Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Vlaamse Regering van 04 september 2009
gepubliceerd op 10 december 2009

Besluit van de Vlaamse Regering houdende uitvoering van het decreet van 6 maart 2009 betreffende de organisatie en erkenning van toeristische samenwerkingsverbanden

bron
vlaamse overheid
numac
2009036113
pub.
10/12/2009
prom.
04/09/2009
ELI
eli/besluit/2009/09/04/2009036113/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

4 SEPTEMBER 2009. - Besluit van de Vlaamse Regering houdende uitvoering van het decreet van 6 maart 2009 betreffende de organisatie en erkenning van toeristische samenwerkingsverbanden


De Vlaamse Regering, Gelet op de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen, artikel 20;

Gelet op het decreet van 19 maart 2004 tot oprichting van het intern verzelfstandigd agentschap met rechtspersoonlijkheid "Toerisme Vlaanderen", artikel 5;

Gelet op het decreet van 26 maart 2004 betreffende de openbaarheid van bestuur, artikel 28;

Gelet op het decreet van 6 maart 2009 betreffende de organisatie en erkenning van toeristische samenwerkingsverbanden, artikelen 3, 4, 5, 7, vierde lid, en 10, § 5;

Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 27 maart 2009;

Gelet op het gemeenschappelijke briefadvies van de Strategische Adviesraad Internationaal Vlaanderen en de Vlaamse Adviesraad Bestuurszaken van 6 mei 2009;

Gelet op advies 46.858/3 van de Raad van State, gegeven op 30 juni 2009, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

Op voorstel van de Vlaamse minister van Bestuurszaken, Binnenlands Bestuur, Inburgering, Toerisme en Vlaamse Rand;

Na beraadslaging, Besluit : HOOFDSTUK I. - Definities

Artikel 1.In dit besluit wordt verstaan onder : 1°het decreet van 6 maart 2009 : het decreet van 6 maart 2009 betreffende de organisatie en erkenning van toeristische samenwerkingsverbanden; 2° Toerisme Vlaanderen : het intern verzelfstandigd agentschap met rechtspersoonlijkheid Toerisme Vlaanderen, opgericht bij het decreet van 19 maart 2004;3° toeristisch samenwerkingsverband : een als dusdanig erkende rechtspersoon als vermeld in artikel 3, § 1, van het decreet van 6 maart 2009;4° deelnemend bestuur : een gemeente of provincie die zelf of via een extern verzelfstandigd agentschap deelneemt aan een toeristisch samenwerkingsverband, of die onder de voorwaarden, vermeld in het decreet van 6 maart 2009 en de uitvoeringsbesluiten ervan, een toeristisch samenwerkingsverband tot stand brengt of ertoe toetreedt;5° bestaand samenwerkingsverband : een rechtspersoon als vermeld in artikel 3, § 2, van het decreet van 6 maart 2009, die onder de voorwaarden, vermeld in het decreet van 6 maart 2009 en de uitvoeringsbesluiten ervan, de erkenning als toeristisch samenwerkingsverband beoogt. HOOFDSTUK II. - Erkenningsprocedure

Art. 2.Met het oog op de erkenning als toeristisch samenwerkingsverband, vermeld in artikel 5 van het decreet van 6 maart 2009, bezorgen de deelnemende besturen die een toeristisch samenwerkingsverband willen oprichten, of die willen toetreden tot een bestaand samenwerkingsverband, of de bestaande samenwerkingsverbanden, op straffe van onontvankelijkheid de volgende documenten aan Toerisme Vlaanderen : 1° de statuten of ontwerpstatuten van de rechtspersoon, die de verplichte elementen, vermeld in artikel 3, dienen te bevatten;2° een omstandig gemotiveerde nota met minstens de volgende elementen : a) de gebiedsomschrijving van het samenwerkingsverband;b) de categorie, vermeld in artikel 3, § 6, van het decreet van 6 maart 2009, waaraan het samenwerkingsverband beantwoordt;c) de deelnemende private en publieke actoren, met een beschrijving van de rol die ze in het samenwerkingsverband vervullen;d) de taken op het vlak van toerisme, vermeld in artikel 3, § 4, van het decreet van 6 maart 2009, die het samenwerkingsverband wil realiseren;3° een financieel plan onder de vorm van een ontwerp van begroting met opgave van de in te zetten middelen van de leden;4° een aanwijzing van een vertegenwoordiger die namens het bestaande samenwerkingsverband of het samenwerkingsverband in oprichting rechtsgeldig belast is met de communicatie met Toerisme Vlaanderen. HOOFDSTUK III. - Verplichte elementen van de statuten

Art. 3.Met behoud van de op de onderscheiden types van rechtspersonen toepasselijke regelgeving bevatten de statuten of ontwerpstatuten van de rechtspersoon waarvoor de erkenning als toeristisch samenwerkingsverband wordt gevraagd, de volgende elementen : 1° het statutaire doel van de rechtspersoon, dat op een duidelijke wijze de missie op het vlak van toerisme, vermeld in artikel 3, § 1, van het decreet van 6 maart 2009 omschrijft;2° de samenstelling en bevoegdheden van de algemene vergadering, waarin elk lid vertegenwoordigd is, en van de raad van bestuur, die voldoen aan de voorwaarden, vermeld in artikel 4, eerste lid, 1° en 2°, van het decreet van 6 maart 2009;3° het ontslag van rechtswege van de door de deelnemende besturen afgevaardigde bestuurders en leden van de algemene vergadering bij verlies van hun openbaar mandaat;4° de bijeenroeping van de vergaderingen, waarbij de agenda van de algemene vergadering en van de raad van bestuur gelijktijdig en minstens vijf kalenderdagen op voorhand zowel aan de vertegenwoordigers als aan elk van de deelnemende besturen wordt bezorgd;5° de openbaarheid van de documenten, waarbij minstens de volgende documenten op de zetel van het samenwerkingsverband ter inzage liggen voor alle raadsleden van de deelnemende besturen : a) de beslissingen van de organen met alle bijlagen, vermeld in artikel 9 van het decreet van 6 maart 2009, binnen dertig kalenderdagen nadat ze genomen zijn;b) de gedetailleerde notulen van de vergaderingen van de organen van het toeristisch samenwerkingsverband, met bijgevoegd het stemgedrag van de individuele leden en alle documenten waarnaar verwezen wordt in de notulen;c) het evaluatieverslag, vermeld in artikel 4, tweede lid, van het decreet van 6 maart 2009;d) het werkprogramma met de begroting van het volgende boekjaar, vermeld in artikel 4, tweede lid, van het decreet van 6 maart 2009;e) alle documenten over de overdracht of terbeschikkingstelling van personeel of infrastructuur, vermeld in artikel 2, derde lid, van het decreet van 6 maart 2009;6° de verbodsbepalingen die van toepassing zijn op de leden van de algemene vergadering en de bestuurders van het toeristisch samenwerkingsverband, die minstens de volgende situaties omvatten : a) aanwezig zijn bij een beraadslaging of besluit over aangelegenheden waarbij ze een rechtstreeks belang hebben, of waarbij hun bloed- of aanverwanten tot en met de vierde graad een persoonlijk en rechtstreeks belang hebben.Dat verbod strekt niet verder dan de bloed- en aanverwanten tot de tweede graad als het gaat om de voordracht van kandidaten, benoemingen, afzettingen en schorsingen; b) als advocaat, notaris of zaakwaarnemer optreden in rechtsgedingen tegen het toeristisch samenwerkingsverband.Het is hen verboden, in dezelfde hoedanigheid, aan het toeristisch samenwerkingsverband raad te geven of op te treden bij een betwisting, tenzij ze die opdracht kosteloos vervullen; c) optreden als raadsman van een personeelslid van het toeristisch samenwerkingsverband in tuchtzaken. HOOFDSTUK IV. - Actieve openbaarheid van bestuur

Art. 4.Het toeristisch samenwerkingsverband dient te voldoen aan de verplichting uit artikel 28, § 1, eerste lid, van het decreet van 26 maart 2004 betreffende de openbaarheid van bestuur. Daartoe organiseert het jaarlijks een publieke zitting waar het evaluatieverslag en het werkprogramma met de begroting van het volgende boekjaar worden voorgesteld. Toerisme Vlaanderen wordt uitgenodigd op die zitting. HOOFDSTUK V. - Toezicht en intrekking van de erkenning

Art. 5.Het toeristisch samenwerkingsverband moet Toerisme Vlaanderen op de hoogte brengen van de ontbinding. De erkenning vervalt van rechtswege als het toeristisch samenwerkingsverband ontbonden wordt.

Art. 6.Met het oog op het behoud van de erkenning brengt het toeristisch samenwerkingsverband Toerisme Vlaanderen binnen dertig kalenderdagen op de hoogte van elke wijziging van de statuten van het toeristisch samenwerkingsverband die verband houdt met de volgende aangelegenheden : 1° de toeristische missie, vermeld in artikel 3, § 1, van het decreet van 6 maart 2009;2° een of meer taken op het vlak van toerisme als vermeld in artikel 3, § 1, van het decreet van 6 maart 2009;3° de samenstelling van het toeristisch samenwerkingsverband, met inbegrip van de samenstelling van de organen van het toeristisch samenwerkingsverband en het stemrecht van de leden, vermeld in artikel 4, eerste lid, van het decreet van 6 maart 2009.

Art. 7.Met het oog op het behoud van de erkenning moet uit de beslissingen van de organen van het toeristisch samenwerkingsverband blijken dat het toeristisch samenwerkingsverband over een duidelijke toeristische missie als vermeld in artikel 3, § 1, van het decreet van 6 maart 2009, beschikt, en dat het een of meer taken verwezenlijkt op het vlak van toerisme als vermeld in artikel 3, § 4, van het decreet van 6 maart 2009.

Art. 8.Toerisme Vlaanderen brengt, als het met toepassing van artikel 10 van het decreet van 6 maart 2009 overweegt de erkenning in te trekken, het toeristisch samenwerkingsverband daarvan op de hoogte.

Toerisme Vlaanderen motiveert omstandig om welke reden het overweegt de erkenning in te trekken.

Overeenkomstig artikel 10, § 1, van het decreet van 6 maart 2009, bezorgt het toeristisch samenwerkingsverband Toerisme Vlaanderen binnen tien kalenderdagen na het verstrijken van de termijn van zestig kalenderdagen of, in voorkomend geval, na het verstrijken van een tweede termijn van zestig kalenderdagen de nodige documenten waaruit blijkt dat het toeristisch samenwerkingsverband aan de bepalingen van het decreet van 6 maart 2009 en de uitvoeringsbesluiten ervan voldoet.

Overeenkomstig artikel 10, § 2, van het decreet van 6 maart 2009, brengt Toerisme Vlaanderen binnen dertig kalenderdagen na het verstrijken van de termijn het toeristisch samenwerkingsverband op de hoogte van zijn beslissing. HOOFDSTUK VI. - Beroep tegen niet-erkenning en tegen intrekking van de erkenning

Art. 9.Het beroep tegen de beslissing tot niet-erkenning, vermeld in artikel 7, derde lid, van het decreet van 6 maart 2009, en tegen de beslissing tot intrekking van de erkenning, vermeld in artikel 10, § 4, van het decreet van 6 maart 2009, wordt ingesteld bij de Vlaamse minister, bevoegd voor het Toerisme. De Vlaamse minister, bevoegd voor het toerisme, neemt zijn beslissing pas nadat aan de aanvragers of aan het toeristisch samenwerkingsverband de kans is geboden om door het Departement internationaal Vlaanderen te worden gehoord. HOOFDSTUK VII. - Slotbepalingen

Art. 10.De volgende regelgevende teksten treden in werking op 1 januari 2010 : 1° het decreet van 6 maart 2009;2° dit besluit.

Art. 11.De Vlaamse minister, bevoegd voor het Toerisme, is belast met de uitvoering van dit besluit.

Brussel, 4 september 2009.

De minister-president van de Vlaamse Regering, K. PEETERS De Vlaamse minister van Bestuurszaken, Binnenlands Bestuur, Inburgering, Toerisme en Vlaamse Rand, G. BOURGEOIS

^