gepubliceerd op 13 februari 2002
Koninklijk besluit tot wijziging van de artikelen 114, 122 en 125 van het koninklijk besluit van 25 november 1991 houdende de werkloosheidsreglementering en tot invoering van een correctie ter compensatie van het verlies ingevolge de omzetting naar euro
3 FEBRUARI 2002. - Koninklijk besluit tot wijziging van de artikelen 114, 122 en 125 van het koninklijk besluit van 25 november 1991 houdende de werkloosheidsreglementering en tot invoering van een correctie ter compensatie van het verlies ingevolge de omzetting naar euro (1)
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders, inzonderheid op artikel 7, gewijzigd bij de wetten van 14 juli 1951, 14 februari 1961, 16 april 1963, 11 januari 1967, 10 oktober 1967, de koninklijke besluiten nr. 13 van 11 oktober 1978 en nr. 28 van 24 maart 1982, de wetten van 22 januari 1985, 30 december 1988, 26 juni 1992 en 30 maart 1994, het koninklijk besluit van 14 november 1996 en de wetten van 13 maart 1997, 13 februari 1998, 22 december 1998, 26 maart 1999, 12 augustus 2000, 22 mei 2001, 19 juli 2001, 10 augustus 2001 en 30 december 2001;
Gelet op het koninklijk besluit van 25 november 1991 houdende de werkloosheidsreglementering, inzonderheid op de artikelen 114, § 4, derde lid, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 13 juli 2001, en § 5, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 15 december 1992, 26 maart 1996 en 13 juli 2001, 122, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 15 december 1992, 26 maart 1996 en 13 juli 2001, en 125, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 15 december 1992, 26 maart 1996 en 13 juli 2001;
Gelet op het advies van het beheerscomité van de Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening, gegeven op 10 januari 2002;
Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 17 januari 2002;
Gelet op het akkoord van Onze Minister van Begroting, gegeven op 24 januari 2002;
Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, gewijzigd bij de wetten van 4 juli 1989 en 4 augustus 1996;
Gelet op de hoogdringendheid, gemotiveerd door het feit dat bij de betaling van de uitkeringen met betrekking tot de maand december 2001, in januari 2002 uitbetaald in euro, gebleken is dat sommige werklozen een zeer geringe verlaging van hun uitkeringen vaststelden; dat, om het vertrouwen in de nieuwe munt niet te schaden, voor de komende maanden een correctie dient voorzien zodat er geen financieel verlies meer is dat zou kunnen toegeschreven worden aan de omzetting naar euro; dat eerstdaags de betalingen van de uitkeringen van de maand januari zullen plaatshebben; dat bijgevolg alle instanties bevoegd voor de uitbetaling van deze uitkeringen hiervan zo snel mogelijk op de hoogte gebracht moeten worden, zodat dat zij alle maatregelen kunnen nemen om de desbetreffende uitkeringen onverwijld te kunnen uitbetalen;
Op de voordracht van Onze Minister van Werkgelegenheid, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.In afwijking van Titel II, Hoofdstuk IV, Afdelingen II en III van het koninklijk besluit van 25 november 1991 houdende de werkloosheidsreglementering wordt, zolang de spilindex 109,45 niet bereikt wordt : - het in deze afdelingen in euro vermelde dagbedrag van de volledige uitkering, nadat het geïndexeerd werd, verhoogd met 0,01 EUR indien het betreffende bedrag minstens 0,001 EUR lager ligt dan het voorheen geldende geïndexeerde bedrag van de daguitkering in BEF, geconverteerd naar euro; -.het geïndexeerde dagbedrag van de anciënniteitstoeslag bedoeld in artikel 127, § 1, eerste lid, 1° van het voormeld koninklijk besluit verhoogd met 0,01 EUR; - het geïndexeerde dagbedrag van de anciënniteitstoeslag bedoeld in artikel 127, § 1, eerste lid, 4°, van het voormeld koninklijk besluit verhoogd met respectievelijk 0,02 EUR of 0,04 EUR indien de werknemer niet of wel voldoet aan de vereisten van artikel 114, § 4, derde lid, van het voormeld koninklijk besluit.
Het eerste lid is evenwel niet toepasselijk indien het betreffende dagbedrag met ingang van 1 januari 2002 verhoogd werd.
Art. 2.In afwijking van de bepalingen genomen krachtens artikel 119, 1° en 2° van hetzelfde besluit wordt, zolang de spilindex 109,45 niet bereikt wordt, de uitkering evenwel berekend op het bedrag bekomen in toepassing van de bepalingen genomen krachtens voormeld artikel, verhoogd met 0,03 EUR. De bepaling van het eerste lid geldt evenwel niet indien het bedrag waarop de uitkering wordt berekend hoger is dan 56,5657 EUR. Voor de werknemers bedoeld in artikel 110, §§ 2 en 3 van het voormeld koninklijk besluit geldt de bepaling van het eerste lid na de eerste 12 maanden van werkloosheid in de zin van artikel 114 van het voormeld koninklijk besluit, slechts indien zij genieten van een anciënniteitstoeslag.
Art. 3.In artikel 114 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : A) § 4, derde lid, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 13 juli 2001, wordt vervangen door de volgende bepaling: « Wanneer twee samenwonende echtgenoten in de loop van een kalendermaand slechts beschikken over uitkeringen in de zin van artikel 27, 4° en het dagbedrag van elke uitkering het maximum dagbedrag van de werkloosheidsuitkering vastgesteld overeenkomstig dit artikel voor de samenwonende werknemer na de eerste twaalf maanden van werkloosheid niet overschrijdt, wordt elke werkloosheidsuitkering van 13,56 EUR met een toeslag van 4,23 EUR verhoogd. »;
B) in § 5, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 15 december 1992, 26 maart 1996 en 13 juli 2001, worden de bedragen van 10,01 EUR en 8,13 EUR respectievelijk vervangen door de bedragen van 10,02 EUR en 8,14 EUR.
Art. 4.In artikel 122, eerste lid, van hetzelfde besluit, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 15 december 1992, 26 maart 1996 en 13 juli 2001, worden de bedragen van 10,01 EUR en 8,13 EUR respectievelijk vervangen door de bedragen van 10,02 EUR en 8,14 EUR.
Art. 5.In artikel 125, eerste lid, van hetzelfde besluit, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 15 december 1992, 26 maart 1996 en 13 juli 2001, worden de bedragen van 10,01 EUR en 8,13 EUR respectievelijk vervangen door de bedragen van 10,02 EUR en 8,14 EUR.
Art. 6.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2002.
Art. 7.Onze Minister van Werkgelegenheid is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 3 februari 2002.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX _______ Nota (1) Verwijzingen naar het Belgisch Staatsblad : Besluitwet van 28 december 1944, Belgisch Staatsblad van 30 december 1944. Wet van 14 juli 1951, Belgisch Staatsblad van 16 december 1951.
Wet van 14 februari 1961, Belgisch Staatsblad van 15 februari 1961.
Wet van 16 april 1963, Belgisch Staatsblad van 23 april 1963.
Wet van 11 januari 1967, Belgisch Staatsblad van 14 januari 1967.
Wet van 10 oktober 1967, Belgisch Staatsblad van 31 oktober 1967.
Koninklijk besluit nr. 13 van 11 oktober 1978, Belgisch Staatsblad van 31 oktober 1978.
Koninklijk besluit nr. 28 van 24 maart 1982, Belgisch Staatsblad van 26 maart 1982.
Wet van 22 januari 1985, Belgisch Staatsblad van 24 januari 1985.
Wet van 30 december 1988, Belgisch Staatsblad van 5 januari 1989.
Wet van 26 juni 1992, Belgisch Staatsblad van 30 juni 1992.
Wet van 30 maart 1994, Belgisch Staatsblad van 31 maart 1994.
Koninklijk besluit van 14 november 1996, Belgisch Staatsblad van 31 december 1996.
Wet van 13 maart 1997, Belgisch Staatsblad van 10 juni 1997.
Wet van 13 februari 1998, Belgisch Staatsblad van 19 februari 1998.
Wet van 22 december 1998, Belgisch Staatsblad van 10 april 1999.
Wet van 26 maart 1999, Belgisch Staatsblad van 1 april 1999.
Wet van 12 augustus 2000, Belgisch Staatsblad van 31 augustus 2000.
Wet van 22 mei 2001, Belgisch Staatsblad van 21 juni 2001.
Wet van 19 juli 2001, Belgisch Staatsblad van 28 juli 2001.
Wet van 10 augustus 2001, Belgisch Staatsblad van 15 september 2001.
Wet van 30 december 2001, Belgisch Staatsblad van 31 december 2001.
Koninklijk besluit van 25 november 1991, Belgisch Staatsblad van 31 december 1991.
Koninklijk besluit van 15 december 1992, Belgisch Staatsblad van 29 december 1992.
Koninklijk besluit van 26 maart 1996, Belgisch Staatsblad van 6 april 1996.
Koninklijk besluit van 13 juli 2001, Belgisch Staatsblad van 11 augustus 2001.