gepubliceerd op 27 februari 2004
Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit nr. 1 van 29 december 1992 met betrekking tot de regeling voor de voldoening van de belasting over de toegevoegde waarde
16 FEBRUARI 2004. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit nr. 1 van 29 december 1992 met betrekking tot de regeling voor de voldoening van de belasting over de toegevoegde waarde (1)
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de richtlijn 77/388/EEG van de Raad van 17 mei 1977 betreffende de harmonisatie van de wetgevingen der Lid-Staten inzake omzetbelasting - Gemeenschappelijk stelsel van belasting over de toegevoegde waarde : uniforme grondslag, inzonderheid op artikel 22, vervangen bij de richtlijn 91/680/EEG van 16 december 1991 en gewijzigd bij de richtlijnen 92/111/EEG van 14 december 1992, 95/7/EG van 10 april 1995 en 2000/65/EG van 17 oktober 2000 en op artikel 28nonies, ingevoegd bij de richtlijn 91/680/EEG van 16 december 1991 en gewijzigd bij de richtlijnen 92/111/EEG van 14 december 1992, 95/7/EG van 10 april 1995 en 2000/65/EG van 17 oktober 2000;
Gelet op de richtlijn 2001/115/EG van de Raad van 20 december 2001 tot wijziging van richtlijn 77/388/EEG met het oog op de vereenvoudiging, modernisering en harmonisering van de ter zake van de facturering geldende voorwaarden op het gebied van de belasting over de toegevoegde waarde;
Gelet op het Wetboek van de belasting over de toegevoegde waarde, inzonderheid op artikel 17, § 1, vervangen bij de wet van 28 december 1992 en gewijzigd bij de wet van 28 januari 2004, op artikel 22, § 2, vervangen bij de wet van 28 december 1992 en gewijzigd bij de wet van 28 januari 2004, op artikel 53, vervangen bij de wet van 28 januari 2004, op artikel 53octies, ingevoegd bij de wet van 28 december 1992 en gewijzigd bij de wetten van 5 september 2001, 22 april 2003 en 28 januari 2004, op artikel 60, vervangen bij de wet van 28 december 1992 en gewijzigd bij het koninklijk besluit van 23 december 1994 en de wet van 28 januari 2004 en op artikel 61, vervangen bij de wet van 28 december 1992 en gewijzigd bij de wetten van 7 maart 2002 en 28 januari 2004;
Gelet op het koninklijk besluit nr. 1 van 29 december 1992 met betrekking tot de regeling voor de voldoening van de belasting over de toegevoegde waarde, inzonderheid op artikel 1, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 25 februari 1996, 30 december 1999, 20 juli 2000, 6 februari 2002 en 26 juni 2002, op artikel 2, op artikel 4, op artikel 5, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 25 februari 1996, 26 november 1998, 20 juli 2000 en 2 april 2002, op artikel 6, op artikel 8, op artikel 9, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 25 februari 1996, op artikel 10, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 22 november 1994 en 26 juni 2002, op artikel 12, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 22 november 1994, op artikel 13, op artikel 14, § 2, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 6 februari 2002, op artikel 15, § 3, f), vervangen bij het koninklijk besluit van 20 juli 2000, op artikel 17, eerste lid, op artikel 18, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 5 december 1994, 16 december 1998, 20 juli 2000, 21 juni 2001, 5 september 2001, 2 april 2002 en 15 juli 2003, op artikel 19, § 3, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 5 december 1994 en 9 november 1995, op artikel 20, § 1, vervangen bij het koninklijk besluit van 2 april 2002 en op artikel 20bis, § 1, vervangen bij het koninklijk besluit van 2 april 2002;
Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 21 oktober 2003;
Gelet op de akkoordbevinding van de Minister van Begroting van 23 oktober 2003;
Gelet op het verzoek om spoedbehandeling, gemotiveerd door het feit : - dat de richtlijn 2001/115/EG op 1 januari 2004 in werking moet treden; - dat de uit te vaardigen regelgeving uitwerking moet hebben op 1 januari 2004;
Gelet op advies nr. 36.050/2 van de Raad van State, gegeven op 30 oktober 2003, met toepassing van artikel 84, eerste lid, 2°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;
Op de voordracht van Onze Minister van Financiën, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.In artikel 1 van het koninklijk besluit nr. 1 van 29 december 1992 met betrekking tot de regeling voor de voldoening van de belasting over de toegevoegde waarde, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 25 februari 1996, 30 december 1999, 20 juli 2000, 6 februari 2002 en 26 juni 2002, worden de volgende wijzigingen aangebracht : a) § 1 wordt vervangen als volgt : « § 1.De belastingplichtige die hierna vermelde leveringen van goederen of diensten verricht voor natuurlijke personen die ze bestemmen voor hun privé-gebruik, is ertoe gehouden een factuur uit te reiken wanneer deze handelingen overeenkomstig de artikelen 15 en 21 van het Wetboek in België plaatsvinden, of wanneer, vóór de handeling, de belasting opeisbaar wordt over de gehele of een deel van de prijs van de handeling, bij toepassing van de artikelen 17, § 1, en 22, § 2, van het Wetboek : 1° de leveringen : - van voor personen- of goederenvervoer bestemde nieuwe of tweedehandse landvoertuigen, voorzien van een motor met een cilinderinhoud van meer dan 48 kubieke centimeter of met een vermogen van meer dan 7,2 kilowatt, alsmede hun aanhangwagens, met inbegrip van de auto's voor dubbel gebruik en de kampeerwagens; - van jachten en plezierboten; - van vliegtuigen, watervliegtuigen, hefschroefvliegtuigen, zweefvliegtuigen, vrije of bestuurbare luchtballons en andere dergelijke luchtvaartuigen, ongeacht of ze zwaarder of lichter zijn dan de lucht, met of zonder motor; 2° de leveringen van gebouwen en de vestigingen, de overdrachten en de wederoverdrachten van zakelijke rechten die niet overeenkomstig artikel 44, § 3, 1°, van het Wetboek van de belasting zijn vrijgesteld;3° de in artikel 20, § 2, van dit besluit vermelde handelingen;4° de leveringen van goederen en de diensten bestemd voor de oprichting van een nieuw gebouw bedoeld in artikel 64, § 4, van het Wetboek;5° de verkopen op afbetaling en de huurkopen;6° de leveringen die betrekking hebben op goederen die, gelet op de aard ervan, de wijze waarop zij worden aangeboden, de verkochte hoeveelheden of de toegepaste prijzen, kennelijk bestemd zijn voor een economisch gebruik, alsook de leveringen van goederen van de soort waarin de verkrijger handel drijft of die hij normaal bestemt voor de uitoefening van zijn economische activiteit;7° de leveringen verricht in inrichtingen of op plaatsen die normaal niet toegankelijk zijn voor particulieren;8° de leveringen verricht door voortbrengers- of grossiersbedrijven;9° de leveringen van onderdelen, toebehoren en uitrustingsstukken voor de onder 1° vermelde goederen, alsook de werken, het wassen uitgezonderd, verricht aan deze goederen, met inbegrip van de levering van de goederen die worden verbruikt voor de uitvoering van deze werken, wanneer de prijs, met inbegrip van de belasting over de toegevoegde waarde, meer bedraagt dan 125 EUR;10° de verrichtingen van verhuizing of meubelbewaring en de bij die handelingen behorende prestaties;11° de in artikel 42, § 3, 1° tot 6°, van het Wetboek bedoelde leveringen van goederen en diensten; 12° leveringen van beleggingsgoud, gedefinieerd in artikel 1, § 8, van het Wetboek, waarvan het bedrag meer dan 2.500 EUR bedraagt, waaronder beleggingsgoud dat belichaamd is in certificaten voor toegewezen of niet-toegewezen goud of dat verhandeld wordt op goudrekeningen, en waaronder, in het bijzonder, goudleningen en swaps, die een eigendoms- of vorderingsrecht op beleggingsgoud belichamen, evenals voor handelingen betreffende beleggingsgoud bestaande in future- en termijncontracten die leiden tot de overdracht van een eigendoms- of vorderingsrecht met betrekking tot beleggingsgoud. »; b) § 2 wordt vervangen als volgt : « § 2.De in artikel 53, § 2, van het Wetboek bedoelde facturen of de overeenkomstig § 1 uitgereikte facturen mogen zowel op papier als, mits aanvaarding door de medecontractant, elektronisch worden verzonden. »; c) er wordt een § 3 ingevoegd, luidende : « § 3.Elektronisch verzonden facturen worden door de administratie aanvaard, op voorwaarde dat de authenticiteit van de herkomst en de integriteit van de inhoud ervan worden gewaarborgd door middel van : - hetzij een beveiligde elektronische handtekening die voldoet aan de volgende vereisten : a) zij is op unieke wijze aan de ondertekenaar verbonden, b) zij maakt het mogelijk de ondertekenaar te identificeren, c) zij komt tot stand met middelen die de ondertekenaar onder zijn uitsluitende controle kan houden, d) zij is op zodanige wijze aan de gegevens waarop zij betrekking heeft verbonden, dat elke wijziging achteraf van de gegevens kan worden opgespoord; - hetzij een elektronische uitwisseling van gegevens overeenkomstig de standaardcode EDI, wanneer het akkoord tussen de partijen betreffende deze uitwisseling voorziet in het gebruik van procedures die de authenticiteit van de herkomst en de integriteit van de gegevens waarborgen.
Bovendien mogen door of vanwege de Minister van Financiën specifieke voorwaarden worden opgelegd andere dan deze bepaald in het eerste lid wanneer de elektronische verzending van facturen betreffende leveringen van goederen of dienstverrichtingen die in België plaatsvinden, gebeurt vanuit een land dat geen lidstaat is van de Gemeenschap. »; d) het wordt aangevuld met een § 4, luidende : « § 4.Door of vanwege de Minister van Financiën mag worden aanvaard dat de elektronische verzending van de facturen volgens andere middelen gebeurt dan die welke in § 3 bepaald zijn mits de authenticiteit van de herkomst en de integriteit van de inhoud ervan worden gewaarborgd. ».
Art. 2.In artikel 2 van hetzelfde besluit vervallen de woorden "in artikel 1, § 1, bedoelde".
Art. 3.In artikel 4 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : a) in § 1 vervallen de woorden "in artikel 1 bedoelde";b) in § 2, eerste lid, vervallen de woorden "in artikel 1 bedoelde";c) § 2, tweede lid, wordt vervangen als volgt : « In afwijking van het bepaalde in het vorige lid moet, in het geval bedoeld in artikel 53, § 2, eerste lid, 5°, van het Wetboek, de factuur worden uitgereikt uiterlijk de vijfde werkdag van de maand na die waarin de prijs of een deel ervan wordt voldaan.».
Art. 4.In artikel 5 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 25 februari 1996, 26 november 1998, 20 juli 2000 en 2 april 2002, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in § 1 vervallen de woorden "in artikel 1 bedoelde";2° § 1, 1° wordt vervangen als volgt : « 1° de datum waarop ze worden uitgereikt en een opeenvolgend nummer, volgens één of meer reeksen, dat deze stukken op eenduidige wijze identificeert, waaronder ze worden ingeschreven in het boek voor uitgaande facturen van de leverancier of de dienstverrichter;»; 3° § 1, 2° wordt vervangen als volgt : « 2° de naam of de maatschappelijke benaming van de leverancier van de goederen of van de dienstverrichter, het adres van zijn administratieve of maatschappelijke zetel, en zijn in artikel 50 van het Wetboek bedoeld BTW-identificatienummer;»; 4° in § 1, 2°bis, worden de woorden "wanneer de belastingplichtige niet in België is gevestigd en" vervangen door de woorden "wanneer de schuldenaar de leverancier van de goederen of de dienstverrichter is die niet in België is gevestigd en";5° § 1, 3° wordt vervangen als volgt : « 3° de naam of de maatschappelijke benaming, het adres en het in artikel 50 van het Wetboek bedoeld BTW-identificatienummer van de medecontractant of, wanneer het in artikel 39bis, eerste lid, 4°, van het Wetboek bedoelde leveringen betreft, de naam of de maatschappelijke benaming, het adres en het BTW-identificatienummer dat in de lidstaat van bestemming van de goederen aan de belastingplichtige is toegekend;»; 6° in § 1, 3°bis, worden de woorden "wanneer de medecontractant niet in België is gevestigd en » vervangen door de woorden "wanneer de schuldenaar de medecontractant is die niet in België is gevestigd en";7° in § 1, 4°, c), worden de woorden "een verwijzing naar die bepaling" vervangen door de woorden "een verwijzing naar de toepassing van die bepaling";8° § 1, 5° wordt vervangen als volgt : « 5° de datum waarop het belastbaar feit van de levering van de goederen of de dienstverrichting heeft plaatsgevonden of de datum van de incassering van de prijs of een deel ervan, voorzover die datum vastgesteld is en verschilt van de uitreikingsdatum van de factuur;»; 9° § 1, 8° wordt vervangen als volgt : « 8° voor elk tarief of elke vrijstelling, de maatstaf van heffing, de eenheidsprijs exclusief belasting, evenals de eventuele vooruitbetalingskortingen, prijskortingen en -rabatten indien deze niet in de eenheidsprijs zijn begrepen;»; 10° § 1, 9° wordt vervangen als volgt : « 9° de vermelding van de tarieven van de verschuldigde belasting en het totaalbedrag van de verschuldigde belasting.Het totaalbedrag van de verschuldigde belasting dient te worden uitgedrukt in de nationale munteenheid van de lidstaat waar de goederen worden geleverd of de diensten worden verricht. Wanneer de belasting overeenkomstig artikel 51, § 2, 1°, 2° en 5°, van het Wetboek verschuldigd is door de medecontractant, moet de vermelding "Belasting te voldoen door de medecontractant - BTW-Wetboek, artikel 51, § 2" of de verwijzing naar de betreffende bepaling van de richtlijn of naar de overeenkomstige nationale bepaling worden aangebracht in de plaats van de vermelding van de tarieven en van het totaalbedrag van de verschuldigde belasting; »; 11° § 1, 10° wordt vervangen als volgt : « 10° de vermelding van de betreffende bepaling van de richtlijn of van de overeenkomstige nationale bepaling krachtens dewelke de handeling van de belasting is vrijgesteld of krachtens dewelke de belasting niet in rekening wordt gebracht, of een gelijkwaardige vermelding;»; 12° in § 1, 11° worden de woorden "worden uitgereikt" vervangen door de woorden "worden opgesteld";13° § 2, 1° wordt vervangen als volgt : « 1° een opeenvolgend nummer, volgens één of meer reeksen, dat het stuk op eenduidige wijze identificeert, waaronder het is ingeschreven in het boek voor uitgaande facturen;»; 14° in § 2, 2° vervallen in de Franse tekst de woorden "de la T.V.A."; 15° § 2, 5° wordt vervangen als volgt : « 5° per tarief, de vermelding van de maatstaf van heffing en het totaalbedrag van de verschuldigde belasting.»; 16° er wordt een § 3 ingevoegd, luidende : « § 3.Bij een reeks facturen die langs elektronische weg naar dezelfde medecontractant worden verzonden, hoeven de voor de verschillende facturen gelijke vermeldingen slechts één keer te worden opgenomen, voor zover voor elke factuur alle informatie toegankelijk is. ».
Art. 5.In artikel 6 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : a) § 1 wordt vervangen als volgt : « § 1.Wanneer de factuur wordt uitgereikt door de medecontractant, in naam en voor rekening van de belastingplichtige die de goederen levert of de diensten verricht, stelt hij ze op onder de volgende voorwaarden : 1° de partijen moeten voorafgaand overeenkomen om deze werkwijze toe te passen;op verzoek van de administratie die de belasting over de toegevoegde waarde onder haar bevoegdheid heeft, moet het bestaan van zulke overeenkomst door elke partij kunnen worden aangetoond; 2° iedere factuur moet het voorwerp uitmaken van een expliciete procedure van aanvaarding door de belastingplichtige die de goederen levert of de diensten verricht. Door of vanwege de Minister van Financiën worden de toepassingsmodaliteiten van het eerste lid geregeld. »; b) in § 2 vervallen de woorden "in artikel 1 bedoelde";c) § 3 wordt opgeheven.
Art. 6.Artikel 8 van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt : « Art. 8.- Voor elke uitgereikte factuur dient een dubbel te worden opgesteld, hetzij door de belastingplichtige die de levering van de goederen of de dienstverrichting heeft verricht, hetzij, in het geval van toepassing van artikel 6, door de medecontractant. Dit dubbel dient te worden bewaard door de belastingplichtige die de levering van de goederen of de dienstverrichting heeft verricht.
De belastingplichtige dient eveneens een dubbel op te maken en te bewaren van de in de artikelen 2 en 7, § 1, bedoelde andere stukken. ».
Art. 7.In artikel 9 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 25 februari 1996, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° § 1 wordt vervangen als volgt : « § 1.De belastingplichtige en de niet-belastingplichtige rechtspersoon die overeenkomstig artikel 51, § 1, 2°, en § 2, 1°, 2° en 5°, van het Wetboek, of artikel 20 of 20bis, schuldenaar zijn van de belasting, dienen uiterlijk de vijfde werkdag van de maand na die waarin de belasting overeenkomstig de artikelen 17, § 1, 22, § 2, of 25septies, § 2, eerste lid, van het Wetboek de belasting opeisbaar wordt, een stuk op te maken wanneer zij nog niet in het bezit zijn van de factuur met betrekking tot de handeling. »; 2° § 2, 3°, b) wordt vervangen als volgt : « b) voor de in artikel 51, § 2, 1°, 2° en 5°, van het Wetboek, of in artikel 20 of 20bis, bedoelde handelingen, de datum waarop de handeling voltooid is of, wanneer de belasting opeisbaar wordt bij toepassing van artikel 17, § 1, tweede lid, of van artikel 22, § 2, tweede lid, van het Wetboek, de datum van de opeisbaarheid ervan;»; 3° § 2, 5° wordt vervangen als volgt : « 5° per tarief, de maatstaf van heffing en het totaalbedrag van de verschuldigde belasting;»; 4° § 4 wordt vervangen als volgt : « § 4.Bij de ontvangst van de factuur zijn de in § 1 bedoelde personen gehouden tot het vermelden hierop van een verwijzing naar het in § 2 bedoelde stuk, en op het stuk, van een verwijzing naar de factuur. ».
Art. 8.In artikel 10 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 22 november 1994 en 26 juni 2002, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° § 1, eerste lid wordt vervangen als volgt : « § 1.De belastingplichtige die leveringen van goederen of diensten verricht, andere dan deze die vrijgesteld zijn door artikel 44 van het Wetboek, waarvoor hij geen recht op aftrek heeft, is ertoe gehouden op de dag zelf van de handeling een stuk in twee exemplaren op te maken voor de voor zijn economische activiteit bestemde goederen en diensten, die hem onder bezwarende titel of om niet worden verstrekt door een niet-belastingplichtige of door een belastingplichtige die niet gehouden is een factuur uit te reiken. »; 2° in § 1, tweede lid, 3°, worden de woorden "dat overeenkomstig artikel 50 van het Wetboek aan de belastingplichtige werd toegekend" vervangen door de woorden "dat hem overeenkomstig artikel 50 van het Wetboek werd toegekend".
Art. 9.In artikel 12 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 22 november 1994, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° § 1 wordt vervangen als volgt : « § 1.Er moet een verbeterend stuk in de zin van artikel 53, § 2, derde lid, van het Wetboek, worden uitgereikt wanneer de factuur of een van de in de artikelen 2, 6, 7, § 1, en 10 bedoelde stukken, na de uitreiking ervan, moeten worden verbeterd. » 2° § 3 wordt vervangen als volgt : « § 3.Het in de §§ 1 en 2 bedoeld verbeterend stuk bevat een verwijzing naar de te verbeteren factuur of naar het te verbeteren stuk. Door of vanwege de Minister van Financiën wordt geregeld hoe het verbeterend stuk moet worden opgemaakt. ».
Art. 10.In artikel 13 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° het eerste lid wordt vervangen als volgt : « Onder de voorwaarden te bepalen door of vanwege de Minister van Financiën kunnen afwijkingen worden toegestaan van de vermeldingen die normaal moeten voorkomen op de facturen betreffende de leveringen van goederen of de dienstverrichtingen die overeenkomstig de artikelen 15 en 21 van het Wetboek in België plaatsvinden in de volgende gevallen : - wanneer het bedrag van de factuur onbeduidend is; - wanneer de handels- of administratieve praktijken van de betrokken bedrijfssector of de technische voorwaarden waaronder die facturen uitgereikt worden de naleving van alle bedoelde verplichtingen bemoeilijken. »; 2° het tweede lid wordt vervangen als volgt : « Deze facturen moeten in elk geval de volgende vermeldingen bevatten : - de datum van uitreiking, - de identificatie van de belastingplichtige, - de identificatie van de aard van de geleverde goederen of verrichte diensten, - het bedrag van de verschuldigde belasting of de gegevens aan de hand waarvan dat bedrag kan worden berekend.»; 3° het wordt aangevuld met de volgende leden : « Het eerste lid mag niet worden toegepast voor de in de artikelen 15, § 2, tweede lid, 2°, §§ 4 en 5, 25ter en 39bis van het Wetboek bedoelde handelingen. Onder de voorwaarden te bepalen door of vanwege de Minister van Financiën kunnen eveneens afwijkingen worden toegestaan van de vermeldingen die normaal moeten voorkomen op de in de artikelen 5 tot 10 en 12 bedoelde stukken, zonder dat deze toegevingen de controle op de heffing van de belasting mogen verhinderen. ».
Art. 11.In artikel 14, § 2, van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 6 februari 2002, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in het eerste lid, 2°, worden de woorden "in de artikelen 1 tot" vervangen door de woorden "in de artikelen 2,";2° in het eerste lid, 3°, worden de woorden "waarvoor zij gebruik maken van de ontheffing van de factureringsplicht waarin artikel 1, § 2, voorziet." vervangen door de woorden "waarvoor zij niet verplicht zijn een factuur uit te reiken en waarvoor zij geen factuur hebben uitgereikt. ».
Art. 12.In artikel 15, § 3, f), van hetzelfde besluit, vervangen bij het koninklijk besluit van 20 juli 2000, worden de woorden "in de artikelen 53, eerste lid, 3°" vervangen door de woorden "in de artikelen 53, § 1, eerste lid, 2°".
Art. 13.In artikel 17, eerste lid, van hetzelfde besluit, worden de woorden "waarvoor hij gebruik heeft gemaakt van de ontheffing van de factureringsplicht bedoeld in artikel 1, § 2" vervangen door de woorden "waarvoor hij niet verplicht is een factuur uit te reiken en waarvoor hij geen factuur heeft uitgereikt".
Art. 14.In artikel 18 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 5 december 1994, 16 december 1998, 20 juli 2000, 21 juni 2001, 5 september 2001, 2 april 2002 en 15 juli 2003, worden de woorden "artikel 53, eerste lid, 3°" vervangen door de woorden "artikel 53, § 1, eerste lid, 2°".
Art. 15.In artikel 19, § 3, van hetzelfde besluit, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 5 december 1994 en 9 november 1995, worden de woorden "artikel 53, eerste lid, 3°" vervangen door de woorden "artikel 53, § 1, eerste lid, 2°".
Art. 16.In artikel 20, § 1, van hetzelfde besluit, vervangen bij het koninklijk besluit van 2 april 2002, worden de woorden "in artikel 53, eerste lid, 3°" vervangen door de woorden "in artikel 53, § 1, eerste lid, 2°".
Art. 17.In artikel 20bis, § 1, van hetzelfde besluit, vervangen bij het koninklijk besluit van 2 april 2002, worden de woorden "in artikel 53, eerste lid, 3°" vervangen door de woorden "in artikel 53, § 1, eerste lid, 2°".
Art. 18.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2004.
Art. 19.Onze Minister van Financiën is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 16 februari 2004.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Financiën, D. REYNDERS _______ Nota (1) Verwijzingen naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 3 juli 1969, Belgisch Staatsblad van 17 juli 1969. Wet van 28 december 1992, Belgisch Staatsblad van 31 december 1992, 1e editie.
Wet van 5 september 2001, Belgisch Staatsblad van 13 oktober 2001.
Wet van 7 maart 2002, Belgisch Staatsblad van 13 maart 2002, 3e editie.
Wet van 22 april 2003, Belgisch Staatsblad van 13 mei 2003.
Wet van 28 januari 2004, Belgisch Staatsblad van 10 februari 2004.
Koninklijk besluit nr. 1 van 29 december 1992, Belgisch Staatsblad van 31 december 1992, 4e editie.
Koninklijk besluit van 22 november 1994, Belgisch Staatsblad van 1 december 1994.
Koninklijk besluit van 5 december 1994, Belgisch Staatsblad van 9 december 1994.
Koninklijk besluit van 23 december 1994, Belgisch Staatsblad van 30 december 1994.
Koninklijk besluit van 9 november 1995, Belgisch Staatsblad van 29 november 1995.
Koninklijk besluit van 25 februari 1996, Belgisch Staatsblad van 5 maart 1996.
Koninklijk besluit van 26 november 1998, Belgisch Staatsblad van 1 december 1998, 2e editie.
Koninklijk besluit van 16 december 1998, Belgisch Staatsblad van 24 december 1998, 2e editie.
Koninklijk besluit van 30 december 1999, Belgisch Staatsblad van 31 december 1999, 3e editie.
Koninklijk besluit van 20 juli 2000, Belgisch Staatsblad van 30 augustus 2000.
Koninklijk besluit van 21 juni 2001, Belgisch Staatsblad van 28 juni 2001.
Koninklijk besluit van 5 september 2001, Belgisch Staatsblad van 18 september 2001.
Koninklijk besluit van 6 februari 2002, Belgisch Staatsblad van 15 februari 2002.
Koninklijk besluit van 2 april 2002, Belgisch Staatsblad van 11 april 2002, 1e editie.
Koninklijk besluit van 26 juni 2002, Belgisch Staatsblad van 2 juli 2002, 2e editie.
Koninklijk besluit van 15 juli 2003, Belgisch Staatsblad van 8 augustus 2003.