6 JULI 2023. - Ordonnantie tot wijziging van het Wetboek der successierechten en van het Wetboek der registratie-, hypotheek- en griffierechten met het oog op het aanpassen van de Brusselse fiscale regelgeving aan de nieuwe gezinsstructuren en het bevorderen van de overdrachten tussen generaties

Het Brusselse Hoofdstedelijke Parlement heeft aangenomen en Wij, Regering, bekrachtigen, hetgeen volgt : HOOFDSTUK 1. - Inleidende bepaling

Artikel 1.Deze ordonnantie regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 39 van de Grondwet. HOOFDSTUK 2. - Wijziging van het Wetboek der successierechten

Art. 2.In artikel 8, negende lid, 3°, van het Wetboek der successierechten, vervangen bij het koninklijk besluit van 18 april 1967 en gewijzigd bij de wet van 30 december 1988, bij de wet van 22 december 1989Relevante gevonden documenten type wet prom. 22/12/1989 pub. 20/03/2009 numac 2009000181 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet op de bescherming van de gezinswoning sluiten, bij de ordonnantie van 6 juli 2022 en bij de ordonnantie van 13 oktober 2022, worden de woorden "echtgenoot van de overledene" vervangen door de woorden "partner van de overledene in de zin van artikel 48, zevende lid, a) of b),".

Art. 3.Artikel 42 van hetzelfde Wetboek wordt aangevuld met de bepaling onder XI, luidende: "XI. in voorkomend geval, de aanvraag tot toepassing van artikel 60quinquies, met vermelding van de in artikel 60quinquies, tweede lid, bedoelde personen.".

Art. 4.In artikel 48 van hetzelfde Wetboek, vervangen bij de ordonnantie van 20 december 2002, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in het zevende lid, vervangen bij de ordonnantie van 12 december 2016, worden de woorden "de persoon die op dag van het openvallen van de nalatenschap met de erflater gehuwd was;de persoon die zich op de dag van het openvallen van de nalatenschap in de toestand van wettelijke samenwoning met de erflater bevindt in de zin van titel Vbis van boek III van het Burgerlijk Wetboek" vervangen door de woorden: "a) de persoon die, op de dag van het openvallen van de nalatenschap, met de erflater gehuwd was; b) de persoon die zich, op de dag van het openvallen van de nalatenschap, in de toestand van wettelijke samenwoning met de erflater bevond in de zin van titel Vbis van boek III van het oud Burgerlijk Wetboek; c) de persoon die, op de dag van het openvallen van de nalatenschap, op ononderbroken wijze samenwoonde met de erflater en met hem een gemeenschappelijke huishouding voerde ten minste één jaar of, voor de toepassing van de artikelen 60bis tot en met 60bis/3 en 60ter, drie jaar."; 2° er wordt een lid toegevoegd, luidende: "Voor de toepassing van het zevende lid, c), houdt de inschrijving in het bevolkingsregister of in het vreemdelingenregister op hetzelfde adres van de erflater een weerlegbaar vermoeden in van het samenwonen en van het vormen van een gemeenschappelijke huishouding met de erflater.Deze voorwaarden worden geacht ook vervuld te zijn als het samenwonen en het vormen van een gemeenschappelijke huishouding met de erflater, aansluitend op de in het zevende lid, c), bedoelde periode tot op de dag van het overlijden onmogelijk is geworden, ingevolge overmacht.".

Art. 5.In artikel 50, § 2, van hetzelfde Wetboek, vervangen bij de ordonnantie van 20 december 2002 en gewijzigd bij de ordonnantie van 12 december 2016, worden de woorden "of de in artikel 48, zevende lid, c), bedoelde samenwoning" ingevoegd tussen de woorden "de wettelijke samenwoning" en de woorden "een einde heeft genomen".

Art. 6.In artikel 51 van hetzelfde Wetboek worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° het woord "echtgenoot" wordt vervangen door het woord "partner";2° de woorden "van zijn medeëchtgenoot" worden vervangen door de woorden "van de erflater";3° het woord "echtgenoten" wordt vervangen door het woord "partners".

Art. 7.In artikel 522, tweede lid, van hetzelfde Wetboek, vervangen bij de wet van 22 december 1989Relevante gevonden documenten type wet prom. 22/12/1989 pub. 20/03/2009 numac 2009000181 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet op de bescherming van de gezinswoning sluiten, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in de bepaling onder 1°, gewijzigd bij de ordonnantie van 12 december 2016, wordt het woord "echtgenoot" vervangen door het woord "partner";2° in de bepaling onder 3°, vervangen bij de ordonnantie van 20 december 2002 en gewijzigd bij de ordonnantie van 12 december 2016, worden de volgende wijzigingen aangebracht: a) het woord "drie" wordt vervangen door het woord "één";b) de woorden "echtgenoot samen, dan wel van de adoptant en de persoon met wie hij samenwoont" worden vervangen door het woord "partner".

Art. 8.In artikel 55bis van hetzelfde Wetboek, ingevoegd bij de ordonnantie van 30 januari 2014 en gewijzigd bij de ordonnantie van 12 december 2016, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in het eerste lid worden de woorden "in het artikel 48, zevende lid, a) en b), bedoelde" ingevoegd tussen de woorden "het netto-aandeel van de" en de woorden "rechtverkrijgende partner";2° in het tweede lid wordt de tweede zin opgeheven.

Art. 9.In boek I van hetzelfde Wetboek worden hoofdstuk VIIbis en zijn opschrift, ingevoegd bij de ordonnantie van 16 mei 2002, opgeheven als afdeling van boek I, zonder dat deze opheffing afbreuk doet aan de artikelen 60ter en 60quater die het bevat.

Art. 10.In artikel 60ter, eerste lid, van hetzelfde Wetboek, vervangen bij de ordonnantie van 20 december 2002 en gewijzigd bij de ordonnantie van 6 maart 2008 en bij de ordonnantie van 30 januari 2014, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° de woorden "tenminste vijf jaar" worden opgeheven;2° de woorden "erfgenaam in rechte lijn" worden vervangen door de woorden "ascendent of een afstammeling van de erflater, een rechtverkrijgende die voor de toepassing van het tarief met een ascendent of een afstammeling van de erflater wordt gelijkgesteld";3° het woord "samenwonende" wordt vervangen door het woord "partner".

Art. 11.In hoofdstuk VII van boek I van hetzelfde Wetboek wordt een artikel 60quinquies ingevoegd, luidende: "

Art. 60quinquies.In afwijking van artikel 48 wordt het tarief van het successierecht of van het recht van overgang bij overlijden dat verschuldigd is door natuurlijke personen wiens verkrijging wordt belast volgens de tarieven van tabellen II, III of IV van artikel 48, verlaagd tot drie procent, volgens de bij dit artikel bepaalde voorwaarden en modaliteiten.

Het in het eerste lid bedoelde verlaagde tarief wordt alleen toegekend aan de natuurlijke personen die de erflater in een niet-herroepen testament op ondubbelzinnige wijze heeft aangewezen als diegenen die van de toepassing van het in het eerste lid bedoelde verlaagde tarief kunnen genieten.

Het in het eerste lid bedoelde verlaagde tarief wordt toegepast op een totaalbedrag, voor de gehele nalatenschap, van 15.000 euro. Wanneer de erflater meerdere personen heeft aangewezen overeenkomstig het tweede lid, wordt het bedrag waarop het in het eerste lid bedoelde verlaagde tarief van toepassing is verdeeld tussen deze personen afhankelijk van hun aandeel in de belastbare waarde van de goederen die ze verkrijgen in de nalatenschap van de erflater of die in toepassing van de artikelen 4 tot en met 12 in hun hoofde worden belast aan het successierecht of aan het recht van overgang bij overlijden.

Wanneer het verkregen aandeel dat door de in het tweede lid bedoelde persoon of personen wordt verkregen het in het derde lid bedoelde bedrag overschrijdt wordt het in het eerste lid bedoelde verlaagde tarief toegepast op de eerste schijf of schijven van de tarieven van tabellen II, III of IV van artikel 48 die met dit bedrag overeenstemmen.".

Art. 12.Artikel 68 van hetzelfde Wetboek wordt opgeheven.

Art. 13.Artikel 69 van hetzelfde Wetboek wordt opgeheven. HOOFDSTUK 3. - Wijziging van het Wetboek der registratie-, hypotheek- en griffierechten

Art. 14.In artikel 131 van het Wetboek der registratie-, hypotheek- en griffierechten, vervangen bij de ordonnantie van 20 december 2002, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in de eerste paragraaf, vervangen bij de ordonnantie van 18 december 2015 en gewijzigd bij de ordonnantie van 13 oktober 2022, worden de volgende wijzigingen aangebracht: a) in het derde lid worden de woorden "samenwonende verstaan, de persoon die zich in de toestand van wettelijke samenwoning bevindt in de zin van titel Vbis van boek III van het Burgerlijk Wetboek." vervangen door de woorden: "`partner' verstaan: a) de persoon die, op de dag van de schenking, met de schenker gehuwd is;b) de persoon die zich, op de dag van de schenking, in de toestand van wettelijke samenwoning met de schenker bevindt in de zin van titel Vbis van boek III van het oud Burgerlijk Wetboek; c) de persoon die, op de dag van de schenking, op ononderbroken wijze samenwoont met de schenker en met hem een gemeenschappelijke huishouding voert ten minste één jaar of, voor de toepassing van de artikelen 140/1 tot en met 140/3, drie jaar."; b) er wordt een lid toegevoegd, luidende: "Voor de toepassing van het derde lid, c), houdt de inschrijving in het bevolkingsregister of in het vreemdelingenregister op hetzelfde adres van de schenker een weerlegbaar vermoeden in van het samenwonen en van het vormen van een gemeenschappelijke huishouding met de schenker.Deze voorwaarden worden geacht ook vervuld te zijn als het samenwonen en het vormen van een gemeenschappelijke huishouding met de schenker, aansluitend op de in het derde lid, c), bedoelde periode tot op de dag van de schenking onmogelijk is geworden, ingevolge overmacht."; c) in het opschrift van tabel I worden de woorden ", tussen echtgenoten en tussen samenwonenden", vervangen door de woorden "en tussen partners";2° in de tweede paragraaf, eerste lid, 1°, ingevoegd bij de ordonnantie van 24 februari 2005, worden de woorden ", tussen echtgenoten en tussen samenwonenden" vervangen door de woorden "en tussen partners".

Art. 15.In artikel 1322, tweede lid, van hetzelfde Wetboek, vervangen bij de ordonnantie van 20 december 2002, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in de bepaling onder 1° wordt het woord "echtgenoot" vervangen door het woord "partner";2° in de bepaling onder 3° worden de volgende wijzigingen aangebracht: a) de woorden "zes achtereenvolgende jaren" worden vervangen door de woorden "één ononderbroken jaar";b) de woorden ", van de adoptant en diens echtgenoot samen of van de adoptant en de persoon met wie de adoptant heeft samengewoond," worden vervangen door de woorden "of van de adoptant en diens partner samen".

Art. 16.In artikel 135, tweede lid, van hetzelfde Wetboek, vervangen bij het koninklijk besluit van 18 april 1967 en gewijzigd bij de wet van 22 december 1989Relevante gevonden documenten type wet prom. 22/12/1989 pub. 20/03/2009 numac 2009000181 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet op de bescherming van de gezinswoning sluiten, bij het koninklijk besluit van 20 juli 2000 en bij de ordonnantie van 20 december 2002, worden de woorden "begiftigde echtgenoot of de begiftigde samenwonende" vervangen door de woorden "begiftigde partner".

Art. 17.In artikel 140/1, § 2, van hetzelfde Wetboek, vervangen bij de ordonnantie van 12 december 2016, wordt de bepaling onder 5° opgeheven. HOOFDSTUK 4. - Slotbepalingen

Art. 18.De artikelen 2 tot en met 12 treden in werking op 1 januari 2024 en zijn van toepassing op de nalatenschappen die openvallen vanaf deze datum.

Art. 19.De artikelen 14 tot en met 17 treden in werking op 1 januari 2024 en zijn van toepassing op de schenkingen die worden afgesloten vanaf deze datum.

Kondigen deze ordonnantie af, bevelen dat ze in het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.

Brussel, 6 juli 2023.

De Minister-President van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Territoriale Ontwikkeling en Stadsvernieuwing, Toerisme, de promotie van het Imago van Brussel en Biculturele zaken van gewestelijk belang, R. VERVOORT De Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Mobiliteit, Openbare Werken en Verkeersveiligheid, E. VAN DEN BRANDT De Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Klimaattransitie, Leefmilieu, Energie en Participatieve Democratie, A. MARON De Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Financiën, Begroting, Openbaar Ambt, de Promotie van Meertaligheid en van het Imago van Brussel, S. GATZ De Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Werk en Beroepsopleiding, Digitalisering en de Plaatselijke Besturen, B. CLERFAYT _______ Nota Documenten van het Parlement: Gewone zitting 2022-2023 A-709/1 Ontwerp van ordonnantie A-709/2 Verslag Integraal verslag: Bespreking en aanneming: vergadering van vrijdag 30 juni 2023.