripsomschrijvingen Voor de toepassing van deze Overeenkomst wordt verstaan onder : 1. "Een personeelslid van een diplomatieke zending of van een consulaire post" : iedere werknemer van de Zendstaat die geen ingezetene van de Ontvangende Staat of geen vaste verblijfhouder op zijn grondgebied is en die in de Ontvangende Staat werd aangesteld in een officiële functie bij een diplomatieke zending of een consulaire post.2. "Een gezinslid" van een personeelslid van een diplomatieke zending of een consulaire post : a) de echtgeno(o)t(e), de-facto echtgeno(o)t(e), of wettelijke partner, overeenkomstig de wetgeving van de Zendstaat; de ongehuwde kinderen ten laste jonger dan 18 jaar van een diplomatiek agent of consulair ambtenaar.
ARTIKEL 3 Procedures 1. Voor het verrichten van betaalde werkzaamheden door een gezinslid in de Ontvangende Staat gelden de bepalingen van deze Overeenkomst en dient voorafgaandelijk de toestemming van de betreffende autoriteiten te worden gevraagd.Daartoe stuurt de Ambassade van de Zendstaat uit naam van het gezinslid een aanvraag naar de Dienst Protocol van het Ministerie van Buitenlandse Zaken van de Staat Israël, dan wel naar de Directie Protocol van de Federale Overheidsdienst Buitenlandse Zaken, Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking van het Koninkrijk België. In de aanvraag dienen de werkzaamheden te worden gespecifieerd en de gegevens van de potentiële werkgever te worden verschaft, en dient verder alle informatie die de bevoegde autoriteit aan de hand van de gangbare procedure en formaliteiten vraagt, te worden vermeld.
Nadat de bevoegde autoriteiten van de Ontvangende Staat hebben onderzocht of de betreffende persoon behoort tot een van de categorieën zoals bepaald in deze Overeenkomst, en rekening houdend met de van kracht zijnde wetten, voorschriften en interne bepalingen, stellen zij de ambassade van de Zendstaat via de dienst Protocol van het Ministerie van Buitenlandse Zaken van de Ontvangende Staat officieel ervan in kennis dat de betreffende persoon toestemming krijgt om de beoogde werkzaamheden uit te oefenen, overeenkomstig de van kracht zijnde wetgeving van de Ontvangende Staat. 2. De gevolgde procedures worden dusdanig toegepast dat de begunstigde van de toestemming zo snel mogelijk betaalde werkzaamheden kan verrichten.Alle voorschriften inzake werkvergunningen en soortgelijke formaliteiten worden welwillend toegepast. Als het betreffende gezinslid eender wanneer besluit van werknemer te veranderen nadat hij/zij van de Staat Israël een werkvergunning heeft ontvangen, dan dient opnieuw een verzoek om toestemming te worden ingediend. 3. De toestemming voor een gezinslid om betaalde werkzaamheden te verrichten betekent niet dat de begunstigde wordt vrijgesteld van vereisten, procedures of kosten die doorgaans voor elke vorm van tewerkstelling gelden, ongeacht of deze persoonsgegevens, professionele, commerciële of andere kwalificaties betreffen.In het geval van beroepen waarvoor bijzondere kwalificaties vereist zijn, moet het gezinslid wel degelijk aan alle geldende vereisten voldoen.
Uit de bepalingen van de Overeenkomst mag niet worden afgeleid dat de andere overeenkomstsluitende Partij automatisch een diploma zal erkennen voor de uitoefening van een bepaald beroep.
ARTIKEL 4 Civiel- en administratiefrechtelijke voorrechten en immuniteiten In het geval de gezinsleden een civiel- en administratiefrechtelijke immuniteit van rechtsmacht genieten in de Ontvangende Staat, overeenkomstig de bepalingen van het Verdrag van Wenen inzake Diplomatiek Verkeer van 1961 of overeenkomstig de regels van het internationaal gewoonterecht zoals vervat in het Verdrag van Wenen inzake Consulair Verkeer van 1963, is deze immuniteit niet van toepassing op handelingen of nalatigheden die voortvloeien uit het verrichten van betaalde werkzaamheden welke onder het burgerlijk of administratief recht van de Ontvangende Staat vallen. Voor de tenuitvoerlegging van de gerechtelijke uitspraken moet door de Zendstaat uitdrukkelijk afstand worden gedaan van de immuniteit van tenuitvoerlegging.
ARTIKEL 5 Immuniteit ten aanzien van strafzaken In het geval de gezinsleden een immuniteit ten aanzien van de rechtsmacht in strafzaken genieten in de Ontvangende Staat, overeenkomstig de bepalingen van het Verdrag van Wenen inzake Diplomatiek Verkeer van 1961 of overeenkomstig de regels van het internationaal gewoonterecht zoals vervat in het Verdrag van Wenen inzake Consulair Verkeer van 1963 : a) doet de Zendstaat afstand van de immuniteit van de rechtsmacht in strafzaken die de begunstigde van de toestemming ten aanzien van de Ontvangende Staat geniet met betrekking tot elk handelen of nalaten dat voortvloeit uit de betaalde werkzaamheden, behalve in bijzondere gevallen wanneer de Zendstaat van mening is dat het doen van afstand in strijd zou kunnen zijn met zijn belangen.b) het doen van afstand van immuniteit ten aanzien van de rechtsmacht in strafzaken wordt niet geacht mede betrekking te hebben op de immuniteit ten aanzien van de tenuitvoerlegging van de rechterlijke uitspraak, waarvan uitdrukkelijk afstand moet worden gedaan.In dergelijk geval onderzoekt de Zendstaat het verzoek van de Ontvangende Staat grondig.
ARTIKEL 6 Belasting- en sociale zekerheidsstelsels In overeenstemming met het Verdrag van Wenen inzake Diplomatiek Verkeer van 1961, de regels van het internationaal gewoonterecht zoals vervat in het Verdrag van Wenen inzake Consulair Verkeer van 1963, dan wel krachtens enige andere bilaterale overeenkomst tussen de Partijen, zijn gezinsleden onderworpen aan de belasting- en sociale zekerheidsstelsels van de Ontvangende Staat ten aanzien van alles wat verband houdt met het verrichten van hun betaalde werkzaamheden in deze Staat.
ARTIKEL 7 Geschillenregeling Geschillen of betwistingen betreffende de uitlegging of toepassing van deze Overeenkomst worden via onderling overleg geregeld.
ARTIKEL 8 Inwerkingtreding Deze Overeenkomst zal in werking treden op de eerste dag van de tweede maand volgend op de dag van uitwisseling van de laatste kennisgeving van voltooiing van de interne wettelijke vereisten. Deze Overeenkomst blijft van kracht tot zij door een van de Partijen wordt opgezegd, middels schriftelijke opzegging langs diplomatieke weg met inachtneming van een termijn van zes (6) maanden.
Ten blijke waarvan de ondergetekenden, daartoe naar behoren gemachtigd door hun Regeringen, deze Overeenkomst hebben ondertekend.
Gedaan te Jeruzalem, op 11 november 2013, wat overeenkomt met de 8ste dag van de maand Kislev, 5774 op de Hebreeuwse kalender, in twee originele exemplaren in de Nederlandse, de Franse, de Hebreeuwse en de Engelse taal, zijnde alle teksten gelijkelijk authentiek. In geval van verschil in uitlegging is de Engelse tekst doorslaggevend.