Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 23 augustus 2004
gepubliceerd op 31 augustus 2004

Koninklijk besluit tot wijziging van de koninklijke besluiten nrs. 1 en 2 met betrekking tot de belasting over de toegevoegde waarde

bron
federale overheidsdienst financien
numac
2004003345
pub.
31/08/2004
prom.
23/08/2004
ELI
eli/besluit/2004/08/23/2004003345/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

23 AUGUSTUS 2004. - Koninklijk besluit tot wijziging van de koninklijke besluiten nrs. 1 en 2 met betrekking tot de belasting over de toegevoegde waarde (1)


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op het Wetboek van de belasting over de toegevoegde waarde, inzonderheid op artikel 53, § 1, eerste lid, 2°, vervangen bij de wet van 28 januari 2004, op artikel 53octies, § 1, ingevoegd bij de wet van 28 december 1992 en gewijzigd bij de wet van 28 januari 2004 en op artikel 56, § 1, vervangen bij de wet van 28 december 1992;

Gelet op het koninklijk besluit nr. 1 van 29 december 1992 met betrekking tot de regeling voor de voldoening van de belasting over de toegevoegde waarde, inzonderheid op artikel 18, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 5 december 1994, 16 december 1998, 20 juli 2000, 21 juni 2001, 5 september 2001, 2 april 2002, 15 juli 2003 en 16 februari 2004;

Gelet op het koninklijk besluit nr. 2 van 7 november 1969 met betrekking tot de vaststelling van forfaitaire grondslagen van aanslag voor de belasting over de toegevoegde waarde, inzonderheid op artikel 1, § 1, 3°, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 14 maart 1973, 3 november 1975, 24 februari 1978, 9 november 1982 en 20 juli 2000;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 1 juli 2004;

Gelet op de akkoordbevinding van Onze Minister van Begroting van 8 juli 2004;

Gelet op het advies nr. 37.554/2/V van de Raad van State, gegeven op 10 augustus 2004, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1° van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;

Op de voordracht van Onze Minister van Financiën, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.In artikel 18 van het koninklijk besluit nr. 1 van 29 december 1992 met betrekking tot de regeling voor de voldoening van de belasting over de toegevoegde waarde, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 5 december 1994, 16 december 1998, 20 juli 2000, 21 juni 2001, 5 september 2001, 2 april 2002, 15 juli 2003 en 16 februari 2004, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° § 2 wordt vervangen als volgt : « § 2.In afwijking van artikel 53, § 1, eerste lid, 2°, van het Wetboek, wordt de belastingplichtige die het bedrag van het in artikel 19, § 1, bedoelde voorschot bepaalt overeenkomstig de in artikel 19, § 2, vermelde wijze, gemachtigd slechts om de drie maanden een aangifte in te dienen, uiterlijk de twintigste van de maand na ieder kalenderkwartaal wanneer : a) de jaaromzet, exclusief belasting over de toegevoegde waarde, voor de volledige economische activiteit niet meer bedraagt dan 1.000.000 EUR; b) de jaaromzet, exclusief belasting over de toegevoegde waarde niet meer bedraagt dan 200.000 EUR voor het geheel van de leveringen van de navolgende goederen : - minerale oliën bedoeld in artikel 3 van de wet van 22 oktober 1997 betreffende de structuur en de accijnstarieven inzake minerale olie; - toestellen voor mobiele telefonie en computers alsmede hun randapparatuur, toebehoren en onderdelen; - landvoertuigen uitgerust met een motor onderworpen aan de reglementering betreffende de inschrijving. »; 2° er wordt in de plaats van § 3 die § 4 wordt, en § 4 die § 5 wordt, een nieuwe § 3 ingevoegd, luidend als volgt : "§ 3.De overgang van de regeling kwartaal-aangiften naar maandaangiften geschiedt bij het verstrijken van het kalenderkwartaal waarin voor de eerste maal niet meer aan alle in § 2 vermelde voorwaarden is voldaan. De belastingplichtige is gehouden uiterlijk de tiende van de maand volgend op het bovenbedoelde kalenderkwartaal het controlekantoor van de belasting over de toegevoegde waarde waaronder hij ressorteert schriftelijk kennis te geven van deze overgang.

Alle andere overgangen van een aangifteregeling naar een andere kunnen, op uitdrukkelijk verzoek van de belastingplichtige, door de administratie die de belasting over de toegevoegde waarde onder haar bevoegdheid heeft, worden toegestaan en hebben steeds uitwerking op 1 januari van het kalenderjaar volgend op de datum van aanvraag. Het gemotiveerd schriftelijk verzoek moet worden ingediend bij het controlekantoor van de belasting over de toegevoegde waarde waaronder hij ressorteert.".

Art. 2.In artikel 1, § 1, 3°, van het koninklijk besluit nr. 2 van 7 november 1969 met betrekking tot de vaststelling van forfaitaire grondslagen van aanslag voor de belasting over de toegevoegde waarde, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 14 maart 1973, 3 november 1975, 24 februari 1978, 9 november 1982 en 20 juli 2000, worden de woorden "500.000 EUR" vervangen door de woorden "750.000 EUR".

Art. 3.Dit besluit treedt in werking op 1 januari 2005.

Art. 4.Onze Minister van Financiën is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Châteauneuf-de-Grasse, 23 augustus 2004.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Financiën, D. REYNDERS _______ Nota's (1) Verwijzingen naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 3 juli 1969, Belgisch Staatsblad van 17 juli 1969. Wet van 28 december 1992, Belgisch Staatsblad van 31 december 1992, 1e uitgave.

Wet van 28 januari 2004, Belgisch Staatsblad van 10 februari 2004, 2de uitgave.

Koninklijk besluit nr. 1 van 29 december 1992, Belgisch Staatsblad van 31 december 1992, 4de uitgave.

Koninklijk besluit nr. 2 van 7 november 1969, Belgisch Staatsblad van 14 november 1969.

Koninklijk besluit van 14 maart 1973, Belgisch Staatsblad van 20 maart 1973.

Koninklijk besluit van 3 november 1975, Belgisch Staatsblad van 11 november 1975.

Koninklijk besluit van 24 februari 1978, Belgisch Staatsblad van 2 maart 1978.

Koninklijk besluit van 9 november 1982, Belgisch Staatsblad van 20 november 1982.

Koninklijk besluit van 5 december 1994, Belgisch Staatsblad van 9 december 1994.

Koninklijk besluit van 16 december 1998, Belgisch Staatsblad van 24 december 1998, 2de uitgave.

Koninklijk besluit van 20 juli 2000, Belgisch Staatsblad van 30 augustus 2000.

Koninklijk besluit van 21 juni 2001, Belgisch Staatsblad van 28 juni 2001.

Koninklijk besluit van 5 september 2001, Belgisch Staatsblad van 18 september 2001.

Koninklijk besluit van 2 april 2002, Belgisch Staatsblad van 16 april 2002, 2de uitgave.

Koninklijk besluit van 15 juli 2003, Belgisch Staatsblad van 8 augustus 2003.

Koninklijk besluit van 16 februari 2004, Belgisch Staatsblad van 27 februari 2004, 3e uitgave.

^