gepubliceerd op 30 augustus 2000
Koninklijk besluit tot wijziging van koninklijke besluiten betreffende Landbouw en Middenstand naar aanleiding van de invoering van de Euro
20 JULI 2000. - Koninklijk besluit tot wijziging van koninklijke besluiten betreffende Landbouw en Middenstand naar aanleiding van de invoering van de Euro
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de verordeningen (EG) nr. 1103/97 van de Raad van 17 juni 1997 over enkele bepalingen betreffende de invoering van de euro en nr. 974/98 van de Raad van 3 mei 1998 over de invoering van de euro;
Gelet op de wet van 25 augustus 1885 tot herziening van de wetgeving op de koopvernietigende gebreken, laatst gewijzigd bij de wet van 10 oktober 1967;
Gelet op de wet van 29 juli 1955 tot oprichting van een Landbouwfonds gewijzigd bij de wet van 26 december 1956;
Gelet op de wet van 20 juni 1956 betreffende de verbetering van de rassen van voor de landbouw nuttige huisdieren, laatst gewijzigd bij de wet van 23 maart 1998;
Gelet op de wet van 19 februari 1965 betreffende de uitoefening van de zelfstandige beroepsactiviteiten der vreemdelingen, gewijzigd bij de wet van 28 juni 1984;
Gelet op het koninklijk besluit nr. 38 van 27 juli 1967 houdende inrichting van het sociaal statuut der zelfstandigen, laatst gewijzigd bij de wet van 25 januari 1999;
Gelet op het koninklijk besluit nr. 72 van 10 november 1967 betreffende het rust- en overlevingspensioen der zelfstandigen, laatst gewijzigd bij de wet van 25 januari 1999;
Gelet op de wet van 11 juli 1969 betreffende de bestrijdingsmiddelen en de grondstoffen voor de landbouw, tuinbouw, bosbouw en veeteelt, laatst gewijzigd bij de wet van 5 februari 1999;
Gelet op de wet van 2 april 1971 betreffende de bestrijding van voor planten en plantaardige producten schadelijke organismen, laatst gewijzigd bij de wet van 5 februari 1999;
Gelet op de wet van 28 maart 1975 betreffende de handel in landbouw-, tuinbouw- en zeevisserijproducten, laatst gewijzigd bij de wet van 5 februari 1999;
Gelet op de kaderwet van 1 maart 1976 tot reglementering van de bescherming van de beroepstitel en van de uitoefening van de dienstverlenende intellectuele beroepen;
Gelet op de wet van 12 juli 1976 betreffende het herstel van zekere schade veroorzaakt aan private goederen door natuurrampen, laatst gewijzigd bij de wet van 23 december 1999;
Gelet op de wetten betreffende de organisatie van de Middenstand, gecoördineerd op 28 mei 1979, laatst gewijzigd bij de wet van 10 februari 1998;
Gelet op de wet van 21 juni 1983 betreffende de gemedicineerde diervoeders, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 7 maart 1995;
Gelet op de dierengezondheidswet van 24 maart 1987, laatst gewijzigd bij de wet van 5 januari 1999;
Gelet op de organieke wet van 27 december 1990 houdende oprichting van begrotingsfondsen, laatst gewijzigd bij de wet van 21 december 1994;
Gelet op de wet van 30 december 1992 houdende sociale en diverse bepalingen, laatst gewijzigd bij het koninklijk besluit van 18 november 1996;
Gelet op de wet van 25 juni 1993 betreffende de uitoefening van ambulante activiteiten en de organisatie van openbare markten;
Gelet op de wet van 8 november 1993 tot bescherming van de titel van psycholoog, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 24 januari 1997;
Gelet op de programmawet van 10 februari 1998 tot bevordering van het zelfstandig ondernemerschap;
Gelet op de wet van 22 april 1999 betreffende de boekhoudkundige en fiscale beroepen;
Gelet op het besluit van de Regent van 11 april 1950 betreffende de toekenning van een toelage aan de bediende van de vismijnen belast met het opmaken van statistische tabellen inzake zeevisserij, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 18 september 1989;
Gelet op het koninklijk besluit van 1 maart 1958 tot regeling van de toekenning van premiën om het boekhouden door de reders ter zeevisserij aan te moedigen;
Gelet op het koninklijk besluit van 3 april 1965 betreffende de bestrijding van mond- en klauwzeer, gewijzigd door het koninklijk besluit van 31 oktober 1996;
Gelet op het koninklijk besluit van 19 december 1967 houdende algemeen reglement in uitvoering van het koninklijk besluit n° 38 van 27 juli 1967 houdende inrichting van het sociaal statuut der zelfstandigen, laatst gewijzigd bij het koninklijk besluit van 28 september 1998;
Gelet op het koninklijk besluit van 22 december 1967 houdende algemeen reglement betreffende het rust- en overlevingspensioen der zelfstandigen, laatst gewijzigd bij het koninklijk besluit van 30 april 1999;
Gelet op het koninklijk besluit van 7 april 1978 tot vaststelling van de percentages, veranderlijk per gedeelten van het netto totaal bedrag van de geleden schade, evenals van het bedrag van de vrijstelling en van het abattement voor de berekening van de herstelvergoeding van zekere schade veroorzaakt aan private goederen door landbouwrampen;
Gelet op het koninklijk besluit van 4 juni 1979 tot regeling van de toepassing van de wetten betreffende de organisatie van de Middenstand, gecoördineerd op 28 mei 1979, laatst gewijzigd bij het koninklijk besluit van 26 mei 1998;
Gelet op het koninklijk besluit van 10 september 1981 betreffende de bestrijding van besmettelijke ziekten van bijen, laatst gewijzigd bij het koninklijk van 11 april 1999;
Gelet op het koninklijk besluit van 24 september 1982 tot bepaling van de rechten te betalen inzake de inschrijving van de rassen in de nationale rassencatalogi, laatst gewijzigd bij het koninklijk besluit van 3 februari 1992;
Gelet op het koninklijk besluit van 2 augustus 1985 houdende uitvoering van de wet van 10 februari 1965 betreffende uitoefening van de zelfstandige beroepsactiviteiten der vreemdelingen, laatst gewijzigd bij het koninklijk besluit van 10 januari 1999;
Gelet op het koninklijk besluit van 21 maart 1986 betreffende de toekenning van toelagen om het houden van land- of tuinbouwbedrijfseconomische boekhoudingen aan te moedigen en de ontwikkeling van bedrijfsleidingsgroepen te bevorderen, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 4 september 1996;
Gelet op het koninklijk besluit van 24 juni 1987 houdende organisatie van de overgangsregeling bedoeld bij artikel 17 van de kaderwet van 1 maart 1976 tot reglementering van de bescherming van de beroepstitel en van de uitoefening van de dienstverlenende intellectuele beroepen;
Gelet op het koninklijk besluit van 24 december 1987 betreffende de koopvernietigende gebreken bij de verkoop of de ruiling van huisdieren;
Gelet op het koninklijk van 2 maart 1989 tot vaststelling van het huishoudelijk reglement van het Instituut van Accountants;
Gelet op het koninklijk besluit van 20 oktober 1992 betreffende de verbetering van de schapen- en geitenrassen;
Gelet op het koninklijk besluit van 9 november 1992 houdende maatregelen om het voorkomen te bepalen van de infectieuze hematopoietische necrose (I.M.N.) en de virale hemorragische septicemie (V.H.S.) bij zalmachtigen;
Gelet op het koninklijk besluit van 10 december 1992 betreffende de verbetering van de paardachtigen;
Gelet op het koninklijk besluit van 15 maart 1993 tot uitvoering van hoofdstuk II van titel III van de wet van 30 december 1992 houdende sociale en diverse bepalingen, met betrekking tot de invoering van een jaarlijkse bijdrage ten laste van de vennootschappen bestemd voor het sociaal statuut der zelfstandigen, laatst gewijzigd bij het koninklijk besluit van 19 maart 1996;
Gelet op het koninklijk besluit van 24 maart 1993 betreffende de inrichting van de zwoegerziektebestrijding bij het schaap, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 19 augustus 1997;
Gelet op het koninklijk besluit van 3 april 1995 tot uitvoering van de wet van 25 juni 1993 betreffende de uitoefening van de ambulanten activiteiten en de organisatie van openbare markten, laatst gewijzigd bij het koninklijk besluit van 10 januari 1999;
Gelet op het koninklijk besluit van 21 mei 1996 tot regeling van de erkenning van de nationale beroepsfederaties van psychologen en van de vertegenwoordiging van de erkende federaties in de Psychologencommissie;
Gelet op het koninklijk besluit van 2 oktober 1996 betreffende de toepassing van de extra-heffing in de sector melk en zuivelprodukten, laatst gewijzigd bij het koninklijk besluit van 11 april 1999;
Gelet op het koninklijk besluit van 3 april 1997 tot vaststelling van de regels inzake de werkingskosten van de Psychologencommissie, opgericht bij artikel 3, § 1, van de wet van 8 november 1993 tot bescherming van de titel van psycholoog;
Gelet op het koninklijk besluit van 8 augustus 1997 tot bevordering van de bestrijding van brucellose van schapen en geiten;
Gelet op het koninklijk besluit van 23 september 1997 houdende vaststelling van het tarief van de ontledingen uitgevoerd door de Rijksontledingslaboratoria;
Gelet op het koninklijk besluit van 27 november 1997 betreffende de inrichting van de bestrijding van de virale caprine artitis encefalitis;
Gelet op het koninklijk besluit van 17 december 1997 tot bepaling van de retributies te betalen in het kader van de erkenning als loontrieerder;
Gelet op het koninklijk besluit van 19 augustus 1998 tot vaststelling van de retributies en bijdragen verschuldigd aan het Begrotingsfonds voor de grondstoffen;
Gelet op het koninklijk besluit van 21 oktober 1998 tot uitvoering van Hoofdstuk I van Titel II van de programmawet van 10 februari 1998 tot bevordering van het zelfstandig ondernemerschap;
Gelet op het koninklijk besluit van 18 januari 1999 tot vaststelling van de vergoedingen voor de afgifte van fytosanitaire certificaten;
Gelet op het koninklijk besluit van 5 februari 1999 tot aanwijzing van de ambtenaren en agenten die worden belast met het toezicht op de toepassing van Hoofdstuk I van Titel II van de programmawet van 10 februari 1998 tot bevordering van het zelfstandig ondernemerschap en tot regeling van de minnelijke schikking;
Gelet op het koninklijk besluit van 6 juli 1999 tot vaststelling van de analysekosten en andere vergoedingen verbonden aan de vóór-oogstcontroles op sommige groente- en fruitsoorten, laatst gewijzigd bij het koninklijk besluit van 20 september 1999;
Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 19 juni 2000;
Gelet op het akkoord van de Minister van Begroting gegeven op 29 juni 2000;
Gelet op het verzoek om spoedbehandeling die door de volgende omstandigheden wordt gemotiveerd : In tegenstelling tot wat de datum van de inwerkingtreding van de nieuwe bepalingen zou kunnen doen vermoeden( in regel 1 januari 2002, hetzij binnen 18 maanden), is de uitvaardiging en de publicatie van de teksten bijzonder dringend; het is van het hoogste belang dat deze teksten snel officieel worden meegedeeld en de limietdatum hiervoor dient te worden vastgesteld op 1 augustus 2000.
De dringende termijn van drie dagen moet mogelijk maken dat de koninklijke besluiten in de eerste helft van juli ondertekend worden.
De strikte eerbiediging van deze termijn heeft, wat betreft de koninklijke besluiten die in hoofde van de wetten betreffende de invoering van de euro worden genomen, het voordeel dat het Parlement in staat wordt gesteld om de controle uit te oefenen die in het kader van de toekenning van de machtsdelegatie werd overeengekomen.
Er moet ook voor ogen worden gehouden dat het belangrijk is dat de bepalingen op gegroepeerde wijze worden uitgevaardigd. Dit ter verzekering van een eenvormige behandeling die enerzijds een budgettaire en administratieve controle toelaat en anderzijds het Parlement in staat stelt de uitwerking van de bepalingen in goede voorwaarden op te volgen.
Wat de overheidsbesturen betreft laat de eerbiediging van de limietdatum van 1 augustus 2000 nog een termijn van 250 werkdagen.
Deze termijn is strikt noodzakelijk om de voorbereidende werkzaamheden op het gebied van de regelgeving tot een goed einde te brengen (er moeten nog een aantal ministeriële besluiten worden gewijzigd en vervolgens moeten ook tal van formulieren opnieuw worden gedrukt).
Hetzelfde geldt voor de informatica waar de eindtesten voorzien zijn voor juli 2001. Rekening gehouden met deze zeer strakke planning is elke vertraging nadelig voor het goede verloop van de werkzaamheden en de budgettaire kostprijs ervan. In geen geval kan overwogen worden deze testen uit te stellen zonder het risico te lopen alle controle over het goede verloop van de overschakeling door de overheidsbesturen te verliezen.
De voor de goedkeuring van de teksten voorziene limietdatum mag niet worden verschoven. Opdat alle door hen door te voeren aanpassingen in goede voorwaarden zouden gebeuren hebben de informaticadiensten geëist dat alle functionele beslissingen vóór 31 december 1999 zouden genomen worden. Deze diensten zijn reeds in grote mate overgegaan tot de decimalisering die wordt toegestaan door de wet betreffende de decimalisering en zijn dus met de functionele aanpassingen van hun programma's kunnen beginnen. Ze moeten echter nog op korte termijn kunnen beschikken over de bepalingen ter wijziging van wetten en besluiten om een veelheid van bedragen aan te passen. Het strakke tijdschema vereist bovendien dat deze aanpassingen gebeuren op basis van officiële en definitieve beslissingen.
Zo voorziet de planning van de administratie van Financiën dat de informaticadiensten ten laatste in augustus eerstkomend over de nieuwe bedragen moeten kunnen beschikken om de gewenste aanpassingen tegen 1 juni 2001 te kunnen realiseren. Deze fase berust zelf op een voorafgaande aaneenschakeling van andere onontbeerlijke fasen, onder meer op een precieze diagnose van de uit te voeren werkzaamheden en de te besteden middelen.
Anderzijds mag niet uit het oog worden verloren dat de voorziene bepalingen enkel aanpassingen van wetten en koninklijke besluiten inhouden. Dit betekent dus dat deze moeten worden gevolgd door een aanpassing van de ministeriële besluiten; dit zou vóór eind 2000 moeten gebeuren.
Na deze aanpassingen van de regelgeving zullen zoals vermeld in 2001 de aanpassingen van de formulieren en de informatiedocumenten volgen.
Ook de ondernemingen en hun professionele tussenpersonen (sociale secretariaten, boekhouders, administratiekantoren, fiscale dienstverleners enz.) dienen zonder verwijl te kunnen beschikken over betrouwbare gegevens om met kennis van zaken hun programma's aan de euro aan te passen. Het is bijzonder wenselijk dat hun overgang in belangrijke mate per 1 januari 2001 gebeurt, zoniet zal de grote massa van ondernemingen haar eigen overgang uitstellen tot 1 januari 2002.
Dit zou zeer ongunstig zijn voor het beheer van de ondernemingen en daardoor ook voor de overgang van alle economische sectoren.
Naarmate de vervaldag steeds dichter bij komt ( op 1 juli 2000 nog 125 werkdagen) riskeren de ondernemingen die niet over de nodige informatie beschikken bij gebrek aan voldoende manoeuvreerruimte hun beslissing om op de euro over te stappen uit te stellen.
Elke vertraging bij de ondertekening van deze besluiten heeft dus voor de ondernemingen een negatieve weerslag en verder uitstel van de publicatie van de besluiten kan vele projecten in gevaar brengen;
Gelet op het advies van de Raad van State, gegeven op 10 juli 2000 met toepassing van artikel 84, eerste lid, 2°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;
Op de voordracht van Onze Minister van Landbouw en Middenstand, van Onze Minister van Binnenlandse Zaken, van Onze Minister van Sociale Zaken en Pensioenen, van Onze Minister van Justitie, van Onze Minister van Financiën en van Onze Minister van Economie en Wetenschappelijk Onderzoek, en van het advies van Onze in Raad vergaderde Ministers, Hebben Wij besloten en besluiten Wij : HOOFDSTUK I. - Wijzigingen van reglementaire bepalingen Afdeling I. - Aanpassing van het besluit van de Regent van 11 april
1950 betreffende de toekenning van een toelage aan de bedienden van de vismijnen belast met het opmaken van statistische tabellen inzake zeevisserij
Artikel 1.In de bepalingen van het besluit van de Regent van 11 april 1950 betreffende de toekenning van een toelage aan de bedienden van de vismijnen belast met het opmaken van statistische tabellen inzake zeevisserij die hieronder worden aangeduid, worden de in frank uitgedrukte bedragen die in de tweede kolom van de volgende tabel worden vermeld, vervangen door de in euro uitgedrukte bedragen van de derde kolom van dezelfde tabel.
Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld HOOFDSTUK II. - Slotbepalingen
Art. 34.Dit besluit treedt in werking op 1 januari 2002.
Art. 35.Onze Minister van Landbouw en Middenstand, Onze Minister van Binnenlandse Zaken, Onze Minister van Sociale Zaken en Pensioenen, Onze Minister van Justitie, Onze Minister van Financiën en van Onze Minister van Economie en Wetenschappelijk Onderzoek zijn ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 20 juli 2000.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Binnenlandse Zaken, A. DUQUESNE De Minister van Sociale Zaken en Pensioenen, F. VANDENBROUCKE De Minister van Landbouw et Middenstand, J. GABRIELS De Minister van Justitie, M. VERWILGHEN De Minister van Financiën, D. REYNDERS De Minister van Economie en Wetenschappelijk Onderzoek, Ch. PICQUE