Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 21 december 1999
gepubliceerd op 18 januari 2000

Koninklijk besluit betreffende het in de handel brengen van teeltmateriaal van siergewassen

bron
ministerie van middenstand en landbouw
numac
1999016264
pub.
18/01/2000
prom.
21/12/1999
ELI
eli/besluit/1999/12/21/1999016264/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

21 DECEMBER 1999. - Koninklijk besluit betreffende het in de handel brengen van teeltmateriaal van siergewassen


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap van 25 maart 1957 goedgekeurd bij de wet van 2 december 1957;

Gelet op de wet van 11 juli 1969 betreffende de bestrijdingsmiddelen en de grondstoffen voor de landbouw, tuinbouw, bosbouw en veeteelt gewijzigd door de wet van 5 februari 1999;

Gelet op de wet van 2 april 1971 betreffende de bestrijding van voor planten en plantaardige producten schadelijke organismen gewijzigd door de wet van 5 februari 1999;

Gelet op de wet van 28 maart 1975 betreffende de handel in landbouw-, tuinbouw- en zeevisserijproducten, gewijzigd bij de wetten van 11 april 1983, van 29 december 1990 en van 5 februari 1999;

Gelet op de wet van 20 mei 1975 tot bescherming van kweekprodukten;

Gelet op het koninklijk besluit van 3 mei 1994 betreffende de bestrijding van voor planten en plantaardige producten schadelijke organismen, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 10 april 1995;

Gelet op het koninklijk besluit van 15 mei 1995 betreffende het in de handel brengen van fruitgewassen die voor de fruitteelt worden gebruikt, van siergewassen, van groentegewassen en van teeltmateriaal van deze gewassen, met uitzondering van groentezaad;

Gelet op de verordening (EG) Nr. 2100/94 van de Raad van 27 juli 1994 inzake het communautaire kwekersrecht;

Gelet op de richtlijn 98/56/EG van de Raad van 20 juli 1998 betreffende het in de handel brengen van teeltmateriaal van siergewassen;

Gelet op het overleg met de Gewestregeringen;

Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, vervangen bij de wet van 4 juli 1989 en gewijzigd bij de wet van 4 augustus 1996;

Gelet op de dringende noodzakelijkheid;

Overwegend dat het noodzakelijk is zich onverwijld te schikken naar Richtlijn van de Raad van 20 juli 1998 betreffende het in de handel brengen van teeltmateriaal van siergewassen;

Op de voordracht van Onze Minister aan Landbouw en Middenstand, Hebben Wij besloten en besluiten Wij : HOOFDSTUK 1. - Definities en toepassingsgebied

Artikel 1.Definities In dit besluit wordt verstaan onder : a) « Teeltmateriaal » : plantmateriaal, bestemd voor : - de vermeerdering van siergewassen;of - de productie van siergewassen; in geval van productie uitgaande van complete planten is deze definitie evenwel alleen van toepassing voorzover de ontstane siergewassen bestemd zijn om verder in de handel te worden gebracht;

Onder « vermeerdering » wordt verstaan : « reproductie op vegetatieve of andere wijze ». b) « Leverancier » : elke natuurlijke of rechtspersoon die beroepshalve teeltmateriaal in de handel brengt of invoert;c) « In de handel brengen » : het verkopen of leveren door een leverancier aan een andere persoon.Verkoop omvat het ter beschikking of in voorraad houden, tentoonstellen met het oog op verkoop, te koop aanbieden; d) « Verantwoordelijke officiële instantie » : het Ministerie van Middenstand en Landbouw, Bestuur voor de Kwaliteit van de Grondstoffen en de Plantaardige Sector;e) Minister : de minister die de landbouw onder zijn bevoegdheid heeft;f) « Partij » : een aantal eenheden van één product, identificeerbaar door de homogene samenstelling en oorsprong.

Art. 2.Toepassingsgebied § 1. Dit besluit is van toepassing op het in de handel brengen in de Europese Gemeenschap van teeltmateriaal van siergewassen, onverminderd de voorschriften voor de bescherming van in het wild levende plantensoorten van Verordening (EG) nr. 338/97, de voorschriften met betrekking tot verpakkingen en verpakkingsafval van Richtlijn 94/62/EG van het Europees Parlement en de Raad, of, behoudens anders luidende voorschriften van dit besluit of die op grond van dit besluit zijn aangenomen, de fytosanitaire voorschriften van voormeld koninklijk besluit van 3 mei 1994. § 2. Dit besluit is niet van toepassing : - op materiaal waarvan wordt aangetoond dat het voor uitvoer naar derde landen bestemd is, mits het duidelijk als zodanig geïdentificeerd en in voldoende mate apart wordt gehouden. - op materiaal waarvan de producten niet bestemd zijn voor sierdoeleinden, indien dat onder andere communautaire en nationale voorschriften inzake het in de handel brengen van zulk materiaal valt.

Art. 3.§ 1. Leveranciers mogen teeltmateriaal alleen in de handel brengen wanneer dit voldoet aan de in dit besluit genoemde vereisten. § 2. De bepaling in § 1 is niet van toepassing op teeltmateriaal dat is bestemd voor : a) proeven of wetenschappelijke doeleinden;b) selectie;of c) instandhouding van de genetische diversiteit. § 3. De minister kan gedetailleerde regels vaststellen voor toepassing van § 2 overeenkomstig de voorschriften van de Europese Gemeenschap.

Art. 4.In voorkomend geval moet het teeltmateriaal in overeenstemming zijn met de relevante plantenziektekundige voorschriften van voormeld koninklijk besluit van 3 mei 1994. HOOFDSTUK II. - Normen

Art. 5.§ 1. Onverminderd het bepaalde in artikel 2 en artikel 4, moet teeltmateriaal dat in de handel wordt gebracht : - nagenoeg vrij zijn van, althans met het blote oog waarneembare, schadelijke organismen die de kwaliteit van het teeltmateriaal aantasten, dan wel tekenen of symptomen daarvan die de bruikbaarheid van het teeltmateriaal schaden; - nagenoeg vrij zijn van gebreken die de kwaliteit als teeltmateriaal kunnen aantasten; - voldoende groeikracht en afmetingen hebben met het oog op zijn bruikbaarheid als teeltmateriaal; - in geval van zaden, voldoende kiemcapaciteit hebben; - indien in de handel gebracht met verwijzing naar het ras overeenkomstig artikel 9, voldoende rasidentiteit en raszuiverheid bezitten. § 2. Alle teeltmateriaal dat zichtbare tekenen of symptomen van schadelijke organismen vertoont, moet op adequate wijze worden behandeld of, zo nodig, worden verwijderd. § 3. Voor materiaal van Citrusgewassen moet bovendien aan de volgende vereisten worden voldaan : a) het moet afkomstig zijn van uitgangsmateriaal dat bij controle vrij is bevonden van symptomen van virussen, virusachtige organismen of ziekten;b) het moet sedert het begin van de laatste vegetatiecyclus bij controle nagenoeg vrij zijn bevonden van dergelijke virussen, virusachtige organismen of ziekten;c) indien het entmateriaal betreft, moet het zijn geënt op onderstammen die niet vatbaar zijn voor viroïden. § 4. Voor bloembollen moet bovendien aan de volgende vereisten worden voldaan : - het teeltmateriaal moet rechtstreeks afkomstig zijn van materiaal dat in het stadium van staand gewas bij controle nagenoeg vrij is bevonden van schadelijke organismen en ziekten, dan wel tekenen of symptomen daarvan. § 5. Indien de Europese gemeenschap het voorschrijft stelt de Minister voor bepaalde geslachten of soorten een schema op dat aanvullende kwaliteitsvoorschriften bevat waaraan teeltmateriaal moet voldoen wanneer het in de handel wordt gebracht. HOOFDSTUK III. - Vereisten waaraan de leveranciers moeten voldoen

Art. 6.§ 1. Onverminderd § 2 hierna moeten leveranciers officieel zijn geregistreerd voor de activiteiten die zij uit hoofde van dit besluit uitoefenen. De leveranciers die reeds geregistreerd zijn uit hoofde van voormeld koninklijk besluit van 3 mei 1994, zijn automatisch geregistreerd voor dit besluit. § 2. De bepalingen in § 1 zijn niet van toepassing op leveranciers die alleen in de handel brengen voor personen die zich niet beroepshalve bezighouden met de productie of verkoop van siergewassen of van teeltmateriaal van deze gewassen.

Art. 7.§ 1. Leveranciers die teeltmateriaal van siergewassen produceren moeten : - de kritische punten in hun productieproces die de kwaliteit van het materiaal beïnvloeden identificeren en controleren; - gegevens betreffende de in het vorige streepje bedoelde controle bijhouden zodat die desgewenst door de verantwoordelijke officiële instantie kunnen worden onderzocht; - zo nodig monsters nemen voor analyse in een door de verantwoordelijke officiële instantie erkend laboratorium; - ervoor zorgen dat partijen van teeltmateriaal tijdens de productie afzonderlijk identificeerbaar blijven. § 2. Indien op een bedrijf van een leverancier die teeltmateriaal produceert, een schadelijk organisme wordt aangetroffen dat voorkomt in voormeld koninklijk besluit van 3 mei 1994 of dat bedoeld wordt in een krachtens bovenvermeld artikel 5, § 5 opgestelde maatregel, meldt de leverancier dit aan de verantwoordelijke officiële instantie en voert hij alle door deze instantie opgelegde maatregelen uit. § 3. Wanneer teeltmateriaal in de handel wordt gebracht, houden de geregistreerde leveranciers ten minste twaalf maanden lang registers van hun verkoop of aankoop bij. § 4. Indien de Europese gemeenschap ze vaststelt worden de voorschriften voor de toepassing van § 1 vastgesteld door de Minister. HOOFDSTUK IV. - In de handel brengen en etiketteren van teeltmateriaal

Art. 8.§ 1. Teeltmateriaal wordt in partijen in de handel gebracht.

Teeltmateriaal van verschillende partijen kan evenwel in één zending in de handel worden gebracht, mits de leverancier registers bijhoudt van de samenstelling en oorsprong van de verschillende partijen. § 2. Teeltmateriaal dat in de handel wordt gebracht, gaat vergezeld van een etiket of ander document dat door de leverancier is opgemaakt. § 3. Voorschriften ten aanzien van het in § 2 bedoelde etiket worden, indien de Europese gemeenschap ze voorschrijft, vastgesteld door de Minister. Bij het verhandelen van teeltmateriaal aan personen die zich niet beroepshalve met de productie of verkoop van siergewassen of teeltmateriaal bezighouden, kunnen de etiketteringseisen beperkt worden tot adequate informatie over het product. Volgens dezelfde procedure als voor de etikettering kunnen ook voorschriften ten aanzien van het verpakken van teeltmateriaal worden aangenomen. § 4. De bepalingen van § 1 zijn niet van toepassing op teeltmateriaal dat in de handel wordt gebracht voor personen die zich niet beroepshalve bezighouden met de productie of verkoop van siergewassen of teeltmateriaal van deze gewassen.

Art. 9.§ 1. Teeltmateriaal kan alleen met een verwijzing naar het ras in de handel worden gebracht, wanneer het betrokken ras :- - wettelijke bescherming geniet uit hoofde van een kwekersrecht overeenkomstig de voormelde wet van 20 mei 1975 of de voormelde verordening (EG) Nr. 2100/94; of - officieel geregistreerd is, of - algemeen bekend is, of - voorkomt op een lijst van een leverancier, met zijn benaming en een gedetailleerde beschrijving. Deze lijsten worden opgesteld overeenkomstig aanvaarde internationale richtsnoeren, wanneer die van toepassing zijn. § 2. Ieder ras moet voorzover mogelijk in alle lidstaten van de Europese Unie dezelfde benaming hebben. § 3. Wanneer teeltmateriaal in de handel wordt gebracht met een verwijzing naar een andere plantengroep en niet naar een ras als bedoeld in § 1, beschrijft de leverancier deze plantengroep zodanig dat verwarring met een rasnaam wordt voorkomen. § 4. Aanvullende bepalingen ter uitvoering van het vierde streepje van § 1 kunnen worden besloten door de Minister. HOOFDSTUK V. - Teeltmateriaal waarvoor minder strenge vereisten gelden

Art. 10.In geval van tijdelijke moeilijkheden bij de levering van teeltmateriaal dat voldoet aan de vereisten van dit besluit, waarvoor binnen de Gemeenschap geen oplossing kan worden gevonden, worden maatregelen inzake het in de handel brengen van teeltmateriaal dat aan minder stringente vereisten voldoet door de Minister besloten overeenkomstig de voorschriften van de Europese Gemeenschap. HOOFDSTUK VI. - In derde landen geproduceerd teeltmateriaal

Art. 11.§ 1. Indien de Europese gemeenschap besluit dat in een derde land geproduceerd teeltmateriaal in alle opzichten dezelfde garanties biedt als materiaal dat in de Gemeenschap overeenkomstig dit besluit is geproduceerd wordt dit tot de handel toegelaten overeenkomstig dit besluit. § 2. In afwachting van een dergelijke beslissing mag teeltmateriaal niet uit derde landen worden ingevoerd tenzij de importerende leverancier vóór de invoer ervan waarborgt dat het in te voeren materiaal in alle opzichten dezelfde waarborgen biedt als teeltmateriaal dat in de Gemeenschap overeenkomstig dit besluit is geproduceerd, inzonderheid wat kwaliteit, identificatie en fytosanitaire aspecten betreft. § 3. De invoerder stelt de verantwoordelijke officiële instantie ervan in kennis dat in het kader van § 2 teeltmateriaal is ingevoerd en houdt een schriftelijk bewijs bij van zijn contract met de leverancier in een derde land. § 4. Uitvoeringsbepalingen over de te volgen procedure en andere vereisten waaraan importeurs moeten voldoen, worden besloten door de Koning of door de Minister overeenkomstig de voorschriften van de Europese gemeenschap. HOOFDSTUK VII. - Controle

Art. 12.§ 1. De leveranciers moeten alle nodige maatregelen treffen om te waarborgen dat aan de vereisten van dit besluit wordt voldaan.

Om na te gaan of aan die vereisten voldaan is, moet teeltmateriaal officieel worden geïnspecteerd : - tenminste steekproefsgewijs; en - tenminste bij het verhandelen aan personen die zich beroepshalve bezighouden met de productie of verkoop van siergewassen of teeltmateriaal van deze gewassen.

Er kunnen monsters worden genomen om na te gaan of aan de vereisten is voldaan. § 2. Gedetailleerde uitvoeringsbepalingen over de in dit besluit bedoelde inspecties worden besloten door de Minister overeenkomstig de voorschriften van de Europese gemeenschap. HOOFDSTUK VIII. - Overige bepalingen

Art. 13.§ 1. Wanneer tijdens officiële inspecties als bedoeld in artikel 12 of proeven als bedoeld in artikel 14 blijkt dat teeltmateriaal niet aan de vereisten van dit besluit voldoet, zorgt de verantwoordelijke officiële instantie ervoor dat de leverancier passende corrigerende maatregelen treft, of, indien zulks niet mogelijk is, verbiedt zij het in de handel brengen van dat teeltmateriaal in de Gemeenschap. § 2. Wanneer blijkt dat teeltmateriaal dat door een leverancier in de handel wordt gebracht, niet aan de vereisten van dit besluit voldoet, moeten ten aanzien van deze leverancier passende maatregelen worden genomen. § 3. Alle krachtens § 2 genomen maatregelen worden ingetrokken zodra met voldoende zekerheid is vastgesteld dat het teeltmateriaal dat bestemd is om door de leverancier in de handel te worden gebracht, voortaan aan de vereisten en voorwaarden van dit besluit zal voldoen.

Art. 14.§ 1. In voorkomend geval worden op monsters proeven of tests uitgevoerd door de verantwoordelijke officiële instantie om na te gaan of het teeltmateriaal voldoet aan de vereisten en voorwaarden van dit besluit. De Europese Commissie kan toezicht door vertegenwoordigers van de lidstaten en de Commissie op de proeven organiseren. § 2. De hier bedoelde proeven kunnen ook betrekking hebben op in derde landen geproduceerd teeltmateriaal.

Art. 15.Voor het in de handel brengen van teeltmateriaal dat voldoet aan de vereisten van dit besluit, mogen geen andere dan de in dit besluit vastgestelde beperkingen gelden ten aanzien van de leverancier, de kwaliteit, de fytosanitaire aspecten, de etikettering en de verpakking.

Art. 16.§ 1. De Minister stelt de controlevoorschriften vast voor teeltmateriaal van siergewassen dat bestemd is om in de handel te worden gebracht en ziet erop toe dat de voorschriften van dit besluit worden toegepast. § 2. De Minister kan de technische controle, die in principe door de verantwoordelijke officiële instantie wordt uitgevoerd, delegeren aan een interprofessioneel organisme.

Art. 17.Inbreuken.

De inbreuken op de bepalingen van dit besluit worden opgespoord, vastgesteld, vervolgd en bestraft in overeenstemming met hetgeen is bepaald in de bovengenoemde wet van 11 juli 1969.

Art. 18.Het koninklijk besluit van 15 mei 1995 betreffende het in de handel brengen van fruitgewassen die voor de fruitteelt worden gebruikt, van siergewassen, van groentegewassen en van teeltmateriaal van deze gewassen, met uitzondering van groentezaad wordt als volgt gewijzigd : worden geschrapt : - in artikel 1, § 1, de tweede alinea; - in artikel 4, de § 2; - in artikel 7, § 2 : de woorden « ..teeltmateriaal en planten van siergewassen... »; - in artikel 9, § 1, 1° : de woorden »...siergewassen... » en de § 3, 2°; - in artikel 11, § 2 : de woorden « Teeltmateriaal en planten van siergewassen »; - in artikel 15 : de woorden « ...bijlage II... »; - bijlage II.

Art. 19.De in uitvoering van het voormelde koninklijk besluit van 15 mei 1995 genomen ministeriële besluiten blijven van kracht tenzij zij worden gewijzigd of ingetrokken door nieuwe ministeriele besluiten.

Art. 20.Onze Minister belast met Landbouw en Middenstand is belast met de invoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 21 december 1999.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Landbouw en Middenstand, J. GABRIELS

^