Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 13 juli 2001
gepubliceerd op 11 augustus 2001

Koninklijk besluit houdende uitvoering van de wet van 26 juni 2000 betreffende de invoering van de euro in de wetgeving die betrekking heeft op aangelegenheden zoals bedoeld in artikel 78 van de Grondwet en die ressorteert onder het Ministerie van Financiën

bron
ministerie van financien
numac
2001003362
pub.
11/08/2001
prom.
13/07/2001
ELI
eli/besluit/2001/07/13/2001003362/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

13 JULI 2001. - Koninklijk besluit houdende uitvoering van de wet van 26 juni 2000 betreffende de invoering van de euro in de wetgeving die betrekking heeft op aangelegenheden zoals bedoeld in artikel 78 van de Grondwet en die ressorteert onder het Ministerie van Financiën


VERSLAG AAN DE KONING Sire, Dit ontwerp van koninklijk besluit is de uitvoering van de wet van 26 juni 2000 betreffende de invoering van de euro in de wetgeving die betrekking heeft op aangelegenheden als bedoeld in artikel 78 van de Grondwet. Deze wet verschaft de Koning de mogelijkheid om de wetten die bedragen in Belgische frank vermelden of die verwijzen naar de Belgische frank, indien hij zulks nuttig acht en binnen strikt vastgelegde grenzen aan de euro aan te passen.

Het artikel 6 van de wet van 26 juni 2000 geeft de technische limieten aan waarbinnen bedragen in euro kunnen worden omgezet op basis van een andere dan de mathematische omrekeningskoers. De wet laat de keuze om het resultaat van de mathematische omrekening ofwel omhoog ofwel omlaag aan te passen, in principe vrij.

Dit ontwerp van koninklijk besluit is het tweede dat in uitvoering van de voormelde wet zal worden genomen. Bij het eerste besluit van 20 juli 2000 is het grootste deel van de bedragen en regels uit de wetgeving die onder het departement Financiën ressorteren reeds aan de euro aangepast. Toen is al een tweede besluit aangekondigd. Op het ogenblik van het eerste besluit waren er immers nog een aantal bepalingen die voor wijziging vatbaar waren of waarvan de bedragen regelmatig worden aangepast. Van deze bedragen staat het nu min of meer vast dat ze voor 1 januari 2002 niet meer gaan wijzigen. Dit is o.m. het geval voor alle accijnzen en met de accijnzen gelijkgestelde taksen, voor sommige zegeltaksen en voor het vergoedingsstelsel van de hypotheekbewaarders.

De leidraad die bij de opstelling van dit ontwerp van koninklijk besluit werd gevolgd, is dezelfde als deze uit het eerste eurobesluit.

De aanpassingen gebeuren naar boven of naar beneden naargelang dit voor de belastingplichtige het voordeligst is. Er is steeds van uitgegaan dat de overgang naar de euro niet ten nadele mag gebeuren van de belastingplichtige die op normale wijze aan zijn verplichtingen voldoet. Bij nader toezien is dit in het eerste besluit in een zeer beperkt aantal gevallen niet gebeurd. Om die reden worden bij dit besluit ook enkele bedragen uit het eerste besluit verbeterd, naast enkele andere foutjes die er waren ingeslopen.

In het eerste besluit waren de administratieve boetes opgenomen, maar niet de strafrechtelijke. Voor deze laatste geldt immers het algemeen principe uit de artikelen 2 tot 4 van de voormelde wet van 26 juni 2000. Een strikte omzetting was dus niet nodig.Toch wordt het nuttig geacht om deze omzetting expliciet door te voeren en wel om twee redenen. Vooreerst zijn de meeste bedragen opgenomen in wetboeken en verhoogt de leesbaarheid ervan indien alle bedragen worden omgezet in euro. Een tweede reden is dat de strafrechtelijke boeten inzake fiscale bepalingen meestal niet onderworpen zijn aan de algemene regel van de opdeciemen. De expliciete omzetting laat geen twijfel bestaan over de juiste omzetting van het basisbedrag van die boeten en verhoogt bijgevolg de rechtszekerheid.

Dit tweede eurobesluit bevat ook nog een aantal omzettingen die louter mathematisch zijn uitgevoerd (gedeeld door 40,3399 en afgerond op de cent). Strikt genomen is deze omzetting ingevolge artikel 14 van de Europese Richtlijn nr. 974/98 van 3 mei 1998 niet nodig. Ook hier wordt het omwille van de betere leesbaarheid van de verschillende wetboeken en de hogere rechtszekerheid voor de geadministreerden opportuun geacht om deze omzetting ook expliciet in het besluit op te nemen. De mathematische omzetting van bedragen is immers verenigbaar met het artikel 6 van de voormelde wet van 26 juni 2000.

Het tweede eurobesluit van het departement Financiën verschilt op drie punten van het eerste eurobesluit.

Vooreerst worden de omzettingen gegroepeerd per deelgebied (directe belastingen, indirecte belastingen, financiële bepalingen enz . ). Dit verhoogt de leesbaarheid van het ontwerp.

Vervolgens sluit de presentatie van het besluit ook beter aan bij deze die is voorgeschreven in de wetgevingscirculaire van 20 oktober 2000 en die ook door de andere departementen is gebruikt.

Ten slotte werd de veralgemeende toepassing van de notatie met twee decimalen opgeheven. In het eerste eurobesluit van het departement Financiën werden alle bedragen met twee decimalen geschreven, ook indien het een mooi afgerond veelvoud betrof. Zo werd er 2 480 000,00 EUR geschreven in plaats van 2 480 000 EUR. Deze notatie gaat niet alleen in tegen de adviezen verstrekt in de bovenvermelde wetgevingscirculaire, doch wordt ook als omslachtig ervaren. Om die reden worden ronde bedragen voortaan zonder decimalen geschreven.

Commentaar op de artikelen Het is weinig opportuun om alle wijzigingen te bespreken. De hiernavolgende commentaar wordt dan ook beperkt tot de afrondingen die een bijzonder belang hebben.

Inkomstenbelastingen In artikel 1 worden de resterende bedragen uit het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 omgezet voor zover ze vanaf aanslagjaar 2002 van toepassing zijn. De bedragen vervat in artikel 21, 5°, 6° en 10°, WIB 92 waren reeds omgezet in het eerste besluit, doch enkel met ingang vanaf 1 januari 2002. Een dergelijke afwijking ten opzichte van de algemene regel waarbij alle eurobedragen inzake inkomstenbelastingen ingaan vanaf aanslagjaar 2002, zou in een aantal gevallen tot verschillende resultaten leiden voor eenzelfde aanslagjaar. Om dit probleem te vermijden, worden de bedragen hernomen, doch met inwerkingtreding vanaf aanslagjaar 2002.

Deze aanpassing vermijdt echter niet dat de vrijstelling van dividenden van erkende coöperatieve vennootschappen en erkende vennootschappen met een sociaal oogmerk voor het aanslagjaar 2002 in euro, lager zou uitvallen dan voor het aanslagjaar 2001 in BEF (6 000 BEF). Ondanks het hogere basisbedrag in euro (125 EUR), leidt het nieuwe indexeringsmechanisme in euro er toe dat de vrijstelling voor het aanslagjaar 2002 slechts 140 EUR of 5 648 BEF zou bedragen. In het Belgisch Staatsblad van 20 maart 2001 (blz. 8697) is al aangegeven dat de vrijstelling voor het aanslagjaar 2002 niet lager mag zijn dan deze voor aanslagjaar 2001. Om hieraan op een wettelijke manier te verhelpen, wordt het basisbedrag voor het aanslagjaar 2002 uitzonderlijk op 126 EUR gebracht (zie artikel 44 van dit ontwerp).

Het resultaat is dat na indexering de vrijstelling voor aanslagjaar 2002 150 EUR (6 051 BEF) bedraagt.

De belastingverminderingen voor de vervangingsinkomsten worden als volgt vastgesteld : Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Ook artikel 152 werd reeds in het eerste eurobesluit omgezet. Daarbij werd het bedrag van 600 000 BEF dat 2 maal voorkomt, op een verschillende manier omgerekend, wat verwarring tot gevolg heeft. Om dit op te lossen, wordt het artikel 152 aangepast en het bedrag op eenzelfde manier (14 900 EUR) omgezet.

Wat de bedragen van de hypothecaire leningen betreft, wordt verwezen naar de commentaar bij artikel 2.

Het artikel 2 zet de bedragen van de hypothecaire leningen met belastingvoordeel om. Dit gebeurt met respect voor het principe waarbij de indexering wordt toegepast op aanvangsbedragen, d.w.z. voor het jaar tijdens dewelke de lening is aangegaan. De omgezette basisbedragen gelden bijgevolg voor de leningen waarvoor de afsluitdatum verbonden is aan het aanslagjaar 2002 (afgesloten vanaf 1 januari 2001).

Voor de leningen die voor die datum zijn afgesloten, ligt het fiscale voordeel reeds vast. De bedragen in euro die voor de aanslagjaren 2002 en volgende zullen gelden m.b.t. leningen die vóór 1 januari 2001 zijn aangegaan, worden bekomen door de geïndexeerde bedragen in BEF per aanslagjaar om te rekenen in euro. Dit is eveneens het geval voor leningen die vóór 1 januari 1993 zijn afgesloten en die worden bepaald in artikel 516 WIB 92 (omgezet in artikel 1). Ter verduidelijking volgt hierna de volgende tabel : Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld In artikel 5 worden de bedragen van de strafrechtelijke boeten inzake inkomstenbelastingen omgezet. Zoals in de algemene bespreking vermeld, is de algemene regel waarbij de strafrechtelijke boeten worden omgezet, niet van toepassing inzake fiscale boeten. Inzake inkomstenbelastingen zijn de strafrechtelijke boeten immers niet onderworpen aan de opdeciemen (artikel 457, § 2, WIB 92).

Bijgevolg wordt een fiscale strafrechtelijke boete omgezet in euro door het bedrag te delen door 40. Zo wordt een fiscale boete van 10 000 BEF omgezet in 250 EUR. Indirecte belastingen Artikel 9 zet onder meer de bedragen van de aanplakkingstaks om in euro. De kleinste belasting zou 0,035 EUR bedragen (artikel 189 van het Wetboek van de met het Zegel gelijkgestelde taksen). De Raad van State meent dat een belasting geen fractie van een cent mag bevatten omdat het dan niet langer om een wettige betaaleenheid gaat.

Deze opmerking is merkwaardig omdat de accijnzen zelfs met 4 decimalen worden omgezet, terwijl de Raad daar geen opmerkingen over maakt. Ook in het verleden zijn er al dergelijke bepalingen geweest waar de Raad geen aanstoot aan nam. Zo is de energiebijdrage, die is ingevoerd met de wet van 22 juli 1993, op aardgas bepaald op 0,01367 frank per megajoule. Bovendien verwijst de Raad van State in haar advies nr. 31.897/2 van 2 juli 2001 betreffende het ontwerp van kKoninklijk besluit tot invoering van de euro in de koninklijke besluiten die ressorteren onder het Ministerie van Financiën en tot uitvoering van de wet van 30 oktober 1998 betreffende de euro, in verband met de milieutaksen naar een koninklijk besluit van 9 februari 1999 waarbij het bedrag van de inzamel en recyclagebijdrage is omgezet met 5 decimalen (0,12395 EUR). Tenslotte dient nog vermeld dat de aanplakkingstaks wordt afgerond op de cent. Dit betekent dat de belasting van 0,035 EUR automatisch wordt omgezet in 0,04 EUR. Douane en Accijnzen Voor de omzetting van de accijnzen (artikelen 15 tot 22) is de omzetting mathematisch gebeurd. Omdat accijnzen steeds worden toegepast op een groot volume is bovendien geopteerd voor een omzetting in een bedrag met 4 decimalen.

Artikel 2, lid 1, van de Europese verordening nr. 1103/97 van 17 juni 1997 bepaalt dat bedragen die in de Europese regelgeving zijn uitgedrukt in Ecu, worden omgezet naar euro volgens het principe 1 Ecu = 1 EUR. Dit betekent dat bij de omzetting naar euro van een in frank luidend bedrag dat het resultaat is van een omzetting in het Belgische recht van een in Ecu luidend bedrag, het nieuwe bedrag in euro gelijk is aan het oorspronkelijke bedrag in Ecu. In dat geval geldt het principe « terugkeer naar de bron ».

Inzake accijnzen is dit enkel het geval voor de controleretributie op de huisbrandolie bepaald in artikel 7, § 2, van de wet van 22 oktober 1997 betreffende de structuur en de accijnstarieven inzake minerale olie. Deze controleretributie is door de Europese richtlijn bepaald op 5 Ecu. Aldus moet het bedrag van 210 BEF dat nu in de Belgische wetgeving voorkomt, terug worden omgezet naar 5 EUR. De regel "terugkeer naar de bron" geldt niet voor de andere accijnsbedragen. Behoudens voor de controleretributie op huisbrandolie komen in de desbetreffende richtlijnen enkel minimale bedragen van de accijnzen voor. Na omzetting in euro, blijven de bedragen aan de richtlijnen voldoen.

Energiebijdrage Door zijn aard wordt deze bijdrage gelijkgesteld met accijnzen. Voor de omzetting worden bijgevolg dezelfde principes gebruikt. Evenwel wordt, voor de leesbaarheid, de bijdrage op aardgas onderworpen aan de tarieven NH1 en NH2 mathematisch omgezet van 0,01367 BEF/megajoule in 0,3389 EUR/gigajoule (samenlezing van artikel 23 en 24 van het ontwerp).

Financiële bepalingen In de artikelen 27 tot 40 worden vooral de bedragen van strafrechtelijke boeten in verschillende financiële wetsbepalingen omgezet in euro. In principe geldt de algemene regel waarbij het getal van de boete blijft doch de frank wordt vervangen door de euro. Zo wordt het standaardbedrag van de minimale boete van 26 frank omgezet in 26 EUR. Bij deze omzetting moet er dan immers rekening worden gehouden met de inhoud van de artikelen 3 en 4 van de voormelde wet van 26 juni 2000 waarbij de opdeciemen van 1990 worden vervangen door 40 en de opdeciemen van 990 door 15.

Deze regel geldt niet voor de strafbepalingen vervat in de besluitwet van 6 oktober 1944 betreffende de controle op den wissel (zie artikel 31 van het ontwerp). Deze bedragen worden immers niet aan de opdeciemen onderworpen.

Artikel 36 verbetert de omzetting van de bedragen betreffende het minimumkapitaal van Bevek's, Bevaks en VBS (artikelen 115, § 3, 119, § 3, en 119sexies, § 3, van de wet van 4 december 1990 op de financiële markten) die is gebeurd bij het eerste eurobesluit. Toen werden de bedragen naar boven afgerond. Dit zou tot gevolg hebben dat alle beleggingsinstellingen die nu aan de minimumnorm voldoen, genoodzaakt zouden zijn om hun kapitaal licht te verhogen, wat heel wat kosten met zich zou meebrengen. Net zoals voor het minimumkapitaal van gewone vennootschappen, wordt dit rechtgezet door het bedrag naar beneden af te ronden.

Wijzigingen aan het eerste eurobesluit In artikel 42 worden de bepalingen uit het eerste eurobesluit van 20 juli 2000, die in het voorgelegde besluit worden verbeterd, opgeheven.

Artikel 42, 5° schrapt de notatie met 2 decimalen uit het eerste besluit in de gevallen waar deze notatie niet vereist is.

De omzetting, in het eerste eurobesluit, van het bedrag van 13 000 BEF vermeld in artikel 132, eerste lid, 6°, WIB 92 naar 325 EUR leidt na indexering voor het aanslagjaar 2002 tot een lager bedrag (420 EUR = 16 943 BEF) dan voor aanslagjaar 2001 (17 000 BEF). Net zoals voor het bedrag van 5.000 BEF uit artikel 21, 6° en 10° WIB 92, wordt deze anomalie voor het aanslagjaar 2002 weggewerkt door het basisbedrag enkel voor dat aanslagjaar te verhogen tot 326 EUR. Hetzelfde geldt voor het bedrag van 5.000 BEF uit artikel 38, eerste lid, 9°, WIB 92 dat eenmalig wordt omgezet in 126 EUR. Deze bepaling is opgenomen in artikel 43.

Het ontwerp dat voor advies aan de Raad van State is voorgelegd, bevatte ook de omzetting van de verkeersbelasting en de milieutaksen.

De Raad van State heeft over beide artikelen geen advies gegeven wegens het gebrek aan een formele deliberatie van de 3 Gewestregeringen. De Raad oordeelde dat het akkoord verleend op de Interministeriële Conferentie van de Financiën en Begroting van 24 april 2001 ter zake onvoldoende is. Om die redenen zijn de artikelen uit het ontwerp teruggetrokken. Ze zullen na het vervullen van de nodige formaliteiten in een nieuw ontwerp worden opgenomen en ter goedkeuring worden voorgelegd. Dit geldt eveneens voor de bepalingen inzake pensioenen waarvoor de Raad eveneens een vormgebrek heeft aangeduid.

Wij hebben de eer te zijn, Sire, van Uwe Majesteit, de zeer eerbiedige en zeer getrouwe dienaars, De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX De Minister van Begroting, J. VANDE LANOTTE De Minister van Financiën, D. REYNDERS De Minister belast met Middenstand, R. DAEMS De Minister van Economie, Ch. PICQUE

ADVIES 31.896/2 VAN DE AFDELING WETGEVING VAN DE RAAD VAN STATE De Raad van State, afdeling wetgeving, tweede kamer, op 26 juni 2001 door de Minister van Financiën verzocht hem, binnen een termijn van ten hoogste drie dagen, van advies te dienen over een ontwerp van koninklijk besluit "houdende uitvoering van de wet van 26 juni 2000 betreffende de invoering van de euro in de wetgeving die betrekking heeft op aangelegenheden als bedoeld in artikel 78 van de Grondwet en die ressorteert onder het Ministerie van Financiën", heeft op 2 juli 2001 het volgende advies gegeven : Volgens artikel 84, eerste lid, 2°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State, ingevoegd bij de wet van 4 augustus 1996, moeten in de adviesaanvraag in het bijzonder de redenen worden aangegeven tot staving van het spoedeisende karakter ervan.

In het onderhavige geval luidt de motivering in de brief als volgt : « Met de koninklijke besluiten van 20 juli 2000 zijn de meeste bedragen in de Belgische reglementering omgezet van Belgische frank naar euro. De strikte timing die toen is gehanteerd heeft het mogelijk gemaakt dat de overheidsbesturen nu reeds heel wat maatregelen en schikkingen hebben genomen om een vlotte overgang naar het definitieve eurotijdperk per 1 januari 2002 te verzekeren. Vooral op het vlak van de informatica, waarbij de eerste testen gepland zijn voor juli 2001, maar ook op het vlak van de formulieren en drukwerken zijn de aanpassingen volop in een uitvoeringsfase.

Het zeer omvangrijke werk van omzetting naar euro kon in 2000 niet ineens worden uitgevoerd. Zo waren er nog een aantal bepalingen die op dat ogenblik voor inhoudelijke wijzigingen vatbaar waren. Ondertussen zijn een aantal bedragen al aangepast en kunnen ze nu met de nodige zekerheid naar euro worden omgezet. Er is ook vastgesteld dat er een aantal foutjes zijn geslopen in de eerste reeks van eurobesluiten. Ten slotte waren er voor een aantal bedragen ook nog wettelijk vereiste adviezen of akkoordverklaringen noodzakelijk.

De tweede reeks eurobesluiten die wordt voorgelegd heeft als doel de eerste reeks aan te passen en/of te vervolledigen. Ook nu weer worden, voor de bevattelijkheid, de bepalingen op een gegroepeerde wijze uitgevaardigd. Dit gebeurt ter verzekering van een eenvormige behandeling gegroepeerde wijze uitgevaardigd. Dit gebeurt ter verzekering van een eenvormige behandeling die enerzijds een budgettaire en administratieve controle toelaat en anderzijds het Parlement in staat stelt de uitwerking van de bepalingen in goede voorwaarden op te volgen.

Het is nodig om de voorgestelde aanpassingen zo snel mogelijk door te voeren. Vooreerst zouden deze aanpassingen nog mee moeten worden opgenomen in de programma's tot aanpassing van de informatica, de drukwerken en formulieren. Daarnaast is het ook wenselijk dat de geadministreerden zo snel mogelijk zekerheid krijgen over de juiste omzetting van bedragen en regels waarover er nu nog twijfel bestaat. » Gelet op het bijzonder grote aantal adviesaanvragen die gelijktijdig zijn ingediend met het oog op een advies binnen drie dagen, beperkt de Raad van State, afdeling wetgeving, zich overeenkomstig artikel 84, tweede lid, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State, tot het onderzoek van de rechtsgrond, van de bevoegdheid van de steller van de handeling, alsmede van de vraag of aan de vormvereisten is voldaan.

Zo is inzonderheid niet systematisch nagegaan of de vermelde cijfers rekenkundig juist zijn, en evenmin of de toegepaste methodes relevant zijn.

Voorafgaande vormvereisten De wijzigingen vervat in artikel 9 van het ontworpen besluit hebben betrekking op de verkeersbelasting, de wijzigingen vervat in artikel 27 van het ontworpen besluit betreffen de milieutaksen.

Krachtens artikel 3, eerste lid, onderdelen 7° en 8°, van de bijzondere wet van 16 januari 1989 betreffende de financiering van de Gemeenschappen en de Gewesten zijn de verkeersbelasting op de autovoertuigen en de milieutaksen gewestelijke belastingen.

Overeenkomstig artikel 4, § 4, van de voormelde bijzondere wet blijft de federale wetgever bevoegd voor het vaststellen van aanslagvoet van die belastingen, maar is voor elke wijziging van die aanslagvoet de instemming van de gewestregeringen vereist.

In casu heeft er in de interministeriële conferentie van financiën en begroting overleg plaatsgehad en op 24 april 2001 heeft de vergadering van die conferentie (in afwezigheid van de waalse en de brusselse minister) haar instemming met de voorgenomen wijzigingen betuigd.

Zoals de Raad van State reeds in vele adviezen heeft opgemerkt, is het besluit van de vergadering van de interministeriële conferentie van financiën en begroting geen instemming van de gewestregeringen in de zin van de bijzondere wet, aangezien die wet een formele beslissing van de regeringen terzake vereist.

Bijgevolg kan er niet van uit worden gegaan dat de voorafgaande vormvereisten vervuld zijn. De artikelen 9 en 27 van het ontworpen besluit zijn dus niet in zoverre gereed dat ze door de afdeling wetgeving kunnen worden onderzocht. 2. Krachtens artikel 2, § 1, van de wet van 19 december 1974 tot regeling van de betrekkingen tussen de overheid en de vakbonden van haar personeel, moeten over het ontwerp onderhandelingen worden gevoerd met de vakbonden.Men heeft de Raad van State niet het bewijs kunnen leveren dat dit voorafgaande vormvereiste is vervuld. Bijgevolg is Hoofdstuk V - Bepalingen inzake pensioenen - niet in zoverre gereed dat het door de Raad van State kan worden onderzocht.

Rechtsgrond Bij artikel 10 van het ontwerp worden de bedragen vervangen die vastgesteld zijn in verscheidene bepalingen van het Wetboek der met het zegel gelijkgestelde taksen. Daartoe berekent de Koning de waarde van die taksen in euro. Wanneer een belasting of een heffing wordt ingesteld, dient het bedrag daarvan te worden uitgedrukt in de wettelijke rekeneenheid.

De wettelijke rekeneenheid wordt bepaald in Verordening (EG) nr. 974/98 van de Raad van 3 mei 1998 over de invoering van de euro, waarvan artikel 2 als volgt luidt : « Met ingang van 1 januari 1999 is de euro de munteenheid van de deelnemende lidstaten. De rekeneenheid is één euro. Eén euro is verdeeld in honderd cent. » Heffingen moeten worden ingesteld in die wettelijke rekeneenheid en de onderverdeling daarvan. In casu geeft de toepassing van de omrekeningsregel op het bedrag vermeld in artikel 189 van het voormelde wetboek de waarde 3 cent (en niet 0,035 euro). De heffing is alleen dan in een wettelijke rekeneenheid vastgesteld, als ze in een geheel aantal cent is uitgedrukt (1).

Het gehele ontwerp behoort in het licht van deze opmerking te worden herzien. (1) De kwestie van de instelling van een heffing is iets anders dan de afronding ten gevolge van de berekening van de belasting. De kamer was samengesteld uit : De heren : Y. Kreins, staatsraad, voorzitter;

P. Lienardy en P. Quertainmont, staatsraden;

Mevr. B. Vigneron, griffier.

Het verslag werd opgesteld door de heer J. Regnier, eerste auditeur-afdelingshoofd. De nota van het Coördinatiebureau werd opgesteld en toegelicht door de heer P. Brouwers, referendaris.

De overeenstemming tussen de Franse en de Nederlandse tekst werd nagezien onder toezicht van de heer P. Lienardy.

De griffier, De voorzitter, B. Vigneron. Y. Kreins.

13 JULI 2001. - Koninklijk besluit houdende uitvoering van de wet van 26 juni 2000 betreffende de invoering van de euro in de wetgeving die betrekking heeft op aangelegenheden als bedoeld in artikel 78 van de Grondwet en die ressorteert onder het Ministerie van Financiën ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de Verordeningen (EG) nr. 1103/97 van de Raad van 17 juni 1997 inzake bepaalde beschikkingen betreffende de invoering van de euro en nr. 974/98 van de Raad van 3 mei 1998 over de invoering van de euro;

Gelet op de wet van 30 oktober 1998 betreffende de euro;

Gelet op de wet van 26 juni 2000 betreffende de invoering van de euro in de wetgeving die betrekking heeft op aangelegenheden zoals bepaald in artikel 78 van de Grondwet;

Gelet op het Wetboek der met het zegel gelijkgestelde taksen, laatst gewijzigd bij de wet van 4 mei 1999;

Gelet op het Wetboek der successierechten, laatst gewijzigd bij de wet van 15 maart 1999;

Gelet op het Wetboek der zegelrechten, laatst gewijzigd bij de wet van 1 maart 2000;

Gelet op het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, laatst gewijzigd bij de wet van 23 maart 2001;

Gelet op de wet van 29 oktober 1846 op de inrichting van het Rekenhof, laatst gewijzigd bij de wet van 10 maart 1998;

Gelet op de wet van 24 juli 1921 op de ongewilde buitenbezitstelling van de titels aan toonder, laatst gewijzigd bij de wet van 22 maart 1995;

Gelet op de wet van 8 mei 1924 betreffende den handel in en het smelten van geldstukken;

Gelet op het koninklijk besluit nr. 185 van 9 juli 1935 op de bankcontrole en het uitgifteregime voor titels en effecten, laatst gewijzigd bij de wet van 15 maart 1999;

Gelet op het koninklijk besluit nr. 71 van 30 november 1939 betreffende het leuren met roerende waarden en demarchage met roerende waarden en goederen of eetwaren;

Gelet op de besluitwet van 6 oktober 1944 betreffende de controle op den wissel, laatst gewijzigd bij de wet van 2 januari 1991;

Gelet op de besluitwet van 18 mei 1945 tot oprichting van een Rentenfonds, laatst gewijzigd bij de wet van 23 december 1994;

Gelet op de wetsbepalingen inzake de slijterijen van gegiste dranken, samengeordend op 3 april 1953;

Gelet op het koninklijk besluit nr. 64 van 10 november 1967 tot regeling van het statuut van de portefeuillemaatschappijen, laatst gewijzigd bij de wet van 22 maart 1993;

Gelet op de Algemene wet van 18 juli 1977 inzake douane en accijnzen, laatst gewijzigd bij de wet van 30 juni 2000;

Gelet op het koninklijk besluit nr. 187 van 30 december 1982 betreffende de oprichting van coördinatiecentra, laatst gewijzigd bij de wet van 4 april 1995;

Gelet op de wet van 27 december 1984 houdende fiscale bepalingen, laatst gewijzigd bij de wet van 26 maart 1999;

Gelet op de wet van 11 augustus 1987 houdende waarborg van werken uit edele metalen, laatst gewijzigd bij de wet van 4 april 1995;

Gelet op de wet van 2 maart 1989 op de openbaarmaking van belangrijke deelnemingen in ter beurze genoteerde vennootschappen en tot reglementering van de openbare overnameaanbiedingen, laatst gewijzigd bij de wet van 22 december 1998;

Gelet op de wet van 4 december 1990 op de financiële transacties en de financiële markten, laatst gewijzigd bij de wet van 4 mei 1999;

Gelet op de wet van 2 januari 1991 betreffende de markt van de effecten van de overheidsschuld en het monetair beleidsinstrumentarium, laatst gewijzigd bij de wet van 15 juli 1998;

Gelet op de wet van 2 januari 1991 betreffende het Belgisch-Luxemburgs Wisselinstituut, laatst gewijzigd bij de wet van 12 december 1996;

Gelet op de wet van 22 maart 1993 op het statuut van en het toezicht op de kredietinstellingen, laatst gewijzigd bij de wet van 26 april 1999;

Gelet op de wet van 22 juli 1993 tot instelling van een bijdrage op de energie ter vrijwaring van het concurrentievermogen en de werkgelegenheid;

Gelet op de wet van 13 februari 1995 betreffende het accijnsstelsel van alcoholvrije dranken;

Gelet op de wet van 13 februari 1995 betreffende het accijnsstelsel van koffie;

Gelet op de wet van 6 april 1995 inzake de secundaire markten, het statuut van en het toezicht op de beleggingsondernemingen, de bemiddelaars en beleggingsadviseurs, laatst gewijzigd bij de wet van 11 april 1999;

Gelet op de wet van 3 april 1997 betreffende het fiscaal stelsel van gefabriceerde tabak, laatst gewijzigd bij de wet van 4 mei 1999;

Gelet op de wet van 22 oktober 1997 betreffende de structuur en de accijnstarieven inzake minerale olie, laatst gewijzigd bij de wet van 31 december 1999;

Gelet op de wet van 7 januari 1998 betreffende de structuur en accijnstarieven op alcohol en alcoholhoudende dranken;

Gelet op het koninklijk besluit van 20 juli 2000 houdende uitvoering van de wet van 26 juni 2000 betreffende de invoering van de euro in de wetgeving die betrekking heeft op aangelegenheden als bedoeld in artikel 78 van de Grondwet en die ressorteert onder het Ministerie van Financiën;

Gelet op de wet van 12 augustus 2000 houdende sociale, budgettaire en andere bepalingen;

Gelet op de wet van 12 augustus 2000 tot geleidelijke afschaffing van de aanvullende crisisbijdrage op de inkomsten van de natuurlijke personen;

Gelet op de adviezen van de Inspectie van Financiën, gegeven op 13 juni 2001;

Gelet op de akkoordbevinding van de Minister van Begroting, gegeven op 19 juni 2001;

Gelet op het verzoek om spoedbehandeling gemotiveerd als volgt : Met de koninklijke besluiten van 20 juli 2000 zijn de meeste bedragen in de Belgische reglementering omgezet van Belgische frank naar euro.

De strikte timing die toen is gehanteerd heeft het mogelijk gemaakt dat de overheidsbesturen nu reeds heel wat maatregelen en schikkingen hebben genomen om een vlotte overgang naar het definitieve eurotijdperk per 1 januari 2002 te verzekeren. Vooral op het vlak van de informatica, waarbij de eerste testen gepland zijn voor juli 2001, maar ook op het vlak van de formulieren en drukwerken zijn de aanpassingen volop in een uitvoeringsfase.

Het zeer omvangrijke werk van omzetting naar euro kon in 2000 niet ineens worden uitgevoerd. Zo waren er nog een aantal bepalingen die op dat ogenblik voor inhoudelijke wijzigingen vatbaar waren. Ondertussen zijn een aantal bedragen al aangepast en kunnen ze nu met de nodige zekerheid naar euro worden omgezet. Er is ook vastgesteld dat er een aantal foutjes zijn geslopen in de eerste reeks van eurobesluiten. Ten slotte waren er voor een aantal bedragen ook nog wettelijk vereiste adviezen of akkoordverklaringen noodzakelijk.

De tweede reeks eurobesluiten die wordt voorgelegd heeft als doel de eerste reeks aan te passen en/of te vervolledigen. Ook nu weer worden, voor de bevattelijkheid, de bepalingen op een gegroepeerde wijze uitgevaardigd. Dit gebeurt ter verzekering van een eenvormige behandeling die enerzijds een budgettaire en administratieve controle toelaat en anderzijds het Parlement in staat stelt de uitwerking van de bepalingen in goede voorwaarden op te volgen.

Het is nodig om de voorgestelde aanpassingen zo snel mogelijk door te voeren. Vooreerst zouden deze aanpassingen nog mee moeten worden opgenomen in de programma's tot aanpassing van de informatica, de drukwerken en formulieren. Daarnaast is het ook wenselijk dat de geadministreerden zo snel mogelijk zekerheid krijgen over de juiste omzetting van bedragen en regels waarover er nu nog twijfel bestaat;

Gelet op het advies van de Raad van State gegeven op 2 juli 2001 met toepassing van artikel 84, eerste lid, 2°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;

Op de voordracht van Onze Minister van Werkgelegenheid, Onze Minister van Begroting, Onze Minister van Financiën, Onze Minister belast met Middenstand en Onze Minister van Economie, Hebben Wij besloten en besluiten Wij : HOOFDSTUK I. - Bepalingen inzake directe belastingen

Artikel 1.In de hierna vermelde artikelen van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 worden de in frank uitgedrukte bedragen die voorkomen in de tweede kolom van de volgende tabel vervangen door de in euro uitgedrukte bedragen in de derde kolom van dezelfde tabel.

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld

Art. 2.In de hierna vermelde artikelen van hetzelfde Wetboek worden de in frank uitgedrukte bedragen die voorkomen in de tweede kolom van de volgende tabel vervangen door de in euro uitgedrukte bedragen in de derde kolom van dezelfde tabel.

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld

Art. 3.In het hierna vermelde artikel van hetzelfde Wetboek wordt het in frank uitgedrukte bedrag dat voorkomt in de tweede kolom van de volgende tabel vervangen door het in euro uitgedrukte bedrag in de derde kolom van dezelfde tabel.

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld

Art. 4.In artikel 178, § 1, van hetzelfde Wetboek worden de woorden « in franken » vervangen door de woorden « in euro ».

Art. 5.In de hierna vermelde artikelen van hetzelfde Wetboek worden de in frank uitgedrukte bedragen die voorkomen in de tweede kolom van de volgende tabel vervangen door de in euro uitgedrukte bedragen in de derde kolom van dezelfde tabel.

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld

Art. 6.In de hierna vermelde artikelen van het koninklijk besluit nr. 187 van 30 december 1982 betreffende de oprichting van coördinatiecentra worden de in frank uitgedrukte bedragen die voorkomen in de tweede kolom van de volgende tabel vervangen door de in euro uitgedrukte bedragen in de derde kolom van dezelfde tabel.

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld

Art. 7.In het hierna vermelde artikel van de wet van 27 december 1984 houdende fiscale bepalingen, wordt het in frank uitgedrukte bedrag dat voorkomt in de tweede kolom van de volgende tabel vervangen door het in euro uitgedrukte bedrag in de derde kolom van dezelfde tabel.

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld

Art. 8.In de hierna vermelde artikelen van de wet van 12 augustus 2000 tot geleidelijke afschaffing van de aanvullende crisisbijdrage op de inkomsten van de natuurlijke personen, worden de in frank uitgedrukte bedragen die voorkomen in de tweede kolom van de volgende tabel vervangen door de in euro uitgedrukte bedragen in de derde kolom van dezelfde tabel.

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld HOOFDSTUK II. - Bepalingen inzake indirecte belastingen Afdeling 1. - Met het zegel gelijkgestelde taksen

Art. 9.In de hierna vermelde artikelen van het Wetboek der met het zegel gelijkgestelde taksen, worden de in frank uitgedrukte bedragen die voorkomen in de tweede kolom van de volgende tabel vervangen door de in euro uitgedrukte bedragen in de derde kolom van dezelfde tabel.

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld

Art. 10.In artikel 2042 van het hetzelfde Wetboek worden volgende wijzigingen aangebracht : 1° het eerste lid wordt vervangen als volgt : « Wanneer het bedrag van der met het zegel gelijkgestelde taksen een fractie van een cent bevat, dient deze fractie, voor elke inning, afgerond op de hogere of op de lagere cent, naar gelang zij al dan niet 0,5 cent bereikt.»; 2° het tweede lid wordt opgeheven. Afdeling 2. - Successierechten

Art. 11.In de hierna vermelde artikelen van het Wetboek der successierechten worden de in frank uitgedrukte bedragen die voorkomen in de tweede kolom van de volgende tabel vervangen door de in euro uitgedrukte bedragen in de derde kolom van dezelfde tabel.

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld

Art. 12.In hetzelfde Wetboek worden volgende wijzigingen aangebracht : 1° in artikel 17, eerste lid, worden de woorden « in nationale munt » vervangen door de woorden « in euro »;2° in artikel 62 worden de woorden « tot de hogere frank » vervangen door de woorden « tot de hogere cent »;3° in artikel 82, derde lid, worden de woorden « tot de hogere frank » vervangen door de woorden « tot de hogere cent »;4° in artikel 152, tweede lid, worden de woorden « tot de hogere frank » vervangen door de woorden « tot de hogere cent »;5° artikel 161ter, tweede lid, wordt opgeheven;6° in artikel 180, tweede lid, vervallen de woorden « en deze schuldvordering der Schatkist wordt in franks omgezet overeenkomstig artikel 2 van het decreet van 23 maart 1921 over de omzetting der in marken aangegane schulden ». Afdeling 3. - Zegelrechten

Art. 13.In de hierna vermelde artikelen van het Wetboek der zegelrechten worden de in frank uitgedrukte bedragen die voorkomen in de tweede kolom van de volgende tabel vervangen door de in euro uitgedrukte bedragen in de derde kolom van dezelfde tabel.

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Afdeling 4. - Douane en accijnzen

Art. 14.Artikel 312 van de Algemene wet van 18 juli 1977 inzake douane en accijnzen wordt vervangen als volgt : «

Art. 312.Wanneer de te vereffenen sommen, de te verrichten aan- of afschrijvingen of de te verlenen terugbetalingen inzake accijnzen, taksen, boeten, nalatigheidsinteresten of enigerlei andere belasting of retributie waarvan de inning, voor rekening van de Staat, is toevertrouwd aan de administratie der douane en accijnzen, een fractie van een cent behelst, dan wordt het bedrag, voor elke aanslag, betaling, aanschrijving, afschrijving of terugbetaling op de cent naar boven of naar beneden afgerond, al naar gelang de fractie 0,5 cent bereikt of niet. »

Art. 15.In de hierna vermelde artikelen van de wet van 13 februari 1995 betreffende het accijnsstelsel van alcoholvrije dranken, worden de in frank uitgedrukte bedragen die voorkomen in de tweede kolom van de volgende tabel vervangen door de in euro uitgedrukte bedragen in de derde kolom van dezelfde tabel.

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld

Art. 16.In de hierna vermelde artikelen van de wet van 13 februari 1995 betreffende het accijnsstelsel van koffie, worden de in frank uitgedrukte bedragen die voorkomen in de tweede kolom van de volgende tabel vervangen door de in euro uitgedrukte bedragen in de derde kolom van dezelfde tabel.

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld

Art. 17.In de hierna vermelde artikelen van de wet van 3 april 1997 betreffende het fiscaal stelsel van gefabriceerde tabak, worden de in frank uitgedrukte bedragen die voorkomen in de tweede kolom van de volgende tabel vervangen door de in euro uitgedrukte bedragen in de derde kolom van dezelfde tabel.

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld

Art. 18.In de hierna vermelde artikelen van de wet van 22 oktober 1997 betreffende de structuur en de accijnstarieven inzake minerale olie, worden de in frank uitgedrukte bedragen die voorkomen in de tweede kolom van de volgende tabel vervangen door de in euro uitgedrukte bedragen in de derde kolom van dezelfde tabel.

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld

Art. 19.In artikel 7 van dezelfde wet worden de woorden « 0 frank » telkens vervangen door de woorden « 0 EUR ».

Art. 20.In de hierna vermelde artikelen van de wet van 7 januari 1998 betreffende de structuur en accijnstarieven op alcohol en alcoholhoudende dranken, worden de in frank uitgedrukte bedragen die voorkomen in de tweede kolom van de volgende tabel vervangen door de in euro uitgedrukte bedragen in de derde kolom van dezelfde tabel.

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld

Art. 21.In dezelfde wet wordt de tabel opgenomen in artikel 5, § 2, vervangen als volgt : Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld

Art. 22.In de artikelen 9 en 12 van dezelfde wet worden de woorden « 0 frank » telkens vervangen door de woorden « 0 EUR ». Afdeling 5. - Energiebijdrage

Art. 23.In de hierna vermelde artikelen van de wet van 22 juli 1993 tot instelling van een bijdrage op de energie ter vrijwaring van het concurrentievermogen en de werkgelegenheid, worden de in frank uitgedrukte bedragen die voorkomen in de tweede kolom van de volgende tabel vervangen door de in euro uitgedrukte bedragen in de derde kolom van dezelfde tabel.

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld

Art. 24.In artikel 2, B, van dezelfde wet worden de woorden « per megajoule » vervangen door de woorden « per gigajoule ».

Art. 25.In artikel 2 van dezelfde wet worden de woorden « 0 frank » telkens vervangen door de woorden « 0 EUR ». Afdeling 6. - Openingsbelasting

Art. 26.In het hierna vermelde artikel van de wetsbepalingen inzake de slijterijen van gegiste dranken, samengeordend op 3 april 1953, worden de in frank uitgedrukte bedragen die voorkomen in de tweede kolom van de volgende tabel vervangen door de in euro uitgedrukte bedragen in de derde kolom van dezelfde tabel.

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld HOOFDSTUK III. - Financiële bepalingen

Art. 27.In het hierna vermelde artikel van de wet van 24 juli 1921 op de ongewilde buitenbezitstelling van de titels aan toonder, worden de in frank uitgedrukte bedragen die voorkomen in de tweede kolom van de volgende tabel vervangen door de in euro uitgedrukte bedragen in de derde kolom van dezelfde tabel.

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld

Art. 28.In het hierna vermelde artikel van de wet van 8 mei 1924 betreffende den handel in en het smelten van geldstukken, worden de in frank uitgedrukte bedragen die voorkomen in de tweede kolom van de volgende tabel vervangen door de in euro uitgedrukte bedragen in de derde kolom van dezelfde tabel.

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld

Art. 29.In het hierna vermelde artikel van het koninklijk besluit nr. 185 van 9 juli 1935 op de bankcontrole en het uitgifteregime voor titels en effecten, worden de in frank uitgedrukte bedragen die voorkomen in de tweede kolom van de volgende tabel vervangen door de in euro uitgedrukte bedragen in de derde kolom van dezelfde tabel.

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld

Art. 30.In het hierna vermelde artikel van het koninklijk besluit nr. 71 van 30 november 1939 betreffende het leuren met roerende waarden en demarchage met roerende waarden en goederen of eetwaren, worden de in frank uitgedrukte bedragen die voorkomen in de tweede kolom van de volgende tabel vervangen door de in euro uitgedrukte bedragen in de derde kolom van dezelfde tabel.

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld

Art. 31.In de hierna vermelde artikelen van de besluitwet van 6 oktober 1944 betreffende de controle op den wissel, worden de in frank uitgedrukte bedragen die voorkomen in de tweede kolom van de volgende tabel vervangen door de in euro uitgedrukte bedragen in de derde kolom van dezelfde tabel.

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld

Art. 32.In artikel 2, vierde lid, van de besluitwet van 18 mei 1945 tot oprichting van een Rentenfonds worden de woorden « of in euro » ingevoegd tussen de woorden « Belgische frank » en « die zijn uitgegeven ».

Art. 33.In het hierna vermelde artikel van het koninklijk besluit nr. 64 van 10 november 1967 tot regeling van het statuut van de portefeuillemaatschappijen, worden de in frank uitgedrukte bedragen die voorkomen in de tweede kolom van de volgende tabel vervangen door de in euro uitgedrukte bedragen in de derde kolom van dezelfde tabel.

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld

Art. 34.In de hierna vermelde artikelen van de wet van 11 augustus 1987 houdende waarborg van werken uit edele metalen, worden de in frank uitgedrukte bedragen die voorkomen in de tweede kolom van de volgende tabel vervangen door de in euro uitgedrukte bedragen in de derde kolom van dezelfde tabel.

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld

Art. 35.In het hierna vermelde artikel van de wet van 2 maart 1989 op de openbaarmaking van belangrijke deelnemingen in ter beurze genoteerde vennootschappen en tot reglementering van de openbare overnameaanbiedingen, worden de in frank uitgedrukte bedragen die voorkomen in de tweede kolom van de volgende tabel vervangen door de in euro uitgedrukte bedragen in de derde kolom van dezelfde tabel.

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld

Art. 36.In de hierna vermelde artikelen van de wet van 4 december 1990 op de financiële transacties en de financiële markten, worden de in frank uitgedrukte bedragen die voorkomen in de tweede kolom van de volgende tabel vervangen door de in euro uitgedrukte bedragen in de derde kolom van dezelfde tabel.

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld

Art. 37.In het hierna vermelde artikel van de wet van 2 januari 1991 betreffende de markt van de effecten van de overheidsschuld en het monetair beleidsinstrumentarium, worden de in frank uitgedrukte bedragen die voorkomen in de tweede kolom van de volgende tabel vervangen door de in euro uitgedrukte bedragen in de derde kolom van dezelfde tabel.

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld

Art. 38.In het hierna vermelde artikel van de wet van 2 januari 1991 betreffende het Belgisch-Luxemburgs Wisselinstituut, worden de in frank uitgedrukte bedragen die voorkomen in de tweede kolom van de volgende tabel vervangen door de in euro uitgedrukte bedragen in de derde kolom van dezelfde tabel.

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld

Art. 39.In de hierna vermelde artikelen van de wet van 22 maart 1993 op het statuut van en het toezicht op de kredietinstellingen, worden de in frank uitgedrukte bedragen die voorkomen in de tweede kolom van de volgende tabel vervangen door de in euro uitgedrukte bedragen in de derde kolom van dezelfde tabel.

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld

Art. 40.In de hierna vermelde artikelen van de wet van 6 april 1995 inzake de secundaire markten, het statuut van en het toezicht op de beleggingsondernemingen, de bemiddelaars en beleggingsadviseurs, worden de in frank uitgedrukte bedragen die voorkomen in de tweede kolom van de volgende tabel vervangen door de in euro uitgedrukte bedragen in de derde kolom van dezelfde tabel.

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld HOOFDSTUK IV. - Bepalingen inzake de Rijkscomptabiliteit

Art. 41.In de hierna vermelde artikelen van de wet van 29 oktober 1846 op de inrichting van het Rekenhof, worden de in frank uitgedrukte bedragen die voorkomen in de tweede kolom van de volgende tabel vervangen door de in euro uitgedrukte bedragen in de derde kolom van dezelfde tabel.

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld HOOFDSTUK V. - Wijzigingen in het koninklijk besluit van 20 juli 2000

Art. 42.In het koninklijk besluit van 20 juli 2000 houdende uitvoering van de wet van 26 juni 2000 betreffende de invoering van de euro in de wetgeving die betrekking heeft op aangelegenheden als bedoeld in artikel 78 van de Grondwet en die ressorteert onder het Ministerie van Financiën, worden volgende wijzigingen aangebracht : 1° in de tabel van het artikel 1 vervallen onder het nr.1, de volgende rijen : Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld 2° in de tabel van het artikel 2 vervallen respectievelijk onder het nr.4 en het nr. 25, de volgende rijen : Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld 3° in de artikelen 4 en 5 wordt het woord « eurocent » telkens vervangen door het woord « cent »;4° de inleidende regel van artikel 6, § 8, wordt vervangen als volgt : « § 8.in de gecoördineerde wetten van 17 juli 1991 op de Rijkscomptabiliteit : »; 5° in alle bedragen van het besluit die een geheel veelvoud van een euro vormen, wordt de notatie met twee decimalen vervangen door een notatie zonder decimalen. HOOFDSTUK VI. - Slotbepalingen

Art. 43.In afwijking van artikel 1 van hetzelfde besluit worden het bedrag van 125 EUR vermeld in artikel 38, eerste lid, 9°, en het bedrag van 325 EUR vermeld in artikel 132, eerste lid, 6°, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, voor het aanslagjaar 2002, respectievelijk vervangen door het bedrag van 126 EUR en 326 EUR.

Art. 44.In afwijking van artikel 1 worden de bedragen van 125 EUR vermeld in de artikelen 21, 6°, en 21, 10°, van hetzelfde Wetboek, voor het aanslagjaar 2002 telkens vervangen door 126 EUR.

Art. 45.§ 1. Dit besluit treedt in werking vanaf 1 januari 2002, met uitzondering van de artikelen 8, 43, 44 en van de artikelen vermeld in § 2. § 2. De artikelen 1, 4 en 7 treden in werking vanaf aanslagjaar 2002.

Artikel 2 is van toepassing op de leningen die zijn aangegaan vanaf 1 januari 2001 en voor zover ze geen leningen vervangen die vóór die datum zijn afgesloten.

Artikel 3 is van toepassing op de kapitalen of afkoopwaarden betaald of toegekend vanaf 1 januari 2001.

Art. 46.Onze Minister van Werkgelegenheid, Onze Minister van Begroting, Onze Minister van Financiën, Onze Minister belast met Middenstand en Onze Minister van Economie zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 13 juli 2001.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX De Minister van Begroting, J. VANDE LANOTTE De Minister van Financiën, D. REYNDERS De Minister belast met Middenstand, R. DAEMS De Minister van Economie, Ch. PICQUE

^