gepubliceerd op 04 april 2012
Wet tot wijziging van de wet van 5 augustus 2006 inzake de toepassing van het beginsel van de wederzijdse erkenning van rechterlijke beslissingen in strafzaken tussen de lidstaten van de Europese Unie (1)
19 MAART 2012. - Wet tot wijziging van de wet van 5 augustus 2006Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/08/2006 pub. 07/09/2006 numac 2006009662 bron federale overheidsdienst justitie Wet inzake de toepassing van het beginsel van de wederzijdse erkenning van rechterlijke beslissingen in strafzaken tussen de lidstaten van de Europese Unie sluiten inzake de toepassing van het beginsel van de wederzijdse erkenning van rechterlijke beslissingen in strafzaken tussen de lidstaten van de Europese Unie (I) (1)
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
De Kamers hebben aangenomen en Wij bekrachtigen, hetgeen volgt : HOOFDSTUK 1. - Voorafgaande bepaling
Artikel 1.Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 77 van de Grondwet. HOOFDSTUK 2. - Wijzigingen van de wet van 5 augustus 2006Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/08/2006 pub. 07/09/2006 numac 2006009662 bron federale overheidsdienst justitie Wet inzake de toepassing van het beginsel van de wederzijdse erkenning van rechterlijke beslissingen in strafzaken tussen de lidstaten van de Europese Unie sluiten inzake de toepassing van het beginsel van de wederzijdse erkenning van rechterlijke beslissingen in strafzaken tussen de lidstaten van de Europese Unie
Art. 2.In artikel 12 van de wet van de 5 augustus 2006 inzake de toepassing van het beginsel van de wederzijdse erkenning van rechterlijke beslissingen in strafzaken tussen de lidstaten van de Europese Unie worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° de huidige tekst van § 1 zal § 1/1 vormen en een nieuwe § 1 wordt ingevoegd, luidende : « § 1.Voor de tenuitvoerlegging van de inbeslagneming is de procureur des Konings van de plaats waar de bedoelde goederen of de meerderheid van deze goederen zich bevinden, territoriaal bevoegd. »; 2° in § 2,1°, wordt tussen de cijfers « 2 » en « 3 » het cijfer « , 2/1 » ingevoegd;3° in § 2, 2°, eerste lid, wordt het woord « aangevoerd » vervangen door het woord « toegepast »;4° in § 2, 2°, tweede lid, worden de woorden « eerste bestudering » vervangen door de woorden « initieel onderzoek »;5° in § 4 worden de woorden « geen beroep worden ingesteld » vervangen door de woorden « geen rechtsmiddel worden aangewend ».
Art. 3.In hoofdstuk V van dezelfde wet, ingevoegd bij de wet van 19 januari 2012Relevante gevonden documenten type wet prom. 19/01/2012 pub. 17/02/2012 numac 2012000102 bron programmatorische federale overheidsdienst maatschappelijke integratie, armoedebestrijding en sociale economie Wet tot wijziging van de wetgeving met betrekking tot de opvang van asielzoekers type wet prom. 19/01/2012 pub. 17/02/2012 numac 2012000081 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot wijziging van de wet van 15 december 1980 betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen type wet prom. 19/01/2012 pub. 12/04/2012 numac 2012000230 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot wijziging van de wetgeving met betrekking tot de opvang van asielzoekers. - Duitse vertaling sluiten tot wijziging van de wet van 5 augustus 2006Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/08/2006 pub. 07/09/2006 numac 2006009662 bron federale overheidsdienst justitie Wet inzake de toepassing van het beginsel van de wederzijdse erkenning van rechterlijke beslissingen in strafzaken tussen de lidstaten van de Europese Unie sluiten inzake de toepassing van het beginsel van de wederzijdse erkenning van rechterlijke beslissingen in strafzaken tussen de lidstaten van de Europese Unie (II), wordt een afdeling 2 ingevoegd, luidende « Tenuitvoerlegging van de geldelijke sanctie ».
Art. 4.In de afdeling 2, ingevoegd bij artikel 3, wordt een artikel 20 ingevoegd, luidende : «
Art. 20.§ 1. Voor de tenuitvoerlegging van de geldelijke sanctie is de procureur des Konings van de verblijfplaats of de woonplaats van de betrokkene territoriaal bevoegd. § 2. Voor de tenuitvoerlegging van de geldelijke sanctie gaat de procureur des Konings na of : 1° de voorwaarden van de artikelen 2, 2/1 en 3 vervuld zijn;2° er geen reden is om een van de weigeringsgronden omschreven in de artikelen 6, 7, 7/1, en 19 toe te passen;3° de gedragingen zoals zij zijn omschreven in het certificaat wel degelijk met die uit de lijst overeenstemmen, ingeval de geldelijke sanctie betrekking heeft op een feit vermeld in de lijst van artikel 6, §§ 2 en 2/1. § 3. De procureur des Konings is verplicht, voordat hij beslist een beslissing geheel of gedeeltelijk niet ten uitvoer te leggen, de bevoegde autoriteit van de beslissingsstaat met alle passende middelen onverwijld te raadplegen ingeval de tenuitvoerlegging zou kunnen worden geweigerd op grond van artikel 7, § 1, 3°, artikel 7/1, 1° of 3°, of van artikel 19, § 2. § 4. De tenuitvoerlegging van de beslissing kan opgeschort worden gedurende de tijd die nodig is om de vertaling van de beslissing te krijgen op kosten van de Belgische Staat. ».
Art. 5.In dezelfde afdeling 2, wordt een artikel 21 ingevoegd, luidende : «
Art. 21.§ 1. Wanneer de procureur des Konings beslist om het verzoek niet ten uitvoer te leggen, is deze beslissing definitief. § 2. Wanneer de procureur des Konings beslist om het verzoek ten uitvoer te leggen, brengt hij de betrokken persoon schriftelijk ervan op de hoogte. De betrokken persoon beschikt over een termijn van dertig dagen te rekenen vanaf de kennisgeving van de beslissing om een van de toepasbare weigeringsgronden aan te voeren en de nodige informatie hierover aan de procureur des Konings over te zenden. § 3. Indien de betrokken persoon bewijs kan overleggen van gehele of gedeeltelijke betaling in een Staat, raadpleegt de procureur des Konings de bevoegde autoriteit van de beslissingsstaat, in voorkomend geval met het verzoek alle noodzakelijke gegevens te verstrekken.
Delen van de sanctie die op enigerlei wijze reeds in een andere Staat zijn geïnd, worden voor de tenuitvoerlegging in België volledig in mindering gebracht op het bedrag van de sanctie. § 4. De procureur des Konings brengt de persoon op de hoogte bij gerechtsbrief van zijn beslissing gebaseerd op de verkregen informatie. § 5. Indien de procureur des Konings beslist om het verzoek vooralsnog ten uitvoer te leggen kan de betrokken persoon de zaak bij verzoekschrift gericht aan de griffie, binnen een termijn van vijftien dagen te rekenen vanaf de kennisgeving van de beslissing, aanhangig maken bij de correctionele rechtbank. De rechtbank kan enkel uitspraak doen op grond van de artikelen 20 tot 22. Tegen de beslissing van de rechtbank kan cassatie beroep worden ingesteld. ».
Art. 6.In hoofdstuk VI van dezelfde wet, ingevoegd bij de wet van 19 januari 2012Relevante gevonden documenten type wet prom. 19/01/2012 pub. 17/02/2012 numac 2012000102 bron programmatorische federale overheidsdienst maatschappelijke integratie, armoedebestrijding en sociale economie Wet tot wijziging van de wetgeving met betrekking tot de opvang van asielzoekers type wet prom. 19/01/2012 pub. 17/02/2012 numac 2012000081 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot wijziging van de wet van 15 december 1980 betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen type wet prom. 19/01/2012 pub. 12/04/2012 numac 2012000230 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot wijziging van de wetgeving met betrekking tot de opvang van asielzoekers. - Duitse vertaling sluiten tot wijziging van de wet van 5 augustus 2006Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/08/2006 pub. 07/09/2006 numac 2006009662 bron federale overheidsdienst justitie Wet inzake de toepassing van het beginsel van de wederzijdse erkenning van rechterlijke beslissingen in strafzaken tussen de lidstaten van de Europese Unie sluiten inzake de toepassing van het beginsel van de wederzijdse erkenning van rechterlijke beslissingen in strafzaken tussen de lidstaten van de Europese Unie (II), wordt een afdeling 2 ingevoegd, luidende « Tenuitvoerlegging van de verbeurdverklaring ».
Art. 7.In afdeling 2, ingevoegd bij artikel 6, wordt een artikel 30 ingevoegd, luidende : «
Art. 30.§ 1. Voor de tenuitvoerlegging van de verbeurdverklaring is de correctionele rechtbank van de plaats waar de bedoelde goederen of de meerderheid van deze goederen zich bevinden, bevoegd. § 2. Na de aanhangigmaking door de procureur des Konings doet de correctionele rechtbank, bij een met redenen omklede beslissing, uitspraak over de tenuitvoerlegging van de verbeurdverklaring, na de procureur des Konings en de veroordeelde persoon of zijn raadsman te hebben gehoord. § 3. Daartoe gaat de rechtbank na : 1° of de voorwaarden van de artikelen 2, 2/1 en 3 vervuld zijn;2° of een van de weigeringsgronden omschreven in de artikelen 6, 7, 7/1, en 29 moet worden toegepast;3° ingeval de beslissing tot verbeurdverklaring betrekking heeft op een feit vermeld in de lijst van artikel 6, § 2, of de gedragingen zoals zij zijn omschreven in het certificaat wel degelijk met die uit de lijst overeenstemmen;4° of een van de redenen voor uitstel van de tenuitvoerlegging bedoeld in artikel 31 moet worden toegepast. § 4. Indien de procureur des Konings overweegt de niet-tenuitvoerlegging van de beslissing te vragen op grond van artikel 7, § 1, 2°, van artikel 7/1, 2° of 3°, van artikel 29, 1° of 2°, of van dit artikel, moet hij vooraf de bevoegde autoriteiten van de beslissingsstaat raadplegen. § 5. Wanneer de rechtbank de tenuitvoerlegging van de beslissing tot verbeurdverklaring beveelt, rekent zij het verbeurd te verklaren bedrag indien nodig om in euro tegen de op het tijdstip van de uitspraak van de beslissing tot verbeurdverklaring geldende wisselkoers. § 6. Tegen de beslissing van de rechtbank kan hoger beroep worden ingesteld voor het hof van beroep. Tegen de beslissing omtrent het hoger beroep kan cassatieberoep worden ingesteld. § 7. Elke belanghebbende derde die volgens de door de procedure verschafte aanwijzingen en krachtens zijn rechtmatig bezit rechten kan doen gelden op het voorwerp van de verbeurdverklaring, wordt op de hoogte gebracht van de rechtsdag voor de bevoegde correctionele rechtbank. § 8. De bevoegde autoriteit van de beslissingsstaat wordt in kennis gesteld van elk rechtsmiddel dat ingesteld wordt krachtens § 6 ».
Art. 8.In dezelfde afdeling 2, wordt een artikel 31 ingevoegd, luidende : «
Art. 31.§ 1. De correctionele rechtbank of, voor de aanhangigmaking bij de rechtbank, de procureur des Konings, kunnen in de volgende gevallen beslissen de tenuitvoerlegging van de beslissing tot verbeurdverklaring uit te stellen : 1° indien de beslissing tot verbeurdverklaring betrekking heeft op een geldsom en, wegens de gelijktijdige tenuitvoerlegging van de beslissing in verscheidene lidstaten, de totale waarde afkomstig uit de tenuitvoerlegging hoger zou kunnen zijn dan het in de beslissing bepaalde bedrag;2° ingeval de tenuitvoerlegging een lopend strafrechtelijk onderzoek kan schaden, zolang de instrumenterende magistraat dat nodig acht;3° ingeval een gehele of gedeeltelijke vertaling van de beslissing tot verbeurdverklaring nodig wordt geacht, tijdens de termijn om de vertaling te verkrijgen op kosten van de tenuitvoerleggingsstaat;4° ingeval inzake het goed reeds een procedure tot verbeurdverklaring is bevolen;5° ingeval een derde een rechtsmiddel aanwendt. § 2. Tijdens het uitstel wordt aan de procureur des Konings een bevoegdheid tot inbeslagneming toegekend om te voorkomen dat het goed niet langer beschikbaar is met het oog op de tenuitvoerlegging van de verbeurdverklaring. ».
Art. 9.In dezelfde afdeling 2, wordt een artikel 34 ingevoegd, luidende : «
Art. 34.In geval van samenloop tussen twee of meer beslissingen tot verbeurdverklaring van een geldsom terwijl de betrokkene niet over voldoende vermogensbestanddelen beschikt voor de tenuitvoerlegging van alle beslissingen, of van eenzelfde specifiek goed, bepaalt de rechtbank welke beslissing(en) tot verbeurdverklaring ten uitvoer moet(en) worden gelegd, en houdt daarbij naar behoren rekening met alle omstandigheden.
Deze omstandigheden kunnen betrekking hebben op het mogelijk bestaan van andere in dezelfde zaak in beslag genomen goederen, op de relatieve ernst van de strafbare feiten en de plaats waar zij gepleegd zijn, alsook op de tijdstippen waarop de verschillende beslissingen werden gegeven en overgezonden. ».
Art. 10.In hoofdstuk VI van dezelfde wet, ingevoegd bij de wet van 19 januari 2012Relevante gevonden documenten type wet prom. 19/01/2012 pub. 17/02/2012 numac 2012000102 bron programmatorische federale overheidsdienst maatschappelijke integratie, armoedebestrijding en sociale economie Wet tot wijziging van de wetgeving met betrekking tot de opvang van asielzoekers type wet prom. 19/01/2012 pub. 17/02/2012 numac 2012000081 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot wijziging van de wet van 15 december 1980 betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen type wet prom. 19/01/2012 pub. 12/04/2012 numac 2012000230 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot wijziging van de wetgeving met betrekking tot de opvang van asielzoekers. - Duitse vertaling sluiten tot wijziging van de wet van 5 augustus 2006Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/08/2006 pub. 07/09/2006 numac 2006009662 bron federale overheidsdienst justitie Wet inzake de toepassing van het beginsel van de wederzijdse erkenning van rechterlijke beslissingen in strafzaken tussen de lidstaten van de Europese Unie sluiten inzake de toepassing van het beginsel van de wederzijdse erkenning van rechterlijke beslissingen in strafzaken tussen de lidstaten van de Europese Unie (II), wordt een afdeling 3 ingevoegd, luidende « Bestemming van de verbeurdverklaarde goederen ».
Art. 11.In afdeling 3, ingevoegd bij artikel 10, wordt een artikel 38 ingevoegd, luidende : «
Art. 38.§ 1. De procureur des Konings bepaalt de bestemming van de verbeurdverklaarde goederen volgens de volgende nadere regels : 1° wanneer het gaat om een geldsom, wordt het geïnd bedrag overgemaakt aan de Schatkist indien het lager is dan 10 000 euro.In de andere gevallen wordt 50 % van het geïnde bedrag toegekend aan de beslissingsstaat, en de rest aan de Schatkist; 2° wanneer het gaat om een goed, anders dan geldsom, kan de procureur des Konings beslissen : a) het goed te laten verkopen.In dat geval wordt de opbrengst van de verkoop verdeeld overeenkomstig § 1, 1° ; b) het goed over te dragen aan de beslissingsstaat;c) wanneer het niet mogelijk a) of b) toe te passen, kan over de goederen worden beschikt overeenkomstig het Belgisch recht. § 2. De Belgische autoriteiten zijn nooit verplicht het verbeurdverklaarde goed te verkopen of terug te geven wanneer het gaat om cultuurgoederen die tot het Belgisch cultureel erfgoed behoren. § 3. De minister van Justitie kan met de beslissingsstaat overeenkomen om af te wijken van de in §§ 1 en 2 bedoelde regeling. ».
Kondigen deze wet af, bevelen dat zij met 's Lands zegel zal worden bekleed en door het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.
Gegeven te Brussel, 19 maart 2012.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Justitie, Mevr. A. TURTELBOOM Met 's Lands zegel gezegeld : De Minister van Justitie, Mevr. A. TURTELBOOM _______ Nota's (1) Zitting 2011-2012. Kamer van volksvertegenwoordigers Stukken. B 53-1703 Nr. 1 : Wetsontwerp Nr. 2 : Verslag namens de commissie Nr. 3 : Tekst aangenomen door de commissie Nr. 4 : Tekst aangenomen door de commissie Nr. 5 : Tekst aangenomen in plenaire vergadering en overgezonden aan de Senaat Senaat Stuk. B 5-1278 Nr. 1 : Ontwerp overgezonden door de Kamer Nr. 2 : Amendementen Nr. 3 : Verslag namens de commissie Nr. 4 : Tekst verbeterd door de commissie Nr. 5 :Tekst aangenomen in plenaire vergadering en aan de Koning ter bekrachtiging voorgelegd.