gepubliceerd op 27 april 2000
Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 13 december 1995 tot bepaling van de inhoud van het aanvraagformulier inzake naturalisatie en de bij het verzoek te voegen akten en stavingsstukken en tot vaststelling van de datum van inwerkingtreding van de wet van 13 april 1995 tot wijziging van de naturalisatieprocedure en van het Wetboek van de Belgische nationaliteit
16 APRIL 2000. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 13 december 1995 tot bepaling van de inhoud van het aanvraagformulier inzake naturalisatie en de bij het verzoek te voegen akten en stavingsstukken en tot vaststelling van de datum van inwerkingtreding van de wet van 13 april 1995 tot wijziging van de naturalisatieprocedure en van het Wetboek van de Belgische nationaliteit
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op het Wetboek van de Belgische nationaliteit, inzonderheid op artikel 5, opgeheven bij de wet van 6 augustus 1993, hersteld bij de wet van 1 maart 2000, op artikel 12bis, ingevoegd bij de wet van 13 juni 1991, gewijzigd bij de wetten van 22 december 1998 en van 1 maart 2000, op artikel 19, eerste lid, gewijzigd bij de wetten van 6 augustus 1993 en van 1 maart 2000 en op artikel 21, § 1, vierde lid, vervangen bij de wet van 13 april 1995, gewijzigd bij de wetten van 22 december 1998 en van 1 maart 2000;
Gelet op de wet van 1 maart 2000 tot wijziging van een aantal bepalingen betreffende de Belgische nationaliteit, inzonderheid op de artikelen 2, 4, 9 en 10;
Gelet op het koninklijk besluit van 13 december 1995 tot bepaling van de inhoud van het aanvraagformulier inzake naturalisatie en de bij het verzoek te voegen akten en stavingsstukken en tot vaststelling van de datum van inwerkingtreding van de wet van 13 april 1995 tot wijziging van de naturalisatieprocedure en van het Wetboek van de Belgische nationaliteit, inzonderheid op de artikelen 1 en 2;
Gelet op het verzoek om spoedbehandeling, gemotiveerd door de omstandigheden dat : Overwegende dat de wet tot wijziging van een aantal bepalingen betreffende de Belgische nationaliteit werd aangenomen;
Overwegende dat overeenkomstig artikel 14 van voornoemde wet, deze wet in werking treedt op de eerste dag van de maand na die waarin ze is bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad;
Overwegende dat de reglementaire bepalingen dringend dienen te worden aangepast om in overeenstemming te zijn met de wet;
Overwegende dat het aanvraagformulier, waarvan het model als bijlage is gevoegd bij dit besluit, dient gedrukt en verspreid te worden in alle gemeenten van het Rijk en bij alle Belgische diplomatieke zendingen of consulaire posten in het buitenland vóór de inwerkingtreding van voornoemde wet;
Gelet op het advies van de Raad van State, gegeven op 11 april 2000, met toepassing van artikel 84, eerste lid, 2°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;
Op de voordracht van Onze Minister van Justitie, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.In het opschrift van het koninklijk besluit van 13 december 1995 tot bepaling van de inhoud van het aanvraagformulier inzake naturalisatie en de bij het verzoek te voegen akten en stavingsstukken en tot vaststelling van de datum van inwerkingtreding van de wet van 13 april 1995 tot wijziging van de naturalisatieprocedure en van het Wetboek van de Belgische nationaliteit, worden de woorden « om naturalisatie en bij de nationaliteitsverklaring » ingevoegd tussen de woorden « verzoek » en « te voegen ».
Art. 2.Artikel 2, 1°, van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt : « 1° a) een eensluidend afschrift van de akte van geboorte van de aanvrager, een stuk waarvoor, naargelang het geval, de formaliteiten van legalisatie en vertaling dienen te worden vervuld; b) in geval van onmogelijkheid om zich een eensluidend afschrift van de akte van geboorte te verschaffen, een gelijkwaardig document, zoals voorzien door artikel 5, § 1, van het Wetboek van de Belgische nationaliteit, waarvoor, naargelang het geval, de formaliteiten van legalisatie en vertaling dienen te worden vervuld;c) in geval van onmogelijkheid of zware moeilijkheden om zich een gelijkwaardig document, waarvan sprake in het hiervoor vermelde punt b), te verschaffen, een akte van bekendheid zoals bepaald in artikel 5, § 1, van het Wetboek van de Belgische nationaliteit en gehomologeerd overeenkomstig artikel 5, § 3, van hetzelfde Wetboek;d) in geval van onmogelijkheid om zich een akte van bekendheid, waarvan sprake in het hiervoor vermelde punt c), te verschaffen, een beëdigde verklaring, afgelegd overeenkomstig artikel 5, § 4, van het Wetboek van de Belgische nationaliteit;».
Art. 3.In artikel 2, 2°, a, van hetzelfde besluit wordt het woord « vijfjarig » vervangen door het woord « driejarig ».
Art. 4.In artikel 2, 2°, b, van hetzelfde besluit wordt het woord « driejarig » vervangen door het woord « tweejarig ».
Art. 5.Artikel 2, 4°, van hetzelfde besluit wordt opgeheven.
Art. 6.Een artikel 2bis wordt ingevoegd in hetzelfde besluit, luidende : «
Art. 2bis.De volgende akten en stavingsstukken dienen bij de nationaliteitsverklaring gevoegd te worden om te bewijzen dat voldaan is aan de voorwaarden voorzien in artikel 12bis, § 1, van het Wetboek van de Belgische nationaliteit : 1° a) een eensluidend afschrift van de akte van geboorte van de belanghebbende, een stuk waarvoor, naargelang het geval, de formaliteiten van zegelrecht, legalisatie en vertaling dienen te worden vervuld;b) in geval van onmogelijkheid om zich een eensluidend afschrift van de akte van geboorte te verschaffen, een gelijkwaardig document, zoals voorzien door artikel 5, § 1, van het Wetboek van de Belgische nationaliteit, waarvoor, naargelang het geval, de formaliteiten van legalisatie en vertaling dienen te worden vervuld;c) in geval van onmogelijkheid of zware moeilijkheden om zich een gelijkwaardig document, waarvan sprake in het hiervoor vermelde punt b) te verschaffen, een akte van bekendheid zoals voorzien door artikel 5, § 1, van het Wetboek van de Belgische nationaliteit en gehomologeerd overeenkomstig artikel 5, § 3, van hetzelfde Wetboek;d) in geval van onmogelijkheid om zich een akte van bekendheid, waarvan sprake in het hiervoor vermelde punt c), te verschaffen, een beëdigde verklaring, afgelegd overeenkomstig artikel 5, § 4, van het Wetboek van de Belgische nationaliteit;2° a) in het geval bedoeld in artikel 12bis, § 1, 1°, van het Wetboek van de Belgische nationaliteit : i) één of meerdere uittreksels uit de bevolkings- of vreemdelingen-registers, als bewijs van een onafgebroken hoofdverblijf in België sinds de geboorte; ii) een eensluidend met het origineel verklaarde fotokopie van de verblijfstitel van de belanghebbende; b) in het geval bedoeld in artikel 12bis, § 1, 2°, van het Wetboek van de Belgische nationaliteit, het bewijs dat één van de ouders van de belanghebbende de Belgische nationaliteit bezit op het ogenblik van de verklaring, alsook een document van die aard dat het de afstammingsband tussen de belanghebbende en de Belgische ouder vaststelt;c) in het geval bedoeld in artikel 12bis, § 1, 3°, van het Wetboek van de Belgische nationaliteit : i) één of meerdere uittreksels uit de bevolkings- of vreemdelingenre- gisters als bewijs van een zevenjarig onafgebroken hoofdverblijf in België, welk verblijf aan het afleggen van de verklaring onmiddellijk moet voorafgaan; ii) een eensluidend met het origineel verklaarde fotokopie van de verblijfstitel, waaruit blijkt dat de belanghebbende op het tijdstip van de verklaring gemachtigd is of toegelaten werd tot een verblijf van onbeperkte duur in het Rijk of toegelaten werd om er zich te vestigen. ».
Art. 7.Het aanvraagformulier voor naturalisatie waarvan het model als bijlage is gevoegd bij hetzelfde besluit, vervangen bij het koninklijk besluit van 13 juni 1999, wordt vervangen door het formulier waarvan het model als bijlage is gevoegd bij dit besluit.
Art. 8.Dit besluit treedt in werking de dag waarop de wet van 1 maart 2000 tot wijziging van een aantal bepalingen betreffende de Belgische nationaliteit in werking treedt.
Art. 9.Onze Minister van Justitie is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Aalst, 16 april 2000, ALBERT Van Koningswege : De Minister van Justitie, M. VERWILGHEN
Bijlage Voor de raadpleging tabel, zie beeld.
Gezien om te worden gevoegd bij Ons besluit van 16 april 2000.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Justitie, M. VERWILGHEN