13 JULI 2001. - Koninklijk besluit tot invoering van de euro in de koninklijke besluiten die ressorteren onder het Ministerie van Financiën en tot uitvoering van de wet van 30 oktober 1998 betreffende de euro

ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de Verordeningen (EG) nr. 1103/97 van de Raad van 17 juni 1997 inzake bepaalde beschikkingen betreffende de invoering van de euro en nr. 974/98 van de Raad van 3 mei 1998 over de invoering van de euro;

Gelet op de wet van 26 juni 2000 betreffende de invoering van de euro in de wetgeving die betrekking heeft op aangelegenheden zoals bepaald in artikel 78 van de Grondwet;

Gelet op het Wetboek der met het zegel gelijkgestelde taksen, laatst gewijzigd bij de wet van 4 mei 1999;

Gelet op het Wetboek der successierechten, laatst gewijzigd bij de wet van 15 maart 1999;

Gelet op het Wetboek der zegelrechten, laatst gewijzigd bij de wet van 1 maart 2000;

Gelet op het Wetboek van de met de inkomstenbelastingen gelijkgestelde belastingen, laatst gewijzigd bij wet van 19 februari 2001;

Gelet op het Wetboek van de belasting op de toegevoegde waarde, laatst gewijzigd bij het koninklijk besluit van 30 december 1999;

Gelet op het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, laatst gewijzigd bij de wet van 23 maart 2001;

Gelet op de wet van 21 ventôse jaar VII betreffende de inrichting van de hypotheekbewaring, laatst gewijzigd bij de wet van 9 augustus 1963;

Gelet op de algemene wet van 26 augustus 1822 over de heffing der rechten van in-, uit- en doorvoer, van de accijnzen, alsmede van het tonnegeld der zeeschepen;

Gelet op de wet van 15 mei 1846 op de Rijkscomptabiliteit, laatst gewijzigd bij de wet van 22 december 1989;

Gelet op de wet van 6 augustus 1849 op de doorvoer;

Gelet op de wet van 30 december 1885 houdende goedkeuring van de akte van 12 december 1885, waarbij België bijtreedt tot de overeenkomst rakende het muntwezen, de 6e november 1885 te Parijs gesloten tussen Frankrijk, Griekenland, Italië en Zwitserland, alsmede tot de er aangehechte schikking en verklaring, laatst gewijzigd bij de wet van 12 juli 1991;

Gelet op de wet van 19 juli 1895 betrekkelijk het verbod der vreemde pasmunt en het recht tot verwisseling der nationale pasmunt;

Gelet op de wet van 10 juni 1922 betreffende het loon der hypotheekbewaarders;

Gelet op het koninklijk besluit nr. 185 van 9 juli 1935 op de Commissie voor het Bank- en Financiewezen;

Gelet op het besluit van de Regent van 16 september 1947 houdende wederaanpassing van het bedrag der bij het Wetboek der zegelrechten vastgestelde rechten en geldboeten;

Gelet op de wetsbepalingen inzake de slijterijen van gegiste dranken, samengeordend op 3 april 1953;

Gelet op de wet van 16 maart 1954 betreffende de controle op sommige instellingen van openbaar nut, laatst gewijzigd bij de wet van 4 februari 2000;

Gelet op de wet van 3 juli 1956 betreffende de afschaffing van de frankgedeelten in de openbare comptabiliteit;

Gelet op de wet van 28 juni 1963 tot wijziging en aanvulling van de wetten op de Rijkscomptabiliteit, laatst gewijzigd bij de wet van 28 juni 1989;

Gelet op het koninklijk besluit nr. 187 van 30 december 1982 betreffende de oprichting van coördinatiecentra, laatst gewijzigd bij de wet van 4 april 1995;

Gelet op de wet van 2 januari 1991 betreffende de markt van de effecten van de overheidsschuld en het monetair beleidsinstrumentarium, laatst gewijzigd bij de wet van 15 juli 1998;

Gelet op het koninklijk besluit van 10 december 1868 houdende algemeen reglement op de Rijkscomptabiliteit, laatst gewijzigd bij het koninklijk besluit van 28 december 1966;

Gelet op de wet van 6 september 1895. Omloop der vreemde koperen munten. Geldig erkende toelating;

Gelet op het koninklijk besluit van 31 maart 1936 houdende algemeen reglement van de successierechten, laatst gewijzigd bij het koninklijk besluit van 13 december 1999;

Gelet op het besluit van de Regent van 18 september 1947 betreffende de uitvoering van het Wetboek der zegelrechten, laatst gewijzigd bij het koninklijk besluit van 27 augustus 1993;

Gelet op het besluit van de Regent van 1 juli 1949 houdende het statuut van de bedienden der hypotheekbewaarders, laatst gewijzigd bij het koninklijk besluit van 10 februari 1998;

Gelet op het besluit van de Regent van 12 december 1949 betreffende het gebruik van zegelmachines voor het kwijten van het zegelrecht en van de met het zegel gelijkgestelde taksen;

Gelet op het koninklijk besluit van 4 april 1953 tot regeling van de uitvoering van de wetsbepalingen inzake de slijterijen van gegiste dranken, gecoördineerd op 3 april 1953;

Gelet op het koninklijk besluit van 8 april 1954 ter regeling van de modaliteiten van controle vanwege de inspecteurs van Financiën op sommige instellingen van openbaar nut;

Gelet op het koninklijk besluit van 18 september 1962 tot vaststelling van de lonen der hypotheekbewaarders, laatst gewijzigd bij het koninklijk besluit van 4 maart 1998;

Gelet op het koninklijk besluit van 9 april 1965 betreffende het begeleiden van schepen door douane-ambtenaren;

Gelet op het koninklijk besluit van 31 mei 1966 houdende regeling van de controle op de vastlegging van de uitgaven in de diensten van algemeen bestuur van de Staat, laatst gewijzigd bij het koninklijk besluit van 5 februari 1998;

Gelet op het koninklijk besluit van 21 december 1967 betreffende het schrappen van frankgedeelten in de algemene comptabiliteit van de Staat, laatst gewijzigd bij het koninklijk besluit van 26 november 1998;

Gelet op het koninklijk besluit van 8 juli 1970 houdende de algemene verordening betreffende de met de inkomstenbelastingen gelijkgestelde belastingen, laatst gewijzigd bij het koninklijk besluit van 9 november 1999;

Gelet op het koninklijk besluit nr. 22 van 15 september 1970 met betrekking tot de bijzondere regeling voor landbouwondernemers inzake belasting over de toegevoegde waarde, laatst gewijzigd bij het koninklijk besluit van 14 april 1993;

Gelet op het koninklijk besluit van 3 november 1986 tot vaststelling van de criteria betreffende het multinationale karakter van de groep waarvan een coördinatiecentrum deel uitmaakt;

Gelet op het koninklijk besluit nr. 41 van 30 januari 1987 tot vaststelling van het bedrag van de proportionele fiscale geldboeten op het stuk van de belasting over de toegevoegde waarde, laatst gewijzigd bij het koninklijk besluit van 26 november 1998;

Gelet op het koninklijk besluit van 14 september 1992 tot vaststelling van de nadere regels voor de omrekening in Belgische frank van bedragen die in de openbare en administratieve akten zijn uitgedrukt in ecu of in bepaalde munteenheden;

Gelet op het koninklijk besluit nr. 24 van 29 december 1992 met betrekking tot de voldoening van de belasting over de toegevoegde waarde, laatst gewijzigd bij het koninklijk besluit van 26 november 1998;

Gelet op het koninklijk besluit van 27 augustus 1993 tot uitvoering van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, laatst gewijzigd bij het koninklijk besluit van 16 maart 2001;

Gelet op het koninklijk besluit van 13 april 1997 met betrekking tot het inventariseren van het buitenlandse betalingsverkeer van de Belgisch-Luxemburgse Economische Unie en van de lopende rekening van de betalingsbalans van het Koninkrijk België;

Gelet op het koninklijk besluit van 20 juli 2000 tot invoering van de euro in de koninklijke besluiten die ressorteren onder het Ministerie van Financiën en tot uitvoering van de wet van 30 oktober 1998 betreffende de euro;

Gelet op de adviezen van de Inspectie van Financiën, gegeven op 13 juni 2001;

Gelet op de akkoordbevinding van de Minister van Begroting, gegeven op 19 juni 2001;

Gelet op het verzoek om spoedbehandeling gemotiveerd als volgt : Met de koninklijke besluiten van 20 juli 2000 zijn de meeste bedragen in de Belgische reglementering omgezet van Belgische frank naar euro.

De strikte timing die toen is gehanteerd heeft het mogelijk gemaakt dat de overheidsbesturen nu reeds heel wat maatregelen en schikkingen hebben genomen om een vlotte overgang naar het definitieve eurotijdperk per 1 januari 2002 te verzekeren. Vooral op het vlak van de informatica, waarbij de eerste testen gepland zijn voor juli 2001, maar ook op het vlak van de formulieren en drukwerken zijn de aanpassingen volop in een uitvoeringsfase.

Het zeer omvangrijke werk van omzetting naar euro kon in 2000 niet ineens worden uitgevoerd. Zo waren er nog een aantal bepalingen die op dat ogenblik voor inhoudelijke wijzigingen vatbaar waren. Ondertussen zijn een aantal bedragen al aangepast en kunnen ze nu met de nodige zekerheid naar euro worden omgezet. Er is ook vastgesteld dat er een aantal foutjes zijn geslopen in de eerste reeks van eurobesluiten. Ten slotte waren er voor een aantal bedragen ook nog wettelijk vereiste adviezen of akkoordverklaringen noodzakelijk.

De tweede reeks eurobesluiten die wordt voorgelegd heeft als doel de eerste reeks aan te passen en/of te vervolledigen. Ook nu weer worden, voor de bevattelijkheid, de bepalingen op een gegroepeerde wijze uitgevaardigd. Dit gebeurt ter verzekering van een eenvormige behandeling die enerzijds een budgettaire en administratieve controle toelaat en anderzijds het Parlement in staat stelt de uitwerking van de bepalingen in goede voorwaarden op te volgen.

Het is nodig om de voorgestelde aanpassingen zo snel mogelijk door te voeren. Vooreerst zouden deze aanpassingen nog mee moeten worden opgenomen in de programma's tot aanpassing van de informatica, de drukwerken en formulieren. Daarnaast is het ook wenselijk dat de geadministreerden zo snel mogelijk zekerheid krijgen over de juiste omzetting van bedragen en regels waarover er nu nog twijfel bestaat;

Gelet op het advies van de Raad van State gegeven op 2 juli 2001 met toepassing van artikel 84, eerste lid, 2°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;

Op de voordracht van Onze Minister van Werkgelegenheid, Onze Minister van Begroting, Onze Minister van Financiën, Onze Minister belast met Middenstand en Onze Minister van Economie, Hebben Wij besloten en besluiten Wij : HOOFDSTUK I. - Bepalingen inzake directe belastingen Afdeling 1. - Inkomstenbelastingen

Artikel 1.In het hierna vermelde artikel van het koninklijk besluit van 3 november 1986 tot vaststelling van de criteria betreffende het multinationale karakter van de groep waarvan een coördinatiecentrum deel uitmaakt, worden de in frank uitgedrukte bedragen die voorkomen in de tweede kolom van de volgende tabel vervangen door de in euro uitgedrukte bedragen in de derde kolom van dezelfde tabel.

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld

Art. 2.In de hierna vermelde artikelen van het koninklijk besluit van 27 augustus 1993 tot uitvoering van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, worden de in frank uitgedrukte bedragen die voorkomen in de tweede kolom van de volgende tabel vervangen door de in euro uitgedrukte bedragen in de derde kolom van dezelfde tabel.

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld

Art. 3.In artikel 2, 3°, van hetzelfde besluit vervallen telkens de woorden "of de tegenwaarde ervan in Ecu".

Art. 4.In hetzelfde besluit wordt de tabel opgenomen in artikel 18, § 3, 6, eerste lid, vervangen door de volgende tabel : Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld

Art. 5.In artikel 18, § 3, 9, eerste lid, van hetzelfde besluit worden de woorden "in frank" vervangen door de woorden "in euro".

Art. 6.In hetzelfde besluit wordt de tabel opgenomen in bijlage I, afdeling II, vervangen door de volgende tabel : Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Afdeling 2. - Met de inkomstenbelastingen gelijkgestelde belastingen

Art. 7.In artikel 29 van het koninklijk besluit van 8 juli 1970 houdende de algemene verordening betreffende de met de inkomstenbelastingen gelijkgestelde belastingen, worden de woorden "vijftig frank" vervangen door de woorden "1,25 EUR". HOOFDSTUK II. - Bepalingen inzake indirecte belastingen Afdeling 1. - Belasting over de toegevoegde waarde

Art. 8.In het koninklijk besluit nr. 22 van 15 september 1970 met betrekking tot de bijzondere regeling voor landbouwondernemers inzake belasting over de toegevoegde waarde, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in artikel 2, § 1, 4°, vervallen de woorden ", doch met uitsluiting van de in artikel 35, eerste lid, van het Wetboek bedoelde goederen";2° artikel 4, § 4, wordt opgeheven.

Art. 9.Artikel 4, § 1, van het koninklijk besluit nr. 41 van 30 januari 1987 tot vaststelling van het bedrag van de proportionele fiscale geldboeten op het stuk van de belasting over de toegevoegde waarde, wordt vervangen als volgt : « § 1. Het totale bedrag van de geldboeten wordt afgerond naar de lagere euro of het tiental euro naargelang het kleiner of groter is dan 250 EUR. »

Art. 10.In het koninklijk besluit nr. 24 van 29 december 1992 met betrekking tot de voldoening van de belasting over de toegevoegde waarde, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in het opschrift van de afdeling 2 vervallen de woorden "van fiscale plakzegels of";2° artikel 14 wordt opgeheven;3° in artikel 15, tweede lid, 3°, vervallen de woorden "de letter F gevolgd door";4° in artikel 16, eerste lid, vervallen de woorden "fiscale plakzegels of";5° in artikel 17, tweede lid, vervallen de woorden "en inzonderheid door middel van fiscale plakzegels". Afdeling 2. - Successierechten

Art. 11.In het koninklijk besluit van 31 maart 1936 houdende algemeen reglement van de successierechten, wordt artikel 2, derde lid, vervangen als volgt : « Wanneer de inventariswaarde uitgedrukt is in een buitenlandse munt, wordt aangeduid : a) de omrekeningskoers in euro op datum van 1 januari van het aanslagjaar of, in voorkomend geval, de laatste koers voorafgaand aan de eerste januari.De omrekeningskoers wordt, indien nodig, bepaald overeenkomstig het koninklijk besluit van 14 september 1992 tot vaststelling van de nadere regels voor de omrekening in euro van bedragen die in de openbare en administratieve akten zijn uitgedrukt in bepaalde munteenheden; b) de omrekeningswaarde van deze inventariswaarde in euro.»

Art. 12.In hetzelfde besluit wordt artikel 12, eerste lid, vervangen als volgt : « Het bedrag van de verminderde boete wordt afgerond op de lagere euro of het tiental euro naargelang het bedrag kleiner of groter is dan 250 euro. » Afdeling 3. - Zegelrechten

Art. 13.In het hierna vermelde artikel van het besluit van de Regent van 18 september 1947 betreffende de uitvoering van het Wetboek der zegelrechten, wordt het in frank uitgedrukte bedrag dat voorkomt in de tweede kolom van de volgende tabel vervangen door het in euro uitgedrukte bedrag in de derde kolom van dezelfde tabel.

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld

Art. 14.In hetzelfde besluit wordt artikel 10 vervangen als volgt : «

Art. 10.De plakzegels worden in onderstaande waarden vervaardigd : Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld

Art. 15.In het hierna vermelde artikel van het besluit van de Regent van 12 december 1949 betreffende het gebruik, door de belastingschuldenaars en de douanekantoren, van zegelmachines voor het kwijten van het zegelrecht en van de met het zegel gelijkgestelde taksen, worden de in frank uitgedrukte bedragen die voorkomen in de tweede kolom van de volgende tabel vervangen door de in euro uitgedrukte bedragen in de derde kolom van dezelfde tabel.

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Afdeling 4. - Accijnzen

Art. 16.In het hierna vermelde artikel van het koninklijk besluit van 4 april 1953 tot regeling van de uitvoering van de wetsbepalingen inzake de slijterijen van gegiste dranken, gecoördineerd op 3 april 1953, wordt het in frank uitgedrukte bedrag dat voorkomt in de tweede kolom van de volgende tabel vervangen door het in euro uitgedrukte bedrag in de derde kolom van dezelfde tabel.

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld

Art. 17.In het hierna vermelde artikel van het koninklijk besluit van 9 april 1965 betreffende het begeleiden van schepen door douane-ambtenaren, worden de in frank uitgedrukte bedragen die voorkomen in de tweede kolom van de volgende tabel vervangen door de in euro uitgedrukte bedragen in de derde kolom van dezelfde tabel.

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld HOOFDSTUK III. - Financiële bepalingen

Art. 18.Het koninklijk besluit van 6 september 1895 Omloop der vreemde koperen munten Geldige erkende toelating, wordt opgeheven.

Art. 19.Het opschrift van het koninklijk besluit van 14 september 1992 tot vaststelling van de nadere regels voor de omrekening in Belgische frank van bedragen die in de openbare en administratieve akten zijn uitgedrukt in ecu of in bepaalde munteenheden wordt vervangen als volgt : « Koninklijk besluit tot vaststelling van de nadere regels voor de omrekening in euro van bedragen die in de openbare en administratieve akten zijn uitgedrukt in bepaalde munteenheden. »

Art. 20.In hetzelfde besluit wordt artikel 1 vervangen als volgt : «

Artikel 1.Bij ontstentenis van andersluidende wettelijke, verordenende of contractuele bepalingen wordt de tegenwaarde in euro van de bedragen die in de openbare en administratieve akten zijn uitgedrukt in een munteenheid van een lid-Staat van de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling, verkregen door het bedrag te vermenigvuldigen met de laatste in aanmerking te nemen indicatiekoers van de munteenheid in euro, zoals bekendgemaakt door de Nationale Bank van België. »

Art. 21.In artikel 2 van hetzelfde besluit worden de woorden "in Belgische frank" vervangen door de woorden "in euro".

Art. 22.In artikel 1, § 1, van het koninklijk besluit van 13 april 1997 met betrekking tot het inventariseren van het buitenlandse betalingsverkeer van de Belgisch-Luxemburgse Economische Unie en van de lopende rekening van de betalingsbalans van het Koninkrijk België, worden volgende wijzigingen aangebracht : 1° het voorlaatste streepje wordt opgeheven;2° in het laatste streepje worden de woorden "de frank, met inbegrip van de rekeneenheden" vervangen door de woorden "de euro".

Art. 23.In artikel 2, § 3, van hetzelfde besluit worden de woorden "een miljoen frank" vervangen door de woorden "25.000 EUR".

Art. 24.In artikel 17 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in punt b), 1°, worden de woorden "in Belgische frank" vervangen door de woorden "in euro";2° in punt b), 2°, worden de woorden "andere dan de Belgische frank" vervangen door de woorden "andere dan de euro";3° in punt b), 5°, wordt het woord "frank" vervangen door het woord "euro";4° in punt b), 7°, wordt het woord "frank" vervangen door het woord "euro";5° in punt c), 1°, wordt het woord "frank" vervangen door het woord "euro".

Art. 25.In artikel 21, § 5, 3°, van hetzelfde besluit worden de woorden dertigduizend frank" vervangen door de woorden "750 EUR". HOOFDSTUK IV. - Bepalingen inzake de Rijkscomptabiliteit

Art. 26.In de hierna vermelde artikelen van het koninklijk besluit van 10 december 1868 houdende algemeen reglement op de Rijkscomptabiliteit, worden de in frank uitgedrukte bedragen die voorkomen in de tweede kolom van de volgende tabel vervangen door de in euro uitgedrukte bedragen in de derde kolom van dezelfde tabel.

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld

Art. 27.In het hierna vermelde artikel van het koninklijk besluit van 8 april 1954 ter regeling van de modaliteiten van controle vanwege de inspecteurs van Financiën op sommige instellingen van openbaar nut, wordt het in frank uitgedrukte bedrag dat voorkomt in de tweede kolom van de volgende tabel vervangen door het in euro uitgedrukte bedrag in de derde kolom van dezelfde tabel.

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld

Art. 28.In de hierna vermelde artikelen van het koninklijk besluit van 31 mei 1966 houdende regeling van de controle op de vastlegging van de uitgaven in de diensten van algemeen bestuur van de Staat, worden de in frank uitgedrukte bedragen die voorkomen in de tweede kolom van de volgende tabel vervangen door de in euro uitgedrukte bedragen in de derde kolom van dezelfde tabel.

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld

Art. 29.Het koninklijk besluit van 21 december 1967 betreffende het schrappen van frankgedeelten in de algemene comptabiliteit van de Staat wordt opgeheven. HOOFDSTUK V. - Bepalingen inzake hypotheekbewaring

Art. 30.In het hierna vermelde artikel van het besluit van de Regent van 1 juli 1949 houdende het statuut van de bedienden der hypotheekbewaarders zoals het door het koninklijk besluit van 19 september 1962 gewijzigd werd, worden de in frank uitgedrukte bedragen die voorkomen in de tweede kolom van de volgende tabel vervangen door de in euro uitgedrukte bedragen in de derde kolom van dezelfde tabel.

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld

Art. 31.In het hierna vermelde artikel van het koninklijk besluit van 18 september 1962 tot vaststelling van de lonen der hypotheekbewaarders, worden de in frank uitgedrukte bedragen die voorkomen in de tweede kolom van de volgende tabel vervangen door de in euro uitgedrukte bedragen in de derde kolom van dezelfde tabel.

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld

Art. 32.In artikel 1 van hetzelfde besluit worden eveneens de volgende wijzigingen aangebracht : 1° het 3°, eerste lid, b), wordt vervangen als volgt : « b) naargelang het bedrag, in hoofdsom en bijhorigheden, van de sommen waarvoor de inschrijving genomen of vernieuwd wordt : - 25.000 EUR niet overtreft : 50 EUR; - 25.000 EUR overtreft : 50 EUR verhoogd met 17,50 EUR per volledige of onvolledige schijf van 25.000 euro boven de eerste. »; 2° het 9°, eerste lid, a), wordt vervangen als volgt : « a) wanneer de doorhaling totaal is : naargelang het bedrag van de sommen welke dienen tot het vaststellen van het gegradueerd loon voor de inschrijving : - 25.000 EUR niet overtreft : 87 EUR; - 25.000 EUR overtreft : 87 EUR, verhoogd met 17,50 EUR per volledige of onvolledige schijf van 25.000 euro boven de eerste. »

Art. 33.In het hierna vermelde artikel van hetzelfde besluit, worden de in frank uitgedrukte bedragen die voorkomen in de tweede kolom van de volgende tabel vervangen door de in euro uitgedrukte bedragen in de derde kolom van dezelfde tabel.

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld

Art. 34.In artikel 5, 8°, eerste lid, van hetzelfde besluit worden de woorden "50 centiem per duizend frank of breuk van duizend frank; zonder dat het loon minder mag bedragen dan 1.000 frank" vervangen door de woorden "50 cent per 1.000 euro of breuk van 1.000 euro, zonder dat het loon minder mag bedragen dan 24,80 EUR".

Art. 35.In artikel 6 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° het vijfde lid wordt vervangen als volgt : « Het resultaat verkregen ingevolge de indexering wordt afgerond op de hogere cent.»; 2° het zesde lid wordt vervangen als volgt : « Behelst het totaal van de in eenzelfde kwijtschrift of in eenzelfde formaliteitsrelaas op te geven lonen een gedeelte van een cent, dan wordt dat totaal tot de hogere cent afgerond.»

Art. 36.In artikel 8, eerste lid, van hetzelfde besluit, worden de woorden "op de eerste twee miljoen : 1.550.000 frank;" vervangen door de woorden "op de eerste 50.000 EUR : 38.450 EUR;". HOOFDSTUK VI. - Wijzigingen in het koninklijk besluit van 20 juli 2000

Art. 37.In het koninklijk besluit van 20 juli 2000 tot invoering van de euro in de koninklijke besluiten die ressorteren onder het Ministerie van Financiën en tot uitvoering van de wet van 30 oktober 1998 betreffende de euro, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in de tabel van het artikel 3 vervallen, onder het nr.27, de volgende rijen : Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld 2° in de tabel van het artikel 3 vervalt, onder het nr.34, de volgende rij : Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld 3° in de tabel van het artikel 3 vervallen, onder het nr.35, de volgende rijen : Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld 4° artikel 6, § 14, wordt ingetrokken;5° artikel 6, § 24, 2°, wordt ingetrokken;6° in alle bedragen van het besluit die een geheel veelvoud van een euro vormen, wordt de notatie met twee decimalen vervangen door een notatie zonder decimalen. HOOFDSTUK VII. - Slotbepalingen

Art. 38.De Minister van Financiën kan de bij koninklijk besluit vastgelegde modellen van formulieren die ressorteren onder het Ministerie van Financiën aanpassen aan de euro.

Art. 39.De artikelen 2 tot 5 treden in werking vanaf aanslagjaar 2002.

De overige artikelen van dit besluit treden in werking op 1 januari 2002.

Art. 40.Onze Minister van Werkgelegenheid, Onze Minister van Begroting, Onze Minister van Financiën, Onze Minister belast met Middenstand en Onze Minister van Economie zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 13 juli 2001.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX De Minister van Begroting, J. VANDE LANOTTE De Minister van Financiën, D. REYNDERS De Minister belast met Middenstand, R. DAEMS De Minister van Economie, Ch. PICQUE