Etaamb.openjustice.be
Beschikking van 30 januari 2014
gepubliceerd op 06 maart 2014

Ordonnantie tot wijziging van het Wetboek der successierechten

bron
brussels hoofdstedelijk gewest
numac
2014031141
pub.
06/03/2014
prom.
30/01/2014
ELI
eli/ordonnantie/2014/01/30/2014031141/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

30 JANUARI 2014. - Ordonnantie tot wijziging van het Wetboek der successierechten (1)


Het Brusselse Hoofdstedelijke Parlement heeft aangenomen en Wij, Executieve, bekrachtigen, het geen volgt :

Artikel 1.Deze ordonnantie regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 39 van de Grondwet.

Art. 2.In artikel 42, VIII, van het Wetboek der successierechten wordt een zin toegevoegd, die luidt als volgt : " Als de vrijstelling bedoeld in artikel 55bis, eerste lid, van toepassing is, moet bij de schulden die specifiek werden aangegaan om de gezinswoning te verwerven of te behouden uitdrukkelijk worden vermeld dat ze met dat doel werden aangegaan; ".

Art. 3.In hetzelfde wetboek wordt een artikel 55bis ingevoegd, luidende : " Art. 55bis. - Van het recht van successie en van overgang bij overlijden wordt vrijgesteld, het netto-aandeel van de rechtverkrijgende echtgenoot of samenwonende in de woning die de erflater en zijn echtgenoot of samenwonende tot gezinswoning diende op het ogenblik van het overlijden.

Deze vrijstelling geldt niet als de samenwonende die een aandeel verkrijgt in de gezinswoning, een bloedverwant in de rechte lijn van de erflater is of een rechtverkrijgende die voor de toepassing van het tarief met een bloedverwant in de rechte lijn wordt gelijkgesteld, of een broer of zus, neef of nicht, oom of tante van de erflater is.

Onder gezinswoning wordt voor de toepassing van deze bepaling verstaan de gezamenlijke hoofdverblijfplaats van de erflater en zijn overlevende echtgenoot of samenwonende. De inschrijving in het bevolkingsregister houdt een weerlegbaar vermoeden in van de samenwoning.

Als gezinswoning wordt eveneens in aanmerking genomen de laatste gezinswoning van de echtgenoten of samenwonenden als aan hun samenwonen een einde is gekomen, hetzij door de feitelijke scheiding van de echtgenoten of van de personen die overeenkomstig de bepalingen van boek III, titel Vbis, van het Burgerlijk Wetboek samenwonen, hetzij door een geval van overmacht dat tot op het ogenblik van het overlijden heeft voortgeduurd.

Onder overmacht wordt inzonderheid verstaan een staat van zorgbehoevendheid, ontstaan na de aankoop van de woning, waardoor de erflater of de overlevende echtgenoot of samenwonende in de onmogelijkheid verkeerde om in de woning, zelfs met hulp van zijn gezin of van een gezinshulporganisatie, in te staan voor zijn geestelijk of lichamelijk welzijn.

Onder netto-aandeel moet worden begrepen de waarde van het deel dat de langstlevende echtgenoot of samenwonende verkrijgt in de gezinswoning, verminderd met de schulden die worden afgetrokken van die waarde.

Het aandeel van de langstlevende echtgenoot of samenwonende in de schulden van de nalatenschap die werden aangegaan om die woning te verwerven of te behouden wordt bij voorrang aangerekend op de waarde van zijn deel in de gezinswoning.

Zijn aandeel in de overige schulden en de begrafeniskosten worden eerst aangerekend op de waarde van de bestanddelen van activa bedoeld in artikel 60bis, vervolgens op de waarde van de overige goederen van de nalatenschap, en ten slotte op de overblijvende waarde van het verkregen deel in de gezinswoning.

Ingeval, volgens de gegevens van het Rijksregister, de in het eerste lid gestelde voorwaarden zijn vervuld, past de ontvanger deze vrijstelling ambtshalve toe. Indien de erflater, zijn echtgenoot of samenwonende, zijn hoofdverblijfplaats niet heeft kunnen behouden in het gebouw, als bedoeld in het vierde lid, of indien een einde is gekomen aan de samenwoning door overmacht, moet de toepassing van de vrijstelling worden gevraagd in de aangifte en, in voorkomend geval, moet de overmacht worden bewezen. ".

Art. 4.In artikel 60ter, eerste lid, van hetzelfde wetboek, laatst gewijzigd door de ordonnantie van 6 maart 2008, worden de woorden ", door de echtgenoot " opgeheven en worden de woorden " de samenwonende van de erflater " vervangen door de woorden " door de samenwonende van de erflater niet bedoeld in artikel 55bis. ".

Art. 5.In artikel 128 van hetzelfde wetboek, gewijzigd bij de wet van 7 maart 2002Relevante gevonden documenten type wet prom. 07/03/2002 pub. 19/03/2002 numac 2002003137 bron ministerie van financien Wet tot wijziging, wat de leden van de provincieraden betreft, van artikel 27, tweede lid, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 en, wat de leden van de bestendige deputaties betreft, van artikel 53, 17°, van hetzelfde Wetboek type wet prom. 07/03/2002 pub. 13/03/2002 numac 2002003136 bron ministerie van financien Wet tot wijziging van de artikelen 50, 51, 51bis, 53quater, 53quinquies, 53sexies, 55 en 61 van het Wetboek van de belasting over de toegevoegde waarde type wet prom. 07/03/2002 pub. 19/03/2002 numac 2002003138 bron ministerie van financien Wet tot wijziging van het Wetboek der successierechten en het Wetboek der registratie-, hypotheek- en griffierechten ingevolge de nieuwe lokalisatiecriteria voor de gewestelijke belastingen zoals bepaald bij de bijzondere wet van 13 juli 2001 tot herfinanciering van de gemeenschappen en uitbreiding van de fiscale bevoegdheden van de gewesten type wet prom. 07/03/2002 pub. 08/05/2002 numac 2002000288 bron ministerie van binnenlandse zaken Wet tot wijziging van het Kieswetboek om het stemrecht toe te kennen aan de Belgen die in het buitenland verblijven, voor de verkiezing van de federale Wetgevende Kamers en tot instelling van de vrijheid van keuze van de gemachtigde in geval van stemming per volmacht sluiten, wordt punt 2 vervangen door wat volgt : " 2 die schulden aangeeft die niet ten laste van de nalatenschap komen of die in het geval vermeld in artikel 42, VIII, tweede zin, nalaat te vermelden dat een opgegeven schuld werd aangegaan met als doel de gezinswoning te verwerven of te behouden; ".

Art. 6.Deze ordonnantie treedt in werking op 1 januari 2014.

Kondigen deze ordonnantie af, bevelen dat ze in het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.

Brussel, 30 januari 2014.

De Minister-President van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Plaatselijke Besturen, Ruimtelijke Ordening, Monumenten en Landschappen, Openbare Netheid en Ontwikkelingssamenwerking, R. VERVOORT De Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Financiën, Begroting, Openbaar Ambt en Externe Betrekkingen, G. VANHENGEL De Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Leefmilieu, Energie, Waterbeleid, Stadsvernieuwing, Brandbestrijding en Dringende Medische Hulp en Huisvesting, Mevr. E. HUYTEBROECK De Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Openbare Werken en Vervoer, Mevr. B. GROUWELS De Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Tewerkstelling, Economie en Wetenschappelijk Onderzoek, Mevr. C. FREMAULT _______ Nota (1) Documenten van het Parlement : Gewone zitting 2013/2014. A-468/1. Ontwerp van ordonnantie.

A-468/2. Verslag.

Integraal verslag : Bespreking en aanneming : vergadering van vrijdag 10 januari 2014.

^