gepubliceerd op 17 augustus 2000
Koninklijk besluit tot vaststelling van de officiële Duitse vertaling van het koninklijk besluit van 16 april 2000 tot wijziging van het koninklijk besluit van 13 december 1995 tot bepaling van de inhoud van het aanvraagformulier inzake naturalisatie en de bij het verzoek te voegen akten en stavingsstukken en tot vaststelling van de datum van inwerkingtreding van de wet van 13 april 1995 tot wijziging van de naturalisatieprocedure en van het Wetboek van de Belgische nationaliteit
28 JUNI 2000. - Koninklijk besluit tot vaststelling van de officiële Duitse vertaling van het koninklijk besluit van 16 april 2000 tot wijziging van het koninklijk besluit van 13 december 1995 tot bepaling van de inhoud van het aanvraagformulier inzake naturalisatie en de bij het verzoek te voegen akten en stavingsstukken en tot vaststelling van de datum van inwerkingtreding van de wet van 13 april 1995 tot wijziging van de naturalisatieprocedure en van het Wetboek van de Belgische nationaliteit
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 31 december 1983 tot hervorming der instellingen voor de Duitstalige Gemeenschap, inzonderheid op artikel 76, § 1, 1°, en § 3, vervangen door de wet van 18 juli 1990;
Gelet op het ontwerp van officiële Duitse vertaling van het koninklijk besluit van 16 april 2000 tot wijziging van het koninklijk besluit van 13 december 1995 tot bepaling van de inhoud van het aanvraagformulier inzake naturalisatie en de bij het verzoek te voegen akten en stavingsstukken en tot vaststelling van de datum van inwerkingtreding van de wet van 13 april 1995 tot wijziging van de naturalisatieprocedure en van het Wetboek van de Belgische nationaliteit, opgemaakt door de Centrale dienst voor Duitse vertaling van het Adjunct-arrondissementscommissariaat in Malmedy;
Op de voordracht van Onze Minister van Binnenlandse Zaken, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.De bij dit besluit gevoegde tekst is de officiële Duitse vertaling van het koninklijk besluit van 16 april 2000 tot wijziging van het koninklijk besluit van 13 december 1995 tot bepaling van de inhoud van het aanvraagformulier inzake naturalisatie en de bij het verzoek te voegen akten en stavingsstukken en tot vaststelling van de datum van inwerkingtreding van de wet van 13 april 1995 tot wijziging van de naturalisatieprocedure en van het Wetboek van de Belgische nationaliteit.
Art. 2.Onze Minister van Binnenlandse Zaken is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 28 juni 2000.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Binnenlandse Zaken, A. DUQUESNE
Bijlage MINISTERIUM DER JUSTIZ 16. APRIL 2000 - Königlicher Erlass zur Abänderung des Königlichen Erlasses vom 13.Dezember 1995 zur Bestimmung des Inhalts des Formulars zur Beantragung der Einbürgerung und der dem Antrag beizufügenden Urkunden und Belege und zur Festlegung des Datums des Inkrafttretens des Gesetzes vom 13. April 1995 zur Abänderung des Einbürgerungsverfahrens und des Gesetzbuches über die belgische Staatsangehörigkeit ALBERT II., König der Belgier, Allen Gegenwärtigen und Zukünftigen, Unser Gruss! Aufgrund des Gesetzbuches über die belgische Staatsangehörigkeit, insbesondere des Artikels 5, aufgehoben durch das Gesetz vom 6. August 1993, wieder aufgenommen durch das Gesetz vom 1. März 2000, des Artikels 12bis, eingefügt durch das Gesetz vom 13. Juni 1991, abgeändert durch die Gesetze vom 22. Dezember 1998 und 1. März 2000, des Artikels 19 Absatz 1, abgeändert durch die Gesetze vom 6. August 1993 und 1. März 2000, und des Artikels 21 § 1 Absatz 4, ersetzt durch das Gesetz vom 13. April 1995, abgeändert durch die Gesetze vom 22.
Dezember 1998 und 1. März 2000;
Aufgrund des Gesetzes vom 1. März 2000 zur Abänderung einiger Bestimmungen über die belgische Staatsangehörigkeit, insbesondere der Artikel 2, 4, 9 und 10;
Aufgrund des Königlichen Erlasses vom 13. Dezember 1995 zur Bestimmung des Inhalts des Formulars zur Beantragung der Einbürgerung und der dem Antrag beizufügenden Urkunden und Belege und zur Festlegung des Datums des Inkrafttretens des Gesetzes vom 13. April 1995 zur Abänderung des Einbürgerungsverfahrens und des Gesetzbuches über die belgische Staatsangehörigkeit, insbesondere der Artikel 1 und 2;
Aufgrund der Dringlichkeit, begründet durch folgende Umstände: In der Erwägung, dass das Gesetz zur Abänderung einiger Bestimmungen über die belgische Staatsangehörigkeit angenommen worden ist;
In der Erwägung, dass vorerwähntes Gesetz gemäss Artikel 14 dieses Gesetzes am ersten Tag des Monats nach dem Monat seiner Veröffentlichung im Belgisches Staatsblatt in Kraft tritt;
In der Erwägung, dass es dringend notwendig ist, die Verordnungsbestimmungen anzupassen, um sie mit dem Gesetz in Übereinstimmung zu bringen;
In der Erwägung, dass das Formular zur Beantragung der Einbürgerung, dessen Muster als Anlage zu vorliegendem Erlass beigefügt ist, vor Inkrafttreten des vorerwähnten Gesetzes gedruckt und in allen Gemeinden des Königreichs und bei allen belgischen diplomatischen Missionen und konsularischen Vertretungen im Ausland verteilt werden muss;
Aufgrund des Gutachtens des Staatsrates, abgegeben am 11. April 2000 in Anwendung von Artikel 84 Absatz 1 Nr. 2 der koordinierten Gesetze über den Staatsrat;
Auf Vorschlag Unseres Ministers der Justiz Haben Wir beschlossen und erlassen Wir: Artikel 1 - In der Überschrift des Königlichen Erlasses vom 13.
Dezember 1995 zur Bestimmung des Inhalts des Formulars zur Beantragung der Einbürgerung und der dem Antrag beizufügenden Urkunden und Belege und zur Festlegung des Datums des Inkrafttretens des Gesetzes vom 13.
April 1995 zur Abänderung des Einbürgerungsverfahrens und des Gesetzbuches über die belgische Staatsangehörigkeit werden zwischen den Wörtern « Antrag » und « beizufügenden » die Wörter « auf Einbürgerung und der Staatsangehörigkeitserklärung » eingefügt.
Art. 2 - Artikel 2 Nr. 1 desselben Erlasses wird durch folgende Bestimmung ersetzt: « 1. a) eine gleichlautende Abschrift der Geburtsurkunde des Betreffenden, für die je nach Fall die Formalitäten der Legalisation und der Übersetzung erfüllt worden sind, b) falls es unmöglich ist, sich eine gleichlautende Abschrift der Geburtsurkunde zu verschaffen, ein gleichwertiges Dokument, so wie in Artikel 5 § 1 des Gesetzbuches über die belgische Staatsangehörigkeit vorgesehen, für das je nach Fall die Formalitäten der Legalisation und der Übersetzung erfüllt worden sind, c) falls es unmöglich oder ausgesprochen schwierig ist, sich das in Buchstabe b) weiter oben erwähnte gleichwertige Dokument zu verschaffen, eine Offenkundigkeitsurkunde, so wie in Artikel 5 § 1 des Gesetzbuches über die belgische Staatsangehörigkeit vorgesehen, die gemäss Artikel 5 § 3 desselben Gesetzbuches homologiert ist, d) falls es unmöglich ist, sich die in Buchstabe c) weiter oben erwähnte Offenkundigkeitsurkunde zu verschaffen, eine gemäss Artikel 5 § 4 des Gesetzbuches über die belgische Staatsangehörigkeit abgegebene beeidigte Erklärung, ». Art. 3 - In Artikel 2 Nr. 2 Buchstabe a) desselben Erlasses werden die Wörter « fünf Jahren » durch die Wörter « drei Jahren » ersetzt.
Art. 4 - In Artikel 2 Nr. 2 Buchstabe b) desselben Erlasses wird das Wort « dreijährigen » durch das Wort « zweijährigen » ersetzt.
Art. 5 - Artikel 2 Nr. 4 desselben Erlasses wird aufgehoben.
Art. 6 - Ein Artikel 2bis mit folgendem Wortlaut wird in denselben Erlass eingefügt: « Art. 2bis - Um den Beweis zu erbringen, dass die in Artikel 12bis § 1 des Gesetzbuches über die belgische Staatsangehörigkeit vorgesehenen Bedingungen erfüllt sind, müssen der Staatsangehörigkeitserklärung folgende Urkunden und Belege beigelegt werden: 1. a) eine gleichlautende Abschrift der Geburtsurkunde des Betreffenden, für die je nach Fall die Formalitäten der Stempelsteuer, der Legalisation und der Übersetzung erfüllt worden sind, b) falls es unmöglich ist, sich eine gleichlautende Abschrift der Geburtsurkunde zu verschaffen, ein gleichwertiges Dokument, so wie in Artikel 5 § 1 des Gesetzbuches über die belgische Staatsangehörigkeit vorgesehen, für das je nach Fall die Formalitäten der Legalisation und der Übersetzung erfüllt worden sind, c) falls es unmöglich oder ausgesprochen schwierig ist, sich das in Buchstabe b) weiter oben erwähnte gleichwertige Dokument zu verschaffen, eine Offenkundigkeitsurkunde, so wie in Artikel 5 § 1 des Gesetzbuches über die belgische Staatsangehörigkeit vorgesehen, die gemäss Artikel 5 § 3 desselben Gesetzbuches homologiert ist, d) falls es unmöglich ist, sich die in Buchstabe c) weiter oben erwähnte Offenkundigkeitsurkunde zu verschaffen, eine gemäss Artikel 5 § 4 des Gesetzbuches über die belgische Staatsangehörigkeit abgegebene beeidigte Erklärung, 2.a) in dem in Artikel 12bis § 1 Nr. 1 des Gesetzbuches über die belgische Staatsangehörigkeit erwähnten Fall: i) ein oder mehrere Auszüge aus den Bevölkerungs- oder Fremdenregistern, mit dem (denen) nachgewiesen wird, dass der Betreffende seit der Geburt seinen Hauptwohnort ununterbrochen in Belgien hat, ii) eine beglaubigte Fotokopie des Aufenthaltsscheins des Betreffenden, b) in dem in Artikel 12bis § 1 Nr.2 des Gesetzbuches über die belgische Staatsangehörigkeit erwähnten Fall, der Nachweis, dass einer der Elternteile des Betreffenden zum Zeitpunkt der Erklärung die belgische Staatsangehörigkeit besitzt, und ein Dokument, mit dem das Abstammungsverhältnis zwischen dem Betreffenden und seinem belgischen Elternteil festgestellt wird, c) in dem in Artikel 12bis § 1 Nr.3 des Gesetzbuches über die belgische Staatsangehörigkeit erwähnten Fall: i) ein oder mehrere Auszüge aus den Bevölkerungs- oder Fremdenregistern, mit dem (denen) nachgewiesen wird, dass der Betreffende seit sieben Jahren, die dem Zeitpunkt der Abgabe der Erklärung unmittelbar vorausgehen müssen, seinen Hauptwohnort ununterbrochen in Belgien hat, ii) eine beglaubigte Fotokopie des Aufenthaltsscheins des Betreffenden, mit der nachgewiesen wird, dass es dem Betreffenden zum Zeitpunkt der Erklärung gestattet oder erlaubt ist, sich für unbeschränkte Dauer im Königreich aufzuhalten, oder dass es ihm erlaubt ist, sich dort niederzulassen.» Art. 7 - Das Formular zur Beantragung der Einbürgerung, dessen Muster als Anlage zu demselben Erlass, ersetzt durch den Königlichen Erlass vom 13. Juni 1999, beigefügt ist, wird durch das Formular ersetzt, dessen Muster als Anlage zu vorliegendem Erlass beigefügt ist.
Art. 8 - Vorliegender Erlass tritt an dem Tag in Kraft, an dem das Gesetz vom 1. März 2000 zur Abänderung einiger Bestimmungen über die belgische Staatsangehörigkeit in Kraft tritt.
Art. 9 - Unser Minister der Justiz ist mit der Ausführung des vorliegenden Erlasses beauftragt.
Gegeben zu Aalst, den 16. April 2000 ALBERT Von Königs wegen: Der Minister der Justiz M. VERWILGHEN
Anlage Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Gezien om te worden gevoegd bij Ons besluit van 28 juni 2000.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Binnenlandse Zaken, A. DUQUESNE