gepubliceerd op 29 december 2006
Decreet tot wijziging van de wet van 8 juli 1976 betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn, van het decreet van 6 juli 2001 houdende de intergemeentelijke samenwerking, van het gemeentedecreet van 15 juli 2005 en van het provinciedecreet van 9 december 2005
22 DECEMBER 2006. - Decreet tot wijziging van de wet van 8 juli 1976 betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn, van het decreet van 6 juli 2001 houdende de intergemeentelijke samenwerking, van het gemeentedecreet van 15 juli 2005 en van het provinciedecreet van 9 december 2005 (*)
Het Vlaams Parlement heeft aangenomen en Wij, Regering, bekrachtigen hetgeen volgt : Decreet tot wijziging van de wet van 8 juli 1976 betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn, van het decreet van 6 juli 2001 houdende de intergemeentelijke samenwerking, van het Gemeentedecreet van 15 juli 2005 en van het Provinciedecreet van 9 december 2005 HOOFDSTUK I. - Algemene bepalingen
Artikel 1.Dit decreet regelt een gemeenschaps- en gewestaangelegenheid. HOOFDSTUK II. - Wijziging van de wet van 8 juli 1976 betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn
Art. 2.In artikel 11, § 1, tweede lid, van de wet van 8 juli 1976 betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn, wordt na de zin « Niemand kan meer dan één voordrachtsakte ondertekenen. » de volgende zin ingevoegd : « Overtreding van dit verbod heeft in alle voordrachtsakten de ongeldigheid tot gevolg van alle handtekeningen die in strijd met dit voorschrift werden geplaatst. ».
Art. 3.In artikel 20quinquies van dezelfde wet, ingevoegd bij het decreet van 7 juli 2006, wordt het eerste lid vervangen door wat volgt : « Het administratief rechtscollege, bedoeld in de Gemeentekieswet, doet uitspraak over geschillen die rijzen in verband met de afstand, het verval, het ontslag of de verhindering van het mandaat van raadslid, voorzitter of ondervoorzitter van de raad voor maatschappelijk welzijn of lid van het vast bureau, in verband met het goedkeuren van de geloofsbrieven, de eedaflegging, de kennis van de bestuurstaal bepaald in artikel 25quater, de verkiezing, benoeming en opvolging van de leden van het vast bureau en de voorzitter of ondervoorzitter van de raad voor maatschappelijk welzijn, en over de beroepen ingesteld overeenkomstig artikel 90. »
Art. 4.In artikel 25 van dezelfde wet, vervangen bij het decreet van 7 juli 2006, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in § 1, eerste lid, worden tussen de woorden « wordt bediend » en « een voorzitter » de woorden « met uitzondering van de vrijwillige brandweerlieden en de leden van de vrijwillige ambulancediensten » ingevoegd;2° in § 1, derde lid, worden de woorden « degene die hem zal » vervangen door de woorden « de persoon die hem zal of de personen die hem zullen »;3° er wordt een § 6 toegevoegd, die luidt als volgt : « § 6.De Vlaamse Regering kent de eretitels toe onder de voorwaarden die ze vaststelt, en bepaalt de ambtskledij en de onderscheidingstekens van de voorzitter. » HOOFDSTUK III. - Wijziging van het decreet van 6 juli 2001 houdende de intergemeentelijke samenwerking
Art. 5.In artikel 48 van het decreet van 6 juli 2001 houdende de intergemeentelijke samenwerking wordt het tweede lid opgeheven. HOOFDSTUK IV. - Wijziging van het Gemeentedecreet van 15 juli 2005
Art. 6.In artikel 8 van het Gemeentedecreet van 15 juli 2005, gewijzigd bij het decreet van 2 juni 2006, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in § 1, eerste lid, wordt na de zin « Niemand kan meer dan één akte van voordracht ondertekenen.» de volgende zin ingevoegd : « Overtreding van dit verbod heeft in alle akten van voordracht de ongeldigheid tot gevolg van alle handtekeningen die in strijd met dit voorschrift werden geplaatst. »; 2° in § 1, derde lid, worden de woorden « diegene die hem zal » vervangen door de woorden « de persoon die hem zal of de personen die hem zullen »;3° aan § 3, derde lid, worden de volgende zinnen toegevoegd : « Overtreding van dit verbod heeft in alle akten van voordracht de ongeldigheid tot gevolg van alle handtekeningen die in strijd met dit voorschrift werden geplaatst.De sanctie vermeld in § 1 ten aanzien van de verkozene die meer dan één akte van voordracht ondertekent, is eveneens van toepassing. De akte van voordracht kan tevens de einddatum van het mandaat van de kandidaat-voorzitter vermelden, alsook de naam van de persoon die hem zal of de personen die hem zullen opvolgen voor de resterende duurtijd van het mandaat. In voorkomend geval is de voorzitter bij het bereiken van de einddatum van het mandaat van rechtswege ontslagnemend en wordt hij van rechtswege opgevolgd door de persoon die in de akte van voordracht als opvolger is vermeld. Indien het mandaat eindigt voor de in de akte vermelde einddatum, neemt de opvolger vervroegd het mandaat op. Indien de persoon die als opvolger is vermeld, het mandaat niet kan opnemen, wordt tot vervanging overgegaan overeenkomstig § 4. »
Art. 7.
Artikel 13.van hetzelfde decreet wordt vervangen door wat volgt : «
Artikel 13.Onverminderd de bepalingen van de Gemeentekieswet doet het administratief rechtscollege bedoeld in de Gemeentekieswet, uitspraak over geschillen die rijzen in verband met de afstand, het verval, het ontslag of de verhindering van het mandaat van gemeenteraadslid, voorzitter van de gemeenteraad of schepen, in verband met het goedkeuren van de geloofsbrieven, de eedaflegging, de kennis van de bestuurstaal bepaald in artikel 44, § 6, de verkiezing, benoeming en opvolging van de schepenen en de voorzitter van de gemeenteraad, en over de beroepen ingesteld overeenkomstig de artikelen 169, 170 en 175. »
Art. 8.In artikel 14 van hetzelfde decreet wordt punt 3° opgeheven.
Art. 9.In artikel 45 van hetzelfde decreet, gewijzigd bij het decreet van 2 juni 2006, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in § 1, eerste lid, wordt na de zin « Niemand kan meer dan één gezamenlijke akte van voordracht ondertekenen.» de volgende zin ingevoegd : « Overtreding van dit verbod heeft in alle akten van voordracht de ongeldigheid tot gevolg van alle handtekeningen geplaatst in strijd met dit voorschrift. »; 2° in § 1, tweede lid, en § 3, tweede lid, worden de woorden « diegene die hem zal » vervangen door de woorden « de persoon die hem zal of de personen die hem zullen »;3° in § 3, vierde lid, worden voor de laatste zin de volgende zinnen ingevoegd : « Overtreding van dit verbod heeft in alle akten van voordracht de ongeldigheid tot gevolg van alle handtekeningen die in strijd met dit voorschrift werden geplaatst.De sanctie vermeld in § 1 ten aanzien van de verkozene die meer dan één akte van voordracht ondertekent, is eveneens van toepassing. »
Art. 10.Aan artikel 48 van hetzelfde decreet wordt een punt 6° toegevoegd, dat luidt als volgt : « 6° de schepen die overeenkomstig artikel 63, eerste lid tot nieuwe burgemeester wordt benoemd in geval van verhindering of schorsing van de burgemeester. ».
Art. 11.In artikel 50, § 1, eerste lid, van hetzelfde decreet worden na de zinsnede « volstaat de handtekening van één van hen. » de volgende zinnen ingevoegd : « Onverminderd artikel 45 kan elk gemeenteraadslid slechts één akte van voordracht ondertekenen per schepenmandaat. Overtreding van dat verbod heeft in alle akten van voordracht de ongeldigheid tot gevolg van alle handtekeningen die in strijd met dit voorschrift werden geplaatst. De sanctie vermeld in artikel 45 ten aanzien van de verkozene die meer dan één akte van voordracht ondertekent, is eveneens van toepassing. De akte van voordracht kan tevens de einddatum van het mandaat van de kandidaat-schepen vermelden, alsook de naam van de persoon die hem zal of de personen die hem zullen opvolgen voor de resterende duurtijd van het mandaat. In voorkomend geval is de schepen bij het bereiken van de einddatum van het mandaat van rechtswege ontslagnemend en wordt hij van rechtswege opgevolgd door de persoon die in de akte van voordracht als opvolger is vermeld.
Indien het mandaat eindigt voor de in de akte vermelde einddatum, neemt de opvolger vervroegd het mandaat op. Indien de persoon die als opvolger is vermeld, het mandaat niet kan opnemen, wordt tot vervanging overgegaan overeenkomstig dit artikel. »
Art. 12.In artikel 59, § 1, van hetzelfde decreet, gewijzigd bij het decreet van 2 juni 2006, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in het tweede lid, wordt na de eerste zin de volgende zin toegevoegd : « Overtreding van dit verbod heeft in alle akten van voordracht de ongeldigheid tot gevolg van alle handtekeningen die in strijd met dit voorschrift werden geplaatst.»; 2° in het derde lid, worden de woorden « diegene die hem zal » vervangen door de woorden « de persoon die hem zal of de personen die hem zullen » en de woorden « hij van rechtswege opgevolgd door de persoon die in de akte van voordracht als opvolger is vermeld.» vervangen door de woorden « de persoon die in de akte van voordracht als opvolger is vermeld van rechtswege voorgedragen ».
Art. 13.In artikel 60, § 2, van hetzelfde decreet worden de woorden « Vlaamse Regering » vervangen door het woord « provinciegouverneur » en wordt na de eerste zin de volgende zin ingevoegd : « Behoudens in geval van benoeming van de burgemeester buiten de raad, geldt deze eedaflegging tevens als eedaflegging als gemeenteraadslid in de zin van artikel 7. »
Art. 14.In artikel 61 van hetzelfde decreet worden tussen de woorden « artikel 48 » en het woord « is » de woorden « , met uitzondering van het punt 6°, » ingevoegd. HOOFDSTUK V. - Wijziging van het Provinciedecreet van 9 december 2005
Art. 15.In artikel 8 van het Provinciedecreet van 9 december 2005, gewijzigd bij het decreet van 2 juni 2006, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in § 1, eerste lid, wordt na de zin « Niemand kan meer dan één akte van voordracht ondertekenen.» de volgende zin ingevoegd : « Overtreding van dit verbod heeft in alle akten van voordracht de ongeldigheid tot gevolg van alle handtekeningen die in strijd met dit voorschrift werden geplaatst. »; 2° in § 1, tweede lid, worden de woorden « diegene die hem zal » vervangen door de woorden « de persoon die hem zal of de personen die hem zullen »;3° aan § 3, derde lid, worden de volgende zinnen toegevoegd : « Overtreding van dit verbod heeft in alle akten van voordracht de ongeldigheid tot gevolg van alle handtekeningen die in strijd met dit voorschrift werden geplaatst.De sanctie vermeld in § 1 ten aanzien van de verkozene die meer dan één akte van voordracht ondertekent, is eveneens van toepassing. De akte van voordracht kan tevens de einddatum van het mandaat van de kandidaat-voorzitter vermelden, alsook de naam van de persoon die hem zal of de personen die hem zullen opvolgen voor de resterende duurtijd van het mandaat. In voorkomend geval is de voorzitter bij het bereiken van de einddatum van het mandaat van rechtswege ontslagnemend en wordt hij van rechtswege opgevolgd door de persoon die in de akte van voordracht als opvolger is vermeld. Indien het mandaat eindigt voor de in de akte vermelde einddatum, neemt de opvolger vervroegd het mandaat op. Indien de persoon die als opvolger is vermeld, het mandaat niet kan opnemen, wordt tot vervanging overgegaan overeenkomstig § 4. »
Art. 16.Artikel 13 van hetzelfde decreet wordt vervangen door wat volgt : «
Artikel 13.Onverminderd de bepalingen van de Provinciekieswet doet het administratief rechtscollege bedoeld in de Provinciekieswet, uitspraak over geschillen die rijzen in verband met de afstand, het verval, het ontslag of de verhindering van het mandaat van provincieraadslid, voorzitter van de provincieraad of gedeputeerde, in verband met het goedkeuren van de geloofsbrieven, de eedaflegging, de kennis van de bestuurstaal bepaald in artikel 44, § 4, de verkiezing, benoeming en opvolging van de gedeputeerden en de voorzitter van de provincieraad, en over de beroepen ingesteld overeenkomstig de artikelen 165, § 8, 166, § 6, en 171, § 8. »
Art. 17.In artikel 45 van hetzelfde decreet, gewijzigd bij het decreet van 2 juni 2006, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in § 1, eerste lid, wordt na de zin « Niemand kan meer dan één gezamenlijke akte van voordracht ondertekenen.» de volgende zin ingevoegd : « Overtreding van dit verbod heeft in alle akten van voordracht de ongeldigheid tot gevolg van alle handtekeningen geplaatst in strijd met dit voorschrift. »; 2° in § 1, derde lid, en § 3, tweede lid, worden de woorden « diegene die hem zal » vervangen door de woorden « de persoon die hem zal of de personen die hem zullen »;3° in § 3, vierde lid, worden voor de laatste zin de volgende zinnen ingevoegd : « Overtreding van dit verbod heeft in alle akten van voordracht de ongeldigheid tot gevolg van alle handtekeningen die in strijd met dit voorschrift werden geplaatst.De sanctie vermeld in § 1 ten aanzien van de verkozene die meer dan één akte van voordracht ondertekent, is eveneens van toepassing. ».
Art. 18.In artikel 50, § 1, eerste lid, van hetzelfde decreet worden na de zinsnede « volstaat de handtekening van één van hen. » de volgende zinnen ingevoegd : « Onverminderd artikel 45 kan elk provincieraadslid slechts één akte van voordracht ondertekenen per mandaat van gedeputeerde. Overtreding van dit verbod heeft in alle akten van voordracht de ongeldigheid tot gevolg van alle handtekeningen die in strijd met dit voorschrift werden geplaatst. De sanctie vermeld in artikel 45 ten aanzien van de verkozene die meer dan één akte van voordracht ondertekent, is eveneens van toepassing. De akte van voordracht kan tevens de einddatum van het mandaat van de kandidaat-gedeputeerde vermelden, alsook de naam van de persoon die hem zal of de personen die hem zullen opvolgen voor de resterende duurtijd van het mandaat. In voorkomend geval is de gedeputeerde bij het bereiken van de einddatum van het mandaat van rechtswege ontslagnemend en wordt hij van rechtswege opgevolgd door de persoon die in de akte van voordracht als opvolger is vermeld. Indien het mandaat eindigt voor de in de akte vermelde einddatum, neemt de opvolger vervroegd het mandaat op. Indien de persoon die als opvolger is vermeld, het mandaat niet kan opnemen, wordt tot vervanging overgegaan overeenkomstig dit artikel. » HOOFDSTUK VI. - Overgangsbepalingen
Art. 19.Indien de gemeenteraad overeenkomstig artikel 312 van het Gemeentedecreet beslist om de voorzitter van de raad voor maatschappelijk welzijn niet toe te voegen aan het college van burgemeester en schepenen, kan, in afwijking van artikel 25 van de organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn, de voorzitter van de raad voor maatschappelijk welzijn tevens verkozen worden onder de leden van de raad voor maatschappelijk welzijn die personeelslid zijn van het gemeentelijk onderwijs.
Art. 20.Uiterlijk negen maanden na de datum van inwerkingtreding ervan zoals bepaald door de Vlaamse Regering overeenkomstig artikel 313 van het Gemeentedecreet, dienen de gemeenten hun organisatie in overeenstemming te hebben gebracht met de volgende bepalingen van het Gemeentedecreet : 1° het oprichten en aanstellen van de leden van een managementteam overeenkomstig artikel 96;2° het goedkeuren door de gemeenteraad van het interne controlesysteem zoals bepaald in de artikelen 100 en 101;3° het vaststellen van wat onder het begrip dagelijks bestuur in de zin van de artikelen 43, § 2, 9°, en 159, § 2, en onder opdrachten van dagelijks bestuur in de zin van de artikelen 43, § 2, 10°, en 57, § 3, 5°, moet worden verstaan.Zolang de gemeenteraad deze laatste beslissing niet genomen heeft, blijven de beslissingen die de gemeenteraad heeft genomen inzake dagelijks beheer met toepassing van artikel 234, tweede lid, van de Nieuwe Gemeentewet van kracht; 4° het vaststellen overeenkomstig artikel 160, § 2, derde lid, binnen de perken die vastgelegd zijn door de Vlaamse Regering, van welke categorieën van verrichtingen van dagelijks bestuur uitgesloten zijn van visumverplichting.Zolang de gemeenteraad deze beslissing niet genomen heeft, zijn alle beslissingen die genomen worden binnen de perken vastgelegd door de Vlaamse Regering, vrijgesteld van de visumverplichting; 5° de rapporteringsverplichtingen bedoeld in de artikelen 165, 166, 167 en 168;6° het verrichten van betalingen met dubbele handtekening overeenkomstig artikel 163. Voormelde bepalingen van het Gemeentedecreet treden in werking zodra de gemeente haar organisatie ermee in overeenstemming heeft gebracht.
Deze bepalingen van het Gemeentedecreet treden in ieder geval in werking voor alle gemeenten uiterlijk negen maanden na de datum van inwerkingtreding bepaald door de Vlaamse Regering overeenkomstig artikel 313 van het Gemeentedecreet.
Art. 21.Uiterlijk tien maanden na de datum van inwerkingtreding ervan zoals bepaald door de Vlaamse Regering overeenkomstig artikel 268 van het Provinciedecreet, dienen de provincies hun organisatie in overeenstemming te hebben gebracht met de volgende bepalingen van het Provinciedecreet : 1° het oprichten en aanstellen van de leden van een managementteam overeenkomstig artikel 92;2° het goedkeuren door de provincieraad van het interne controlesysteem zoals bepaald in de artikelen 96 en 97;3° het vaststellen van wat onder het begrip dagelijks bestuur in de zin van de artikelen 43, § 2, 9°, en 155, § 2, en onder opdrachten van dagelijks bestuur in de zin van de artikelen 43, § 2, 10°, en 57, § 3, 5°, moet worden verstaan.Zolang de provincieraad deze laatste beslissing niet genomen heeft, blijven de beslissingen die de provincieraad heeft genomen inzake dagelijks bestuur met toepassing van artikel 75, tweede lid, van de Provinciewet van kracht; 4° het vaststellen overeenkomstig artikel 156, § 2, derde lid, binnen de perken die vastgelegd zijn door de Vlaamse Regering, van welke categorieën van verrichtingen van dagelijks bestuur uitgesloten zijn van visumverplichting.Zolang de provincieraad deze beslissing niet genomen heeft, zijn alle beslissingen die genomen worden binnen de perken vastgelegd door de Vlaamse Regering, vrijgesteld van de visumverplichting; 5° de rapporteringsverplichtingen bedoeld in de artikelen 161, 162, 163 en 164;6° het verrichten van betalingen met dubbele handtekening overeenkomstig artikel 159. Voormelde bepalingen van het Provinciedecreet treden in werking zodra de provincie haar organisatie ermee in overeenstemming heeft gebracht.
Deze bepalingen van het Provinciedecreet treden in ieder geval in werking voor alle provincies uiterlijk tien maanden na de datum van inwerkingtreding bepaald door de Vlaamse Regering overeenkomstig artikel 268 van het Provinciedecreet. HOOFDSTUK VII. - Inwerkingtreding
Art. 22.De hoofdstukken II, IV, V en de artikelen 19 en 22 hebben uitwerking met ingang van 8 oktober 2006.
Hoofdstuk III en artikel 20 treden in werking op 1 januari 2007.
Artikel 21 heeft uitwerking met ingang van 1 december 2006.
Kondigen dit decreet af, bevelen dat het in het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.
Brussel, 22 december 2006.
De minister-president van de Vlaamse Regering, Y. LETERME De Vlaamse minister van Binnenlands Bestuur, Stedenbeleid, Wonen en Inburgering, M. KEULEN _______ Nota (*) Zitting 2006-2007.
Stukken. - Voorstel van decreet : 1009 - Nr. 1. - Amendementen : 1009 - Nr. 2. - Verslag over de hoorzitting : 1009 - Nr. 3. - Verslag : 1009 - Nr. 4. - Reflectienota's : 1009 - Nrs. 5 en 6. - Tekst aangenomen door de plenaire vergadering : 1009 - Nr. 7.
Handelingen. - Bespreking en aanneming. Vergadering van 21 december 2006.