Etaamb.openjustice.be
Decreet van 06 juli 2001
gepubliceerd op 31 oktober 2001

Decreet houdende de intergemeentelijke samenwerking

bron
ministerie van de vlaamse gemeenschap
numac
2001035984
pub.
31/10/2001
prom.
06/07/2001
ELI
eli/decreet/2001/07/06/2001035984/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

6 JULI 2001. - Decreet houdende de intergemeentelijke samenwerking (1)


Het Vlaams Parlement heeft aangenomen en Wij, Regering, bekrachtigen hetgeen volgt : Ontwerp van decreet houdende de intergemeentelijke samenwerking HOOFDSTUK I. - Algemene bepalingen

Artikel 1.Dit decreet regelt een gewestaangelegenheid.

Art. 2.§ 1. De hierna volgende bepalingen gelden voor alle samenwerkingsverbanden van gemeenten waarvan het gehele ambtsgebied binnen de grenzen van het Vlaamse Gewest valt. § 2. In dit decreet wordt verstaan onder : 1°toezichthoudende overheid : de commissaris van de regering, bedoeld in artikel 71; 2° het decreet van 28 april 1993 : het decreet van 28 april 1993 houdende regeling, voor het Vlaamse Gewest, van het administratief toezicht op de gemeenten.

Art. 3.Met het oog op de gemeenschappelijke behartiging van doelstellingen van gemeentelijk belang kunnen twee of meer gemeenten, onder de voorwaarden bepaald in dit decreet, samenwerkingsverbanden tot stand brengen met of zonder rechtspersoonlijkheid, met of zonder beheersoverdracht.

Art. 4.Overeenkomstig de terzake geldende conventies en internationale overeenkomsten, kunnen de gemeenten en de door hen krachtens dit decreet gevormde samenwerkingsverbanden deelnemen in rechtspersonen van publiek recht die ingevolge deze deelneming de staatsgrenzen overschrijden, ongeacht het rechtsstelsel waaraan deze rechtspersonen onderworpen zijn.

Rechtspersonen, onderworpen aan een buitenlands rechtsstelsel, kunnen deelnemen in een samenwerkingsverband overeenkomstig dit decreet indien zij daartoe door hun eigen recht gemachtigd zijn.

Art. 5.Voor de berekening van alle termijnen vormt de dag die volgt op die van de ontvangst van het document de aanvangsdatum. HOOFDSTUK II. - Samenwerkingsverbanden zonder rechtspersoonlijkheid

Art. 6.Twee of meer gemeenten kunnen een samenwerkingsverband zonder rechtspersoonlijkheid vormen om, zonder beheersoverdracht, een welbepaald project van gemeentelijk belang te verwezenlijken.

Onverminderd andersluidende decretale bepalingen kunnen andere rechtspersonen van publiek recht en privaat recht hieraan deelnemen.

Deze samenwerkingsverbanden heten interlokale verenigingen en ze voegen deze term steeds toe aan hun naam.

Art. 7.Het samenwerkingsverband is gegrond op een overeenkomst met statutaire draagkracht die bepalingen bevat omtrent de duurtijd en de eventuele verlenging, de opzegmogelijkheid, de eventuele inbreng van de deelnemers en de wijze waarop deze inbreng wordt beheerd, de interne organisatie, de wederzijdse rechten en verplichtingen en de financiële repercussies, de informatieverstrekking aan de deelnemers en de jaarlijkse evaluatie door de gemeenteraden, de opmaak van de rekeningen en de bestemming van het resultaat, de financiële controle, de vereffening.

Art. 8.De overeenkomst kan bepalen dat een van de deelnemende gemeenten aangesteld wordt als beherende gemeente waar de zetel gevestigd wordt en die de interlokale vereniging vertegenwoordigt. De beherende gemeente kan eigen personeel inzetten ten behoeve van het samenwerkingsverband overeenkomstig de voorwaarden, bepaald in de overeenkomst en onder voorbehoud dat de rechten van dit personeel geëerbiedigd worden.

Art. 9.Een beheerscomité dat samengesteld is uit minstens één afgevaardigde van elke deelnemer, voor de gemeenten aangewezen onder de gemeenteraadsleden, de burgemeester of de schepenen, overlegt over de wijze waarop de overeenkomst wordt uitgevoerd. Het formuleert waar nodig adviezen ten behoeve van de beherende gemeente, stelt de rekeningen van de interlokale vereniging vast en legt ze ter goedkeuring voor aan de raden van de deelnemende gemeenten, waarvan de gewone meerderheid de goedkeuring verleent.

De organisatie van zijn werkzaamheden legt het beheerscomité vast in een huishoudelijk reglement dat gevoegd wordt bij de overeenkomst zonder er deel van uit te maken.

Uitgezonderd de personen die het ambt van burgemeester of schepen waarnemen, ontvangen de leden van het beheerscomité per bijgewoonde vergadering een presentiegeld dat gelijk is aan het hoogste bedrag dat uitkeerbaar is aan een gemeenteraadslid voor een gemeenteraadszitting in een van de deelnemende gemeenten. HOOFDSTUK III. - Samenwerkingsverbanden met rechtspersoonlijkheid Afdeling 1. - Principes

Art. 10.Twee of meer gemeenten kunnen een samenwerkingsverband met rechtspersoonlijkheid tot stand brengen om doelstellingen te verwezenlijken die behoren tot een of meer inhoudelijk samenhangende beleidsdomeinen. Onverminderd andersluidende decretale bepalingen kunnen hieraan naast gemeenten en provincies uitsluitend deelnemen autonome gemeentebedrijven, openbare centra voor maatschappelijk welzijn en hun verenigingen, in zoverre die uitsluitend uit openbare rechtspersonen bestaan, en andere samenwerkingsverbanden, opgericht volgens de bepalingen van dit decreet.

De zetel van het samenwerkingsverband met rechtspersoonlijkheid is steeds gevestigd op het grondgebied van een deelnemende gemeente in een gebouw dat hemzelf of een deelnemende gemeente toebehoort.

Art. 11.Het samenwerkingsverband met rechtspersoonlijkheid is een publiekrechtelijke rechtspersoon met een rechtsvorm waarvan de kenmerken vastgesteld zijn krachtens de bepalingen van dit decreet.

Ongeacht haar doelstellingen hebben haar verbintenissen geen handelskarakter.

Voor al wat niet uitdrukkelijk geregeld is door dit decreet, zijn op het samenwerkingsverband met rechtspersoonlijkheid de bepalingen van toepassing van het wetboek voor de vennootschappen die gelden voor de vennootschapsvorm van de coöperatieve vennootschap met beperkte aansprakelijkheid.

Art. 12.§ 1. De gemeenten beslissen over de beheersoverdracht overeenkomstig de statuten van het samenwerkingsverband.

Onder beheersoverdracht wordt verstaan het toevertrouwen door de deelnemende gemeenten aan het samenwerkingsverband van de uitvoering van door hen genomen beslissingen in het kader van zijn doelstellingen, in die zin dat de deelnemende gemeenten zich het recht ontzeggen zelfstandig of samen met derden dezelfde opdracht uit te voeren. § 2. Er bestaan drie vormen van een samenwerkingsverband met rechtspersoonlijkheid : 1° projectvereniging : een samenwerkingsverband zonder beheersoverdracht dat tot doel heeft een duidelijk omschreven project te plannen, uit te voeren en te controleren;2° dienstverlenende vereniging : een samenwerkingsverband zonder beheersoverdracht dat tot doel heeft een duidelijk omschreven ondersteunende dienst te verlenen aan de deelnemende gemeenten, eventueel voor verschillende beleidsdomeinen;3° opdrachthoudende vereniging : een samenwerkingsverband met beheersoverdracht waaraan de deelnemende gemeenten de uitvoering van een of meer duidelijk omschreven bevoegdheden met betrekking tot een of meer functioneel samenhangende beleidsdomeinen toevertrouwen. Afdeling 2. - Projectvereniging

Art. 13.De projectvereniging wordt opgericht voor een periode van ten hoogste zes jaar ingevolge daartoe strekkende gemeenteraadsbeslissingen die genomen worden binnen een tijdsbestek van twee maanden.

Tijdens de bij de oprichting van een projectvereniging vastgestelde duur, is geen uittreding mogelijk.

De projectvereniging kan opeenvolgende keren verlengd worden voor een termijn die telkens niet langer mag zijn dan zes jaar, ingevolge de voor het verstrijken van de termijn door de deelnemende gemeenten genomen beslissingen ten gunste van de verlenging. Bij gebrek aan instemming van alle betrokken gemeenten of bij het uitblijven van een of meer beslissingen, wordt de projectvereniging ontbonden. De statuten bepalen de wijze van vereffening.

Projectverenigingen kunnen niet worden opgericht in de loop van het jaar waarin verkiezingen voor een algehele vernieuwing van de gemeenteraden worden georganiseerd.

Art. 14.De projectvereniging wordt opgericht bij akte, verleden voor de burgemeester van de gemeente waar de zetel gevestigd wordt.

Onverminderd de wettelijke bepalingen met betrekking tot de inbreng van onroerende goederen verkrijgt de oprichtingsakte geldigheid op de datum van haar dagtekening door de ondertekening van alle aan de oprichting deelnemende gemeenten en andere rechtspersonen.

De oprichtingsakte omvat de statuten en wordt binnen een termijn van dertig kalenderdagen na haar dagtekening ter informatie aan de toezichthoudende overheid voorgelegd. De oprichtingsakte wordt integraal bekendgemaakt in de bijlagen bij het Belgisch Staatsblad en wordt ter inzage van eenieder terzelfder tijd neergelegd in de zetel van de projectvereniging.

Art. 15.De wijzigingen in de statuten en de aanvaarding van toetreding behoeven de instemming van de deelnemende gemeenten, overeenkomstig de procedure die in de statuten is bepaald.

Art. 16.De projectvereniging beschikt uitsluitend over een raad van bestuur.

De deelnemers benoemen rechtstreeks de leden van de raad van bestuur.

Voor de gemeenten kunnen uitsluitend gemeenteraadsleden, burgemeesters of schepenen dit mandaat vervullen.

Het voorzitterschap wordt steeds toevertrouwd aan een door een gemeente aangewezen bestuurder.

De raad van bestuur, waarin alle deelnemende gemeenten vertegenwoordigd zijn en waarin iedere bestuurder beschikt over één stem, heeft uitsluitend de bevoegdheid tot het nemen van beslissingen die hun expliciet door de deelnemers zijn opgedragen. De raad van bestuur is in elk geval bevoegd voor het personeelsbeleid.

Aan de vergaderingen van de raad van bestuur wordt deelgenomen door een door iedere aangesloten gemeente aangeduide afgevaardigde, als lid met raadgevende stem. Deze afgevaardigden zijn steeds raadsleden in de betrokken gemeenten, verkozen op een lijst waarvan geen enkele verkozene deel uitmaakt van het college van burgemeester en schepenen of aangesteld is als voorzitter van het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn.

De werkingsmodaliteiten van de raad van bestuur worden vastgesteld in een bij de statuten gevoegd huishoudelijk reglement dat gewijzigd kan worden bij eenvoudige beslissing van de raad van bestuur. De afgevaardigden bedoeld in het vorige lid van dit artikel, tellen niet mee voor de berekening van een eventueel aanwezigheidsquorum.

De controletaak op de financiële toestand wordt toevertrouwd aan een accountant benoemd door de raad van bestuur.

De raad van bestuur stelt de jaarrekeningen vast en legt ze, samen met een activiteitenverslag en het verslag van de accountant, voor aan de deelnemers die hun goedkeuring verlenen overeenkomstig de procedure bepaald in de statuten.

Art. 17.Onverminderd andere wettelijke of decretale bepalingen die van toepassing zijn op de bestuurders, bestaat er onverenigbaarheid tussen hun mandaat enerzijds en de ambten, functies of mandaten opgesomd in artikel 48 van dit decreet.

De bestuurders zijn niet persoonlijk gebonden door de verbintenissen van de projectvereniging. Zij zijn overeenkomstig het gemeen recht verantwoordelijk voor de vervulling van de hun opgedragen taak en aansprakelijk zonder hoofdelijkheid voor de tekortkomingen in de normale uitoefening van hun bestuur.

Op de bestuurders zijn de onverenigbaarheden van toepassing bepaald in artikel 51 van dit decreet.

Art. 18.De vergaderingen van de raad van bestuur zijn niet openbaar.

De gedetailleerde notulen met bijgevoegd het stemgedrag van de individuele leden en alle documenten waar in de notulen naar verwezen wordt, liggen ter inzage van de gemeenteraadsleden op het secretariaat van de aangesloten gemeenten en desgevallend van de provincieraadsleden van de aangesloten provincies op de griffie van het provinciehuis, onverminderd de decretale bepalingen inzake de openbaarheid van bestuur.

Art. 19.De duur en de wijze van beëindiging van het mandaat van bestuurder worden statutair bepaald. Alle bestuurders zijn van rechtswege ontslagnemend bij verlies van hun openbaar mandaat, uitgezonderd in geval van algehele vernieuwing van de gemeenteraden en provincieraden. In voorkomend geval duiden de deelnemende gemeenten en provincies in de loop van de maand januari volgend op het jaar van de verkiezingen tot algehele vernieuwing van de gemeenteraden, de nieuwe bestuurders aan. Zij treden aan op 1 februari daaropvolgend. De gebeurlijke aanduiding van bestuurders door de andere deelnemers gebeurt dan in de loop van de maand volgend op de installatie van hun eigen raden.

Art. 20.Om geldig te beraadslagen en te beslissen is een aanwezigheidsquorum vastgesteld op de gewone meerderheid van het aantal bestuurders, zowel in het geheel als in de groep van de door de gemeenten benoemde bestuurders. Van dit aanwezigheidsquorum kan statutair worden afgeweken voor een tweede vergadering die volgt op een onvoldoende samengestelde eerdere vergadering, en voorzover het gaat om punten die voor de tweede maal op de agenda voorkomen.

Deze bepaling geldt niet voor de voorstellen tot statutenwijziging en aanvaarding van toetredingen.

De voor de beslissingen vereiste meerderheid is steeds de gewone meerderheid die bereikt moet worden zowel in het geheel als in de groep van de door de gemeenten benoemde bestuurders.

Art. 21.De leden van de raad van bestuur kunnen per bijgewoonde vergadering een presentiegeld ontvangen dat ten hoogste gelijk is aan het hoogste bedrag dat uitkeerbaar is aan een gemeenteraadslid voor een gemeenteraadszitting in één van de deelnemende gemeenten.

Art. 22.Er is geen verplichting tot de vorming van een maatschappelijk kapitaal.

Indien dit wel statutair is vastgelegd, wordt het vast kapitaal bij de oprichting door de deelnemers volledig in speciën volstort.

De deelneming van één of meer provincies samen mag niet meer bedragen dan 20 % van het totale maatschappelijk kapitaal.

Het kapitaal wordt niet geïndexeerd en wordt vertegenwoordigd door aandelen waarvan de waarde en de rechten statutair zijn bepaald.

Immateriële inbrengen ter vertegenwoordiging van vermogensbestanddelen die niet naar economische maatstaven kunnen worden gewaardeerd, en inbrengen in natura, worden gewaardeerd op grond van een verslag van de accountant en worden vertegenwoordigd door respectievelijk winstbewijzen en aandelen waarvan de waarde en de rechten statutair zijn bepaald.

De deelnemers kunnen uitsluitend worden vergoed voor hun inbreng en zijn slechts aansprakelijk ten belope van hun inbreng.

Aan de statuten wordt een register gehecht waarop iedere deelnemer is vermeld met aanduiding van de aandelen en winstbewijzen die hem zijn toegekend.

Art. 23.De boekhouding wordt gevoerd overeenkomstig de wetgeving op de boekhouding van de ondernemingen en met naleving van de richtlijnen die de overheid uitvaardigt met betrekking tot de boekhoudkundige verrichtingen.

De jaarrekeningen worden na hun goedkeuring overeenkomstig de procedure, bepaald in de statuten, door toedoen van de raad van bestuur neergelegd bij Nationale Bank van België.

Art. 24.De projectvereniging kan door de Vlaamse regering gemachtigd worden om in eigen naam en voor eigen rekening tot onteigening over te gaan. Afdeling 3. - Dienstverlenende en opdrachthoudende verenigingen

Subafdeling 1. - Voorbereidende fase

Art. 25.De gemeenten die de oprichting van een dienstverlenende of een opdrachthoudende vereniging overwegen, beslissen via hun gemeenteraad vooraf een overlegorgaan op te richten om de samenwerkingsmogelijkheden en -voorwaarden te bestuderen voor één of meer welbepaalde beleidsdomeinen. Terzelfder tijd wijzen ze een lid van het college van burgemeester en schepenen aan die zitting zal hebben in het overlegorgaan en leggen ze eventueel een begrotingskrediet vast om de voorbereidende fase te financieren.

Uitsluitend gemeenten maken deel uit van het overlegorgaan. Dat overlegorgaan bezit geen rechtspersoonlijkheid en kan geen verbintenissen aangaan ten laste van de op te richten dienstverlenende of opdrachthoudende vereniging.

De openbare centra voor maatschappelijk welzijn en de provincies kunnen een door hun respectieve raden aangewezen waarnemer de vergaderingen van het overlegorgaan laten bijwonen, indien de doelstelling mede tot hun belangensfeer behoort.

Art. 26.Het overlegorgaan organiseert autonoom zijn werkzaamheden.

Behoudens wat bepaald is in artikel 31 van dit decreet beschikt het overlegorgaan over een periode van maximaal één jaar, ingaand op zijn installatievergadering, om zijn studieopdracht te vervullen.

Indien het resultaat van de studieopdracht positief is ten opzichte van de mogelijke oprichting van een dienstverlenende of opdrachthoudende vereniging, stelt het overlegorgaan aan de deelnemende gemeenten een bundel ter beschikking waarin de volgende documenten opgenomen zijn : -een grondige motiveringsnota; - een bestuursplan met een omschrijving van de maatschappelijke opdrachten en de daaraan verbonden wijze van dienstverlening, en met een beschrijving van de bestuurlijke organisatie van de dienstverlenende of opdrachthoudende vereniging; - een ondernemingsplan voor een periode van zes jaar, met een omschrijving van de bedrijfsopdrachten, de financiële structuur en de in te zetten middelen, en de controlemogelijkheden op de uitvoering; - een ontwerp van statuten.

Deze documenten vormen de basis van de uitwerking van het samenwerkingsconcept.

Art. 27.De gemeenten zijn niet gebonden door hun deelneming in het overlegorgaan. Ze spreken zich uit over de documenten die hun worden voorgelegd. Ofwel beslissen ze af te zien van deelneming aan de eventuele oprichting van een dienstverlenende of opdrachthoudende vereniging, ofwel gaan ze akkoord met het voorstel, al of niet op voorwaarde dat wijzigingen aan dat voorstel worden aangebracht.

De beslissingen van de gemeenten worden voorgelegd aan het overlegorgaan, dat daarover in consensus beslist. De vertegenwoordigers van de afhakende gemeenten nemen niet deel aan deze besluitvorming.

Het definitieve voorstel wordt aan de overblijvende gemeenten voorgelegd. De gemeenten kunnen het voorstel enkel goedkeuren of afkeuren.

De gemeenteraadsbeslissingen houdende de oprichting van een overlegorgaan en betreffende de voorstellen van het overlegorgaan worden ter informatie meegedeeld aan de toezichthoudende overheid.

Subafdeling 2. - Oprichting, toetreding, duur, verlenging, ontbinding

Art. 28.De gemeenten die krachtens artikel 27 van dit decreet hun instemming hebben betuigd met het definitieve voorstel van het overlegorgaan kunnen, zonder daartoe verplicht te zijn, uiterlijk binnen drie maanden die volgen op de laatste beslissing tot goedkeuring, en rekening houdend met wat bepaald is in artikel 31 van dit decreet, een dienstverlenende of opdrachthoudende vereniging oprichten.

Het oprichtingsdossier omvat alle daartoe strekkende gemeenteraadsbeslissingen, evenals de bijbehorende documenten waaronder het bestuursplan en het ondernemingsplan; het wordt gevoegd bij de oprichtingsakte.

Art. 29.Onverminderd het bepaalde in artikel 4, tweede lid, en onverminderd andersluidende decretale bepalingen, kunnen aan een dienstverlenende of opdrachthoudende vereniging uitsluitend gemeenten en andere openbare besturen zoals bepaald in artikel 10 van dit decreet deelnemen.

Indien aan de oprichting van de dienstverlenende of opdrachthoudende vereniging wordt deelgenomen door een of meer in het voorgaande lid bedoelde andere openbare besturen, omvat het oprichtingsdossier de beslissing van het orgaan dat daartoe bevoegd is. Voor een deelnemende dienstverlenende of opdrachthoudende vereniging is dat steeds de algemene vergadering. Voor een deelnemende projectvereniging is dat de raad van bestuur. Voor de provincies en openbare centra voor maatschappelijk welzijn zijn dat hun respectieve raden.

Art. 30.De oprichting van de dienstverlenende of opdrachthoudende vereniging geschiedt bij akte, verleden voor de burgemeester van de gemeente waar de zetel gevestigd wordt. Onverminderd de wettelijke bepalingen met betrekking tot de inbreng van onroerende goederen, en het administratief goedkeuringstoezicht, verkrijgt de oprichtingsakte geldigheid op de datum van haar dagtekening door de ondertekening door de vertegenwoordigers van alle aan de oprichting deelnemende gemeenten en andere rechtspersonen. Ingevolge deze oprichting wordt het overlegorgaan ambtshalve ontbonden.

De oprichtingsakte omvat de statuten en alle eventuele bijlagen en wordt binnen een termijn van dertig kalenderdagen na haar dagtekening aan de toezichthoudende overheid voorgelegd. Ze wordt goedgekeurd door de Vlaamse regering binnen een termijn van zestig kalenderdagen na haar ontvangst door de toezichthoudende overheid. Verstrijkt deze termijn zonder dat de Vlaamse regering een beslissing heeft genomen en verstuurd aan alle betrokken gemeenteoverheden, dan wordt de goedkeuring geacht te zijn verleend.

De goedgekeurde oprichtingsakte wordt integraal bekendgemaakt in de bijlagen bij het Belgisch Staatsblad en wordt, samen met het volledige oprichtingsdossier, ter inzage van eenieder gelijktijdig neergelegd in de zetel van de dienstverlenende of opdrachthoudende vereniging en bij de toezichthoudende overheid. Afschriften van de oprichtingsakte liggen ter inzage op de secretarie in de gemeentehuizen van alle deelnemende gemeenten.

Art. 31.De dienstverlenende of opdrachthoudende verenigingen kunnen niet worden opgericht in de loop van het jaar waarin verkiezingen voor een algehele vernieuwing van de gemeenteraden worden georganiseerd. De oprichting vindt in voorkomend geval plaats in de loop van de zes daaropvolgende maanden en het overlegorgaan blijft zolang in functie.

Zijn leden verliezen van rechtswege hun mandaat en hun vervangers worden aangewezen op de eerste raadszitting die volgt op de installatievergadering van de nieuwe gemeenteraad.

Art. 32.De toetreding van een gemeente of van een provincie tot of de uitbreiding van hun aansluiting bij een dienstverlenende of opdrachthoudende vereniging, is afhankelijk van een daartoe strekkende beslissing van de gemeenteraad of de provincieraad op basis van een onderzoek, eventueel vergelijkend in de mate dat er zich verschillende beheersvormen reëel aanbieden.

De toetredingsbeslissing van een dienstverlenende of opdrachthoudende vereniging wordt genomen door de algemene vergadering. De toetredingsbeslissing van een projectvereniging wordt genomen door de raad van bestuur.

Alle toetredingen worden aanvaard door de algemene vergadering van de dienstverlenende of opdrachthoudende vereniging.

Art. 33.De verbodsbepaling van artikel 31 van dit decreet inzake de periode van oprichting van een dienstverlenende of opdrachthoudende vereniging geldt voor iedere toetredingsbeslissing op grond van het voorgaande artikel.

Aan een toetreding of uitbreiding van aansluiting kan geen terugwerkende kracht worden verleend.

Art. 34.Tijdens de bij de oprichting van een dienstverlenende of opdrachthoudende vereniging vastgestelde duur die, behoudens wat bepaald is in artikel 36 van dit decreet, achttien jaar niet mag overschrijden, is geen uittreding mogelijk.

Een deelnemer kan door de algemene vergadering worden uitgesloten op de wijze die wordt bepaald in de statuten wegens behoorlijk vastgestelde niet-naleving der verbintenissen ten opzichte van de dienstverlenende of opdrachthoudende vereniging.

Art. 35.Na afloop van de statutair bepaalde duur kan de dienstverlenende of opdrachthoudende vereniging opeenvolgende keren verlengd worden voor een termijn die telkens niet langer mag zijn dan achttien jaar.

Op verzoek van de gewone meerderheid van het totale aantal deelnemers en op voorwaarde dat dit verzoek gedragen wordt door een drievierde meerderheid van het aantal deelnemende gemeenten, kan de laatste algemene vergadering die het verstrijken van de duur voorafgaat, tot de verlenging beslissen met een drievierde meerderheid van het aantal stemmen. De daartoe strekkende gemeenteraadsbeslissingen worden bij het verslag van de algemene vergadering gevoegd en zijn gebaseerd op een onderzoek, eventueel vergelijkend in de mate er zich verschillende beheersvormen reëel aanbieden.

Uiterlijk negentig kalenderdagen voor de algemene vergadering die beslist over de verlenging wordt de agenda door de raad van bestuur aan alle deelnemers toegezonden.

De deelnemers die niet wensen te verlengen kunnen daartoe niet verplicht worden en houden op deel uit te maken van de dienstverlenende of opdrachthoudende vereniging op het einde van het jaar waarin tot de verlenging door de algemene vergadering is beslist.

Vooraf leggen zij hun daartoe strekkende beslissing voor die wordt gevoegd bij het verslag van de algemene vergadering. Ze moeten de door hen aangegane contractuele verbintenissen naleven, maar zijn voor het overige geen schadevergoeding verschuldigd. De voorlaatste en de laatste leden van artikel 37 van dit decreet zijn op hen van toepassing.

Deelnemers die nalaten over de verlenging te beslissen of hun beslissing mee te delen, worden geacht verder deel uit te maken van de dienstverlenende of opdrachthoudende vereniging.

Art. 36.Indien de duur van een dienstverlenende of opdrachthoudende vereniging verstrijkt in de loop van het jaar waarin de verkiezingen voor een algehele vernieuwing van de gemeenteraden worden georganiseerd, wordt over de verlenging pas beslist in het daaropvolgende jaar, zowel door de betrokken gemeenteraden als door de eerste algemene vergadering in de loop van dat jaar. Zolang wordt de oorspronkelijke duurtijd verlengd.

Art. 37.Op verzoek van drievierde van het aantal deelnemende gemeenten, en aan de hand van de daartoe strekkende gemeenteraadsbeslissingen, kan de algemene vergadering met een drievierde meerderheid van het aantal stemmen tot de vervroegde ontbinding van een dienstverlenende of opdrachthoudende vereniging beslissen.

Bij ontbinding krachtens het voorgaande lid of door het verstrijken van de statutair bepaalde duur die niet verlengd wordt, wijst de algemene vergadering die de ontbinding vaststelt, de vereffenaars aan op dezelfde wijze als bepaald is voor de bestuurders. Een beperkt college van vereffenaars kan samengesteld worden op dezelfde wijze als een directiecomité. Alle andere organen vervallen op het ogenblik van de ontbinding.

Het voltallige personeel van de dienstverlenende of opdrachthoudende vereniging wordt overgenomen, hetzij door de deelnemers, hetzij eventueel door de overnemers van de activiteit, in verhouding tot de kapitaalinbreng of overeenkomstig de onderling bereikte akkoorden, en zonder dat de personeelsleden door deze plicht tot overname gebonden zijn.

De nieuwe werkgever waarborgt de rechten die de vereniging op het ogenblik van haar ontbinding, hetzij statutair, hetzij contractueel voor de werknemers vastgesteld had. Het door een gemeente overgenomen personeel komt, met behoud van zijn geldelijk statuut, terecht in een overgangskader dat geen invloed heeft op de personeelsformatie en uitdovend is.

De gemeenten hebben een recht van voorkeur op overneming van de op hun grondgebied gelegen installaties tegen boekwaarde.

Subafdeling 3. - Statuten en statutenwijzigingen

Art. 38.De statuten van de dienstverlenende of opdrachthoudende verenigingen vermelden ten minste : 1.de naam en eventueel de afkorting; 2. de maatschappelijke doelstellingen, die duidelijk en beperkend omschreven zijn;3. de maatschappelijke zetel;4. de duur en de wijze van verlenging;5. de nauwkeurige aanduiding van de deelnemers, hun inbreng en hun verbintenissen en eventueel het vast kapitaal;6. de samenstelling, de vergaderwijze en de bevoegdheden van alle organen van de dienstverlenende of opdrachthoudende vereniging;7. de wijze waarop de rekeningen werden opgemaakt en het resultaat werd verdeeld;8. de wijze van toetreding, ontbinding en vereffening;9. de wijze van uitsluiting van een deelnemer;10. de wijze en periodiciteit van noodzakelijke informatiedoorstroming tussen de organen van de dienstverlenende of opdrachthoudende vereniging onderling, naar de deelnemers en eventueel naar belanghebbende derden toe.

Art. 39.De wijzigingen in de statuten en in de bijlagen worden artikelsgewijs aangebracht door de algemene vergadering met een drievierde meerderheid, zowel voor het geheel van de geldig uitgebrachte stemmen, als voor de geldig uitgebrachte stemmen van de vertegenwoordigde gemeenten, en op voorwaarde dat de gewone meerderheid van het aantal deelnemende gemeenten haar instemming betuigt.

Uiterlijk negentig kalenderdagen voor de algemene vergadering die de statutenwijzigingen moet beoordelen, wordt een door de raad van bestuur opgesteld ontwerp aan alle deelnemers voorgelegd. De beslissingen terzake van hun raden die de oorspronkelijke statuten hebben goedgekeurd, bepalen het mandaat van de respectieve vertegenwoordigers op de algemene vergadering en worden bij het verslag gevoegd.

De deelnemers die nalaten binnen de gestelde termijn een beslissing te nemen en voor te leggen, worden geacht zich te onthouden. De onthouding bepaalt het mandaat van hun vertegenwoordiger op de algemene vergadering.

Art. 40.Het verslag van de algemene vergadering houdende wijziging van de statuten wordt, samen met de bijbehorende documenten waaronder de beslissingen van de deelnemers, binnen een termijn van dertig kalenderdagen na zijn dagtekening aan de toezichthoudende overheid voorgelegd.

De wijzigingen worden goedgekeurd door de Vlaamse regering binnen een termijn van negentig kalenderdagen na de ontvangst van het verslag door de toezichthoudende overheid. Verstrijkt deze termijn zonder dat de Vlaamse regering een beslissing heeft genomen en verstuurd aan de dienstverlenende of opdrachthoudende vereniging, dan wordt de goedkeuring geacht te zijn verleend.

Art. 41.De statutenwijzigingen worden op dezelfde wijze als de oprichtingsakte neergelegd en bekendgemaakt.

Een volledig gecoördineerde tekst van de statuten wordt neergelegd in de zetel van de dienstverlenende of opdrachthoudende vereniging, bij de toezichthoudende overheid en in de gemeentehuizen van elke deelnemende gemeente, evenals in de provinciehuizen van de deelnemende provincies, binnen een termijn van dertig kalenderdagen na de ontvangst door de dienstverlenende of opdrachthoudende vereniging van het goedkeuringsbesluit of na het verstrijken van de termijn, bedoeld in de laatste zin van artikel 40 van dit decreet.

Art. 42.De statutenwijzigingen zijn slechts uitvoerbaar nadat ze zijn goedgekeurd bij besluit van de Vlaamse regering of door het verstrijken van de termijn voor goedkeuring. Er kan geen terugwerkende kracht aan verbonden worden die verder reikt dan de eerste januari van het boekjaar waarin de algemene vergadering de wijzigingen heeft aangebracht.

Er kunnen geen statutenwijzigingen aan de deelnemers worden voorgelegd in de loop van het jaar waarin verkiezingen voor een algehele vernieuwing van de gemeenteraden worden georganiseerd, tenzij ingevolge een wettelijke of reglementaire verplichting.

Subafdeling 4. - Structuur

Art. 43.De dienstverlenende en de opdrachthoudende vereniging beschikken ten minste over een algemene vergadering en een raad van bestuur.

Art. 44.De algemene vergadering is samengesteld uit de vertegenwoordigers van de deelnemers. Voor de gemeenten worden zij rechtstreeks aangewezen door de gemeenteraden uit hun leden, en voor de overige deelnemers door de organen die, krachtens de wettelijke, reglementaire of statutaire bepalingen, bevoegd zijn tot deelneming of toetreding te beslissen.

Het aantal leden dat elke gemeente kan afvaardigen om te zetelen in de algemene vergadering wordt bepaald door twee criteria : de bevolkingscijfers en de kapitaalinbreng. De verdeelsleutel tussen beide criteria wordt statutair bepaald.

De benoemingsprocedure met de vaststelling van het mandaat van de vertegenwoordiger wordt herhaald voor elke algemene vergadering.

Behoudens andersluidende bepalingen in dit decreet, wordt de door de raad van bestuur vastgestelde agenda van de algemene vergadering uiterlijk dertig kalenderdagen voor haar zitting, aan alle deelnemers verstuurd. De zittingen van de algemene vergadering zijn openbaar.

Het aantal stemmen waarover iedere deelnemer in de algemene vergadering beschikt wordt statutair bepaald, met dien verstande dat de deelnemende gemeenten steeds over de meerderheid van de stemmen beschikken en dat geen deelnemer kan beschikken over een aantal stemmen dat hoger ligt dan de helft van het totale aantal statutair bepaalde stemmen. In de statuten kunnen bepalingen ter bescherming van minderheden worden opgenomen.

Afgezien van de jaarvergadering waarvan sprake is in artikel 65, tweede lid, van dit decreet, wordt nog minstens één buitengewone algemene vergadering belegd in de loop van het laatste trimester van elk jaar, om de te ontwikkelen activiteiten en de te volgen strategie voor het volgende boekjaar te bespreken. Een door de raad van bestuur opgestelde begroting staat op de agenda van deze vergadering.

Art. 45.Voor de toepassing van dit decreet worden de autonome gemeentebedrijven gelijkgesteld met de gemeenten wanneer het gaat om de hoedanigheid, de onverenigbaarheden en de informatieplicht van de door hen te benoemen of voor te dragen mandatarissen, de aanwezigheids- en stemmingsvereisten en het voorzitterschap van de verschillende organen.

Art. 46.In de dienstverlenende en opdrachthoudende verenigingen benoemt de algemene vergadering de leden van de raad van bestuur, op voordracht van de deelnemers. Indien de gemeenteraad kandidaat-bestuurders voordraagt die geen lid zijn van de gemeenteraad of van de districtsraad, maar van wie de deskundigheid met betrekking tot de statutair bepaalde doelstellingen manifest aantoonbaar is, wordt deze voordracht uitdrukkelijk gemotiveerd. In dat geval is de onverenigbaarheid van het mandaat van bestuurder met de functie van werknemer van een aangesloten bestuur, voorzien in artikel 48 van dit decreet, niet van toepassing.

De benoeming van de bestuurders gebeurt bij geheime stemming.

Indien een voorgedragen kandidaat niet wordt benoemd door de algemene vergadering, doet de betrokken deelnemer een andere voordracht. De nieuwe kandidaat woont als waarnemer de vergaderingen van de raad van bestuur bij tot de eerstvolgende algemene vergadering waaraan de benoeming wordt voorgelegd.

Niemand kan door meer dan één deelnemer worden voorgedragen of benoemd, noch mandaten gelijktijdig uitoefenen in de uitvoerende organen van meer dan drie dienstverlenende of opdrachthoudende verenigingen. Deze bepaling geldt niet voor de aangesloten privaatrechtelijke rechtspersonen zolang zij overeenkomstig artikel 80 van dit decreet deel kunnen blijven uitmaken van de vereniging.

Art. 47.De samenstelling van de raad van bestuur wordt in iedere dienstverlenende of opdrachthoudende vereniging statutair geregeld, met precieze aanduiding van het aantal leden, benoemd zoals bepaald in het voorgaande artikel.

Het aantal bestuurders dat op voordracht van de andere deelnemers werd benoemd, mag nooit meer bedragen dan een vierde van het aantal op voordracht van de aangesloten gemeenten benoemde bestuurders.

Iedere bestuurder die op die manier is benoemd, beschikt over één stem.

De bestuurders, benoemd op voordracht van de gemeenten, kunnen zich laten bijstaan door deskundigen die na gezamenlijk overleg worden voorgedragen door de gemeente waar de zetel gevestigd is, en worden benoemd door de gemeentelijke vertegenwoordigers op de algemene vergadering. De deskundigen maken geen deel uit van de raad van bestuur, maar ze kunnen de vergaderingen van alle organen bijwonen en alle documenten opvragen.

Hun vergoeding valt ten laste van de dienstverlenende of opdrachthoudende vereniging.

Art. 48.Onverminderd andere wettelijke of decretale bepalingen die van toepassing zijn op de mandaten in een dienstverlenende of opdrachthoudende vereniging, bestaat er een onverenigbaarheid tussen het mandaat van bestuurder en de volgende ambten, functies of mandaten : - lid van een regering, zowel op federaal niveau als op niveau van de gewesten en gemeenschappen; - lid van een wetgevende vergadering, zowel op federaal niveau als op niveau van de gewesten en gemeenschappen; - lid van het Europees Parlement en van de Europese Commissie; - provinciegouverneur of adjunct van de gouverneur van Vlaams-Brabant; - arrondissementscommissaris of adjunct-arrondissementscommissaris; - provinciegriffier; - lid van een bestuurs- of controleorgaan in of werknemer van een privaatrechtelijke rechtspersoon die activiteiten uitoefent in dezelfde beleidsdomeinen als de dienstverlenende of opdrachthoudende vereniging; - behoudens wat bepaald is in artikel 46, tweede lid, van dit decreet, werknemer van een aangesloten openbaar bestuur, of van een administratie die is belast met hetzij de uitoefening van het gewoon toezicht op de lokale besturen, hetzij de uitoefening van een specifiek toezicht op grond van de doelstellingen van de dienstverlenende of opdrachthoudende vereniging.

Een gemeente kan geen kandidaat voordragen of benoemen die werknemer is van een niet-gemeentelijk deelnemer of er een mandaat waarneemt.

Een niet-gemeentelijk deelnemer kan geen kandidaat voordragen of benoemen die lid is van een gemeenteraad.

Art. 49.De raad van bestuur waaraan beslissingsrecht is toegekend, is bevoegd voor alles wat niet uitdrukkelijk overeenkomstig dit decreet of krachtens de statuten voorbehouden is aan de algemene vergadering.

De raad van bestuur vertegenwoordigt de dienstverlenende of opdrachthoudende vereniging jegens derden en in rechte als eiser of als verweerder.

Art. 50.De bestuurders zijn niet persoonlijk gebonden door de verbintenissen van de dienstverlenende of opdrachthoudende vereniging.

De bestuurders zijn overeenkomstig het gemeen recht verantwoordelijk voor de vervulling van de taak die hun is opgedragen en zijn aansprakelijk zonder hoofdelijkheid voor de tekortkomingen in de normale uitoefening van hun bestuur.

Art. 51.Ten aanzien van de bestuurders zijn een aantal onverenigbaarheden bepaald.

Een bestuurder mag niet : 1° aanwezig zijn bij een beraadslaging of besluit over zaken waarbij hij een rechtstreeks belang heeft, of waarbij zijn bloed- of aanverwanten tot en met de vierde graad een persoonlijk en rechtstreeks belang hebben.Dit verbod strekt niet verder dan de bloed- en aanverwanten tot de tweede graad als het gaat om de voordracht van kandidaten, benoemingen, afzettingen en schorsingen; 2° rechtstreeks of onrechtstreeks deelnemen aan overeenkomsten die met de dienstverlenende of opdrachthoudende vereniging zijn gesloten;3° als advocaat, notaris of zaakwaarnemer optreden in rechtsgedingen tegen de dienstverlenende of opdrachthoudende vereniging.Het is hem verboden, in dezelfde hoedanigheid ten behoeve van de dienstverlenende of opdrachthoudende vereniging te pleiten, raad te geven of op te treden in enige betwisting, tenzij dit kosteloos gebeurt; 4° optreden als raadsman van een personeelslid in tuchtzaken.

Art. 52.De vergaderingen van de raad van bestuur zijn niet openbaar.

De gedetailleerde notulen met bijgevoegd het stemgedrag van de individuele leden en alle documenten waar in de notulen naar verwezen wordt, liggen ter inzage van de gemeenteraadsleden op het secretariaat van de aangesloten gemeenten en van de provincieraadsleden op de griffie van de provinciehuizen van de aangesloten provincies, onverminderd de decretale bepalingen inzake de openbaarheid van bestuur.

Aan de vergaderingen van de raad van bestuur wordt deelgenomen door ten hoogste vijf rechtstreeks door verschillende gemeenten aangeduide afgevaardigden die lid zijn met raadgevende stem. De statuten vermelden de criteria die bepalend zijn voor de wijze van aanduiding van deze afgevaardigden, die steeds raadsleden zijn die in de betrokken gemeenten verkozen zijn op een lijst waarvan geen enkele verkozene deel uitmaakt van het college van burgemeester en schepenen of aangesteld is als voorzitter van het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn.

Art. 53.De op voordracht van de deelnemende gemeenten en provincies benoemde bestuurders brengen minstens tweemaal per jaar tijdens een openbare vergadering van de gemeenteraad of van de provincieraad die hen heeft voorgedragen, verslag uit over de uitoefening van hun mandaat en verstrekken toelichting bij het beleid van de dienstverlenende of opdrachthoudende vereniging.

In de gemeenten en de provincies die geen bestuurder hebben voorgedragen of waarvan de voorgedragen kandidaat niet is benoemd, wordt in dezelfde omstandigheden de toelichting verstrekt door de voorzitter van de raad van bestuur of de door de voorzitter daartoe gedelegeerde bestuurder.

Art. 54.Het dagelijks bestuur kan door de raad van bestuur statutair worden toevertrouwd aan een directiecomité dat de leden uit zijn midden benoemt en dat tevens belast is met de voorbereiding van de vergaderingen van de raad van bestuur.

Het totale aantal leden van het directiecomité in elke dienstverlenende of opdrachthoudende vereniging bedraagt ten hoogste één derde van dat van de raad van bestuur; de meerderheid komt telkens toe aan de leden die op voordracht van de deelnemende gemeenten zijn benoemd.

Ieder lid van het directiecomité heeft één stem.

Een of meer leden van het leidinggevend personeel van de dienstverlenende of opdrachthoudende vereniging kunnen met raadgevende stem zitting hebben in het directiecomité. Hun mandaat beïnvloedt het toegestane aantal leden niet.

Op de zittingen en notulen van het directiecomité is artikel 52, eerste lid van dit decreet, van toepassing.

Art. 55.Er zijn geen andere bestuursorganen met beslissingsbevoegdheid dan de in de voorgaande artikelen bepaalde organen.

In elke dienstverlenende of opdrachthoudende vereniging kunnen adviescomités worden opgericht, indien de doelstellingen meervoudig zijn, indien niet aan alle aangesloten gemeenten het recht is toegekend kandidaat-bestuurders voor te dragen, of indien de geografische spreiding het verantwoordt.

De leden van de adviescomités worden benoemd door de algemene vergadering op voordracht van de deelnemers.

In elk geval hebben alle gemeenten die geen kandidaat hebben kunnen voordragen voor benoeming in de raad van bestuur, wel het recht voor benoeming van een of meer kandidaat-leden in de adviescomités.

In de adviescomités die opgericht worden op grond van meervoudige doelstellingen en die beperkt blijven tot het aantal doelstellingen, zijn uitsluitend de gemeenten vertegenwoordigd die belang hebben bij de betrokken doelstelling.

De leden van de adviescomités kunnen overeenkomstig de statutaire bepalingen terzake, vertegenwoordigers van belanghebbende derden als leden met stemrecht coöpteren.

Art. 56.Het voorzitterschap van de verschillende organen wordt steeds toevertrouwd aan en effectief uitgeoefend door een op voordracht van de deelnemende gemeenten benoemd lid van het orgaan, dat tevens gemeenteraadslid is of burgemeester of schepen van een aangesloten gemeente.

De algemene vergadering wordt voorgezeten door de voorzitter van de raad van bestuur of diens vervanger.

De werkingsmodaliteiten van de verschillende organen worden neergeschreven in een bij de statuten gevoegd huishoudelijk reglement dat vastgesteld wordt door de oprichtingsvergadering en gewijzigd kan worden door een eenvoudige beslissing van het betrokken orgaan. De afgevaardigden bedoeld in artikel 52, tweede lid van dit decreet, tellen niet mee voor de berekening van een eventueel aanwezigheidsquorum.

Art. 57.De duur en de wijze van beëindiging van het mandaat van de leden van de verschillende organen in een dienstverlenende of opdrachthoudende vereniging worden statutair bepaald.

Alle mandatarissen zijn van rechtswege ontslagnemend bij verlies van hun openbaar mandaat, uitgezonderd in geval van algehele vernieuwing van de gemeenteraden. In dat geval moet binnen de eerste drie maanden van het jaar volgend op dat van de verkiezingen, een algemene vergadering worden bijeengeroepen waarbij tot een algehele vervanging van de raad van bestuur wordt overgegaan, voorzover de raden van de deelnemende besturen die de voordracht moeten doen, reeds in hun nieuwe samenstelling vergaderd hebben. Is dat niet het geval,dan worden de betrokken nieuwe bestuurders benoemd door de algemene vergadering waarvan sprake is in artikel 65, die tevens kwijting verleent aan de bestuurders die het voorgaande boekjaar in functie waren en die tot dan de verantwoordelijkheid blijven dragen overeenkomstig artikel 50.

Art. 58.Om geldig te beraadslagen en te beslissen is een aanwezigheidsquorum vastgesteld op de gewone meerderheid van het aantal statutair bepaalde stemmen in elk orgaan, zowel globaal als in de groep der deelnemende gemeenten. Van dit aanwezigheidsquorum kan statutair worden afgeweken voor een tweede vergadering die volgt op een onvoldoende samengestelde eerdere vergadering, en voor zover het gaat om punten die voor de tweede maal op de agenda voorkomen. Deze bepaling geldt niet voor statutenwijzigingen.

De voor de beslissingen vereiste meerderheid moet steeds bereikt zijn zowel globaal als in de groep der gemeenten.

Art. 59.Met uitzondering van de vertegenwoordigers op de algemene vergadering kunnen de leden van de overige organen aan hun collega's van hetzelfde orgaan schriftelijke volmacht geven om hen te vertegenwoordigen voor één welbepaalde vergadering van het betrokken orgaan. De volmachtgever en de volmachtdrager moeten tot dezelfde categorie van deelnemers behoren. Niemand kan drager zijn van meer dan één volmacht.

Er bestaat een onverenigbaarheid tussen het mandaat van vertegenwoordiger op de algemene vergadering en dat van lid van een van de andere organen. De onverenigbaarheden die bepaald zijn in artikel 48 van dit decreet, zijn eveneens van toepassing op de vertegenwoordigers op de algemene vergadering.

Art. 60.De algemene vergadering bepaalt, binnen de perken en overeenkomstig de toekenningsvoorwaarden die vastgesteld zijn door de Vlaamse regering, het presentiegeld en de andere vergoedingen die in het kader van de bestuurlijke werking van de dienstverlenende of de opdrachthoudende vereniging kunnen worden toegekend.

Jaarlijks wordt een per mandataris geïndividualiseerd overzicht van de in het voorbije boekjaar ontvangen vergoedingen en presentiegelden gevoegd bij de documenten die aan de deelnemende gemeenten worden bezorgd, overeenkomstig artikel 65 van dit decreet.

Art. 61.De controle op de financiële toestand, op de jaarrekening en op de regelmatigheid, vanuit het oogpunt van dit decreet en van de statuten, van de verrichtingen weer te geven in de jaarrekening, wordt uitgeoefend door een of meer commissarissen. Die worden benoemd door de algemene vergadering onder de leden van het Instituut der Bedrijfsrevisoren. Zij zijn onderworpen aan de wettelijke en reglementaire bepalingen die hun ambt en hun bevoegdheid regelen.

Subafdeling 5. - Werking

Art. 62.De dienstverlenende of opdrachthoudende vereniging kan bij gemotiveerd besluit van de raad van bestuur leningen aangaan en giften of toelagen ontvangen.

De algemene vergadering of de door haar daartoe gemachtigde raad van bestuur van de dienstverlenende of opdrachthoudende vereniging stelt de tarieven vast, met naleving van de wettelijk voorgeschreven formaliteiten.

De dienstverlenende of de opdrachthoudende vereniging kan door de Vlaamse regering gemachtigd worden om in eigen naam en voor eigen rekening over te gaan tot de onteigeningen die noodzakelijk zijn voor de verwezenlijking van haar statutaire doelstellingen.

Art. 63.Het vast gedeelte van het maatschappelijk kapitaal mag niet lager zijn dan het bedrag dat terzake voorgeschreven is voor de coöperatieve vennootschappen met beperkte aansprakelijkheid, en wordt ter belope van één derde volgestort.

De deelneming van één of meer provincies samen mag niet meer bedragen dan 20 % van het totale maatschappelijk kapitaal.

Het kapitaal wordt niet geïndexeerd en wordt vertegenwoordigd door aandelen waarvan de waarde en de rechten statutair zijn bepaald.

Immateriële inbrengen ter vertegenwoordiging van vermogensbestanddelen die niet volgens economische maatstaven kunnen worden gewaardeerd, en inbrengen in natura, worden gewaardeerd op grond van een verslag van de revisor en worden vertegenwoordigd door respectievelijk winstbewijzen en aandelen waarvan de waarde en de rechten statutair zijn bepaald.

De deelnemers kunnen uitsluitend worden vergoed voor hun inbreng en zijn slechts aansprakelijk ten belope van hun inbreng.

Bij de statuten wordt een register gevoegd waarop iedere deelnemer is vermeld, met aanduiding van de aandelen en winstbewijzen die hem zijn toegekend.

Art. 64.De boekhouding wordt gevoerd overeenkomstig de wetgeving op de boekhouding van de ondernemingen en met naleving van de richtlijnen die de overheid uitvaardigt met betrekking tot de boekhoudkundige verrichtingen.

Art. 65.In de dienstverlenende en opdrachthoudende verenigingen worden de jaarrekeningen vastgesteld door de algemene vergadering in de loop van het eerste semester van het volgende boekjaar aan de hand van het verslag van de raad van bestuur en het verslag van de revisor.

Samen met de uitnodiging worden deze documenten ter beschikking gesteld van de deelnemende gemeenten, die het mandaat van hun afgevaardigde terzake bepalen.

De algemene vergadering verleent terzelfder tijd kwijting aan de bestuurders en de revisoren.

Art. 66.Indien de jaarrekeningen niet worden vastgesteld overeenkomstig het tweede lid van artikel 65, dan wordt, binnen een termijn van negentig kalenderdagen, een nieuwe algemene vergadering bijeengeroepen waaraan de gewijzigde rekeningen, met naleving van de procedure in artikel 65, worden voorgelegd. Bij herhaalde niet-vaststelling wordt artikel 75 van dit decreet toegepast.

Art. 67.De jaarrekeningen worden, binnen een termijn van dertig kalenderdagen na hun vaststelling door de algemene vergadering, door de bestuurders neergelegd bij de Nationale Bank van België, met vermelding dat ze nog onderworpen zijn aan het administratief toezicht.

Binnen een termijn van dertig kalenderdagen wordt de Nationale Bank van België op de hoogte gebracht van het verstrijken van de in het voorgaande lid bepaalde termijn.

Art. 68.Wanneer ten gevolge van geleden verlies het netto- actief van de dienstverlenende of opdrachthoudende vereniging gedaald is tot minder dan de helft van het vast gedeelte van het kapitaal, moet de algemene vergadering bijeenkomen binnen een termijn van ten hoogste zestig kalenderdagen nadat het verlies is vastgesteld om te beraadslagen en te beslissen over een door de raad van bestuur opgesteld saneringsplan.

De raad van bestuur verantwoordt zijn voorstellen in dit saneringsplan dat uiterlijk drie weken voor de algemene vergadering aan alle deelnemers en aan de toezichthoudende overheid wordt voorgelegd, samen met de oproepingsbrief en alle bijbehorende documenten waaruit de noodzaak van het saneringsplan blijkt.

De algemene vergadering beslist onder de voorwaarden bepaald in artikel 39 van dit decreet. Indien het saneringsplan niet of in onvoldoende mate wordt aanvaard, kan artikel 75 van dit decreet worden toegepast.

Art. 69.De raad van bestuur stelt binnen een termijn van drie maanden na de goedkeuring van de statuten van de dienstverlenende of opdrachthoudende vereniging en na onderhandelingen conform de wet van 19 december 1974 tot regeling van de betrekkingen tussen de overheid en de vakbonden van haar personeel en de uitvoeringsbesluiten daarbij, een administratief en geldelijk statuut op, met inachtneming van de beginselen van behoorlijk bestuur, en in voorkomend geval, een arbeidsreglement conform de wettelijke bepalingen die gelden voor het contractuele personeel.

Het administratief en geldelijk statuut en het arbeidsreglement worden meegedeeld aan alle deelnemers en aan de toezichthoudende overheid.

De raad van bestuur van de dienstverlenende of opdrachthoudende vereniging is bevoegd voor alle personeelsaangelegenheden, maar kan al wat betrekking heeft op de uitvoering van het administratief en geldelijk statuut en het arbeidsreglement, in het kader van het individuele personeelsbeheer, verder delegeren.

Art. 70.In de dienstverlenende en opdrachthoudende verenigingen legt de raad van bestuur aan de jaarvergadering, die telkens plaatsvindt in de loop van het eerste werkingsjaar na het jaar waarin verkiezingen voor de algehele hernieuwing van de gemeenteraden worden georganiseerd, een evaluatierapport voor over de werking van de vereniging. Dat rapport bevat een nieuw ondernemingsplan voor de komende zes jaar of een gemotiveerd voorstel het samenwerkingsverband te beeïndigen met inachtneming van de statutair bepaalde rechten van de deelnemers. De eerste evaluatieperiode kan korter zijn dan zes jaar, gelet op de datum van oprichting.

Alle deelnemers ontvangen dit rapport uiterlijk zes weken voor de datum van de jaarvergadering en bepalen het mandaat van hun vertegenwoordiger. HOOFDSTUK IV. - Algemeen toezicht op de dienstverlenende en opdrachthoudende verenigingen

Art. 71.Onverminderd de bepalingen waarbij sommige beslissingen onderworpen zijn aan het bijzonder toezicht, zijn alle beslissingen van alle organen van de dienstverlenende en opdrachthoudende verenigingen onderworpen aan het algemeen toezicht van de Vlaamse regering.

Met het oog op de uitoefening van het algemeen toezicht stelt de Vlaamse regering een commissaris aan die over de nodige bevoegdheid beschikt om een onderzoek en de controle op de beslissingen waarvan sprake is in het vorige lid, te verrichten.

De regeringscommissaris woont van rechtswege de vergaderingen bij van de organen van de dienstverlenende of opdrachthoudende vereniging. Die is verplicht een uitnodiging te sturen. Bevoegdheidsdelegatie is mogelijk binnen de perken van het aanstellingsbesluit van de Vlaamse regering.

Art. 72.De notulen van alle organen van de dienstverlenende of opdrachthoudende vereniging moeten, binnen dertig kalenderdagen na de betrokken vergadering, worden toegezonden aan de regeringscommissaris.

Deze heeft het recht alle nodige aanvullende informatie in te winnen en alle documenten terzake op te vragen.

Elke beslissing die strijdig is met de wetten, decreten of besluiten, die de statuten schendt of die het algemeen belang schaadt, kan door de regeringscommissaris worden geschorst.

De schorsing moet, op straffe van nietigheid, gemotiveerd zijn en aangetekend worden verstuurd aan de dienstverlenende of opdrachthoudende vereniging binnen dertig kalenderdagen na ontvangst door de regeringscommissaris van de betrokken notulen. Deze termijn wordt op driehonderd dagen gebracht voor de beslissingen van de algemene vergadering die de jaarrekening vaststelt.

De schorsing wordt terzelfder tijd verstuurd aan de Vlaamse regering.

De termijn van dertig, respectievelijk driehonderd dagen, wordt gestuit door de verzending van een ter post aangetekende brief waarin de regeringscommissaris aanvullende documenten opvraagt of bijkomende inlichtingen inwint met betrekking tot een bepaalde beslissing, tot op de dag van ontvangst door de regeringscommissaris van deze documentatie of inlichtingen.

Art. 73.De dienstverlenende of opdrachthoudende vereniging waarvan een beslissing geschorst is, kan het geschorste besluit intrekken of het gemotiveerd rechtvaardigen. Ze beschikt daartoe over een termijn van dertig kalenderdagen na ontvangst van de schorsing. Ze brengt de regeringscommissaris met een aangetekende brief op de hoogte uiterlijk de laatste dag van die termijn, op straffe van nietigheid van het geschorste besluit.

De regeringscommissaris brengt de Vlaamse regering hiervan op de hoogte.

Art. 74.De Vlaamse regering kan een door de regeringscommissaris geschorste beslissing vernietigen binnen een termijn van dertig dagen na de ontvangst door de regeringscommissaris van het standpunt van de dienstverlenende of opdrachthoudende vereniging. Het gemotiveerde vernietigingsbesluit wordt uiterlijk de laatste dag van deze termijn aangetekend verstuurd naar de dienstverlenende of opdrachthoudende vereniging.

Indien de Vlaamse regering de termijn voor vernietiging laat verstrijken, is de schorsing ambtshalve opgeheven.

De Vlaamse regering kan een niet door de regeringscommissaris geschorste beslissing die strijdig is met de wetten, decreten of besluiten, de statuten schendt of het algemeen belang schaadt, vernietigen binnen een termijn van zestig kalenderdagen na ontvangst door de regeringscommissaris van de betrokken notulen. Het gemotiveerde vernietigingsbesluit moet op straffe van nietigheid uiterlijk de laatste dag van deze termijn aangetekend verstuurd worden naar de dienstverlenende of opdrachthoudende vereniging.

Deze termijn wordt op driehonderd zestig dagen gebracht voor de beslissingen van de algemene vergadering die de jaarrekening vaststelt.

De termijn van zestig, respectievelijk driehonderdzestig dagen, wordt gestuit door de verzending van een ter post aangetekende brief waarbij de regeringscommissaris aanvullende documenten opvraagt of bijkomende inlichtingen inwint met betrekking tot een bepaalde beslissing, tot op de dag van ontvangst door de regeringscommissaris van deze documenten of inlichtingen.

Art. 75.De Vlaamse regering kan na het verstrijken van de termijn die is bepaald in een uit de briefwisseling blijkende uitdrukkelijke waarschuwing, bij gemotiveerd besluit de regeringscommissaris gelasten in de plaats te treden van de organen van de dienstverlenende of opdrachthoudende vereniging die : - nalaten de bij het artikel 68 voorgeschreven maatregelen te nemen; - hun verplichtingen in het rechtsverkeer niet uitvoeren; - verplichtingen die zijn voorgeschreven door de wetten, decreten, besluiten of de eigen statuten weigeren na te leven. HOOFDSTUK V. - Diverse bepalingen

Art. 76.Met inachtneming van wat bepaald is in artikel 26 van de wet van 22 december 1986 betreffende de intercommunales, kan voor gewestelijke aangelegenheden het Vlaamse Gewest de in dit decreet bedoelde samenwerkingsverbanden aan een eigen fiscaliteit onderwerpen.

Art. 77.Op de grensoverschrijdende samenwerkingsverbanden waarvan Vlaamse gemeenten deel uitmaken op grond van verdragsrechtelijke overeenkomsten, wordt het toezicht uitgeoefend in onderling overleg tussen de Vlaamse regering en de andere betrokken overheden. De bepalingen met betrekking tot de wijze waarop het toezicht uitgeoefend wordt, worden in voorkomend geval opgenomen in de statuten van de desbetreffende rechtspersoon. Deze statuten worden aan de Vlaamse regering ter goedkeuring voorgelegd overeenkomstig het tweede lid van artikel 30 van dit decreet.

Art. 78.Onverminderd andere wettelijke of decretale bepalingen kunnen dienstverlenende en opdrachthoudende verenigingen deelnemen in publiekrechtelijke en privaatrechtelijke rechtspersonen die zelf niet deze rechtsvorm hebben aangenomen, voorzover het maatschappelijk doel van deze rechtspersonen overeenstemt met de eigen doelstellingen en voorzover de wetgeving van de overheidsopdrachten wordt nageleefd.

De beslissing daartoe wordt genomen door de algemene vergadering op grond van een door de raad van bestuur opgemaakt verslag dat het belang van de deelneming aantoont. De deelneming is onderworpen aan de voorwaarde dat aan de dienstverlenende of opdrachthoudende vereniging minstens een mandaat van bestuurder wordt toegekend. Voor dat mandaat komt uitsluitend een op voordracht van de gemeenten benoemd bestuurder in aanmerking.

De vertegenwoordigers van de dienstverlenende of opdrachthoudende vereniging brengen verslag uit in hun raad van bestuur.

De eventuele vergoedingen komen toe aan de dienstverlenende of opdrachthoudende vereniging. Een uitzondering hierop vormen de presentiegelden die aan de door of namens een dienstverlenende of opdrachthoudende vereniging benoemde bestuurder in deze rechtspersonen worden toegekend. HOOFDSTUK VI. - Overgangs- en slotbepalingen

Art. 79.§ 1. Dit decreet treedt in werking tien dagen na zijn publicatie in het Belgisch Staatsblad. Het is van toepassing op alle nieuwe samenwerkingsverbanden in het Vlaamse Gewest die tussen gemeenten gevormd worden en die niet onderworpen zijn aan specifieke wettelijke of decretale bepalingen. § 2. De op het ogenblik van de inwerkingtreding bestaande intercommunales in het Vlaamse Gewest die onderworpen zijn aan de wet van 22 december 1986 betreffende de intercommunales en aan het decreet van 1 juli 1987 betreffende de werkwijze van, de controle op en de vaststelling van het ambtsgebied van intercommunales, brengen hun statuten in overeenstemming met de bepalingen van dit decreet, binnen een periode van twee jaar, vanaf de inwerkingtreding overeenkomstig § 1 van dit artikel.

Te hunnen opzichte treedt dit decreet in werking de dag volgend op de beslissing van de algemene vergadering tot aanpassing van de statuten aan de bepalingen van dit decreet.

Toch zijn die bestaande verenigingen van gemeenten bij de inwerkingtreding van dit decreet overeenkomstig de voorgaande paragraaf onmiddellijk onderworpen aan de artikelen 4, 39, 40, 41, 42, 44, 52, 53, 56, 59, 64, 72, 73, 74, 76 en 78 van dit decreet.

Bovendien wordt de duurtijd van deze intercommunales beperkt tot achttien jaar ingaand op de datum van inwerkingtreding, bepaald in paragraaf 1 van dit artikel. § 3. De verenigingen van gemeenten die niet beantwoorden aan de bepalingen van dit decreet en geen andere uitdrukkelijke decretale rechtsgrond hebben, schikken zich naar de bepalingen van dit decreet voor uiterlijk 31 december 2002. Op 1 januari 2003 treedt dit decreet te hunnen opzichte in werking.

Art. 80.§ 1. De intercommunales bedoeld in paragraaf 2 van artikel 79 van dit decreet, waarin één of meer provincies deelnemen, en waarin deze deelneming niet op een specifieke wijze geregeld is door andere wettelijke of decretale bepalingen, passen desgevallend hun statuten in die zin aan dat op 31 december 2006 de inbreng van de provincies maximum 20 % van het totale maatschappelijk kapitaal bedraagt.

Op verzoek van de algemene vergadering, die daartoe in de loop van het jaar 2005 beslist met eenparigheid van stemmen van de gemeentelijke afgevaardigden, op grond van een omstandig financieel verslag dat de noodzaak van het verzoek aantoont, kan de Vlaamse regering éénmalig, bij gemotiveerd besluit, de einddatum van 31 december 2006 verschuiven naar ten laatste 31 december 2012. § 2. De intercommunales, bedoeld in paragraaf 2 van artikel 79 van dit decreet, waarin natuurlijke personen en rechtspersonen deelnemen en waarin deze deelneming niet op een specifieke wijze geregeld is door andere wettelijke of decretale bepalingen, passen hun statuten in die zin aan dat de bedoelde natuurlijke personen en rechtspersonen die niet met een exploitatieopdracht of beheersopdracht zijn belast, kunnen uittreden op het ogenblik waarop dit decreet voor hen in werking treedt. De andere natuurlijke personen en rechtspersonen treden ten laatste uit deze verenigingen hetzij op het ogenblik van hun verlenging, hetzij op 31 december van het achttiende jaar volgend op het jaar van de laatste gemeenteraadsverkiezingen voorafgaand aan de inwerkingtreding overeenkomstig paragraaf 1 van artikel 79 van dit decreet.

De uittreders zijn geen schadevergoeding verschuldigd en de toepassing van het derde lid van artikel 37 van dit decreet kan hun niet worden opgedrongen. § 3. Zolang de natuurlijke personen en de rechtspersonen blijven deelnemen in de intercommunales bedoeld in paragraaf 2 van artikel 79 van dit decreet, behouden ze een vertegenwoordiging in de organen van de verenigingen, met inachtneming van wat bepaald is in dit decreet met betrekking tot het overwicht van de gemeenten en het voorzitterschap. Een eventueel in de statuten aan hen toegekend vetorecht of recht van schorsing vervalt bij de inwerkingtreding overeenkomstig paragraaf 1 van artikel 79 van dit decreet.

Art. 81.Op de respectieve data van inwerkingtreding bepaald in artikel 79 van dit decreet, wordt de volgende regelgeving opgeheven : a. de wet van 22 december 1986 betreffende de intercommunales ten opzichte van de samenwerkingsverbanden van gemeenten waarvan het gehele ambtsgebied binnen de grenzen van het Vlaamse Gewest valt, met uitzondering van artikel 26 en met uitzondering van de bepalingen betreffende de verenigingen van gemeenten en provincies bedoeld in artikel 92bis, § 2, d, van de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming van de instellingen;b. het decreet van 1 juli 1987 betreffende de werkwijze van, de controle op en de vaststelling van het ambtsgebied van intercommunales;c. artikel 43, § 2, van het decreet betreffende de voorkoming en het beheer van afvalstoffen van 2 juli 1981. Kondigen dit decreet af, bevelen dat het in het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.

Brussel, 6 juli 2001.

De minister-president van de Vlaamse regering, Vlaams minister van Financiën, Begroting, Buitenlands Beleid en Europese Aangelegenheden, P. DEWAEL De Vlaamse minister van Binnenlandse Aangelegenheden, Huisvesting en Ambtenarenzaken, P. VAN GREMBERGEN _______ Nota (1) Zitting 2000-2001. Stukken. - Ontwerp van decreet : 565, nr. 1. Verslag hoorzittingen : 565, nr. 2. Amendementen : 565, nrs. 3 tot 9. Verslag : 565, nr. 10.

Reflectienota : 565, nr. 11. Amendementen : 565, nr. 12. Tekst aangenomen door de plenaire vergadering : 565, nr. 13.

Handelingen. - Bespreking en aanneming : vergaderingen van 19 en 20 juni 2001.

^