Etaamb.openjustice.be
Wet van 01 maart 2000
gepubliceerd op 05 april 2000

Wet tot wijziging van een aantal bepalingen betreffende de Belgische nationaliteit

bron
ministerie van justitie
numac
2000009306
pub.
05/04/2000
prom.
01/03/2000
ELI
eli/wet/2000/03/01/2000009306/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

1 MAART 2000. - Wet tot wijziging van een aantal bepalingen betreffende de Belgische nationaliteit


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

De Kamers hebben aangenomen en Wij bekrachtigen hetgeen volgt : HOOFDSTUK I

Artikel 1.Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 78 van de Grondwet HOOFDSTUK II. - Wijzigingen van het Wetboek van de Belgische nationaliteit

Art. 2.Artikel 5 van het Wetboek van de Belgische nationaliteit, opgeheven bij de wet van 6 augustus 1993, wordt hersteld in de volgende lezing : «

Art. 5.§ 1. Personen die in de onmogelijkheid verkeren zich een akte van geboorte te verschaffen in het kader van procedures tot verwerving van de Belgische nationaliteit, kunnen een gelijkwaardig document overleggen afgegeven door de diplomatieke of consulaire overheden van hun land van geboorte. Ingeval van onmogelijkheid of zware moeilijkheden om zich voornoemd document te verschaffen, kunnen ze de akte van geboorte vervangen door een akte van bekendheid, afgegeven door de vrederechter van hun hoofdverblijfplaats. § 2. In de akte van bekendheid verklaren twee getuigen, van het mannelijke of vrouwelijke geslacht, bloedverwanten of geen bloedverwanten, de voornamen, de naam, het beroep en de woonplaats van de belanghebbende, en die van zijn ouders, indien deze bekend zijn; de plaats en, zo mogelijk, het tijdstip van zijn geboorte en de redenen die beletten de akte van geboorte over te leggen. De getuigen tekenen met de vrederechter de akte van bekendheid en, indien er getuigen zijn die niet in staat zijn te tekenen of niet kunnen tekenen, wordt dit vermeld. § 3. De akte van bekendheid wordt vertoond aan de rechtbank van eerste aanleg van het rechtsgebied. De rechtbank, na de procureur des Konings gehoord te hebben, verleent of weigert haar homologatie naargelang zij oordeelt dat de verklaringen van de getuigen en de redenen die het overleggen van de akte van geboorte beletten, al dan niet voldoende zijn. § 4. Indien de belanghebbende in de onmogelijkheid verkeert zich zodanige akte van bekendheid te verschaffen, kan die akte, met verlof van de rechtbank, op verzoekschrift verleend, het openbaar ministerie gehoord, vervangen worden door een beëdigde verklaring van de belanghebbende zelf. »

Art. 3.In artikel 11bis van hetzelfde Wetboek, ingevoegd bij de wet van 13 juni 1991, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in § 3, tweede lid, worden de woorden « binnen twee maanden » vervangen door de woorden « binnen één maand »;2° in § 3, vierde lid, worden de woorden « Bij het verstrijken van de termijn van twee maanden » vervangen door de woorden « Bij het verstrijken van de termijn van één maand ».

Art. 4.In artikel 12bis van hetzelfde Wetboek, ingevoegd bij de wet van 13 juni 1991, gewijzigd bij de wet van 22 december 1998, worden de volgende wijzigingen aangebracht : A. paragraaf 1 wordt vervangen als volgt : « § 1. De Belgische nationaliteit kunnen verkrijgen door een verklaring af te leggen overeenkomstig § 2 van dit artikel, indien zij de leeftijd van achttien jaar hebben bereikt : 1° de in België geboren vreemdeling, die er sedert zijn geboorte zijn hoofdverblijf heeft;2° de in het buitenland geboren vreemdeling van wie een ouder op het tijdstip van de verklaring de Belgische nationaliteit bezit;3° de vreemdeling die sedert ten minste zeven jaar zijn hoofdverblijf in België heeft gevestigd en die, op het tijdstip van de verklaring gemachtigd is of toegelaten werd tot een verblijf van onbeperkte duur in het Rijk of toegelaten werd om er zich te vestigen;» B. paragraaf 2 wordt vervangen als volgt : « § 2. De verklaring wordt afgelegd voor de ambtenaar van de burgerlijke stand van de plaats waar de belanghebbende zijn hoofdverblijf heeft; een afschrift van de verklaring wordt door de ambtenaar van de burgerlijke stand onmiddellijk voor advies overgezonden aan het parket van de rechtbank van eerste aanleg van het rechtsgebied. De procureur des Konings geeft hiervan onverwijld ontvangstmelding.

De Koning bepaalt op voordracht van de minister van Justitie welke akten en stavingsstukken bij de verklaring moeten worden gevoegd om te bewijzen dat voldaan is aan de voorwaarden van § 1. De belanghebbende kan alle documenten, die hij nuttig acht ter staving ervan, bij zijn verklaring voegen.

De procureur des Konings kan, binnen één maand te rekenen van de ontvangsmelding, een negatief advies uitbrengen inzake de verkrijging van de Belgische nationaliteit wanneer er een beletsel is wegens gewichtige feiten, eigen aan de persoon, die hij in de motivering van zijn advies dient te omschrijven, of wanneer de grondvoorwaarden bedoeld in § 1, die hij moet aanduiden, niet vervuld zijn.

Indien hij meent geen negatief advies te moeten uitbrengen, zendt hij een attest dat er geen negatief advies wordt uitgebracht aan de ambtenaar van de burgerlijke stand. De verklaring wordt onmiddellijk ingeschreven en vermeld zoals bepaald in artikel 22, § 4.

Bij het verstrijken van de termijn van één maand en bij ontstentenis van een negatief advies van de procureur des Konings of overzending van een attest dat er geen negatief advies wordt uitgebracht, wordt de verklaring ambtshalve ingeschreven en vermeld zoals bepaald bij artikel 22, § 4.

Van de inschrijving wordt door de ambtenaar van de burgerlijke stand kennis gegeven aan de belanghebbende.

De verklaring heeft gevolg vanaf de inschrijving. »;

C. in § 4, zesde lid, worden de woorden « waarbij het negatieve advies wordt opgeheven » vervangen door de woorden « waarbij het negatieve advies ongegrond wordt verklaard ».

Art. 5.Artikel 13, 2°, van hetzelfde Wetboek, gewijzigd bij de wet van 6 augustus 1993, wordt vervangen als volgt : « 2° het in het buitenland geboren kind van wie een adoptant, op het tijdstip van de verklaring de Belgische nationaliteit bezit; ». 2° het derde lid wordt vervangen als volgt : « Wanneer de geldigheid van de voor de verkrijging van de Belgische nationaliteit verrichte akten afhankelijk was van het bezit van de Belgische nationaliteit, kan die geldigheid niet worden betwist op de enkele grond dat de belanghebbende die nationaliteit niet bezat. Hetzelfde geldt voor de rechten die vóór de verkrijging van de Belgische nationaliteit zijn verkregen en waarvoor het bezit van de Belgische nationaliteit vereist was. »

Art. 9.Artikel 19, eerste lid, van hetzelfde Wetboek, gewijzigd bij de wet van 6 augustus 1993, wordt vervangen als volgt : « Om de naturalisatie te kunnen aanvragen moet de belanghebbende volle achttien jaar oud zijn en sedert ten minste drie jaar zijn hoofdverblijf in België hebben gevestigd; deze termijn wordt verminderd tot twee jaar voor de vreemdeling wiens hoedanigheid van vluchteling of van staatloze in België is erkend krachtens de er vigerende internationale overeenkomsten of voor diegene die, met de vluchteling gelijkgesteld werd verklaard krachtens het oude artikel 57 van de wet van 15 december 1980 betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen zoals van kracht tot 15 december 1996. »

Art. 10.In artikel 21 van hetzelfde Wetboek, vervangen bij de wet van 13 april 1995, gewijzigd bij de wet van 22 december 1998, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in § 1, vierde lid, worden de woorden « Ik verklaar Belgisch staatsburger te willen worden en de Grondwet en de wetten van het Belgische volk te zullen naleven » vervangen door de woorden « Ik verklaar Belgisch staatsburger te willen worden en de Grondwet, de wetten van het Belgische volk en het Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden te zullen naleven »;2° in § 3, tweede lid, worden de woorden « binnen een termijn van vier maanden » vervangen door de woorden « binnen een termijn van één maand » en vervallen de woorden « voorwaarden en »;3° in § 3, vierde lid, worden de woorden « binnen vier maanden » vervangen door de woorden « binnen één maand ».

Art. 11.In artikel 24, eerste lid, van hetzelfde Wetboek, gewijzigd bij de wet van 6 augustus 1993, vervallen de woorden « en ingewilligde ».

Art. 12.In artikel 25 van hetzelfde Wetboek worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° het eerste lid wordt vervangen als volgt : « Het beschikkend gedeelte van de onherroepelijke beslissing waarbij het negatieve advies inzake de verkrijging van de Belgische nationaliteit op grond van de artikelen 12bis, 13 tot 17 en 24 ongegrond wordt verklaard, wordt door de ambtenaar van de burgerlijke stand overgeschreven hetzij in het register van de geboorteakten, hetzij in het aanvullend register, hetzij in een bijzonder register. »; 2° het derde lid wordt vervangen als volgt : « Het beschikkend gedeelte van de onherroepelijke beslissing waarbij het negatieve advies inzake de verkrijging van de Belgische nationaliteit op grond van artikel 16 ongegrond wordt verklaard, wordt bovendien vermeld op de kant van de akte van huwelijk die in België is opgemaakt of overgeschreven.» HOOFDSTUK III. - Overgangsbepalingen

Art. 13.Artikel 26 van hetzelfde Wetboek wordt aangevuld met de volgende paragrafen : « § 8. De verzoeken om naturalisatie die vóór de inwerkingtreding van de wet van 1 maart 2000 tot wijziging van een aantal bepalingen betreffende de Belgische nationaliteit zijn ingediend op grond van de vroeger toepasselijke bepaling van artikel 21 van dit Wetboek blijven onderworpen aan die bepaling. § 9. De verklaringen die afgelegd zijn vóór de inwerkingtreding van de wet van 1 maart 2000 tot wijziging van een aantal bepalingen betreffende de Belgische nationaliteit op grond van de vroeger toepasselijke bepalingen van de artikelen 11bis, 12bis en 15 van dit Wetboek blijven onderworpen aan die bepalingen. § 10. De verzoeken om naturalisatie die vóór de inwerkingtreding van de wet van 1 maart 2000 tot wijziging van een aantal bepalingen betreffende de Belgische nationaliteit zijn ingediend, blijven onderworpen aan de vroeger toepasselijke bepalingen van de artikelen 238, 240, 240bis, 241 en 244, van het Wetboek der registratie-, hypotheek- en griffierechten. » HOOFDSTUK IV. - Slotbepaling

Art. 14.Deze wet treedt in werking de eerste dag van de maand na die waarin ze is bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad.

Kondigen deze wet af, bevelen dat zij met 's Lands zegel zal worden bekleed en door het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.

Gegeven te Châteauneuf-de-Grasse, 1 maart 2000.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Justitie, M. VERWILGHEN Met 's Lands zegel gezegeld : De Minister van Justitie, M. VERWILGHEN _______ Nota (1) Zitting 1999-2000 Kamer van volksvertegenwoordigers Parlementaire stukken.- Wetsontwerp van 29 november 1999 tot wijziging van EEn aantal bepalingen betreffende de Belgische nationaliteit, nr. 292/1. - Amendementen, nrs 292/2 tot 6. - Verslag van de heer Giet en Mevr. Talhaoui, nr. 292/7. - Tekst aangenomen door de commissie, nr. 292/8. - Tekst aangenomen in plenaire vergadering en overgezonden aan de Senaat, nr. 292/9.

Parlementaire handelingen. - Bespreking. Vergaderingen van 18, 19 en 20 januari 2000. - Aanneming. Vergadering van 20 januari 2000.

Senaat Parlementaire stukken. - Ontwerp overgezonden door de Kamer van volksvertegenwoordigers, nr. 308/1. - Amendementen, nr. 308/2. - Verslag van Mevr. Kaçar en de heer Istasse, nr. 308/3. - Tekst aangenomen door de Commissie, nr. 308/4. - Amendementen opnieuw ingediend na aanneming van het verslag, nr. 308/5. - Beslissing om niet te amenderen, nr. 308/6.

Parlementaire handelingen. - Bespreking en aanneming. Vergadering van 17 februari 2000.

^