gepubliceerd op 17 december 2009
Koninklijk besluit tot wijziging van de koninklijke besluiten nrs. 1, 3, 4, 7, 10, 18, 22, 31 en 54 met betrekking tot de belasting over de toegevoegde waarde
9 DECEMBER 2009. - Koninklijk besluit tot wijziging van de koninklijke besluiten nrs. 1, 3, 4, 7, 10, 18, 22, 31 en 54 met betrekking tot de belasting over de toegevoegde waarde (1)
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op het Wetboek van de belasting over de toegevoegde waarde, de artikelen 25ter, § 1, tweede lid, 2°, tweede lid, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 29 december 1992, 39, § 3, vervangen bij het koninklijk besluit van 29 december 1992, 39quater, § 1, tweede lid, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 10 november 1996, 40, § 3, vervangen bij de wet van 26 november 2009, 49, gewijzigd bij de wet van 27 december 1977, 52, § 1, vervangen bij de wet van 28 december 1992 en gewijzigd bij het koninklijk besluit van 22 december 1995, 53, vervangen bij de wet van 28 januari 2004 en gewijzigd bij de programmawet van 27 april 2007, 53octies, § 1, ingevoegd bij de wet van 28 december 1992 en gewijzigd bij de wetten van 28 januari 2004 en 26 november 2009, 54, vervangen bij de wet van 28 december 1992, 55, § 3, vervangen bij de wet van 7 maart 2002 en gewijzigd bij de wet van 20 december 2002, 57, § 5, ingevoegd bij de wet van 28 december 1992, 76, vervangen bij de wet van 28 december 1992 en gewijzigd bij de programmawet van 27 december 2004 en de wet van 26 november 2009 en 80, vervangen bij de wet van 22 december 1989 en gewijzigd bij de wetten van 28 december 1992 en 26 november 2009;
Gelet op het koninklijk besluit nr. 1 van 29 december 1992 met betrekking tot de regeling voor de voldoening van de belasting over de toegevoegde waarde;
Gelet op het koninklijk besluit nr. 3 van 10 december 1969 met betrekking tot de aftrekregeling voor de toepassing van de belasting over de toegevoegde waarde;
Gelet op het koninklijk besluit nr. 4 van 29 december 1969 met betrekking tot de teruggaven inzake belasting over de toegevoegde waarde;
Gelet op het koninklijk besluit nr. 7 van 29 december 1992 met betrekking tot de invoer van goederen voor de toepassing van de belasting over de toegevoegde waarde;
Gelet op het koninklijk besluit nr. 10 van 29 december 1992 met betrekking tot de uitoefeningsmodaliteiten van de keuzen, bedoeld in de artikelen 15, § 5, derde lid, en 25ter, § 1, derde lid, van het Wetboek van de belasting over de toegevoegde waarde, de aangiften van aanvang, wijziging, stopzetting van activiteit en de voorafgaande kennisgevingen inzake de belasting over de toegevoegde waarde;
Gelet op het koninklijk besluit nr. 18 van 29 december 1992 met betrekking tot de vrijstellingen ten aanzien van de uitvoer van goederen en diensten naar een plaats buiten de Gemeenschap, op het stuk van de belasting over de toegevoegde waarde;
Gelet op het koninklijk besluit nr. 22 van 15 september 1970 met betrekking tot de bijzondere regeling voor landbouwondernemers inzake belasting over de toegevoegde waarde;
Gelet op het koninklijk besluit nr. 31 van 2 april 2002 met betrekking tot de toepassingsmodaliteiten van de belasting over de toegevoegde waarde ten aanzien van de handelingen verricht door niet in België gevestigde belastingplichtigen;
Gelet op het koninklijk besluit nr. 54 van 25 februari 1996 met betrekking tot de andere regeling van entrepot dan douane-entrepot bedoeld in artikel 39quater van het Wetboek van de belasting over de toegevoegde waarde;
Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 10 november 2009;
Gelet op de akkoordbevinding van de Staatssecretaris voor Begroting, d.d. 18 november 2009;
Gelet op het verzoek om spoedbehandeling, gemotiveerd door het feit dat : - de maatregelen van onderhavig besluit in werking moeten treden op 1 januari 2010; - om de juridische zekerheid te waarborgen, het nodig is dat de economische actoren bijgevolg op de hoogte worden gebracht van de hen opgelegde nieuwe administratieve formaliteiten alsook van nieuwe rechtsbepalingen waarop zij aanspraak kunnen maken; - dit besluit dus onverwijld moet worden genomen;
Gelet op advies nr. 47.496/1 van de Raad van State, gegeven op 30 november 2009, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;
Op de voordracht van de Vice-Eerste Minister en Minister van Financiën, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.In artikel 1, § 1, inleidende zin, van het koninklijk besluit nr. 1 van 29 december 1992 met betrekking tot de regeling voor de voldoening van de belasting over de toegevoegde waarde, vervangen bij het koninklijk besluit van 16 februari 2004, worden de woorden "artikelen 15 en 21" vervangen door de woorden "artikelen 15 en 21bis ".
Art. 2.In artikel 5 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 25 februari 1996, 26 november 1998, 20 juli 2000, 2 april 2002, 16 februari 2004, 21 april 2007, 17 mei 2007 en 6 april 2008, worden de volgende wijzigingen aangebracht : a) in paragraaf 1, 4°, a), worden de woorden "voor de handelingen bedoeld in artikel 21, § 3, 2°, b), 3°bis, 3°ter, 4°bis, 4°ter en 8°" vervangen door de woorden "voor de diensten bedoeld in artikel 21, § 2";b) in paragraaf 1, 4°, c), worden de woorden "artikel 50, § 1, van het Wetboek" vervangen door de woorden "artikel 50 van het Wetboek";c) in paragraaf 1, 9°, worden de woorden "artikel 51, § 2, 1°, 2°, 5° en 6°" vervangen door de woorden "artikel 51, § 2, eerste lid, 1°, 2°, 5° en 6°";d) in paragraaf 1bis, 3° en 4°, worden de woorden "artikel 50, § 1, eerste lid, 4°" vervangen door de woorden "artikel 50, § 1, eerste lid, 6°";e) in paragraaf 2bis, 4°, worden de woorden "artikel 50, § 1, eerste lid, 4°" vervangen door de woorden "artikel 50, §§ 1, eerste lid, 6° en 2".
Art. 3.In artikel 9 van hetzelfde besluit, vervangen bij het koninklijk besluit van 21 april 2007 en gewijzigd bij het koninklijk besluit van 17 mei 2007, worden de volgende wijzigingen aangebracht : a) in paragraaf 1 worden de woorden "§ 2, 1°, 2°, 5° en 6°" vervangen door de woorden "§ 2, eerste lid, 1°, 2°, 5° en 6°";b) in paragraaf 2, 4°, b), worden de woorden "artikel 51, § 2, 1°, 2°, 5° en 6°" vervangen door de woorden "artikel 51, § 2, eerste lid, 1°, 2°, 5° en 6°".
Art. 4.In artikel 13, eerste lid, inleidende zin, van hetzelfde besluit, vervangen bij het koninklijk besluit van 16 februari 2004, worden de woorden "artikelen 15 en 21" vervangen door de woorden "artikelen 15, 21 en 21bis ".
Art. 5.In artikel 14 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 25 februari 1996, 6 februari 2002, 16 februari 2004, 31 januari 2007 en 17 mei 2007, worden de volgende wijzigingen aangebracht : a) in paragraaf 2, 1°, vierde streepje, worden de woorden "artikelen 12, § 1, 3° en 4°, 19, § 2, 1°, en § 3, en 25quater " vervangen door de woorden "artikelen 12, § 1, eerste lid, 3° en 4°, 19, §§ 2, eerste lid, 1° en 3, 19bis en 25quater ";b) in paragraaf 2 wordt de bepaling onder 2° vervangen als volgt : « 2° een boek voor uitgaande facturen waarin zij de facturen, de stukken bedoeld in de artikelen 2, 3, 6 en 11 en die bedoeld in artikel 53, § 3, eerste lid, van het Wetboek inschrijven, evenals de ermee verband houdende verbeterende stukken;»; c) in paragraaf 2 wordt het eerste lid van de bepaling onder 3° vervangen als volgt : « 3° een dagboek per bedrijfszetel waarin zij de ontvangsten inschrijven met betrekking tot de handelingen waarvoor zij niet verplicht zijn een factuur of het in artikel 53, § 3, eerste lid van het Wetboek bedoeld stuk uit te reiken en waarvoor zij geen factuur of niet dat stuk hebben uitgereikt.»; d) paragraaf 5 wordt vervangen als volgt : « § 5.In afwijking van § 2 moeten de belastingplichtigen die uitsluitend handelingen verrichten vrijgesteld van de belasting krachtens artikel 44 van het Wetboek waarvoor zij geen recht op aftrek hebben en de belastingplichtigen die van de in artikel 57 van het Wetboek beoogde landbouwregeling genieten, een boek houden waarin zij de facturen en de stukken met betrekking tot hun activiteit inschrijven die de handelingen vaststellen waarvoor zij overeenkomstig artikel 51, §§ 1, 2°, en 2, eerste lid, 1° en 2°, van het Wetboek de belasting verschuldigd zijn, alsook de facturen en de stukken bedoeld in artikel 5, § 2, van het koninklijk besluit nr. 31 met betrekking tot de toepassingsmodaliteiten van de belasting over de toegevoegde waarde ten aanzien van de handelingen verricht door in het buitenland gevestigde belastingplichtigen. ».
Art. 6.In artikel 18 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 5 september 2001, 16 februari 2004, 23 augustus 2004 en 31 januari 2007, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° paragraaf 2 wordt aangevuld met de bepaling onder c), luidende : « c) het jaarlijks totaalbedrag niet meer bedraagt dan 400.000 euro voor het geheel van de intracommunautaire leveringen van goederen bedoeld in artikel 39bis, eerste lid, 1° en 4°, van het Wetboek en de daarop volgende leveringen van goederen bedoeld in artikel 25quinquies, § 3, derde lid, van het Wetboek. »; 2° in paragraaf 3, tweede lid, worden de woorden "en hebben steeds uitwerking op 1 januari van het kalenderjaar volgend op de datum van aanvraag" vervangen door de woorden "en treden in werking de eerste dag van het aangiftetijdvak van de door de belastingplichtige gevraagde regeling volgend op de datum van aanvaarding van de aanvraag door de betrokken administratie."; 3° in paragraaf 6, a), wordt het tweede lid opgeheven.
Art. 7.In artikel 22, § 1, eerste lid, van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 16 december 1998 worden de woorden "§ 1. De belastingplichtige is gehouden" vervangen door de woorden "§ 1. De belastingplichtige of het lid van een BTW-eenheid in de zin van artikel 4, § 2, van het Wetboek is gehouden".
Art. 8.Artikel 30 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 17 mei 2007, wordt vervangen als volgt : «
Art. 30.Voor zover het BTW-identificatienummer krachtens artikel 53quater van het Wetboek dient te worden medegedeeld, moet dit nummer worden vermeld op alle contracten, facturen, bestelbons, verzendingsnota's en andere stukken met betrekking tot de economische activiteit van de betrokken persoon.
De leden van een BTW-eenheid in de zin van artikel 4, § 2, van het Wetboek, mogen op de in het eerste lid bedoelde stukken die zij uitreiken, enkel het sub-BTW-identificatienummer vermelden dat hen werd toegekend krachtens artikel 50, §§ 1, eerste lid, 6° of 2, tweede lid, van het Wetboek. ».
Art. 9.In hetzelfde besluit wordt de bijlage I, vervangen bij het koninklijk besluit van 19 december 2001, vervangen door de bijlage I gevoegd bij dit besluit.
Art. 10.In hetzelfde besluit wordt de bijlage II, vervangen bij het koninklijk besluit van 19 december 2001 en gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 2 april 2002, 21 april 2007 en 17 mei 2007, vervangen door de bijlage II gevoegd bij dit besluit.
Art. 11.In artikel 3, § 1, van het koninklijk besluit nr. 3 van 10 december 1969 met betrekking tot de aftrekregeling voor de toepassing van de belasting over de toegevoegde waarde, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 31 maart 1978, 29 december 1992, 22 november 1994, 20 februari 2004 en 21 april 2007, worden de volgende wijzigingen aangebracht : a) in de bepaling onder 2°, worden de woorden "artikel 12, § 1, 3° en 4°, van het Wetboek, of met een dienst door artikel 19, § 2, 1°" vervangen door de woorden "artikel 12, § 1, eerste lid, 3° en 4°, van het Wetboek, of met een dienst door artikel 19, § 2, eerste lid, 1°";b) in de bepaling onder 7°, worden de woorden "artikel 51, § 2, 1°, 2°, 5° en 6°" vervangen door de woorden "artikel 51, § 2, eerste lid, 1°, 2° 5° en 6°".
Art. 12.In artikel 81 van het koninklijk besluit nr. 4 van 29 december 1969 met betrekking tot de teruggaven inzake belasting over de toegevoegde waarde, vervangen bij het koninklijk besluit van 14 april 1993 en gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 22 november 1994, 25 februari 1996, 20 juli 2000, 16 juni 2003, 20 februari 2004, 1 september 2004 en 10 februari 2009, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in paragraaf 2, eerste lid, 3°, b), worden de woorden "41, § 1, 2° tot 7°" vervangen door de woorden "41, § 1, eerste lid, 2° tot 6°";2° in paragraaf 2, eerste lid, 3°, c), worden de woorden "51, § 2, 5°" vervangen door de woorden "51, § 2, eerste lid, 5°";3° in paragraaf 3, derde lid, worden de woorden "artikel 81, § 2, 3°" vervangen door de woorden "artikel 81, § 2, eerste lid, 3°".
Art. 13.In artikel 9 van hetzelfde besluit, vervangen bij het koninklijk besluit van 19 april 1991 en gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 29 december 1992, 14 april 1993, 20 juli 2000 en 16 juni 2003, wordt paragraaf 2 vervangen als volgt : « § 2. Wanneer de rechthebbende op teruggaaf een buiten de Gemeenschap gevestigde belastingplichtige is die in België niet voor BTW-doeleinden is geïdentificeerd of een niet-belastingplichtige rechtspersoon die niet in België is gevestigd en er geen belastbare handelingen verricht andere dan de intracommunautaire verwerving van nieuwe vervoermiddelen als bedoeld in artikel 8bis, § 2, van het Wetboek, moet hij een aanvraag tot teruggaaf indienen bij het hoofd van het Centraal BTW-kantoor voor buitenlandse belastingplichtigen. De aanvraag moet bij die ambtenaar toekomen, in drie exemplaren, vóór het verstrijken van het derde kalenderjaar volgend op dat waarin de oorzaak van de teruggaaf zich heeft voorgedaan. Op de aanvraag tot teruggaaf wordt niet ingegaan indien zij betrekking heeft op een bedrag van minder dan 25 euro. ».
Art. 14.In artikel 9, § 1, derde lid, van het koninklijk besluit nr. 7 van 29 december 1992 met betrekking tot de invoer van goederen voor de toepassing van de belasting over de toegevoegde waarde, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 6 april 2008, worden de woorden "artikel 50, § 1, eerste lid, 4°" vervangen door de woorden "artikel 50, § 1, eerste lid, 6°".
Art. 15.In artikel 41 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 20 juni 1994 en 19 november 1996, worden de volgende wijzigingen aangebracht : a) in paragraaf 2, 3°, worden de woorden "§ 1" vervangen door de woorden "paragraaf 1"; b) in paragraaf 2, 4°, worden de woorden "artikel 21, § 3, 2°, van het Wetboek." vervangen door de woorden "artikel 21bis, § 2, 6°, c), van het Wetboek wanneer die opdrachtgever een persoon is bedoeld in artikel 21bis, § 1, van het Wetboek."; c) paragraaf 4 wordt vervangen als volgt : « § 4.Gehele vrijstelling van de belasting wordt verleend voor de goederen die worden wederingevoerd na : 1° uitsluitend één of meer dienstverrichtingen te hebben ondergaan en voor zover die handelingen overeenkomstig artikel 21, § 2, van het Wetboek in de Gemeenschap plaatsvinden;2° één of meer in paragraaf 1 bedoelde handelingen te hebben ondergaan die niet aan de belasting zouden zijn onderworpen indien ze in België waren verricht.».
Art. 16.In artikel 42 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : a) in paragraaf 2, eerste lid, worden de woorden "die zich onder één van de in § 1 bedoelde regelingen bevinden" vervangen door de woorden "die zich in België onder één van de in paragraaf 1 bedoelde regelingen bevinden";b) paragraaf 3 wordt vervangen als volgt : « § 3.Wanneer goederen die zich onder één van de in paragraaf 1 bedoelde regelingen bevinden in België worden ingevoerd na onder die regeling het voorwerp te hebben uitgemaakt van één of meerdere leveringen of diensten, is de maatstaf van heffing de waarde van de goederen berekend in de handelsfase waarin ze zich bevinden na die handelingen te hebben ondergaan, in voorkomend geval verminderd met de waarde van de diensten die verstrekt werden aan de geadresseerde en die op grond van de belastingregels van de binnenlandse markt niet worden vrijgesteld in de lidstaat waar ze plaatsvinden of die overeenkomstig artikel 21, § 2, van het Wetboek buiten de Gemeenschap plaatsvinden.
De maatstaf van heffing zoals bepaald in het eerste lid moet worden vermeerderd met de niet reeds in die waarde begrepen sommen die, overeenkomstig artikel 34, § 2, van het Wetboek, in de maatstaf van heffing moeten worden opgenomen. ».
Art. 17.In het opschrift van het koninklijk besluit nr. 10 van 29 december 1992 met betrekking tot de uitoefeningsmodaliteiten van de keuzen, bedoeld in de artikelen 15, § 5, derde lid, en 25ter, § 1, derde lid, van het Wetboek van de belasting over de toegevoegde waarde, de aangiften van aanvang, wijziging, stopzetting van activiteit en de voorafgaande kennisgevingen inzake de belasting over de toegevoegde waarde, worden de woorden "25ter, § 1, derde lid" vervangen door de woorden "25ter, § 1, tweede lid, 2°, tweede lid".
Art. 18.In artikel 4, § 2, eerste lid, van hetzelfde besluit, worden de woorden "artikel 25ter, § 1, derde lid" vervangen door de woorden "artikel 25ter, § 1, tweede lid, 2°, tweede lid".
Art. 19.In artikel 5 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 2 april 2002, worden de woorden "artikel 51, § 2, 1°, a) " vervangen door de woorden "artikel 51, § 2, eerste lid, 1°".
Art. 20.In artikel 7, eerste lid, van het koninklijk besluit nr. 18 van 29 december 1992 met betrekking tot de vrijstellingen ten aanzien van de uitvoer van goederen en diensten naar een plaats buiten de Gemeenschap, op het stuk van de belasting over de toegevoegde waarde, wordt de zin "Dezelfde in de voormelde afdelingen aan de verkoper en de koper van goederen opgelegde verplichtingen moeten worden nagekomen door de dienstverrichter en de afnemer van de dienst." vervangen door de zin "De schuldenaar van de belasting overeenkomstig artikel 51, §§ 1 en 2, van het Wetboek moet, naargelang hij handelt als dienstverrichter of ontvanger van de dienst, dezelfde verplichtingen nakomen als deze die in voormelde afdelingen zijn opgelegd aan de verkoper of de koper.".
Art. 21.In artikel 5bis, tweede lid, van het koninklijk besluit nr. 22 van 15 september 1970 met betrekking tot de bijzondere regeling voor landbouwondernemers inzake belasting over de toegevoegde waarde, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 14 april 1993, worden de woorden "in artikel 6 van het koninklijk besluit nr. 31" vervangen door de woorden "in de artikelen 6 en 7 van het koninklijk besluit nr. 31".
Art. 22.In artikel 1, § 1, eerste lid, van het koninklijk besluit nr. 31 van 2 april 2002 met betrekking tot de toepassingsmodaliteiten van de belasting over de toegevoegde waarde ten aanzien van de handelingen verricht door niet in België gevestigde belastingplichtigen, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 21 april 2007, worden de volgende wijzigingen aangebracht : a) in het eerste lid, eerste streepje, worden de woorden "artikel 51, § 2, 1°, 2°, 5° en 6°" vervangen door de woorden "artikel 51, § 2, eerste lid, 1°, 2°, 5° en 6°";b) in het eerste lid, tweede streepje, worden de woorden "artikel 51, § 2, 3° en 4°" vervangen door de woorden "artikel 51, § 2, eerste lid, 3° en 4°";c) in het tweede lid wordt in de Nederlandse tekst het woord "ontheven" vervangen door het woord "ontslagen".
Art. 23.In artikel 2, § 1, eerste lid, van hetzelfde besluit, worden de volgende wijzigingen aangebracht : a) in de inleidende zin worden de woorden "artikel 50, § 1, 3°" vervangen door de woorden "artikel 50, § 1, eerste lid, 3°,";b) in de bepaling onder 2°, worden de woorden "artikel 39quater, § 1, 1° en 3°" vervangen door de woorden "artikel 39quater, § 1, eerste lid, 1° en 3°".
Art. 24.In hetzelfde besluit wordt in de plaats van artikel 6, dat artikel 7 wordt, een nieuw artikel 6 ingevoegd, luidende : «
Art. 6.De in een andere lidstaat dan België gevestigde belastingplichtige die in België niet voor BTW-doeleinden is geïdentificeerd, kan teruggaaf verkrijgen van de belasting die geheven is van de hem geleverde goederen, van de hem verstrekte diensten en van de door hem verrichte invoeren hier te lande, volgens de bepalingen en de modaliteiten voorzien in het koninklijk besluit nr. 56 met betrekking tot de teruggaaf inzake belasting over de toegevoegde waarde aan belastingplichtigen gevestigd in een andere lidstaat dan de lidstaat van teruggaaf. ».
Art. 25.In artikel 7 van hetzelfde besluit wordt paragraaf 1 vervangen als volgt : « § 1. De buiten de Gemeenschap gevestigde belastingplichtige die in België niet voor BTW-doeleinden is geïdentificeerd, kan teruggaaf verkrijgen van de belasting die geheven is van de hem geleverde goederen, van de hem verstrekte diensten en van de door hem verrichte invoeren hier te lande, mits een aanvraag tot teruggaaf wordt ingediend bij het hoofd van het Centraal BTW-kantoor voor buitenlandse belastingplichtigen. Nochtans kan hij geen teruggaaf krijgen van de belasting die geheven is van de handelingen die hij heeft verricht of die hem werden verstrekt hier te lande onder het globale BTW-identificatienummer dat overeenkomstig artikel 50, § 3, van het Wetboek, werd toegekend aan een vooraf erkende persoon bedoeld in artikel 2, § 1. ».
Art. 26.In artikel 5 van het koninklijk besluit nr. 54 van 25 februari 1996 met betrekking tot de andere regeling van entrepot dan douane-entrepot bedoeld in artikel 39quater van het Wetboek van de belasting over de toegevoegde waarde, worden de woorden "artikel 39quater, § 1, 3°" vervangen door de woorden "artikel 39quater, § 1, eerste lid, 3°".
Art. 27.In artikel 7, paragraaf 3, inleidende zin, van hetzelfde besluit, worden de woorden "wordt de belasting opeisbaar over" vervangen door de woorden "wordt de belasting opeisbaar over de volgende handelingen waarvoor voorlopige vrijstelling werd verleend".
Art. 28.Dit besluit treedt in werking op 1 januari 2010.
Art. 29.De Minister bevoegd voor Financiën is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 9 december 2009.
ALBERT Van Koningswege : De Vice-Eerste Minister en Minister van Financiën, D. REYNDERS Nota (1) Verwijzingen naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 3 juli 1969, Belgisch Staatsblad van 17 juli 1969; Wet van 27 december 1977, Belgisch Staatsblad van 30 december 1977;
Wet van 22 december 1989, Belgisch Staatsblad van 29 december 1989;
Wet van 28 december 1992, Belgisch Staatsblad van 31 december 1992, 1e editie;
Wet van 7 maart 2002, Belgisch Staatsblad van 13 maart 2002, 3e editie;
Wet van 20 december 2002, Belgisch Staatsblad van 31 december 2002, 3e editie;
Wet van 28 januari 2004, Belgisch Staatsblad van 10 februari 2004, 2e editie;
Programmawet van 27 december 2004, Belgisch Staatsblad van 31 december 2004, 2e editie;
Programmawet van 27 april 2007, Belgisch Staatsblad van 8 mei 2007, 3e editie;
Wet van 26 november 2009, Belgisch Staatsblad van 4 december 2009;
Koninklijk besluit nr. 1 van 29 december 1992, Belgisch Staatsblad van 31 december 1992, 4e editie;
Koninklijk besluit nr. 3 van 10 december 1969, Belgisch Staatsblad van 12 december 1969;
Koninklijk besluit nr. 4 van 29 december 1969, Belgisch Staatsblad van 31 december 1969;
Koninklijk besluit nr. 7 van 29 december 1992, Belgisch Staatsblad van 31 december 1992, 4e editie;
Koninklijk besluit nr. 10 van 29 december 1992, Belgisch Staatsblad van 31 december 1992, 4e editie;
Koninklijk besluit nr. 18 van 29 december 1992, Belgisch Staatsblad van 31 december 1992, 4e editie;
Koninklijk besluit nr. 22 van 15 september 1970, Belgisch Staatsblad van 19 september 1970;
Koninklijk besluit nr. 31 van 2 april 2002, Belgisch Staatsblad van 11 april 2002, 1e editie;
Koninklijk besluit nr. 54 van 25 februari 1996, Belgisch Staatsblad van 5 maart 1996;
Koninklijk besluit van 31 maart 1978, Belgisch Staatsblad van 11 april 1978;
Koninklijk besluit van 19 april 1991, Belgisch Staatsblad van 30 april 1991;
Koninklijk besluit van 29 december 1992 tot wijziging van het Wetboek van de belasting over de toegevoegde waarde, Belgisch Staatsblad van 31 december 1992, 4e editie;
Koninklijk besluit van 29 december 1992 tot wijziging van het koninklijk besluit nr. 3 van 10 december 1969 met betrekking tot de aftrekregeling voor de toepassing van de belasting over de toegevoegde waarde, Belgisch Staatsblad van 31 december 1992, 4e editie;
Koninklijk besluit van 29 december 1992 tot wijziging van het koninklijk besluit nr. 4 van 29 december 1969 met betrekking tot de teruggaven inzake belasting over de toegevoegde waarde, Belgisch Staatsblad van 31 december 1992, 4e editie;
Koninklijk besluit van 14 april 1993 tot wijziging van het koninklijk besluit nr. 4 van 29 december 1969 met betrekking tot de teruggaven inzake belasting over de toegevoegde waarde, Belgisch Staatsblad van 30 april 1993;
Koninklijk besluit van 14 april 1993 tot wijziging van het koninklijk besluit nr. 22 van 15 september 1970 met betrekking tot de bijzondere regeling voor landbouwondernemers inzake belasting over de toegevoegde waarde, Belgisch Staatsblad van 30 april 1993;
Koninklijk besluit van 20 juni 1994 tot wijziging van het koninklijk besluit nr. 7 van 29 december 1992 met betrekking tot de invoer van goederen voor de toepassing van de belasting over de toegevoegde waarde en van het koninklijk besluit nr. 49 van 29 december 1992 met betrekking tot de vrijstellingen ten aanzien van de leveringen van goederen door de taksvrije verkooppunten, op het stuk van de belasting over de toegevoegde waarde, Belgisch Staatsblad van 20 juli 1994;
Koninklijk besluit van 22 november 1994, Belgisch Staatsblad van 1 december 1994;
Koninklijk besluit van 22 december 1995, Belgisch Staatsblad van 30 december 1995;
Koninklijk besluit van 25 februari 1996, Belgisch Staatsblad van 5 maart 1996;
Koninklijk besluit van 10 november 1996, Belgisch Staatsblad van 14 december 1996;
Koninklijk besluit van 19 november 1996, Belgisch Staatsblad van 14 december 1996;
Koninklijk besluit van 26 november 1998, Belgisch Staatsblad van 1 december 1998;
Koninklijk besluit van 16 december 1998, Belgisch Staatsblad van 24 december 1998, 2e editie;
Koninklijk besluit van 20 juli 2000, Belgisch Staatsblad van 30 augustus 2000, 1e editie;
Koninklijk besluit van 5 september 2001, Belgisch Staatsblad van 18 september 2001;
Koninklijk besluit van 19 december 2001, Belgisch Staatsblad van 29 december 2001, 2e editie;
Koninklijk besluit van 6 februari 2002, Belgisch Staatsblad van 15 februari 2002;
Koninklijk besluit van 2 april 2002, Belgisch Staatsblad van 16 april 2002, 2e editie;
Koninklijk besluit van 16 juni 2003, Belgisch Staatsblad van 27 juni 2003, 4e editie;
Koninklijk besluit van 16 februari 2004, Belgisch Staatsblad van 27 februari 2004, 3e editie;
Koninklijk besluit van 20 februari 2004, Belgisch Staatsblad van 27 februari 2004, 3e editie;
Koninklijk besluit van 23 augustus 2004, Belgisch Staatsblad van 31 augustus 2004, 1e editie;
Koninklijk besluit van 1 september 2004, Belgisch Staatsblad van 10 september 2004, 2e editie;
Koninklijk besluit van 31 januari 2007, Belgisch Staatsblad van 7 februari 2007;
Koninklijk besluit van 21 april 2007 tot wijziging van de koninklijke besluiten nrs. 1, 3 en 31 met betrekking tot de belasting over de toegevoegde waarde, Belgisch Staatsblad van 4 mei 2007;
Koninklijk besluit van 17 mei 2007, Belgisch Staatsblad van 31 mei 2007, 2e editie;
Koninklijk besluit van 6 april 2008 tot wijziging van het koninklijk besluit nr. 1 van 29 december 1992 met betrekking tot de regeling voor de voldoening van de belasting over de toegevoegde waarde, Belgisch Staatsblad van 11 april 2008;
Koninklijk besluit van 6 april 2008 tot wijziging van het koninklijk besluit nr. 7 van 29 december 1992 met betrekking tot de invoer van goederen voor de toepassing van de belasting over de toegevoegde waarde, Belgisch Staatsblad van 11 april 2008;
Koninklijk besluit van 10 februari 2009 tot wijziging van het koninklijk besluit nr. 4 van 29 december 1969 met betrekking tot de teruggaven inzake belasting over de toegevoegde waarde, Belgisch Staatsblad van 13 februari 2009, 2e editie;
Gecoördineerde wetten op de Raad van State, koninklijk besluit van 12 januari 1973, Belgisch Staatsblad van 21 maart 1973.
OMSCHRIJVING VAN DE ROOSTERS Kader I : Algemene inlichtingen Volgende inlichtingen dienen te worden verstrekt : - de naam of benaming, het adres en het BTW-identificatienummer van de aangever; - het aangiftetijdvak (naargelang van het geval : maand/jaar, kwartaal/jaar); - aanvraag om terugbetaling : plaats een kruis in het vak om terugbetaling te vragen van het bedrag verschuldigd door de Staat na het indienen van de aangifte (z. koninklijk besluit nr. 4 van 29 december 1969 met betrekking tot de teruggaven inzake belasting over de toegevoegde waarde, artikel 8, § 2); - aanvraag van betaalformulieren : plaats een kruis in het vak om betaalformulieren te bestellen.
Kader II : Uitgaande handelingen A. Handelingen onderworpen aan een bijzondere regeling Rooster [00] : - bedrag van de handelingen verricht in België en onderworpen aan een bijzondere regeling die, in principe, zowel de aangever als zijn medecontractant vrijstelt van de betaling van de belasting; - bedrag van de handelingen verricht in België tussen twee leden van eenzelfde BTW-eenheid in de zin van artikel 4, § 2, van het BTW-Wetboek (met inbegrip van de handelingen die overeenkomstig artikel 44 van het BTW-Wetboek van de BTW zouden zijn vrijgesteld als zij buiten de BTW-eenheid waren verricht); - bedrag van de handelingen verricht in België door gemengde of gedeeltelijke belastingplichtingen die overeenkomstig artikel 44 van het BTW-Wetboek zijn vrijgesteld en die geen recht op aftrek van de voorbelasting verlenen; - bedrag van de handelingen verricht in een andere lidstaat van de Europese Unie door gemengde of gedeeltelijke belastingplichtigen die al dan niet in deze lidstaat van de belasting zijn vrijgesteld, geen recht op aftrek van de voorbelasting in België verlenen en geen diensten zijn die in rooster [44] worden opgenomen; - bedrag van de handelingen verricht in een derde land door gemengde of gedeeltelijke belastingplichtigen en die geen recht op aftrek van de voorbelasting in België verlenen.
B. Handelingen waarvoor de BTW verschuldigd is door de aangever Roosters [01], [02] en [03] : maatstaf van heffing van de handelingen verricht in België waarvoor de belasting verschuldigd is door de aangever overeenkomstig artikel 51, § 1, 1°, van het BTW-Wetboek.
Rooster [01] : handelingen onderworpen aan het tarief van 6 pct.
Rooster [02] : handelingen onderworpen aan het tarief van 12 pct.
Rooster [03] : handelingen onderworpen aan het tarief van 21 pct.
C. Diensten waarvoor de buitenlandse BTW verschuldigd is door de medecontractant Rooster [44] : maatstaf van heffing van de diensten die overeenkomstig de algemene regel van de plaats van de ontvanger van de dienst, plaatsvinden in een andere lidstaat waarvoor de belasting verschuldigd is door de medecontractant van de aangever overeenkomstig artikel 196 van de richtlijn 2006/112/EG van de Raad van 28 november 2006 betreffende het gemeenschappelijke stelsel van belasting over de toegevoegde waarde, wanneer deze diensten niet zijn vrijgesteld in deze lidstaat.
D. Handelingen waarvoor de BTW verschuldigd is door de medecontractant Rooster [45] : maatstaf van heffing van de handelingen verricht in België waarvoor de belasting verschuldigd is door de medecontractant van de aangever overeenkomstig : - artikel 51, § 2, van het BTW-Wetboek; - de artikelen 20 en 20bis van het koninklijk besluit nr. 1 van 29 december 1992 met betrekking tot de regeling voor de voldoening van de belasting over de toegevoegde waarde; - een algemene of bijzondere administratieve vergunning.
E. Vrijgestelde intracommunautaire leveringen verricht in België en ABC-verkopen Rooster [46] : maatstaf van heffing : - van de leveringen van goederen verricht in België en vrijgesteld van de belasting overeenkomstig artikel 39bis van het BTW-Wetboek; - van de leveringen van goederen, bedoeld in artikel 25quinquies, § 3, laatste lid, van het BTW-Wetboek, verricht in de lidstaat van aankomst van de verzending of van het vervoer van de goederen.
F. Andere vrijgestelde handelingen en handelingen verricht in het buitenland Rooster [47] : maatstaf van heffing : - van de handelingen verricht in België en vrijgesteld van de belasting overeenkomstig de artikelen 39 tot 42 en 44bis van het BTW-Wetboek, met uitzondering van artikel 39bis van het BTW-Wetboek; - van de handelingen verricht in België en vrijgesteld van de belasting overeenkomstig artikel 44 van het BWT-Wetboek waarvoor in hoofde van de aangever een recht op aftrek van de belasting bestaat overeenkomstig artikel 45, § 1, 4° en 5°, van het BTW-Wetboek; - van de handelingen verricht in het buitenland die recht op aftrek van de voorbelasting in België verlenen, andere dan de diensten die worden ingeschreven in rooster [44].
G. Bedrag van de uitgereikte creditnota's en de negatieve verbeteringen Rooster [48] : bedrag van de uitgereikte creditnota's en van de andere negatieve verbeteringen met betrekking tot de handelingen ingeschreven in de roosters [44] en [46].
Rooster [49] bedrag (BTW niet inbegrepen) van de uitgereikte creditnota's en van de andere negatieve verbeteringen met betrekking tot de andere handelingen van kader II. Kader III : Inkomende handelingen A. Bedrag van de inkomende handelingen, met inbegrip van de aankopen voor het verrichten van handelingen vrijgesteld overeenkomstig artikel 44 van het BTW-Wetboek en die geen recht op aftrek verlenen en de aankopen verricht door de leden van de BTW-eenheid in de zin van artikel 4, § 2, van het BTW-Wetboek bij andere leden van dezelfde BTW-eenheid, rekening houdend met de ontvangen creditnota's en de andere verbeteringen Rooster [81] : bedrag (aftrekbare BTW niet inbegrepen) van de aankopen van handelsgoederen, grond- en hulpstoffen.
Rooster [82] : bedrag (aftrekbare BTW niet inbegrepen) van de aankopen van diverse goederen en diensten.
Rooster [83] : bedrag (aftrekbare BTW niet inbegrepen) van de aankopen van bedrijfsmiddelen.
B. Bedrag van de ontvangen creditnota's en de negatieve verbeteringen Rooster [84] : bedrag van de ontvangen creditnota's en van de andere negatieve verbeteringen met betrekking tot de handelingen ingeschreven in de roosters [86] en [88].
Rooster [85] : bedrag (BTW niet inbegrepen) van de ontvangen creditnota's en van de andere negatieve verbeteringen met betrekking tot de andere handelingen van kader III. C. Intracommunautaire verwervingen verricht in België en ABC-verkopen Rooster [86] : maatstaf van heffing : - van de intracommunautaire verwervingen van goederen waarvoor de belasting verschuldigd is door de aangever overeenkomstig artikel 51, § 1, 2°, van het BTW-Wetboek; - van de intracommunautaire verwervingen van goederen verricht onder de voorwaarden van artikel 25quinquies, § 3, laatste lid, van het BTW-Wetboek; - van de leveringen van goederen bedoeld in artikel 25ter, § 1, tweede lid, 3°, van het BTW-Wetboek, waarvoor de belasting verschuldigd is door de aangever overeenkomstig artikel 51, § 2, eerste lid, 2°, van het BTW-Wetboek.
D. Andere inkomende handelingen waarvoor de BTW verschuldigd is door de aangever Rooster [87] : maatstaf van heffing van de andere inkomende handelingen verricht in België waarvoor de belasting verschuldigd is door de aangever overeenkomstig : - artikel 51, § 2, eerste lid, 1°, 5° en 6°, van het BTW-Wetboek, met uitzondering van de in rooster [88] ingeschreven intracommunautaire diensten; - de artikelen 20 en 20bis van het koninklijk besluit nr. 1 van 29 december 1992 met betrekking tot de regeling voor de voldoening van de belasting over de toegevoegde waarde; - artikel 5, § 3 van het koninklijk besluit nr. 7 van 29 december 1992 met betrekking tot de invoer van goederen voor de toepassing van de belasting over de toegevoegde waarde; - artikel 5, eerste lid, van het koninklijk besluit nr. 22 van 15 september 1970 met betrekking tot de bijzondere regeling voor landbouwondernemers inzake belasting over de toegevoegde waarde; - artikel 5, § 1, 1°, van het koninklijk besluit nr. 31 van 2 april 2002 met betrekking tot de toepassingsmodaliteiten van de belasting over de toegevoegde waarde ten aanzien van de handelingen verricht door niet in België gevestigde belastingplichtigen; - een algemene of bijzondere administratieve vergunning.
E. Intracommunautaire diensten met verlegging van heffing Rooster [88] : maatstaf van heffing van de inkomende intracommunautaire diensten die in België plaatsvinden waarvoor de belasting is verschuldigd door de aangever overeenkomstig artikel 51, § 2, eerste lid, 1°, van het BTW-Wetboek.
Kader IV : Verschuldigde belasting A. BTW op de handelingen aangegeven in de roosters [01], [02], [03], [86], [87] en [88] Rooster [54] : bedrag van de verschuldigde belasting op de handelingen vermeld in de roosters [01], [02] en [03].
Rooster [55] : bedrag van de verschuldigde belasting op de handelingen vermeld in de roosters [86] en [88].
Rooster [56] : bedrag van de verschuldigde belasting op de handelingen vermeld in rooster [87], met uitzondering van de handelingen waarvoor de belasting wordt vermeld in rooster [57].
B. BTW op invoeren met verlegging van heffing Rooster [57] : bedrag van de verschuldigde belasting op invoeren uit niet-lidstaten van de Europese Unie, met verlegging van de heffing naar het binnenland (z. artikel 5, § 3, van het bovenvermeld koninklijk besluit nr. 7).
C. Diverse BTW-regularisaties in het voordeel van de Staat Rooster [61] : diverse BTW-herzieningen in het voordeel van de Staat (ontoereikende heffingen vastgesteld door de aangever, herzieningen van de aftrek, regularisaties ingevolge administratieve beslissingen).
D. Terug te storten BTW vermeld op ontvangen creditnota's Rooster [63] : bedrag van de terug te storten belasting ingevolge ontvangen creditnota's waarop BTW werd vermeld.
Reserverooster Rooster [65] : niet in te vullen.
Totaal van de verschuldigde belasting Rooster [XX] : totaal van de roosters [54] + [55] + [56] + [57] + [61] + [63].
Kader V : Aftrekbare belasting A. Aftrekbare BTW Rooster [59] : bedrag van de aftrekbare belasting overeenkomstig artikel 45 van het BTW-Wetboek en het koninklijk besluit nr. 3 van 10 december 1969 met betrekking tot de aftrekregeling voor de toepassing van de belasting over de toegevoegde waarde.
B. Diverse BTW-regularisaties in het voordeel van de aangever Rooster [62] : diverse BTW-herzieningen in het voordeel van de aangever (belasting waarvan de aangever teruggave kan verkrijgen, herzieningen van de aftrek, regularisaties ingevolge administratieve beslissingen).
C. Te recupereren BTW vermeld op uitgereikte creditnota's Rooster [64] : bedrag van de te recupereren belasting ingevolge uitgereikte creditnota's waarop BTW werd vermeld.
Reserverooster Rooster [66] : niet in te vullen.
Totaal van de aftrekbare belasting Rooster [YY] : totaal van de roosters [59] + [62] + [64].
Kader VI : Saldo Rooster [71] : bedrag van de aan de Staat verschuldigde belasting : rooster [XX] - rooster [YY].
Rooster [72] : bedrag van de sommen verschuldigd door de Staat : rooster [YY] - rooster [XX].
Slechts één van de twee roosters kan worden ingevuld.
Kader VII : Voorschot Rooster [91] : bedrag van het voorschot op de belasting verschuldigd voor de handelingen van de maand december, bepaald overeenkomstig artikel 19, § 3, tweede lid, van het koninklijk besluit nr. 1 van 29 december 1992 met betrekking tot de regeling voor de voldoening van de belasting over de toegevoegde waarde. Slechts eventueel in te vullen in de maandaangifte met betrekking tot de handelingen van de maand december.
Kader VIII : "NIHIL" KLANTENLISTINGS Slechts in te vullen in de aangifte met betrekking tot het laatste tijdvak van het jaar. Ingeval van stopzetting van de activiteit, in te vullen in de aangifte met betrekking tot het laatste tijdvak van de activiteit. Het vak aankruisen als de aangever geen klanten dient op te nemen in de jaarlijkse lijst van belastingplichtige afnemers van het jaar waarop de aangifte betrekking heeft.
Kader IX : Datum en handtekening(EN) Dateren en de aangifte ondertekenen.
Indien de ondertekenaar(s) optreedt(optreden) als gevolmachtigde of indien de belastingplichtige een rechtspersoon is, moeten de naam en de hoedanigheid van de ondertekenaar(s) vermeld worden.
Ongeacht het geval dient het telefoonnummer van de ondertekenaar(s) te worden vermeld.
Gezien om gevoegd te worden bij ons besluit van 9 december 2009 tot wijziging van de koninklijke besluiten nrs. 1, 3, 4, 7, 10, 18, 22, 31 en 54 met betrekking tot de belasting over de toegevoegde waarde.
ALBERT Van Koningswege : De Vice-Eerste Minister en Minister van Financiën, D. REYNDERS Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Gezien om gevoegd te worden bij ons besluit van 9 december 2009 tot wijziging van de koninklijke besluiten nrs. 1, 3, 4, 7, 10, 18, 22, 31 en 54 met betrekking tot de belasting over de toegevoegde waarde.
ALBERT Van Koningswege : De Vice-Eerste Minister en Minister van Financiën, D. REYNDERS