gepubliceerd op 23 februari 2007
Besluit van de Vlaamse Regering houdende vaststelling van de retributies voor de inschrijving van de rassen in de nationale rassencatalogi, voor de uitoefening van bepaalde beroepen in de sector van het plantaardige teeltmateriaal en voor de keuring van dat materiaal
19 JANUARI 2007. - Besluit van de Vlaamse Regering houdende vaststelling van de retributies voor de inschrijving van de rassen in de nationale rassencatalogi, voor de uitoefening van bepaalde beroepen in de sector van het plantaardige teeltmateriaal en voor de keuring van dat materiaal
De Vlaamse Regering, Gelet op de wet van 11 juli 1969 betreffende de bestrijdingsmiddelen en grondstoffen voor de landbouw, tuinbouw, bosbouw en veeteelt, inzonderheid op artikel 2, § 1, 6°, en § 2, gewijzigd bij de wet van 5 februari 1999;
Gelet op het decreet van 19 mei 2006 betreffende de oprichting en de werking van het Fonds voor Landbouw en Visserij, inzonderheid op artikel 6, § 2;
Gelet op het koninklijk besluit van 24 september 1982 tot bepaling van de rechten te betalen inzake de inschrijving van de rassen in de nationale rassencatalogi, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 14 februari 1984 en 20 juli 2000;
Gelet op het koninklijk besluit van 25 oktober 1991 houdende vaststelling van de vergoedingen verschuldigd voor de keuring van zaaizaad en pootgoed voor land- en tuinbouw, alsmede van de vergoedingen verschuldigd voor de uitoefening van bepaalde beroepen in de land-, tuin- en bosbouw, gewijzigd bij de koninklijk besluit van 19 juni 1994 en 5 september 2001;
Gelet op het koninklijk besluit van 23 september 1997 houdende vaststelling van het tarief van de ontledingen uitgevoerd door de Rijksontledingslaboratoria, inzonderheid op bijlage I, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 20 juli 2000;
Gelet op het koninklijk besluit van 17 december 1997 tot bepaling van de retributies te betalen in het kader van de erkenning als loontrieerder, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 20 juli 2000;
Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de begroting, gegeven op 27 september 2006;
Gelet op het overleg tussen de gewesten en de Federale Regering op 26 juni 2006, bekrachtigd door de Interministeriële Conferentie Landbouwbeleid op 5 oktober 2006;
Gelet op het advies nr. 41 609/3 van de Raad van State, gegeven op 28 november 2006, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;
Op voorstel van de Vlaamse minister van Institutionele Hervormingen, Landbouw, Zeevisserij en Plattelandsbeleid;
Na beraadslaging, Besluit : HOOFDSTUK I. - Definities en toepassingsgebied
Artikel 1.Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder : 1° besluiten zaaizaden en aardappelpootgoed : de besluiten, vermeld in artikel 2, 2° tot en met 7°;2° bevoegde entiteit : het Agentschap voor Landbouw en Visserij van het Vlaams Ministerie van Landbouw en Visserij;3° het laboratorium : het laboratorium voor zaadontleding van het Agentschap voor Landbouw en Visserij van het Vlaams Ministerie van Landbouw en Visserij;4° nationale rassencatalogus : de rassencatalogus, vermeld in artikel 2, 1°, van het koninklijk besluit van 8 juli 2001 betreffende de nationale rassencatalogi voor landbouwgewassen en groentegewassen;5° OHB : onderscheidbaarheid, homogeniteit, bestendigheid als vermeld in artikel 5 van het koninklijk besluit van 8 juli 2001 betreffende de nationale rassencatalogi voor landbouwgewassen en groentegewassen;6° CGW : cultuur- en gebruikswaarde van een ras als vermeld in artikel 5 van het koninklijk besluit van 8 juli 2001 betreffende de nationale rassencatalogi voor landbouwgewassen en groentegewassen;7° procedurebesluit rassencatalogus : het ministerieel besluit van 2 maart 1983 tot vaststelling van de procedure van indiening der aanvragen om inschrijving van rassen in de nationale rassencatalogi voor landbouw- of groentegewassen;8° keuringsreglementen zaaizaden : het ministerieel besluit van 21 december 2001 tot vaststelling van een keurings- en certificeringsreglement van bietenzaad van landbouwrassen, van zaaizaad van groenvoedergewassen, van zaaizaden van oliehoudende planten en vezelgewassen, van zaaigranen, van zaaizaden van groenten en van cichorei voor de industrie;9° keuringsreglement aardappelpootgoed : het ministerieel besluit van 21 december 2001 tot vaststelling van een keurings- en certificeringsreglement voor de productie van pootaardappelen;10° Fonds : het Fonds voor Landbouw en Visserij, opgericht bij het decreet van 19 mei 2006 betreffende de oprichting en de werking van het Fonds voor Landbouw en Visserij;11° de Minister : de Vlaamse minister, bevoegd voor het landbouwbeleid en de zeevisserij.
Art. 2.Dit besluit is van toepassing op de retributies die verschuldigd zijn in het kader van : 1° het koninklijk besluit van 8 juli 2001 betreffende de nationale rassencatalogi voor landbouwgewassen en groentegewassen;2° het besluit van de Vlaamse Regering van 16 december 2005 houdende de reglementering van de handel in en de keuring van bietenzaad van landbouwrassen;3° het besluit van de Vlaamse Regering van 25 maart 2005 houdende reglementering van de handel in en de keuring van zaaizaad van groenvoedergewassen;4° het besluit van de Vlaamse Regering van 16 december 2005 houdende de reglementering van de handel in en de keuring van zaaigranen;5° het besluit van de Vlaamse Regering van 3 oktober 2003 houdende reglementering van de handel in en de keuring van zaaizaad van oliehoudende planten en vezelgewassen;6° het besluit van de Vlaamse Regering van 16 december 2005 houdende de reglementering van de handel in en van de keuring van groentezaad en zaad van cichorei voor de industrie;7° het koninklijk besluit van 2 mei 2001 houdende reglementering van de handel in en van de keuring van pootaardappelen;8° het besluit van de Vlaamse Regering van 3 oktober 2003 betreffende de procedure tot erkenning van bosbouwkundig uitgangsmateriaal en het in de handel brengen van bosbouwkundig teeltmateriaal;9° het besluit van de Vlaamse Regering van 18 maart 2005 houdende het in de handel brengen van teeltmateriaal van fruitgewassen, alsmede van fruitgewassen die voor de fruitteelt worden gebruikt;10° het koninklijk besluit van 21 december 1999 betreffende het in de handel brengen van teeltmateriaal van siergewassen;11° het besluit van de Vlaamse Regering van 18 maart 2005 houdende het in de handel brengen van teeltmateriaal en plantgoed van groentegewassen, met uitzondering van groentezaad;12° het besluit van de Vlaamse Regering van 24 oktober 2003 betreffende het in de handel brengen van vegetatief teeltmateriaal voor wijnstokken;13° het besluit van de Vlaamse Regering van 19 mei 2006 betreffende de loontriage van zaden van bepaalde soorten van landbouwgewassen die bestemd zijn om te worden ingezaaid. HOOFDSTUK II. - Retributies voor inschrijving van rassen in de nationale rassencatalogi Afdeling I. - Algemeen
Art. 3.§ 1. De aanvrager van een inschrijving van een ras in een nationale rassencatalogus is een retributie verschuldigd aan het Fonds voor : 1° de neerlegging van de aanvraag tot inschrijving;2° de deelname aan het OHB-onderzoek, per onderzoeksperiode;3° de deelname aan, in voorkomend geval, één of meer CGW-onderzoeken, per onderzoeksdoeleinde en per onderzoeksperiode;4° het jaarlijkse behoud van de inschrijving. § 2. Het bedrag van de retributie, vermeld in § 1, is afhankelijk van de klasse en de plantensoort waartoe het ras behoort. De plantensoorten zijn ingedeeld in vier klassen : 1° klasse A : maïs, suikerbiet;2° klasse B : tarwe, gerst, aardappel, vlas, koolzaad voor oliewinning, niet-doorlevende grassen;3° klasse C : doorlevende grassen en andere doorlevende landbouwsoorten;4° klasse D : landbouwsoorten die niet vermeld worden onder klasse A, B en C en groentesoorten. § 3. Het bedrag van de retributies, vermeld in § 1, wordt vastgesteld overeenkomstig bijlage I, die bij dit besluit is gevoegd. Afdeling II. - De neerlegging van de aanvraag tot inschrijving
Art. 4.De retributie, verschuldigd voor het neerleggen van de aanvraag tot inschrijving, moet uiterlijk betaald worden op de uiterste datum voor de ontvangst van de aanvraag, vermeld in bijlage I bij het procedurebesluit rassencatalogus.
Als er voor een ras meerdere types CGW-onderzoeken worden aangevraagd, wordt per aangevraagd CGW-onderzoek een retributie voor het neerleggen van de aanvraag tot inschrijving betaald.
In geval van een onontvankelijke aanvraag, als vermeld in artikel 2 van het procedurebesluit rassencatalogus wordt de retributie voor het neerleggen van de aanvraag tot inschrijving niet terugbetaald. Afdeling III. - De deelname aan het OHB-onderzoek en het CGW-onderzoek
Art. 5.§ 1. De retributie, verschuldigd voor de deelname aan het OHB-onderzoek in België, uitgevoerd op verzoek van de bevoegde entiteit, is vermeld in bijlage I. De retributie wordt per onderzoeksperiode betaald binnen dertig kalenderdagen na de verzending van de factuur. § 2. Voor een OHB-onderzoek, aangevraagd in het buitenland, of voor een overname van het resultaat van een OHB-onderzoek is de verschuldigde som het bedrag dat betaald is door de bevoegde entiteit.
Als voorschot op het verschuldigde bedrag wordt het retributiebedrag, vermeld in bijlage I, betaald binnen dertig kalenderdagen na de verzending van de factuur.
Als het bovengenoemde voorschot hoger blijkt te zijn dan het verschuldigde bedrag, zal het verschil terugbetaald worden.
Art. 6.De retributie voor de deelname aan het CGW-onderzoek, vermeld in bijlage I, wordt per onderzoeksdoeleinde en per onderzoeksperiode betaald binnen dertig kalenderdagen na de verzending van de factuur.
Als de aanvrager een aanvullende proef wenst, wordt het bedrag, vermeld in bijlage I, vermeerderd met 20 %.
Als de aanvrager een aanvullende analyse wenst, betaalt hij de reële kostprijs van de aanvullende analyse.
Art. 7.§ 1. Retributies voor deelname aan de OHB- en CGW-onderzoeken worden alleen terugbetaald als de aanvraag tot inschrijving is ingetrokken vóór de uiterste datum waarop een onderzoeksinstelling het teeltmateriaal ontvangen moet hebben.
De uiterste datum staat vermeld in bijlage I bij het procedurebesluit rassencatalogus. § 2. Als het een genetisch gemodificeerd ras betreft, betaalt de aanvrager voor de deelname aan de OHB- en CGW-onderzoeken, bovenop het bedrag van de retributie, vermeld in bijlage I, de reële aanvullende onkosten. Voorafgaandelijk wordt een bestek voorgelegd door de bevoegde entiteit. Afdeling IV. - Het jaarlijkse behoud van de inschrijving
Art. 8.De retributie voor het jaarlijkse behoud van de inschrijving op een nationale rassencatalogus wordt jaarlijks betaald vanaf het begin van het kalenderjaar na het jaar waarin de inschrijving van een ras in een nationale rassencatalogus werd uitgevoerd.
Die jaarlijkse retributie wordt betaald binnen dertig kalenderdagen na de verzending van de factuur. HOOFDSTUK III. - Retributies voor kwaliteitscontroles en erkenningen tot uitoefening van bepaalde beroepen in de plantaardige sector
Art. 9.§ 1. In het kader van het kwaliteitsbeheer betaalt de aanvrager een retributie aan het Fonds voor : 1° de jaarlijkse erkenning voor de uitoefening van bepaalde beroepen, opgesomd in bijlage II, A.1.; 2° de inschrijving ter keuring van teelten van zaaizaad en aardappelpootgoed;3° de controle van teelten van zaaizaad en aardappelpootgoed;4° de verplichte tegemoetkomingen, bepaald in de keuringsreglementen zaaizaden;5° de certificering van partijen aardappelpootgoed;6° de ontledingen voor de definitieve goedkeuring van teelten van aardappelpootgoed en de certificering van zaaizaden;7° de etiketten of certificaten, uitgereikt door de bevoegde entiteit;8° de ontledingen inzake de kwaliteitscontrole van zaaizaden;9° de aanvullende controle ten laste van de aanvrager, een officiële verklaring over vastgestelde feiten voor derden en de overbodige verplaatsing die te wijten is aan de aanvrager;10° de keuringshandelingen, uitgevoerd op bosbouwkundig teeltmateriaal;11° de keuringshandelingen, uitgevoerd op teeltmateriaal en plantgoed van fruitgewassen;12° de keuringshandelingen, uitgevoerd op vegetatief teeltmateriaal van wijnstokken. § 2. De bedragen voor de retributies, vermeld in § 1, worden vastgesteld overeenkomstig bijlage II en III, die bij dit besluit zijn gevoegd.
Art. 10.Ontledingen inzake de kwaliteitscontrole, vermeld in artikel 9, § 1, 9°, worden opgelegd door de keuringsreglementen zaaizaden, of kunnen uit eigen beweging aangevraagd worden door particulieren.
De prijs van ontledingen die niet bepaald zijn in bijlage III, die bij dit besluit is gevoegd, wordt vastgesteld door de verantwoordelijke van het laboratorium.
Voor ontledingen die als dringend worden aangevraagd, wordt het bedrag van de retributie, vermeld in bijlage III, met 50 % verhoogd als de proeven worden aangevat binnen vijf werkdagen na de ontvangst van het monster.
Art. 11.De retributies voorde jaarlijkse erkenningen en inschrijvingen ter keuring van de teelten van zaaizaden en aardappelpootgoed, vermeld in artikel 9, § 1, 1° en 2°, moeten bij de aanvraag gestort worden, de andere vergoedingen binnen dertig kalenderdagen na het verzenden van de factuur.
Art. 12.De betrokkene kan een tegencontrole van de activiteiten, vermeld in artikel 9, § 1, 3°, 6° en 8°, voor zijn rekening aanvragen.
De retributie die de betrokkene voor de tegencontrole vermeld in het eerste lid, betaalt, is vastgelegd overeenkomstig bijlage II, die bij dit besluit is gevoegd, met uitzondering van de tegencontrole in het kader van de activiteit, vermeld in artikel 9, § 1, 8°, waarvoor de werkelijke kostprijs van de ontleding wordt aangerekend.
Als de tegencontrole, vermeld in het eerste lid, een positief resultaat voor de aanvrager oplevert, hoeft hij de retributie voor de tegencontrole niet te betalen. HOOFDSTUK IV. - Betalingsprocedure en controlemaatregelen
Art. 13.De retributies, vermeld in dit besluit, worden gestort op de rekening van het Fonds.
Art. 14.De naleving van de bepalingen van dit besluit wordt gecontroleerd en de niet-naleving ervan wordt bestraft overeenkomstig het decreet van 19 mei 2006 betreffende de oprichting en de werking van het Fonds voor Landbouw en Visserij. HOOFDSTUK V. - Slotbepalingen
Art. 15.Het bedrag van de retributies wordt met 5 % verhoogd op 1 juli van het jaar na het jaar waarin het indexcijfer van de consumptieprijzen 5 % gestegen is ten opzichte van het basisindexcijfer. Het basisindexcijfer is het indexcijfer van de consumptieprijzen op 1 juli 2007.
Na de eerste verhoging van de retributies, vermeld in het eerste lid, en bij iedere volgende verhoging, is het basisindexcijfer het indexcijfer van de consumptieprijzen op 1 juli van het jaar waarin de laatste verhoging werd ingevoerd.
Art. 16.De volgende regelingen worden opgeheven : 1° het koninklijk besluit van 24 september 1982 tot bepaling van de rechten, te betalen inzake de inschrijving van de rassen in de nationale rassencatalogi, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 14 februari 1984 en 20 juli 2000;2° het koninklijk besluit van 25 oktober 1991 houdende vaststelling van de vergoedingen verschuldigd voor de keuring van zaaizaad en pootgoed voor land- en tuinbouw, alsmede van de vergoedingen verschuldigd voor de uitoefening van bepaalde beroepen in de land-, tuin- en bosbouw, gewijzigd bij de koninklijk besluit van 19 juni 1994 en 5 september 2001;3° bijlage 1 bij het koninklijk besluit van 23 december 1997 houdende vaststelling van het tarief van de ontledingen, uitgevoerd door de Rijksontledingslaboratoria, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 20 juli 2000.4° het koninklijk besluit van 17 december 1997 tot bepaling van de retributies te betalen in het kader van de erkenning als loontrieerder, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 20 juli 2000.
Art. 17.Dit besluit treedt in werking op 1 januari 2007, met uitzondering van de artikelen 4, 5, 6, 7, 8, 9, § 1, 3° tot en met 12°, en 10, die in werking treden op 1 juli 2007 en met uitzondering van artikel 9, § 1, 2° dat in werking treedt op 1 september 2007.
Art. 18.Voor de activiteiten, vermeld in artikel 4, 5, 6, 7, 8, 9, § 1, 3 tot en met 12°, en in artikel 10, worden in de periode van 1 januari 2007 tot 1 juli 2007 de retributies nog berekend op basis van de besluiten, vermeld in artikel 16.
Voor de activiteiten, vermeld in artikel 9, § 1, 2°, worden in de periode van 1 januari 2007 tot 1 september 2007 de retributies nog berekend op basis van de besluiten, vermeld in artikel 16.
Art. 19.De Minister is belast met de uitvoering van dit besluit.
Brussel, 19 januari 2007.
De minister-president van de Vlaamse Regering, Vlaams minister van Institutionele Hervormingen, Landbouw, Zeevisserij en Plattelandsbeleid, Y. LETERME
Bijlage I. Retributies voor de inschrijving van rassen in de nationale rassencatalogi Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Gezien om gevoegd te worden bij het besluit van de Vlaamse Regering van 19 januari 2007 houdende vaststelling van de retributies voor de inschrijving van de rassen in de nationale rassencatalogi, voor de uitoefening van bepaalde beroepen in de sector van het plantaardige teeltmateriaal en voor de keuring van dat materiaal.
Brussel, 19 januari 2007.
De minister-president van de Vlaamse Regering, Vlaams minister van Institutionele Hervormingen, Landbouw, Zeevisserij en Plattelandsbeleid, Y. LETERME
Bijlage II. Retributies voor kwaliteitscontroles en voor de uitoefening van bepaalde beroepen in de plantaardige sector A. ALGEMENE BEPALINGEN A.1 Jaarlijkse erkenning voor de uitoefening van het beroep of van de activiteit : Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld (1) enkel als de betrokkene geen handelaar-bereider van zaaizaden is.(2) enkel als de betrokkene activiteiten uitvoert voor andere pootgoedproducenten. A.2 Etiketten of certificaten, uitgereikt door de bevoegde entiteit : per schijf van 10 blanco exemplaren : Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld als de etiketten of certificaten door de bevoegde entiteit ingevuld worden : Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld A.3 De officiële verklaring van vastgestelde feiten tijdens een controle voor derden; overbodige verplaatsing die te wijten is aan de aanvrager : Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld B. ZAAIZADEN B.1 Inschrijving van de teelten : teelten die officieel (door de bevoegde entiteit) worden gekeurd : Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld teelten die onder officieel toezicht worden gekeurd : Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld B.2 Controle van de teelten : veldkeuringen waarbij tellingen op het perceel uitgevoerd worden Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld veldkeuringen waarbij de algemene toestand beoordeeld wordt Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld B.3 Verplichte tegemoetkoming voorzien in de keuringsreglementen zaaizaden (1) : Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld (1) Er wordt geen retributie aangerekend voor de tegemoetkoming bij het transport van bruto zaaizaden. C. AARDAPPELPOOTGOED C.1 Inschrijving van de teelten : Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld C.2 Controle van de teelten : Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld C.3 Ontledingen voor definitieve goedkeuring van teelten : het tarief dat door de bevoegde entiteit betaald is aan het door de bevoegde entiteit aangewezen laboratorium. Dat tarief geldt ook voor de tegencontrole ten laste van de aanvrager.
C.4 Certificering : Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld D. BOSBOUWKUNDIG TEELTMATERIAAL bijdrage per partij of lot waarvan de herkomst en de kwaliteit gecertificeerd worden, zoals bepaald in het ministerieel besluit van 2 juni 2004 tot vaststelling van een technisch controlereglement betreffende het bosbouwkundig teeltmateriaal : Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld E. TEELTMATERIAAL EN PLANTGOED VAN FRUITGEWASSEN bijdrage per partij waarvan de certificering aangevat wordt, zoals bepaald in artikel 8 van het ministerieel besluit van 19 februari 2000 tot vaststelling van de schema's met de voorwaarden waaraan teeltmateriaal van fruitgewassen en fruitgewassen die voor de fruitteelt worden gebruikt moeten voldoen, van de uitvoeringsbepalingen met het toezicht op en de controle van leveranciers van deze materialen, van hun bedrijven en van de laboratoria, van de erkenning van de laboratoria en van uitvoeringsbepalingen met betrekking tot de door de leveranciers bij te houden lijsten van rassen van bovenvermelde gewassen : Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld F. VEGETATIEF TEELTMATERIAAL VAN WIJNSTOKKEN bijdrage per partij waarvan de certificering aangevat wordt, zoals bepaald in artikel 19 van het besluit van de Vlaamse Regering van 24 oktober 2003 betreffende het in de handel brengen van vegetatief teeltmateriaal voor wijnstokken : Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Gezien om gevoegd te worden bij het besluit van de Vlaamse Regering van 19 januari 2007 houdende vaststelling van de retributies voor de inschrijving van de rassen in de nationale rassencatalogi, voor de uitoefening van bepaalde beroepen in de sector van het plantaardige teeltmateriaal en voor de keuring van dat materiaal.
Brussel, 19 januari 2007.
De minister-president van de Vlaamse Regering, Vlaams minister van Institutionele Hervormingen, Landbouw, Zeevisserij en Plattelandsbeleid, Y. LETERME
Bijlage III. Retributies voor ontledingen, uitgevoerd door het laboratorium Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld (1) : Voor brutomonsters wordt het tarief verdubbeld.(2) : één hoger dan in de internationale voorgeschreven hoeveelheid om het aantal andere zaden te bepalen.(3) : met inbegrip van éénkiemigheid.(4) : Voor ontsmette zaden wordt het tarief teruggebracht tot 20 euro bij de monsters die enkel voor certificering bestemd zijn.(5) : Als een kiemkrachtbepaling van iedere component aangevraagd wordt, wordt het tarief aangevuld met het kiemkrachttarief.(6) : voor drie fracties, met 5 euro extra per aanvullende fractie.(7) : Als een voorlopig bulletin ervan gevraagd wordt, wordt het tarief verhoogd met 5 euro.(8) : Het bedrag is supplementair aan de bepaling van de kiemkracht die steeds samen wordt uitgevoerd. Gezien om gevoegd te worden bij het besluit van de Vlaamse Regering van 19 januari 2007 houdende vaststelling van de retributies voor de inschrijving van de rassen in de nationale rassencatalogi, voor de uitoefening van bepaalde beroepen in de sector van het plantaardige teeltmateriaal en voor de keuring van dat materiaal.
Brussel, 19 januari 2007.
De minister-president van de Vlaamse Regering, Vlaams minister van Institutionele Hervormingen, Landbouw, Zeevisserij en Plattelandsbeleid, Y. LETERME