Etaamb.openjustice.be
Wet van 07 januari 1998
gepubliceerd op 04 februari 1998

Wet betreffende de structuur en de accijnstarieven op alcohol en alcoholhoudende dranken

bron
ministerie van financien
numac
1998003047
pub.
04/02/1998
prom.
07/01/1998
ELI
eli/wet/1998/01/07/1998003047/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

7 JANUARI 1998. Wet betreffende de structuur en de accijnstarieven op alcohol en alcoholhoudende dranken (1)


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

De Kamers hebben aangenomen en Wij bekrachtigen hetgeen volgt : HOOFDSTUK I. - Voorafgaande bepalingen

Artikel 1.Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 78 van de Grondwet.

Art. 2.De codes van de gecombineerde nomenclatuur die in deze wet worden gebruikt, verwijzen naar die welke zijn vastgesteld in bijlage I bij Verordening (EEG) nr. 2658/87 van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 23 juli 1987 met betrekking tot de tarief- en statistieknomenclatuur en het gemeenschappelijk douanetarief, zoals gewijzigd bij Verordening (EEG) nr. 2587/91 van de Commissie van de Europese Gemeenschappen van 26 juli 1991.

Art. 3.Voor de toepassing van deze wet wordt onder effectief alcoholvolumegehalte verstaan, de verhouding tussen het volume zuivere alcohol bij een temperatuur van 20 °C, dat een eindproduct bevat, en het totale volume van dat eindproduct bij die temperatuur. HOOFDSTUK II. - Bier

Art. 4.Voor de toepassing van dit hoofdstuk en van de tot uitvoering ervan vastgestelde bepalingen, wordt onder "bier" verstaan elk product van de GN-code 2203 of elk product dat een mengsel is van bier en van niet-alcoholische dranken van GN-code 2206, voor zover vorenbedoelde producten een effectief alcoholvolumegehalte hebben van meer dan 0,5 % vol.

Art. 5.§ 1. Het bier dat hier te lande voor het verbruik wordt uitgeslagen is onderworpen aan een accijns en een bijzondere accijns die, per hectolitergraad Plato van het eindproduct, als volgt worden vastgesteld : - accijns : 32 frank; - bijzondere accijns : 37 frank. § 2. Voor het bier gebrouwen door kleine zelfstandige brouwerijen hier te lande of in een andere lidstaat van de Europese Unie worden, rekening houdende met de productie van het voorgaande jaar van de betrokken brouwerij en voor zover die productie 200.000 hectoliter bier per jaar niet overtreft, de tarieven vastgesteld in paragraaf 1, als volgt verlaagd per hectolitergraad Plato van het eindproduct : Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld § 3. Onder jaarproductie moet worden verstaan de totale hoeveelheid bier die van 1 januari tot 31 december van eenzelfde kalenderjaar in de desbetreffende brouwerij de eindfase van de fabricatie bereikt, gereed om te worden verhandeld. § 4. Bij gebrek aan een referentieproductie van het voorgaande jaar of indien de brouwerij voor het eerst produceert, geldt de productie van het lopend jaar als referentieproductie. In die veronderstelling gebeurt de aanslag aan de hand van een vooraf door de brouwer in te dienen aangifte van de hoeveelheid bier die hij vermoedelijk jaarlijks zal voortbrengen. Op het einde van het kalenderjaar wordt het toegepaste tarief eventueel verbeterd op grond hetzij van de werkelijk vastgestelde hoeveelheid, indien de brouwerij in werking was van 1 januari tot 31 december van het in aanmerking te nemen jaar, hetzij van een fictieve jaarlijkse opbrengst berekend in verhouding tot de productie vastgesteld voor de periode van activiteit van de brouwerij indien dat kalenderjaar slechts gedeeltelijk werd gewerkt. In beide gevallen wordt de hoeveelheid bier die in aanmerking werd genomen voor de definitieve belasting op het einde van het kalenderjaar als referentiejaarproductie genomen voor het volgende jaar.

De voorwaarden in verband met de vorenvermelde aangifte en verbetering worden vastgesteld door de Minister van Financiën. § 5. Het te belasten volume wordt uitgedrukt in hectoliter en tot op een liter nauwkeurig waarbij delen van een liter worden verwaarloosd.

Het aantal hectolitergraden Plato wordt uitgedrukt in gehele getallen waarbij delen van een hectolitergraad Plato worden verwaarloosd. § 6. Het aantal hectolitergraden Plato is het resultaat van de vermenigvuldiging van het volume te belasten bier met het aantal graden Plato ervan.

Voor de toepassing van dit hoofdstuk drukt het aantal graden Plato het gewichtspercentage uit van het extract in 100 gram bier, zoals dat wordt teruggerekend uit het werkelijke extract en de alcohol vervat in het eindproduct. § 7. Voor de berekening van de accijns en de bijzondere accijns, zijn de bieren ingedeeld in categorieën per twee graden Plato waarbij het aantal graden Plato dat in aanmerking moet worden genomen voor alle bieren die tot een bepaalde categorie behoren, als volgt is vastgesteld : Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld

Art. 6.§ 1. Voor de toepassing van de verlaagde tarieven bedoeld in artikel 5, § 2, wordt onder "kleine zelfstandige brouwerij" verstaan : een brouwerij die juridisch en economisch onafhankelijk is van andere brouwerijen, die gebruik maakt van installaties die materieel losstaan van die van andere brouwerijen en die niet in licentie werkt. Een samenwerkingsverband van twee of meer kleine brouwerijen met een gezamenlijke jaarproductie van niet meer dan 200.000 hectoliter mag evenwel als één enkele kleine zelfstandige brouwerij worden aangemerkt. § 2. De kleine brouwerijen waarvan een deel van de productie geschiedt in licentie, kunnen de verlaagde tarieven genieten onder de volgende voorwaarden : - de productie in licentie mag slechts een minderheidsaandeel vormen van de gehele productie; - het bier dat in licentie wordt vervaardigd moet echter zelf onderworpen worden aan de accijns tegen het normale tarief; - de totale jaarproductie van de brouwerij mag niet meer dan 200.000 hectoliter bedragen.

Art. 7.Vrijstelling van accijns en bijzondere accijns wordt verleend voor bier dat door een particulier is geproduceerd en dat door de producent, de leden van zijn gezin of zijn gasten wordt verbruikt, mits er geen verkoop plaatsvindt.

De Koning bepaalt de wijze van controle op de toepassing van deze vrijstelling. Hij kan deze bevoegdheid aan de Minister van Financiën overdragen. HOOFDSTUK III. - Wijn

Art. 8.§ 1. Onder "niet-mousserende wijn" worden alle producten verstaan van de GN-codes 2204 en 2205, met uitzondering van mousserende wijn als omschreven in § 2 : - met een effectief alcoholvolumegehalte van meer dan 1,2 % vol doch niet meer dan 15 % vol, voor zover de alcohol in het eindproduct volledig door gisting is verkregen; - met een effectief alcoholvolumegehalte van meer dan 15 % vol doch niet meer dan 18 % vol, voor zover zij zonder enige verrijking zijn geproduceerd en de alcohol in het eindproduct volledig door gisting is verkregen. § 2. Onder "mousserende wijn" worden alle producten verstaan van de GN-codes 2204 10, 2204 21 10, 2204 29 10 en 2205 die : - aangeboden worden in flessen met een champignonvormige stop die door draden of banden of anderszins is geborgd, of die een overdruk hebben die teweeggebracht is door koolzuurgas in oplossing, van 3 bar of meer; - een effectief alcoholvolumegehalte hebben van meer dan 1,2 % vol doch niet meer dan 15 % vol, voor zover de alcohol in het eindproduct volledig door gisting is verkregen.

Art. 9.§ 1. De hier te lande voor het verbruik uitgeslagen wijn wordt onderworpen aan een accijns en een bijzondere accijns die als volgt worden vastgesteld per hectoliter eindproduct : - niet-mousserende wijn : accijns : 0 frank; bijzondere accijns : 1.900 frank; - mousserende wijn : accijns : 0 frank; bijzondere accijns : 6.500 frank. § 2. Het te belasten volume wordt uitgedrukt in hectoliter en tot op een liter nauwkeurig, waarbij delen van een liter worden verwaarloosd. § 3. Een accijns van 0 frank en een bijzondere accijns van 600 frank worden geheven op om het even welke niet-mousserende en mousserende wijn met een effectief alcoholvolumegehalte van niet meer dan 8,5 % vol.

Art. 10.Vrijstelling van accijns en bijzondere accijns wordt verleend voor de wijn die door een particulier is geproduceerd en door de producent, de leden van zijn gezin of zijn gasten wordt verbruikt, mits er geen verkoop plaatsvindt.

De Koning bepaalt de wijze van controle op de toepassing van deze vrijstelling. Hij kan deze bevoegdheid aan de Minister van Financiën overdragen. HOOFDSTUK IV. - Andere gegiste dranken dan wijn of bier (andere gegiste dranken)

Art. 11.§ 1. Onder "andere niet-mousserende gegiste dranken" worden verstaan alle niet in artikel 8 genoemde producten van de GN-codes 2204 en 2205 alsmede alle producten van GN-code 2206, met uitzondering van de andere mousserende gegiste dranken als omschreven in § 2 en alle producten die onder artikel 3 vallen : - met een effectief alcoholvolumegehalte van meer dan 1,2 % vol doch niet meer dan 10 % vol; - met een effectief alcoholvolumegehalte van meer dan 10 % vol doch niet meer dan 15 % vol, voor zover de alcohol in het product volledig door gisting is verkregen. § 2. Onder "andere mousserende gegiste dranken" worden verstaan alle producten van GN-code 2206 00 91 alsmede niet in artikel 8 genoemde producten van de GN-codes 2204 10, 2204 21 10, 2204 29 10 en 2205 die : - aangeboden worden in flessen met een champignonvormige stop die door draden of banden of anderszins is geborgd, of die een overdruk hebben die teweeggebracht is door koolzuurgas in oplossing, van 3 bar of meer; - een effectief alcoholvolumegehalte hebben van meer dan 1,2 % vol doch niet meer dan 13 % vol; - een effectief alcoholvolumegehalte hebben van meer dan 13 % vol doch niet meer dan 15 % vol, voor zover de alcohol in het product volledig door gisting is verkregen.

Art. 12.§ 1. De hier te lande voor het verbruik uitgeslagen andere gegiste dranken worden, per hectoliter van het eindproduct, onderworpen aan een accijns en een bijzondere accijns die als volgt worden vastgesteld : - niet-mousserende dranken : accijns : 0 frank; bijzondere accijns : 1.900 frank; - mousserende dranken : accijns : 0 frank; bijzondere accijns : 6.500 frank. § 2. Het te belasten volume wordt uitgedrukt in hectoliter en tot op een liter nauwkeurig, waarbij delen van een liter worden verwaarloosd. § 3. Een accijns van 0 frank en een bijzondere accijns van 600 frank worden geheven op om het even welke andere mousserende of niet-mousserende gegiste dranken met een effectief alcoholvolumegehalte van niet meer dan 8,5 % vol.

Art. 13.Vrijstelling van accijns en bijzondere accijns wordt verleend voor de andere mousserende en niet-mousserende gegiste dranken die door een particulier zijn geproduceerd en door de producent, de leden van zijn gezin of zijn gasten worden verbruikt, mits er geen verkoop plaatsvindt.

De Koning bepaalt de wijze van controle op de toepassing van deze vrijstelling. Hij kan deze bevoegdheid aan de Minister van Financiën overdragen. HOOFDSTUK V. - Tussenproducten

Art. 14.Onder "tussenproducten" worden alle producten verstaan van de GN-codes 2204, 2205 en 2206 met een effectief alcoholvolumegehalte van meer dan 1,2 % vol, doch niet meer dan 22 % vol die niet onder de artikelen 4, 8 en 11 vallen.

Art. 15.§ 1. De hier te lande voor het verbruik uitgeslagen tussenproducten worden onderworpen aan een accijns van 2.700 frank en aan een bijzondere accijns van 1.300 frank per hectoliter van het eindproduct. § 2. De hier te lande voor het verbruik uitgeslagen tussenproducten die een effectief alcoholvolumegehalte hebben van niet meer dan 15 % vol, zijn onderworpen aan een accijns van 1.900 frank en aan een bijzondere accijns van 1.100 frank per hectoliter van het eindproduct. § 3. De hier te lande voor het verbruik uitgeslagen tussenproducten die verpakt zijn in flessen met een champignonvormige stop die door draden of banden of anderszins is geborgd, of een overdruk hebben die teweeggebracht is door koolzuurgas in oplossing, van 3 bar of meer, worden per hectoliter van het eindproduct onderworpen aan een accijns en een bijzondere accijns die als volgt worden vastgesteld : a) tussenproducten bedoeld in paragraaf 1 : - accijns : 2.700 frank; - bijzondere accijns : 3.800 frank; b) tussenproducten bedoeld in paragraaf 2 : - accijns : 1.900 frank; - bijzondere accijns : 4.600 frank. § 4. Het belastbare volume wordt uitgedrukt in hectoliter en tot op een liter nauwkeurig, waarbij delen van een liter worden verwaarloosd. HOOFDSTUK VI. - Ethylalcohol

Art. 16.Onder "ethylalcohol" wordt verstaan : - alle producten van de GN-codes 2207 en 2208 met een effectief alcoholvolumegehalte van meer dan 1,2 % vol, ook wanneer deze producten bestanddeel zijn van een product uit een ander hoofdstuk van de gecombineerde nomenclatuur van het gemeenschappelijk douanetarief van de Europese Gemeenschappen; - producten van de GN-codes 2204, 2205 en 2206 met een effectief alcoholvolumegehalte van meer dan 22 % vol; - gedistilleerde dranken die producten al dan niet in oplossing bevatten.

Art. 17.Hier te lande voor het verbruik uitgeslagen ethylalcohol is onderworpen aan een accijns en een bijzondere accijns, die, per hectoliter absolute alcohol bij een temperatuur van 20 °C, als volgt worden vastgesteld : - accijns : 9.000 frank; - bijzondere accijns : 58.000 frank.

Die rechten worden berekend op grond van het aantal hectoliter absolute alcohol.

Het volume absolute alcohol bij een temperatuur van 20 °C, vervat in een alcoholhoudend product, wordt uitgedrukt in percenten tot op een tiende van een percent nauwkeurig (effectief alcoholvolumegehalte) waarbij delen van een tiende percent worden verwaarloosd. Het volume van de belastbare producten wordt uitgedrukt in hectoliter, liter en tot op een deciliter nauwkeurig, waarbij delen van een deciliter worden verwaarloosd. HOOFDSTUK VII. - Vrijstellingen

Art. 18.De producten bedoeld bij deze wet zijn vrijgesteld van de accijns en de bijzondere accijns : 1° wanneer zij verhandeld worden in de vorm van alcohol die volledig gedenatureerd werd overeenkomstig de procedures van denatureren omschreven in de bijlage bij Verordening (EEG) nr.3199/93 van de Commissie van de Europese Gemeenschappen van 22 november 1993 inzake de wederzijdse erkenning van procedures voor de volledige denaturering van alcohol in verband met de vrijstelling van accijns. Deze vrijstelling is, wat betreft het handelsverkeer van volledig gedenatureerde alcohol, onderworpen aan de bepalingen van de wet van 10 juni 1997 betreffende de algemene regeling voor accijnsproducten, het voorhanden hebben en het verkeer daarvan en de controles daarop; 2° wanneer zij tegelijk zijn gedenatureerd overeenkomstig de voorschriften van een lidstaat van de Europese Unie, en worden aangewend voor de vervaardiging van niet voor menselijke consumptie bestemde producten;3° wanneer zij gebruikt worden voor de vervaardiging van azijn van GN-code 2209;4° wanneer zij worden gebruikt voor de vervaardiging van geneesmiddelen als omschreven in Richtlijn 65/65/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 26 januari 1965 betreffende de aanpassing van de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen inzake farmaceutische specialiteiten;5° wanneer zij gebruikt worden voor de productie van aroma's voor de bereiding van levensmiddelen en niet-alcoholhoudende dranken met een alcoholvolumegehalte van niet meer dan 1,2 % vol;6° wanneer zij rechtstreeks of als bestanddeel van een halffabrikaat worden aangewend voor de productie van levensmiddelen, gevuld of anderszins, waarvan het alcoholgehalte niet meer bedraagt dan 8,5 liter absolute alcohol per 100 kg product voor chocola, en 5 liter absolute alcohol per 100 kg product voor andere producten;7° wanneer zij worden gebruikt : a) als monster voor analyses, voor noodzakelijke productietests of voor wetenschappelijke doeleinden;b) ten behoeve van wetenschappelijk onderzoek;c) voor medische doeleinden in ziekenhuizen en apotheken;d) bij productieprocessen, mits het eindproduct geen alcohol bevat;e) bij de vervaardiging van een bestanddeel dat krachtens deze wet niet aan accijns is onderworpen.

Art. 19.De Koning kan aan de vrijstellingen bedoeld in dit hoofdstuk uitwerking geven door terugbetaling van de reeds betaalde accijns. Hij kan de Minister van Financiën machtigen om de formaliteiten toepasselijk op die terugbetaling vast te stellen.

Teneinde de deugdelijke en rechtstreekse toepassing van de vrijstellingen bedoeld in artikel 18 te waarborgen en fraude, ontwijking of misbruik te voorkomen, kan de Minister van Financiën voorschrijven dat de alcohol moet worden gedenatureerd met door hem vastgestelde denatureringsmiddelen en dat bepaalde aanwendingen met accijnsvrijstelling moeten plaatshebben in een belastingentrepot in de zin van de wet van 10 juni 1997 betreffende de algemene regeling voor accijnsproducten, het voorhanden hebben en het verkeer daarvan en de controles daarop.

Art. 20.§ 1. Bij misbruik of poging tot misbruik kan de Minister van Financiën de vrijstelling intrekken. § 2. Misbruik is : 1° het verrichten van handelingen die een inbreuk vormen op deze wet of op de ter uitvoering ervan genomen besluiten;2° het niet nakomen van de voorwaarden en de verplichtingen vastgesteld krachtens dit hoofdstuk of krachtens de ter uitvoering ervan genomen besluiten. § 3. De intrekking van de vrijstelling is van toepassing op de accijnsproducten die, op het ogenblik van de intrekking, niet de bestemming hebben gekregen waarvoor de vrijstelling werd verleend. § 4. De Minister van Financiën kan een nieuwe vrijstelling weigeren aan degene, ten laste van wie een vrijstelling is ingetrokken wegens misbruik of poging daartoe.

Art. 21.Het is verboden : 1° onjuiste of onvolledige gegevens te verstrekken waardoor een vrijstelling zou worden verleend, zonder dat men daarop recht zou hebben;2° aan de accijnsproducten een andere bestemming te geven dan waarvoor de vrijstelling is verleend. HOOFDSTUK VIII. - Algemene en strafbepalingen

Art. 22.De producten bedoeld in deze wet kunnen buiten een belastingentrepot worden vervaardigd uit alcoholhoudende bestanddelen die onder schorsing van accijnzen worden gehouden, voor zover de accijns op de bestanddelen al van tevoren is betaald en de totale accijns op de samenstellende alcoholhoudende producten niet minder bedraagt dan de accijns op het mengproduct.

Art. 23.De Koning stelt bijzondere maatregelen vast om de inning van de accijns en de bijzondere accijns vastgesteld bij deze wet te verzekeren en om de bewaking te regelen van de inrichtingen en van de handelszaken waar producten die onder de toepassing van deze wet vallen worden vervaardigd, verwerkt, behandeld, voorhanden gehouden of verkocht.

Daartoe kan hij inzonderheid : 1° aan de handelaars het houden van magazijnregisters opleggen volgens de door hem vastgestelde modellen;2° voorschrijven dat de recipiënten moeten bekleed zijn met fiscale controlekentekens welke door de Administratie der douane en accijnzen verstrekt worden tegen betaling van een met accijnzen gelijkgestelde taks waarvan het bedrag door hem wordt bepaald op grond van hun kostprijs;3° voorschrijven dat het vervoer en het bezit van producten bedoeld in artikel 16 door personen die als fabrikant van of handelaar in deze producten optreden, moet gedekt zijn door een bescheid overeenkomstig het door de Minister van Financiën vastgesteld model;4° de ambtenaren der douane en accijnzen machtigen kosteloos monsters te nemen van alle buiten een belastingentrepot vervaardigde producten ingevolge de artikelen 7, 10, 13 en 22.

Art. 24.§ 1. Elke bezitter of houder van een brouwerij, van een fabriek van wijn, andere gegiste dranken of tussenproducten of van een stokerij, die niet in werking zijn, alsmede elke bezitter of houder van toestellen of gereedschappen om te stoken of van een stel toestellen die samen kunnen dienen voor de vervaardiging van bier, van wijn, van andere gegiste dranken of van tussenproducten, is gehouden hiervan aangifte te doen bij de Administratie der douane en accijnzen in de vorm en op de wijze bepaald door de Minister van Financiën. § 2. Van die verplichting worden ontslagen : 1° de constructeurs, ambachtslieden of handelsvertegenwoordigers die beroepshalve de onder § 1 bedoelde toestellen of gereedschappen verkopen, vervaardigen of herstellen voor zover deze niet derwijze zijn opgesteld dat zij rechtstreeks voor de vervaardiging van de in deze wet bedoelde producten kunnen worden gebruikt;2° fabrikanten van farmaceutische producten en scheikundigen, voor zover de totale inhoud van de toestellen en gereedschappen geen 50 liter overtreft en zij niet gebruikt worden om alcohol of alcoholhoudende dranken te vervaardigen. § 3. De houders van in § 1 bedoelde toestellen en gereedschappen mogen deze niet verkopen, verhuren, uitlenen of afstaan aan andere personen zonder er aangifte van te doen bij de Administratie der douane en accijnzen op de wijze bepaald door de Minister van Financiën. § 4. De in § 2, 1°, bedoelde personen houden een register waarin de verkoop en de verhuring van toestellen en gereedschappen worden ingeschreven, met aanduiding van de naam en het adres van de natuurlijke persoon of rechtspersoon voor wie zij bestemd zijn. Zij moeten dit register en hun facturen en andere comptabele stukken bij elke vordering van de ambtenaren der douane en accijnzen vertonen met inachtneming van het bepaalde in artikel 207 van de algemene wet inzake douane en accijnzen, gecoördineerd op 18 juli 1977. § 5. De Minister van Financiën is gemachtigd andere maatregelen voor te schrijven die nodig worden geacht om het sluiks gebruik van de in § 1 bedoelde toestellen en gereedschappen te beletten.

Hij kan inzonderheid de verzegeling voorschrijven, op kosten van de administratie, van de toestellen en gereedschappen van een niet in werking zijnde fabriek van bij deze wet bedoelde accijnsproducten. In dit geval moet de houder de onder zegel geplaatste toestellen en gereedschappen bij elke vordering van de ambtenaren der douane en accijnzen vertonen. § 6. De Minister van Financiën stelt de controlemaatregelen vast inzake de fabricagewerkzaamheden in inrichtingen waar niet-alcoholhoudende essences door distillatie worden gewonnen uit planten, bloemen of vruchten.

Art. 25.In afwijking van artikel 197 van de algemene wet inzake douane en accijnzen, mag de visitatie in de panden en erven van particulieren met machtiging van de rechter in de politierechtbank plaats hebben op elk uur van de dag en de nacht in geval van vermoeden van geheime vervaardiging van ethylalcohol.

Indien de ambtenaren tijdens een dergelijke visitatie een clandestiene buis of clandestien toestel ontdekken, dan mogen zij in de naburige gebouwen het vat zoeken waarin die buis of dat toestel uitkomen.

Wanneer dat onderzoek zonder uitslag blijft, wordt de veroorzaakte schade op kosten van de Schatkist hersteld.

Art. 26.Met de tegen de daders van het strafbare feit gestelde straffen zijn strafbaar : 1° de constructeurs van wie bewezen wordt dat zij wetens en willens een stokerij of een overhaalfabriek waar ethylalcohol wordt vervaardigd, derwijze hebben ingericht of gewijzigd dat fraude ermee mogelijk was;2° de eigenaars of huurders van de door hen bewoonde gebouwen waarin de fraude inzake ethylalcohol wordt gepleegd, tenzij bewezen wordt dat ze de fraude niet hebben kunnen beletten en aanklagen.

Art. 27.Onverminderd de toepassing van artikel 28 wordt elke overtreding van het bepaalde in deze wet waardoor de invorderbaarheid van de bij de artikelen 5, 9, 12, 15 en 17 vastgestelde accijnzen en bijzondere accijnzen ontstaat, gestraft met een geldboete van tienmaal de ontdoken accijnzen, die minimaal 10.000 frank bedraagt.

In geval van herhaling wordt de boete verdubbeld. Ongeacht de vorenvermelde straffen worden de goederen waarop de accijns verschuldigd is, de bij het strafbare feit gebruikte vervoermiddelen, alsmede alle voorwerpen die bij de overtreding gediend hebben of ervoor bestemd waren, in beslag genomen en verbeurd verklaard.

Bovendien worden de overtreders gestraft met een gevangenisstraf van vier maanden tot een jaar : 1° wanneer de producten bedoeld in de artikelen 4, 8, 11, 14 en 16 vervaardigd worden zonder voorafgaande aangifte of onttrokken worden aan de debitering welke voorgeschreven is om voor de heffing van de rechten te zorgen;2° wanneer het bedrog gepleegd wordt in een geheime inrichting, hetzij in een regelmatig gevestigde fabriek doch elders dan in de aangegeven lokalen.

Art. 28.Alle vervoer of bezit van producten bedoeld in artikel 16 dat niet gedekt is door het door de Minister van Financiën voorgeschreven bescheid, brengt de toepassing mee van de artikelen 220 tot 224, 227, 229 en 248 van de algemene wet inzake douane en accijnzen.

Art. 29.Iedere overtreding van de bepalingen van deze wet of van de maatregelen getroffen ter uitvoering ervan die niet gestraft wordt overeenkomstig de artikelen 27 en 28, wordt gestraft met een geldboete van 25.000 tot 125.000 frank.

Art. 30.Onverminderd de in de artikelen 27, 28 en 29 bepaalde straffen zijn de ontdoken accijnzen steeds opvorderbaar.

Art. 31.De bepalingen van de algemene wet inzake douane en accijnzen zijn van toepassing op de accijns en de bijzondere accijns vastgesteld door deze wet. HOOFDSTUK IX. - Bekrachtiging en opheffingen

Art. 32.Het koninklijk besluit van 29 december 1992 betreffende de structuur en de accijnstarieven op alcohol en alcoholhoudende dranken, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 21 januari 1994, 27 september 1996 en 28 oktober 1996, wordt bekrachtigd voor de periode dat het uitwerking had.

Art. 33.Opgeheven worden : 1° de wet van 12 februari 1937 tot wijziging van het fiscaal regime van gegiste schuimdranken, gewijzigd bij de wetten van 5 januari 1976, 6 juli 1978, 22 december 1989 en 28 juli 1992;2° de wet van 15 juli 1938 betreffende het accijnsstelsel van gegiste vruchtendranken, gewijzigd bij de wetten van 5 januari 1976, 6 juli 1978 en 22 december 1989;3° de wet van 11 mei 1967 betreffende het accijnsregime van bier, gewijzigd bij de wetten van 16 juni 1973, 6 juli 1978, 22 december 1989 en 20 juli 1990;4° de wet betreffende het accijnsregime van alcohol, gecoördineerd op 12 juli 1978, gewijzigd bij de wetten van 21 mei 1985 en 22 december 1989;5° het koninklijk besluit van 29 december 1992 betreffende de structuur en de accijnstarieven op alcohol en alcoholhoudende dranken, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 21 januari 1994, 27 september 1996 en 28 oktober 1996. Kondigen deze wet af, bevelen dat zij met 's Lands zegel zal worden bekleed en door het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.

Gegeven te Brussel, 7 januari 1998.

ALBERT Van Koningswege : De Vice-Eerste Minister en Minister van Financiën en van Buitenlandse Handel, Ph. MAYSTADT Met 's Lands zegel gezegeld : De Minister van Justitie, S. DE CLERCK Voor de raadpleging van de voetnoot, zie beeld

^