Etaamb.openjustice.be
Decreet van 29 juni 2012
gepubliceerd op 03 augustus 2012

Decreet tot wijziging van het Provinciedecreet van 9 december 2005

bron
vlaamse overheid
numac
2012035889
pub.
03/08/2012
prom.
29/06/2012
ELI
eli/decreet/2012/06/29/2012035889/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

VLAAMSE OVERHEID

Ruimtelijke Ordening, Woonbeleid en Onroerend Erfgoed


29 JUNI 2012. - Decreet tot wijziging van het Provinciedecreet van 9 december 2005 (1)


Het VLAAMS PARLEMENT heeft aangenomen en Wij, REGERING, bekrachtigen hetgeen volgt : Decreet tot wijziging van het Provinciedecreet van 9 december 2005 HOOFDSTUK 1. - Inleidende bepaling

Artikel 1.Dit decreet regelt een gemeenschaps- en gewestaangelegenheid. HOOFDSTUK 2. - Wijzigingen in het Provinciedecreet van 9 december 2005 Afdeling 1. - Wijzigingen in titel I van het Provinciedecreet

Art. 2.Artikel 2 van het Provinciedecreet van 9 december 2005 wordt vervangen door wat volgt : «

Art. 2.§ 1. De provincies zijn het intermediair beleidsniveau tussen het Vlaamse en het gemeentelijke niveau. De provincies beogen om op het provinciale niveau bij te dragen tot de duurzame ontwikkeling van het provinciale gebied. § 2. Overeenkomstig artikel 41 van de gecoördineerde Grondwet zijn de provincies bevoegd voor de regeling van de provinciale belangen. Tot die provinciale belangen behoren met name : 1° de bovenlokale taakbehartiging.Een taakbehartiging is bovenlokaal als ze aangelegenheden van lokaal gemeentelijk belang overstijgt, voor zover ze streekgericht blijft en gericht is op realisaties binnen de grenzen van het grondgebied van de provincie; 2° ondersteunende taken op verzoek van andere overheden;3° het nemen van initiatieven met het oog op gebiedsgerichte samenwerking tussen besturen in een regio, met inbegrip van samenwerkingsverbanden met of zonder rechtspersoonlijkheid, binnen de grenzen, vastgelegd door de Vlaamse Regering, zonder afbreuk te doen aan het decreet van 6 juli 2001 houdende de intergemeentelijke samenwerking. Alleen als dat bij decreet uitdrukkelijk is bepaald, kunnen de provincies de medewerking van de gemeenten regelen. § 3. Inzake de aangelegenheden vermeld in de artikelen 4 en 5 van de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen oefenen de provincies slechts de bevoegdheden en taken uit indien en voor zover hen die door of krachtens de wet of het decreet zijn toevertrouwd.

Voor zover dit bij decreet is bepaald, oefenen de provincies deze bevoegdheden uit overeenkomstig de bepalingen opgenomen in een bestuursakkoord afgesloten tussen de Vlaamse Regering en de provincies. De Vlaamse Regering sluit hiertoe een bestuursakkoord met elk van de vijf provincies. Deze bestuursakkoorden bevatten zowel een algemeen luik, identiek in de vijf bestuursakkoorden, als een specifiek luik, afgestemd op de betrokken provincie.

De bestuursakkoorden worden gesloten voor een periode van zes jaar. Ze starten op 1 januari van het tweede jaar dat volgt op de provincieraadsverkiezingen en lopen af op 31 december van het jaar na de volgende provincieraadsverkiezingen. De Vlaamse Regering bepaalt de nadere modaliteiten met betrekking tot de inhoud en de procedure voor de opmaak, het afsluiten en de evaluatie van de bestuursakkoorden. ». Afdeling 2. - Wijzigingen in titel II van het Provinciedecreet

Art. 3.In artikel 7, § 3, van hetzelfde decreet wordt het tweede lid opgeheven.

Art. 4.In artikel 8 van hetzelfde decreet worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in paragraaf 4, eerste lid, worden de woorden « , afgezet of geschorst is » geschrapt;2° paragraaf 4, derde lid, wordt vervangen door wat volgt : « De voorzitter die als verhinderd wordt beschouwd of die tijdelijk afwezig is, wordt vervangen zolang hij verhinderd of tijdelijk afwezig is.De provincieraad neemt akte van de verhindering en van de beëindiging van de periode van verhindering. Als het niet gaat om een door het decreet opgelegde verhindering, dan richt de voorzitter zijn verzoek tot vervanging wegens verhindering aan de provincieraad. »; 3° paragraaf 6 wordt opgeheven.

Art. 5.In artikel 10 van hetzelfde decreet, gewijzigd bij het decreet van 30 april 2009, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in paragraaf 1 wordt het eerste lid vervangen door wat volgt : « Het provincieraadslid dat tijdens zijn mandaat niet meer voldoet aan de verkiesbaarheidsvoorwaarden, wordt door de provincieraad, nadat het raadslid is gehoord, vervallen verklaard tenzij het provincieraadslid onmiddellijk ontslag neemt overeenkomstig artikel 15.»; 2° paragraaf 3 wordt vervangen door wat volgt : « § 3.Als de betrokkene, zelfs bij ontstentenis van enige kennisgeving, na de vervallenverklaring zijn mandaat blijft uitoefenen hoewel hij kennis heeft van de oorzaak van het verval, is hij strafbaar met gevangenisstraf van acht dagen tot een jaar en met geldboete van zesentwintig euro tot vijfhonderd euro. ».

Art. 6.In artikel 11 van hetzelfde decreet worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in het eerste lid, punt 6°, worden de woorden « bloed- of aanverwanten tot en met de tweede graad » vervangen door de woorden « bloedverwanten tot en met de tweede graad, aanverwanten in de eerste graad »;2° in het tweede lid worden de woorden « in een van die graden » vervangen door de woorden « in een graad zoals vermeld in het eerste lid, 6° ».

Art. 7.In artikel 12 van hetzelfde decreet, gewijzigd bij het decreet van 30 april 2009, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° paragraaf 2 wordt vervangen door wat volgt : « § 2.Een provincieraadslid dat tijdens zijn mandaat in een situatie terechtkomt die onverenigbaar is met zijn mandaat en dat binnen vijftien dagen na het tot hem gerichte verzoek van de voorzitter van de provincieraad geen einde maakt aan die situatie, wordt door de provincieraad vervallen verklaard van zijn mandaat, overeenkomstig artikel 10, § 1, tweede lid, § 2 en § 3, nadat het betrokken provincieraadslid is gehoord. »; 2° paragraaf 3 wordt vervangen door wat volgt : « § 3.Als de betrokkene, zelfs bij ontstentenis van enige kennisgeving na de vervallenverklaring, zijn mandaat blijft uitoefenen hoewel hij kennis heeft van de oorzaak van het verval, is hij strafbaar met gevangenisstraf van acht dagen tot een jaar en met geldboete van zesentwintig euro tot vijfhonderd euro. ».

Art. 8.In artikel 13, eerste lid, van hetzelfde decreet, vervangen bij het decreet van 22 december 2006 en gewijzigd bij het decreet van 30 april 2009, wordt de zinsnede « , en over de beroepen ingesteld overeenkomstig de artikelen 165, § 8, 166, § 6, en 171, § 8 » opgeheven.

Art. 9.In artikel 16 van hetzelfde decreet wordt het vierde lid opgeheven.

Art. 10.In artikel 20 van hetzelfde decreet, gewijzigd bij het decreet van 30 april 2009, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° het tweede lid wordt vervangen door wat volgt : « De voorzitter is verplicht de provincieraad bijeen te roepen op verzoek van een derde van de zittinghebbende leden of van de deputatie.»; 2° er worden een derde en vierde lid toegevoegd, die luiden als volgt : « De voorzitter is ook verplicht de provincieraad bijeen te roepen op verzoek van een vijfde van de zittinghebbende leden als zes weken na de datum van de vorige provincieraad nog geen bijeenroeping heeft plaatsgevonden.De periode van zes weken wordt geschorst van 11 juli tot en met 15 augustus.

In geval van een verplichte bijeenroeping als vermeld in het tweede en het derde lid, roept de voorzitter de provincieraad bijeen op de aangewezen dag en het aangewezen uur en met de voorgestelde agenda.

Daarvoor bezorgen de provincieraadsleden en de deputatie voor elk punt op die agenda hun voorstel van beslissing met toelichting aan de provinciegriffier, die de voorstellen bezorgt aan de voorzitter van de provincieraad. ».

Art. 11.In artikel 21, derde lid, van hetzelfde decreet, gewijzigd bij het decreet van 23 januari 2009 wordt de volgende zin toegevoegd : « Dit huishoudelijk reglement bepaalt in elk geval dat indien een provincieraadslid hierom verzoekt, een dossier elektronisch ter beschikking wordt gesteld. ».

Art. 12.In artikel 29, eerste lid, van hetzelfde decreet worden de woorden « als het geringste uitstel gevaar zou kunnen opleveren » opgeheven.

Art. 13.In artikel 39, § 1, van hetzelfde decreet wordt een tweede lid toegevoegd, dat luidt als volgt : « In elke provincie wordt minstens een commissie opgericht die waakt over de afstemming van het provinciaal beleid op het beleid van de intergemeentelijke samenwerkingsverbanden en verzelfstandigde agentschappen van de provincie. De provincie richt hiertoe ofwel een aparte commissie op, ofwel integreert zij deze taak in de verschillende bestaande commissies. ».

Art. 14.In artikel 43, § 2, van hetzelfde decreet, vervangen bij decreet van 30 april 2009, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in punt 12° worden tussen de woorden « opgenomen » en « ;» de woorden « of behoudens de bepaling van artikel 57, § 3, 8°, c) » ingevoegd; 2° punt 18° wordt vervangen door wat volgt : « 18° beslissingen overeenkomstig artikel 186;»; 3° een punt 27° wordt toegevoegd, dat luidt als volgt : « 27° de bevoegdheden van de provincieraad als vermeld in artikel 47bis.».

Art. 15.In artikel 44 van hetzelfde decreet worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in paragraaf 1, eerste lid, wordt het woord « zes » vervangen door het woord « vijf »;2° in paragraaf 1, tweede lid, worden de woorden « hetzij bloed- of aanverwanten tot en met de vierde graad » vervangen door de woorden « hetzij bloedverwanten tot en met de tweede graad, hetzij aanverwanten in de eerste graad ».

Art. 16.In artikel 46, § 1, van hetzelfde decreet wordt het tweede lid opgeheven.

Art. 17.In artikel 47, eerste lid, van hetzelfde decreet wordt tussen het woord « artikelen » en het getal « 49 » de zinsnede « 47bis » ingevoegd.

Art. 18.In hetzelfde decreet, het laatst gewijzigd bij het decreet van 10 december 2010, wordt een artikel 47bis ingevoegd, dat luidt als volgt : «

Art. 47bis.De provincieraad kan bij volstrekte meerderheid van stemmen de structurele onbestuurbaarheid van de provincie vaststellen en brengt de Vlaamse Regering daarvan op de hoogte.

Op grond van die kennisgeving onderneemt de Vlaamse Regering een bemiddelingspoging.

Als de Vlaamse Regering vaststelt dat de bemiddeling mislukt is en er zich geen oplossing aandient, brengt ze de provincieraad daarvan op de hoogte. In dat geval kan de provincieraad de procedure starten voor de aanstelling van een nieuwe deputatie. Er wordt vervolgens overgegaan tot de verkiezing en installatie van de nieuwe gedeputeerden op basis van een gezamenlijke akte van voordracht, overeenkomstig artikelen 45, § 1, § 2 en § 4 en 46. De uittredende gedeputeerden blijven in functie tot de installatie van de nieuwe gedeputeerden heeft plaatsgevonden.

In het geval er geen gezamenlijke akte van voordracht wordt ingediend, overeenkomstig artikel 45, § 1 en § 2, blijven de uittredende gedeputeerden in functie.

De vaststelling van de structurele onbestuurbaarheid en de aanstelling van een nieuwe deputatie in toepassing daarvan, kan niet gebeuren in spoedeisende gevallen zoals vermeld in artikel 29 en evenmin in de periode van twaalf maanden voor de dag van de verkiezingen voor de volledige vernieuwing van de provincieraden.

De aanstelling van een nieuwe deputatie na vaststelling van de structurele onbestuurbaarheid kan slechts eenmaal per bestuursperiode gebeuren. ».

Art. 19.Aan artikel 51, vijfde lid, van hetzelfde decreet, gewijzigd bij het decreet van 30 april 2009, wordt de volgende zin toegevoegd : « Dit huishoudelijk reglement bepaalt in elk geval dat, indien een provincieraadslid hierom verzoekt, de notulen elektronisch ter beschikking worden gesteld. ».

Art. 20.§ 1. In artikel 57 van hetzelfde decreet, vervangen bij het decreet van 30 april 2009, worden volgende wijzigingen aangebracht : 1° paragraaf 3, punt 8°, wordt aangevuld met een punt c) dat luidt als volgt : c) met betrekking tot verhuring, concessie, pacht, jacht- en visrechten van meer dan negen jaar, behoudens het vaststellen van de contractvoorwaarden waarvoor de provincieraad bevoegd blijft;2° paragraaf 3, punt 9°, wordt vervangen door wat volgt : « 9° het vertegenwoordigen van de provincie in gerechtelijke en buitengerechtelijke gevallen en beslissingen over het in rechte optreden namens de provincie, met behoud van artikel 186;»; 3° er wordt een nieuwe paragraaf 4bis ingevoegd die luidt als volgt : « § 4bis.De deputatie houdt een volledig en geactualiseerd overzicht bij van : 1° alle extern verzelfstandigde agentschappen van de provincie, hun statuten en hun overeenkomsten met de provincie;2° alle verenigingen, stichtingen en vennootschappen waarin de provincie deelneemt;3° alle intergemeentelijke samenwerkingsverbanden waarvan de provincie deel uitmaakt, hun statuten en hun overeenkomsten met de provincie. Minstens eenmaal per jaar wordt de provincieraad in kennis gesteld van dit geactualiseerd overzicht met een toelichting over alle wijzigingen aan deze overzichtslijst die zich sinds de vorige toelichting hebben voorgedaan. ». § 2. Artikel 188, § 1, derde en vierde lid, en artikel 221, derde lid, van hetzelfde decreet worden opgeheven. § 3. Artikel 186 van hetzelfde decreet wordt vervangen door wat volgt : '

Art. 186.§ 1. De deputatie vertegenwoordigt de provincie in gerechtelijke en buitengerechtelijke gevallen en beslist om op te treden in rechte namens de gemeente.

De provincieraad kan beslissen om deze bevoegdheden in de plaats van de deputatie uit te oefenen. Wanneer een lid van de deputatie zich bevindt in een situatie als beschreven in artikel 27, § 1, 1°, oefent de provincieraad deze bevoegdheden uit. § 2. De deputatie of, in voorkomend geval, de provincieraad kan hetzij een lid van de deputatie, hetzij een lid van het personeel, hetzij een advocaat aanwijzen om namens de provincie te verschijnen in rechte. ».

Art. 21.In artikel 58, tweede lid, van hetzelfde decreet worden de woorden « 8°, b) » vervangen door de woorden « 8°, b) en c) ».

Art. 22.In artikel 66, § 1, vijfde lid, van hetzelfde decreet worden tussen de woorden « een arrondissementscommissaris » en « aan om hem te vervangen » de woorden « of een ambtenaar van niveau A van de Vlaamse overheid » ingevoegd.

Art. 23.Artikel 67 van hetzelfde decreet wordt vervangen door wat volgt : «

Art. 67.De provincieraad kent de eretitels toe aan de gedeputeerden onder de voorwaarden die hij bepaalt. De Vlaamse Regering bepaalt de ambtskledij en de onderscheidingstekens van de gedeputeerden. ».

Art. 24.In artikel 68 van hetzelfde decreet, gewijzigd bij het decreet van 30 april 2009, wordt paragraaf 5 vervangen door wat volgt : « § 5. Er wordt een uittredingsvergoeding toegekend aan de gedeputeerden die hun mandaat beëindigen. De Vlaamse Regering bepaalt de wijze van betaling, de toekenningsvoorwaarden en de duur van de uittredingsvergoeding binnen de hierna bepaalde grenzen : - een maand uittredingsvergoeding per gepresteerd jaar, met een maximum van twaalf maanden; - de vergoeding wordt niet uitgekeerd aan uittredende mandatarissen die worden verkozen of benoemd tot burgemeester of schepen, voorzitter of ondervoorzitter van een openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn, provinciegouverneur, ambassadeur, lid van het parlement, lid van een Gemeenschaps- of Gewestregering, minister of staatssecretaris, lid van het Grondwettelijk Hof en evenmin aan uittredende mandatarissen die een bezoldigd ambt hebben aanvaard in een internationale of parastatale instelling; - de uittredingsvergoeding vervalt indien de betrokkene een beroepsinkomen verwerft.

Hierbij kan de betrokkene aanvragen het verschil bij te passen indien dit inkomen lager zou liggen dan de uittredingsvergoeding. ».

Art. 25.In artikel 69 van hetzelfde decreet worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in het eerste lid worden de woorden « of voorzitter van de provincieraad » geschrapt;2° in het tweede lid worden telkens de woorden « of voorzitter van de provincieraad » geschrapt.

Art. 26.In titel II, hoofdstuk V, van hetzelfde decreet, gewijzigd bij decreet van 30 april 2009, wordt een afdeling IV ingevoegd, die luidt als volgt : « Afdeling IV Mandatendatabank

Art. 72bis.De Vlaamse Regering legt een databank aan die gegevens bevat over de mandatarissen van de provincie. Die databank bevat de voornaam, de achternaam, het geslacht, de geboortedatum, het rijksregisternummer, de naam van de lijst waarop de mandataris als provincieraadslid is verkozen, de naam van de fractie waartoe hij behoort, of, in voorkomend geval, de melding dat hij als onafhankelijke zetelt, alsook, in voorkomend geval, de bevoegdheden die hij toegewezen krijgt, en de begin- en einddatum van zijn mandaat.

De gegevens van de mandatarissen zullen publiek toegankelijk zijn tot aan de algehele vernieuwing van de provincieraad, met uitzondering van de geboortedatum en het rijksregisternummer van de betrokken mandataris.

De Vlaamse Regering regelt de nadere uitvoering van dit artikel. ».

Art. 27.In artikel 78, § 2, derde lid, van hetzelfde decreet, ingevoegd bij het decreet van 30 april 2009, worden de woorden « onder hun eigen verantwoordelijkheid, » opgeheven, en wordt het woord « plaatsvervanger » vervangen door het woord « waarnemer ».

Art. 28.In artikel 90, tweede lid, van hetzelfde decreet worden tussen de zin « De schuldenaar moet bovendien vooraf aangemaand zijn met een aangetekende brief. » en de zin « Schulden van een publieke rechtspersoon kunnen nooit via een dwangbevel worden ingevorderd. » de zinnen « De provincie kan administratieve kosten aanrekenen voor deze aangetekende brief. Deze kosten vallen ten laste van de schuldenaar en kunnen eveneens ingevorderd worden via het dwangbevel. » ingevoegd.

Art. 29.Artikel 111 van hetzelfde decreet wordt vervangen als volgt : «

Art. 111.De personeelsleden van de provincie worden geëvalueerd op ambtelijk niveau.

De ombudsman wordt echter geëvalueerd door een bijzondere provincieraadscommissie, samengesteld overeenkomstig artikel 39, § 3.

Die commissie wordt voorgezeten door de voorzitter van de provincieraad.

De provinciegriffier en de financieel beheerder worden echter geëvalueerd door een evaluatiecomité, bestaande uit de deputatie en de voorzitter van de provincieraad. Die evaluatie vindt plaats op basis van een voorbereidend rapport, opgesteld door externe deskundigen in het personeelsbeleid. Het voorbereidend rapport wordt opgemaakt op basis van een evaluatiegesprek tussen de externe deskundigen en de functiehouder en op basis van een onderzoek over de wijze van functioneren van de functiehouder, waarbij de leden van het managementteam en de voorzitters van de deputatie en van de provincieraad betrokken worden. Het evaluatiecomité stemt over het evaluatieresultaat gunstig of ongunstig. Bij staking van stemmen is het evaluatieresultaat gunstig. ». Afdeling 3. - Wijzigingen in titel III van het Provinciedecreet

Art. 30.Artikel 113 van hetzelfde decreet, gewijzigd bij het decreet van 30 april 2009, wordt opgeheven.

Art. 31.Artikel 137 van hetzelfde decreet wordt opgeheven.

Art. 32.Artikel 138 van hetzelfde decreet wordt vervangen door wat volgt : «

Art. 138.Binnen zestig dagen na de dag van ontvangst van het tuchtdossier spreekt de Beroepscommissie voor tuchtzaken zich uit over het beroep. De Beroepscommissie voor tuchtzaken deelt de datum waarop ze het tuchtdossier heeft ontvangen, mee aan de tuchtoverheid en de indiener van het beroep.

De Beroepscommissie voor tuchtzaken kan de oorspronkelijke termijn van zestig dagen tweemaal verlengen met een termijn van zestig dagen. Ze brengt, voor het verstrijken van de termijn van zestig dagen, de tuchtoverheid en het personeelslid op de hoogte van de verlengde termijn.

Onverminderd de termijn bedoeld in het eerste en tweede lid, kan de Beroepscommissie voor tuchtzaken de tuchtoverheid in de gelegenheid stellen om binnen een bepaalde termijn een onwettigheid in de bestreden beslissing te herstellen. In voorkomend geval deelt de Beroepscommissie voor tuchtzaken partijen mee op welke wijze het beroep verder wordt behandeld na kennisname van de beslissing van de tuchtoverheid tot herstel van de onwettigheid en uiterlijk na het verstrijken van deze termijn om de onwettigheid te herstellen.

Indien de Beroepscommissie voor tuchtzaken het beroep gegrond verklaart, vernietigt zij de bestreden beslissing. ». Afdeling 4. - Wijzigingen in titel IV van het Provinciedecreet

Art. 33.In artikel 142, § 1, van hetzelfde decreet, gewijzigd bij het decreet van 30 april 2009, wordt in het eerste lid de zin « Behoudens in de gevallen voorzien in artikel 254, § 4, kan het meerjarenplan pas worden vastgesteld nadat het advies van de externe auditcommissie bedoeld in artikel 254 over het voorontwerp van meerjarenplan wordt voorgelegd. » opgeheven.

Art. 34.In artikel 143 van hetzelfde decreet, gewijzigd bij het decreet van 30 april 2009, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in het derde lid wordt de zin « Vanaf het voorlaatste financiële boekjaar van de zesjaarlijkse periode, vermeld in artikel 142, § 1, tweede lid, beschrijft de financiële nota de financiële consequenties voor ten minste drie financiële boekjaren.» opgeheven; 2° tussen het derde en het vierde lid wordt een lid ingevoegd dat luidt als volgt : « Met behoud van de toepassing van het derde lid beschrijft de financiële nota de financiële consequenties voor ten minste drie en ten hoogste zes financiële boekjaren.».

Art. 35.In artikel 144, eerste lid, van hetzelfde decreet, gewijzigd bij het decreet van 30 april 2009, wordt de zin « Behoudens in de gevallen voorzien in artikel 254, § 4, kan het budget pas worden vastgesteld nadat het advies van de externe auditcommissie, bedoeld in dat artikel, over het ontwerp van budget aan de provincieraad wordt voorgelegd. » opgeheven.

Art. 36.In artikel 147, § 4, van hetzelfde decreet, gewijzigd bij het decreet van 30 april 2009, wordt het tweede lid vervangen door wat volgt : « Een investeringsbudget bestaat uit een of meer investeringsenveloppen. Als een investeringsenveloppe eenmaal in het budget is goedgekeurd, blijft ze geldig tot wanneer de provincieraad deze investeringsenveloppe bij budget of bij budgetwijziging annuleert of tot de provincieraad de rekening van deze investeringsenveloppe vaststelt. ».

Art. 37.In artikel 152 van hetzelfde decreet, gewijzigd bij het decreet van 30 april 2009, wordt het eerste lid vervangen door wat volgt : « Een verbintenis mag alleen worden aangegaan op grond van een goedgekeurd krediet dat voorkomt op het budget, of op grond van een voorlopig krediet. ».

Art. 38.In artikel 153, tweede lid, van hetzelfde decreet, gewijzigd bij het decreet van 30 april 2009, wordt de zinsnede « en, behoudens in de gevallen voorzien in artikel 254, § 4, de externe auditcommissie, bedoeld in dat artikel, » opgeheven.

Art. 39.In artikel 156 van hetzelfde decreet, gewijzigd bij het decreet van 30 april 2009, wordt paragraaf 1 opgeheven.

Art. 40.In artikel 157, eerste lid, van hetzelfde decreet, gewijzigd bij het decreet van 30 april 2009, worden in het eerste lid de volgende wijzigingen aangebracht : 1° de woorden « door een budgethouder » worden opgeheven;2° de zin « Behoudens in de gevallen voorzien in artikel 254, § 4, wordt de externe auditcommissie, bedoeld in dat artikel, van de beslissing op de hoogte gesteld.» wordt opgeheven.

Art. 41.In artikel 158 van hetzelfde decreet, gewijzigd bij het decreet van 30 april 2009, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° paragraaf 1 en 2 worden vervangen door wat volgt : « § 1.Om de betaling mogelijk te maken van geringe exploitatie-uitgaven van het dagelijkse bestuur die zonder uitstel of onmiddellijk voor de goede werking van de dienst moeten worden gedaan, kan de provinciegriffier na advies van de financieel beheerder beslissen aan bepaalde personeelsleden een provisie ter beschikking te stellen. § 2. De provinciegriffier kan, na advies van de financieel beheerder, onder zijn verantwoordelijkheid bepaalde personeelsleden van de provincie die onder zijn gezag staan, belasten met de inning van geringe dagontvangsten. »; 2° paragraaf 3 wordt opgeheven.

Art. 42.In artikel 159 van hetzelfde decreet, gewijzigd bij het decreet van 30 april 2009, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in paragraaf 1, tweede lid, wordt het woord « rekeningen » vervangen door het woord « provisies »;2° in paragraaf 1 wordt het vijfde lid opgeheven;3° in paragraaf 2, tweede lid, wordt de zinsnede « en behalve in de gevallen voorzien in artikel 254, § 4, aan de externe auditcommissie, bedoeld in dat artikel » opgeheven.

Art. 43.In artikel 161 van hetzelfde decreet, gewijzigd bij het decreet van 30 april 2009, wordt de zinsnede « en behalve in de gevallen voorzien in artikel 254, § 4, aan de externe auditcommissie bedoeld in dat artikel » opgeheven.

Art. 44.In artikel 162 van hetzelfde decreet, gewijzigd bij het decreet van 30 april 2009, wordt het tweede lid vervangen door wat volgt : « Hij stelt tegelijkertijd een afschrift van dat rapport ter beschikking aan de deputatie en de provinciegriffier. ».

Art. 45.In artikel 163 van hetzelfde decreet, gewijzigd bij het decreet van 30 april 2009, wordt het vierde lid opgeheven.

Art. 46.In artikel 164 van hetzelfde decreet, gewijzigd bij het decreet van 30 april 2009, wordt de zinsnede « en behalve in de gevallen voorzien in artikel 254, § 4, aan de externe auditcommissie, bedoeld in dat artikel » opgeheven.

Art. 47.Artikel 165 van hetzelfde decreet, gewijzigd bij het decreet van 30 april 2009, wordt opgeheven.

Art. 48.Artikel 166 van hetzelfde decreet, gewijzigd bij het decreet van 30 april 2009, wordt opgeheven.

Art. 49.Artikel 168 van hetzelfde decreet, gewijzigd bij het decreet van 30 april 2009, wordt vervangen door wat volgt : «

Art. 168.Nadat de rekeningen in overeenstemming zijn gebracht met de gegevens van de inventaris, worden ze samengevat opgenomen in het ontwerp van de jaarrekening.

De jaarrekening omvat een beleidsnota, een financiële nota en een samenvatting van de algemene rekeningen.

De beleidsnota geeft het beleid weer dat de provincie gedurende het financiële boekjaar heeft gevoerd. De beleidsnota omvat een toelichting over de financiële toestand van de provincie en verwoordt de aansluiting met de financiële nota.

De financiële nota bevat minstens de exploitatierekening, de investeringsrekening en de liquiditeitenrekening.

De samenvatting van de algemene rekeningen omvat de balans en de staat van opbrengsten en kosten. ».

Art. 50.Artikel 169 van hetzelfde decreet, gewijzigd bij het decreet van 30 april 2009, wordt vervangen door wat volgt : «

Art. 169.§ 1. De provincieraad spreekt zich in de loop van het eerste semester van het financiële boekjaar dat volgt op het financiële boekjaar waarop de rekening betrekking heeft, uit over de vaststelling van de jaarrekening.

Als de provincieraad bezwaren heeft tegen bepaalde verrichtingen, formuleert hij een advies over de aansprakelijkheid van de actoren die betrokken zijn bij die verrichtingen. Dat advies wordt als bijlage bij de jaarrekening gevoegd en bezorgd aan de actoren die aansprakelijk worden gesteld.

Een afschrift van de overeenkomstig dit artikel vastgestelde jaarrekening wordt binnen twintig dagen bezorgd aan de Vlaamse Regering. § 2. De Vlaamse Regering keurt de jaarrekening goed als ze juist en volledig is en een waar en getrouw beeld geeft van de financiële toestand van de provincie.

Als de Vlaamse Regering geen besluit verzonden heeft binnen een termijn van honderd- vijftig dagen die ingaat op de derde dag die volgt op de verzending van de jaarrekening, wordt ze geacht de jaarrekening goed te keuren. ».

Art. 51.In artikel 171 van hetzelfde decreet, gewijzigd bij het decreet van 30 april 2009, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° paragraaf 1 tot en met 5 worden opgeheven;2° paragraaf 6 tot en met 8 worden vervangen door wat volgt : « § 6.Als de Vlaamse Regering bij de goedkeuring bepaalde verrichtingen als onregelmatig heeft bestempeld, beslist ze over de aansprakelijkheid van de actoren die betrokken zijn bij de betwiste verrichtingen.

Als de Vlaamse Regering over de goedkeuring van de jaarrekening binnen een termijn van honderdvijftig dagen die ingaat op de derde dag die volgt op de verzending van de jaarrekening, geen beslissing heeft verzonden, wordt ze geacht over de aansprakelijkheid van de verrichtingen waartegen de provincieraad bezwaren heeft geformuleerd, te hebben beslist overeenkomstig het advies van de provincieraad. § 7. De betrokkenen worden onmiddellijk met een aangetekende brief op de hoogte gebracht van de beslissing van de Vlaamse Regering. In voorkomend geval wordt daarbij een aanmaning gevoegd om het vastgestelde bedrag in de provinciekas te storten.

Een afschrift van de beslissing van de Vlaamse Regering wordt onmiddellijk bezorgd aan de provincie. § 8. Degenen die aansprakelijk worden gesteld en de provincieraad kunnen tegen de beslissingen van de Vlaamse Regering, vermeld in paragraaf 6, beroep instellen bij de Vlaamse Regering binnen een termijn van zestig dagen die ingaat op de derde dag die volgt op de verzending van het betwiste besluit of, als de Vlaamse Regering geen besluit heeft verzonden, die ingaat op de derde dag die volgt op de dag van het verstrijken van de termijn vermeld in paragraaf 6, tweede lid. Dat beroep heeft schorsende werking. De Vlaamse Regering doet uitspraak over de aansprakelijkheid van de betrokkenen en bepaalt het bedrag dat hen ten laste wordt gelegd.

Als de verwerping van bepaalde verrichtingen aanleiding heeft gegeven tot de definitieve afwijzing van bepaalde uitgaven, kan degene die beroep heeft ingesteld de personen die hij aansprakelijk of medeaansprakelijk acht, ter verantwoording roepen in het beroep bij de Vlaamse Regering. In dat geval doet de Vlaamse Regering mee uitspraak over de aansprakelijkheid van de ter verantwoording geroepen personen.

De beslissing van de Vlaamse Regering is uitvoerbaar, zelfs als daartegen beroep is ingesteld bij de Raad van State. Die beslissing kan echter pas ten uitvoer worden gelegd na het verstrijken van de termijn voor het instellen van dat beroep. ».

Art. 52.In artikel 172, § 3, derde lid, van hetzelfde decreet, gewijzigd bij het decreet van 30 april 2009, worden de woorden « de dag na het inkomen » vervangen door de woorden « de derde dag die volgt op het verzenden ».

Art. 53.In artikel 173, § 3, derde lid, van hetzelfde decreet, gewijzigd bij het decreet van 30 april 2009, worden de woorden « de dag na het inkomen » vervangen door de woorden « de derde dag die volgt op het verzenden ».

Art. 54.Artikel 174 van hetzelfde decreet, gewijzigd bij het decreet van 30 april 2009, wordt opgeheven.

Art. 55.In hetzelfde decreet, het laatst gewijzigd bij het decreet van 10 december 2010, wordt een artikel 174bis ingevoegd, dat luidt als volgt : «

Art. 174bis.§ 1. Onmiddellijk na de verzending van het meerjarenplan, de aanpassing van het meerjarenplan, het budget of de jaarrekening aan de toezichthoudende overheid bezorgt de provincie de gegevens over het vastgestelde beleidsrapport in een digitaal bestand aan de Vlaamse Regering. De Vlaamse Regering bepaalt welke gegevens de besturen bezorgen en de wijze waarop die gegevens elektronisch worden aangeleverd. Bij gebrek aan een vastgestelde jaarrekening op 30 juni van het jaar dat volgt op het financiële boekjaar in kwestie bezorgt de provincie de gegevens over het ontwerp van de jaarrekening in een digitaal bestand aan de Vlaamse Regering.

Dat vastgestelde beleidsrapport van de provincieraad is pas uitvoerbaar als de Vlaamse Regering in het bezit is van de digitale rapporten. De Vlaamse Regering verstuurt onmiddellijk een ontvangstmelding van de rapporten naar het bestuur. § 2. De provincie rapporteert aan de Vlaamse Regering over de verrichte transacties van elk kwartaal voor het einde van de maand die volgt op het kwartaal. De Vlaamse Regering bepaalt welke gegevens worden aangeleverd en de wijze waarop die gegevens elektronisch worden aangeleverd. ». Afdeling 5. - Wijzigingen in titel V van het Provinciedecreet

Art. 56.In artikel 176, tweede lid, van hetzelfde decreet wordt het woord « provinciegouverneur » vervangen door de woorden « de provinciegouverneur of het op grond van artikel 52 aangewezen lid van de deputatie ».

Art. 57.In artikel 178, § 2, van hetzelfde decreet wordt het woord « provinciegouverneur » vervangen door de woorden « de provinciegouverneur of het op grond van artikel 52 aangewezen lid van de deputatie ».

Art. 58.Artikel 180 van hetzelfde decreet wordt vervangen door wat volgt : «

Art. 180.De reglementen en verordeningen van de provincieraad en de deputatie worden bekendgemaakt door middel van publicatie op de provinciale website met vermelding van zowel de datum waarop ze worden aangenomen als de datum waarop ze op de provinciale website bekendgemaakt worden. ».

Art. 59.Artikel 187 van hetzelfde decreet wordt vervangen door wat volgt : «

Art. 187.Als de deputatie of de provincieraad nalaten in rechte op te treden, en als gevolg van dit stilzitten het leefmilieu schade toegebracht wordt of een ernstige dreiging op schade aan het leefmilieu ontstaat, kunnen een of meer inwoners in rechte optreden namens de provincie, mits zij onder zekerheidstelling aanbieden om persoonlijk de kosten van het geding te dragen en in te staan voor de veroordeling tot schadevergoeding of boete wegens tergend en roekeloos geding of hoger beroep die kan worden uitgesproken.

Dit recht staat ook open voor de rechtspersonen waarvan de maatschappelijke zetel in de provincie is gevestigd.

De provincie kan over het geding geen dading aangaan of er afstand van doen zonder instemming van degene die het geding in haar naam heeft gevoerd.

Op straffe van onontvankelijkheid kunnen personen, vermeld in het eerste en het tweede lid, slechts namens de provincie in rechte optreden indien zij het gedinginleidende stuk aan de deputatie hebben betekend, en, daaraan voorafgaand, de deputatie wegens het niet-optreden in gebreke hebben gesteld en na een termijn van tien dagen na de betekening van deze ingebrekestelling geen optreden in rechte vanwege het provinciebestuur heeft plaatsgevonden. In geval van hoogdringendheid is geen voorafgaande ingebrekestelling vereist. ». Afdeling 6. - Wijzigingen in titel VI van het Provinciedecreet

Art. 60.In artikel 196 van hetzelfde decreet wordt het woord « provincieraad » vervangen door het woord « provincie ».

Art. 61.Aan artikel 200 van hetzelfde decreet wordt een tweede lid toegevoegd, dat luidt als volgt : « De Vlaamse Regering legt het model van het formulier, vermeld in het eerste lid, vast. » Afdeling 7. - Wijzigingen in titel VII van het Provinciedecreet

Art. 62.In artikel 217, § 1, van hetzelfde decreet wordt de zin « De beheersovereenkomst, evenals elke verlenging, wijziging, schorsing of ontbinding ervan, wordt verzonden aan de Vlaamse Regering en ter inzage neergelegd op de griffie van de oprichtende provincie. » vervangen door de zin « De provincie neemt de nodige initiatieven voor de openbaarheid van de beheersovereenkomst, inclusief alle wijzigingen eraan. ».

Art. 63.In artikel 221 van hetzelfde decreet wordt het eerste lid aangevuld met de volgende zin : « Deze bepaling slaat niet op de omvorming van bestaande structuren conform artikel 266 van dit decreet, tenzij hierdoor bijkomende taken van provinciaal belang extern zouden worden verzelfstandigd. ».

Art. 64.In artikel 226 van hetzelfde decreet wordt punt 5° opgeheven.

Art. 65.In artikel 228 van hetzelfde decreet worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in paragraaf 1 wordt het tweede lid vervangen door wat volgt : « De provincie en het autonoom provinciebedrijf nemen de nodige initiatieven voor de openbaarheid van de beheersovereenkomst, inclusief alle wijzigingen eraan.»; 2° in paragraaf 2, 8°, wordt de zin « Er wordt minstens voorzien in een jaarlijks ondernemingsplan en een operationeel plan op middellange en lange termijn;» opgeheven; 3° in paragraaf 2 wordt punt 9° opgeheven;4° in paragraaf 2, 10°, wordt de zinsnede « , de wijze waarop de auditinstantie bij het autonoom provinciebedrijf de audittaken uitoefent die aan de auditinstantie zijn opgedragen overeenkomstig artikel 254, en de wijze van rapportering van die auditinstantie aan de provincieraad » opgeheven.

Art. 66.In artikel 229 van hetzelfde decreet, gewijzigd bij het decreet van 30 april 2009, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in paragraaf 2 worden het derde en het vierde lid vervangen door wat volgt : « Elke fractie kan minstens één lid van de raad van bestuur voordragen en dit voordrachtrecht waarborgt elke fractie een vertegenwoordiging in de raad van bestuur.Als de gewaarborgde vertegenwoordiging evenwel afbreuk zou doen aan de mogelijkheid voor de fracties die vertegenwoordigd zijn in de deputatie om minstens de helft van de leden van de raad van bestuur voor te dragen, wordt er gewerkt met gewogen stemrecht binnen de groep van door de fracties voorgedragen bestuurders. »; 2° er wordt een paragraaf 2bis ingevoegd, die luidt als volgt : « § 2bis.De provincieraad kan er ook voor kiezen alle leden van de provincieraad te benoemen als lid van de raad van bestuur. In dit geval is het eerste lid van paragraaf 2 niet van toepassing en mogen er geen presentiegelden worden toegekend voor de vergaderingen van de raad van bestuur. ».

Art. 67.Aan artikel 231 van hetzelfde decreet wordt de volgende zin toegevoegd : « Op verzoek van een provincieraadslid worden deze notulen elektronisch ter beschikking gesteld. ».

Art. 68.Artikel 233 van hetzelfde decreet, zoals gewijzigd bij decreet van 30 april 2009, wordt opgeheven.

Art. 69.Aan artikel 234 van hetzelfde decreet wordt een derde lid toegevoegd, dat luidt als volgt : « In afwijking van het tweede lid kan er aan geen enkel personeelslid van het autonoom provinciebedrijf eenjaarsalaris worden toegekend dat gelijk is aan of hoger dan het jaarsalaris van de provinciegriffier van de overeenkomstige provincie. ».

Art. 70.In artikel 236 van hetzelfde decreet, gewijzigd bij het decreet van 30 april 2009, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in het eerste lid wordt de zin « Het autonoom provinciebedrijf maakt een budget op overeenkomstig de regels die krachtens artikelen 145, 146, 147, § 1, § 2, eerste lid, § 3 en § 4, en 175, worden gesteld voor het budget van de provincie.» vervangen door de zin « Het autonoom provinciebedrijf maakt een meerjarenplan en een budget op overeenkomstig de regels die krachtens artikelen 141, 142, 143, 145, 146, 147 en 175, gelden voor het meerjarenplan en het budget van de provincie. »; 2° het tweede en derde lid worden opgeheven;3° het vijfde lid wordt opgeheven;4° het zesde lid wordt vervangen door wat volgt : « De raad van bestuur stelt het meerjarenplan en het budget vast en legt ze ter goedkeuring voor aan de provincieraad.»; 5° na het zesde lid, dat het derde lid wordt, wordt een vierde lid toegevoegd, dat luidt als volgt : « De Vlaamse Regering bepaalt de nadere voorschriften voor de toepassing van de bepalingen van het eerste lid op de autonome provinciebedrijven.».

Art. 71.In hetzelfde decreet, het laatst gewijzigd bij het decreet van 10 december 2010, wordt een artikel 236bis ingevoegd, dat luidt als volgt : «

Art. 236bis.§ 1. De controle op de financiële toestand, op de jaarrekening en op de regelmatigheid van de verrichtingen weer te geven in de jaarrekening van het autonoom provinciebedrijf wordt uitgeoefend door één of meer commissarissen. Dit zijn erkende bedrijfsrevisoren die benoemd worden door de provincieraad en die onderworpen zijn aan de wettelijke en reglementaire bepalingen die hun ambt en hun bevoegdheid regelen. § 2. De raad van bestuur spreekt zich in de loop van het eerste semester van het financiële boekjaar dat volgt op het financiële boekjaar waarop de rekening betrekking heeft, uit over de vaststelling van de jaarrekening.

Als de raad van bestuur bezwaren heeft tegen bepaalde verrichtingen, formuleert hij een advies over de aansprakelijkheid van de actoren die betrokken zijn bij die verrichtingen. Dat advies wordt als bijlage bij de jaarrekening gevoegd. Een afschrift van dat advies wordt bezorgd aan de betrokken actoren.

Een afschrift van de overeenkomstig dit artikel vastgestelde jaarrekening wordt binnen twintig dagen bezorgd aan de provincieraad. § 3. De provincieraad keurt de jaarrekening goed aan de hand van het verslag van de commissaris of commissarissen, vermeld in paragraaf 1, als ze juist en volledig is en een waar en getrouw beeld geeft van de financiële toestand van het autonoom provinciebedrijf.

Als de provincieraad geen besluit verzonden heeft aan het autonoom provinciebedrijf binnen een termijn van vijftig dagen die ingaat op de derde dag die volgt op de verzending van de jaarrekening aan de provincieraad, wordt hij geacht de jaarrekening goed te keuren. § 4. De raad van bestuur kan bij de Vlaamse Regering gemotiveerd beroep instellen tegen het besluit van de provincieraad tot niet-goedkeuring van de jaarrekening.

Het beroep moet worden ingediend binnen een termijn van dertig dagen die ingaat op de derde dag die volgt op de verzending van het betwiste besluit. De Vlaamse Regering spreekt zich over het ingestelde beroep uit binnen een termijn van vijftig dagen die ingaat op de derde dag die volgt op de verzending van het beroep. Als de Vlaamse Regering binnen die termijn geen beslissing heeft verzonden, wordt ze geacht in te stemmen met het besluit van de provincieraad. ».

Art. 72.In hetzelfde decreet, het laatst gewijzigd bij het decreet van 10 december 2010, wordt een artikel 236ter ingevoegd dat luidt als volgt : «

Art. 236ter.§ 1. Als de provincieraad bij de goedkeuring bepaalde verrichtingen als onregelmatig heeft bestempeld, beslist hij over de aansprakelijkheid van de actoren die betrokken zijn bij de betwiste verrichtingen.

Als de provincieraad zich niet uitgesproken heeft over de goedkeuring van de jaarrekening binnen een termijn van vijftig dagen die ingaat op de derde dag die volgt op de verzending van de jaarrekening aan de provincieraad, wordt hij geacht over de aansprakelijkheid van de verrichtingen waartegen de raad van bestuur bezwaren heeft geformuleerd, te hebben beslist overeenkomstig het advies van de raad van bestuur. § 2. De betrokkenen worden onmiddellijk met een aangetekende brief op de hoogte gebracht van de beslissing van de provincieraad. In voorkomend geval wordt daarbij een aanmaning gevoegd om het vastgestelde bedrag in de kas van het autonoom provinciebedrijf te storten. Een afschrift van de beslissing van de provincieraad wordt onmiddellijk bezorgd aan het autonoom provinciebedrijf en aan de Vlaamse Regering. § 3. Degenen die aansprakelijk worden gesteld en het autonoom provinciebedrijf kunnen beroep instellen bij de Vlaamse Regering tegen de beslissingen van de provincieraad, vermeld in paragraaf 1, binnen een termijn van zestig dagen die ingaat op de derde dag die volgt op de verzending van het betwiste besluit of, als de provincieraad geen besluit heeft verzonden, die ingaat op de derde dag die volgt op de dag van het verstrijken van de termijn vermeld in paragraaf 1, tweede lid. Dat beroep heeft schorsende werking. De Vlaamse Regering doet uitspraak over de aansprakelijkheid van de betrokkenen en bepaalt het bedrag dat hen ten laste wordt gelegd.

Als de verwerping van bepaalde verrichtingen aanleiding heeft gegeven tot de definitieve afwijzing van bepaalde uitgaven, kan degene die beroep heeft ingesteld de personen die hij aansprakelijk of medeaansprakelijk acht, ter verantwoording roepen in het beroep bij de Vlaamse Regering. In dat geval doet de Vlaamse Regering mee uitspraak over de aansprakelijkheid van de ter verantwoording geroepen personen.

De beslissing van de Vlaamse Regering is uitvoerbaar, zelfs als daartegen beroep is ingesteld bij de Raad van State. Die beslissing kan echter pas ten uitvoer worden gelegd na het verstrijken van de termijn voor het instellen van dat beroep. ».

Art. 73.In hetzelfde decreet, het laatst gewijzigd bij het decreet van 10 december 2010, wordt een artikel 236quater ingevoegd, dat luidt als volgt : «

Art. 236quater.Onmiddellijk na het bezorgen van het meerjarenplan, de aanpassing van het meerjarenplan, het budget of de jaarrekening aan de provincie bezorgt het autonoom provinciebedrijf de gegevens over het vastgestelde beleidsrapport in een digitaal bestand aan de Vlaamse Regering. De Vlaamse Regering bepaalt welke gegevens de besturen bezorgen en de wijze waarop deze gegevens elektronisch worden aangeleverd. Bij gebrek aan een vastgestelde jaarrekening op 30 juni van het jaar dat volgt op het financiële boekjaar in kwestie bezorgt het autonoom provinciebedrijf de gegevens over het ontwerp van de jaarrekening in een digitaal bestand aan de Vlaamse Regering.

Dat door de provincieraad goedgekeurde beleidsrapport van het autonoom provinciebedrijf is pas uitvoerbaar als de Vlaamse Regering in het bezit is van de digitale rapporten. De Vlaamse Regering stuurt onmiddellijk een ontvangstmelding van de rapporten naar het autonoom provinciebedrijf.

Artikel 174bis, § 2, is van overeenkomstige toepassing op de autonome provinciebedrijven. ».

Art. 74.In artikel 239, § 1, van hetzelfde decreet, gewijzigd bij het decreet van 30 april 2009, wordt de zin « Die voordracht gebeurt volgens de criteria vastgelegd in artikel 229, § 2, derde en vierde lid. » vervangen door de zin : « Die voordracht waarborgt elke fractie een vertegenwoordiging. ».

Art. 75.In artikel 240 van hetzelfde decreet wordt de zinsnede « , het Rekenhof, als het die taak kan opnemen, » opgeheven.

Art. 76.In hetzelfde decreet, het laatst gewijzigd bij het decreet van 10 december 2010, wordt een artikel 240bis ingevoegd, dat luidt als volgt : «

Art. 240bis.Aan geen enkel personeelslid van een provinciale vennootschap, vereniging of stichting, als vermeld in deze afdeling van het decreet, kan een jaarsalaris worden toegekend dat gelijk is aan of hoger is dan het jaarsalaris van de provinciegriffier van de overeenkomstige provincie. ». Afdeling 8. - Wijzigingen in titel VIII van het Provinciedecreet

Art. 77.In artikel 244 van hetzelfde decreet wordt het eerste lid vervangen door wat volgt : « Alle kennisgevingen of verzendingen tussen de provincieoverheid en de toezichthoudende overheid gebeuren op de wijze als bepaald door de Vlaamse Regering. ».

Art. 78.In artikel 245, tweede lid, van hetzelfde decreet, gewijzigd bij het decreet van 30 april 2009 wordt de zin « Dezelfde lijst wordt gepubliceerd in het Bestuursmemoriaal. » vervangen door de zin « Dezelfde lijst wordt gepubliceerd op de provinciale website. ».

Art. 79.In artikel 246 van hetzelfde decreet, gewijzigd bij het decreet van 30 april 2009, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in paragraaf 1, 1°, wordt de zinsnede « , de vaststellingen en wijzigingen van de personeelsformatie » opgeheven;2° in paragraaf 1, worden punt 5°, punt 7°, punt 9 ° en punt 10° opgeheven;3° aan paragraaf 2 worden een punt 3° en een punt 4° toegevoegd, die luiden als volgt : « 3° de rekeningen van de extern verzelfstandigde agentschappen;4° de meerjarenplannen en budgetten van het autonoom provinciebedrijf. ».

Art. 80.In artikel 248 van hetzelfde decreet, gewijzigd bij het decreet van 30 april 2009, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in paragraaf 1, tweede lid, wordt de zinsnede « 113, » opgeheven;2° paragraaf 3, eerste lid, wordt vervangen door wat volgt : « De termijn, vermeld in paragraaf 1, wordt gestuit door de opvraging, op de wijze bepaald door de Vlaamse Regering, door de toezichthoudende overheid van een bepaald besluit, het dossier, bepaalde documenten of inlichtingen betreffende een bepaald besluit bij de provincieoverheid. »; 3° in paragraaf 4, tweede lid, wordt tussen het woord « klacht » en het woord « vangt » de zinsnede « als vermeld in het eerste lid, » ingevoegd.

Art. 81.Artikel 252 van hetzelfde decreet, gewijzigd bij het decreet van 30 april 2009, wordt vervangen door wat volgt : «

Art. 252.De goedkeuring van de rekeningen overeenkomstig artikel 169, § 2, en artikel 236bis, brengt met zich mee dat de beslissingen van de provincieoverheid die genomen zijn in de loop van het jaar waarop de rekeningen betrekking hebben en die niet werden opgevraagd, geschorst of vernietigd, niet langer vatbaar zijn voor schorsing of vernietiging.

Ten aanzien van de toezichthoudende overheid wordt een besluit dat niet langer vatbaar is voor schorsing of vernietiging, geacht wettig te zijn. ».

Art. 82.Artikel 255 van hetzelfde decreet wordt opgeheven.

Art. 83.In artikel 256 van hetzelfde decreet, gewijzigd bij het decreet van 30 april 2009, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in het eerste lid wordt de zinsnede « of het Rekenhof, naargelang het geval, » opgeheven;2° in het tweede lid worden de woorden « of het Rekenhof » opgeheven;3° in het derde lid worden de woorden « of het Rekenhof » opgeheven. Afdeling 9. - Wijzigingen in titel X van het Provinciedecreet

Art. 84.De tuchtvorderingen die op het moment van inwerkingtreding van de artikelen 31 en 32 hangende zijn, worden verder afgehandeld overeenkomstig de bepalingen die voor de inwerkingtreding van toepassing waren.

Art. 85.Met betrekking tot de toepassing van artikel 236, eerste lid, van het Provinciedecreet, kan de Vlaamse Regering voor de op 1 januari 2012 bestaande autonome provinciebedrijven een afwijkende regeling vaststellen op grond van de eigenheden van die autonome provinciebedrijven en na verzoek van de betrokken provincieraad.

Art. 86.Artikel 265 van hetzelfde decreet wordt opgeheven.

Art. 87.In artikel 266, § 1, van hetzelfde decreet, gewijzigd bij het decreet van 30 april 2009, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in het eerste en het tweede lid wordt de datum « 1 januari 2013 » vervangen door de datum « 1 januari 2014 »;2° in het derde lid wordt de datum « 31 december 2012 » vervangen door de zinsnede « de datum waarop titel IV van dit decreet voor dat provinciebedrijf in werking treedt.».

Art. 88.In artikel 268, § 1, tweede lid, van hetzelfde decreet, ingevoegd bij het decreet van 30 april 2009, worden tussen de woorden « welbepaalde provincies » en de woorden « een datum » de woorden « en hun autonome provinciebedrijven » ingevoegd. HOOFDSTUK 3. - Slotbepalingen Afdeling 1. - Overgangsbepalingen

Art. 89.De gedeputeerden die het mandaat van gedeputeerde uitoefenen op het ogenblik van de inwerkingtreding van dit decreet, ontvangen bij de beëindiging van hun mandaat een uittredingsvergoeding, onder dezelfde voorwaarden als de voorwaarden voor de toekenning van de uittredingsvergoeding aan de leden van het Vlaams Parlement. Afdeling 2. - Inwerkingtreding

Art. 90.De artikelen van dit decreet treden in werking op een door de Vlaamse Regering vast te stellen datum, met uitzondering van : 1° artikel 2, dat in werking treedt op 1 januari 2014;2° artikel 11, dat in werking treedt op 1 januari 2014;3° artikel 15, 1°, dat in werking treedt op 3 december 2018;4° artikel 19, dat in werking treedt op 1 januari 2014;5° artikel 24, dat in werking treedt op 3 december 2018;6° artikel 67, dat in werking treedt op 1 januari 2014;7° artikel 89, dat in werking treedt op 3 december 2018. Kondigen dit decreet af, bevelen dat het in het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.

Brussel, 29 juni 2012.

De minister-president van de Vlaamse Regering, K. PEETERS De Vlaamse minister van Bestuurszaken, Binnenlands Bestuur, Inburgering, Toerisme en Vlaamse Rand, G. BOURGEOIS _______ Nota (1) Zitting 2011-2012 Stukken. - Ontwerp van decreet : 1493 - Nr. 1. - Amendementen : 1493 - Nr. 2. - Verslag over hoorzitting : 1493 - Nr. 3. - Amendementen : 1493 - Nrs. 4 en 5. - Verslag : 1493 - Nr. 6. - Amendementen : 1493 - Nrs. 7 t.e.m. 9. - Tekst aangenomen door de plenaire vergadering : 1493 - Nr. 10.

Handelingen. - Bespreking en aanneming : vergaderingen van 20 juni 2012.

^