VLAAMSE OVERHEID

6 MAART 2009. - Decreet betreffende de organisatie en erkenning van toeristische samenwerkingsverbanden (1)

Het Vlaams Parlement heeft aangenomen en Wij, Regering, bekrachtigen hetgeen volgt : decreet betreffende de organisatie en erkenning van toeristische samenwerkingsverbanden.

HOOFDSTUK I. - Algemene bepalingen Artikel 1 Dit decreet regelt een gemeenschaps- en gewestaangelegenheid.

Artikel 2 Met het oog op de ontwikkeling, promotie en kwaliteitszorg van het toeristische aanbod kunnen gemeenten en provincies, onder de voorwaarden, vermeld in dit decreet, een toeristisch samenwerkingsverband tot stand brengen of ertoe toetreden, al dan niet belast met welbepaalde beleidsuitvoerende taken op het vlak van toerisme.

Voor de toepassing van dit decreet worden de gemeentelijke en provinciale extern verzelfstandigde agentschappen waaraan de uitvoering van een deel of het geheel van het gemeentelijke, respectievelijk provinciale toeristische beleid is toegekend, gelijkgesteld met de gemeenten, respectievelijk provincies als het gaat om de deelneming in een toeristisch samenwerkingsverband, met dien verstande dat enerzijds de gemeente of provincie en anderzijds hun extern verzelfstandigd agentschap niet samen deel kunnen uitmaken van een toeristisch samenwerkingsverband.

Bij gemeenteraads- of provincieraadsbesluit kan de gemeente of de provincie aan haar toeristisch samenwerkingsverband infrastructuur of, mits de ter zake geldende rechtspositieregeling nageleefd wordt, personeel ter beschikking stellen of overdragen.

Artikel 3 § 1. Een toeristisch samenwerkingsverband is een door Toerisme Vlaanderen overeenkomstig dit decreet erkende rechtspersoon, waarvan de missie bestaat in het bijdragen tot de ontwikkeling, promotie en kwaliteitsbewaking van het toeristische aanbod binnen zijn werkingsgebied. De taken van het samenwerkingsverband weerspiegelen die missie. § 2. De erkenning als toeristisch samenwerkingsverband kan worden verleend aan volgende rechtspersonen : - vereniging zonder winstoogmerk in de zin van de wet van 27 juni 1921 betreffende de verenigingen zonder winstoogmerk, de internationale verenigingen zonder winstoogmerk en de stichtingen, indien opgericht met machtiging zoals bepaald in artikel 6; - naamloze of coöperatieve vennootschap in de zin van het Wetboek van vennootschappen, indien opgericht met machtiging zoals bepaald in artikel 6; - dienstverlenende of opdrachthoudende vereniging opgericht op basis van het decreet van 6 juli 2001 houdende de intergemeentelijke samenwerking; - gemeentelijk extern verzelfstandigd agentschap in de vorm van een vereniging zonder winstoogmerk of in de vorm van een naamloze of coöperatieve vennootschap, opgericht op basis van het Gemeentedecreet; - provinciaal extern verzelfstandigd agentschap in de vorm van een vereniging zonder winstoogmerk of in de vorm van een naamloze of coöperatieve vennootschap, opgericht op basis van het Provinciedecreet. § 3. Met behoud van de toepassing van andere wettelijke en decretale bepalingen, en onverminderd de mogelijkheid tot samenwerking, mogen de toeristische samenwerkingsverbanden hun bevoegdheden geheel noch gedeeltelijk overdragen aan andere rechtspersonen. § 4. Een toeristisch samenwerkingsverband neemt voor zijn werkingsgebied een of meer van de volgende taken op zich : 1° het initiëren, stimuleren, coördineren of implementeren van de toeristische beleidsplanning;2° het initiëren, stimuleren, coördineren of implementeren van initiatieven op het vlak van toeristische aanbodsontwikkeling, promotie of kwaliteitszorg;3° het ondersteunen of begeleiden van de leden bij initiatieven op het vlak van toerisme;4° het vormen van een aanspreekpunt voor de private en publieke toeristische sector. § 5. De Vlaamse Regering kan de lijst met de taken, als vermeld in § 4, concretiseren of preciseren. § 6. Een toeristisch samenwerkingsverband wordt door Toerisme Vlaanderen erkend in één van de volgende categorieën : 1° Gemeentelijk Toeristisch Samenwerkingsverband, zijnde een toeristisch samenwerkingsverband waarvan het werkingsgebied bestaat in het grondgebied van één gemeente en waarin de gemeente en een of meer rechts- of natuurlijke personen, in kwestie, met uitzondering van andere gemeenten, Toerisme Vlaanderen, de Vlaamse Gemeenschap of het Vlaamse Gewest deelnemen;2° Intergemeentelijk Toeristisch Samenwerkingsverband, zijnde een toeristisch samenwerkingsverband waarvan het werkingsgebied bestaat in het grondgebied van twee of meer gemeenten en waarin de gemeenten, in kwestie, eventueel aangevuld met een of meer rechts- of natuurlijke personen, met uitzondering van provincies, andere gemeenten, Toerisme Vlaanderen, de Vlaamse Gemeenschap of het Vlaamse Gewest deelnemen;3° Regionaal Toeristisch Samenwerkingsverband, zijnde een toeristisch samenwerkingsverband waarvan het werkingsgebied bestaat in het grondgebied van een deel van een provincie of van een deel of het geheel van twee of meer provincies en waarin de gemeente(n) en provincie(s), in kwestie, eventueel aangevuld met een of meer rechts- of natuurlijke personen, met uitzondering van andere gemeenten of provincies, Toerisme Vlaanderen, de Vlaamse Gemeenschap of het Vlaamse Gewest deelnemen;4° Interprovinciaal Toeristisch Samenwerkingsverband, zijnde een toeristisch samenwerkingsverband waarvan het werkingsgebied bestaat in het grondgebied van twee of meer provincies en waarin de provincies, in kwestie, eventueel aangevuld met een of meer rechts- of natuurlijke personen, met uitzondering van gemeenten, andere provincies, Toerisme Vlaanderen, de Vlaamse Gemeenschap of het Vlaamse Gewest deelnemen;5° Provinciaal Toeristisch Samenwerkingsverband, zijnde een toeristisch samenwerkingsverband waarvan het werkingsgebied bestaat in het gehele grondgebied van één provincie waarin de provincie in kwestie en een of meer gemeenten uit de provincie of andere rechts- of natuurlijke personen, met uitzondering van andere provincies of gemeenten, Toerisme Vlaanderen, de Vlaamse Gemeenschap of het Vlaamse Gewest deelnemen. Artikel 4 Om de erkenning te verkrijgen en te behouden, moet de rechtspersoon, vermeld in artikel 3, beschikken over : 1° een raad van bestuur waarin de deelnemende gemeenten en provincies beschikken over de meerderheid van stemmen en leden en die minstens belast is met de algemene leiding en voortgangscontrole van de werking en de activiteiten;2° een algemene vergadering waarin de deelnemende gemeenten en provincies over de meerderheid van stemmen en leden beschikken en die minstens bevoegd is voor : a) de wijziging van de statuten;b) de benoeming en afzetting van de bestuurders;c) de kwijting aan de bestuurders;d) de goedkeuring van de begroting en van de rekening;e) de ontbinding van de rechtspersoon;f) de uitsluiting en toelating van een lid;3° de nodige werkingsmiddelen en administratieve en logistieke organisatie voor de vervulling van de missie en taken, vermeld in artikel 3. Met het oog op het behoud van de erkenning, maakt de raad van bestuur jaarlijks de volgende documenten op : 1° een evaluatieverslag, waarin wordt aangegeven in welke mate het toeristisch samenwerkingsverband het voorbije jaar zijn functie heeft vervuld en in welke mate het beantwoordt aan de erkenningsvoorwaarden;2° een werkprogramma met de begroting van het volgende boekjaar. De Vlaamse Regering kan in het algemeen en per categorie de nadere erkenningsvoorwaarden vastleggen.

HOOFDSTUK II. - Oprichting van een toeristisch samenwerkingsverband Artikel 5 Om erkend te worden als toeristisch samenwerkingsverband, moeten de gemeenten of provincies die een toeristisch samenwerkingsverband willen oprichten of die willen toetreden tot een bestaand samenwerkingsverband dat erkenning als toeristisch samenwerkingsverband beoogt, de (ontwerp)statuten, een motiveringsnota en een financieel plan met een omschrijving van de financiële structuur en de in te zetten middelen, met een aangetekende brief, per fax of elektronisch, als dat een ontvangstbewijs van de geadresseerde oplevert, ter goedkeuring bezorgen aan Toerisme Vlaanderen.

De Vlaamse Regering kan de vereiste inhoud van de vermelde documenten concretiseren of preciseren overeenkomstig de vereisten, vermeld in artikelen 3 en 4.

Artikel 6 Mits de goedkeuring, vermeld in artikel 7, van Toerisme Vlaanderen, vooraf is verkregen, zijn de gemeenten en provincies ertoe gemachtigd om een toeristisch samenwerkingsverband op te richten of toe te treden tot een toeristisch samenwerkingsverband dat de vorm heeft van een vereniging zonder winstoogmerk in de zin van de wet van 27 juni 1921 betreffende de verenigingen zonder winstoogmerk, de internationale verenigingen zonder winstoogmerk en de stichtingen, of dat de vorm heeft van een naamloze of coöperatieve vennootschap in de zin van het Wetboek van vennootschappen.

Artikel 7 De documenten, vermeld in artikel 5, worden door Toerisme Vlaanderen al dan niet goedgekeurd binnen een termijn van dertig kalenderdagen na de ontvangst ervan. Als die termijn verstreken is zonder dat Toerisme Vlaanderen een beslissing heeft genomen en bezorgd aan alle gemeenten en provincies in kwestie, wordt de goedkeuring geacht te zijn verleend.

De goedkeuring houdt de erkenning in als toeristisch samenwerkingsverband.

Tegen de beslissing tot niet-erkenning kunnen de aanvragers met een aangetekende brief, per fax of elektronisch, als dat een ontvangstbewijs van de geadresseerde oplevert, beroep instellen bij de Vlaamse Regering. Het beroep is alleen ontvankelijk als het wordt ingesteld binnen dertig kalenderdagen na de kennisgeving van de weigering. De beslissing over het beroep volgt binnen een termijn van zestig kalenderdagen na de ontvangst ervan. Als die termijn verstreken is zonder dat een beslissing werd genomen en verstuurd aan het samenwerkingsverband en aan alle gemeente- en provincieoverheden in kwestie, wordt de erkenning geacht te zijn verleend.

De Vlaamse Regering kan nadere regels voor de aanvraag tot erkenning en voor de beroepsprocedure vastleggen.

HOOFDSTUK III. - Toezicht Artikel 8 Toerisme Vlaanderen kan met het oog op de controle van de naleving van dit decreet en de uitvoeringsbesluiten ervan, alle documenten en inlichtingen opvragen of ter plaatse raadplegen. Het bepaalt de informatiedrager en de vorm waarin de gegevens worden verstrekt.

Een vertegenwoordiger van Toerisme Vlaanderen kan steeds de vergaderingen bijwonen van de organen van het toeristische samenwerkingsverband, vermeld in artikel 4, eerste lid. Die organen zijn verplicht Toerisme Vlaanderen minstens vijf kalenderdagen op voorhand op de hoogte te brengen van de vergadering en de agenda te bezorgen.

Artikel 9 De beslissingen van de organen van het toeristisch samenwerkingsverband moeten, binnen dertig kalenderdagen nadat ze genomen zijn, worden meegedeeld aan Toerisme Vlaanderen. Het agentschap heeft het recht aanvullende informatie op te vragen.

Als blijkt dat het toeristisch samenwerkingsverband zijn erkenning heeft verkregen of behouden op grond van valse verklaringen en documenten of als het toeristisch samenwerkingsverband een of meer van de bepalingen van dit decreet of de uitvoeringsbesluiten ervan schendt, kan de erkenning worden ingetrokken.

Artikel 10 § 1. Als Toerisme Vlaanderen op basis van artikel 9, tweede lid, overweegt de erkenning in te trekken wegens een schending van een of meer bepalingen van dit decreet of de uitvoeringsbesluiten ervan, kent het, met respect voor de hoorplicht, aan het toeristische samenwerkingsverband een termijn van zestig kalenderdagen toe om aan alle voorwaarden te voldoen. Als wordt overwogen de erkenning in te trekken wegens het afleggen van valse verklaringen en documenten, beslist Toerisme Vlaanderen onverwijld, met respect voor de hoorplicht, de erkenning al dan niet in te trekken.

Als de termijn van zestig kalenderdagen verstreken is, moet het toeristisch samenwerkingsverband aan Toerisme Vlaanderen bewijzen dat het het nodige heeft gedaan. Bij ontstentenis van een dergelijke bewijslevering en nadat de betrokkene opnieuw gehoord werd, kan Toerisme Vlaanderen beslissen tot intrekking van de erkenning of tot toekenning van een nieuwe termijn van zestig kalenderdagen om het nodige te doen.

Als een tweede termijn werd toegekend, kan Toerisme Vlaanderen na verloop daarvan en nadat de betrokkene opnieuw gehoord is, enkel nog beslissen de erkenning al dan niet in te trekken. § 2. Het toeristisch samenwerkingsverband en alle gemeenten en provincies in kwestie worden door Toerisme Vlaanderen met een aangetekende brief, per fax of elektronisch, als dat een ontvangstbewijs van de geadresseerde oplevert, op de hoogte gebracht van de beslissing over de (al dan niet) intrekking van de erkenning. § 3. De beslissing tot intrekking treedt pas dertig kalenderdagen na de kennisgeving in werking. § 4. Tegen de beslissing tot intrekking kan het toeristisch samenwerkingsverband met een aangetekende brief, per fax of elektronisch, als dat een ontvangstbewijs van de geadresseerde oplevert, beroep instellen bij de Vlaamse Regering. Het beroep is alleen ontvankelijk als het wordt ingesteld binnen dertig kalenderdagen na de kennisgeving van de intrekking. Het beroep is opschortend.

De beslissing over het beroep volgt binnen een termijn van zestig kalenderdagen na de ontvangst ervan. Als die termijn verstreken is zonder dat een beslissing werd genomen en verstuurd aan het toeristisch samenwerkingsverband, dan wordt de intrekking geacht te zijn tenietgedaan. § 5. De Vlaamse Regering kan nadere regels voor de procedure tot intrekking en voor het beroep tegen de intrekking vastleggen. § 6. Als een samenwerkingsverband dat afwijkt van het Gemeentedecreet van 15 juli 2005, het Provinciedecreet van 9 december 2005 of het decreet van 6 juli 2001 houdende de intergemeentelijke samenwerking zijn erkenning verliest, moeten de aan dit samenwerkingsverband deelnemende gemeenten en provincies onmiddellijk hun deelname aan het samenwerkingsverband beëindigen.

HOOFDSTUK IV. - Slotbepalingen Artikel 11 De op het ogenblik van de inwerkingtreding van dit decreet bestaande samenwerkingsverbanden van gemeenten en provincies die niet in overeenstemming zijn met het Gemeentedecreet van 15 juli 2005, het Provinciedecreet van 9 december 2005 of het decreet van 6 juli 2001 houdende de intergemeentelijke samenwerking, en die erkend willen worden als toeristisch samenwerkingsverband, moeten zich binnen een jaar na de inwerkingtreding van dit decreet in overeenstemming brengen met de bepalingen van dit decreet en moeten de documenten, vermeld in artikel 5, voor goedkeuring voorgelegd hebben aan Toerisme Vlaanderen.

Die samenwerkingsverbanden zijn rechtsgeldig tot de definitieve beslissing over hun aanvraag, die wordt behandeld overeenkomstig artikel 6, aan hen wordt bezorgd.

Als een samenwerkingsverband, als vermeld in het eerste lid, zijn aanvraag niet tijdig indient, of de erkenning na de aanvraag niet verkrijgt, moeten de aan dat samenwerkingsverband deelnemende gemeenten en provincies, bij gebrek aan een andere uitdrukkelijke decretale rechtsgrond om de samenwerking voort te zetten, onmiddellijk hun deelname aan het samenwerkingsverband beëindigen.

Artikel 12 De Vlaamse Regering bepaalt de datum waarop dit decreet in werking treedt.

Kondigen dit decreet af, bevelen dat het in het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.

Brussel, 6 maart 2009.

De minister-president van de Vlaamse Regering, Vlaams minister van Institutionele Hervormingen, Bestuurszaken, Buitenlands Beleid, Media, Toerisme, Havens, Landbouw, Zeevisserij en Plattelandsbeleid, K. PEETERS De Vlaamse minister van Binnenlands Bestuur, Stedenbeleid, Wonen en Inburgering, M. KEULEN _______ Nota (1) Zitting 2008-2009. Stukken : - Ontwerp van decreet : 1841 - Nr. 1. - Verslag : 1841 - Nr. 2. - Tekst aangenomen door de plenaire vergadering : 1841 - Nr. 3.

Handelingen : - Bespreking en aanneming : vergadering van 18 februari 2009.