gepubliceerd op 13 januari 1998
Koninklijk besluit tot bepaling van de retributies te betalen in het kader van de erkenning als loontrieerder
17 DECEMBER 1997. Koninklijk besluit tot bepaling van de retributies te betalen in het kader van de erkenning als loontrieerder
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 11 juli 1969 betreffende de bestrijdingsmiddelen en de grondstoffen voor de landbouw, tuinbouw, bosbouw en veeteelt, inzonderheid op artikel 2, § 2;
Gelet op de wet van 17 maart 1993 betreffende de oprichting van een Begrotingsfonds voor de productie en de bescherming van planten en plantaardige producten inzonderheid artikel 4, 2°;
Gelet op het koninklijk besluit van 12 juni 1997 betreffende het triëren tegen loon van zaden van bepaalde soorten van landbouwgewassen bestemd om te worden ingezaaid, inzonderheid op artikel 5, vijfde lid;
Gelet op het advies van de Raad van het begrotingsfonds voor de productie en de bescherming van planten en plantaardige producten;
Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën gegeven op 6 augustus 1997;
Gelet op het akkoord van de Minister van Begroting gegeven op 5 september 1997;
Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, gewijzigd bij de wetten van 9 augustus 1980, 16 juni 1989, 4 juli 1989, 6 april 1995 en 4 augustus 1996;
Gelet op de dringende noodzakelijkheid;
Overwegende dat de noodzaak om onverwijld maatregelen te treffen met betrekking tot de retributies verschuldigd voor de verlening van de erkenning als loontrieerder voortvloeit uit de verplichting de loontrieerders vóór de indiening van hun aanvraag, in te lichten;
Overwegende dat iedere installatie ten minste één keer per jaar zal worden gecontroleerd, dat de te ontvangen retributies, verbonden aan de registratie van de jaarlijkse aanvragen, aan de aflevering van de erkenningen en aan de verschillende controles ter plaatse, de kosten van de administratie niet overschrijden en dat de variatie van deze kosten een verscheidenheid van het bedrag voor de retributies niet verantwoordt;
Op de voordracht van Onze Minister van Landbouw en de Kleine en Middelgrote Ondernemingen, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.De retributies te betalen aan het Begrotingsfonds voor de productie en de bescherming van planten en plantaardige producten in het kader van de erkenning als loontrieerder worden vastgesteld op 5.000 BEF per installatie en per jaar.
Art. 2.De retributies zijn ten laste van de persoon die de erkenning aanvraagt.
Art. 3.De retributies zijn verschuldigd op het ogenblik van de indiening van de aanvraag tot erkenning of de aanvraag tot verlenging van de erkenning.
Wanneer de aanvraag tot erkenning of de aanvraag tot verlenging van de erkenning wordt geweigerd, worden de retributies, ten laatste binnen de maand volgend op de mededeling van de weigering, aan de aanvrager terugbetaald, met uitzondering van een vaste retributie van 2.000 BEF die de dossierkosten vertegenwoordigt.
Wanneer, in de loop van de periode, van de erkenning wordt afgezien of wanneer deze wordt ingetrokken worden de retributies niet terugbetaald.
Art. 4.Bij overgangsmaatregel, voor de aanvragen ingediend vóór 31 december 1997, is de jaarlijkse retributie verschuldigd bij de toekenning van de erkenning.
Art. 5.Onze Minister van Landbouw en de Kleine en Middelgrote Ondernemingen is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 17 december 1997.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Landbouw en de Kleine en Middelgrote Ondernemingen, K. PINXTEN