10 FEBRUARI 1998. - Wet houdende aanwijzing van de rechtbanken voor de gemeenschapsmerken (1)

ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

De kamers hebben aangenomen en Wij bekrachtigen hetgeen volgt :

Artikel 1.Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 77 van de Grondwet.

Art. 2.Artikel 574 van het Gerechtelijk Wetboek wordt aangevuld met een 11°, luidende : « 11° de vorderingen bedoeld in artikel 92 van Verordening nr. 40/94 van de Raad van de Europese Unie van 20 december 1993 inzake het Gemeenschapsmerk. »

Art. 3.Artikel 627 van hetzelfde Wetboek wordt aangevuld met een 14°, luidende : « 14° in het geval bepaald in artikel 574, 11°, de rechtbank van koophandel te Brussel. » Kondigen deze wet af, bevelen dat zij met 's Lands zegel zal worden bekleed en door het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.

Gegeven te Brussel, 10 februari 1998.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Justitie, T. VAN PARYS Met 's Lands zegel gezegeld : De Minister van Justitie, T. VAN PARYS

(1) Gewone zitting 1996-1997. Senaat : Parlementaire stukken. - Wetsontwerp, nr. 1-772/1. - Amendementen, nr. 1-722/2.

Gewone zitting 1997-1998.

Senaat : Parlementaire stukken. - Verslag van Mevr. Delcourt-Pêtre, nr. 1-722/3. - Tekst aangenomen door de commissie, nr. 1-722/4.

Parlementaire Handelingen. - Bespreking en aanneming. Vergaderingen van 11 december 1997.

Kamer van volksvertegenwoordigers : Parlementaire stukken. - Wetsontwerp overgezonden door de Senaat, nr. 1332/1. - Verslag van de heer Willems, nr. 1332/2.

Parlementaire Handelingen. - Bespreking en aanneming. Vergaderingen van 29 januari 1998.