gepubliceerd op 13 maart 2002
Wet tot wijziging van de artikelen 50, 51, 51bis, 53quater, 53quinquies, 53sexies, 55 en 61 van het Wetboek van de belasting over de toegevoegde waarde
7 MAART 2002. - Wet tot wijziging van de artikelen 50, 51, 51bis, 53quater, 53quinquies, 53sexies, 55 en 61 van het Wetboek van de belasting over de toegevoegde waarde
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
De Kamers hebben aangenomen en Wij bekrachtigen hetgeen volgt :
Artikel 1.Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 78 van de Grondwet.
Art. 2.Artikel 50 van het Wetboek van de belasting over de toegevoegde waarde, vervangen bij de wet van 28 december 1992 en gewijzigd bij het koninklijk besluit van 29 december 1992, wordt vervangen als volgt : «
Art. 50.§ 1. De administratie van de BTW, registratie en domeinen kent een BTW-identificatienummer toe dat de letters BE bevat : 1° aan elke belastingplichtige gevestigd in België, met uitzondering van de belastingplichtigen bedoeld in de artikelen 8 en 8bis, van de belastingplichtigen op wie de in artikel 56, § 2, bepaalde regeling van toepassing is en van de belastingplichtigen die uitsluitend leveringen van goederen of diensten verrichten waarvoor zij geen recht op aftrek hebben; 2° aan de niet-belastingplichtige rechtspersonen en, in afwijking van 1°, aan de belastingplichtigen op wie de in artikel 56, § 2, bedoelde regeling van toepassing is en aan de belastingplichtigen die uitsluitend leveringen van goederen of diensten verrichten waarvoor zij geen recht op aftrek hebben : a) wanneer zij overeenkomstig artikel 53bis, § 1, verklaren een intracommunautaire verwerving van goederen te verrichten die tot gevolg heeft dat de drempel van 11.200 EUR, bedoeld in artikel 25ter, § 1, tweede lid, 2°, b), wordt overschreden; b) wanneer zij overeenkomstig artikel 25ter, § 1, derde lid, ervoor kiezen om al hun intracommunautaire verwervingen van goederen aan de belasting te onderwerpen;3° aan elke niet in België gevestigde belastingplichtige die handelingen verricht bedoeld in het Wetboek waarvoor recht op aftrek is ontstaan en waarvoor hij krachtens de artikelen 51 en 52 schuldenaar is van de belasting in België. De belastingplichtigen op wie de in artikel 57 bedoelde regeling van toepassing is, kunnen hun nummer slechts rechtsgeldig gebruiken om intracommunautaire verwervingen te verrichten van andere goederen dan accijnsproducten nadat zij vooraf de in het eerste lid, 2°, a), bedoelde verklaring hebben ingediend of nadat zij vooraf de in het eerste lid, 2°, b), bedoelde keuze hebben uitgeoefend.
Degenen aan wie ingevolge het eerste lid, 2°, a), een identificatienummer is toegekend, gebruiken dit rechtsgeldig voor de door hen verrichte intracommunautaire verwervingen van goederen vanaf de dag waarop de drempel werd overschreden en tot 31 december van het kalenderjaar dat erop volgt. Indien de drempel wordt overschreden in de loop van dit laatste jaar en, in voorkomend geval, in de loop van de volgende jaren, gebruiken zij dit nummer rechtsgeldig tot 31 december van het jaar dat volgt op het jaar waarin de drempel voor het laatst werd overschreden. § 2. Een BTW-identificatienummer kan eveneens worden toegekend aan andere belastingplichtigen. »
Art. 3.In artikel 51, § 2, van hetzelfde Wetboek, vervangen bij het koninklijk besluit van 29 december 1992 en gewijzigd bij het koninklijk besluit van 22 december 1995, worden de volgende wijzigingen aangebracht : a) in § 2, 1°, worden de woorden « buiten België gevestigde » vervangen door de woorden « niet in België gevestigde »;b) in § 2, 1°, b), worden de woorden « overeenkomstig artikel 50, § 1, » vervangen door de woorden « onder een nummer dat de letters BE bevat, »;c) op het einde van § 2, 4°, wordt het punt vervangen door een puntkomma;d) § 2 wordt aangevuld als volgt : « 5° door de in België gevestigde medecontractant die gehouden is tot het indienen van de aangifte bedoeld in artikel 53, eerste lid, 3°, of door de niet in België gevestigde medecontractant die een aansprakelijke vertegenwoordiger heeft laten erkennen overeenkomstig artikel 55, § 1 of § 2, wanneer het gaat om een levering van goederen of een dienst verricht door een niet in België gevestigde belastingplichtige en de hier te lande belastbare handeling niet onder 1° en 2° van deze paragraaf is bedoeld, noch vrijgesteld is of verricht met vrijstelling van de belasting ingevolge de artikelen 39 tot 44bis.»
Art. 4.In artikel 51bis, § 3, van hetzelfde Wetboek, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 22 december 1995, worden de woorden « 51, § 1, 1° en 2°, § 2, 3° en 4°, » vervangen door de woorden « 51, § 1, 1° en 2°, § 2, 3°, 4° en 5° ».
Art. 5.Artikel 53quater, van hetzelfde Wetboek, vervangen bij het koninklijk besluit van 29 december 1992, wordt vervangen als volgt : «
Art. 53quater.§ 1. Zij die overeenkomstig artikel 50 voor BTW-doeleinden zijn geïdentificeerd, moeten hun identificatienummer aan hun klanten en aan hun leveranciers mededelen.
De mededeling van het identificatienummer is evenwel facultatief wanneer de personen die overeenkomstig artikel 50 voor BTW-doeleinden zijn geïdentificeerd een dienst ontvangen zoals bedoeld in artikel 21, § 3, 2°, b, 3°bis, 3°ter, 4°bis, 4°ter of 8°.
De belastingplichtigen, op wie de regeling bedoeld in artikel 57 van toepassing is, mogen bovendien hun BTW-identificatienummer niet mededelen aan hun leveranciers wanneer zij intracommunautaire verwervingen van andere goederen dan accijnsproducten verrichten, indien zij de drempel van 11.200 EUR waarvan sprake in artikel 25ter, § 1, tweede lid, 2°, niet hebben overschreden of indien zij het in artikel 25ter, § 1, derde lid, bedoelde keuzerecht niet hebben uitgeoefend. § 2. De niet in België gevestigde belastingplichtigen die overeenkomstig artikel 55, § 1 of § 2, hier te lande een aansprakelijke vertegenwoordiger hebben laten erkennen of die overeenkomstig artikel 55, § 3, door een vooraf erkende persoon worden vertegenwoordigd, moeten bovendien, voor de handelingen die zij in België verrichten of ontvangen, de naam of benaming en het adres van hun aansprakelijke vertegenwoordiger in België of van de vooraf erkende persoon die hen vertegenwoordigt, aan hun klanten of leveranciers mededelen. »
Art. 6.Artikel 53quinquies, van hetzelfde Wetboek, ingevoegd bij de wet van 28 december 1992, wordt vervangen als volgt : «
Art. 53quinquies.De belastingplichtigen die overeenkomstig artikel 50, § 1, eerste lid, 1° en 3°, voor BTW-doeleinden zijn geïdentificeerd, de belastingplichtigen bedoeld in artikel 56, § 2, alsook de niet in België gevestigde belastingplichtigen die voor de handelingen die zij hier te lande verrichten zijn vertegenwoordigd door een vooraf erkende persoon, overeenkomstig artikel 55, § 3, en de andere niet in België gevestigde belastingplichtigen bedoeld in artikel 50, § 2, zijn gehouden jaarlijks voor iedere belastingplichtige die voor BTW-doeleinden moet geïdentificeerd zijn, behalve voor degenen die uitsluitend handelingen verrichten die krachtens artikel 44 van de belasting zijn vrijgesteld, en waaraan zij goederen hebben geleverd of diensten hebben verstrekt in de loop van het vorige jaar, de administratie van de BTW, registratie en domeinen in kennis te stellen van het totale bedrag van die handelingen alsmede van het totale bedrag van de in rekening gebrachte belasting. »
Art. 7.In artikel 53sexies, § 1, van hetzelfde Wetboek, ingevoegd bij de wet van 28 december 1992 en gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 29 december 1992 en 22 december 1995, worden de woorden « 1° en 3°, » ingevoegd tussen de woorden « artikel 50, § 1, eerste lid, » en de woorden « voor BTW-doeleinden zijn geïdentificeerd » en worden de woorden « alsook de niet in België gevestigde belastingplichtigen die voor de handelingen die zij hier te lande verrichten worden vertegenwoordigd door een overeenkomstig artikel 55, § 3, vooraf erkende persoon, » ingevoegd tussen de woorden « voor BTW-doeleinden zijn geïdentificeerd, » en de woorden « moeten ieder kalenderkwartaal ».
Art. 8.Artikel 55, van hetzelfde Wetboek, vervangen bij de wet van 28 december 1992 en gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 29 december 1992 en 22 december 1995, wordt vervangen als volgt : «
Art. 55.§ 1. De niet in de Gemeenschap gevestigde belastingplichtige moet, alvorens in België enige andere handeling te verrichten dan een handeling waarvoor de belasting krachtens artikel 51, § 2, 1°, 2° en 5° verschuldigd is door de medecontractant, door of vanwege de Minister van Financiën een in België gevestigde aansprakelijke vertegenwoordiger laten erkennen.
Onder de door hem te stellen voorwaarden kan door of vanwege de Minister van Financiën echter worden bepaald in welke omstandigheden de in het eerste lid bedoelde belastingplichtige wordt ontslagen van de verplichting een aansprakelijke vertegenwoordiger te laten erkennen. § 2. De niet in België gevestigde belastingplichtige, die gevestigd is in de Gemeenschap, kan een aansprakelijke vertegenwoordiger laten erkennen, wanneer hij hier te lande handelingen verricht die, indien zij door een niet in de Gemeenschap gevestigde belastingplichtige werden verricht, de erkenning van een aansprakelijke vertegenwoordiger ingevolge § 1, zouden vereisen.
De Koning bepaalt, in dit geval, de voorwaarden en modaliteiten van erkenning van de aansprakelijke vertegenwoordiger. § 3. Voor de bijzondere handelingen die Hij in een lijst vastlegt, kan de Koning eveneens, binnen de beperkingen en onder de voorwaarden en modaliteiten die Hij bepaalt, aan de niet in België gevestigde belastingplichtige die er niet is geïdentificeerd overeenkomstig artikel 50, § 1, eerste lid, 3°, en die hier te lande uitsluitend handelingen verricht opgenomen in de voormelde lijst, toestaan te worden vertegenwoordigd door een persoon die vooraf door of vanwege de Minister van Financiën werd erkend. § 4. De aansprakelijke vertegenwoordiger bedoeld in §§ 1 of 2 wordt in de plaats gesteld van zijn lastgever ten aanzien van alle rechten die aan laatstgenoemde zijn verleend of van alle verplichtingen die hem zijn opgelegd door of ter uitvoering van dit Wetboek.
Die vertegenwoordiger of de vooraf erkende persoon bedoeld in § 3 is met zijn lastgever hoofdelijk gehouden tot voldoening van de belasting, interesten en geldboeten die laatstgenoemde verschuldigd is krachtens onderhavig Wetboek. § 5. Bij overlijden van de aansprakelijke vertegenwoordiger bedoeld in § 1, bij intrekking van zijn erkenning of bij feiten die zijn onbekwaamheid tot gevolg hebben, moet onmiddellijk in zijn vervanging worden voorzien. § 6. Bij ontstentenis van identificatie van de belastingplichtige bedoeld in artikel 50, § 1, eerste lid, 3°, of van vertegenwoordiging door een vooraf erkende persoon overeenkomstig § 3, kan de invordering van de belasting, de interesten en de geldboeten geschieden ten laste van de medecontractant van de niet in België gevestigde belastingplichtige.
De medecontractant te goeder trouw, die bewijst dat hij aan zijn leverancier wiens identiteit hij aantoont, de belasting geheel of gedeeltelijk heeft betaald, is evenwel in dezelfde mate ontslagen van deze verplichting. »
Art. 9.In artikel 61, § 1, van hetzelfde Wetboek, vervangen bij de wet van 28 december 1992, wordt tussen het tweede en het derde lid het volgende lid ingevoegd : « De belastingplichtige bedoeld in artikel 50, § 1, eerste lid, 3°, die geen aansprakelijke vertegenwoordiger heeft laten erkennen, alsook de niet in België gevestigde belastingplichtige bedoeld in artikel 50, § 2, moeten aan de administratie die de belasting over de toegevoegde waarde onder haar bevoegdheid heeft een adres in België kenbaar maken waar de boeken en stukken bedoeld in het eerste lid zullen worden medegedeeld op ieder verzoek van de ambtenaren van die administratie. »
Art. 10.Deze wet heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2002.
Kondigen deze wet af, bevelen dat zij met' s Lands zegel zal worden bekleed en door het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.
Gegeven te Brussel, 7 maart 2002.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Financiën, D. REYNDERS Met 's Lands zegels gezegeld : De Minister van Justitie, M. VERWILGHEN _______ Nota's (1) Parlementaire verwijzingen : Stukken van de kamer van volksvertegenwoordigers : 50-1585 - 2001/2002 : - Nr.1 : Wetsontwerp. - Nr. 2 : Verslag. - Nr. 3 : Tekst aangenomen in plenaire vergadering en overgezonden aan de Senaat.
Integraal Verslag : 31 januari 2002.
Stukken van de Senaat : 2-1033 - 2001/2002 - Nr. 1 : Ontwerp niet geëvoceerd door de Senaat.