gepubliceerd op 01 december 1998
Koninklijk besluit tot wijziging van de koninklijke besluiten nrs. 1, 8, 23, 24, 41, 42, 44 en 50 inzake belasting over de toegevoegde waarde en het koninklijk besluit van 31 maart 1936 houdende algemeen reglement van de successierechten
26 NOVEMBER 1998. - Koninklijk besluit tot wijziging van de koninklijke besluiten nrs. 1, 8, 23, 24, 41, 42, 44 en 50 inzake belasting over de toegevoegde waarde en het koninklijk besluit van 31 maart 1936 houdende algemeen reglement van de successierechten
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 30 oktober 1998 betreffende de euro;
Gelet op het Wetboek van de belasting over de toegevoegde waarde, inzonderheid op artikel 27, gewijzigd bij de wet van 28 december 1992, artikel 34, § 5, gewijzigd bij de wet van 28 december 1992, artikel 53, gewijzigd bij de wet van 28 december 1992, artikel 53ter, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 29 december 1992, artikel 53quinquies, ingevoegd bij de wet van 28 december 1992, artikel 53sexies, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 29 december 1992 en 22 december 1995, artikel 53octies, ingevoegd bij de wet van 28 december 1992, artikel 54, gewijzigd bij de wet van 28 december 1992, artikel 70, §§ 3 en 4, gewijzigd bij de wetten van 27 december 1977, 28 december 1992, 22 juli 1993 en 7 augustus 1995, en op artikel 84, gewijzigd bij de wet van 4 augustus 1986;
Gelet op het Wetboek der successierechten, inzonderheid op artikel 161septies, tweede lid;
Gelet op het koninklijk besluit nr. 1 van 29 december 1992 met betrekking tot de regeling voor de voldoening van de belasting over de toegevoegde waarde, inzonderheid op artikel 5, § 1, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 25 februari 1996, op artikel 15 en op bijlage B;
Gelet op het koninklijk besluit nr. 8 van 12 maart 1970 tot vaststelling van de wijze van afronding van de verschuldigde, de aftrekbare of de voor teruggaaf vatbare belasting over de toegevoegde waarde, inzonderheid op artikel 1, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 29 december 1992, en op artikel 2, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 22 november 1994;
Gelet op de bijlage bij het koninklijk besluit nr. 23 van 29 december 1992 tot regeling van de toepassingsmodaliteiten van artikel 53quinquies van het Wetboek van de belasting over de toegevoegde waarde, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 27 januari 1994;
Gelet op het koninklijk besluit nr. 24 van 29 december 1992 met betrekking tot de voldoening van de belasting over de toegevoegde waarde, inzonderheid op artikel 3, §§ 1 en 2, gewijzigd bij de wetten van 22 november 1994 en 4 april 1995, en op artikel 5, § 1 en § 3, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 22 november 1994;
Gelet op de bijlage bij het koninklijk besluit nr. 41 van 30 januari 1987 tot vaststelling van het bedrag van de proportionele fiscale geldboeten op het stuk van de belasting over de toegevoegde waarde, inzonderheid op tabel A, afdeling 2, punt VIII, C, eerste streepje, en op tabel G, afdeling 2, punt VIII, 2, tweede streepje, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 21 oktober 1993;
Gelet op het koninklijk besluit nr. 42 van 29 december 1992 tot vaststelling van de toe te passen wisselkoers indien gegevens voor het bepalen van de maatstaf van heffing van de belasting over de toegevoegde waarde voor handelingen andere dan de invoeren van goederen, zijn uitgedrukt in een vreemde munteenheid, inzonderheid op artikel 1, eerste lid;
Gelet op de bijlage bij het koninklijk besluit nr. 44 van 21 oktober 1993 tot vaststelling van het bedrag van de niet-proportionele fiscale geldboeten op het stuk van de belasting over de toegevoegde waarde, inzonderheid op de rubrieken IV en IX;
Gelet op het koninklijk besluit nr. 50 van 29 december 1992 tot regeling van de toepassingsmodaliteiten van artikel 53sexies, § 1, van het Wetboek van de belasting over de toegevoegde waarde, inzonderheid op artikel 1, 3°, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 25 februari 1996, en op de bijlagen A en B;
Gelet op het koninklijk besluit van 31 maart 1936 houdende algemeen reglement van de successierechten, inzonderheid op artikel 2, derde lid, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 27 september 1993;
Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, gewijzigd bij de wetten van 9 augustus 1980, 16 juni 1989 en 4 juli 1989;
Gelet op de dringende noodzakelijkheid gemotiveerd door het feit dat de aangebrachte wijzigingen in verband staan met de invoering van de euro op 1 januari 1999 en zodoende eveneens op deze datum in werking moeten treden, dat dit besluit dan ook zo vlug mogelijk moet worden gepubliceerd zodat de belastingplichtigen op genoemde datum een welbewuste keuze kunnen maken om hun handelingen uit te drukken in euro;
Op de voordracht van Onze Minister van Financiën, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.In artikel 5, § 1, van het koninklijk besluit nr. 1 van 29 december 1992 met betrekking tot de regeling voor de voldoening van de belasting over de toegevoegde waarde, worden de volgende wijzigingen aangebracht : A) 8°, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 25 februari 1996, wordt vervangen door de volgende bepaling : « 8° per tarief, de vermelding van de maatstaf van heffing en de elementen waaruit hij is samengesteld, waarbij alle bedragen verplicht worden uitgedrukt in eenzelfde munteenheid, hetzij in Belgische frank, hetzij in euro; »;
B) 9°, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 25 februari 1996, wordt vervangen door de volgende bepaling : « 9° de vermelding van de tarieven van de verschuldigde belasting, het bedrag van de verschuldigde belasting per tarief en het totaalbedrag van de verschuldigde belasting, uitgedrukt in dezelfde munteenheid als deze bedoeld in 8° hierboven, ofwel, wanneer de belasting overeenkomstig artikel 51, § 2, 1° en 2°, van het Wetboek verschuldigd is door de medecontractant, de vermelding "Belasting te voldoen door de medecontractant - BTW-Wetboek, artikel 51, § 2" in de plaats van de vermelding van de tarieven en van de bedragen van de verschuldigde belasting; »;
C) een 9°bis wordt ingevoegd, luidend als volgt : « 9°bis wanneer bedragen vermeld op de factuur overeenkomstig 8° en 9° hierboven eveneens op de factuur voorkomen in de andere munteenheid bedoeld in 8° hierboven, de vermelding, al naargelang van het geval, "omrekening in euro louter ter informatie" of "omrekening in Belgische frank louter ter informatie".
De omrekening van elk bedrag moet, in dit geval, individueel en volgens de door de Verordening (EG) nr. 1103/97 van de Raad van 17 juni 1997 bepaalde regels worden verricht. Bovendien moeten minstens het bedrag van de maatstaf van heffing per tarief, het bedrag van de verschuldigde belasting per tarief en het totaalbedrag van de verschuldigde belasting worden omgerekend in de andere munteenheid;".
Art. 2.In artikel 15 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : A) op het einde van § 3, punt f, wordt het punt vervangen door een puntkomma;
B) § 3 wordt aangevuld als volgt : « g) op het einde van elke aangifteperiode, per rooster van de aangifte, het totaalbedrag van de periode uitgedrukt in de munteenheid waarin de in de artikelen 53, eerste lid, 3°, en 53ter, 1°, van het Wetboek bedoelde aangiften worden opgemaakt. »;
C) § 4 wordt aangevuld als volgt : « Bovendien worden op het einde van elke aangifteperiode, per tarief, het totaalbedrag van de maatstaf van heffing en van de overeenkomstige belasting met betrekking tot de periode, uitgedrukt in dezelfde munteenheid waarin de in artikel 53, eerste lid, 3°, van het Wetboek bedoelde aangiften worden opgemaakt, ingeschreven. ».
Art. 3.De bijlage B bij hetzelfde besluit wordt vervangen door bijlage I bij dit besluit.
Art. 4.In artikel 1 van het koninklijk besluit nr. 8 van 12 maart 1970 tot vaststelling van de wijze van afronding van de verschuldigde, de aftrekbare of de voor teruggaaf vatbare belasting over de toegevoegde waarde, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 29 december 1992, worden de volgende wijzigingen aangebracht : A) tussen het eerste en het tweede lid wordt het volgende lid ingevoegd : « Wanneer het bedrag van de verschuldigde belasting een fractie van een euro met meer dan twee decimalen bevat, moet die fractie op de hogere of op de lagere cent worden afgerond, naargelang de derde decimaal 5 bereikt of 5 niet bereikt. »;
B) het laatste lid wordt aangevuld als volgt : « of het tweede lid, naargelang van het geval ».
Art. 5.In artikel 2 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 22 november 1994, worden de woorden "artikel 1, eerste lid" vervangen door de woorden "artikel 1, eerste of tweede lid, naargelang van het geval".
Art. 6.De bijlage bij het koninklijk besluit nr. 23 van 29 december 1992 tot regeling van de toepassingsmodaliteiten van artikel 53quinquies van het Wetboek van de belasting over de toegevoegde waarde, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 27 januari 1994, wordt vervangen door bijlage II bij dit besluit.
Art. 7.In artikel 3 van het koninklijk besluit nr. 24 van 29 december 1992 met betrekking tot de voldoening van de belasting over de toegevoegde waarde, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 22 november 1994 en 4 april 1995, worden de volgende wijzigingen aangebracht : A) § 1, eerste lid, wordt vervangen door de volgende bepaling : « Voor de betaling moet de belastingplichtige hetzij de formulieren gebruiken die hem door de administratie worden bezorgd, hetzij, bij gebrek aan een dergelijk gebruik, de gestructureerde mededeling vermelden die hem werd ter kennis gebracht door de administratie. »;
B) in § 1, tweede lid, worden de woorden "te gebruiken" vervangen door de woorden "door de administratie bezorgde";
C) in § 2 worden tussen de woorden "De betaalformulieren" en "worden geïndividualiseerd" de woorden "bezorgd door de administratie" ingevoegd.
Art. 8.In artikel 5 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : A) in § 1 worden tussen de woorden "rekening-courant bij waarin" en "worden opgenomen" de woorden "in Belgische frank" ingevoegd;
B) § 3, eerste lid, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 22 november 1994, wordt vervangen door de volgende bepaling : « Alleen het BTW-identificatienummer dat voorkomt op het formulier dat werd bezorgd door de administratie of in de gestructureerde mededeling ter kennis gebracht door de administratie bepaalt, voor de betaling op de postrekening nr. 679-2003000-47, de belastingplichtige wiens rekening-courant moet worden gecrediteerd. ».
Art. 9.In de bijlage bij het koninklijk besluit nr. 41 van 30 januari 1987 tot vaststelling van het bedrag van de proportionele fiscale geldboeten op het stuk van de belasting over de toegevoegde waarde, worden de volgende wijzigingen aangebracht : A) in tabel A, afdeling 2, punt VIII, C, eerste streepje, worden de woorden "in Belgische munt" vervangen door de woorden "in Belgische frank of in euro";
B) in tabel G, afdeling 2, punt VIII, 2, tweede streepje, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 21 oktober 1993, worden de woorden "in Belgische munt" vervangen door de woorden "in Belgische frank of in euro".
Art. 10.Artikel 1, eerste lid, van het koninklijk besluit nr. 42 van 29 december 1992 tot vaststelling van de toe te passen wisselkoers indien gegevens voor het bepalen van de maatstaf van heffing van de belasting over de toegevoegde waarde voor handelingen andere dan de invoeren van goederen, zijn uitgedrukt in een vreemde munteenheid, wordt vervangen door de volgende bepaling : « Indien de gegevens voor het bepalen van de maatstaf van heffing van de belasting over de toegevoegde waarde voor een andere handeling dan een invoer van goederen in de munteenheid van een derde land of van een Lidstaat die de euro niet heeft aangenomen zijn uitgedrukt, is de toepasselijke wisselkoers voor de omrekening tussen deze munteenheid en de euro : 1° de laatste indicatiekoers van de euro die wordt gepubliceerd door de Europese Centrale Bank;2° voor de deviezen waarvoor de Europese Centrale Bank geen indicatiekoers publiceert, de laatste indicatiekoers van de euro die wordt gepubliceerd door de Nationale Bank van België.» .
Art. 11.In de bijlage bij het koninklijk besluit nr. 44 van 21 oktober 1993 tot vaststelling van het bedrag van de niet-proportionele fiscale geldboeten op het stuk van de belasting over de toegevoegde waarde, worden de volgende wijzigingen aangebracht : A) rubriek IV, tweede lid, wordt vervangen door de volgende bepaling : « Voor de betaling is geen gebruik gemaakt noch van het formulier bezorgd door de administratie, noch van de gestructureerde mededeling ter kennis gebracht door de administratie, zoals voorgeschreven in artikel 3 van het bovengenoemd koninklijk besluit nr. 24 van 29 december 1992 F 1 000 per betaling »;
B) in rubriek IX wordt cijfer 5 opgeheven;
C) er wordt een rubriek XVIbis ingevoegd, luidend als volgt : « XVIbis. Overtredingen op de verplichtigen opgelegd krachtens artikel 109 van het Wetboek F 2 000 per overtreding ».
Art. 12.In artikel 1, 3°, van het koninklijk besluit nr. 50 van 29 december 1992 tot regeling van de toepassingsmodaliteiten van artikel 53sexies, § 1, van het Wetboek van de belasting over de toegevoegde waarde, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 25 februari 1996, worden de woorden "in Belgische frank" vervangen door de woorden "in Belgische frank of in euro, overeenkomstig artikel 109 van het Wetboek".
Art. 13.De bijlagen A en B bij hetzelfde besluit worden respectievelijk vervangen door de bijlagen III en IV bij dit besluit.
Art. 14.In artikel 2, derde lid, van het koninklijk besluit van 31 maart 1936 houdende algemeen reglement van de successierechten, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 27 september 1993, worden de volgende wijzigingen aangebracht : A) a) wordt vervangen door de volgende bepaling : « a) de omrekeningskoers in Belgische frank of in euro op datum van 1 juli van het aanslagjaar of, in voorkomend geval, de laatste koers voorafgaand aan de eerste juli. De omrekeningskoers wordt, indien nodig, bepaald overeenkomstig het koninklijk besluit van 14 september 1992 tot vaststelling van de nadere regels voor de omrekening in Belgische frank van bedragen die in de openbare en administratieve akten zijn uitgedrukt in Ecu of in bepaalde munteenheden; »;
B) in b) worden de woorden "of in euro" toegevoegd.
Art. 15.Dit besluit treedt in werking op 1 januari 1999.
Art. 16.Onze Minister van Financiën is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 26 november 1998.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Financiën, J.-J. VISEUR
Bijlagen Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld