Etaamb.openjustice.be
Decreet van 05 mei 2023
gepubliceerd op 02 augustus 2023

Decreet over leersteun

bron
vlaamse overheid
numac
2023043429
pub.
02/08/2023
prom.
05/05/2023
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

5 MEI 2023. - Decreet over leersteun (1)


Het VLAAMS PARLEMENT heeft aangenomen en Wij, REGERING, bekrachtigen hetgeen volgt: Decreet over leersteun HOOFDSTUK 1. - Inleidende bepalingen

Artikel 1.Dit decreet regelt een gemeenschapsaangelegenheid.

Art. 2.Dit decreet is van toepassing op: 1° de door de Vlaamse Gemeenschap gefinancierde of gesubsidieerde basis- en secundaire scholen;2° de centra voor deeltijds beroepssecundair onderwijs;3° de centra voor vorming van zelfstandigen en kleine en middelgrote ondernemingen, voor wat duale structuuronderdelen en aanloopstructuuronderdelen betreft;4° de scholen voor voltijds secundair onderwijs die de opleiding Verpleegkunde van het hoger beroepsonderwijs organiseren;5° de leersteuncentra;6° de centra voor leerlingenbegeleiding;7° de pedagogische begeleidingsdiensten;8° de onderwijsinspectie.

Art. 3.In uitvoering van artikel 22ter van de Grondwet en het recht op redelijke aanpassingen dat erin vervat is, beoogt dit decreet voor alle leerlingen een kwaliteitsvolle leer- en leefcontext in het Vlaamse basis- en secundair onderwijs.

Art. 4.De Vlaamse Regering kan initiatieven nemen voor een verdere versterking van de brede basiszorg en verhoogde zorg in de scholen. De Vlaamse Regering kan hiertoe middelen vrijmaken en bepaalt de inhoudelijke, organisatorische en procedurele regels voor de toekenning van de middelen, rekening houdend met de noden en kenmerken van scholen en hun leerlingen. HOOFDSTUK 2. - Afkortingen en definities

Art. 5.Voor de toepassing van dit decreet wordt verstaan onder: 1° AGODI: Agentschap voor onderwijsdiensten als vermeld in artikel 22, § 1, 1°, van het besluit van de Vlaamse Regering van 3 juni 2005Relevante gevonden documenten type decreet prom. 10/07/2003 pub. 02/09/2003 numac 2003035932 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet houdende wijziging van het Podiumkunstendecreet van 18 mei 1999 type decreet prom. 10/07/2003 pub. 24/10/2003 numac 2003201478 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet betreffende het landschap basisonderwijs sluiten6 met betrekking tot de organisatie van de Vlaamse administratie;2° bestuur: het bestuur met rechtspersoonlijkheid dat voor een leersteuncentrum de bestuurshandelingen verricht overeenkomstig de bevoegdheden die naargelang het geval, door of krachtens de wet, het decreet, het bijzonder decreet of de statuten, toegewezen zijn;3° CLB: een centrum voor leerlingenbegeleiding zoals bepaald in het decreet betreffende de leerlingenbegeleiding in het basisonderwijs, het secundair onderwijs en de centra voor leerlingenbegeleiding van 27 april 2018;4° Codex Secundair Onderwijs: de Codex Secundair Onderwijs van 17 december 2010;5° decreet basisonderwijs: het decreet basisonderwijs van 25 februari 1997;6° GC-verslag: verslag gemeenschappelijk curriculum, een verslag dat toegang geeft tot leersteun bij een gemeenschappelijk curriculum als vermeld in artikel 16 van het decreet basisonderwijs en artikel 352 van de Codex Secundair Onderwijs;7° handelingsplanmatig werken: een manier van werken waarbij een cyclisch proces wordt gehanteerd dat bestaat uit een beginsituatiebepaling, doelenselectie, voorbereiding, uitvoering en evaluatie;8° IAC-verslag: verslag individueel aangepast curriculum, een verslag dat toegang geeft tot een individueel aangepast curriculum als vermeld in artikel 15 van het decreet basisonderwijs en in artikel 294, § 2, 1°, van de Codex Secundair Onderwijs;9° leerondersteuner: een personeelslid van een leersteuncentrum dat is aangesteld in het ambt van leerondersteuner;10° leersteuncentrum: een zelfstandig centrum of een centrum dat deel uitmaakt van een school voor buitengewoon onderwijs, dat leersteun biedt aan scholen voor gewoon onderwijs met leerlingen met een GC-verslag, IAC-verslag of OV4-verslag, in het gewoon basisonderwijs en het gewoon secundair onderwijs;11° leersteunraad: een raad met adviserende bevoegdheid bestaande uit een vertegenwoordiging van scholen die zijn aangesloten bij het leersteuncentrum, of in het geval van een specifiek leersteuncentrum type 4, 6 of 7 een raad met adviserende bevoegdheid bestaande uit een vertegenwoordiging van scholen die leersteun van het specifieke leersteuncentrum type 4, 6 of 7 ontvangen;12° ouders: de personen die het ouderlijk gezag uitoefenen of in rechte of in feite de minderjarige onder hun bewaring hebben of de meerderjarige leerling zelf;13° OV4-verslag: het verslag, vermeld in artikel 294, § 2, 2°, van de Codex Secundair Onderwijs;14° school voor gewoon onderwijs: een autonome entiteit die voltijds gewoon onderwijs organiseert en die door de Vlaamse Gemeenschap wordt gefinancierd of gesubsidieerd en daartoe aan de hand van een uniek nummer wordt geidentificeerd.Onder school voor gewoon onderwijs wordt ook een centrum voor deeltijds beroepssecundair onderwijs verstaan alsook een centrum voor vorming van zelfstandigen en kleine en middelgrote ondernemingen, wat duale structuuronderdelen en aanloopstructuuronderdelen betreft, alsook een school voor voltijds secundair onderwijs die de opleiding Verpleegkunde van het hoger beroepsonderwijs organiseert; 15° specifiek leersteuncentrum type 4, 6 of 7: een leersteuncentrum dat deel uitmaakt van een school voor buitengewoon onderwijs en dat alleen leersteun biedt voor leerlingen met een GC-verslag, IAC-verslag of OV4-verslag type 4, type 6 of type 7, in het gewoon basisonderwijs en het gewoon secundair onderwijs;16° structurele samenwerking voor leersteun type 4, 6 of 7: een samenwerking van een leersteuncentrum met een ander leersteuncentrum voor het voorzien van leersteun voor de leerlingen met een GC-verslag, IAC-verslag of OV4-verslag type 4, type 6 of type 7, in de scholen die zijn aangesloten bij het leersteuncentrum. HOOFDSTUK 3. - Het leersteunmodel met leersteuncentra Afdeling 1. - Opdracht van de leersteuncentra

Art. 6.Leersteun is ondersteuning die: 1° de maximale ontplooiing, de leerwinst, het welbevinden, de zelfredzaamheid en de volwaardige participatie bevordert van leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften in het gewoon basis- en secundair onderwijs die beschikken over een GC-verslag, IAC-verslag of OV4-verslag;2° de competenties versterkt van leerkrachten en schoolteams in scholen voor gewoon basis- en secundair onderwijs in het begeleiden van leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften en het creëren van een inclusieve klaspraktijk en schoolcultuur;3° leerlinggericht, leerkrachtgericht of teamgericht ingezet wordt.

Art. 7.Een leersteuncentrum heeft de opdracht om scholen voor gewoon basis- en secundair onderwijs leersteun te bieden op basis van de ondersteuningsbehoeften van de leerling, de leerkracht en het schoolteam met een maximaal effect op de klasvloer. De leersteun krijgt vorm op basis van een proces van handelingsplanmatig werken en vanuit een handelingsgerichte samenwerking tussen minstens de leerondersteuner, de leerkracht, de leerling, de ouders en het schoolteam. Verschillende vormen van expertise als vermeld in artikel 8 worden daarvoor ingezet.

De leersteun die in scholen voor gewoon onderwijs geboden wordt, is van toepassing op de fase van uitbreiding van zorg en de ondersteuning van een individueel aangepast curriculum binnen het zorgcontinuüm, vermeld in artikel 3, 59°, van het decreet basisonderwijs en in artikel 3, 47° /2, van de Codex Secundair Onderwijs.

Art. 8.Elk leersteuncentrum beschikt over zowel onderwijskundige expertise, handicapspecifieke expertise, inclusie-expertise als expertise op het vlak van coaching.

Handicapspecifieke expertise heeft betrekking op de types, vermeld in artikel 10, § 1, eerste lid, 1°, 2°, 3°, 4°, 6°, 7° en 8°, van het decreet basisonderwijs of artikel 259, § 1, 1°, 2°, 3°, 4°, 6°, 7° en 8°, van de Codex Secundair Onderwijs.

Elk leersteuncentrum, met uitzondering van een specifiek leersteuncentrum type 4, 6 of 7, biedt leersteun voor alle types. Voor leersteun voor type 4, 6 of 7 kan dit via een structurele samenwerking met een ander leersteuncentrum, waarbij per type slechts met één leersteuncentrum structureel kan samengewerkt worden.

Het leersteuncentrum beschikt voor het bieden van leersteun als vermeld in artikel 6, over een multidisciplinair team van leerondersteuners waarin onderwijskundige, paramedische, sociale, psychologische en orthopedagogische expertises vertegenwoordigd zijn.

Het leersteuncentrum borgt en ontwikkelt de expertise, vermeld in het eerste tot en met het derde lid, die nodig is om leersteun te bieden en zet continu in op professionalisering van het team en betrekt daarbij relevante partners.

Art. 9.§ 1. Scholen voor gewoon onderwijs ontvangen leersteun voor regelmatige leerlingen voor wie blijkt dat de maatregelen van de fasen van brede basiszorg en de verhoogde zorg van het zorgcontinuüm onvoldoende zijn en een GC-verslag, een IAC-verslag of OV4-verslag afgeleverd wordt door het CLB. In afwijking van het eerste lid kunnen leerlingen met een GC-verslag, een IAC-verslag of een OV4-verslag die doorheen het schooljaar het statuut van regelmatige leerling verliezen, leersteun blijven ontvangen gedurende het lopende schooljaar. § 2. Gemotiveerde verslagen die werden opgemaakt voor 1 september 2023, worden gelijkgesteld aan GC-verslagen. Leerlingen die nog beschikken over een dergelijk gemotiveerd verslag, voldoen aan dezelfde voorwaarden en hebben dezelfde rechten als leerlingen met een GC-verslag. Een CLB heft een gemotiveerd verslag op als niet meer is voldaan aan de voorwaarden van een GC-verslag, vermeld in artikel 16 van het decreet basisonderwijs en artikel 352 van de Codex Secundair Onderwijs. § 3. Verslagen voor toegang tot een individueel aangepast curriculum in het gewoon onderwijs of tot het buitengewoon onderwijs die werden opgemaakt voor 1 september 2023, worden gelijkgesteld aan een IAC-verslag als het een verslag basisonderwijs of een verslag OV1, OV2 of OV3 betreft of gelijkgesteld aan een OV4-verslag als het een verslag OV4 betreft. Leerlingen die nog beschikken over een dergelijk verslag, voldoen aan dezelfde voorwaarden en hebben dezelfde rechten als leerlingen met een IAC-verslag of OV4-verslag. Een CLB heft een verslag op als niet meer is voldaan aan de voorwaarden van een IAC-verslag, vermeld in artikel 15 van het decreet basisonderwijs, of de voorwaarden van een IAC-verslag of OV4-verslag, vermeld in artikel 294 van de Codex Secundair Onderwijs. Afdeling 2. - Werking

Onderafdeling 1. - Algemene werkingsprincipes

Art. 10.Het leersteuncentrum ontwikkelt een visie en beleid over leersteun.

Het leersteuncentrum communiceert over dat beleid naar de scholen voor gewoon onderwijs die van het leersteuncentrum leersteun ontvangen, de ouders, de centra voor leerlingenbegeleiding en de pedagogische begeleidingsdiensten die verbonden zijn aan die scholen voor gewoon onderwijs. In geval van structurele samenwerking met een ander leersteuncentrum voor leersteun type 4, 6 of 7 communiceert het leersteuncentrum ook actief over die samenwerking.

Leersteuncentra die structureel samenwerken, communiceren actief over hun visie en beleid met elkaar.

Art. 11.Het bestuur van het leersteuncentrum voert een personeelsbeleid dat erop gericht is om de opdracht van het leersteuncentrum, vermeld in artikel 6 tot en met 9, kwaliteitsvol uit te voeren.

De zorg voor kwaliteit is een taak van het leersteuncentrum. Het leersteuncentrum streeft naar een optimale realisatie van zijn opdracht, vermeld in artikel 6 tot en met 9. Het voert daarbij een beleid op leersteun dat is afgestemd op het referentiekader voor kwaliteitsvolle leersteun, vermeld in artikel 2, 16° /3, van het decreet van 8 mei 2009Relevante gevonden documenten type decreet prom. 08/05/2009 pub. 28/08/2009 numac 2009035790 bron vlaamse overheid Decreet betreffende de kwaliteit van onderwijs type decreet prom. 08/05/2009 pub. 07/07/2009 numac 2009035580 bron vlaamse overheid Decreet houdende algemene bepalingen betreffende het energiebeleid sluiten betreffende de kwaliteit van onderwijs. Om dat te bereiken zet het leersteuncentrum in op continue kwaliteitsontwikkeling en bewaking, met betrokkenheid van de scholen voor gewoon onderwijs, leerlingen en hun ouders.

Art. 12.Het leersteuncentrum, met uitzondering van een specifiek leersteuncentrum type 4, 6 of 7, bepaalt met inspraak van de scholen voor gewoon onderwijs, via de leersteunraad, vermeld in artikel 23, op welke wijze aanvragen tot leersteun worden ingediend, op welke wijze de aanvragen worden opgenomen, en op welke wijze leersteun kan worden geboden in de scholen voor gewoon onderwijs.

Bij een structurele samenwerking voor leersteun type 4, 6 of 7 tussen leersteuncentra bepalen de leersteuncentra die de leersteun type 4, 6 of 7 aanbieden, in overleg met de leersteuncentra waarmee ze samenwerken, de wijze waarop die aanvragen tot leersteun worden opgenomen en de wijze waarop leersteun wordt geboden in de scholen voor gewoon onderwijs.

Art. 13.Een leersteuncentrum organiseert een informatiepunt voor ouders, leerlingen en scholen waar ze op een laagdrempelige manier informatie over leersteun kunnen verkrijgen. Bij vragen of onduidelijkheid over leersteun kunnen scholen en ouders bij het informatiepunt terecht.

Een leersteuncentrum voorziet in een klachtenprocedure voor leerlingen die recht hebben op leersteun, hun ouders en scholen, over klachten omtrent de leersteun.

Art. 14.Een leersteuncentrum bouwt samenwerkingsrelaties uit voor het voorzien van leersteun, alsook voor expertiseontwikkeling en expertisedeling, minstens met de scholen voor gewoon onderwijs die zijn aangesloten bij het leersteuncentrum, de centra voor leerlingenbegeleiding die samenwerken met de aangesloten scholen voor gewoon onderwijs, de pedagogische begeleidingsdiensten van de aangesloten scholen voor gewoon onderwijs, scholen voor buitengewoon onderwijs, welzijnspartners en andere relevante partners.

Onderafdeling 2. - Werkingsprincipes op het niveau van de school voor gewoon onderwijs

Art. 15.Elke school voor gewoon onderwijs maakt in het kader van leersteun praktische afspraken met het leersteuncentrum.

Art. 16.De school voor gewoon onderwijs en het leersteuncentrum communiceren onderling over de leersteun die gevraagd en geboden wordt.

De school voor gewoon onderwijs communiceert minimaal via het schoolreglement aan de ouders over leersteun voor leerlingen met een GC-verslag, IAC-verslag of OV4-verslag en over het leersteuncentrum waarbij ze is aangesloten.

De school voor gewoon onderwijs informeert haar CLB, haar pedagogische begeleidingsdienst en andere relevante partners waarmee ze samenwerkt over het leersteuncentrum waarbij de school is aangesloten.

Onderafdeling 3. - Werkingsprincipes op het niveau van leersteuntrajecten

Art. 17.De leersteuncentra starten met het bieden van leersteun in de scholen voor gewoon onderwijs binnen de vijf schooldagen na de start van het schooljaar voor alle leerlingen met een GC-verslag, IAC-verslag of OV4-verslag die al bekend zijn en waarvoor er nood is aan leersteun.

Elke nieuwe aanvraag tot leersteun van een school voor gewoon onderwijs voor de begeleiding van leerlingen met een GC-verslag, IAC-verslag of OV4-verslag leidt tot het bieden van leersteun aan de school voor gewoon onderwijs binnen de tien schooldagen nadat het leersteuncentrum de aanvraag heeft ontvangen. Bij een structurele samenwerking met een ander leersteuncentrum voor leersteun type 4, 6 of 7 wordt de aanvraag tot leersteun binnen de vijf schooldagen nadat het leersteuncentrum de aanvraag heeft ontvangen, bezorgd aan het andere leersteuncentrum.

Art. 18.De school voor gewoon onderwijs heeft de regie over het totale leerproces van een leerling. Ze is verantwoordelijk voor de coördinatie van en de afstemming met de partners die betrokken zijn of aanvullende vormen van ondersteuning die aan de leerling worden geboden in functie van een kwaliteitsvol traject voor de leerling.

Het leersteuncentrum geeft elk leersteuntraject vorm met betrokkenheid van de school, de leerling tenzij dat niet mogelijk is, en de ouders.

De school en het leersteuncentrum betrekken het CLB waar nodig. Afdeling 3. - Organisatie

Art. 19.§ 1. Er kunnen binnen het Nederlandse taalgebied en het tweetalige gebied Brussel-Hoofdstad maximaal 47 leersteuncentra opgericht worden, met uitzondering van specifieke leersteuncentra voor type 4, 6 of 7, waarvan 23 met een privaatrechtelijke rechtspersoon als bestuur, 12 met een scholengroep van het gemeenschapsonderwijs als bestuur, en 12 met een andere publiekrechtelijke rechtspersoon dan het gemeenschapsonderwijs als bestuur. § 2. Naast de 47 leersteuncentra, vermeld in paragraaf 1, kunnen er specifieke leersteuncentra type 4, 6 of 7 worden opgericht die structureel samenwerken met de leersteuncentra, vermeld in paragraaf 1, voor de organisatie van leersteun type 4, type 6 of type 7. § 3. Elke privaatrechtelijke rechtspersoon, elke scholengroep en elke andere publiekrechtelijke rechtspersoon dan het gemeenschapsonderwijs kan een leersteuncentrum oprichten. § 4. Een rechtspersoon als vermeld in paragraaf 3, kan alleen een specifiek leersteuncentrum type 4, 6 of 7 oprichten als het beschikt over een school voor buitengewoon onderwijs waarbinnen het specifiek leersteuncentrum type 4, 6 of 7 zal worden opgericht. Het leersteuncentrum in de school voor buitengewoon onderwijs kan enkel leersteun bieden voor de types waarvoor de school voor buitengewoon onderwijs een onderwijsaanbod en ondersteuningsteam heeft. Voorafgaand aan de oprichting van het specifieke leersteuncentrum type 4, 6 of 7 moet voldaan zijn aan de volgende cumulatieve voorwaarden: 1° de school voor buitengewoon onderwijs heeft type 4, 6 of 7 in haar onderwijsaanbod;2° de school voor buitengewoon onderwijs heeft een aantoonbare structurele, intensieve en nauwe samenwerking met welzijnspartners zoals een multifunctioneel centrum, thuisbegeleidingsdienst, diagnostisch centrum of een revalidatiecentrum, die bijdraagt aan een kwaliteitsvolle ondersteuning type 4, 6 of 7;3° de school voor buitengewoon onderwijs heeft in het kader van het ondersteuningsmodel een ondersteuningsaanbod voor type 4, 6 of 7 zoals bepaald in artikel 172quinquies/1 van het decreet basisonderwijs en artikel 314/9 van de Codex Secundair Onderwijs;4° de school voor buitengewoon onderwijs heeft op basis van de telling van de eerste schooldag van oktober 2022 minstens 40 voltijdse equivalenten ondersteuners aangesteld in de types waarvoor het leersteuncentrum wordt opgericht. Een bestuur van een school voor buitengewoon onderwijs die voldoet aan het eerste lid, 1° tot en met 3°, maar in schooljaar 2022-2023 slechts ondersteuning biedt voor een van de onderwijsniveaus, moet om te voldoen aan de bepalingen van artikel 7, eerste lid, of de voorwaarde in het eerste lid, 4°, een team ondersteuners van het andere onderwijsniveau opnemen. Dat ondersteuningsteam komt van een school voor buitengewoon onderwijs die voldoet aan de voorwaarden in het eerste lid, 1° tot en met 3°.

Een bestuur van een school voor buitengewoon onderwijs die voldoet aan het eerste lid, 1° tot en met 3°, kan omwille van expertise-uitbreiding of om te voldoen aan de voorwaarde in het eerste lid, 4°, een team of teams van ondersteuners opnemen van type 4, 6 of 7. Het team of de teams die worden opgenomen, komen van een school of scholen die voor dat type of die types voldoen aan de voorwaarden in het eerste lid, 1° tot en met 3°.Het bestuur dat met toepassing van dit lid een leersteuncentrum opricht, kan op deze manier ook leersteun bieden voor een type of types die niet in het onderwijsaanbod zitten van de school voor buitengewoon onderwijs. Het bestuur moet ervoor zorgen dat de ondersteuningsteams die worden samengevoegd om een specifiek leersteuncentrum te vormen, expertise basisonderwijs en expertise secundair onderwijs omvatten voor de types waarvoor leersteun zal worden geboden. § 5. Het bestuur van het leersteuncentrum bepaalt de administratieve zetel van het leersteuncentrum. Het leersteuncentrum dat deel uitmaakt van een school voor buitengewoon onderwijs heeft als administratieve zetel de administratieve vestigingsplaats van de school voor buitengewoon onderwijs.

Art. 20.§ 1. Het leersteuncentrum, met uitzondering van een specifiek leersteuncentrum type 4, 6 of 7, kan de vorm aannemen van een zelfstandige instelling. § 2. Het leersteuncentrum kan deel uitmaken van een erkende en gefinancierde of gesubsidieerde school voor buitengewoon onderwijs. § 3. Ongeacht de vorm die het leersteuncentrum aanneemt, heeft het uitsluitend de opdrachten, vermeld in artikel 6 tot en met 9. In het leersteuncentrum kunnen geen leerlingen ingeschreven worden.

Art. 21.De Vlaamse Regering sluit in het schooljaar 2022-2023 een protocol af samen met het gemeenschapsonderwijs en de representatieve verenigingen van inrichtende machten. In dit protocol is opgenomen: 1° waar de leersteuncentra worden opgericht;2° waar specifieke leersteuncentra type 4, 6 of 7 worden opgericht;3° welke besturen een leersteuncentrum zullen oprichten.De besturen maken daarbij een overzicht van de scholen voor gewoon basis- en secundair onderwijs die willen aansluiten bij het leersteuncentrum, met uitzondering van de specifieke leersteuncentra type 4, 6 of 7.

Voor een specifiek leersteuncentrum type 4, 6 of 7 toont een bestuur aan dat het voldoet aan de voorwaarden, bepaald in artikel 18, § 4, en toont het aan met welke leersteuncentra zal worden samengewerkt en voor welke types.

Art. 22.Om leersteun te ontvangen, sluiten scholen voor gewoon onderwijs zich aan bij één leersteuncentrum naar keuze, met uitzondering van een specifiek leersteuncentrum type 4, 6 of 7, georganiseerd door een bestuur van het eigen of een ander onderwijsnet. Het gekozen leersteuncentrum kan de school niet weigeren tenzij de school op een onredelijke afstand van het leersteuncentrum gelegen is die een efficiënte inzet van leerondersteuners onevenredig zou belasten. Een weigering op basis van afstand kan pas worden toegepast met het oog op schooljaar 2024-2025 en volgende schooljaren voor scholen die zich bij een ander leersteuncentrum wensen aan te sluiten.

Het leersteuncentrum motiveert een weigering op basis van afstand ten aanzien van de betrokken school en meldt de weigering aan AGODI. Het leersteuncentrum behandelt alle scholen op gelijke wijze.

De scholen voor gewoon onderwijs delen hun keuze mee aan het leersteuncentrum van keuze en aan AGODI uiterlijk een maand na de publicatie van het protocol, vermeld in artikel 21. Vanaf schooljaar 2023-2024 moet een school een wijziging van keuze voor een leersteuncentrum uiterlijk 1 februari meedelen aan het leersteuncentrum van keuze en aan AGODI. De wijziging gaat steeds in vanaf het volgende schooljaar.

Art. 23.Het bestuur van het leersteuncentrum richt een leersteunraad op voor het leersteuncentrum. De leersteunraad legt zijn werkingsprincipes vast.

Elke school voor gewoon onderwijs die bij het leersteuncentrum is aangesloten, is vertegenwoordigd in de leersteunraad. De leersteunraad kan andere partners betrekken bij zijn werkzaamheden. De leersteunraad volgt het beleid over leersteun van het leersteuncentrum op en heeft een adviserende bevoegdheid.

De leersteunraad geeft ten minste advies over: 1° de procedure voor het toewijzen van leersteun aan de verschillende scholen voor gewoon onderwijs;2° een eventuele structurele samenwerking met andere leersteuncentra voor het bieden van leersteun voor type 4, type 6 of type 7;3° het principe om scholen te kunnen weigeren op basis van afstand, vermeld in artikel 22. In het geval van een specifiek leersteuncentrum type 4, 6 of 7 worden alle scholen voor gewoon onderwijs die leersteun ontvangen van het specifieke leersteuncentrum type 4, 6 of 7 vertegenwoordigd in de leersteunraad. De leersteunraad van een specifiek leersteuncentrum type 4, 6 of 7 geeft ten minste advies over de organisatie en het bieden van leersteun in de scholen voor gewoon onderwijs.

Een leersteuncentrum legt verantwoording af aan de leersteunraad over minstens de volgende elementen: 1° de procedure voor het toewijzen van leersteun aan scholen;2° de eventuele structurele samenwerking met andere leersteuncentra voor het bieden van leersteun voor type 4, type 6 of type 7;3° in voorkomend geval, over de toepassing van het principe om scholen te weigeren op basis van afstand. Jaarlijks wordt in de leersteunraad van het leersteuncentrum, met uitzondering van een specifiek leersteuncentrum, in aanwezigheid van betrokken CLB's het overzicht van het aantal GC-verslagen, IAC-verslagen en OV4-verslagen in de scholen die zijn aangesloten bij het leersteuncentrum kenbaar gemaakt en besproken.

Art. 24.Waar een leersteuncentrum van het gemeenschapsonderwijs en een leersteuncentrum van het officieel gesubsidieerd onderwijs in meerdere dezelfde gemeenten actief zijn, werken beide leersteuncentra verplicht samen. De leersteuncentra maken minstens afspraken omtrent de wijze waarop aanvragen tot leersteun worden opgenomen.

Art. 25.De scholen voor gewoon onderwijs richten zich voor elke vraag naar leersteun voor leerlingen met een GC-verslag, IAC-verslag of OV4-verslag tot het leersteuncentrum waarbij ze zijn aangesloten.

Voor vragen naar leersteun type 4, type 6 of type 7 kan een leersteuncentrum structureel samenwerken met een ander leersteuncentrum. Het leersteuncentrum meldt een structurele samenwerking aan AGODI uiterlijk één week na de publicatie van het protocol, vermeld in artikel 21. Vanaf schooljaar 2023-2024 moet het leersteuncentrum een wijziging van structurele samenwerking uiterlijk op 1 februari meedelen aan AGODI. De structurele samenwerking gaat in vanaf het daaropvolgende schooljaar.

Het leersteuncentrum kan in samenspraak met of op vraag van ouders voor een vraag naar leersteun ad hoc samenwerken met een ander leersteuncentrum als dat nodig is om expertise te kunnen bieden die vereist is voor een leerling en een school.

Art. 26.Op de leersteuncentra die deel uitmaken van een school voor buitengewoon onderwijs zijn de bepalingen met betrekking tot scholen voor buitengewoon basis- en secundair onderwijs in het decreet basisonderwijs en de Codex Secundair Onderwijs alleen van toepassing voor zover ze niet in strijd zijn met dit decreet. Afdeling 4. - Erkennings-, subsidiërings- en financieringsvoorwaarden

Art. 27.Een voorlopige erkenning of erkenning van een leersteuncentrum is de toekenning van de bevoegdheid aan het bestuur van het leersteuncentrum om leersteun te bieden.

Art. 28.Het leersteuncentrum wordt erkend als het voldoet aan de volgende voorwaarden: 1° het leersteuncentrum eerbiedigt de internationaalrechtelijke en grondwettelijke beginselen inzake de rechten van de mens en van het kind in het bijzonder;2° het leersteuncentrum is georganiseerd onder de verantwoordelijkheid van een bestuur;3° het bestuur kan aantonen, via een omgevingsanalyse, dat het leersteuncentrum doelmatig en leefbaar is;4° het leersteuncentrum is gevestigd in gebouwen en lokalen die aan de voorwaarden voor de hygiëne, de veiligheid en de bewoonbaarheid voldoen;5° het leersteuncentrum beschikt over een infrastructuur en uitrusting waardoor de taken kwaliteitsvol uitgevoerd kunnen worden en de reglementering over de bescherming van de persoonlijke levenssfeer nageleefd kan worden;6° het bestuur maakt de controle van de onderwijsinspectie mogelijk;7° het leersteuncentrum leeft de bepalingen over de taalregeling in het onderwijs en de taalkennis van het personeel na;8° het leersteuncentrum voert de opdrachten uit conform dit decreet;9° het leersteuncentrum voert een kwaliteitsbeleid;10° het leersteuncentrum werkt samen met zowel scholen voor gewoon basisonderwijs als scholen voor gewoon secundair onderwijs;11° een specifiek leersteuncentrum type 4, 6 of 7 heeft een structurele samenwerking met een of meerdere leersteuncentra voor de types waarvoor het leersteun aanbiedt.Een specifiek leersteuncentrum kan geen erkenning krijgen voor een type waarvoor het geen structurele samenwerking heeft; 12° een specifiek leersteuncentrum type 4, 6 of 7 maakt deel uit van een erkende en gefinancierde of gesubsidieerde school voor buitengewoon onderwijs met een onderwijsaanbod in minstens één type waarvoor leersteun wordt geboden;13° het leersteuncentrum beschikt over een leersteunraad als vermeld in artikel 23;14° het leersteuncentrum voert een doeltreffend beleid rond het rookverbod, vermeld in artikel 4 tot en met 7 van het decreet van 6 juni 2008Relevante gevonden documenten type decreet prom. 06/06/2008 pub. 18/07/2008 numac 2008202338 bron vlaamse overheid Decreet houdende het instellen van een rookverbod in onderwijsinstellingen en centra voor leerlingenbegeleiding sluiten houdende het instellen van een rookverbod in onderwijsinstellingen en centra voor leerlingenbegeleiding.

Art. 29.§ 1. Leersteuncentra die opgenomen zijn in het protocol, vermeld in artikel 21, zijn voorlopig erkend voor schooljaar 2023-2024 en schooljaar 2024-2025. § 2. In het schooljaar 2023-2024 onderzoekt de onderwijsinspectie, via een doorlichting ter plaatse, of het leersteuncentrum dat is opgenomen in het protocol, vermeld in artikel 21, en is opgericht vanaf schooljaar 2023-2024, voldoet aan de decretaal vastgelegde voorwaarden voor een erkenning als vermeld in artikel 28.

Na de doorlichting bezorgt de onderwijsinspectie een rapport met een advies aan de Vlaamse Regering. De Vlaamse Regering beslist uiterlijk op 30 november 2024 over de erkenning. § 3. Een erkenning of het besluit om een leersteuncentrum niet te erkennen heeft uitwerking vanaf de start van het schooljaar dat volgt op de beslissing van de Vlaamse Regering, vermeld in paragraaf 2.

Art. 30.§ 1. Als een bestuur een leersteuncentrum, met uitzondering van een specifiek leersteuncentrum type 4, 6 of 7, wil oprichten na het schooljaar 2023-2024, kan dat als het maximale aantal leersteuncentra, vermeld in artikel 19, § 1, niet is bereikt. Een bestuur kan een aanvraag doen bij AGODI tot oprichting van een nieuw leersteuncentrum uiterlijk 1 oktober van het schooljaar dat voorafgaat aan de opstart van het leersteuncentrum. § 2. Voor de oprichting van een nieuw leersteuncentrum, met uitzondering van een specifiek leersteuncentrum type 4, 6 of 7, wordt het protocol, vermeld in artikel 21, aangepast door middel van een addendum.

Het addendum vermeldt: 1° welk leersteuncentrum is opgeheven;2° waar het nieuwe leersteuncentrum wordt opgericht;3° welk bestuur een leersteuncentrum zal oprichten.Het bestuur geeft daarbij een overzicht van de scholen voor gewoon basis- en secundair onderwijs die willen aansluiten bij het leersteuncentrum.

De Vlaamse Regering sluit een akkoord over het addendum met het gemeenschapsonderwijs en de representatieve verenigingen van inrichtende machten. § 3. Het leersteuncentrum dat wordt opgericht na het schooljaar 2023-2024 en dat opgenomen is in het bij addendum aangepaste protocol, vermeld in paragraaf 2, is voorlopig erkend in het schooljaar van opstart. § 4. Uiterlijk drie maanden na de start van het schooljaar onderzoekt de onderwijsinspectie, via een doorlichting ter plaatse, of het leersteuncentrum voldoet aan de voorwaarden voor een erkenning, vermeld in artikel 28.

Na de doorlichting bezorgt de onderwijsinspectie een rapport met een advies aan de Vlaamse Regering.

Op basis van het advies van de onderwijsinspectie neemt de Vlaamse Regering een beslissing over de erkenning. De Vlaamse Regering beslist uiterlijk op 31 december van het schooljaar van voorlopige erkenning over de erkenning. § 5. Een erkenning of het besluit om een leersteuncentrum niet te erkennen heeft uitwerking vanaf de start van het schooljaar dat volgt op de beslissing van de Vlaamse Regering, vermeld in paragraaf 2.

Art. 31.§ 1. Het bestuur van een leersteuncentrum dat voorlopig is erkend, verkrijgt financiering of subsidiëring vanaf het schooljaar waarin het voorlopig is erkend. De Vlaamse Gemeenschap komt financieel tegemoet, voor het gemeenschapsonderwijs door een financiering, en voor het gesubsidieerd onderwijs door een subsidiëring, in de vorm van: 1° salarissen;2° een werkingsbudget;3° investeringsmiddelen. Het bestuur van een leersteuncentrum dat definitief erkend is, met uitzondering van een specifiek leersteuncentrum type 4, 6 of 7, blijft de financiering of subsidiering, vermeld in het eerste lid, ontvangen.

Een specifiek leersteuncentrum type 4, 6 of 7 dat definitief erkend is, blijft de financiering of subsidiëring, vermeld in het eerste lid, ontvangen zolang het specifieke leersteuncentrum type 4, 6 of 7 een omkadering van minstens 3825 punten genereert. Indien een specifiek leersteuncentrum type 4, 6 of 7 het minimumaantal 3825 punten niet genereert op de eerste schooldag van februari van het lopende schooljaar, behoudt het haar erkenning voor het daaropvolgende schooljaar. Indien het specifieke leersteuncentrum type 4, 6 of 7 op de eerste schooldag van februari van dat schooljaar opnieuw niet de vereiste 3825 punten genereert, verliest het haar erkenning vanaf 1 september daaropvolgend. § 2. Elk bestuur van een leersteuncentrum draagt de kosten van en de financiële verantwoordelijkheid voor de organisatie en de werking van het leersteuncentrum.

Art. 32.Met inachtneming van artikel 36 tot en met 41 van het decreet van 8 mei 2009Relevante gevonden documenten type decreet prom. 08/05/2009 pub. 28/08/2009 numac 2009035790 bron vlaamse overheid Decreet betreffende de kwaliteit van onderwijs type decreet prom. 08/05/2009 pub. 07/07/2009 numac 2009035580 bron vlaamse overheid Decreet houdende algemene bepalingen betreffende het energiebeleid sluiten betreffende de kwaliteit van onderwijs, kan de Vlaamse Regering de erkenning van een leersteuncentrum intrekken. Bij de intrekking van de erkenning wordt de financiering of subsidiëring van het leersteuncentrum stopgezet.

De intrekking van de erkenning heeft uitwerking vanaf de start van het schooljaar dat volgt op de beslissing van de Vlaamse Regering, vermeld in het eerste lid.

Art. 33.Een bestuur verkrijgt voor zijn personeelsleden een salaris als die personeelsleden: 1° voldoen aan al de volgende voorwaarden: a) onderdaan zijn van de Europese Unie of de Europese Vrijhandelsassociatie, behalve in geval van een door de Vlaamse Regering te verlenen vrijstelling;b) de burgerlijke en politieke rechten genieten, behalve in het geval van een door de Vlaamse Regering te verlenen vrijstelling die samengaat met de vrijstelling, vermeld in punt a);c) in het bezit zijn van een door de Vlaamse Regering bepaald bekwaamheidsbewijs voor het ambt waarin ze zijn aangesteld;d) voldoen aan de taalvereisten zoals bepaald in artikel 17bis tot en met 17quinquies van het decreet rechtspositie personeelsleden gemeenschapsonderwijs van 27 maart 1991, respectievelijk artikel 19bis tot en met 19quinquies van het decreet rechtspositie personeelsleden gesubsidieerd onderwijs van 27 maart 1991;2° aangeworven zijn conform de reglementering over de reaffectatie en wedertewerkstelling;3° in dienst zijn op grond van de reglementering over de personeelsformatie. De salarissen worden door de bevoegde diensten van de Vlaamse Regering rechtstreeks en maandelijks aan de betrokken personeelsleden uitbetaald.

Art. 34.Ieder bestuur van een gesubsidieerd leersteuncentrum houdt de verantwoordingsstukken over het gebruik van zijn werkingsbudget ter beschikking voor een controle door de verificatiediensten van AGODI, zonder dat deze controle betrekking mag hebben op de opportuniteit. Afdeling 5. - Omkadering

Onderafdeling 1. - Omkadering voor leersteun voor leerlingen met een IAC-verslag type 2, 4, 6 of 7 of OV4-verslag type 4, 6 of 7

Art. 35.De omkadering die leerlingen met een IAC-verslag type 2, 4, 6 of 7 of OV4-verslag type 4, 6 of 7 in scholen voor gewoon onderwijs genereren met toepassing van artikel 36, wordt toegekend aan het leersteuncentrum waarbij de school voor gewoon onderwijs is aangesloten.

Als een leersteuncentrum met toepassing van artikel 23, § 2, structureel samenwerkt met een of meer andere leersteuncentra, kent AGODI de omkadering rechtstreeks toe aan het leersteuncentrum of de leersteuncentra waar het mee samenwerkt. De toegekende omkadering correspondeert met de leerlingen met een IAC-verslag of OV4-verslag type 4, 6 of 7 waarvoor het leersteuncentrum met het andere leersteuncentrum of de andere leersteuncentra structureel samenwerkt.

Art. 36.§ 1. Voor leerlingen met een IAC-verslag type 2, 4, 6 of 7 in het gewoon basisonderwijs wordt voorzien in een omkadering in punten die gelijk is aan de omkadering voor een leerling met een IAC-verslag van hetzelfde type in het buitengewoon basisonderwijs en die bestaat uit: 1° de lestijden per type voor de eerste leerling met een IAC-verslag in de lestijdenschalen voor buitengewoon basisonderwijs, vermeld in artikel 137bis en 137ter van het decreet basisonderwijs, met toepassing van het geldende aanwendingspercentage en verminderd met de gemiddelde omkadering die een leerling in het gewoon basisonderwijs genereerde op basis van de telling van de eerste schooldag van februari van 2014.Voor de berekening van de gemiddelde omkadering voor een leerling in het gewoon basisonderwijs werden de lestijden volgens de schalen, vermeld in artikel 132 van het decreet basisonderwijs, de SES-lestijden, vermeld in artikel 134 van het decreet basisonderwijs, en de lestijden levensbeschouwelijke vakken, vermeld in artikel 138, § 1, eerste lid, 1°, van het decreet basisonderwijs, meegenomen; 2° de uren volgens de richtgetallen per type voor een leerling met een IAC-verslag, vermeld in artikel 148 van het decreet basisonderwijs. § 2. De lestijden die verkregen worden volgens de berekeningswijze, vermeld in paragraaf 1, 1°, worden vermenigvuldigd met de coëfficiënt van 3,841 punten per lestijd. De uren volgens de richtgetallen, vermeld in paragraaf 1, 2°, worden vermenigvuldigd met de coëfficiënt van 2,870 punten per uur.

De punten per lestijd en per uur, vermeld in het eerste lid, worden per type gesommeerd tot een aantal punten voor leersteun per leerling met een IAC-verslag: 1° type 2: 23,583 punten;2° type 4: 26,741 punten;3° type 6: 22,046 punten;4° type 7: 24,343 punten. § 3 Als de lestijden volgens de schalen, vermeld in artikel 137bis en 137ter van het decreet basisonderwijs, of de uren volgens de richtgetallen, vermeld in artikel 148 van het decreet basisonderwijs, voor type 2, 4, 6 of 7 worden aangepast, wordt die aanpassing doorgerekend in de punten voor leersteun voor de betreffende types, vermeld in paragraaf 2, tweede lid, met toepassing van de coëfficiënten, vermeld in paragraaf 2, eerste lid. § 4. Voor leerlingen met een IAC-verslag type 2, 4, 6 of 7 of OV4-verslag type 4, 6 of 7 in het gewoon secundair onderwijs wordt voorzien in een omkadering die gelijk is aan de omkadering voor een leerling met een IAC-verslag of OV4-verslag van hetzelfde type in het buitengewoon secundair onderwijs en die bestaat uit: 1° het gewogen gemiddelde van de lesuren van de telling van 1 februari 2015 over de opleidingsvormen heen per type in buitengewoon secundair onderwijs met toepassing van de geldende aanwendingspercentages, vermeld in artikel 298, 301, 302 en 303 van de Codex Secundair Onderwijs, verminderd met de gemiddelde omkadering van de telling van 1 februari 2015 die een leerling genereert in het gewoon secundair onderwijs, waarbij een uitzondering voorzien wordt voor opleidingsvorm 3, waar alleen verminderd wordt met de gemiddelde omkadering die een leerling genereert in de B-stroom, het bso en dbso op basis van de telling van 1 februari 2015.Die gemiddelde omkadering voor het gewoon onderwijs is gebaseerd op uren leraar volgens de coëfficiënten zoals vastgelegd in uitvoering van artikel 89 van het decreet van 10 juli 2008Relevante gevonden documenten type decreet prom. 10/07/2008 pub. 03/10/2008 numac 2008203342 bron vlaamse overheid Decreet betreffende het stelsel van leren en werken in de Vlaamse Gemeenschap type decreet prom. 10/07/2008 pub. 09/10/2008 numac 2008036144 bron vlaamse overheid Decreet houdende verlenging van sommige van de tijdelijke projecten die zijn vermeld in het besluit van de Vlaamse Regering van 23 juni 2006 betreffende de organisatie van tijdelijke projecten in het basis- en secundair onderwijs type decreet prom. 10/07/2008 pub. 11/08/2008 numac 2008202683 bron vlaamse overheid Decreet houdende wijziging van het decreet van 26 juni 1991 betreffende de erkenning en subsidiëring van het maatschappelijk opbouwwerk, wat de beperking van de subsidiëring tot de instituten betreft type decreet prom. 10/07/2008 pub. 10/09/2008 numac 2008203166 bron vlaamse overheid Decreet tot bekrachtiging van het besluit van de Vlaamse Regering van 27 juni 2008 tot wijziging van sommige besluiten van de Vlaamse Regering met betrekking tot tijdelijke projecten in het basisonderwijs en secundair onderwijs sluiten betreffende het stelsel van leren en werken in de Vlaamse Gemeenschap en artikel 209 van de Codex Secundair Onderwijs; 2° de uren volgens de richtgetallen per type voor een leerling met een IAC-verslag of OV4-verslag, vermeld in artikel 311 van de Codex Secundair Onderwijs. § 5. De lesuren die verkregen worden volgens de berekeningswijze, vermeld in paragraaf 4, 1°, worden vermenigvuldigd met de coëfficiënt van 4,232 punten per lesuur. De uren volgens de richtgetallen, vermeld in paragraaf 4, 2°, worden vermenigvuldigd met de coëfficiënt van 2,949 punten per uur.

De punten per lesuur en per uur, vermeld in het eerste lid, worden per type opgeteld tot een aantal punten voor leersteun per leerling met een IAC-verslag of OV4-verslag: 1° type 2: 21,354 punten;2° type 4: 24,797 punten;3° type 6: 23,199 punten;4° type 7: 21,014 punten. § 6. Als de lesuren volgens de richtgetallen, vermeld in artikel 301 en 302 van de Codex Secundair Onderwijs, of de uren volgens de richtgetallen, vermeld in artikel 311 van dezelfde codex, voor de types 2, 4, 6 of 7 worden aangepast, wordt die aanpassing doorgerekend in de punten voor leersteun voor de betreffende types, vermeld in paragraaf 5, tweede lid, met toepassing van de coëfficiënten, vermeld in paragraaf 5, eerste lid.

Art. 37.De punten die de leersteuncentra ontvangen op basis van de leerlingen met een IAC-verslag type 2, 4, 6 of 7 of OV4-verslag type 4, 6 of 7 in scholen voor gewoon onderwijs die bij het leersteuncentrum zijn aangesloten of in geval van structurele samenwerking worden toegekend aan het betreffende leersteuncentrum of de betreffende leersteuncentra, worden telkens per type en apart voor het basisonderwijs en voor het secundair onderwijs opgeteld en in geval van een decimaal getal naar de hogere eenheid afgerond.

Art. 38.§ 1. De teldagen voor de berekening van het aantal punten dat wordt toegekend aan de leersteuncentra voor leersteun aan scholen voor gewoon onderwijs met leerlingen met een IAC-verslag type 2, 4, 6 of 7 of OV4-verslag type 4, 6 of 7, zijn: 1° de eerste schooldag van oktober van het lopende schooljaar;2° de eerste schooldag van februari van het lopende schooljaar. § 2. De punten die op basis van de telling op de eerste schooldag van oktober van het lopende schooljaar worden toegekend per type in het basisonderwijs en per type in het secundair onderwijs, vormen het gegarandeerde basispakket punten voor leerlingen met een IAC-verslag type 2, 4, 6 of 7 of OV4-verslag type 4, 6 of 7 voor het volledige schooljaar.

Als op basis van artikel 36, 37 en 38, § 1, op de eerste schooldag van februari van het lopende schooljaar een hoger aantal punten per type gegenereerd wordt voor het basisonderwijs of een hoger aantal punten per type gegenereerd wordt voor het secundair onderwijs in vergelijking met het aantal dat op de eerste schooldag van oktober van het lopende schooljaar is toegekend, ontvangt het leersteuncentrum dat verschil aan punten per type voor het basisonderwijs en per type voor het secundair onderwijs met ingang van de eerste schooldag van februari van het lopende schooljaar. In geval van een daling behoudt het leersteuncentrum de punten per type voor het basisonderwijs of de punten per type voor het secundair onderwijs dat is berekend op basis van de eerste schooldag van oktober van het lopende schooljaar.

Onderafdeling 2. - Omkadering voor leersteun voor leerlingen met een GC-verslag type 2, 4, 6 of 7

Art. 39.De omkadering voor het bieden van leersteun aan scholen voor gewoon onderwijs met leerlingen met een GC-verslag type 2, 4, 6 of 7 wordt toegekend aan het leersteuncentrum waarbij de scholen voor gewoon onderwijs zijn aangesloten.

Als een leersteuncentrum met toepassing van artikel 25, § 2, structureel samenwerkt met een of meer andere leersteuncentra, kent AGODI de omkadering rechtstreeks toe aan het leersteuncentrum of de leersteuncentra waar het mee samenwerkt. De toegekende omkadering correspondeert met de leerlingen met een GC-verslag type 4, 6 of 7 waarvoor het leersteuncentrum met het andere leersteuncentrum of de andere leersteuncentra structureel samenwerkt.

Art. 40.§ 1. Per leerling met een GC-verslag type 2, 4, 6 of 7 in het gewoon basisonderwijs worden de volgende punten voorzien: 1° type 2: 6,865 punten;2° type 4: 6,865 punten;3° type 6: 12,220 punten;4° type 7: 7,208 punten. § 2. Per leerling met een GC-verslag type 2, 4, 6 of 7 in het gewoon secundair onderwijs worden de volgende punten voorzien: 1° type 2: 8,218 punten;2° type 4: 8,218 punten;3° type 6: 14,423 punten;4° type 7: 9,780 punten. § 3. De teldagen voor de berekening van het aantal punten dat wordt toegekend aan de leersteuncentra voor leersteun aan scholen voor gewoon onderwijs met leerlingen met een GC-verslag type 2, 4, 6 of 7, zijn: 1° de eerste schooldag van oktober van het lopende schooljaar;2° de eerste schooldag van februari van het lopende schooljaar. De punten die op basis van de telling op de eerste schooldag van oktober van het lopende schooljaar worden toegekend per type in het basisonderwijs en per type in het secundair onderwijs, vormen het gegarandeerde basispakket punten voor leerlingen met een GC-verslag type 2, 4, 6 of 7 voor het volledige schooljaar.

Als op basis van paragraaf 1 en 2, op de eerste schooldag van februari van het lopende schooljaar een hoger aantal punten per type gegenereerd wordt voor het basisonderwijs of een hoger aantal punten per type gegenereerd wordt voor het secundair onderwijs in vergelijking met het aantal dat op de eerste schooldag van oktober van het lopende schooljaar is toegekend, ontvangt het leersteuncentrum dat verschil aan punten per type voor het basisonderwijs en per type voor het secundair onderwijs met ingang van de eerste schooldag van februari van het lopende schooljaar. In geval van een daling behoudt het leersteuncentrum de punten per type voor het basisonderwijs of de punten per type voor het secundair onderwijs dat is berekend op basis van de eerste schooldag van oktober van het lopende schooljaar. § 4. De punten die de leersteuncentra ontvangen op basis van de leerlingen met een GC-verslag in scholen voor gewoon onderwijs die bij het leersteuncentrum zijn aangesloten of in geval van structurele samenwerking worden toegekend aan het betreffende leersteuncentrum of de betreffende leersteuncentra, worden telkens per type en binnen het onderwijsniveau opgeteld en in geval van een decimaal getal naar de hogere eenheid afgerond.

Onderafdeling 3. - Bijkomende omkadering op basis van leerlingen met een IAC-verslag, OV4-verslag of GC-verslag type 2, 4, 6 en 7 in het gewoon secundair onderwijs

Art. 41.Voor leerlingen met een GC-verslag type 2, 4, 6 of 7, een IAC-verslag type 2, 4, 6 of 7 en OV4-verslag type 4, 6 of 7 worden over de leersteuncentra jaarlijks bijkomend 6085 punten verdeeld a rato van het aantal leerlingen met een GC-verslag type 2, 4, 6 of 7, een IAC-verslag type 2, 4, 6 of 7 en OV4-verslag type 4, 6 of 7 op de eerste schooldag van oktober van het lopende schooljaar in de scholen voor gewoon secundair onderwijs die zijn aangesloten bij de leersteuncentra.

Wanneer een leersteuncentrum structureel samenwerkt met een ander leersteuncentrum type 4, 6 of 7 wordt een deel van de punten die het leersteuncentrum op deze manier genereert door AGODI rechtstreeks toegekend aan het andere leersteuncentrum waarmee structureel wordt samengewerkt. Dit gebeurt a rato van het aantal leerlingen met een GC-verslag, IAC-verslag of OV4-verslag van het type waarvoor structureel wordt samengewerkt in de scholen voor secundair onderwijs van het leersteuncentrum ten opzichte van het totaal aantal leerlingen met een GC-verslag, IAC-verslag of OV4-verslag type 2, 4, 6 en 7 in de scholen voor secundair onderwijs van het leersteuncentrum.

Onderafdeling 4. - Omkadering voor leersteun voor leerlingen met een IAC-verslag, OV4-verslag of GC-verslag type basisaanbod, 3 of 9

Art. 42.Voor de leersteun aan scholen voor gewoon onderwijs met leerlingen met een IAC-verslag, OV4-verslag of GC-verslag type basisaanbod, 3 en 9 garandeert de Vlaamse Regering elk schooljaar 120.386 punten voor basisonderwijs en 61.115 punten voor secundair onderwijs.

Als in toepassing van artikel 173septies van het decreet basisonderwijs en artikel 314/5 van de Codex Secundair Onderwijs en volgens de berekeningswijze als bepaald in het besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van diverse besluiten van de Vlaamse Regering en tot bepaling van de berekeningswijze van de waarborgregeling ter uitvoering van het decreet van 21 maart 2014Relevante gevonden documenten type decreet prom. 18/05/1999 pub. 08/07/1999 numac 1999035787 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet houdende wijziging van het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode en van het decreet van 22 december 1995 houdende bepalingen tot begeleiding van de begroting 1996 type decreet prom. 18/05/1999 pub. 30/06/1999 numac 1999035744 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet houdende wijziging van de organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn type decreet prom. 18/05/1999 pub. 30/06/1999 numac 1999035806 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet houdende wijziging van de organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn sluiten3 betreffende maatregelen voor leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften, waarborglestijden, -lesuren of -uren beschikbaar komen, worden deze met toepassing van de coëfficiënten, vermeld in artikel 36, § 2 en § 5, omgezet naar punten en toegevoegd aan de puntenaantallen voor basis- en secundair onderwijs, vermeld in paragraaf 1.

Art. 43.De omkadering voor leerlingen met een IAC-verslag, OV4-verslag of GC-verslag type basisaanbod, 3 of 9, vermeld in artikel 42, § 1, wordt door de Vlaamse Regering als volgt toegewezen aan de leersteuncentra, voor het bieden van leersteun in scholen voor gewoon onderwijs met leerlingen met een IAC-verslag, OV4-verslag of GC-verslag type basisaanbod, 3 en 9: 1° 60% wordt verdeeld op basis van het leerlingenaantal op de eerste schooldag van februari van het voorafgaande schooljaar van de scholen voor gewoon onderwijs die aangesloten zijn bij het leersteuncentrum;2° 40% wordt verdeeld op basis van het gemiddelde aantal leerlingen met een IAC-verslag, OV4-verslag en GC-verslag type basisaanbod, 3 of 9 in de scholen voor gewoon onderwijs die aangesloten zijn bij het leersteuncentrum op de eerste schooldag van februari van de drie voorafgaande schooljaren. Voor het bepalen van het gemiddelde aantal leerlingen met een IAC-verslag, OV4-verslag of GC-verslag type basisaanbod, 3 of 9, vermeld in het eerste lid, 2°, wordt voor de schooljaren 2020-2021, 2021-2022, 2022-2023 het aantal leerlingen met een verslag of gemotiveerd verslag type basisaanbod, 3 en 9 geteld.

De berekeningswijze, vermeld in het eerste en tweede lid, wordt apart toegepast voor het puntenaantal voor basisonderwijs en voor het puntenaantal voor secundair onderwijs, vermeld in artikel 42.

Onderafdeling 5. - Aanwending van de omkadering voor leersteun

Art. 44.§ 1. De omkadering wordt aangewend om de opdrachten, vermeld in artikel 6 tot en met 9, uit te voeren. § 2. De omkadering wordt doeltreffend ingezet voor leersteun met maximaal effect op de klasvloer. Verplaatsingstijden worden beperkt en mogen de ondersteuningstijd die beschikbaar is voor leerlingen en leraren niet verminderen.

De leerondersteuners worden in staat gesteld om op een kwaliteitsvolle wijze leersteun te blijven bieden gegeven de evolutie van de leerlingen met een GC- verslag, IAC-verslag of OV4-verslag type basisaanbod, 3 en 9. De planlast van de ondersteuner wordt beperkt.

Beide elementen worden meegenomen in het onderzoek, vermeld in artikel 58, § 2.

De Vlaamse Regering bepaalt de ambten en de puntenwaarde die aan elk ambt wordt toegekend. De puntenwaarde van een ambt wordt bepaald op basis van een bekwaamheidsbewijs of een salarisschaal.

Art. 45.Voor een leerling met een IAC-verslag type 2, 4, 6 of 7 of OV4-verslag type 4, 6 of 7 wordt de omkadering zoals die wordt gegenereerd door de leerling, aangewend voor de leersteun voor die leerling, zijn leerkrachten en het schoolteam.

In afwijking van paragraaf 1 kan het leersteuncentrum binnen de school voor gewoon onderwijs en over scholen voor gewoon onderwijs heen, na overleg met de school, de leerling tenzij dat niet mogelijk is, en de ouders, de omkadering voor leersteun voor leerlingen met een IAC-verslag type 2, 4, 6 of 7 of OV4-verslag type 4, 6 of 7 flexibel aanwenden over verschillende leerlingen met een IAC-verslag type 2, 4, 6 of 7 of OV4-verslag type 4, 6 of 7 of een GC-verslag type 2, 4, 6 en 7 heen in functie van een optimale leersteun voor de betrokken leerlingen, hun leerkrachten en schoolteams.

Art. 46.De omkadering voor leerlingen met een GC-verslag type 2, 4, 6 en 7 kan door het leersteuncentrum flexibel aangewend worden op basis van de ondersteuningsbehoeften die er zijn bij de leerlingen met een GC-verslag type 2, 4, 6 of 7, en een IAC-verslag type 2, 4, 6 of 7 of OV4-verslag type 4, 6 of 7 en hun leerkrachten en schoolteams.

Art. 47.De bijkomende omkadering die wordt toegekend voor leerlingen met een GC-verslag type 2, 4, 6 of 7, een IAC-verslag type 2, 4, 6 of 7 of een OV4-verslag type 4, 6 of 7 als vermeld in artikel 41, kan door het leersteuncentrum flexibel worden aangewend op basis van de ondersteuningsbehoeften die er zijn bij de leerlingen met een GC-verslag type 2, 4, 6 en 7, een IAC-verslag type 2, 4, 6 of 7 of OV4-verslag type 4, 6 of 7 en hun leerkrachten en schoolteams in het basis- en secundair onderwijs.

Art. 48.De omkadering voor leerlingen met een GC-verslag type basisaanbod, 3 of 9, een IAC-verslag type basisaanbod, 3 of 9 of een OV4-verslag type 3 of 9 kan door het leersteuncentrum flexibel aangewend worden op basis van de ondersteuningsbehoeften die er zijn bij de leerlingen, leerkrachten en schoolteams.

Art. 49.Door de betrokken besturen van de leersteuncentra kunnen punten tussen de leersteuncentra worden overgedragen voor een ad-hoc samenwerking. De overdracht vindt plaats tegen uiterlijk 1 november van het betrokken schooljaar, of tegen uiterlijk 1 maart van het betrokken schooljaar als er bijkomende punten zijn toegekend op basis van de telling van de eerste schooldag van februari van het lopende schooljaar, op voorwaarde dat voldaan is aan al de volgende voorwaarden: 1° er is overlegd met het bevoegd lokaal comité;2° de overdracht heeft niet tot gevolg dat personeelsleden ter beschikking gesteld worden wegens ontstentenis van betrekking.De niet-naleving daarvan heeft tot gevolg dat een terbeschikkingstelling wegens ontstentenis van betrekking geen uitwerking heeft ten aanzien van de overheid; 3° de betrekkingen die worden ingericht op basis van overgedragen omkadering komen niet in aanmerking voor vacantverklaring.Het bestuur kan in geen geval een personeelslid vast benoemen, affecteren of muteren in die betrekkingen. Het niet-naleven daarvan heeft tot gevolg dat de vaste benoeming geen uitwerking heeft ten aanzien van het Vlaams Ministerie van Onderwijs en Vorming; 4° het bestuur bezorgt met het oog op de controle een verklaring op eer aan AGODI, waarin het verklaart de bepalingen van punt 1° tot en met 3° in acht te nemen. Onderafdeling 6. - Omkadering voor secundaire processen

Art. 50.§ 1. De Vlaamse Regering voorziet jaarlijks een pakket van 13.673 punten voor directie, coördinatie en administratie in de leersteuncentra. Elk leersteuncentrum ontvangt punten uit het pakket naar rato van: 1° het aantal punten dat het leersteuncentrum voor leersteun ontvangt met toepassing van artikel 42 en 43 voor leersteun type basisaanbod, 3 en 9;2° het aantal punten dat het leersteuncentrum voor leersteun ontving in het voorgaande schooljaar met toepassing van artikel 35 tot en met 41 voor leersteun type 2, 4, 6 en 7. In afwijking van het eerste lid, 2°, wordt voor de verdeling van de punten voor directie, coördinatie en administratie voor schooljaar 2023-2024, de eerste schooldag van februari van schooljaar 2022-2023 als teldag gehanteerd en toegepast op de leersteuncentra en structurele samenwerkingen tussen leersteuncentra zoals ze zullen gevormd zijn voor schooljaar 2023-2024. § 2. Het leersteuncentrum stelt op basis van de toegekende punten personeelsleden aan voor directie, administratie en coördinatie.

De Vlaamse Regering bepaalt de ambten en de puntenwaarde die aan elk ambt wordt toegekend. De puntenwaarde van een ambt wordt bepaald op basis van een bekwaamheidsbewijs of een salarisschaal.

Ieder leersteuncentrum dat de vorm aanneemt van een zelfstandige instelling richt een halftijdse betrekking of een volledige betrekking in het ambt van directeur in, op basis van de punten, vermeld in paragraaf 1.

Ieder leersteuncentrum dat deel uitmaakt van een bestaande school voor buitengewoon onderwijs richt minstens één volledige betrekking in, in het ambt van coördinator, op basis van de punten, vermeld in paragraaf 1. Afdeling 6. - Werkingsbudget

Art. 51.§ 1. Er wordt jaarlijks werkingsbudget toegekend aan de besturen van de leersteuncentra voor de werking en de uitrusting van het leersteuncentrum. Het werkingsbudget voor het leersteuncentrum is enerzijds gebaseerd op de omkadering die het leersteuncentrum ontvangt voor de leerlingen met een GC-verslag type 2, 4, 6 en 7, voor de leerlingen met een IAC-verslag type basisaanbod, 3 en 9, de leerlingen met een OV4-verslag type 3 en 9 en de leerlingen met een GC-verslag type basisaanbod, 3 en 9, en anderzijds op het aantal leerlingen met een IAC-verslag of OV4-ver- slag type 2, 4, 6 en 7 in de scholen voor gewoon onderwijs die zijn aangesloten bij het leersteuncentrum. § 2. Voor de leerlingen met een GC-verslag type 2, 4, 6 en 7 en voor de leerlingen met een IAC-verslag type basisaanbod, 3 en 9, de leerlingen met een OV4-verslag type 3 en 9 en de leerlingen met een GC-verslag type basisaanbod, 3 en 9 wordt het werkingsbudget voor het schooljaar (X, X+1) berekend door het aantal aan de besturen van de leersteuncentra toegekende punten voor schooljaar (X, X+1) te vermenigvuldigen met 46,464 euro per punt.

Het bedrag wordt jaarlijks vermenigvuldigd met de aanpassingscoëfficiënt A, die berekend wordt conform de volgende formule: A = (Cx-1/Cx-2), waarbij: 1° Cx-1: de gezondheidsindex van de maand januari van het begrotingsjaar x-1;2° Cx-2: de gezondheidsindex van de maand januari van het begrotingsjaar x-2. In afwijking van het tweede lid wordt voor het schooljaar 2023-2024 de volgende formule gehanteerd: A = (Cx-1/Cx-3), waarbij: 1° Cx-1: de gezondheidsindex van de maand januari van het begrotingsjaar x-1;2° Cx-3: de gezondheidsindex van de maand januari van het begrotingsjaar x-3. § 3. Voor de leerlingen met een IAC-verslag type 2, 4, 6 of 7 of OV4-verslag type 4, 6 of 7 krijgt het leersteuncentrum als volgt werkingsbudget toegekend: 1° voor het kleuteronderwijs: a) type 2, 6 of 7: 366,810 euro per leerling;b) type 4: 557,410 euro per leerling;2° voor het lager onderwijs: a) type 2, 6 of 7: 656,490 euro per leerling;b) type 4: 858,190 euro per leerling;3° voor het secundair onderwijs: a) type 2, 6 of 7: 361,110 euro per leerling;b) type 4: 538,280 euro per leerling. § 4. Voor leerlingen met een GC-verslag type 2, 4, 6 of 7 en voor leerlingen met een IAC-verslag type basisaanbod, 3 of 9, OV4-verslag type 3 of 9, of GC-verslag type basisaanbod, 3 of 9 wordt het werkingsbudget, vermeld in paragraaf 2, voor het einde van begrotingsjaar x+1 toegekend op basis van het aantal punten dat het leersteuncentrum in het schooljaar (x, x+1) toegekend kreeg voor leersteun aan scholen voor gewoon onderwijs met leerlingen met een GC-verslag type 2, 4, 6 of 7 en voor leerlingen met een IAC-verslag type basisaanbod, 3 of 9, OV4-verslag type 3 of 9, of GC-verslag type basisaanbod, 3 of 9. § 5. Voor leerlingen met een IAC-verslag type 2, 4, 6 en 7 of OV4-verslag type 4, 6 en 7 wordt het werkingsbudget toegekend aan het leersteuncentrum op basis van de leerlingen op de eerste schooldag van oktober van het lopende schooljaar en worden die gegarandeerd voor het volledige schooljaar.

Als op basis van de telling op de eerste schooldag van februari van het lopende schooljaar en met toepassing van de bedragen, vermeld in paragraaf 3, een hoger bedrag aan werkingsbudget wordt verkregen voor een leersteuncentrum in vergelijking met het werkingsbudget dat is toegekend op basis van de telling van de eerste schooldag van oktober van het lopende schooljaar, ontvangt het leersteuncentrum dat verschil aan werkingsbudget. In geval van een daling behoudt het leersteuncentrum het werkingsbudget dat is berekend op basis van de eerste schooldag van oktober van het lopende schooljaar. § 6. De bedragen, vermeld in paragraaf 3, worden jaarlijks vermenigvuldigd met de aanpassingscoëfficiënt A, die berekend wordt conform de volgende formule: A = (Cx-1/Cx-2), waarbij: 1° Cx-1: de gezondheidsindex van de maand januari van het begrotingsjaar x-1;2° Cx-2: de gezondheidsindex van de maand januari van het begrotingsjaar x-2. In afwijking van het eerste lid wordt voor het schooljaar 2023-2024 de volgende formule gehanteerd: A = (Cx-1/Cx-3), waarbij: 1° Cx-1: de gezondheidsindex van de maand januari van het begrotingsjaar x-1;2° Cx-3: de gezondheidsindex van de maand januari van het begrotingsjaar x-3. § 7. Als het leersteuncentrum met toepassing van artikel 25, § 2, structureel samenwerkt met een ander leersteuncentrum of met andere leersteuncentra voor de leersteun aan scholen voor gewoon onderwijs met leerlingen met een GC-verslag, IAC-verslag of OV4-verslag type 4, type 6 of type 7, keert AGODI het werkingsbudget dat correspondeert met de leerlingen type 4, type 6 en type 7 rechtstreeks uit aan het leersteuncentrum of de leersteuncentra waarmee structureel wordt samengewerkt. § 8. In schooljaar 2023-2024 en schooljaar 2024-2025 wordt per schooljaar 5 miljoen euro bijkomend werkingsbudget verdeeld over de leersteuncentra, naar rato van: 1° het aantal punten dat het leersteuncentrum voor leersteun ontvangt met toepassing van artikel 42 en 43 voor leersteun type basisaanbod, 3 en 9;2° het aantal punten dat het leersteuncentrum voor leersteun ontving met toepassing van artikel 35, 36, 37, 38, § 2, artikel 39, 40, § 1, § 2, § 3, tweede en derde lid, § 4, en artikel 41 voor leersteun type 2, 4, 6 en 7, in afwijking van artikel 40, § 1, en 38, § 3, eerste lid, op basis van de telling op de eerste schooldag van februari van het voorafgaande schooljaar. In afwijking van punt 2° wordt voor de verdeling van het bijkomende werkingsbudget voor schooljaar 2023-2024, de eerste schooldag van februari van schooljaar 2022-2023 als teldag gehanteerd en toegepast op de leersteuncentra en structurele samenwerkingen tussen leersteuncentra zoals ze zullen gevormd zijn voor schooljaar 2023-2024.

De leersteuncentra ontvangen het bijkomende werkingsbudget uiterlijk op 30 september van het lopende schooljaar en wenden het aan voor een kwaliteitsvolle opstart en organisatie van leersteun in de nieuwe leersteuncentra.

Art. 52.§ 1. Het ontvangen werkingsbudget moet worden aangewend voor de werking van het leersteuncentrum. Het bestuur van een leersteuncentrum dat deel uitmaakt van een school voor buitengewoon onderwijs, kan het werkingsbudget dat het heeft ontvangen voor het leersteuncentrum, gedeeltelijk samenvoegen met het werkingsbudget dat het heeft ontvangen voor de school voor buitengewoon onderwijs voor het financieren van gezamenlijke kosten. § 2. Het bestuur van een leersteuncentrum kan ten laste van het werkingsbudget, vermeld in artikel 51, ten laste van de Vlaamse ondersteuningspremie uitgekeerd door VDAB of ten laste van subsidies die het beleidsdomein Onderwijs en Vorming, vermeld in artikel 7 van het besluit van de Vlaamse Regering van 3 juni 2005Relevante gevonden documenten type decreet prom. 10/07/2003 pub. 02/09/2003 numac 2003035932 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet houdende wijziging van het Podiumkunstendecreet van 18 mei 1999 type decreet prom. 10/07/2003 pub. 24/10/2003 numac 2003201478 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet betreffende het landschap basisonderwijs sluiten6 met betrekking tot de organisatie van de Vlaamse administratie, toekent om de kwaliteit van onderwijs te versterken, personeel aanwerven. In het gemeenschapsonderwijs kan een bestuur het voormelde principe aanwenden voor de personeelscategorieën, vermeld in artikel 2, § 1, van het decreet van 27 maart 1991 rechtspositie personeelsleden gemeenschapsonderwijs. In het gesubsidieerd onderwijs kan een bestuur het voormelde principe aanwenden voor de personeelscategorieën, vermeld in artikel 4, § 1, a), van het decreet van 27 maart 1991 rechtspositie personeelsleden gesubsidieerd onderwijs.

De betrekking die met deze middelen wordt ingericht, kan niet worden vacant verklaard en het bestuur kan in geen geval een personeelslid vast benoemen, affecteren of muteren in deze betrekking.

Het personeelslid dat door een bestuur van een leersteuncentrum in het gemeenschapsonderwijs wordt aangeworven, wordt altijd als tijdelijk personeelslid aangesteld. Het decreet van 27 maart 1991 rechtspositie personeelsleden gemeenschapsonderwijs is op hem van toepassing.

Het personeelslid dat door een bestuur van een leersteuncentrum in het gesubsidieerd onderwijs wordt aangeworven, wordt altijd als tijdelijk personeelslid aangesteld. Het decreet van 27 maart 1991 rechtspositie personeelsleden gesubsidieerd onderwijs is op hem van toepassing.

Het Agentschap voor Onderwijsdiensten betaalt het salaris of de salaristoelage rechtstreeks aan de betrokken personeelsleden.

Diezelfde dienst vordert het brutosalaris of de brutosalaristoelage, verhoogd met de vergoedingen, bijslagen, vakantiegeld, eindejaarspremie en werkgeversbijdrage, van het schoolbestuur terug. Afdeling 7. - Terugvorderingen, inhoudingen en sancties

Art. 53.Elke ten onrechte uitbetaalde financiering of subsidiëring wordt teruggevorderd van het bestuur van het leersteuncentrum. Een ten onrechte uitbetaald salaris of salarisgedeelte wordt evenwel teruggevorderd van het betrokken personeelslid als het bestuur niet verantwoordelijk is voor dat ten onrechte uitbetaalde salaris.

De ten onrechte uitbetaalde financiering of subsidiëring aan of voor rekening van het bestuur kan ook worden teruggevorderd door inhouding op het nog uit te betalen werkingsbudget.

Art. 54.Met behoud van de toepassing van artikel 53 leiden de volgende overtredingen, na aanmaning, tot sancties: 1° misbruik van werkingsbudgetten en investeringsmiddelen;2° misbruik bij de aanwending van de personeelsformatie. Het bestuur dat in overtreding is, kan gesanctioneerd worden met een gedeeltelijke terugbetaling van het werkingsbudget, zonder dat de terugvordering of inhouding meer kan bedragen dan 10% van het werkingsbudget van het leersteuncentrum waarbij de overtreding is vastgesteld. De terugvordering of inhouding kan er niet toe leiden dat het aandeel in het werkingsbudget dat bestemd is voor personeelsaangelegenheden in absolute cijfers kleiner wordt dan wanneer de maatregel niet zou getroffen zijn.

Art. 55.Het niet-naleven van de verplichtingen over het voeren van een boekhouding of over het invullen en tijdig doorsturen van de voorgeschreven formulieren of gevraagde gegevens voor elementen waarbij de directeur, of in voorkomend geval de coördinator, niet afhankelijk is van derden kan, na aanmaning, leiden tot tijdelijke inhouding van de betaling van het voorschot of het saldo op de werkingsbudgetten. Afdeling 8. - Gebruik en verwerking van persoonsgegevens

Art. 56.§ 1. Een school die voor een leerling leersteun aanvraagt, stelt gegevens van die leerling ter beschikking aan het leersteuncentrum, onder de volgende voorwaarden: 1° de gegevens hebben alleen betrekking op de leerlingspecifieke gegevens die relevant zijn voor het bieden van leersteun.Dit zijn: a) het GC-verslag, IAC-verslag of OV4-verslag, opgesteld conform de bepalingen van het besluit van de Vlaamse Regering van 13 februari 2015Relevante gevonden documenten type decreet prom. 10/07/2003 pub. 02/09/2003 numac 2003035932 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet houdende wijziging van het Podiumkunstendecreet van 18 mei 1999 type decreet prom. 10/07/2003 pub. 24/10/2003 numac 2003201478 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet betreffende het landschap basisonderwijs sluiten7 tot bepaling van de inhoud van het gemotiveerd verslag en van het attest bij het verslag voor toegang tot een individueel aangepast curriculum in een school voor gewoon onderwijs of tot het buitengewoon onderwijs;b) gegevens over het onderwijstraject van de leerling;c) gegevens over de ondersteuningsbehoeften van de leerling en de leersteun die aan deze leerling geboden wordt om aan de ondersteuningsbehoeften tegemoet te komen;2° het ter beschikking stellen van gegevens gebeurt alleen in het belang van de leerling op wie de leersteun betrekking heeft;3° het schoolbestuur van de school waar de leerling is ingeschreven, het centrumbestuur van het CLB dat het GC-verslag, IAC-verslag of OV4-verslag heeft opgesteld en het bestuur van het leersteuncentrum zijn elk verwerkingsverantwoordelijke voor de opdrachten die hun zijn toebedeeld.Elke verwerkingsverantwoordelijke verwerkt gegevens om te voldoen aan de wettelijke verplichtingen die op de verwerkingsverantwoordelijke rusten.

Een leersteuncentrum dat ad hoc of structureel samenwerkt met een ander leersteuncentrum, stelt gegevens van de leerling, vermeld in het eerste lid, ter beschikking van dat andere leersteuncentrum.

De gegevens van de leerling worden bewaard tot vijf schooljaren na het einde van het schooljaar waarin het laatst leersteun werd geboden. Na afloop van deze bewaartermijn moeten de gegevens vernietigd worden. § 2. Het bestuur van het leersteuncentrum als verwerkingsverantwoordelijke: 1° verduidelijkt in een privacyverklaring welke verwerkingen er gebeuren.Het bestuur neemt met het oog op transparantie en de garantie van de rechten van betrokkenen in hun communicatie met de betrokkenen een verwijzing op naar de vindplaats van hun respectieve privacyverklaring; 2° neemt de nodige maatregelen om de juistheid van de gegevens, vermeld in paragraaf 1, eerste lid, te garanderen.

Art. 57.De betrokken leerling en de ouders hebben een recht op inzage in en toelichting bij de gegevens die betrekking hebben op de leerling.

Als na de toelichting blijkt dat de betrokken leerling of de ouders een kopie willen van de leerlingengegevens waarover het leersteuncentrum beschikt, hebben ze kopierecht. Iedere kopie wordt persoonlijk en vertrouwelijk behandeld en wordt alleen gebruikt voor de onderwijsloopbaan van de leerling.

Met toepassing van artikel 23, lid 1, i), van de verordening (EU) 2016/679 van het Europees Parlement en de Raad van 27 april 2016 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens en tot intrekking van richtlijn 95/46/EG wordt, in de gevallen waarin volledige inzage afbreuk zou doen aan de rechten van derden, inzage in de gegevens verleend in de vorm van een gesprek, gedeeltelijke inzage of rapportage. Afdeling 9. - Opvolging en monitoring

Art. 58.§ 1. Het ministerie voor Onderwijs en Vorming monitort de implementatie van dit decreet. De monitoring omvat minstens: 1° de evolutie van het aantal leerlingen met een GC-verslag, IAC-verslag of OV4-verslag, over de verschillende types en opleidingsvormen;2° de leerlingenbewegingen en schoolloopbaantrajecten voor leerlingen met een GC-verslag, IAC-verslag of OV4-verslag, over de verschillende types en opleidingsvormen;3° de effecten op de tewerkstelling van personeelsleden in de leersteuncentra. § 2. Tegen uiterlijk december 2024 gebeurt er een onderzoek naar: 1° de doelmatige schaalgrootte van de leersteuncentra;2° de planlast en de werkdruk van de leerondersteuners;3° de mate waarin leerondersteuners op kwalitatieve wijze leersteun kunnen blijven bieden gegeven de evolutie van het aantal leerlingen met een GC-verslag, IAC-verslag of OV4-verslag;4° de objectivering van de toeleiding naar leersteun. Aansluitend op het onderzoek worden indien nodig mechanismes gecreëerd die moeten borgen dat de vraag naar leersteun type basisaanbod, 3 en 9 en de inzet van ondersteuners op zodanige wijze op elkaar afgestemd zijn dat een kwalitatieve ondersteuning mogelijk is rekening houdend met het prestatiestelsel van de ondersteuner. § 3. Een onafhankelijke commissie van experten, academici, onderwijsprofessionals en ervaringsdeskundigen wordt opgericht met de opdracht een advies te formuleren over een evolutie naar inclusief onderwijs en de rol van gewoon en buitengewoon onderwijs. Die onafhankelijke commissie wordt opgericht vanaf 1 september 2023 en legt de resultaten van haar werk neer uiterlijk 30 juni 2024.

De Vlaamse Regering bepaalt de samenstelling van deze commissie en concretiseert haar opdracht. HOOFDSTUK 4. - Opheffings-, wijzigings- en overgangsbepalingen Afdeling 1. - Wijziging van het decreet rechtspositie personeelsleden

gemeenschapsonderwijs van 27 maart 1991

Art. 59.In artikel 2, § 1, van het decreet rechtspositie personeelsleden gemeenschapsonderwijs van 27 maart 1991, vervangen bij het decreet van 18 mei 1999Relevante gevonden documenten type decreet prom. 18/05/1999 pub. 08/07/1999 numac 1999035787 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet houdende wijziging van het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode en van het decreet van 22 december 1995 houdende bepalingen tot begeleiding van de begroting 1996 type decreet prom. 18/05/1999 pub. 30/06/1999 numac 1999035744 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet houdende wijziging van de organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn type decreet prom. 18/05/1999 pub. 30/06/1999 numac 1999035806 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet houdende wijziging van de organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn sluiten en gewijzigd bij de decreten van 10 juli 2003, 25 april 2014 en 15 juni 2018, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° tussen de zinsnede "- het statutair meesters-, vak- en dienstpersoneel;" en de zinsnede "die in het gemeenschapsonderwijs worden tewerkgesteld bij de scholengroep of in de volgende instellingen:" wordt de zinsnede "- het leerondersteunend personeel;" ingevoegd; 2° tussen de zinsnede "- de pedagogische begeleidingsdienst;" en de zinsnede "- de centra voor leerlingenbegeleiding en in voorkomend geval hun permanente ondersteuningscel, verder aangeduid als CLB;" wordt de zinsnede "- de leersteuncentra;" ingevoegd.

Art. 60.In artikel 3, eerste lid, van hetzelfde decreet, het laatst gewijzigd bij het decreet van 9 juli 2021Relevante gevonden documenten type decreet prom. 14/02/2003 pub. 01/07/2003 numac 2003035650 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet betreffende het onderwijs XIV type decreet prom. 14/02/2003 pub. 16/07/2003 numac 2003035690 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet houdende de eindregeling van de begroting van de Vlaamse Gemeenschap en van instellingen van openbaar nut voor het begrotingsjaar 1999 sluiten9, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in punt 3° worden de woorden "de centra voor volwassenenonderwijs" vervangen door de zinsnede "de centra voor volwassenenonderwijs, de leersteuncentra"; 2° punt 4° wordt vervangen door wat volgt: "4° het schooljaar: de periode van 1 september tot en met 31 augustus van het daaropvolgende jaar;"; 3° in punt 10° worden de woorden "in een ambt van het beleids- en ondersteunend personeel" vervangen door de zinsnede "in een ambt van het beleids- en ondersteunend personeel, van het leerondersteunend personeel";4° in punt 24° worden de woorden "betreffende het gemeenschapsonderwijs" vervangen door de zinsnede "betreffende het gemeenschapsonderwijs, de directeur van een leersteuncentrum"; 5° er wordt een punt 45° toegevoegd, dat luidt als volgt: "45° een leersteuncentrum: een centrum als vermeld in artikel 20, § 1, van het decreet van 5 mei 2023 over leersteun.".

Art. 61.In artikel 17ter, § 2, van hetzelfde decreet, ingevoegd bij het decreet van 8 mei 2009Relevante gevonden documenten type decreet prom. 08/05/2009 pub. 28/08/2009 numac 2009035790 bron vlaamse overheid Decreet betreffende de kwaliteit van onderwijs type decreet prom. 08/05/2009 pub. 07/07/2009 numac 2009035580 bron vlaamse overheid Decreet houdende algemene bepalingen betreffende het energiebeleid sluiten, worden de woorden "tot het bestuurs- en onderwijzend personeel" vervangen door de zinsnede "tot het bestuurs- en onderwijzend personeel, tot het leerondersteunend personeel".

Art. 62.In artikel 28, § 1, tweede lid, van hetzelfde decreet, vervangen bij het decreet van 1 juli 2018 en gewijzigd bij het decreet van 9 juli 2021Relevante gevonden documenten type decreet prom. 14/02/2003 pub. 01/07/2003 numac 2003035650 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet betreffende het onderwijs XIV type decreet prom. 14/02/2003 pub. 16/07/2003 numac 2003035690 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet houdende de eindregeling van de begroting van de Vlaamse Gemeenschap en van instellingen van openbaar nut voor het begrotingsjaar 1999 sluiten9, wordt de zin "In afwijking van het eerste lid bepaalt de raad van bestuur afzonderlijk voor haar centra voor volwassenenonderwijs en voor haar academies voor deeltijds kunstonderwijs jaarlijks op basis van een beleidsplan en na onderhandelingen in het bevoegde lokaal comité welke vacante betrekkingen hij vacant verklaart in respectievelijk de centra voor volwassenenonderwijs en de academies voor deeltijds kunstonderwijs." vervangen door de zin "In afwijking van het eerste lid bepaalt de raad van bestuur afzonderlijk voor haar centra voor volwassenenonderwijs, voor haar academies voor deeltijds kunstonderwijs en voor haar leersteuncentra of leersteuncentra als vermeld in artikel 20, § 2, van het decreet van 5 mei 2023 over leersteun, jaarlijks op basis van een beleidsplan en na onderhandelingen in het bevoegde lokaal comité welke vacante betrekkingen hij vacant verklaart in respectievelijk de centra voor volwassenenonderwijs, de academies voor deeltijds kunstonderwijs en de leersteuncentra of leersteuncentra als vermeld in artikel 20, § 2, van het decreet van 5 mei 2023 over leersteun.".

Art. 63.Aan hoofdstuk III van hetzelfde decreet, het laatst gewijzigd bij het decreet van 8 juli 2022Relevante gevonden documenten type decreet prom. 10/07/2003 pub. 02/09/2003 numac 2003035932 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet houdende wijziging van het Podiumkunstendecreet van 18 mei 1999 type decreet prom. 10/07/2003 pub. 24/10/2003 numac 2003201478 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet betreffende het landschap basisonderwijs sluiten2, wordt een afdeling 7quinquies toegevoegd, die luidt als volgt: "Afdeling 7quinquies. Inzetbaarheid van de personeelsleden die aangesteld zijn in een ambt van leerondersteunend personeel in een leersteuncentrum of een leersteuncentrum als vermeld in artikel 20, § 2, van het decreet van 5 mei 2023 over leersteun".

Art. 64.In hetzelfde decreet, het laatst gewijzigd bij het decreet van 8 juli 2022Relevante gevonden documenten type decreet prom. 10/07/2003 pub. 02/09/2003 numac 2003035932 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet houdende wijziging van het Podiumkunstendecreet van 18 mei 1999 type decreet prom. 10/07/2003 pub. 24/10/2003 numac 2003201478 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet betreffende het landschap basisonderwijs sluiten2, wordt aan afdeling 7quinquies, toegevoegd bij artikel 63, een artikel 40terdecies toegevoegd, dat luidt als volgt: "

Art. 40terdecies.Zonder afbreuk te doen aan het principe dat een personeelslid wordt aangesteld in of geaffecteerd aan een instelling, kunnen de personeelsleden die zijn aangesteld in een ambt van leerondersteunend personeel in een leersteuncentrum of een leersteuncentrum als vermeld in artikel 20, § 2, van het decreet van 5 mei 2023 over leersteun, worden ingezet voor de vervulling van hun opdracht voor en in scholen voor gewoon onderwijs als vermeld in artikel 5, 14°, van het decreet van 5 mei 2023 over leersteun.

Bij de toepassing van het eerste lid worden minstens de volgende principes gehanteerd: 1° het personeelslid wordt altijd aangesteld in of geaffecteerd aan de instelling waar de betrekking reglementair wordt ingericht;2° er wordt altijd rekening gehouden met de statutaire toestand van het personeelslid die conform dit decreet is bepaald. De bepalingen over de inzetbaarheid, vermeld in het eerste en het tweede lid, worden, met behoud van de toepassing van artikel 18 en 31, opgenomen in het geschrift waarin de aanstelling wordt vastgesteld, alsook in de functiebeschrijving, vermeld in hoofdstuk VIIIbis.".

Art. 65.Aan artikel 41quater van hetzelfde decreet, ingevoegd bij het decreet van 14 februari 2003Relevante gevonden documenten type decreet prom. 14/02/2003 pub. 01/07/2003 numac 2003035650 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet betreffende het onderwijs XIV type decreet prom. 14/02/2003 pub. 16/07/2003 numac 2003035690 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet houdende de eindregeling van de begroting van de Vlaamse Gemeenschap en van instellingen van openbaar nut voor het begrotingsjaar 1999 sluiten en gewijzigd bij het decreet van 15 juni 2007Relevante gevonden documenten type decreet prom. 15/06/2007 pub. 31/08/2007 numac 2007036482 bron vlaamse overheid Decreet betreffende het volwassenenonderwijs sluiten, wordt een paragraaf 3 toegevoegd, die luidt als volgt: " § 3. Een halftijdse betrekking in een bevorderingsambt in een leersteuncentrum wordt steeds toegekend aan één personeelslid.

In afwijking van paragraaf 1 kan in een leersteuncentrum of een leersteuncentrum als vermeld in artikel 20, § 2, van het decreet van 5 mei 2023 over leersteun een betrekking in een selectieambt worden toegekend aan een of meerdere personeelsleden.".

Art. 66.In artikel 73ter van hetzelfde decreet, ingevoegd bij het decreet van 14 juli 1998Relevante gevonden documenten type decreet prom. 14/07/1998 pub. 31/07/1998 numac 1998035839 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet betreffende de euro sluiten en het laatst gewijzigd bij het decreet van 9 juli 2021Relevante gevonden documenten type decreet prom. 14/02/2003 pub. 01/07/2003 numac 2003035650 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet betreffende het onderwijs XIV type decreet prom. 14/02/2003 pub. 16/07/2003 numac 2003035690 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet houdende de eindregeling van de begroting van de Vlaamse Gemeenschap en van instellingen van openbaar nut voor het begrotingsjaar 1999 sluiten9, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in paragraaf 4, 1°, wordt tussen de zinsnede "- voor het CLB" en de zinsnede "- de coördinator" de zinsnede ", het leersteuncentrum of het leersteuncentrum, vermeld in artikel 20, § 2, van het decreet van 5 mei 2023 over leersteun," ingevoegd;2° in paragraaf 5 wordt er tussen het eerste lid en het tweede lid een nieuw lid ingevoegd, dat luidt als volgt: "Als een raad van bestuur in een leersteuncentrum slechts een halftijdse betrekking in het ambt van directeur opricht, en het betrokken personeelslid deze betrekking van directeur combineert met een betrekking in een wervings- of selectieambt in dezelfde instelling, wordt het personeelslid in afwijking van paragraaf 4 voor beide ambten geëvalueerd door de raad van bestuur.Het personeelslid heeft geen tweede evaluator."; 3° in paragraaf 7 wordt de zinsnede "en desgevallend CLB en ouders." vervangen door de zinsnede "en desgevallend CLB, ouders en leersteuncentra of leersteuncentra als vermeld in artikel 20, § 2, van het decreet van 5 mei 2023 over leersteun.".

Art. 67.Aan artikel 73ter/1 van hetzelfde decreet, ingevoegd bij het decreet van 1 juli 2011Relevante gevonden documenten type decreet prom. 01/07/2011 pub. 30/08/2011 numac 2011035708 bron vlaamse overheid Decreet betreffende het onderwijs XXI type decreet prom. 01/07/2011 pub. 26/07/2011 numac 2011203760 bron vlaamse overheid Decreet houdende instemming met de overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en haar lidstaten, enerzijds, en de Republiek Zuid-Afrika, anderzijds, tot wijziging van de overeenkomst inzake handel, ontwikkeling en samenwerking, ondertekend in Kleinmond op 11 september 2009 type decreet prom. 01/07/2011 pub. 26/07/2011 numac 2011203761 bron vlaamse overheid Decreet houdende instemming met de Internationale Overeenkomst van 2006 inzake tropisch hout, gedaan te Genève op 27 januari 2006 type decreet prom. 01/07/2011 pub. 26/07/2011 numac 2011203759 bron vlaamse overheid Decreet houdende instemming met de overeenkomst houdende de tweede wijziging van de partnerschapsovereenkomst tussen de leden van de Groep van Afrika, het Caribische Gebied en de Stille Oceaan, enerzijds, en de Europese Gemeenschap en haar lidstaten, anderzijds, ondertekend in Cotonou op 23 juni 2000, zoals gewijzigd in Luxemburg op 25 juni 2005, en de slotakte, ondertekend in Ouagadougou op 22 juni 2010 sluiten en vervangen bij het decreet van 9 juli 2021Relevante gevonden documenten type decreet prom. 14/02/2003 pub. 01/07/2003 numac 2003035650 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet betreffende het onderwijs XIV type decreet prom. 14/02/2003 pub. 16/07/2003 numac 2003035690 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet houdende de eindregeling van de begroting van de Vlaamse Gemeenschap en van instellingen van openbaar nut voor het begrotingsjaar 1999 sluiten9, wordt een paragraaf 4 toegevoegd, die luidt als volgt: " § 4. Dit artikel is niet van toepassing op personeelsleden aangesteld in een weringsambt van het leerondersteunend personeel in de leersteuncentra of de leersteuncentra, vermeld in artikel 20, § 2, van het decreet van 5 mei 2023 over leersteun.".

Art. 68.In artikel 73quinquies van hetzelfde decreet, ingevoegd bij het decreet van 14 juli 1998Relevante gevonden documenten type decreet prom. 14/07/1998 pub. 31/07/1998 numac 1998035839 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet betreffende de euro sluiten en vervangen bij het decreet van 9 juli 2021Relevante gevonden documenten type decreet prom. 14/02/2003 pub. 01/07/2003 numac 2003035650 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet betreffende het onderwijs XIV type decreet prom. 14/02/2003 pub. 16/07/2003 numac 2003035690 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet houdende de eindregeling van de begroting van de Vlaamse Gemeenschap en van instellingen van openbaar nut voor het begrotingsjaar 1999 sluiten9, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in paragraaf 1 wordt de zinsnede "- het overleg en de samenwerking met directie, collega's, en desgevallend CLB en ouders." vervangen door de zinsnede "- het overleg en de samenwerking met directie, collega's, en in voorkomend geval CLB, leersteuncentra of leersteuncentra als vermeld in artikel 20, § 2, van het decreet van 5 mei 2023 over leersteun en ouders."; 2° in paragraaf 3 wordt de zinsnede "- het overleg en de samenwerking met directie, collega's, CLB en ouders." vervangen door de zinsnede "- het overleg en de samenwerking met directie, collega's, CLB, leersteuncentra of leersteuncentra als vermeld in artikel 20, § 2, van het decreet van 5 mei 2023 over leersteun en ouders."; 3° er wordt een paragraaf 4 toegevoegd, die luidt als volgt: " § 4.Voor de wervingsambten van het leerondersteunend personeel wordt bij het vastleggen van de functiebeschrijvingen, onverminderd artikel 73ter, rekening gehouden met het volgende principe: de kerntaak van de leerondersteuner is het bieden van leersteun als vermeld in artikel 7 van het decreet van 5 mei 2023 over leersteun.

Hiertoe behoren taken zoals: - de planning, voorbereiding en nazorg van leersteun; - de leersteun zelf; - de professionalisering; - het overleg en de samenwerking met directie, collega's, schoolteams in de scholen voor gewoon onderwijs, ouders en in voorkomend geval CLB, welzijnspartners, andere leersteuncentra of leersteuncentra als vermeld in artikel 20, § 2, van het decreet van 5 mei 2023 over leersteun, en andere relevante partners.".

Art. 69.In hoofdstuk XI van hetzelfde decreet, het laatst gewijzigd bij het decreet van 9 juli 2021Relevante gevonden documenten type decreet prom. 14/02/2003 pub. 01/07/2003 numac 2003035650 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet betreffende het onderwijs XIV type decreet prom. 14/02/2003 pub. 16/07/2003 numac 2003035690 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet houdende de eindregeling van de begroting van de Vlaamse Gemeenschap en van instellingen van openbaar nut voor het begrotingsjaar 1999 sluiten9, wordt een artikel 103sexies decies ingevoegd, dat luidt als volgt: "Art 103sexies decies. § 1. Voor de toepassing van dit artikel wordt verstaan onder: 1° een leersteuncentrum: een centrum als vermeld in artikel 20 van het decreet van 5 mei 2023 over leersteun;2° de opdracht van ondersteuner: de opdracht, vermeld in artikel 172quinquies, § 8, en 172quinquies/1, § 6, van het decreet basisonderwijs van 25 februari 1997 en van artikel 314/8, § 8, en 314/9, § 6, van de Codex Secundair Onderwijs van 17 december 2010;3° een betrekking van ondersteuner: een betrekking die is opgericht op basis van de personeelsomkadering, vermeld in artikel 172quinquies en 172quinquies/1 van het decreet basisonderwijs van 25 februari 1997 en artikel 314/8 en 314/9 van de Codex Secundair Onderwijs van 17 december 2010. § 2. In afwijking van hoofdstuk III gebeurt de aanstelling in een ambt van het leerondersteunend personeel in een leersteuncentrum op 1 september 2023, van een personeelslid dat tijdens het schooljaar 2022-2023 is aangesteld in een betrekking van ondersteuner, volgens de volgende procedure: 1° een personeelslid dat tijdens het schooljaar 2022-2023 aangesteld is in een betrekking van ondersteuner, deelt aan de raad van bestuur van zijn scholengroep mee kandidaat te zijn voor een aanstelling in een ambt van het leerondersteunend personeel in het leersteuncentrum van zijn voorkeur.De raad van bestuur beslist over de wijze van kandidaatstelling; 2° de raad van bestuur van de scholengroep stelt per leersteuncentrum een lijst op met de personeelsleden, vermeld in punt 1°.Een personeelslid kan maar op één lijst voorkomen; 3° de raad van bestuur van de scholengroep bezorgt uiterlijk op 5 juni 2023 de lijst of de lijsten, vermeld in punt 2°, met de personeelsleden aan de inrichtende machten van de betreffende leersteuncentra;4° de lijst met personeelsleden, vermeld in punt 2°, bevat: a) van elk personeelslid de identiteit en contactgegevens;b) van elk personeelslid alle diploma's;c) van elk personeelslid het laatst uitgeoefende ambt;d) van elk personeelslid het aantal dagen dienstanciënniteit in een betrekking van ondersteuner en in voorkomend geval in een betrekking in het tijdelijke project van de prewaarborgregeling of waarborgregeling, in het geïntegreerd onderwijs of het project inclusief onderwijs voor leerlingen met een verstandelijke beperking;e) van elk personeelslid de statutaire toestand: vastbenoemd, ter beschikking gesteld wegens ontstentenis van betrekking, tijdelijk aangesteld voor doorlopende duur, tijdelijk aangesteld voor bepaalde duur;f) van elk personeelslid de omvang van de laatste opdracht als ondersteuner;g) van elk personeelslid de omvang van de gewenste aanstelling in het leersteuncentrum;h) van elk vastbenoemd personeelslid de gewenste statutaire toestand in het leersteuncentrum;5° de inrichtende macht van het leersteuncentrum kiest uit de verkregen lijst of lijsten, vermeld in punt 2° en in artikel 84duodetricies, § 2, 2°, van het decreet rechtspositie personeelsleden gesubsidieerd onderwijs van 27 maart 1991, de personeelsleden die op 1 september 2023 zullen worden aangesteld in het leersteuncentrum. Daarbij houdt ze ten minste rekening met de vereiste expertise, vermeld in artikel 8 van het decreet van 5 mei 2023 over leersteun; 6° uiterlijk op 23 juni 2023 doet de inrichtende macht van het leersteuncentrum via een aangetekende brief of via een e-mail met ontvangstbevestiging een voorstel van aanstelling in een betrekking in een ambt van het leerondersteunend personeel, aan de personeelsleden die ze conform punt 5° geselecteerd heeft.Een personeelslid dat niet akkoord gaat met het voorstel meldt dat op de wijze die wordt bepaald door de inrichtende macht van het leersteuncentrum, binnen vijf werkdagen nadat het personeelslid het voorstel heeft ontvangen; 7° als de inrichtende macht van het leersteuncentrum beslist om een personeelslid uit de lijst of lijsten, vermeld in punt 2° en in artikel 84duodetricies, § 2, 2°, van het decreet rechtspositie personeelsleden gesubsidieerd onderwijs van 27 maart 1991, niet in aanmerking te nemen, deelt ze dat mee via een aangetekende brief of via een e-mail met ontvangstbevestiging aan het betrokken personeelslid uiterlijk op 23 juni 2023.Ze voegt daarbij een motivering voor die beslissing.

De raad van bestuur van de scholengroep waar het personeelslid tijdens het schooljaar 2022-2023 aangesteld is in een betrekking van ondersteuner, en de inrichtende macht van het leersteuncentrum dat toegang krijgt tot de lijst of lijsten, zijn elk verwerkingsverantwoordelijke voor wat betreft hun opdracht, vermeld in het eerste lid. De verwerkingsverantwoordelijken bewaren de lijsten tot uiterlijk 31 december 2023. § 3. Onverminderd paragraaf 2, eerste lid, 1°, kan een raad van bestuur ook kandidaten toevoegen aan de lijst of lijsten, vermeld in paragraaf 2, tweede lid, 2°, en in artikel 84duodetricies, § 2, 2°, van het decreet rechtspositie personeelsleden gesubsidieerd onderwijs van 27 maart 1991, die diensten hebben gepresteerd in een betrekking van ondersteuner vóór het schooljaar 2022-2023, in het tijdelijke project van de prewaarborgregeling of waarborgregeling of in het geïntegreerd onderwijs of het project inclusief onderwijs voor leerlingen met een verstandelijke beperking. De toevoeging van een kandidaat aan deze lijst gebeurt uitsluitend op vraag van de kandidaat zelf.".

Art. 70.In hoofdstuk XI van hetzelfde decreet, het laatst gewijzigd bij het decreet van 9 juli 2021Relevante gevonden documenten type decreet prom. 14/02/2003 pub. 01/07/2003 numac 2003035650 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet betreffende het onderwijs XIV type decreet prom. 14/02/2003 pub. 16/07/2003 numac 2003035690 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet houdende de eindregeling van de begroting van de Vlaamse Gemeenschap en van instellingen van openbaar nut voor het begrotingsjaar 1999 sluiten9, wordt een artikel 103septies decies ingevoegd, dat luidt als volgt: "Art. 103septies decies. § 1. Voor de toepassing van dit artikel wordt verstaan onder: 1° een leersteuncentrum: een centrum als vermeld in artikel 20 van het decreet van 5 mei 2023 over leersteun;2° een betrekking van ondersteuner: een betrekking die is opgericht op basis van de personeelsomkadering, vermeld in artikel 172quinquies en 172quinquies/1 van het decreet basisonderwijs van 25 februari 1997 en artikel 314/8 en 314/9 van de Codex Secundair Onderwijs van 17 december 2010;3° een betrekking in het tijdelijke project van de prewaarborgregeling of waarborgregeling: een betrekking die is opgericht in het schooljaar 2015-2016 of 2016-2017 op basis van de personeelsomkadering, vermeld in artikel 172ter van het decreet basisonderwijs van 25 februari 2017 en artikel 314/6 van de Codex Secundair Onderwijs van 17 december 2010. § 2. De diensten die een personeelslid gepresteerd heeft in een betrekking van ondersteuner of in het tijdelijke project van de prewaarborgregeling of waarborgregeling, gelden vanaf 1 september 2023 als diensten die zijn gepresteerd in een ambt van het leerondersteunend personeel in een leersteuncentrum. § 3. Met behoud van de toepassing van paragraaf 2 geldt voor een personeelslid dat uiterlijk op 30 juni 2023 aangesteld was in een betrekking van ondersteuner, en dat vanaf 1 september 2023 en uiterlijk op 15 november 2023 aangesteld wordt in een betrekking in het ambt van leerondersteuner in een leersteuncentrum, het volgende: 1° wie uiterlijk op 30 juni 2023 vastbenoemd is voor een ambt, is voor hetzelfde volume vastbenoemd voor het ambt van leerondersteuner, voor zover het leersteuncentrum dat ambt binnen de hem toegekende omkadering kan oprichten;2° een tijdelijke aanstelling van doorlopende duur in een ambt die het personeelslid uiterlijk op 30 juni 2023 heeft, geldt voor ten minste hetzelfde volume voor het ambt van leerondersteuner waarin het personeelslid aangesteld wordt in een leersteuncentrum, voor zover het leersteuncentrum dat ambt binnen de hem toegekende omkadering kan oprichten. Het personeelslid, vermeld in het eerste lid, 1°, moet op het ogenblik dat hij in een ambt van leerondersteuner vast benoemd wordt, voor het overeenkomstige volume van opdracht ontslag nemen in de school in het ambt van vaste benoeming.".

Art. 71.In hoofdstuk XI van hetzelfde decreet, het laatst gewijzigd bij het decreet van 9 juli 2021Relevante gevonden documenten type decreet prom. 14/02/2003 pub. 01/07/2003 numac 2003035650 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet betreffende het onderwijs XIV type decreet prom. 14/02/2003 pub. 16/07/2003 numac 2003035690 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet houdende de eindregeling van de begroting van de Vlaamse Gemeenschap en van instellingen van openbaar nut voor het begrotingsjaar 1999 sluiten9, wordt een artikel 103duodevicies ingevoegd, dat luidt als volgt: "

Art. 103duodevicies.In afwijking van artikel 36 kan de raad van bestuur een personeelslid op 1 januari 2024 vast benoemen in het ambt van leerondersteuner in een vacant verklaarde betrekking als vermeld in artikel 28, als dat personeelslid op het ogenblik van de vaste benoeming voldoet aan de bepalingen van artikel 17, met uitzondering van paragraaf 1, 7°, en daarenboven: 1° op 15 november 2023 minstens 360 dagen dienstanciënniteit heeft verworven in het betrokken ambt in het leersteuncentrum van de scholengroep;2° zich kandidaat heeft gesteld in de vorm en binnen de termijn, vermeld in de oproep tot de kandidaten;3° op 31 december 2023 voor doorlopende duur is aangesteld in het ambt waarvoor het personeelslid zich kandidaat heeft gesteld.De bepalingen van dit punt zijn niet van toepassing op personeelsleden die zijn aangesteld bij wijze van reaffectatie of wedertewerkstelling of op personeelsleden als vermeld in hoofdstuk Vbis voor wat betreft het volume van hun opdracht waarvoor ze vastbenoemd zijn en waarvoor ze een verlof hebben verkregen om tijdelijk een andere opdracht uit te oefenen. Die personeelsleden moeten 360 dagen dienstanciënniteit hebben verworven in het ambt van de vacant verklaarde betrekking; 4° als laatste evaluatie in het ambt in kwestie geen evaluatie met eindconclusie `onvoldoende' heeft verkregen bij de scholengroep waar de betrekking vacant is.Als het personeelslid niet is geëvalueerd, wordt die voorwaarde geacht vervuld te zijn.

De vaste benoeming is alleen mogelijk als het personeelslid de betrekking in hoofdambt uitoefent.". Afdeling 2. - Wijziging van het decreet rechtspositie personeelsleden

gesubsidieerd onderwijs van 27 maart 1991

Art. 72.In artikel 4, § 1, a), van het decreet rechtspositie personeelsleden gesubsidieerd onderwijs van 27 maart 1991, het laatst gewijzigd bij het decreet van 9 juli 2021Relevante gevonden documenten type decreet prom. 14/02/2003 pub. 01/07/2003 numac 2003035650 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet betreffende het onderwijs XIV type decreet prom. 14/02/2003 pub. 16/07/2003 numac 2003035690 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet houdende de eindregeling van de begroting van de Vlaamse Gemeenschap en van instellingen van openbaar nut voor het begrotingsjaar 1999 sluiten9, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° tussen de zinsnede "- het administratief personeel;" en de woorden "tewerkgesteld in" wordt de zinsnede "- het leerondersteunend personeel;" ingevoegd; 2° tussen de zinsnede "- internaten;" en de zinsnede "- de centra voor leerlingenbegeleiding en in voorkomend geval hun permanente ondersteuningscel, verder CLB's genoemd." wordt de zinsnede "- de leersteuncentra;" ingevoegd.

Art. 73.In artikel 5 van hetzelfde decreet, het laatst gewijzigd bij het decreet van 9 juli 2021Relevante gevonden documenten type decreet prom. 14/02/2003 pub. 01/07/2003 numac 2003035650 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet betreffende het onderwijs XIV type decreet prom. 14/02/2003 pub. 16/07/2003 numac 2003035690 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet houdende de eindregeling van de begroting van de Vlaamse Gemeenschap en van instellingen van openbaar nut voor het begrotingsjaar 1999 sluiten9, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in punt 1° wordt de zinsnede "de centra voor volwassenenonderwijs," vervangen door de zinsnede "de centra voor volwassenenonderwijs, de leersteuncentra;"; 2° punt 6° wordt vervangen door wat volgt: "6° het schooljaar: de periode van 1 september tot en met 31 augustus van het daaropvolgende jaar;"; 3° in punt 12° worden de woorden "in een ambt van het beleids- en ondersteunend personeel" vervangen door de zinsnede "in een ambt van het beleids- en ondersteunend personeel, van het leerondersteunend personeel";4° in punt 28° wordt zinsnede "van het voltijds secundair onderwijs," vervangen door de zinsnede "van het voltijds secundair onderwijs, de besturen van de leersteuncentra,"; 5° een punt 34° wordt toegevoegd, dat luidt als volgt: "34° een leersteuncentrum: een centrum als vermeld in artikel 20, § 1, van het decreet van 5 mei 2023 over leersteun.".

Art. 74.In artikel 19, § 1, van hetzelfde decreet, het laatst gewijzigd bij het decreet van 8 juli 2022Relevante gevonden documenten type decreet prom. 10/07/2003 pub. 02/09/2003 numac 2003035932 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet houdende wijziging van het Podiumkunstendecreet van 18 mei 1999 type decreet prom. 10/07/2003 pub. 24/10/2003 numac 2003201478 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet betreffende het landschap basisonderwijs sluiten2, worden de woorden "betreffende het deeltijds kunstonderwijs" vervangen door de zinsnede "betreffende het deeltijds kunstonderwijs, artikel 33, eerste lid, 1°, a) en b), van het decreet van 5 mei 2023 over leersteun".

Art. 75.In artikel 19ter, § 2, van hetzelfde decreet, ingevoegd bij het decreet van 8 mei 2009Relevante gevonden documenten type decreet prom. 08/05/2009 pub. 28/08/2009 numac 2009035790 bron vlaamse overheid Decreet betreffende de kwaliteit van onderwijs type decreet prom. 08/05/2009 pub. 07/07/2009 numac 2009035580 bron vlaamse overheid Decreet houdende algemene bepalingen betreffende het energiebeleid sluiten, worden de woorden "tot het bestuurs- en onderwijzend personeel" vervangen door de zinsnede "tot het bestuurs- en onderwijzend personeel, tot het leerondersteunend personeel".

Art. 76.In artikel 33, § 4, eerste lid, van hetzelfde decreet, vervangen bij het decreet van 6 juli 2018Relevante gevonden documenten type decreet prom. 14/02/2003 pub. 01/07/2003 numac 2003035650 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet betreffende het onderwijs XIV type decreet prom. 14/02/2003 pub. 16/07/2003 numac 2003035690 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet houdende de eindregeling van de begroting van de Vlaamse Gemeenschap en van instellingen van openbaar nut voor het begrotingsjaar 1999 sluiten0 en gewijzigd bij het decreet van 9 juli 2021Relevante gevonden documenten type decreet prom. 14/02/2003 pub. 01/07/2003 numac 2003035650 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet betreffende het onderwijs XIV type decreet prom. 14/02/2003 pub. 16/07/2003 numac 2003035690 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet houdende de eindregeling van de begroting van de Vlaamse Gemeenschap en van instellingen van openbaar nut voor het begrotingsjaar 1999 sluiten9, wordt het eerste lid vervangen door wat volgt: "In afwijking van paragraaf 1, eerste lid, bepaalt de inrichtende macht afzonderlijk voor haar centra voor volwassenenonderwijs, voor haar academies voor deeltijds kunstonderwijs en voor haar leersteuncentra of leersteuncentra als vermeld in artikel 20, § 2, van het decreet van 5 mei 2023 over leersteun, jaarlijks op basis van een beleidsplan en na onderhandelingen in het bevoegde lokaal comité welke vacante betrekkingen ze meedeelt in respectievelijk de centra voor volwassenenonderwijs, de academies voor deeltijds kunstonderwijs en de leersteuncentra of leersteuncentra als vermeld in artikel 20, § 2, van het decreet van 5 mei 2023 over leersteun.".

Art. 77.Aan titel II, hoofdstuk III, van hetzelfde decreet, het laatst gewijzigd bij het decreet van 9 juli 2021Relevante gevonden documenten type decreet prom. 14/02/2003 pub. 01/07/2003 numac 2003035650 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet betreffende het onderwijs XIV type decreet prom. 14/02/2003 pub. 16/07/2003 numac 2003035690 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet houdende de eindregeling van de begroting van de Vlaamse Gemeenschap en van instellingen van openbaar nut voor het begrotingsjaar 1999 sluiten9, wordt een afdeling 9 toegevoegd, die luidt als volgt: "Afdeling 9. Inzetbaarheid van de personeelsleden die aangesteld zijn in een ambt van leerondersteunend personeel in een leersteuncentrum of een leersteuncentrum als vermeld in artikel 20, § 2, van het decreet van 5 mei 2023 over leersteun".

Art. 78.In hetzelfde decreet, het laatst gewijzigd bij het decreet van 8 juli 2022Relevante gevonden documenten type decreet prom. 10/07/2003 pub. 02/09/2003 numac 2003035932 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet houdende wijziging van het Podiumkunstendecreet van 18 mei 1999 type decreet prom. 10/07/2003 pub. 24/10/2003 numac 2003201478 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet betreffende het landschap basisonderwijs sluiten2, wordt aan afdeling 9, toegevoegd bij artikel 77, een artikel 36novies/3 toegevoegd, dat luidt als volgt: "Art. 36novies/3. Zonder afbreuk te doen aan het principe dat een personeelslid wordt aangesteld in of geaffecteerd aan een instelling, kunnen de personeelsleden die zijn aangesteld in een ambt van het leerondersteunend personeel in een leersteuncentrum of een leersteuncentrum als vermeld in artikel 20, § 2, van het decreet van 5 mei 2023 over leersteun, worden ingezet voor de vervulling van hun opdracht voor en in scholen voor gewoon onderwijs als vermeld in artikel 5, 14°, van het decreet van 5 mei 2023 over leersteun.

Bij de toepassing van het eerste lid worden minstens de volgende principes gehanteerd: 1° het personeelslid wordt altijd aangesteld in of geaffecteerd aan de instelling waar de betrekking reglementair wordt ingericht;2° er wordt altijd rekening gehouden met de statutaire toestand van het personeelslid die conform dit decreet is bepaald. De bepalingen over de inzetbaarheid, vermeld in het eerste en het tweede lid, worden, met behoud van de toepassing van artikel 20 en 45, opgenomen in de overeenkomst of het besluit waarin de aanstelling wordt vastgesteld, alsook in de functiebeschrijving, vermeld in titel II, hoofdstuk Vbis.".

Art. 79.Aan artikel 37bis van hetzelfde decreet, ingevoegd bij het decreet van 14 februari 2003Relevante gevonden documenten type decreet prom. 14/02/2003 pub. 01/07/2003 numac 2003035650 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet betreffende het onderwijs XIV type decreet prom. 14/02/2003 pub. 16/07/2003 numac 2003035690 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet houdende de eindregeling van de begroting van de Vlaamse Gemeenschap en van instellingen van openbaar nut voor het begrotingsjaar 1999 sluiten en gewijzigd bij het decreet van 15 juni 2007Relevante gevonden documenten type decreet prom. 15/06/2007 pub. 31/08/2007 numac 2007036482 bron vlaamse overheid Decreet betreffende het volwassenenonderwijs sluiten, wordt een paragraaf 3 toegevoegd, die luidt als volgt: " § 3. Een halftijdse betrekking in een bevorderingsambt in een leersteuncentrum wordt steeds toegekend aan één personeelslid.

In afwijking van paragraaf 1 kan in een leersteuncentrum of een leersteuncentrum als vermeld in artikel 20, § 2, van het decreet van 5 mei 2023 over leersteun een betrekking in een selectieambt worden toegekend aan een of meerdere personeelsleden.".

Art. 80.In artikel 47ter van hetzelfde decreet, ingevoegd bij het decreet van 14 juli 1998Relevante gevonden documenten type decreet prom. 14/07/1998 pub. 31/07/1998 numac 1998035839 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet betreffende de euro sluiten en het laatst gewijzigd bij het decreet van 9 juli 2021Relevante gevonden documenten type decreet prom. 14/02/2003 pub. 01/07/2003 numac 2003035650 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet betreffende het onderwijs XIV type decreet prom. 14/02/2003 pub. 16/07/2003 numac 2003035690 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet houdende de eindregeling van de begroting van de Vlaamse Gemeenschap en van instellingen van openbaar nut voor het begrotingsjaar 1999 sluiten9, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in paragraaf 2 wordt tussen de zinsnede "- voor het CLB" en de zinsnede "- de coördinator" de zinsnede ", het leersteuncentrum of het leersteuncentrum, vermeld in artikel 20, § 2, van het decreet van 5 mei 2023 over leersteun," ingevoegd;2° in paragraaf 5 wordt er tussen het eerste en het tweede lid een nieuw lid ingevoegd, dat luidt als volgt: "Als een inrichtende macht in een leersteuncentrum slechts een halftijdse betrekking van directeur opricht, en het betrokken personeelslid deze betrekking van directeur combineert met een betrekking in een wervings- of selectieambt in dezelfde instelling, wordt het personeelslid in afwijking van paragraaf 4 voor beide ambten geëvalueerd door de inrichtende macht.Het personeelslid heeft geen tweede evaluator."; 3° in paragraaf 8 wordt de zinsnede "en desgevallend CLB en ouders." vervangen door de zinsnede "en desgevallend CLB, ouders en leersteuncentra of leersteuncentra als vermeld in artikel 20, § 2, van het decreet van 5 mei 2023 over leersteun.".

Art. 81.Aan artikel 47ter/1 van hetzelfde decreet, ingevoegd bij het decreet van 1 juli 2011Relevante gevonden documenten type decreet prom. 01/07/2011 pub. 30/08/2011 numac 2011035708 bron vlaamse overheid Decreet betreffende het onderwijs XXI type decreet prom. 01/07/2011 pub. 26/07/2011 numac 2011203760 bron vlaamse overheid Decreet houdende instemming met de overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en haar lidstaten, enerzijds, en de Republiek Zuid-Afrika, anderzijds, tot wijziging van de overeenkomst inzake handel, ontwikkeling en samenwerking, ondertekend in Kleinmond op 11 september 2009 type decreet prom. 01/07/2011 pub. 26/07/2011 numac 2011203761 bron vlaamse overheid Decreet houdende instemming met de Internationale Overeenkomst van 2006 inzake tropisch hout, gedaan te Genève op 27 januari 2006 type decreet prom. 01/07/2011 pub. 26/07/2011 numac 2011203759 bron vlaamse overheid Decreet houdende instemming met de overeenkomst houdende de tweede wijziging van de partnerschapsovereenkomst tussen de leden van de Groep van Afrika, het Caribische Gebied en de Stille Oceaan, enerzijds, en de Europese Gemeenschap en haar lidstaten, anderzijds, ondertekend in Cotonou op 23 juni 2000, zoals gewijzigd in Luxemburg op 25 juni 2005, en de slotakte, ondertekend in Ouagadougou op 22 juni 2010 sluiten en vervangen bij het decreet van 9 juli 2021Relevante gevonden documenten type decreet prom. 14/02/2003 pub. 01/07/2003 numac 2003035650 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet betreffende het onderwijs XIV type decreet prom. 14/02/2003 pub. 16/07/2003 numac 2003035690 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet houdende de eindregeling van de begroting van de Vlaamse Gemeenschap en van instellingen van openbaar nut voor het begrotingsjaar 1999 sluiten9, wordt een paragraaf 4 toegevoegd, die luidt als volgt: " § 4. Dit artikel is niet van toepassing op personeelsleden aangesteld in een wervingsambt van het leerondersteunend personeel in de leersteuncentra of de leersteuncentra, vermeld in artikel 20, § 2, van het decreet van 5 mei 2023 over leersteun.".

Art. 82.In artikel 47quinquies van hetzelfde decreet, ingevoegd bij het decreet van 14 juli 1998Relevante gevonden documenten type decreet prom. 14/07/1998 pub. 31/07/1998 numac 1998035839 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet betreffende de euro sluiten en vervangen bij het decreet van 9 juli 2021Relevante gevonden documenten type decreet prom. 14/02/2003 pub. 01/07/2003 numac 2003035650 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet betreffende het onderwijs XIV type decreet prom. 14/02/2003 pub. 16/07/2003 numac 2003035690 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet houdende de eindregeling van de begroting van de Vlaamse Gemeenschap en van instellingen van openbaar nut voor het begrotingsjaar 1999 sluiten9, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in paragraaf 1 wordt de zinsnede "- het overleg en de samenwerking met directie, collega's, en desgevallend CLB en ouders." vervangen door de zinsnede "- het overleg en de samenwerking met directie, collega's, en in voor- komend geval CLB, leersteuncentra of leersteuncentra als vermeld in artikel 20, § 2, van het decreet van 5 mei 2023 over leersteun en ouders."; 2° in paragraaf 3 wordt de zinsnede "- het overleg en de samenwerking met directie, collega's, CLB en ouders." vervangen door de zinsnede "- het overleg en de samenwerking met directie, collega's, CLB, leersteuncentra of leersteuncentra als vermeld in artikel 20, § 2, van het decreet van 5 mei 2023 over leersteun en ouders."; 3° er wordt een paragraaf 4 toegevoegd, die luidt als volgt: " § 4.Voor de wervingsambten van het leerondersteunend personeel wordt bij het vastleggen van de functiebeschrijvingen, onverminderd artikel 47ter, rekening gehouden met het volgende principe: de kerntaak van de leerondersteuner is het bieden van leersteun als vermeld in artikel 7 van het decreet van 5 mei 2023 over leersteun.

Hiertoe behoren taken zoals: - de planning, voorbereiding en nazorg van leersteun; - de leersteun zelf; - de professionalisering; - het overleg en de samenwerking met directie, collega's, schoolteams in de scholen voor gewoon onderwijs, ouders en in voorkomend geval CLB, welzijnspartners, andere leersteuncentra of leersteuncentra als vermeld in artikel 20, § 2, van het decreet van 5 mei 2023 over leersteun, en andere relevante partners.".

Art. 83.Aan titel II, hoofdstuk XI, van hetzelfde decreet, het laatst gewijzigd bij het decreet van 9 juli 2021Relevante gevonden documenten type decreet prom. 14/02/2003 pub. 01/07/2003 numac 2003035650 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet betreffende het onderwijs XIV type decreet prom. 14/02/2003 pub. 16/07/2003 numac 2003035690 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet houdende de eindregeling van de begroting van de Vlaamse Gemeenschap en van instellingen van openbaar nut voor het begrotingsjaar 1999 sluiten9, wordt een artikel 84duodetricies toegevoegd, dat luidt als volgt: "

Art. 84duodetricies.§ 1. Voor de toepassing van dit artikel wordt verstaan onder: 1° een leersteuncentrum: een centrum als vermeld in artikel 20 van het decreet van 5 mei 2023 over leersteun;2° de opdracht van ondersteuner: de opdracht, vermeld in artikel 172quinquies, § 8, en 172quinquies/1, § 6, van het decreet basisonderwijs van 25 februari 1997 en van artikel 314/8, § 8, en 314/9, § 6, van de Codex Secundair Onderwijs van 17 december 2010;3° een betrekking van ondersteuner: een betrekking die is opgericht op basis van de personeelsomkadering, vermeld in artikel 172quinquies en 172quinquies/1 van het decreet basisonderwijs van 25 februari 1997 en artikel 314/8 en 314/9 van de Codex Secundair Onderwijs van 17 december 2010. § 2. In afwijking van titel II, hoofdstuk III, gebeurt de aanstelling in een ambt van het leerondersteunend personeel in een leersteuncentrum op 1 september 2023, van een personeelslid dat tijdens het schooljaar 2022-2023 is aangesteld in een betrekking van ondersteuner, volgens de volgende procedure: 1° een personeelslid dat tijdens het schooljaar 2022-2023 aangesteld is in een betrekking van ondersteuner, deelt aan de inrichtende macht van de school mee kandidaat te zijn voor een aanstelling in een ambt van het leerondersteunend personeel in het leersteuncentrum van zijn voorkeur.De inrichtende macht beslist over de wijze van kandidaatstelling; 2° de inrichtende macht van de school stelt per leersteuncentrum een lijst op met de personeelsleden, vermeld in punt 1°.Een personeelslid kan maar op één lijst voorkomen; 3° de inrichtende macht van de school bezorgt uiterlijk op 5 juni 2023 de lijst of de lijsten, vermeld in punt 2° en in artikel 103sexies decies, § 2, 2°, van het decreet rechtspositie personeelsleden gemeenschapsonderwijs van 27 maart 1991, met de personeelsleden aan de inrichtende machten van de betreffende leersteuncentra;4° de lijst met personeelsleden, vermeld in punt 2°, bevat: a) van elk personeelslid de identiteit en contactgegevens;b) van elk personeelslid alle diploma's;c) van elk personeelslid het laatst uitgeoefende ambt;d) van elk personeelslid het aantal dagen dienstanciënniteit in een betrekking van ondersteuner en in voorkomend geval in een betrekking in het tijdelijke project van de prewaarborgregeling of waarborgregeling, in het geïntegreerd onderwijs of het project inclusief onderwijs voor leerlingen met een verstandelijke beperking;e) van elk personeelslid de statutaire toestand: vastbenoemd, ter beschikking gesteld wegens ontstentenis van betrekking, tijdelijk aangesteld voor doorlopende duur, tijdelijk aangesteld voor bepaalde duur;f) van elk personeelslid de omvang van de laatste opdracht als ondersteuner;g) van elk personeelslid de omvang van de gewenste aanstelling in het leersteuncentrum;h) van elk vastbenoemd personeelslid de gewenste statutaire toestand in het leersteuncentrum;5° de inrichtende macht van het leersteuncentrum kiest uit de verkregen lijst of lijsten, vermeld in punt 2° en in artikel 103sexies decies, § 2, 2°, van het decreet rechtspositie personeelsleden gemeenschapsonderwijs van 27 maart 1991, de personeelsleden die op 1 september 2023 zullen worden aangesteld in het leersteuncentrum. Daarbij houdt ze ten minste rekening met de vereiste expertise, vermeld in artikel 8 van het decreet van 5 mei 2023 over leersteun; 6° uiterlijk op 23 juni 2023 doet de inrichtende macht van het leersteuncentrum via een aangetekende brief of via een e-mail met ontvangstbevestiging een voorstel van aanstelling in een betrekking in een ambt van het leerondersteunend personeel, aan de personeelsleden die ze conform punt 5° geselecteerd heeft.Een personeelslid dat niet akkoord gaat met het voorstel meldt dat op de wijze die wordt bepaald door de inrichtende macht van het leersteuncentrum, binnen vijf werkdagen nadat het personeelslid het voorstel heeft ontvangen; 7° als de inrichtende macht van het leersteuncentrum beslist om een personeelslid uit de lijst of lijsten, vermeld in punt 2° en in artikel 103sexies decies, § 2, 2°, van het decreet rechtspositie personeelsleden gemeenschapsonderwijs van 27 maart 1991, niet in aanmerking te nemen, deelt ze dat mee via een aangetekende brief of via een e-mail met ontvangstbevestiging aan het betrokken personeelslid uiterlijk op 23 juni 2023.Ze voegt daarbij een motivering voor die beslissing.

De inrichtende macht van de school voor buitengewoon onderwijs waar het personeelslid tijdens het schooljaar 2022-2023 aangesteld is in een betrekking van ondersteuner, en de inrichtende macht van het leersteuncentrum dat toegang krijgt tot de lijst of lijsten, zijn elk verwerkingsverantwoordelijke voor wat betreft hun opdracht, vermeld in het eerste lid. De verwerkingsverantwoordelijken bewaren de lijsten tot uiterlijk 31 december 2023. § 3. Onverminderd paragraaf 2, eerste lid, 1°, kan een inrichtende macht ook kandidaten toevoegen aan de lijst of lijsten, vermeld in paragraaf 2, tweede lid, 2°, en in artikel 103sexies decies, § 2, 2°, van het decreet rechtspositie personeelsleden gemeenschapsonderwijs van 27 maart 1991, die diensten hebben gepresteerd in een betrekking van ondersteuner vóór het schooljaar 2022-2023, in het tijdelijke project van de prewaarborgregeling of waarborgregeling of in het geïntegreerd onderwijs of het project inclusief onderwijs voor leerlingen met een verstandelijke beperking. De toevoeging van een kandidaat aan deze lijst gebeurt uitsluitend op vraag van de kandidaat zelf.".

Art. 84.Aan titel II, hoofdstuk XI, van hetzelfde decreet, het laatst gewijzigd bij het decreet van 9 juli 2021Relevante gevonden documenten type decreet prom. 14/02/2003 pub. 01/07/2003 numac 2003035650 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet betreffende het onderwijs XIV type decreet prom. 14/02/2003 pub. 16/07/2003 numac 2003035690 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet houdende de eindregeling van de begroting van de Vlaamse Gemeenschap en van instellingen van openbaar nut voor het begrotingsjaar 1999 sluiten9, wordt een artikel 84undetricies toegevoegd, dat luidt als volgt: "

Art. 84undetricies.§ 1. Voor de toepassing van dit artikel wordt verstaan onder: 1° een leersteuncentrum: een centrum als vermeld in artikel 20 van het decreet van 5 mei 2023 over leersteun; 2° een betrekking van ondersteuner: een betrekking die is opgericht op basis van de personeelsomkadering, vermeld in artikel 172quinquies en 172quinquies/1 van het decreet basisonderwijs van 25 februari 1997 en artikel 314/8 en 314/9 van de Codex Secundair Onderwijs van 17 december 2010;3° een betrekking in het tijdelijke project van de prewaarborgregeling of waarborgregeling: een betrekking die is opgericht in het schooljaar 2015-2016 of 2016-2017 op basis van de personeelsomkadering, vermeld in artikel 172ter van het decreet basisonderwijs van 25 februari 2017 en artikel 314/6 van de Codex Secundair Onderwijs van 17 december 2010. § 2. De diensten die een personeelslid gepresteerd heeft in een betrekking van ondersteuner of in het tijdelijke project van de prewaarborgregeling of waarborgregeling, gelden vanaf 1 september 2023 als diensten die zijn gepresteerd in een ambt van het leerondersteunend personeel in een leersteuncentrum. § 3. Met behoud van de toepassing van paragraaf 2 geldt voor een personeelslid dat uiterlijk op 30 juni 2023 aangesteld was in een betrekking van ondersteuner, en dat vanaf 1 september 2023 en uiterlijk op 15 november 2023 aangesteld wordt in een betrekking van het ambt van leerondersteuner in een leersteuncentrum, het volgende: 1° wie uiterlijk op 30 juni 2023 vastbenoemd is voor een ambt, is voor hetzelfde volume vastbenoemd voor het ambt van leerondersteuner, voor zover het leersteuncentrum dat ambt binnen de hem toegekende omkadering kan oprichten;2° een tijdelijke aanstelling van doorlopende duur in een ambt die het personeelslid uiterlijk op 30 juni 2023 heeft, geldt voor ten minste hetzelfde volume voor het ambt van leerondersteuner waarin het personeelslid aangesteld wordt in een leersteuncentrum, voor zover het leersteuncentrum dat ambt binnen de hem toegekende omkadering kan oprichten. Het personeelslid, vermeld in het eerste lid, 1°, moet op het ogenblik dat hij in een ambt van leerondersteuner vast benoemd wordt, voor het overeenkomstig volume van opdracht ontslag nemen in de school in het ambt van vaste benoeming.".

Art. 85.Aan titel II, hoofdstuk XI, van hetzelfde decreet, het laatst gewijzigd bij het decreet van 9 juli 2021Relevante gevonden documenten type decreet prom. 14/02/2003 pub. 01/07/2003 numac 2003035650 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet betreffende het onderwijs XIV type decreet prom. 14/02/2003 pub. 16/07/2003 numac 2003035690 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet houdende de eindregeling van de begroting van de Vlaamse Gemeenschap en van instellingen van openbaar nut voor het begrotingsjaar 1999 sluiten9, wordt een artikel 84tricies toegevoegd, dat luidt als volgt: "

Art. 84tricies.In afwijking van artikel 36 kan de inrichtende macht een personeelslid op 1 januari 2024 vast benoemen in het ambt van leerondersteuner in een vacant verklaarde betrekking als vermeld in artikel 33, als dat personeelslid op het ogenblik van de vaste benoeming voldoet aan de bepalingen van artikel 19 en daarenboven: 1° op 15 november 2023 minstens 360 dagen dienstanciënniteit heeft verworven in het betrokken ambt in het leersteuncentrum van de inrichtende macht;2° zich kandidaat heeft gesteld in de vorm en binnen de termijn, vermeld in de oproep tot de kandidaten;3° op 31 december 2023 voor doorlopende duur is aangesteld in het ambt waarvoor het personeelslid zich kandidaat heeft gesteld.De bepalingen van dit punt zijn niet van toepassing op personeelsleden die zijn aangesteld bij wijze van reaffectatie of wedertewerkstelling of op personeelsleden als vermeld in hoofdstuk IVbis voor wat betreft het volume van hun opdracht waarvoor ze vastbenoemd zijn en waarvoor ze een verlof hebben verkregen om tijdelijk een andere opdracht uit te oefenen. Die personeelsleden moeten 360 dagen dienstanciënniteit hebben verworven in het ambt van de vacant verklaarde betrekking; 4° als laatste evaluatie in het ambt in kwestie geen evaluatie met eindconclusie `onvoldoende' heeft verkregen bij de inrichtende macht waar de betrekking vacant is.Als het personeelslid niet is geëvalueerd, wordt die voorwaarde geacht vervuld te zijn.

De vaste benoeming is alleen mogelijk als het personeelslid de betrekking in hoofdambt uitoefent.". Afdeling 3. - Wijziging van het decreet van 5 april 1995 tot

oprichting van onderhandelingscomités in het vrij gesubsidieerd onderwijs

Art. 86.In artikel 2 van het decreet van 5 april 1995 tot oprichting van onderhandelingscomités in het vrij gesubsidieerd onderwijs, gewijzigd bij het decreet van 1 december 1998, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° aan punt 1° wordt een gedachtestreep toegevoegd, die luidt als volgt: "- leersteuncentra als vermeld in artikel 20, § 1, van het decreet van 5 mei 2023 over leersteun;"; 2° de zinsnede "- instellingen van het onderwijs voor sociale promotie;" wordt vervangen door de zinsnede "- centra voor volwassenenonderwijs;".

Art. 87.In artikel 12 van hetzelfde decreet, gewijzigd bij de decreten van 18 mei 1999 en 10 juli 2003, wordt paragraaf 1 vervangen door wat volgt: " § 1. Iedere inrichtende macht richt voor elk van haar scholen en centra een LOC op. Iedere inrichtende macht richt voor elk van haar centra voor leerlingenbegeleiding een LOC op. Iedere inrichtende macht richt voor elk van haar leersteuncentra een LOC op.". Afdeling 4. - Wijziging van het decreet basisonderwijs van 25 februari

1997

Art. 88.In artikel 3 van het decreet basisonderwijs van 25 februari 1997, het laatst gewijzigd bij het decreet van 8 juli 2022Relevante gevonden documenten type decreet prom. 10/07/2003 pub. 02/09/2003 numac 2003035932 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet houdende wijziging van het Podiumkunstendecreet van 18 mei 1999 type decreet prom. 10/07/2003 pub. 24/10/2003 numac 2003201478 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet betreffende het landschap basisonderwijs sluiten2, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° er wordt een punt 15° /1 ingevoegd, dat luidt als volgt: "15° /1 GC-verslag: een verslag gemeenschappelijk curriculum, een verslag dat toegang geeft tot leersteun bij een gemeenschappelijk curriculum als vermeld in artikel 16;"; 2° punt 18° bis, ingevoegd bij het decreet van 9 juli 2021Relevante gevonden documenten type decreet prom. 14/02/2003 pub. 01/07/2003 numac 2003035650 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet betreffende het onderwijs XIV type decreet prom. 14/02/2003 pub. 16/07/2003 numac 2003035690 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet houdende de eindregeling van de begroting van de Vlaamse Gemeenschap en van instellingen van openbaar nut voor het begrotingsjaar 1999 sluiten9, wordt opgeheven; 3° punt 24° /1, ingevoegd bij het decreet van 16 juni 2017Relevante gevonden documenten type decreet prom. 18/05/1999 pub. 08/07/1999 numac 1999035787 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet houdende wijziging van het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode en van het decreet van 22 december 1995 houdende bepalingen tot begeleiding van de begroting 1996 type decreet prom. 18/05/1999 pub. 30/06/1999 numac 1999035744 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet houdende wijziging van de organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn type decreet prom. 18/05/1999 pub. 30/06/1999 numac 1999035806 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet houdende wijziging van de organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn sluiten7 en gewijzigd bij het decreet van 6 juli 2018Relevante gevonden documenten type decreet prom. 14/02/2003 pub. 01/07/2003 numac 2003035650 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet betreffende het onderwijs XIV type decreet prom. 14/02/2003 pub. 16/07/2003 numac 2003035690 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet houdende de eindregeling van de begroting van de Vlaamse Gemeenschap en van instellingen van openbaar nut voor het begrotingsjaar 1999 sluiten0, wordt vervangen door wat volgt: "24° /1 IAC-verslag: een verslag individueel aangepast curriculum, een verslag dat toegang geeft tot een individueel aangepast curriculum als vermeld in artikel 15;"; 4° er wordt een punt 29° /1 ingevoegd, dat luidt als volgt: "29° /1 leerondersteuner: de leerondersteuner, vermeld in artikel 5, 9°, van het decreet van 5 mei 2023 over leersteun;"; 5° er wordt een punt 31° /1 ingevoegd, dat luidt als volgt: "31° /1 leersteun: ondersteuning als vermeld in artikel 6 van het decreet van 5 mei 2023 over leersteun;"; 6° er wordt een punt 31° /2 ingevoegd, dat luidt als volgt: "31° /2 leersteunmodel: het leersteunmodel voor de organisatie van leersteun in scholen voor gewoon onderwijs, vermeld in hoofdstuk 3 van het decreet van 5 mei 2023 over leersteun;".

Art. 89.In artikel 14/1 van hetzelfde decreet, ingevoegd bij het decreet van 17 juni 2016Relevante gevonden documenten type decreet prom. 18/05/1999 pub. 08/07/1999 numac 1999035787 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet houdende wijziging van het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode en van het decreet van 22 december 1995 houdende bepalingen tot begeleiding van de begroting 1996 type decreet prom. 18/05/1999 pub. 30/06/1999 numac 1999035744 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet houdende wijziging van de organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn type decreet prom. 18/05/1999 pub. 30/06/1999 numac 1999035806 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet houdende wijziging van de organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn sluiten5 en gewijzigd bij de decreten van 6 juli 2018, 8 juli 2022 en 3 februari 2023, worden in paragraaf 3 het derde tot en met vijfde lid vervangen door wat volgt: "Op basis van het cyclisch proces van handelingsplanmatig werken geeft de school voor buitengewoon basisonderwijs, in samenspraak met de ouders, jaarlijks aan het CLB door voor welke leerlingen een evaluatie aangewezen is van de inschrijving van een leerling in de school voor buitengewoon basisonderwijs. Ouders kunnen de evaluatie ook rechtstreeks aan het CLB vragen. De evaluatie gebeurt door het CLB op basis van een handelingsgericht diagnostisch traject samen met de leerling tenzij dat niet mogelijk is, de ouders en de school, waarbij samen wordt bekeken of de leerling kan terugkeren naar het gewoon basisonderwijs binnen het gemeenschappelijke curriculum, of om een individueel aangepast curriculum te volgen.

Als ouders beslissen voor een leerling om terug te keren naar het gewoon basisonderwijs, ondersteunen de school voor buitengewoon basisonderwijs en het CLB de ouders bij het vinden van en bij de overstap naar een school voor gewoon basisonderwijs waar de leerling wordt ingeschreven in geval van een GC-verslag, of onder ontbindende voorwaarde wordt ingeschreven in geval van een IAC-verslag met het oog op de afweging van redelijke aanpassingen.".

Art. 90.In hoofdstuk IV, afdeling 1, van hetzelfde decreet, het laatst gewijzigd bij het decreet van 9 juli 2021Relevante gevonden documenten type decreet prom. 14/02/2003 pub. 01/07/2003 numac 2003035650 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet betreffende het onderwijs XIV type decreet prom. 14/02/2003 pub. 16/07/2003 numac 2003035690 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet houdende de eindregeling van de begroting van de Vlaamse Gemeenschap en van instellingen van openbaar nut voor het begrotingsjaar 1999 sluiten9, wordt het opschrift van onderafdeling C vervangen door wat volgt: "Onderafdeling C. Voorwaarden voor de toelating tot een individueel aangepast curriculum in het gewoon of buitengewoon basisonderwijs".

Art. 91.In artikel 15 van hetzelfde decreet, vervangen bij het decreet van 21 maart 2014Relevante gevonden documenten type decreet prom. 18/05/1999 pub. 08/07/1999 numac 1999035787 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet houdende wijziging van het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode en van het decreet van 22 december 1995 houdende bepalingen tot begeleiding van de begroting 1996 type decreet prom. 18/05/1999 pub. 30/06/1999 numac 1999035744 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet houdende wijziging van de organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn type decreet prom. 18/05/1999 pub. 30/06/1999 numac 1999035806 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet houdende wijziging van de organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn sluiten3 en het laatst gewijzigd bij het decreet van 9 juli 2021Relevante gevonden documenten type decreet prom. 14/02/2003 pub. 01/07/2003 numac 2003035650 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet betreffende het onderwijs XIV type decreet prom. 14/02/2003 pub. 16/07/2003 numac 2003035690 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet houdende de eindregeling van de begroting van de Vlaamse Gemeenschap en van instellingen van openbaar nut voor het begrotingsjaar 1999 sluiten9, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in paragraaf 1, 3, 4, 7 en 10 wordt het woord "verslag" telkens vervangen door de zinsnede "IAC-verslag"; 2° aan paragraaf 3 wordt een tweede lid toegevoegd, dat luidt als volgt: "Bij de opmaak van een IAC-verslag informeert het CLB de ouders en de leerling actief over het inschrijvingsrecht voor leerlingen met een IAC-verslag."; 3° in paragraaf 5 worden de woorden "of gewoon" en de woorden "of omgekeerd" opgeheven;4° paragraaf 6 wordt vervangen door wat volgt: " § 6.Als niet meer voldaan is aan de voorwaarden, vermeld in paragraaf 1, eerste lid, 2°, heft het CLB het IAC-verslag op.

Als voor een leerling die beschikt over een IAC-verslag, een GC-verslag wordt opgemaakt, vervalt het IAC-verslag.

Als een CLB voor een leerling met een IAC-verslag een GC-verslag, IAC-verslag of OV4-verslag opmaakt met het oog op de overgang van het basisonderwijs naar het secundair onderwijs, vervalt het IAC-verslag dat de leerling had in het basisonderwijs."; 5° paragraaf 8 wordt vervangen door wat volgt: " § 8.Als een leerling, die met toepassing van paragraaf 5 nog beschikt over een inschrijvingsverslag, overgaat van het buitengewoon basisonderwijs naar het gewoon basisonderwijs, heft het CLB het inschrijvingsverslag op of maakt het naargelang de situatie van de leerling een GC-verslag of een IAC-verslag op.

Als een leerling met een IAC-verslag overgaat van het buitengewoon basisonderwijs naar het gewoon basisonderwijs, heft het CLB, naargelang de situatie, het IAC-verslag op, maakt een GC-verslag op of past het bestaande IAC-verslag aan. Aanpassingen aan IAC-verslagen kunnen gebeuren met een addendum, voorzien van de datum van opmaak."; 6° paragraaf 9 wordt vervangen door wat volgt: " § 9.Leerlingen met een IAC-verslag in het gewoon basisonderwijs komen in aanmerking voor leersteun vanuit het leersteunmodel."; 7° er wordt een paragraaf 11 toegevoegd, die luidt als volgt: " § 11.Leerlingen die beschikken over een verslag voor toegang tot een individueel aangepast curriculum in het gewoon onderwijs of tot het buitengewoon onderwijs dat is opgemaakt voor 1 september 2023, worden beschouwd als leerlingen met een IAC-verslag.".

Art. 92.In hoofdstuk IV, afdeling 1, van hetzelfde decreet, het laatst gewijzigd bij het decreet van 9 juli 2021Relevante gevonden documenten type decreet prom. 14/02/2003 pub. 01/07/2003 numac 2003035650 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet betreffende het onderwijs XIV type decreet prom. 14/02/2003 pub. 16/07/2003 numac 2003035690 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet houdende de eindregeling van de begroting van de Vlaamse Gemeenschap en van instellingen van openbaar nut voor het begrotingsjaar 1999 sluiten9, wordt het opschrift van onderafdeling D vervangen door wat volgt: "Onderafdeling D. Bijkomende voorwaarden om in het gewoon basisonderwijs in aanmerking te komen voor leersteun vanuit het leersteunmodel".

Art. 93.In artikel 16 van hetzelfde decreet, vervangen bij het decreet van 21 maart 2014Relevante gevonden documenten type decreet prom. 18/05/1999 pub. 08/07/1999 numac 1999035787 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet houdende wijziging van het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode en van het decreet van 22 december 1995 houdende bepalingen tot begeleiding van de begroting 1996 type decreet prom. 18/05/1999 pub. 30/06/1999 numac 1999035744 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet houdende wijziging van de organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn type decreet prom. 18/05/1999 pub. 30/06/1999 numac 1999035806 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet houdende wijziging van de organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn sluiten3 en het laatst gewijzigd bij het decreet van 9 juli 2021Relevante gevonden documenten type decreet prom. 14/02/2003 pub. 01/07/2003 numac 2003035650 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet betreffende het onderwijs XIV type decreet prom. 14/02/2003 pub. 16/07/2003 numac 2003035690 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet houdende de eindregeling van de begroting van de Vlaamse Gemeenschap en van instellingen van openbaar nut voor het begrotingsjaar 1999 sluiten9, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° paragraaf 1 wordt vervangen door wat volgt: " § 1.Om als school voor gewoon basisonderwijs in aanmerking te komen voor leersteun vanuit het leersteunmodel is voor regelmatige leerlingen het doorlopen van een handelingsgericht diagnostisch traject met de opmaak van een GC-verslag door een CLB vereist, tenzij ze al beschikken over een IAC-verslag. In dat GC-verslag wordt: 1° gemotiveerd dat met toepassing van de principes, vermeld in artikel 8, tweede lid, de fasen van brede basiszorg en verhoogde zorg werden doorlopen en dat het inzetten van de ondersteuning, in combinatie met compenserende of dispenserende maatregelen, nodig en voldoende geacht wordt om de leerling het gemeenschappelijke curriculum te laten volgen;2° de specifieke deskundigheid omschreven die vereist is vanuit een of meer van de types, vermeld in artikel 10, § 1, eerste lid, 1° tot en met 4°, en 6° tot en met 8°. In afwijking van het eerste lid kan een CLB een GC-verslag opmaken op basis van een handelingsgericht advies indien het door het CLB reeds doorlopen traject met de school, de leerling en de ouders voldoende informatie biedt.

De Vlaamse Regering bepaalt de verdere inhoud en modaliteiten van het GC-verslag."; 2° paragraaf 2 wordt vervangen door wat volgt: " § 2.Het GC-verslag wordt geregistreerd in het multidisciplinair dossier van de leerling."; 3° in paragraaf 3 worden de woorden "gemotiveerd verslag" vervangen door de zinsnede "GC-verslag";4° paragraaf 4 wordt vervangen door wat volgt: " § 4.Als niet meer voldaan is aan de criteria, vermeld in paragraaf 1, eerste lid, 1° of 2°, heft het CLB het GC-verslag op. Als een CLB voor een leerling met een GC-verslag, een GC-verslag, IAC-verslag of OV4-verslag opmaakt met het oog op een overgang van het basisonderwijs naar het secundair onderwijs, vervalt het GC-verslag dat de leerling had in het basisonderwijs."; 5° paragraaf 5 wordt opnieuw opgenomen in de volgende lezing: " § 5.Leerlingen die beschikken over een gemotiveerd verslag dat is opgemaakt voor 1 september 2023, worden beschouwd als leerlingen met een GC-verslag.".

Art. 94.In artikel 20 van hetzelfde decreet, het laatst gewijzigd bij het decreet van 9 juli 2021Relevante gevonden documenten type decreet prom. 14/02/2003 pub. 01/07/2003 numac 2003035650 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet betreffende het onderwijs XIV type decreet prom. 14/02/2003 pub. 16/07/2003 numac 2003035690 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet houdende de eindregeling van de begroting van de Vlaamse Gemeenschap en van instellingen van openbaar nut voor het begrotingsjaar 1999 sluiten9, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° aan paragraaf 3 worden een tweede tot en met vierde lid toegevoegd, die luiden als volgt: "Leerlingen met een IAC-verslag die ingeschreven zijn in het gewoon basisonderwijs, kunnen gemiddeld per schooljaar maximaal halftijds lessen of activiteiten volgen in een school voor buitengewoon basisonderwijs. In overleg met de ouders, met betrokkenheid van de leerling en in overleg met het CLB werken de scholen samen aan de vormgeving van het onderwijstraject van de leerling. De inzet van omkadering vanuit het leersteunmodel in de school voor buitengewoon onderwijs is daarbij niet mogelijk.

De school voor buitengewoon onderwijs en de school voor gewoon onderwijs maken afspraken over de lesbijwoning van de leerling."; 2° er wordt een paragraaf 4 toegevoegd, die luidt als volgt: " § 4.In afwijking van paragraaf 3, eerste lid, kunnen leerlingen die ingeschreven zijn in het buitengewoon basisonderwijs, met uitzondering van type 5, voltijds lessen of activiteiten volgen in een school voor gewoon basisonderwijs voor een periode van maximaal twee schooljaren, met het oog op een overstap naar het gewoon onderwijs. In overleg met de ouders, met betrokkenheid van de leerling en in overleg met het CLB ondersteunt de school voor buitengewoon onderwijs de school voor gewoon onderwijs. De school voor buitengewoon onderwijs en de school voor gewoon onderwijs maken afspraken over de lesbijwoning van de leerling.

Na een periode van twee schooljaren heeft de leerling met een IAC-verslag in afwijking van artikel 37/11, § 2, en 37/48, § 2, een onverkort recht op inschrijving in de school voor gewoon onderwijs.

Als de ouders en de leerling beslissen om de overstap te maken naar het gewoon onderwijs, overleggen de school voor gewoon onderwijs, de school voor buitengewoon onderwijs, het CLB en de ouders, met betrokkenheid van de leerling, met het leersteuncentrum over de overname van de ondersteuning.".

Art. 95.In artikel 31, § 1, eerste lid, van hetzelfde decreet, het laatst gewijzigd bij het decreet van 9 juli 2021Relevante gevonden documenten type decreet prom. 14/02/2003 pub. 01/07/2003 numac 2003035650 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet betreffende het onderwijs XIV type decreet prom. 14/02/2003 pub. 16/07/2003 numac 2003035690 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet houdende de eindregeling van de begroting van de Vlaamse Gemeenschap en van instellingen van openbaar nut voor het begrotingsjaar 1999 sluiten9, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in paragraaf 1 wordt punt 4° vervangen door wat volgt: "4° de vorige school van inschrijving brengt de school waar nu wordt ingeschreven op de hoogte van het bestaan en de inhoud van een IAC-verslag of GC-verslag.Het CLB dat verbonden is aan de vorige school van inschrijving brengt het CLB dat verbonden is met de school waar nu wordt ingeschreven op de hoogte van het bestaan en de inhoud van een IAC-verslag of GC-verslag. In het belang van de optimale begeleiding van de betrokken leerling en de organisatie van de school kunnen ouders zich tegen die overdrachten niet verzetten;"; 2° punt 6° wordt vervangen door wat volgt: "6° het centrumbestuur van het CLB dat het IAC-verslag of het GC-verslag, vermeld in punt 4°, heeft opgesteld, is verantwoordelijke voor de verwerking door of ter voorbereiding van het IAC-verslag of GC-verslag.Het centrumbestuur van het overnemende CLB is verwerkingsverantwoordelijke voor de verwerking na de ontvangst van het IAC-verslag of GC-verslag.".

Art. 96.In artikel 37 van hetzelfde decreet, het laatst gewijzigd bij het decreet van 9 juli 2021Relevante gevonden documenten type decreet prom. 14/02/2003 pub. 01/07/2003 numac 2003035650 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet betreffende het onderwijs XIV type decreet prom. 14/02/2003 pub. 16/07/2003 numac 2003035690 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet houdende de eindregeling van de begroting van de Vlaamse Gemeenschap en van instellingen van openbaar nut voor het begrotingsjaar 1999 sluiten9, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in paragraaf 2 wordt punt 10° vervangen door wat volgt: "10° de mededeling dat de school bij schoolverandering binnen het basisonderwijs verplicht is de school waar nu wordt ingeschreven op de hoogte te brengen van het bestaan en de inhoud van een IAC-verslag of GC-verslag;"; 2° aan paragraaf 2 wordt een punt 14° toegevoegd, dat luidt als volgt: "14° dat er leersteun kan worden geboden voor leerlingen met een GC-verslag of IAC-verslag en bij welk leersteuncentrum de school aangesloten is."; 3° in paragraaf 3 wordt punt 14° vervangen door wat volgt: "14° de mededeling dat de school bij schoolverandering binnen het basisonderwijs verplicht is de school waar nu wordt ingeschreven op de hoogte te brengen van het bestaan en de inhoud van een IAC-verslag of GC-verslag;"; 4° aan paragraaf 3 wordt een punt 18° toegevoegd, dat luidt als volgt: "18° dat er leersteun kan worden geboden voor leerlingen met een GC-verslag of IAC-verslag en bij welk leersteuncentrum de school aangesloten is.".

Art. 97.In artikel 37/11 van hetzelfde decreet, ingevoegd bij het decreet van 17 mei 2019Relevante gevonden documenten type decreet prom. 14/02/2003 pub. 01/07/2003 numac 2003035650 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet betreffende het onderwijs XIV type decreet prom. 14/02/2003 pub. 16/07/2003 numac 2003035690 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet houdende de eindregeling van de begroting van de Vlaamse Gemeenschap en van instellingen van openbaar nut voor het begrotingsjaar 1999 sluiten7 en gewijzigd bij het decreet van 4 februari 2022, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in paragraaf 2 wordt de zinsnede "verslag als vermeld in artikel 15" vervangen door de zinsnede "IAC-verslag", wordt het woord "verslag" telkens vervangen door de zinsnede "IAC-verslag" en worden de woorden "gemotiveerd verslag" vervangen door de zinsnede "GC-verslag";2° in paragraaf 3 wordt de zinsnede "verslag als vermeld in artikel 15" vervangen door de zinsnede "IAC-verslag" en wordt het woord "verslag" telkens vervangen door de zinsnede "IAC-verslag";3° paragraaf 4 wordt vervangen door wat volgt: " § 4.Elk schoolbestuur communiceert actief over het inschrijvingsrecht van leerlingen met een IAC-verslag in het gewoon onderwijs.".

Art. 98.In artikel 37/24, § 1, van hetzelfde decreet, ingevoegd bij het decreet van 17 mei 2019Relevante gevonden documenten type decreet prom. 14/02/2003 pub. 01/07/2003 numac 2003035650 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet betreffende het onderwijs XIV type decreet prom. 14/02/2003 pub. 16/07/2003 numac 2003035690 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet houdende de eindregeling van de begroting van de Vlaamse Gemeenschap en van instellingen van openbaar nut voor het begrotingsjaar 1999 sluiten7 en vervangen bij het decreet van 4 februari 2022 wordt de zinsnede "in de school relatief ondervertegenwoordigd zijn ten aanzien van een referentiepopulatie." vervangen door de zinsnede "in de school relatief ondervertegenwoordigd zijn ten aanzien van een referentiepopulatie, waarbij in afwijking van dit principe leerlingen met een IAC-verslag in een school van het gewoon onderwijs altijd beschouwd mogen worden als een ondervertegenwoordigde groep, ongeacht de referentiepopulatie.".

Art. 99.In artikel 37/28 van hetzelfde decreet, ingevoegd bij het decreet van 17 mei 2019Relevante gevonden documenten type decreet prom. 14/02/2003 pub. 01/07/2003 numac 2003035650 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet betreffende het onderwijs XIV type decreet prom. 14/02/2003 pub. 16/07/2003 numac 2003035690 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet houdende de eindregeling van de begroting van de Vlaamse Gemeenschap en van instellingen van openbaar nut voor het begrotingsjaar 1999 sluiten7 en gewijzigd bij het decreet van 4 februari 2022, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in paragraaf 1, 2°, e), wordt de zinsnede "verslag als vermeld in artikel 15" vervangen door de zinsnede "IAC-verslag"; 2° aan paragraaf 2 wordt een zin toegevoegd, die luidt als volgt: "Hetzelfde geldt voor leerlingen van het buitengewoon onderwijs die, met toepassing van artikel 20, § 4, gedurende twee schooljaren voltijds les hebben gevolgd in de school voor gewoon onderwijs en zich na twee schooljaren willen inschrijven in die school.".

Art. 100.In artikel 37/32, § 2, van hetzelfde decreet, ingevoegd bij het decreet van 17 mei 2019Relevante gevonden documenten type decreet prom. 14/02/2003 pub. 01/07/2003 numac 2003035650 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet betreffende het onderwijs XIV type decreet prom. 14/02/2003 pub. 16/07/2003 numac 2003035690 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet houdende de eindregeling van de begroting van de Vlaamse Gemeenschap en van instellingen van openbaar nut voor het begrotingsjaar 1999 sluiten7 en gewijzigd bij het decreet van 4 februari 2022, wordt het eerste lid vervangen door wat volgt: "Het LOP bemiddelt binnen tien kalenderdagen na het verzoek van de ouders of een andere belanghebbende of na de afgifte van het weigeringsdocument tussen de leerling en zijn ouders en de schoolbesturen van de scholen binnen het werkingsgebied, met het oog op een definitieve inschrijving van de leerling in een school. In geval van bemiddeling bij een ontbinding als vermeld in artikel 37/31, § 1, 4°, betrekt het LOP ook de school die de inschrijving van de leerling ontbond.".

Art. 101.In artikel 37/35, § 1, van hetzelfde decreet, ingevoegd bij het decreet van 17 mei 2019Relevante gevonden documenten type decreet prom. 14/02/2003 pub. 01/07/2003 numac 2003035650 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet betreffende het onderwijs XIV type decreet prom. 14/02/2003 pub. 16/07/2003 numac 2003035690 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet houdende de eindregeling van de begroting van de Vlaamse Gemeenschap en van instellingen van openbaar nut voor het begrotingsjaar 1999 sluiten7, wordt de zinsnede "verslag, zoals bepaald in artikel 15," vervangen door de zinsnede "IAC-verslag".

Art. 102.In artikel 37/48 van hetzelfde decreet, ingevoegd bij het decreet van 17 mei 2019Relevante gevonden documenten type decreet prom. 14/02/2003 pub. 01/07/2003 numac 2003035650 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet betreffende het onderwijs XIV type decreet prom. 14/02/2003 pub. 16/07/2003 numac 2003035690 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet houdende de eindregeling van de begroting van de Vlaamse Gemeenschap en van instellingen van openbaar nut voor het begrotingsjaar 1999 sluiten7 en gewijzigd bij het decreet van 18 februari 2022Relevante gevonden documenten type decreet prom. 10/07/2003 pub. 02/09/2003 numac 2003035932 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet houdende wijziging van het Podiumkunstendecreet van 18 mei 1999 type decreet prom. 10/07/2003 pub. 24/10/2003 numac 2003201478 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet betreffende het landschap basisonderwijs sluiten3, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in paragraaf 2 wordt de zinsnede "verslag als vermeld in artikel 15" vervangen door de zinsnede "IAC-verslag", wordt het woord "verslag" telkens vervangen door de zinsnede "IAC-verslag" en worden de woorden "gemotiveerd verslag" vervangen door de zinsnede "GC-verslag";2° in paragraaf 3 wordt de zinsnede "verslag als vermeld in artikel 15" vervangen door de zinsnede "IAC-verslag" en wordt het woord "verslag" telkens vervangen door de zinsnede "IAC-verslag";3° paragraaf 4 wordt vervangen door wat volgt: " § 4.Elk schoolbestuur communiceert actief over het inschrijvingsrecht van leerlingen met een IAC-verslag in het gewoon onderwijs.".

Art. 103.In artikel 37/60, § 1, eerste lid, van hetzelfde decreet, ingevoegd bij het decreet van 17 mei 2019Relevante gevonden documenten type decreet prom. 14/02/2003 pub. 01/07/2003 numac 2003035650 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet betreffende het onderwijs XIV type decreet prom. 14/02/2003 pub. 16/07/2003 numac 2003035690 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet houdende de eindregeling van de begroting van de Vlaamse Gemeenschap en van instellingen van openbaar nut voor het begrotingsjaar 1999 sluiten7 en gewijzigd bij het decreet van 18 februari 2022Relevante gevonden documenten type decreet prom. 10/07/2003 pub. 02/09/2003 numac 2003035932 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet houdende wijziging van het Podiumkunstendecreet van 18 mei 1999 type decreet prom. 10/07/2003 pub. 24/10/2003 numac 2003201478 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet betreffende het landschap basisonderwijs sluiten3 wordt de zinsnede "in de school relatief ondervertegenwoordigd zijn ten aanzien van een referentiepopulatie." vervangen door de zinsnede "in de school relatief ondervertegenwoordigd zijn ten aanzien van een referentiepopulatie, waarbij in afwijking van dit principe leerlingen met een IAC-verslag in een school van het gewoon onderwijs altijd beschouwd mogen worden als een ondervertegenwoordigde groep, ongeacht de referentiepopulatie.".

Art. 104.In artikel 37/64 van hetzelfde decreet, ingevoegd bij het decreet van 17 mei 2019Relevante gevonden documenten type decreet prom. 14/02/2003 pub. 01/07/2003 numac 2003035650 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet betreffende het onderwijs XIV type decreet prom. 14/02/2003 pub. 16/07/2003 numac 2003035690 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet houdende de eindregeling van de begroting van de Vlaamse Gemeenschap en van instellingen van openbaar nut voor het begrotingsjaar 1999 sluiten7 en gewijzigd bij het decreet van 18 februari 2022Relevante gevonden documenten type decreet prom. 10/07/2003 pub. 02/09/2003 numac 2003035932 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet houdende wijziging van het Podiumkunstendecreet van 18 mei 1999 type decreet prom. 10/07/2003 pub. 24/10/2003 numac 2003201478 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet betreffende het landschap basisonderwijs sluiten3, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in paragraaf 1, 2°, e), wordt de zinsnede "verslag, vermeld in artikel 15" vervangen door de zinsnede "IAC-verslag"; 2° aan paragraaf 2 wordt een zin toegevoegd, die luidt als volgt: "Hetzelfde geldt voor leerlingen van het buitengewoon onderwijs die, met toepassing van artikel 20, § 4, gedurende twee schooljaren voltijds les hebben gevolgd in de school voor gewoon onderwijs en zich na twee schooljaren willen inschrijven in die school.".

Art. 105.In artikel 37/68, § 2, van hetzelfde decreet, ingevoegd bij het decreet van 17 mei 2019Relevante gevonden documenten type decreet prom. 14/02/2003 pub. 01/07/2003 numac 2003035650 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet betreffende het onderwijs XIV type decreet prom. 14/02/2003 pub. 16/07/2003 numac 2003035690 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet houdende de eindregeling van de begroting van de Vlaamse Gemeenschap en van instellingen van openbaar nut voor het begrotingsjaar 1999 sluiten7 en gewijzigd bij het decreet van 18 februari 2022Relevante gevonden documenten type decreet prom. 10/07/2003 pub. 02/09/2003 numac 2003035932 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet houdende wijziging van het Podiumkunstendecreet van 18 mei 1999 type decreet prom. 10/07/2003 pub. 24/10/2003 numac 2003201478 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet betreffende het landschap basisonderwijs sluiten3, wordt het eerste lid vervangen door wat volgt: "Het LOP bemiddelt binnen tien kalenderdagen na het verzoek van de ouders of een andere belanghebbende of na de afgifte van het weigeringsdocument tussen de leerling en zijn ouders en de schoolbesturen van de scholen binnen het werkingsgebied, met het oog op een definitieve inschrijving van de leerling in een school. In geval van bemiddeling bij een ontbinding als vermeld in artikel 37/67, § 1, 4°, betrekt het LOP ook de school die de weigering uitschreef.".

Art. 106.In artikel 44, § 1, 3°, van hetzelfde decreet, vervangen bij het decreet van 26 januari 2018Relevante gevonden documenten type decreet prom. 14/02/2003 pub. 01/07/2003 numac 2003035650 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet betreffende het onderwijs XIV type decreet prom. 14/02/2003 pub. 16/07/2003 numac 2003035690 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet houdende de eindregeling van de begroting van de Vlaamse Gemeenschap en van instellingen van openbaar nut voor het begrotingsjaar 1999 sluiten3, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° het tweede lid wordt vervangen door wat volgt: "Elke school heeft de maatschappelijke opdracht om de doelen met betrekking tot kennis, inzicht, vaardigheden en attitudes bij de leerlingen na te streven zoals opgenomen in het individueel aangepast curriculum, vermeld in artikel 46."; 2° het vierde lid wordt vervangen door wat volgt: "Voor de kwaliteitscontrole met het oog op de erkenning en de doorlichting, vermeld in artikel 32, 1° en 2°, van het decreet van 8 mei 2009Relevante gevonden documenten type decreet prom. 08/05/2009 pub. 28/08/2009 numac 2009035790 bron vlaamse overheid Decreet betreffende de kwaliteit van onderwijs type decreet prom. 08/05/2009 pub. 07/07/2009 numac 2009035580 bron vlaamse overheid Decreet houdende algemene bepalingen betreffende het energiebeleid sluiten betreffende de kwaliteit van het onderwijs, van scholen voor het buitengewoon basisonderwijs, baseert de onderwijsinspectie zich op het nastreven van de doelen die opgenomen zijn in het individueel aangepast curriculum, vermeld in artikel 46.".

Art. 107.In hoofdstuk V van hetzelfde decreet, het laatst gewijzigd bij het decreet van 9 juli 2021Relevante gevonden documenten type decreet prom. 14/02/2003 pub. 01/07/2003 numac 2003035650 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet betreffende het onderwijs XIV type decreet prom. 14/02/2003 pub. 16/07/2003 numac 2003035690 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet houdende de eindregeling van de begroting van de Vlaamse Gemeenschap en van instellingen van openbaar nut voor het begrotingsjaar 1999 sluiten9, wordt het opschrift van afdeling 3 vervangen door wat volgt: "Afdeling 3. Leerplan, individueel aangepast curriculum en schoolwerkplan".

Art. 108.Artikel 46 van hetzelfde decreet, gewijzigd bij de decreten van 15 juli 1997, 14 februari 2003 en 19 juli 2013, wordt vervangen door wat volgt: "

Art. 46.§ 1. Voor elke leerling met een IAC-verslag wordt, zowel in het gewoon als in het buitengewoon onderwijs, een individueel aangepast curriculum opgemaakt door de klassenraad in afstemming met de leerling tenzij dat niet mogelijk is, met de ouders, in voorkomend geval de leerondersteuner en waar nodig de CLB-medewerker en andere externe ondersteuners. § 2. Het individueel aangepast curriculum bevat, met inachtneming van de door de Vlaamse Regering opgelegde of gelijkwaardig verklaarde eindtermen of ontwikkelingsdoelen, de doelen die nagestreefd zullen worden, volgens de onderwijsbehoeften en ondersteuningsbehoeften van de leerling. Het individueel aangepast curriculum krijgt vorm op basis van een cyclisch proces van handelingsplanmatig werken.

De klassenraad vertrekt voor de selectie van de doelen van de eindtermen en van de ontwikkelingsdoelen van het buitengewoon onderwijs. De doelen worden door de klassenraad bij de leerling nagestreefd met het oog op de maximale ontplooiing van en leerwinst bij de leerling en met het oog op een zo volwaardig mogelijke participatie aan het klas- en schoolgebeuren en maatschappelijke participatie zoals andere leeftijdsgenoten. Scholen voor buitengewoon onderwijs werken actief aan de mogelijkheid tot terugkeer naar het gewoon onderwijs. § 3. In het individueel aangepast curriculum opgenomen doelen met betrekking tot godsdienst, niet-confessionele zedenleer of cultuurbeschouwing zijn gebaseerd op de overeenkomstige leerplannen en zijn in overeenstemming met de internationale en grondwettelijke beginselen inzake de rechten van de mens en van het kind in het bijzonder. § 4. Het individueel aangepast curriculum bepaalt hoe de doelen gerealiseerd zullen worden en hoe sociale, psychologische, orthopedagogische, medische of paramedische hulpverlening in het onderwijsaanbod wordt geïntegreerd. Daarbij wordt gebruikgemaakt van het netwerk en de ondersteunende partners die betrokken zijn naargelang de onderwijscontext waarin de leerling schoolloopt. § 5. Alle betrokkenen werken samen om een optimaal leer- en ontwikkelingstraject voor de leerling te garanderen. De school is verantwoordelijk voor de opvolging, evaluatie en bijsturing van het traject en coördineert de afstemming tussen alle betrokken partners. § 6. Een individueel aangepast curriculum of een individueel handelingsplan dat is opgemaakt voor 1 september 2023, wordt beschouwd als een individueel aangepast curriculum. Als er wijzigingen doorgevoerd moeten worden aan een dergelijk curriculum of handelingsplan, worden de wijzigingen doorgevoerd in een individueel aangepast curriculum conform paragraaf 1 tot en met 5.

Als een leerling die nog beschikt over een individueel aangepast curriculum of een individueel handelingsplan dat is opgemaakt voor 1 september 2023, van school verandert, maakt de school waar nu wordt ingeschreven een individueel aangepast curriculum op conform paragraaf 1 tot en met 5.".

Art. 109.In artikel 47, § 1, van hetzelfde decreet, gewijzigd bij de decreten van 10 juli 2003, 6 juli 2012 en 9 juli 2021, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° aan punt 4° wordt een zin toegevoegd, die luidt als volgt: "In de samenwerking van scholen voor buitengewoon onderwijs met scholen voor gewoon onderwijs wordt toegewerkt naar de mogelijkheid tot terugkeer van leerlingen naar het gewoon onderwijs."; 2° aan paragraaf 1 wordt een punt 6° toegevoegd, dat luidt als volgt: "6° de wijze waarop de school voor buitengewoon onderwijs samenwerkt met leersteuncentra in functie van expertisedeling en gezamenlijke expertiseontwikkeling met betrekking tot leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften.".

Art. 110.In artikel 47ter van hetzelfde decreet, ingevoegd bij het decreet van 27 april 2018Relevante gevonden documenten type decreet prom. 18/05/1999 pub. 08/07/1999 numac 1999035787 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet houdende wijziging van het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode en van het decreet van 22 december 1995 houdende bepalingen tot begeleiding van de begroting 1996 type decreet prom. 18/05/1999 pub. 30/06/1999 numac 1999035744 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet houdende wijziging van de organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn type decreet prom. 18/05/1999 pub. 30/06/1999 numac 1999035806 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet houdende wijziging van de organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn sluiten9 en gewijzigd bij het decreet van 9 juli 2021Relevante gevonden documenten type decreet prom. 14/02/2003 pub. 01/07/2003 numac 2003035650 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet betreffende het onderwijs XIV type decreet prom. 14/02/2003 pub. 16/07/2003 numac 2003035690 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet houdende de eindregeling van de begroting van de Vlaamse Gemeenschap en van instellingen van openbaar nut voor het begrotingsjaar 1999 sluiten9, wordt het tweede lid vervangen door wat volgt: "Bij de opmaak en evaluatie van het beleid op leerlingenbegeleiding betrekt de school relevante partners. Voor bijkomende inhoudelijke expertise doet de school een beroep op het centrum voor leerlingenbegeleiding. Voor schoolondersteuning zoekt de school externe ondersteuning bij de pedagogische begeleidingsdienst, eventueel in samenwerking met een externe dienst. Voor expertise met betrekking tot het onderwijs aan leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften betrekt de school het leersteuncentrum.".

Art. 111.In artikel 47quater van hetzelfde decreet, ingevoegd bij het decreet van 25 juni 2018Relevante gevonden documenten type decreet prom. 14/02/2003 pub. 01/07/2003 numac 2003035650 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet betreffende het onderwijs XIV type decreet prom. 14/02/2003 pub. 16/07/2003 numac 2003035690 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet houdende de eindregeling van de begroting van de Vlaamse Gemeenschap en van instellingen van openbaar nut voor het begrotingsjaar 1999 sluiten5, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° het tweede lid wordt vervangen door wat volgt: "In de fase van de verhoogde zorg betrekt de school het centrum voor leerlingenbegeleiding bij vragen of bij een stagnerende of negatieve evolutie.Dat kan aanleiding geven tot de inzet van consultatieve leerlingenbegeleiding of de start van de fase van uitbreiding van zorg.

Het centrum voor leerlingenbegeleiding adviseert de school om de pedagogische begeleidingsdienst te betrekken wanneer ze inschat dat de school structurele versterking nodig heeft in de fase van de brede basiszorg en de fase van de verhoogde zorg."; 2° tussen het bestaande derde lid, dat het vierde lid wordt, en het bestaande vierde lid, dat het zesde lid wordt, wordt een lid ingevoegd, dat luidt als volgt: "Elke school organiseert op structurele basis overleg met haar centrum voor leerlingenbegeleiding en haar pedagogische begeleidingsdienst om gezamenlijk begeleidings- en professionaliseringsnoden te bepalen op het vlak van het beleid op leerlingenbegeleiding.In overleg wordt bepaald wie welke rol opneemt om de school te versterken. De school kan hierbij andere partners zoals het leersteuncentrum betrekken.".

Art. 112.Artikel 54 van hetzelfde decreet, vervangen bij het decreet van 16 juni 2017Relevante gevonden documenten type decreet prom. 18/05/1999 pub. 08/07/1999 numac 1999035787 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet houdende wijziging van het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode en van het decreet van 22 december 1995 houdende bepalingen tot begeleiding van de begroting 1996 type decreet prom. 18/05/1999 pub. 30/06/1999 numac 1999035744 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet houdende wijziging van de organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn type decreet prom. 18/05/1999 pub. 30/06/1999 numac 1999035806 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet houdende wijziging van de organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn sluiten7 en gewijzigd bij de decreten van 5 april 2019 en 8 juli 2022, wordt vervangen door wat volgt: "

Art. 54.Leerlingen die beschikken over een IAC-verslag komen niet in aanmerking voor het getuigschrift basisonderwijs, tenzij de klassenraad oordeelt dat voor de leerling voldaan is aan de voorwaarde, vermeld in artikel 53, tweede lid.

In voorkomend geval moet de klassenraad uitgebreid worden met de betrokken leerondersteuner die een adviserende stem heeft.".

Art. 113.In artikel 62, § 1, 9°, van hetzelfde decreet, vervangen bij het decreet van 21 december 2012Relevante gevonden documenten type decreet prom. 18/05/1999 pub. 08/07/1999 numac 1999035787 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet houdende wijziging van het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode en van het decreet van 22 december 1995 houdende bepalingen tot begeleiding van de begroting 1996 type decreet prom. 18/05/1999 pub. 30/06/1999 numac 1999035744 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet houdende wijziging van de organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn type decreet prom. 18/05/1999 pub. 30/06/1999 numac 1999035806 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet houdende wijziging van de organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn sluiten2, wordt het woord "handelingsplannen" vervangen door de woorden "individueel aangepaste curricula".

Art. 114.In artikel 68, § 1, 3°, derde lid, van hetzelfde decreet, het laatst gewijzigd bij het decreet van 28 oktober 2016Relevante gevonden documenten type decreet prom. 18/05/1999 pub. 08/07/1999 numac 1999035787 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet houdende wijziging van het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode en van het decreet van 22 december 1995 houdende bepalingen tot begeleiding van de begroting 1996 type decreet prom. 18/05/1999 pub. 30/06/1999 numac 1999035744 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet houdende wijziging van de organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn type decreet prom. 18/05/1999 pub. 30/06/1999 numac 1999035806 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet houdende wijziging van de organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn sluiten6, wordt aan paragraaf 1, 3°, tweede lid, na de zinsnede "buitengewoon basisonderwijs type 5", de zinsnede "en op leersteuncentra die deel uitmaken van een school voor buitengewoon onderwijs, als vermeld in artikel 20, § 2, van het decreet van 5 mei 2023 over leersteun." toegevoegd.

Art. 115.Artikel 86bis/1 van hetzelfde decreet, ingevoegd bij het decreet van 6 juli 2018Relevante gevonden documenten type decreet prom. 14/02/2003 pub. 01/07/2003 numac 2003035650 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet betreffende het onderwijs XIV type decreet prom. 14/02/2003 pub. 16/07/2003 numac 2003035690 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet houdende de eindregeling van de begroting van de Vlaamse Gemeenschap en van instellingen van openbaar nut voor het begrotingsjaar 1999 sluiten0 en vervangen bij het decreet van 5 april 2019Relevante gevonden documenten type decreet prom. 14/02/2003 pub. 01/07/2003 numac 2003035650 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet betreffende het onderwijs XIV type decreet prom. 14/02/2003 pub. 16/07/2003 numac 2003035690 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet houdende de eindregeling van de begroting van de Vlaamse Gemeenschap en van instellingen van openbaar nut voor het begrotingsjaar 1999 sluiten6, wordt opgeheven.

Art. 116.In artikel 91 van hetzelfde decreet, het laatst gewijzigd bij het decreet van 3 juli 2020Relevante gevonden documenten type decreet prom. 14/02/2003 pub. 01/07/2003 numac 2003035650 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet betreffende het onderwijs XIV type decreet prom. 14/02/2003 pub. 16/07/2003 numac 2003035690 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet houdende de eindregeling van de begroting van de Vlaamse Gemeenschap en van instellingen van openbaar nut voor het begrotingsjaar 1999 sluiten8, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° aan paragraaf 1 wordt een lid toegevoegd, dat luidt als volgt: "In aanvulling op het eerste lid kunnen leerlingen die ingeschreven zijn in het buitengewoon basisonderwijs en die, met toepassing van artikel 20, onderwijsactiviteiten volgen in het gewoon basisonderwijs, tijdens deze activiteiten speciale onderwijsmiddelen ter beschikking krijgen, als die de vorm aannemen van tolken Vlaamse gebarentaal of een andere gebarentaal of schrijftolken."; 2° er wordt een paragraaf 4/1 ingevoegd, die luidt als volgt: " § 4/1.Als de speciale onderwijsleermiddelen, vermeld in paragraaf 1, de vorm aannemen van een omzetting van leermaterialen voor blinde en slechtziende leerlingen, kan de Vlaamse Regering daarvoor middelen ter beschikking stellen binnen de beschikbare begrotingskredieten.

De Vlaamse Regering bepaalt de verdere voorwaarden voor de werking van een productiehuis voor de omzetting van leermaterialen voor blinde en slechtziende leerlingen.".

Art. 117.Aan artikel 109 van hetzelfde decreet, vervangen bij het decreet van 22 juni 2007Relevante gevonden documenten type decreet prom. 22/06/2007 pub. 21/08/2007 numac 2007036415 bron vlaamse overheid Decreet betreffende het onderwijs XVII type decreet prom. 22/06/2007 pub. 14/08/2007 numac 2007036209 bron vlaamse overheid Kaderdecreet inzake ontwikkelingssamenwerking sluiten en gewijzigd bij het decreet van 3 juli 2020Relevante gevonden documenten type decreet prom. 14/02/2003 pub. 01/07/2003 numac 2003035650 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet betreffende het onderwijs XIV type decreet prom. 14/02/2003 pub. 16/07/2003 numac 2003035690 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet houdende de eindregeling van de begroting van de Vlaamse Gemeenschap en van instellingen van openbaar nut voor het begrotingsjaar 1999 sluiten8, wordt een paragraaf 6 toegevoegd, die luidt als volgt: " § 6. In afwijking van artikel 62, § 1, 4°, kan een school voor buitengewoon basisonderwijs een vestigingsplaats oprichten in eenzelfde of aangrenzend kadastraal perceel van een school of vestigingsplaats gewoon basisonderwijs die niet in dezelfde of aangrenzende gemeente ligt van de administratieve vestigingsplaats van de school voor buitengewoon basisonderwijs.".

Art. 118.In artikel 130 van hetzelfde decreet, het laatst gewijzigd bij het decreet van 8 juli 2022Relevante gevonden documenten type decreet prom. 10/07/2003 pub. 02/09/2003 numac 2003035932 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet houdende wijziging van het Podiumkunstendecreet van 18 mei 1999 type decreet prom. 10/07/2003 pub. 24/10/2003 numac 2003201478 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet betreffende het landschap basisonderwijs sluiten2, wordt aan paragraaf 2, achtste lid, een zin toegevoegd, die luidt als volgt: "Als een leersteuncentrum deel uitmaakt van een school voor buitengewoon basisonderwijs als vermeld in artikel 20, § 2, van het decreet van 5 mei 2023 over leersteun, wordt de directie vrijgesteld van de gedeeltelijke lesopdracht of de gedeeltelijke opdracht van zorg of ICT bij een te laag leerlingenaantal in de school.".

Art. 119.In artikel 163, § 4, van hetzelfde decreet, gewijzigd bij het decreet van 10 juli 2003Relevante gevonden documenten type decreet prom. 10/07/2003 pub. 02/09/2003 numac 2003035932 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet houdende wijziging van het Podiumkunstendecreet van 18 mei 1999 type decreet prom. 10/07/2003 pub. 24/10/2003 numac 2003201478 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet betreffende het landschap basisonderwijs sluiten, wordt de zinsnede "voor de ambten van de categorie beleids- en ondersteunend personeel." vervangen door de zinsnede "voor de ambten van de categorie beleids- en ondersteunend personeel en de categorie leerondersteunend personeel.".

Art. 120.Afdeling 4 van hoofdstuk XI van hetzelfde decreet, die bestaat uit artikel 172quinquies en 172quinquies/1, ingevoegd bij het decreet van 16 juni 2017Relevante gevonden documenten type decreet prom. 18/05/1999 pub. 08/07/1999 numac 1999035787 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet houdende wijziging van het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode en van het decreet van 22 december 1995 houdende bepalingen tot begeleiding van de begroting 1996 type decreet prom. 18/05/1999 pub. 30/06/1999 numac 1999035744 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet houdende wijziging van de organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn type decreet prom. 18/05/1999 pub. 30/06/1999 numac 1999035806 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet houdende wijziging van de organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn sluiten7 en het laatst gewijzigd bij het decreet van 8 juli 2022Relevante gevonden documenten type decreet prom. 10/07/2003 pub. 02/09/2003 numac 2003035932 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet houdende wijziging van het Podiumkunstendecreet van 18 mei 1999 type decreet prom. 10/07/2003 pub. 24/10/2003 numac 2003201478 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet betreffende het landschap basisonderwijs sluiten2, wordt opgeheven.

Art. 121.In artikel 179 van hetzelfde decreet, gewijzigd bij het decreet van 10 juli 2003Relevante gevonden documenten type decreet prom. 10/07/2003 pub. 02/09/2003 numac 2003035932 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet houdende wijziging van het Podiumkunstendecreet van 18 mei 1999 type decreet prom. 10/07/2003 pub. 24/10/2003 numac 2003201478 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet betreffende het landschap basisonderwijs sluiten, wordt punt 2° vervangen door wat volgt: "2° het hebben van individueel aangepaste curricula als vermeld in artikel 46;". Afdeling 5. - Wijziging van het decreet van 10 juli 2008Relevante gevonden documenten type decreet prom. 10/07/2008 pub. 03/10/2008 numac 2008203342 bron vlaamse overheid Decreet betreffende het stelsel van leren en werken in de Vlaamse Gemeenschap type decreet prom. 10/07/2008 pub. 09/10/2008 numac 2008036144 bron vlaamse overheid Decreet houdende verlenging van sommige van de tijdelijke projecten die zijn vermeld in het besluit van de Vlaamse Regering van 23 juni 2006 betreffende de organisatie van tijdelijke projecten in het basis- en secundair onderwijs type decreet prom. 10/07/2008 pub. 11/08/2008 numac 2008202683 bron vlaamse overheid Decreet houdende wijziging van het decreet van 26 juni 1991 betreffende de erkenning en subsidiëring van het maatschappelijk opbouwwerk, wat de beperking van de subsidiëring tot de instituten betreft type decreet prom. 10/07/2008 pub. 10/09/2008 numac 2008203166 bron vlaamse overheid Decreet tot bekrachtiging van het besluit van de Vlaamse Regering van 27 juni 2008 tot wijziging van sommige besluiten van de Vlaamse Regering met betrekking tot tijdelijke projecten in het basisonderwijs en secundair onderwijs sluiten betreffende

het stelsel van leren en werken in de Vlaamse Gemeenschap

Art. 122.In artikel 3 van het decreet van 10 juli 2008Relevante gevonden documenten type decreet prom. 10/07/2008 pub. 03/10/2008 numac 2008203342 bron vlaamse overheid Decreet betreffende het stelsel van leren en werken in de Vlaamse Gemeenschap type decreet prom. 10/07/2008 pub. 09/10/2008 numac 2008036144 bron vlaamse overheid Decreet houdende verlenging van sommige van de tijdelijke projecten die zijn vermeld in het besluit van de Vlaamse Regering van 23 juni 2006 betreffende de organisatie van tijdelijke projecten in het basis- en secundair onderwijs type decreet prom. 10/07/2008 pub. 11/08/2008 numac 2008202683 bron vlaamse overheid Decreet houdende wijziging van het decreet van 26 juni 1991 betreffende de erkenning en subsidiëring van het maatschappelijk opbouwwerk, wat de beperking van de subsidiëring tot de instituten betreft type decreet prom. 10/07/2008 pub. 10/09/2008 numac 2008203166 bron vlaamse overheid Decreet tot bekrachtiging van het besluit van de Vlaamse Regering van 27 juni 2008 tot wijziging van sommige besluiten van de Vlaamse Regering met betrekking tot tijdelijke projecten in het basisonderwijs en secundair onderwijs sluiten betreffende het stelsel van leren en werken in de Vlaamse Gemeenschap, het laatst gewijzigd bij het decreet van 19 juni 2020, wordt punt 6° bis, ingevoegd bij het decreet van 16 juni 2017Relevante gevonden documenten type decreet prom. 18/05/1999 pub. 08/07/1999 numac 1999035787 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet houdende wijziging van het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode en van het decreet van 22 december 1995 houdende bepalingen tot begeleiding van de begroting 1996 type decreet prom. 18/05/1999 pub. 30/06/1999 numac 1999035744 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet houdende wijziging van de organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn type decreet prom. 18/05/1999 pub. 30/06/1999 numac 1999035806 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet houdende wijziging van de organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn sluiten7, vervangen door wat volgt: "6° bis individueel aangepast curriculum: het individueel aangepast curriculum, vermeld in artikel 122/1/0 van de Codex Secundair Onderwijs;".

Art. 123.In artikel 58, eerste lid, van hetzelfde decreet, vervangen bij het decreet van 25 november 2011Relevante gevonden documenten type decreet prom. 18/05/1999 pub. 08/07/1999 numac 1999035787 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet houdende wijziging van het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode en van het decreet van 22 december 1995 houdende bepalingen tot begeleiding van de begroting 1996 type decreet prom. 18/05/1999 pub. 30/06/1999 numac 1999035744 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet houdende wijziging van de organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn type decreet prom. 18/05/1999 pub. 30/06/1999 numac 1999035806 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet houdende wijziging van de organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn sluiten0 en gewijzigd bij het decreet van 17 juni 2016Relevante gevonden documenten type decreet prom. 18/05/1999 pub. 08/07/1999 numac 1999035787 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet houdende wijziging van het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode en van het decreet van 22 december 1995 houdende bepalingen tot begeleiding van de begroting 1996 type decreet prom. 18/05/1999 pub. 30/06/1999 numac 1999035744 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet houdende wijziging van de organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn type decreet prom. 18/05/1999 pub. 30/06/1999 numac 1999035806 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet houdende wijziging van de organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn sluiten5, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° de zinsnede "verslag zoals bepaald in artikel 294 van de Codex Secundair Onderwijs," wordt vervangen door de zinsnede "IAC-verslag, vermeld in artikel 294, § 2, 1°, van de Codex Secundair Onderwijs"; 2° de volgende zin wordt toegevoegd: "In afwijking van de eerste zin moet de jongere in het deeltijds beroepssecundair onderwijs met een OV4-verslag, vermeld in artikel 294, § 2, 2°, van de Codex Secundair Onderwijs, zodra die met de effectieve lesbijwoning start, het gemeenschappelijke curriculum werkelijk en regelmatig volgen, behalve in geval van gewettigde afwezigheid, en rekening houdende met de bepalingen van artikel 122/1/1 van de Codex Secundair Onderwijs.".

Art. 124.In artikel 70, tweede lid, van hetzelfde decreet, gewijzigd bij het decreet van 17 juni 2016Relevante gevonden documenten type decreet prom. 18/05/1999 pub. 08/07/1999 numac 1999035787 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet houdende wijziging van het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode en van het decreet van 22 december 1995 houdende bepalingen tot begeleiding van de begroting 1996 type decreet prom. 18/05/1999 pub. 30/06/1999 numac 1999035744 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet houdende wijziging van de organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn type decreet prom. 18/05/1999 pub. 30/06/1999 numac 1999035806 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet houdende wijziging van de organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn sluiten5, wordt de zinsnede "verslag zoals bepaald in artikel 294 van de Codex Secundair Onderwijs," vervangen door de zinsnede "IAC-verslag, vermeld in artikel 294, § 2, 1°, van de Codex Secundair Onderwijs".

Art. 125.In artikel 71, derde lid, van hetzelfde decreet, gewijzigd bij het decreet van 17 juni 2016Relevante gevonden documenten type decreet prom. 18/05/1999 pub. 08/07/1999 numac 1999035787 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet houdende wijziging van het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode en van het decreet van 22 december 1995 houdende bepalingen tot begeleiding van de begroting 1996 type decreet prom. 18/05/1999 pub. 30/06/1999 numac 1999035744 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet houdende wijziging van de organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn type decreet prom. 18/05/1999 pub. 30/06/1999 numac 1999035806 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet houdende wijziging van de organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn sluiten5, wordt de zinsnede "verslag zoals bepaald in artikel 294 van de Codex Secundair Onderwijs," vervangen door de zinsnede "IAC-verslag, vermeld in artikel 294, § 2, 1°, van de Codex Secundair Onderwijs". Afdeling 6. - Wijziging van het decreet van 8 mei 2009Relevante gevonden documenten type decreet prom. 08/05/2009 pub. 28/08/2009 numac 2009035790 bron vlaamse overheid Decreet betreffende de kwaliteit van onderwijs type decreet prom. 08/05/2009 pub. 07/07/2009 numac 2009035580 bron vlaamse overheid Decreet houdende algemene bepalingen betreffende het energiebeleid sluiten betreffende de

kwaliteit van onderwijs

Art. 126.In artikel 2 van het decreet van 8 mei 2009Relevante gevonden documenten type decreet prom. 08/05/2009 pub. 28/08/2009 numac 2009035790 bron vlaamse overheid Decreet betreffende de kwaliteit van onderwijs type decreet prom. 08/05/2009 pub. 07/07/2009 numac 2009035580 bron vlaamse overheid Decreet houdende algemene bepalingen betreffende het energiebeleid sluiten betreffende de kwaliteit van onderwijs, het laatst gewijzigd bij het decreet van 23 december 2021Relevante gevonden documenten type decreet prom. 10/07/2003 pub. 02/09/2003 numac 2003035932 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet houdende wijziging van het Podiumkunstendecreet van 18 mei 1999 type decreet prom. 10/07/2003 pub. 24/10/2003 numac 2003201478 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet betreffende het landschap basisonderwijs sluiten0, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in punt 2° worden de woorden "of het CLB" vervangen door de zinsnede ", het CLB of het leersteuncentrum";2° in punt 6° wordt het woord "handelingsplannen" vervangen door de woorden "individueel aangepaste curricula";3° aan punt 8° worden de woorden "of de wettelijke of decretale voorwaarden waaraan een CLB of een leersteuncentrum moet voldoen" toegevoegd;4° in punt 11° worden de woorden "of CLB" vervangen door de zinsnede ", CLB of leersteuncentrum"; 5° er wordt een punt 11° /1 ingevoegd, dat luidt als volgt: "11° /1 leersteuncentrum: een centrum als vermeld in artikel 5, 10°, van het decreet van 5 mei 2023 over leersteun;"; 6° punt 16° wordt vervangen door wat volgt: "16° pedagogische begeleiding: de externe professionele ondersteuning van onderwijsinstellingen, CLB's en leersteuncentra in hun zorg voor kwaliteitsonderwijs, kwaliteitsvolle leerlingenbegeleiding en kwaliteitsvolle leersteun ingebed in een duurzame instellingsnabije relatie;"; 7° er wordt een punt 16° /3 ingevoegd, dat luidt als volgt: "16° /3 referentiekader kwaliteitsvolle leersteun: het kader dat de verwachtingen voor kwaliteitsvolle leersteun door de leersteuncentra uitzet;het kader is opgebouwd rond de drie rubrieken: resultaten en effecten, ontwikkeling en beleid en het houdt rekening met context en input van het leersteuncentrum;"; 8° in punt 20° /1 wordt de zinsnede "en 16° /2" vervangen door de zinsnede ", 16° /2 en 16° /3".

Art. 127.Aan het opschrift van deel II van hetzelfde decreet worden de woorden "en leersteun" toegevoegd.

Art. 128.In artikel 3 van hetzelfde decreet wordt de zinsnede "en op de door de Vlaamse Gemeenschap gefinancierde of gesubsidieerde centra voor leerlingenbegeleiding en op de pedagogische begeleidingsdiensten." vervangen door de zinsnede ", op de door de Vlaamse Gemeenschap gefinancierde of gesubsidieerde centra voor leerlingenbegeleiding, op de door de Vlaamse Gemeenschap gefinancierde of gesubsidieerde leersteuncentra en op de pedagogische begeleidingsdiensten.".

Art. 129.In deel II van hetzelfde decreet wordt het opschrift van titel II vervangen door wat volgt: "Titel II. Onderwijsinstellingen, CLB's en leersteuncentra".

Art. 130.In artikel 4 van hetzelfde decreet, gewijzigd bij het decreet van 23 maart 2018Relevante gevonden documenten type decreet prom. 14/02/2003 pub. 01/07/2003 numac 2003035650 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet betreffende het onderwijs XIV type decreet prom. 14/02/2003 pub. 16/07/2003 numac 2003035690 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet houdende de eindregeling van de begroting van de Vlaamse Gemeenschap en van instellingen van openbaar nut voor het begrotingsjaar 1999 sluiten4, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° aan paragraaf 1 wordt een derde lid toegevoegd, dat luidt als volgt: "Elk leersteuncentrum is, rekening houdend met de eigen visie en het eigen beleid, ervoor verantwoordelijk kwaliteitsvolle leersteun te verstrekken aan de scholen voor gewoon onderwijs."; 2° aan paragraaf 2 wordt een derde lid toegevoegd, dat luidt als volgt: "Het verstrekken van kwaliteitsvolle leersteun, vermeld in paragraaf 1, derde lid, houdt minimaal in dat het leersteuncentrum: 1° de reglementering die van toepassing is op de leersteuncentra, respecteert; 2° tegemoetkomt aan de kwaliteitsverwachtingen die opgenomen zijn in het referentiekader kwaliteitsvolle leersteun, dat is vastgelegd door de Vlaamse Regering.".

Art. 131.In artikel 8, vijfde lid, van hetzelfde decreet, ingevoegd bij het decreet van 9 juli 2021Relevante gevonden documenten type decreet prom. 14/02/2003 pub. 01/07/2003 numac 2003035650 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet betreffende het onderwijs XIV type decreet prom. 14/02/2003 pub. 16/07/2003 numac 2003035690 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet houdende de eindregeling van de begroting van de Vlaamse Gemeenschap en van instellingen van openbaar nut voor het begrotingsjaar 1999 sluiten9, wordt het woord "schoolbestuur" vervangen door het woord "bestuur".

Art. 132.In artikel 9 van hetzelfde decreet, het laatst gewijzigd bij het decreet van 25 februari 2022Relevante gevonden documenten type decreet prom. 10/07/2003 pub. 02/09/2003 numac 2003035932 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet houdende wijziging van het Podiumkunstendecreet van 18 mei 1999 type decreet prom. 10/07/2003 pub. 24/10/2003 numac 2003201478 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet betreffende het landschap basisonderwijs sluiten4, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° paragraaf 2 wordt vervangen door wat volgt: " § 2.De nascholingsmiddelen per niveau bedragen vanaf het begrotingsjaar 2024: 1° voor het basisonderwijs: 3.924.000 euro; 2° voor het secundair onderwijs: 6.251.000 euro; 3° voor het volwassenenonderwijs, met uitzondering van de basiseducatie: 418.000 euro; 4° voor het deeltijds kunstonderwijs: 255.000 euro; 5° voor de CLB's: 178.000 euro; 6° voor de basiseducatie: 77.500 euro; 7° voor de leersteuncentra: 167.000 euro.

Vanaf het begrotingsjaar 2025 worden die bedragen aangepast aan de evolutie van de gezondheidsindex."; 2° er wordt een paragraaf 4 toegevoegd, die luidt als volgt: " § 4.In afwijking van paragraaf 3 worden voor de telling op 1 februari 2023 de ondersteuners die zijn aangesteld in scholen voor buitengewoon onderwijs, niet meegeteld, en wordt voor de leersteuncentra in het jaar 2024 het aandeel in de middelen, bepaald in paragraaf 2, 7°, waarop elk leersteuncentrum recht heeft, pro rata berekend op basis van het aantal organieke betrekkingen in het leersteuncentrum op 1 oktober 2023.".

Art. 133.In artikel 15 van hetzelfde decreet, vervangen bij het decreet van 23 december 2021Relevante gevonden documenten type decreet prom. 10/07/2003 pub. 02/09/2003 numac 2003035932 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet houdende wijziging van het Podiumkunstendecreet van 18 mei 1999 type decreet prom. 10/07/2003 pub. 24/10/2003 numac 2003201478 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet betreffende het landschap basisonderwijs sluiten0, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° paragraaf 1 wordt vervangen door wat volgt: " § 1.De pedagogische begeleidingsdiensten begeleiden de onderwijsinstellingen, de CLB's en de leersteuncentra in kwestie en hun personeelsleden in het verstrekken van kwaliteitsonderwijs, kwaliteitsvolle leerlingenbegeleiding en kwaliteitsvolle leersteun, zoals bepaald in artikel 4, § 2.

Dit houdt in dat de pedagogische begeleidingsdiensten de volgende doelstellingen realiseren met de begeleiding die ze opzetten, waarbij ze vertrekken vanuit het pedagogisch, artistiek-pedagogisch of agogisch project van de onderwijsinstelling in kwestie, van de eigen missie en het eigen begeleidingsproject van het CLB in kwestie of van de eigen visie en het beleid van de leersteuncentra in kwestie en ze steeds rekening houden met de noden en de vragen van de onderwijsinstelling, het CLB of het leersteuncentrum in kwestie: 1° het versterken van de beroepsbekwaamheid van de personeelsleden van onderwijsinstellingen, de CLB's en de leersteuncentra in kwestie, in rechtstreeks contact, met aandacht voor het versterken van hun pedagogische en didactische handelen en met het oog op de ontwikkeling van alle lerenden;2° het versterken van de onderwijsinstellingen, CLB's en leersteuncentra in kwestie als professionele lerende organisatie.De pedagogische begeleidingsdiensten geven hierbij voorrang aan de onderwijsinstellingen, CLB's of leersteuncentra waar zich de grootste noden op deze vlakken situeren. Om deze onderwijsinstellingen, CLB's of leersteuncentra te identificeren kunnen de pedagogische begeleidingsdiensten gebruikmaken van verschillende bronnen zoals de gegevens van de pedagogische begeleidingsdienst zelf, de gegevens van de onderwijsinstelling, het CLB of het leersteuncentrum in kwestie, de gegevens uit doorlichtingstrajecten uitgevoerd door de onderwijsinspectie van de onderwijsinstelling, het CLB of het leersteuncentrum in kwestie, de gegevens die aan de basis liggen van het profiel van de onderwijsinstelling, het CLB of het leersteuncentrum, vermeld in artikel 38, § 4, of andere resultaten of gegevens die wijzen op een lage kwaliteit van onderwijs, leerlingenbegeleiding of leersteun; 3° het ondersteunen van de onderwijsinstellingen in kwestie bij de realisatie van hun eigen pedagogisch, artistiek-pedagogisch of agogisch project, het ondersteunen van de CLB's in kwestie bij de realisatie van hun eigen missie en hun eigen begeleidingsproject en het ondersteunen van de leersteuncentra bij de realisatie van hun eigen visie en beleid;4° het begeleiden van de implementatie van bepaalde beleidsprioriteiten van de Vlaamse Regering bij de onderwijsinstellingen, de CLB's en de leersteuncentra in kwestie, zoals bepaald in artikel 19/2. De nadruk van de begeleiding van de pedagogische begeleidingsdiensten ligt steeds op de ontwikkeling van onderwijsinstellingen, CLB's en leersteuncentra in kwestie. Hiervoor is een duurzame relatie met de betrokken instellingen noodzakelijk."; 2° in paragraaf 2, 3 en 4 worden de woorden "en CLB's" telkens vervangen door de zinsnede ", CLB's en leersteuncentra"; 3° in paragraaf 4, 2°, worden de woorden "en leerlingenbegeleiding" vervangen door de zinsnede ", leerlingenbegeleiding en leersteun."; 4° in paragraaf 4, 3°, worden de woorden "of de CLB's" vervangen door de zinsnede ", de CLB's of de leersteuncentra".

Art. 134.In artikel 16 van hetzelfde decreet, gewijzigd bij de decreten van 9 juli 2010, 19 juni 2015, 17 juni 2016, 16 juni 2017 en het laatst gewijzigd bij het decreet van 5 april 2019Relevante gevonden documenten type decreet prom. 14/02/2003 pub. 01/07/2003 numac 2003035650 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet betreffende het onderwijs XIV type decreet prom. 14/02/2003 pub. 16/07/2003 numac 2003035690 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet houdende de eindregeling van de begroting van de Vlaamse Gemeenschap en van instellingen van openbaar nut voor het begrotingsjaar 1999 sluiten6, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° aan paragraaf 1 wordt een punt 4° toegevoegd, dat luidt als volgt: "4° de leersteuncentra."; 2° in paragraaf 2, tweede lid, worden tussen de woorden "centra voor leerlingenbegeleiding" en het woord "voorzien" de woorden "en voor de leersteuncentra" ingevoegd;3° paragraaf 3 wordt vervangen door wat volgt: " § 3.De berekening gebeurt op basis van het aantal organieke betrekkingen, vastgesteld op 1 februari van het voorafgaande schooljaar in de onderwijsintellingen, CLB's en leersteuncentra die verbonden zijn aan de pedagogische begeleidingsdienst. Voor de berekening kan een onderwijskoepel ervoor kiezen om de organieke betrekkingen van de leersteuncentra, vermeld in paragraaf 1, 4°, te laten meetellen bij de personeelsformatie, vermeld in paragraaf 1, 1° of 2°. In voorkomend geval meldt de onderwijskoepel dit aan AGODI uiterlijk op 31 januari 2024.".

Art. 135.Aan artikel 18, § 2, van hetzelfde decreet, gewijzigd bij het decreet van 13 juli 2012Relevante gevonden documenten type decreet prom. 18/05/1999 pub. 08/07/1999 numac 1999035787 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet houdende wijziging van het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode en van het decreet van 22 december 1995 houdende bepalingen tot begeleiding van de begroting 1996 type decreet prom. 18/05/1999 pub. 30/06/1999 numac 1999035744 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet houdende wijziging van de organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn type decreet prom. 18/05/1999 pub. 30/06/1999 numac 1999035806 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet houdende wijziging van de organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn sluiten1, worden de woorden "en in de leersteuncentra" toegevoegd.

Art. 136.In artikel 24, eerste lid, van hetzelfde decreet, ingevoegd bij het decreet van 23 december 2021Relevante gevonden documenten type decreet prom. 10/07/2003 pub. 02/09/2003 numac 2003035932 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet houdende wijziging van het Podiumkunstendecreet van 18 mei 1999 type decreet prom. 10/07/2003 pub. 24/10/2003 numac 2003201478 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet betreffende het landschap basisonderwijs sluiten0, worden de woorden "en de CLB's" vervangen door de zinsnede ", de CLB's en de leersteuncentra".

Art. 137.Aan artikel 35 van hetzelfde decreet, vervangen bij het decreet van 23 maart 2018Relevante gevonden documenten type decreet prom. 14/02/2003 pub. 01/07/2003 numac 2003035650 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet betreffende het onderwijs XIV type decreet prom. 14/02/2003 pub. 16/07/2003 numac 2003035690 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet houdende de eindregeling van de begroting van de Vlaamse Gemeenschap en van instellingen van openbaar nut voor het begrotingsjaar 1999 sluiten4 en gewijzigd bij het decreet van 9 juli 2021Relevante gevonden documenten type decreet prom. 14/02/2003 pub. 01/07/2003 numac 2003035650 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet betreffende het onderwijs XIV type decreet prom. 14/02/2003 pub. 16/07/2003 numac 2003035690 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet houdende de eindregeling van de begroting van de Vlaamse Gemeenschap en van instellingen van openbaar nut voor het begrotingsjaar 1999 sluiten9, wordt een paragraaf 3 toegevoegd, die luidt als volgt: " § 3. In afwijking van paragraaf 1 wordt de voorlopige erkenning van de leersteuncentra geregeld in artikel 29 en 30 van het decreet van 5 mei 2023 over leersteun.".

Art. 138.In artikel 38 van hetzelfde decreet, gewijzigd bij de decreten van 19 juli 2013, 23 maart 2018 en 9 juli 2021, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° aan paragraaf 1, eerste lid, worden een punt 4° en 5° toegevoegd, die luiden als volgt: "4° in het basis- en het secundair onderwijs voor leerlingen met een IAC-verslag kwaliteitsvolle individueel aangepaste curricula realiseert, waarbij er in het buitengewoon onderwijs bijkomende aandacht is voor de mogelijkheid tot terugkeer naar het gewoon onderwijs en er in het gewoon onderwijs bijkomende aandacht is voor de afweging van redelijke aanpassingen; 5° in het secundair onderwijs voor leerlingen met een OV4-verslag kwaliteitsvolle onderwijstrajecten realiseert, waarbij er in het buitengewoon onderwijs bijkomende aandacht is voor de mogelijkheid tot terugkeer naar het gewoon onderwijs en er in het gewoon onderwijs bijkomende aandacht is voor de afweging van redelijke aanpassingen."; 2° in paragraaf 1 wordt tussen het tweede en het derde lid een lid ingevoegd, dat luidt als volgt: "Tijdens een doorlichting van een leersteuncentrum gaat de onderwijsinspectie na of het leersteuncentrum: 1° de reglementering die van toepassing is op de leersteuncentra respecteert; 2° tegemoetkomt aan de kwaliteitsverwachtingen die opgenomen zijn in het referentiekader kwaliteitsvolle leersteun, vermeld in artikel 4, § 2, tweede lid."; 3° in paragraaf 3 wordt de zin "De onderwijsinspectie stelt op basis van het referentiekader onderwijskwaliteit en op basis van het referentiekader CLB-kwaliteit, vermeld in artikel 4, § 2, eerste en tweede lid, het toezichtkader en de doorlichtingsinstrumenten op en maakt die bekend." vervangen door de zin "De onderwijsinspectie stelt op basis van het referentiekader onderwijskwaliteit, op basis van het referentiekader CLB-kwaliteit en op basis van het referentiekader kwaliteitsvolle leersteun, vermeld in artikel 4, § 2, eerste, tweede en derde lid, het toezichtkader en de doorlichtingsinstrumenten op en maakt die bekend."; 4° in paragraaf 3 wordt punt 2° vervangen door wat volgt: "2° het zorgbeleid, de leerlingenbegeleiding en de leersteun;"; 5° in paragraaf 4 wordt punt 1° vervangen door wat volgt: "1° een reeks vooraf vastgestelde en meegedeelde gegevens over de instelling, waaronder de resultaten op de Vlaamse toetsen indien van toepassing.Die gegevens zijn te relateren aan elementen in het referentiekader onderwijskwaliteit, het referentiekader CLB-kwaliteit of het referentiekader kwaliteitsvolle leersteun, vermeld in artikel 4, § 2, eerste, tweede en derde lid;".

Art. 139.In artikel 39 van hetzelfde decreet, gewijzigd bij de decreten van 23 maart 2018, 5 april 2019 en 9 juli 2021, wordt paragraaf 5 vervangen door wat volgt: " § 5. Voor de hele instelling of voor een afzonderlijk structuuronderdeel, en dit eventueel binnen een vestigingsplaats, of voor een leersteuncentrum dat deel uitmaakt van een school voor buitengewoon onderwijs, zijn de volgende adviezen mogelijk: 1° gunstig advies: dit houdt in dat de erkenning van de instelling, of van structuuronderdelen, of van het leersteuncentrum dat deel uitmaakt van een school voor buitengewoon onderwijs, voortgezet wordt.Een gunstig advies kan het bestuur verplichten zich te engageren om aan de tekorten te werken; 2° ongunstig advies: dit houdt in dat de procedure tot intrekking van de erkenning van de instelling, of van structuuronderdelen, of van het leersteuncentrum dat deel uitmaakt van een school voor buitengewoon onderwijs, opgestart wordt, met daarbij de vermelding van: a) de mogelijkheid tot opschorting: dit houdt in dat het bestuur kan verzoeken dat de procedure tot intrekking van de erkenning niet opgestart wordt op voorwaarde dat het bestuur het engagement aangaat om zich bij het werken aan de tekorten extern te laten begeleiden;b) de onmogelijkheid tot opschorting: dit houdt in dat het bestuur niet kan verzoeken dat de procedure tot intrekking van de erkenning niet opgestart wordt. Een ongunstig advies voor een structuuronderdeel binnen een vestigingsplaats of van het leersteuncentrum dat deel uitmaakt van een school voor buitengewoon onderwijs, kan nooit automatisch leiden tot de intrekking van de erkenning van dat structuuronderdeel als datzelfde structuuronderdeel ook aangeboden wordt op andere vestigingsplaatsen.

Een ongunstig advies voor een leersteuncentrum dat deel uitmaakt van een school voor buitengewoon onderwijs, heeft betrekking op het leersteuncentrum en kan nooit automatisch leiden tot de intrekking van de erkenning van de school voor buitengewoon onderwijs.

Een ongunstig advies voor een school voor buitengewoon onderwijs waar een leersteuncentrum deel van uitmaakt, heeft betrekking op de school voor buitengewoon onderwijs en kan nooit automatisch leiden tot de intrekking van de erkenning van het leersteuncentrum.

Een tekort op het vlak van het beleid op leerlingenbegeleiding, vermeld in artikel 38, § 1, eerste lid, 3°, kan leiden tot de verplichting voor de school om zich extern te laten begeleiden.

Een tekort op het vlak van de signaalfunctie en consultatieve leerlingenbegeleiding, vermeld in artikel 38, § 1, tweede lid, 3°, kan leiden tot de verplichting voor het CLB om zich extern te laten begeleiden.

Een tekort op het vlak van de kwaliteit van de leersteun, vermeld in artikel 38, § 1, derde lid, kan leiden tot de verplichting voor het leersteuncentrum om zich extern te laten begeleiden.".

Art. 140.In artikel 43bis, § 1, van hetzelfde decreet, ingevoegd bij het decreet van 21 maart 2014Relevante gevonden documenten type decreet prom. 18/05/1999 pub. 08/07/1999 numac 1999035787 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet houdende wijziging van het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode en van het decreet van 22 december 1995 houdende bepalingen tot begeleiding van de begroting 1996 type decreet prom. 18/05/1999 pub. 30/06/1999 numac 1999035744 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet houdende wijziging van de organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn type decreet prom. 18/05/1999 pub. 30/06/1999 numac 1999035806 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet houdende wijziging van de organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn sluiten3 en gewijzigd bij het decreet van 19 juni 2015, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° aan het eerste lid wordt de zin "De onderwijsinspectie heeft daarbij bijzondere aandacht voor CLB's die systematisch meer GC-verslagen, IAC-verslagen en OV4-verslagen opmaken in vergelijking met andere CLB's." toegevoegd; 2° in het eerste lid worden tussen de woorden "uitgevoerd worden" en de zinsnede ".Als beide" de woorden "en kan scholen die begeleid worden door het CLB meenemen in het toezicht" ingevoegd.

Art. 141.In artikel 44bis, § 1, van hetzelfde decreet, ingevoegd bij het decreet van 9 juli 2021Relevante gevonden documenten type decreet prom. 14/02/2003 pub. 01/07/2003 numac 2003035650 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet betreffende het onderwijs XIV type decreet prom. 14/02/2003 pub. 16/07/2003 numac 2003035690 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet houdende de eindregeling van de begroting van de Vlaamse Gemeenschap en van instellingen van openbaar nut voor het begrotingsjaar 1999 sluiten9, wordt het eerste lid vervangen door wat volgt: "De inspecteurs hebben het recht om voor de uitoefening van hun opdracht inzage te krijgen in of kopie te krijgen van persoonsgegevens. De persoonsgegevens hebben betrekking op leerlingen die verbonden zijn aan de onderwijsinstelling, of begeleid worden door het centrum voor leerlingenbegeleiding of ondersteund worden door een leersteuncentrum, en betreffen de gegevens die de onderwijsinstelling, het centrum voor leerlingenbegeleiding of het leersteuncentrum krachtens de onderwijs- of CLB-reglementering of de reglementering over de leersteuncentra in het dossier verwerken, zoals de administratieve gegevens, inschrijvingsgegevens, afwezigheden, studieresultaten en zorggegevens. De bevoegdheid heeft ook betrekking op gegevens die toegankelijk zijn via een informaticasysteem of via elk ander elektronisch apparaat.".

Art. 142.In artikel 59, tweede lid, van hetzelfde decreet worden de woorden "of in een centrum voor leerlingenbegeleiding" vervangen door de zinsnede ", in een centrum voor leerlingenbegeleiding of in een leersteuncentrum". Afdeling 7. - Wijziging van de Codex Secundair Onderwijs van 17

december 2010

Art. 143.In artikel 2 van de Codex Secundair Onderwijs van 17 december 2010 wordt in paragraaf 6, het laatst gewijzigd bij het decreet van 10 juni 2022Relevante gevonden documenten type decreet prom. 10/07/2003 pub. 02/09/2003 numac 2003035932 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet houdende wijziging van het Podiumkunstendecreet van 18 mei 1999 type decreet prom. 10/07/2003 pub. 24/10/2003 numac 2003201478 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet betreffende het landschap basisonderwijs sluiten1, de zinsnede ", 256/11, 314/8 en 314/9" vervangen door de zinsnede "en 256/11".

Art. 144.In artikel 3 van dezelfde codex, het laatst gewijzigd bij het decreet van 8 juli 2022Relevante gevonden documenten type decreet prom. 10/07/2003 pub. 02/09/2003 numac 2003035932 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet houdende wijziging van het Podiumkunstendecreet van 18 mei 1999 type decreet prom. 10/07/2003 pub. 24/10/2003 numac 2003201478 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet betreffende het landschap basisonderwijs sluiten2, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° een punt 14° /0/1 wordt ingevoegd, dat luidt als volgt: "14° /0/1 GC-verslag: een verslag gemeenschappelijk curriculum, een verslag dat toegang geeft tot leersteun bij een gemeenschappelijk curriculum als vermeld in artikel 352 van deze codex;"; 2° punt 14° /2 wordt opgeheven; 3° punt 15° /2 wordt vervangen door wat volgt: "15° /2 IAC-verslag: een verslag individueel aangepast curriculum, een verslag dat toegang geeft tot een individueel aangepast curriculum, vermeld in artikel 294, § 2, 1°, van deze codex;"; 4° een punt 17° /4/1, 17° /4/2 en 17° /4/3 worden ingevoegd, die luiden als volgt: "17° /4/1 leerondersteuner: de leerondersteuner, vermeld in artikel 5, 9°, van het decreet van 5 mei 2023 over leersteun;17° /4/2 leersteun: ondersteuning als vermeld in artikel 6 van het decreet van 5 mei 2023 over leersteun; 17° /4/3 leersteunmodel: het leersteunmodel voor de organisatie van leersteun in scholen voor gewoon onderwijs, vermeld in hoofdstuk 3 van het decreet van 5 mei 2023 over leersteun;"; 5° een punt 32° /1 wordt ingevoegd, dat luidt als volgt: "32° /1 OV4-verslag: het verslag, vermeld in artikel 294, § 2, 2;".

Art. 145.In artikel 15, § 1, van dezelfde codex, het laatst gewijzigd bij het decreet van 9 juli 2021Relevante gevonden documenten type decreet prom. 14/02/2003 pub. 01/07/2003 numac 2003035650 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet betreffende het onderwijs XIV type decreet prom. 14/02/2003 pub. 16/07/2003 numac 2003035690 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet houdende de eindregeling van de begroting van de Vlaamse Gemeenschap en van instellingen van openbaar nut voor het begrotingsjaar 1999 sluiten9, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in punt 8° worden de woorden "individuele handelingsplannen" vervangen door de woorden "individueel aangepaste curricula";2° in punt 14° wordt aan de laatste zin de zinsnede "en op leersteuncentra die deel uitmaken van een school voor buitengewoon onderwijs als vermeld in artikel 20, § 2, van het decreet van 5 mei 2023 over leersteun" toegevoegd.

Art. 146.Aan artikel 25, § 7, van dezelfde codex wordt een tweede lid toegevoegd, dat luidt als volgt: "In afwijking van het eerste lid van deze paragraaf, wordt voor de berekening van de globale puntenenveloppe voor schooljaar 2023-2024 geen rekening gehouden met de lesuren beroepsgerichte vorming, praktische vakken of daaraan gelijkgesteld waarin ondersteuners zijn aangesteld in schooljaar 2022-2023.".

Art. 147.Aan artikel 27, § 3, van dezelfde codex wordt een tweede lid toegevoegd, dat luidt als volgt: "In afwijking van het eerste lid wordt voor de berekening van de globale puntenenveloppe voor schooljaar 2023-2024 geen rekening gehouden met de lesuren beroepsgerichte vorming, praktische vakken of daaraan gelijkgesteld waarin ondersteuners zijn aangesteld in schooljaar 2022-2023.".

Art. 148.In artikel 112, eerste lid, van dezelfde codex, het laatst gewijzigd bij het decreet van 9 juli 2021Relevante gevonden documenten type decreet prom. 14/02/2003 pub. 01/07/2003 numac 2003035650 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet betreffende het onderwijs XIV type decreet prom. 14/02/2003 pub. 16/07/2003 numac 2003035690 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet houdende de eindregeling van de begroting van de Vlaamse Gemeenschap en van instellingen van openbaar nut voor het begrotingsjaar 1999 sluiten9, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° punt 15° wordt vervangen door wat volgt: "15° de mededeling dat de school bij schoolverandering verplicht is de school waar nu wordt ingeschreven op de hoogte te brengen van het bestaan en de inhoud van een IAC-verslag, OV4-verslag of GC-verslag;"; 2° een punt 19° wordt toegevoegd, dat luidt als volgt: "19° dat er leersteun kan geboden worden voor leerlingen met een IAC-verslag, OV4-verslag of GC-verslag en bij welk leersteuncentrum de school aangesloten is.".

Art. 149.Aan deel III, titel 2, hoofdstuk 4, van dezelfde codex, het laatst gewijzigd bij het decreet van 8 juli 2022Relevante gevonden documenten type decreet prom. 10/07/2003 pub. 02/09/2003 numac 2003035932 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet houdende wijziging van het Podiumkunstendecreet van 18 mei 1999 type decreet prom. 10/07/2003 pub. 24/10/2003 numac 2003201478 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet betreffende het landschap basisonderwijs sluiten2, wordt een artikel 122/1/0 toegevoegd, dat luidt als volgt: "Art. 122/1/0. § 1. Voor elke leerling met een IAC-verslag wordt, zowel in het gewoon als in het buitengewoon onderwijs, een individueel aangepast curriculum opgemaakt door de klassenraad in afstemming met de leerling tenzij dat niet mogelijk is, met de ouders, met in voorkomend geval de leerondersteuner en waar nodig de CLB-medewerker en andere externe ondersteuners. § 2. Het individueel aangepaste curriculum bevat de doelen die nagestreefd of gerealiseerd zullen worden, volgens de onderwijsbehoeften en ondersteuningsbehoeften van de leerling. Het individueel aangepaste curriculum krijgt vorm op basis van een cyclisch proces van handelingsplanmatig werken.

De klassenraad vertrekt voor de selectie van de doelen van de doelen die door of krachtens decreet- of regelgeving van toepassing zijn op het structuuronderdeel waarin de leerling is ingeschreven. Daarnaast kunnen ook andere doelen worden geselecteerd. De realisatie van de doelen is gericht op de maximale ontplooiing van en leerwinst bij de leerling en met het oog op een zo volwaardig mogelijke participatie aan het klas- en schoolgebeuren en maatschappelijke participatie zoals andere leeftijdsgenoten. Voor leerlingen in het buitengewoon onderwijs wordt actief gewerkt aan de mogelijkheid tot terugkeer naar het gewoon onderwijs. § 3. In het individueel aangepaste curriculum opgenomen doelen met betrekking tot godsdienst, niet-confessionele zedenleer of cultuurbeschouwing zijn gebaseerd op de overeenkomstige leerplannen en zijn in overeenstemming met de internationale en grondwettelijke beginselen inzake de rechten van de mens en van het kind in het bijzonder. § 4. Het individueel aangepaste curriculum bepaalt hoe de doelen gerealiseerd zullen worden en hoe sociale, psychologische, orthopedagogische, medische of paramedische hulpverlening in het onderwijsaanbod wordt geïntegreerd. Daarbij wordt gebruikgemaakt van het netwerk en de ondersteunende partners die betrokken zijn naargelang de onderwijscontext waarin de leerling schoolloopt. § 5. Alle betrokkenen werken samen om een optimaal leer- en ontwikkelingstraject voor de leerling te garanderen. De school is verantwoordelijk voor de opvolging, evaluatie en bijsturing van het traject en coördineert de afstemming tussen alle betrokken partners. § 6. Een individueel handelingsplan of een individueel aangepast curriculum van een leerling met een IAC-verslag dat is opgemaakt voor 1 september 2023, wordt beschouwd als een individueel aangepast curriculum. Als er wijzigingen doorgevoerd moeten worden aan een dergelijk curriculum of handelingsplan, worden de wijzigingen doorgevoerd in een individueel aangepast curriculum conform pararaaf 1 tot en met 5.

Als een leerling met een IAC-verslag die nog beschikt over een individueel aangepast curriculum of een individueel handelingsplan dat is opgemaakt voor 1 september 2023, van school verandert, maakt de school waar nu wordt ingeschreven een individueel aangepast curriculum op conform paragraaf 1 tot en met 5.".

Art. 150.Aan deel III, titel 2, hoofdstuk 4, van dezelfde codex, het laatst gewijzigd bij het decreet van 8 juli 2022Relevante gevonden documenten type decreet prom. 10/07/2003 pub. 02/09/2003 numac 2003035932 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet houdende wijziging van het Podiumkunstendecreet van 18 mei 1999 type decreet prom. 10/07/2003 pub. 24/10/2003 numac 2003201478 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet betreffende het landschap basisonderwijs sluiten2, wordt een artikel 122/1/1 toegevoegd, dat luidt als volgt: "Art. 122/1/1. § 1. Voor elke leerling met een OV4-verslag moet, zowel in het gewoon als het buitengewoon onderwijs, het gemeenschappelijke curriculum van het gewoon voltijds secundair onderwijs gevolgd worden.

Daarbij wordt rekening gehouden met de onderwijsbehoeften en ondersteuningsbehoeften van de leerling. § 2. De klassenraad geeft het gemeenschappelijke curriculum en de aanpassingen die nodig zijn om tegemoet te komen aan de onderwijsbehoeften en ondersteuningsbehoeften van de leerling, vorm.

De klassenraad selecteert ook bijkomende doelen, naargelang de onderwijsbehoeften en ondersteuningsbehoeften van de leerling. De vormgeving van het gemeenschappelijke curriculum, met inbegrip van de aanpassingen en de bijkomende doelen, gebeurt op basis van een cyclisch proes van handelingsplanmatig werken. De klassenraad stemt daarvoor af met de leerling tenzij dat niet mogelijk is, de ouders, waar nodig de CLB-medewerker en in voorkomend geval de leerondersteuner en andere externe ondersteuners. In samenspraak wordt bepaald hoe de doelen worden gerealiseerd en hoe de sociale, psychologische, orthopedagogische, medische of paramedische hulpverlening in het onderwijsaanbod wordt geïntegreerd. Daarbij wordt gebruikgemaakt van het netwerk en de ondersteunende partners die betrokken zijn naargelang de onderwijscontext waarin de leerling schoolloopt.

De realisatie van de doelen is gericht op de maximale ontplooiing van en leerwinst bij de leerling en met het oog op een zo volwaardig mogelijke participatie aan het klas- en schoolgebeuren en maatschappelijke participatie zoals andere leeftijdsgenoten. Voor leerlingen in het buitengewoon onderwijs wordt actief gewerkt aan de mogelijkheid tot terugkeer naar het gewoon onderwijs. § 3. Alle betrokkenen werken samen om een optimaal leer- en ontwikkelingstraject voor de leerling te garanderen. De school is verantwoordelijk voor de opvolging, evaluatie en bijsturing van het traject en de afstemming tussen alle betrokken partners. § 4. Een leerling met een OV4-verslag met een individueel handelingsplan dat dateert van voor 1 september 2023, kan dat individueel handelingsplan verder volgen. Als er wijzigingen doorgevoerd moeten worden aan een dergelijk handelingsplan, geeft de klassenraad het gemeenschappelijke curriculum voor de leerling vorm conform de bepalingen van paragraaf 1 tot en met 3.

Als een leerling met een OV4-verslag die nog beschikt over een individueel handelingsplan dat is opgemaakt voor 1 september 2023, van school verandert, geeft de klassenraad van de school waar de leerling nu wordt ingeschreven, het gemeenschappelijke curriculum vorm conform de bepalingen van paragraaf 1 tot en met 3.

Een leerling met een OV4-verslag in het gewoon onderwijs waarvoor voor 1 september 2023 een individueel aangepast curriculum is opgemaakt, kan dat individueel aangepaste curriculum verder volgen. Als er wijzigingen zijn aan het traject van de leerling, moet overgestapt worden naar het gemeenschappelijke curriculum. De klassenraad geeft dat vorm conform de bepalingen van paragraaf 1 tot en met 3. Als de school en het CLB van oordeel zijn dat de leerling een individueel aangepast curriculum moet volgen, maakt het CLB een IAC-verslag op.

Als een leerling met een OV4-verslag die nog beschikt over een individueel aangepast curriculum dat werd opgemaakt voor 1 september 2023, van school verandert, moet overgestapt worden naar het gemeenschappelijke curriculum. De klassenraad van de school waar de leerling nu wordt ingeschreven, moet het gemeenschappelijke curriculum vormgeven conform de bepalingen van paragraaf 1 tot en met 3. Als de school en het CLB van oordeel zijn dat de leerling een individueel aangepast curriculum moet volgen, maakt het CLB een IAC-verslag op.".

Art. 151.In artikel 123/6, eerste lid, van dezelfde codex, ingevoegd bij het decreet van 4 april 2014Relevante gevonden documenten type decreet prom. 18/05/1999 pub. 08/07/1999 numac 1999035787 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet houdende wijziging van het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode en van het decreet van 22 december 1995 houdende bepalingen tot begeleiding van de begroting 1996 type decreet prom. 18/05/1999 pub. 30/06/1999 numac 1999035744 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet houdende wijziging van de organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn type decreet prom. 18/05/1999 pub. 30/06/1999 numac 1999035806 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet houdende wijziging van de organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn sluiten4 en gewijzigd bij de decreten van 17 juni 2016, 3 juli 2020 en 9 juli 2021, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° punt 4° wordt vervangen door wat volgt: "4° de vorige school van inschrijving brengt de school waar nu wordt ingeschreven op de hoogte van het bestaan en de inhoud van een IAC-verslag, OV4-verslag of GC-verslag.Het CLB dat verbonden is aan de vorige school van inschrijving brengt het CLB dat verbonden is met de school waar nu wordt ingeschreven, op de hoogte van het bestaan en de inhoud van een IAC-verslag, OV4-verslag of GC-verslag. In het belang van de optimale begeleiding van de betrokken leerling en de organisatie van de school kunnen ouders zich tegen die overdrachten niet verzetten."; 2° punt 6° wordt vervangen door wat volgt: "6° het centrumbestuur van het CLB dat het IAC-verslag, het OV4-verslag of het GC-verslag, vermeld in punt 4°, heeft opgesteld, is verwerkingsverantwoordelijke voor de verwerkingen door of ter voorbereiding van het IAC-verslag, het OV4-verslag of het GC-verslag. Het centrumbestuur van het overnemende CLB is verwerkingsverantwoordelijke voor de verwerkingen na de ontvangst van het IAC-verslag, het OV4-verslag of het GC-verslag.".

Art. 152.In artikel 123/22 van dezelfde codex, ingevoegd bij het decreet van 27 april 2018Relevante gevonden documenten type decreet prom. 18/05/1999 pub. 08/07/1999 numac 1999035787 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet houdende wijziging van het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode en van het decreet van 22 december 1995 houdende bepalingen tot begeleiding van de begroting 1996 type decreet prom. 18/05/1999 pub. 30/06/1999 numac 1999035744 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet houdende wijziging van de organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn type decreet prom. 18/05/1999 pub. 30/06/1999 numac 1999035806 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet houdende wijziging van de organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn sluiten9, wordt het tweede lid vervangen door wat volgt: "Bij de opmaak en evaluatie van het beleid op leerlingenbegeleiding betrekt de school relevante partners. Voor bijkomende inhoudelijke expertise doet de school een beroep op het centrum voor leerlingenbegeleiding. Voor schoolondersteuning zoekt de school externe ondersteuning bij de pedagogische begeleidingsdienst, eventueel in samenwerking met een externe dienst. Voor expertise met betrekking tot het onderwijs aan leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften betrekt de school het leersteuncentrum.".

Art. 153.In artikel 123/23 van dezelfde codex, ingevoegd bij het decreet van 27 april 2018Relevante gevonden documenten type decreet prom. 18/05/1999 pub. 08/07/1999 numac 1999035787 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet houdende wijziging van het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode en van het decreet van 22 december 1995 houdende bepalingen tot begeleiding van de begroting 1996 type decreet prom. 18/05/1999 pub. 30/06/1999 numac 1999035744 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet houdende wijziging van de organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn type decreet prom. 18/05/1999 pub. 30/06/1999 numac 1999035806 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet houdende wijziging van de organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn sluiten9, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° het tweede lid wordt vervangen door wat volgt: "In de fase van de verhoogde zorg betrekt de school het centrum voor leerlingenbegeleiding bij vragen of bij een stagnerende of negatieve evolutie.Dat kan aanleiding geven tot de inzet van consultatieve leerlingenbegeleiding of de start van de fase van uitbreiding van zorg.

Het centrum voor leerlingenbegeleiding adviseert de school om de pedagogische begeleidingsdienst te betrekken wanneer ze inschat dat de school structurele versterking nodig heeft in de fase van de brede basiszorg en de fase van de verhoogde zorg."; 2° tussen het bestaande derde lid, dat het vierde lid wordt, en het bestaande vierde lid, dat het vijfde lid wordt, wordt een lid ingevoegd, dat luidt als volgt: "Elke school organiseert op structurele basis overleg met haar centrum voor leerlingenbegeleiding en haar pedagogische begeleidingsdienst om gezamenlijk begeleidings- en professionaliseringsnoden te bepalen op het vlak van het beleid op leerlingenbegeleiding.In overleg wordt bepaald wie welke rol opneemt om de school te versterken. De school kan hierbij andere partners zoals het leersteuncentrum betrekken.".

Art. 154.Aan artikel 136/1 van dezelfde codex, ingevoegd bij het decreet van 1 juli 2011Relevante gevonden documenten type decreet prom. 01/07/2011 pub. 30/08/2011 numac 2011035708 bron vlaamse overheid Decreet betreffende het onderwijs XXI type decreet prom. 01/07/2011 pub. 26/07/2011 numac 2011203760 bron vlaamse overheid Decreet houdende instemming met de overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en haar lidstaten, enerzijds, en de Republiek Zuid-Afrika, anderzijds, tot wijziging van de overeenkomst inzake handel, ontwikkeling en samenwerking, ondertekend in Kleinmond op 11 september 2009 type decreet prom. 01/07/2011 pub. 26/07/2011 numac 2011203761 bron vlaamse overheid Decreet houdende instemming met de Internationale Overeenkomst van 2006 inzake tropisch hout, gedaan te Genève op 27 januari 2006 type decreet prom. 01/07/2011 pub. 26/07/2011 numac 2011203759 bron vlaamse overheid Decreet houdende instemming met de overeenkomst houdende de tweede wijziging van de partnerschapsovereenkomst tussen de leden van de Groep van Afrika, het Caribische Gebied en de Stille Oceaan, enerzijds, en de Europese Gemeenschap en haar lidstaten, anderzijds, ondertekend in Cotonou op 23 juni 2000, zoals gewijzigd in Luxemburg op 25 juni 2005, en de slotakte, ondertekend in Ouagadougou op 22 juni 2010 sluiten en gewijzigd bij de decreten van 19 juni 2015, 17 juni 2016 en 16 juni 2017, wordt een derde lid toegevoegd, dat luidt als volgt: "In afwijking van het eerste lid, 7°, kan een leerling uit het buitengewoon secundair onderwijs eenmalig, gedurende maximum twee schooljaren de lessen voltijds bijwonen in het gewoon secundair onderwijs, met het oog op een overstap naar het gewoon voltijds onderwijs. Een leerling die twee schooljaren in het gewoon voltijds onderwijs doorbrengt, heeft, in afwijking van artikel 253/6, § 2, en artikel 253/37, § 2, een onverkort recht op inschrijving in de school voor gewoon onderwijs. Als de betrokken personen en de leerling beslissen om de overstap te maken naar het gewoon onderwijs, overleggen de school voor gewoon onderwijs, de school voor buitengewoon onderwijs, het CLB en de betrokken personen, met betrokkenheid van de leerling, met het leersteuncentrum over de overname van de ondersteuning.".

Art. 155.In artikel 252 van dezelfde codex, het laatst gewijzigd bij het decreet van 8 juli 2022Relevante gevonden documenten type decreet prom. 10/07/2003 pub. 02/09/2003 numac 2003035932 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet houdende wijziging van het Podiumkunstendecreet van 18 mei 1999 type decreet prom. 10/07/2003 pub. 24/10/2003 numac 2003201478 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet betreffende het landschap basisonderwijs sluiten2, wordt in paragraaf 1, b), 2°, de zinsnede "verslag, als bepaald in artikel 294," vervangen door de zinsnede "IAC-verslag".

Art. 156.In artikel 253/6 van dezelfde codex, ingevoegd bij het decreet van 17 mei 2019Relevante gevonden documenten type decreet prom. 14/02/2003 pub. 01/07/2003 numac 2003035650 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet betreffende het onderwijs XIV type decreet prom. 14/02/2003 pub. 16/07/2003 numac 2003035690 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet houdende de eindregeling van de begroting van de Vlaamse Gemeenschap en van instellingen van openbaar nut voor het begrotingsjaar 1999 sluiten7 en gewijzigd bij het decreet van 4 februari 2022, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° paragraaf 2, eerste lid, wordt vervangen door wat volgt: "Leerlingen die beschikken over een IAC-verslag of OV4-verslag, worden door een school voor gewoon onderwijs onder ontbindende voorwaarde ingeschreven.Het IAC-verslag of OV4-verslag maakt deel uit van de informatie die betrokken personen bij een vraag tot inschrijving aan de school bezorgen. Het ter beschikking stellen van het IAC-verslag of OV4-verslag door de betrokken personen gaat samen met de verbintenis van de school tot het organiseren van overleg met de betrokken personen, de klassenraad en het centrum voor leerlingenbegeleiding, binnen een redelijke termijn na de inschrijving over de aanpassingen die nodig zijn om de leerling mee te nemen in een gemeenschappelijk curriculum, in geval van een OV4-verslag met inzet van intensieve ondersteuning als vermeld in artikel 294, of om de leerling studievoortgang te laten maken op basis van een individueel aangepast curriculum. Ook als de school pas na de inschrijving kennisneemt van een IAC-verslag of OV4-verslag, uiterlijk gedateerd op de dag waarop de leerling in de betreffende school instapt, wordt de inschrijving van de leerling omgezet in een inschrijving onder ontbindende voorwaarde."; 2° in paragraaf 2, tweede lid, wordt het woord "verslag" vervangen door de zinsnede "IAC-verslag of OV4-verslag";3° in paragraaf 2 wordt het derde lid vervangen door wat volgt: "Als de school na het overleg de aanpassingen die nodig zijn om de leerling mee te nemen in een gemeenschappelijk curriculum, proportioneel acht, heft het centrum voor leerlingenbegeleiding het IAC-verslag of OV4-verslag op of maakt het een GC-verslag op.Als de school na het overleg de aanpassingen die nodig zijn om de leerling mee te nemen in een gemeenschappelijk curriculum met intensieve ondersteuning, vermeld in artikel 294, of studievoortgang te laten maken op basis van een individueel aangepast curriculum, disproportioneel acht, wordt de inschrijving ontbonden op het moment dat die leerling in een andere school is ingeschreven en uiterlijk een maand, vakantieperioden niet inbegrepen, na de kennisgeving van de bevestiging van de disproportionaliteit."; 4° paragraaf 3 wordt vervangen door wat volgt: " § 3.Als tijdens de schoolloopbaan de nood aan aanpassingen voor een leerling wijzigt en de vastgestelde onderwijsbehoeften van die aard zijn dat voor de leerling een IAC-verslag of OV4-verslag dan wel een wijziging van een IAC-verslag of OV4-verslag nodig is, organiseert de school een overleg met de klassenraad, de betrokken personen en het CLB. Als een IAC-verslag wordt opgemaakt of gewijzigd, beslist de school op basis van het overleg, vermeld in het eerste lid, om de leerling op vraag van de betrokken personen studievoortgang te laten maken op basis van een individueel aangepast curriculum of om de inschrijving van de leerling voor een daaropvolgend schooljaar te ontbinden.

Als een OV4-verslag wordt opgemaakt of gewijzigd, beslist de school op basis van het overleg, vermeld in het eerste lid, om de leerling op vraag van de betrokken personen studievoortgang te laten maken binnen het gemeenschappelijk curriculum met intensieve ondersteuning, vermeld in artikel 294, of om de inschrijving van de leerling voor een daaropvolgend schooljaar te ontbinden."; 5° paragraaf 5 wordt vervangen door wat volgt: " § 5.Elk schoolbestuur communiceert actief over het inschrijvingsrecht van leerlingen met een IAC-verslag of OV4-verslag in het gewoon onderwijs.".

Art. 157.In artikel 253/15, § 1, van hetzelfde decreet, ingevoegd bij het decreet van 17 mei 2019Relevante gevonden documenten type decreet prom. 14/02/2003 pub. 01/07/2003 numac 2003035650 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet betreffende het onderwijs XIV type decreet prom. 14/02/2003 pub. 16/07/2003 numac 2003035690 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet houdende de eindregeling van de begroting van de Vlaamse Gemeenschap en van instellingen van openbaar nut voor het begrotingsjaar 1999 sluiten7 en gewijzigd bij het decreet van 4 februari 2022, wordt de zinsnede "in de school relatief ondervertegenwoordigd zijn ten aanzien van een referentiepopulatie." vervangen door de zinsnede "in de school relatief ondervertegenwoordigd zijn ten aanzien van een referentiepopulatie, waarbij in afwijking van dit principe leerlingen met een IAC-verslag of OV4-verslag in een school van het gewoon onderwijs altijd beschouwd mogen worden als een ondervertegenwoordigde groep, ongeacht de referentiepopulatie.".

Art. 158.In artikel 253/20 van dezelfde codex, ingevoegd bij het decreet van 17 mei 2019Relevante gevonden documenten type decreet prom. 14/02/2003 pub. 01/07/2003 numac 2003035650 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet betreffende het onderwijs XIV type decreet prom. 14/02/2003 pub. 16/07/2003 numac 2003035690 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet houdende de eindregeling van de begroting van de Vlaamse Gemeenschap en van instellingen van openbaar nut voor het begrotingsjaar 1999 sluiten7 en gewijzigd bij het decreet van 4 februari 2022, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in het eerste lid, 1°, e), worden de woorden "verslag als vermeld in artikel 294" vervangen door de zinsnede "IAC-verslag of OV4-verslag"; 2° aan het tweede lid wordt een zin toegevoegd, die luidt als volgt: "Hetzelfde geldt voor leerlingen van het buitengewoon onderwijs die, met toepassing van artikel 136/1, tweede lid, gedurende twee schooljaren voltijds les hebben gevolgd in de school voor gewoon onderwijs en zich na twee schooljaren willen inschrijven in die school.".

Art. 159.In artikel 253/28 van dezelfde codex, ingevoegd bij het decreet van 17 mei 2019Relevante gevonden documenten type decreet prom. 14/02/2003 pub. 01/07/2003 numac 2003035650 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet betreffende het onderwijs XIV type decreet prom. 14/02/2003 pub. 16/07/2003 numac 2003035690 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet houdende de eindregeling van de begroting van de Vlaamse Gemeenschap en van instellingen van openbaar nut voor het begrotingsjaar 1999 sluiten7 en gewijzigd bij het decreet van 4 februari 2022, wordt paragraaf 2 vervangen door wat volgt: " § 2. Het LOP bemiddelt binnen tien kalenderdagen na het verzoek van de betrokken personen of na de afgifte van het weigeringsdocument, vermeld in artikel 253/26, § 1, tussen de leerling en de betrokken personen en de schoolbesturen van de scholen binnen het werkingsgebied, met het oog op een definitieve inschrijving van de leerling in een school. In geval van bemiddeling bij een ontbinding als vermeld in artikel 253/27, § 1, 4°, betrekt het LOP ook de school die de weigering uitschreef. De bemiddeling schort de termijn van dertig kalenderdagen, vermeld in artikel 253/30, § 1, tweede lid, op.".

Art. 160.In artikel 253/37 van dezelfde codex, ingevoegd bij het decreet van 17 mei 2019Relevante gevonden documenten type decreet prom. 14/02/2003 pub. 01/07/2003 numac 2003035650 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet betreffende het onderwijs XIV type decreet prom. 14/02/2003 pub. 16/07/2003 numac 2003035690 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet houdende de eindregeling van de begroting van de Vlaamse Gemeenschap en van instellingen van openbaar nut voor het begrotingsjaar 1999 sluiten7 en gewijzigd bij het decreet van 18 februari 2022Relevante gevonden documenten type decreet prom. 10/07/2003 pub. 02/09/2003 numac 2003035932 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet houdende wijziging van het Podiumkunstendecreet van 18 mei 1999 type decreet prom. 10/07/2003 pub. 24/10/2003 numac 2003201478 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet betreffende het landschap basisonderwijs sluiten3, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° paragraaf 2, eerste lid, wordt vervangen door wat volgt: "Leerlingen die beschikken over een IAC-verslag of OV4-verslag, worden door een school voor gewoon onderwijs onder ontbindende voorwaarde ingeschreven.Het IAC-verslag of OV4-verslag maakt deel uit van de informatie die de betrokken personen bij een vraag tot inschrijving aan de school overmaken. Het ter beschikking stellen van het IAC-verslag of OV4-verslag door de betroken personen gaat samen met de verbintenis van de school tot het organiseren van overleg met de betrokken personen, de klassenraad en het centrum voor leerlingenbegeleiding, binnen een redelijke termijn na de inschrijving over de aanpassingen die nodig zijn om de leerling mee te nemen in een gemeenschappelijk curriculum, in geval van een OV4-verslag met inzet van intensieve ondersteuning als vermeld in artikel 294, of om de leerling studievoortgang te laten maken op basis van een individueel aangepast curriculum. Ook als de school pas na de inschrijving kennisneemt van een IAC-verslag of OV4-verslag, uiterlijk gedateerd op de dag waarop de leerling in de betreffende school instapt, wordt de inschrijving van de leerling omgezet in een inschrijving onder ontbindende voorwaarde."; 2° in paragraaf 2, tweede lid, wordt het woord "verslag" vervangen door de zinsnede "IAC-verslag of OV4-verslag";3° in paragraaf 2 wordt het derde lid vervangen door wat volgt: "Als de school na het overleg de aanpassingen die nodig zijn om de leerling mee te nemen in een gemeenschappelijk curriculum, proportioneel acht, heft het centrum voor leerlingenbegeleiding het IAC-verslag of OV4-verslag op of maakt het een GC-verslag op.Als de school na het overleg de aanpassingen die nodig zijn om de leerling mee te nemen in een gemeenschappelijk curriculum met intensieve ondersteuning, vermeld in artikel 294, of studievoortgang te laten maken op basis van een individueel aangepast curriculum, disproportioneel acht, wordt de inschrijving ontbonden op het moment dat die leerling in een andere school is ingeschreven en uiterlijk een maand, vakantieperioden niet inbegrepen, na de kennisgeving van de bevestiging van de disproportionaliteit."; 4° paragraaf 3 wordt vervangen door wat volgt: " § 3.Als tijdens de schoolloopbaan de nood aan aanpassingen voor een leerling wijzigt en de vastgestelde onderwijsbehoeften van die aard zijn dat voor de leerling een IAC-verslag of OV4-verslag dan wel een wijziging van een IAC-verslag of OV4-verslag nodig is, organiseert de school een overleg met de klassenraad, de betrokken personen en het CLB. Als een IAC-verslag wordt opgemaakt of gewijzigd, beslist de school op basis van het overleg, vermeld in het eerste lid, om de leerling op verzoek van de betrokken personen studievoortgang te laten maken op basis van een individueel aangepast curriculum of om de inschrijving van de leerling voor een daaropvolgend schooljaar te ontbinden.

Als een OV4-verslag wordt opgemaakt of gewijzigd, beslist de school op basis van het overleg, vermeld in het eerste lid, om de leerling op vraag van de betrokken personen studievoortgang te laten maken binnen het gemeenschappelijk curriculum met intensieve ondersteuning, vermeld in artikel 294, of om de inschrijving van de leerling voor een daaropvolgend schooljaar te ontbinden."; 5° paragraaf 5 wordt vervangen door wat volgt: " § 5.Elk schoolbestuur communiceert actief over het inschrijvingsrecht van leerlingen met een IAC-verslag of OV4-verslag in het gewoon onderwijs.".

Art. 161.In artikel 253/46, § 1, eerste lid, van dezelfde codex, ingevoegd bij het decreet van 17 mei 2019Relevante gevonden documenten type decreet prom. 14/02/2003 pub. 01/07/2003 numac 2003035650 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet betreffende het onderwijs XIV type decreet prom. 14/02/2003 pub. 16/07/2003 numac 2003035690 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet houdende de eindregeling van de begroting van de Vlaamse Gemeenschap en van instellingen van openbaar nut voor het begrotingsjaar 1999 sluiten7 en gewijzigd bij het decreet van 18 februari 2022Relevante gevonden documenten type decreet prom. 10/07/2003 pub. 02/09/2003 numac 2003035932 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet houdende wijziging van het Podiumkunstendecreet van 18 mei 1999 type decreet prom. 10/07/2003 pub. 24/10/2003 numac 2003201478 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet betreffende het landschap basisonderwijs sluiten3, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° de zinsnede "in de school relatief ondervertegenwoordigd zijn ten aanzien van een referentiepopulatie." wordt vervangen door de zinsnede "in de school relatief ondervertegenwoordigd zijn ten aanzien van een referentiepopulatie, waarbij leerlingen met een IAC-verslag of OV4-verslag in een school van het gewoon onderwijs altijd beschouwd mogen worden als een ondervertegenwoordigde groep, ongeacht de referentiepopulatie."; 2° de zinsnede ", vermeld in artikel 253/53." wordt vervangen door de zinsnede ", vermeld in artikel 253/42.".

Art. 162.In artikel 253/51 van dezelfde codex, ingevoegd bij het decreet van 17 mei 2019Relevante gevonden documenten type decreet prom. 14/02/2003 pub. 01/07/2003 numac 2003035650 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet betreffende het onderwijs XIV type decreet prom. 14/02/2003 pub. 16/07/2003 numac 2003035690 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet houdende de eindregeling van de begroting van de Vlaamse Gemeenschap en van instellingen van openbaar nut voor het begrotingsjaar 1999 sluiten7 en gewijzigd bij het decreet van 18 februari 2022Relevante gevonden documenten type decreet prom. 10/07/2003 pub. 02/09/2003 numac 2003035932 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet houdende wijziging van het Podiumkunstendecreet van 18 mei 1999 type decreet prom. 10/07/2003 pub. 24/10/2003 numac 2003201478 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet betreffende het landschap basisonderwijs sluiten3, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in paragraaf 1, 1°, e), wordt de zinsnede "verslag, vermeld in artikel 294" vervangen door de zinsnede "IAC-verslag of OV4-verslag"; 2° aan paragraaf 2 wordt een zin toegevoegd, die luidt als volgt: "Hetzelfde geldt voor leerlingen van het buitengewoon onderwijs die, met toepassing van artikel 136/1, tweede lid, gedurende twee schooljaren voltijds les hebben gevolgd in de school voor gewoon onderwijs en zich na twee schooljaren willen inschrijven in die school.".

Art. 163.In artikel 253/55, § 1, 1°, e), van dezelfde codex, ingevoegd bij het decreet van 18 februari 2022Relevante gevonden documenten type decreet prom. 10/07/2003 pub. 02/09/2003 numac 2003035932 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet houdende wijziging van het Podiumkunstendecreet van 18 mei 1999 type decreet prom. 10/07/2003 pub. 24/10/2003 numac 2003201478 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet betreffende het landschap basisonderwijs sluiten3, wordt de zinsnede "verslag, vermeld in artikel 294" vervangen door de zinsnede "IAC-verslag of OV4-verslag".

Art. 164.Artikel 253/59, § 2, van dezelfde codex, ingevoegd bij het decreet van 17 mei 2019Relevante gevonden documenten type decreet prom. 14/02/2003 pub. 01/07/2003 numac 2003035650 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet betreffende het onderwijs XIV type decreet prom. 14/02/2003 pub. 16/07/2003 numac 2003035690 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet houdende de eindregeling van de begroting van de Vlaamse Gemeenschap en van instellingen van openbaar nut voor het begrotingsjaar 1999 sluiten7 en vervangen bij het decreet van 18 februari 2022Relevante gevonden documenten type decreet prom. 10/07/2003 pub. 02/09/2003 numac 2003035932 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet houdende wijziging van het Podiumkunstendecreet van 18 mei 1999 type decreet prom. 10/07/2003 pub. 24/10/2003 numac 2003201478 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet betreffende het landschap basisonderwijs sluiten3, wordt vervangen door wat volgt: " § 2. Het LOP bemiddelt binnen tien kalenderdagen na het verzoek van de betrokken personen of na de afgifte van het weigeringsdocument, vermeld in artikel 253/57, § 1, tussen de leerling en de betrokken personen en de schoolbesturen van de scholen binnen het werkingsgebied, met het oog op een definitieve inschrijving van de leerling in een school. In geval van bemiddeling bij een ontbinding als vermeld in artikel 253/58, § 1, 4°, betrekt het LOP ook de school die de weigering uitschreef. De bemiddeling schort de termijn van dertig kalenderdagen, vermeld in artikel 253/60, § 1, tweede lid, op.".

Art. 165.In artikel 259 van dezelfde codex, het laatst gewijzigd bij het decreet van 21 december 2018Relevante gevonden documenten type decreet prom. 14/02/2003 pub. 01/07/2003 numac 2003035650 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet betreffende het onderwijs XIV type decreet prom. 14/02/2003 pub. 16/07/2003 numac 2003035690 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet houdende de eindregeling van de begroting van de Vlaamse Gemeenschap en van instellingen van openbaar nut voor het begrotingsjaar 1999 sluiten2, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in paragraaf 2, punt 1°, 2° en 3°, wordt het woord "verslag" telkens vervangen door de zinsnede "IAC-verslag";2° in paragraaf 2, 4°, wordt het woord "verslag" vervangen door de zinsnede "OV4-verslag";3° paragraaf 4 wordt opgeheven.

Art. 166.In artikel 260, eerste lid, van dezelfde codex, vervangen bij het decreet van 21 maart 2014Relevante gevonden documenten type decreet prom. 18/05/1999 pub. 08/07/1999 numac 1999035787 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet houdende wijziging van het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode en van het decreet van 22 december 1995 houdende bepalingen tot begeleiding van de begroting 1996 type decreet prom. 18/05/1999 pub. 30/06/1999 numac 1999035744 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet houdende wijziging van de organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn type decreet prom. 18/05/1999 pub. 30/06/1999 numac 1999035806 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet houdende wijziging van de organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn sluiten3, wordt het woord "verslag" vervangen door de zinsnede "IAC-verslag of OV4-verslag".

Art. 167.Aan artikel 260/1 van dezelfde codex, ingevoegd bij het decreet van 17 juni 2016Relevante gevonden documenten type decreet prom. 18/05/1999 pub. 08/07/1999 numac 1999035787 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet houdende wijziging van het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode en van het decreet van 22 december 1995 houdende bepalingen tot begeleiding van de begroting 1996 type decreet prom. 18/05/1999 pub. 30/06/1999 numac 1999035744 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet houdende wijziging van de organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn type decreet prom. 18/05/1999 pub. 30/06/1999 numac 1999035806 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet houdende wijziging van de organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn sluiten5 en gewijzigd bij de decreten van 16 juni 2017 en 5 april 2019, wordt een tweede lid toegevoegd, dat luidt als volgt: "Leerlingen met een IAC-verslag of OV4-verslag die ingeschreven zijn in het gewoon secundair onderwijs, kunnen op schooljaarbasis gemiddeld gedurende maximaal de helft van de wekelijkse uren van het structuuronderdeel waarvoor de leerling is ingeschreven, lessen of activiteiten volgen in een school voor buitengewoon secundair onderwijs, die de opleidingsvorm aanbiedt volgens het IAC-verslag of OV4-verslag. Daarbij moet voldaan worden aan de voorwaarden, vermeld in het eerste lid, 1° tot en met 6°, en 8°, vastgelegd in het eerste lid. De inzet van omkadering vanuit het leersteunmodel is in de school voor buitengewoon secundair onderwijs niet mogelijk.".

Art. 168.Aan deel V, titel 2, hoofdstuk 1, afdeling 1, van dezelfde codex, het laatst gewijzigd bij het decreet van 5 april 2019Relevante gevonden documenten type decreet prom. 14/02/2003 pub. 01/07/2003 numac 2003035650 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet betreffende het onderwijs XIV type decreet prom. 14/02/2003 pub. 16/07/2003 numac 2003035690 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet houdende de eindregeling van de begroting van de Vlaamse Gemeenschap en van instellingen van openbaar nut voor het begrotingsjaar 1999 sluiten6, wordt een artikel 260/3 toegevoegd, dat luidt als volgt: "

Art. 260/3.§ 1. Scholen voor buitengewoon secundair onderwijs werken samen met leersteuncentra in functie van expertisedeling en gezamenlijke expertiseontwikkeling met betrekking tot leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften.

Scholen voor buitengewoon secundair onderwijs werken toe naar de mogelijkheid tot terugkeer van leerlingen naar het gewoon secundair onderwijs. § 2. Op basis van het cyclisch proces van handelingsplanmatig werken geeft de school voor buitengewoon secundair onderwijs, in samenspraak met de ouders, jaarlijks aan het CLB door voor welke leerlingen een evaluatie over de inschrijving van de leerling in het buitengewoon secundair onderwijs aangewezen is. Ouders kunnen die evaluatie ook rechtstreeks aan het CLB vragen. De evaluatie gebeurt door het CLB op basis van een handelingsgericht diagnostisch traject samen met de ouders, de leerling en de school, waarbij samen wordt bekeken of de leerling kan terugkeren naar het gewoon secundair onderwijs binnen het gemeenschappelijk curriculum, of om een individueel aangepast curriculum te volgen.

Als ouders voor een leerling beslissen om terug te keren naar het gewoon secundair onderwijs, ondersteunen de school voor buitengewoon secundair onderwijs en het CLB de ouders bij het vinden van en bij de overstap naar een school voor gewoon secundair onderwijs waar de leerling wordt ingeschreven in geval van een GC-verslag of onder ontbindende voorwaarde wordt ingeschreven in geval van een IAC-verslag of OV4-verslag met het oog op de afweging van redelijke aanpassingen.".

Art. 169.In het opschrift van deel V, titel 2, hoofdstuk 1, afdeling 2, van dezelfde codex, vervangen bij het decreet van 26 januari 2018Relevante gevonden documenten type decreet prom. 14/02/2003 pub. 01/07/2003 numac 2003035650 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet betreffende het onderwijs XIV type decreet prom. 14/02/2003 pub. 16/07/2003 numac 2003035690 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet houdende de eindregeling van de begroting van de Vlaamse Gemeenschap en van instellingen van openbaar nut voor het begrotingsjaar 1999 sluiten3, worden de woorden "en individuele handelingsplannen" opgeheven.

Art. 170.In artikel 262, § 1, van dezelfde codex, vervangen bij het decreet van 26 januari 2018Relevante gevonden documenten type decreet prom. 14/02/2003 pub. 01/07/2003 numac 2003035650 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet betreffende het onderwijs XIV type decreet prom. 14/02/2003 pub. 16/07/2003 numac 2003035690 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet houdende de eindregeling van de begroting van de Vlaamse Gemeenschap en van instellingen van openbaar nut voor het begrotingsjaar 1999 sluiten3, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in het eerste lid wordt de zinsnede "handelingsplan, zoals bepaald in artikel 267" vervangen door de zinsnede "individueel aangepast curriculum als vermeld in artikel 122/1/0,";2° in het tweede lid wordt het woord "handelingsplanning" vervangen door de zinsnede "individueel aangepaste curricula als vermeld in artikel 122/1/0".

Art. 171.Onderafdeling 3 van deel V, titel 1, hoofdstuk 1, afdeling 2, bestaande uit artikel 267, vervangen bij het decreet van 26 januari 2018Relevante gevonden documenten type decreet prom. 14/02/2003 pub. 01/07/2003 numac 2003035650 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet betreffende het onderwijs XIV type decreet prom. 14/02/2003 pub. 16/07/2003 numac 2003035690 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet houdende de eindregeling van de begroting van de Vlaamse Gemeenschap en van instellingen van openbaar nut voor het begrotingsjaar 1999 sluiten3, wordt opgeheven.

Art. 172.In artikel 292 van dezelfde codex, gewijzigd bij de decreten van 21 maart 2014, 25 april 2014 en 17 juni 2016, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in de eerste zin wordt de zinsnede "verslag dat opgesteld is zoals bepaald in artikel 294" vervangen door de zinsnede "IAC-verslag of OV4-verslag";2° in punt 2° wordt het woord "verslag" vervangen door de zinsnede "IAC-verslag of OV4-verslag".

Art. 173.Artikel 293, § 3, van dezelfde codex, vervangen bij het decreet van 21 maart 2014Relevante gevonden documenten type decreet prom. 18/05/1999 pub. 08/07/1999 numac 1999035787 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet houdende wijziging van het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode en van het decreet van 22 december 1995 houdende bepalingen tot begeleiding van de begroting 1996 type decreet prom. 18/05/1999 pub. 30/06/1999 numac 1999035744 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet houdende wijziging van de organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn type decreet prom. 18/05/1999 pub. 30/06/1999 numac 1999035806 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet houdende wijziging van de organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn sluiten3 en gewijzigd bij de decreten van 16 juni 2017, 6 juli 2018 en 5 april 2019, wordt vervangen door wat volgt: " § 3. In afwijking van de voorgaande paragrafen kunnen de leerlingen die met een IAC-verslag of OV4-verslag worden toegelaten tot het gewoon onderwijs, ook na de leeftijd van eenentwintig jaar van rechtswege genieten van leersteun vanuit het leersteunmodel.".

Art. 174.In het opschrift van deel V, titel 2, hoofdstuk 2, afdeling 1, onderafdeling 2, van dezelfde codex, vervangen bij het decreet van 21 maart 2014Relevante gevonden documenten type decreet prom. 18/05/1999 pub. 08/07/1999 numac 1999035787 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet houdende wijziging van het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode en van het decreet van 22 december 1995 houdende bepalingen tot begeleiding van de begroting 1996 type decreet prom. 18/05/1999 pub. 30/06/1999 numac 1999035744 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet houdende wijziging van de organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn type decreet prom. 18/05/1999 pub. 30/06/1999 numac 1999035806 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet houdende wijziging van de organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn sluiten3, wordt het woord "verslag" vervangen door de zinsnede "IAC-verslag en OV4-verslag".

Art. 175.Artikel 294 van dezelfde codex, het laatst gewijzigd bij het decreet van 5 april 2019Relevante gevonden documenten type decreet prom. 14/02/2003 pub. 01/07/2003 numac 2003035650 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet betreffende het onderwijs XIV type decreet prom. 14/02/2003 pub. 16/07/2003 numac 2003035690 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet houdende de eindregeling van de begroting van de Vlaamse Gemeenschap en van instellingen van openbaar nut voor het begrotingsjaar 1999 sluiten6, wordt vervangen door wat volgt: "

Art. 294.§ 1. Voor de toelating van een leerling tot een door de Vlaamse Gemeenschap gefinancierde of gesubsidieerde school voor buitengewoon onderwijs van opleidingsvorm 4, type 5, is een attest vereist, dat uitgereikt is ofwel door de behandelende arts van de medische of psychiatrische voorziening ofwel door de directeur van de residentiële setting. De Vlaamse Regering bepaalt wat het attest moet inhouden. § 2. Voor de toelating van een leerling tot een door de Vlaamse Gemeenschap gefinancierde of gesubsidieerde school voor buitengewoon secundair onderwijs, of voor een individueel aangepast curriculum of een gemeenschappelijk curriculum met intensieve ondersteuning in het gewoon onderwijs, is het doorlopen van een handelingsgericht diagnostisch traject met de opmaak van een IAC-verslag of OV4-verslag door een centrum voor leerlingenbegeleiding vereist, opgesteld met inachtname van artikel 7 van het decreet van 27 april 2018Relevante gevonden documenten type decreet prom. 18/05/1999 pub. 08/07/1999 numac 1999035787 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet houdende wijziging van het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode en van het decreet van 22 december 1995 houdende bepalingen tot begeleiding van de begroting 1996 type decreet prom. 18/05/1999 pub. 30/06/1999 numac 1999035744 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet houdende wijziging van de organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn type decreet prom. 18/05/1999 pub. 30/06/1999 numac 1999035806 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet houdende wijziging van de organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn sluiten9 over de leerlingenbegeleiding in het basisonderwijs, het secundair onderwijs en de centra voor leerlingenbegeleiding, waaruit blijkt: 1° voor een IAC-verslag voor opleidingsvorm 1, 2 of 3: a) dat de fasen van het zorgcontinuüm voor de betreffende leerling zijn doorlopen, tenzij de school in uitzonderlijke omstandigheden kan motiveren dat het doorlopen van een bepaalde fase niet relevant is;b) dat met toepassing van de principes van artikel 136/2 de aanpassingen, waaronder remediërende, differentiërende, compenserende en dispenserende maatregelen die nodig zijn om de leerling binnen een gemeenschappelijk curriculum te blijven meenemen, ofwel disproportioneel, ofwel onvoldoende zijn;c) dat de onderwijsbehoeften van de leerling zijn omschreven met toepassing van een classificatiesysteem dat wetenschappelijk onderbouwd is en gebaseerd is op een interactionele visie en een sociaal model van handicap;d) dat de onderwijsbehoeften van de leerling niet louter toe te schrijven zijn aan een gelijkekansenindicator van de leerling als bepaald in artikel 225, § 1, 1°, 4° en 5° ;e) welk type en welke opleidingsvorm voor de leerling van toepassing zijn als bepaald in artikel 259, § 1, 1° tot en met 8°, en § 2, 1° tot en met 3° ;2° voor een OV4-verslag voor opleidingsvorm 4, met uitzondering van type 5: a) dat de fasen van het zorgcontinuüm voor de betreffende leerling zijn doorlopen, tenzij de school in uitzonderlijke omstandigheden kan motiveren dat het doorlopen van een bepaalde fase niet relevant is;b) dat met toepassing van de principes van artikel 136/2 de aanpassingen, waaronder remediërende, differentiërende, compenserende en dispenserende maatregelen, alsook intensieve onderwijskundige en orthopedagogische of orthodidactische ondersteuning, en de inzet van paramedisch, sociaal, medisch, psychologisch of orthopedagogisch personeel noodzakelijk zijn om de leerling binnen het gemeenschappelijk curriculum te blijven meenemen en de doelen van het gemeenschappelijk curriculum en de bijkomende doelen te bereiken en de reguliere studiebekrachtiging te behalen;c) welke aanpassingen, met toepassing van handelingsplanmatig werken en op basis van de onderwijsbehoeften en ondersteuningsbehoeften van de leerling, er voor welke onderdelen van het gemeenschappelijk curriculum nodig zijn, alsook op welke manier de intensieve onderwijskundige, orthopedagogische en orthodidactische ondersteuning en de inzet van paramedisch, sociaal, medisch, psychologisch of orthopedagogisch personeel zal worden ingezet bij de realisatie van het gemeenschappelijk curriculum;d) dat de onderwijsbehoeften van de leerling zijn omschreven met toepassing van een classificatiesysteem dat wetenschappelijk onderbouwd is en gebaseerd is op een interactionele visie en een sociaal model van handicap;e) dat de onderwijsbehoeften van de leerling niet louter toe te schrijven zijn aan een gelijkekansenindicator van de leerling als bepaald in artikel 225, § 1, 1°, 4° en 5° ;f) welk type voor de leerling van toepassing is als bepaald in artikel 259, § 1, 3° tot en met 8°, met uitzondering van 5°. § 3. Voor een leerling die overgaat van het buitengewoon basisonderwijs naar het buitengewoon secundair onderwijs of die voor het eerst naar school gaat en wil starten in opleidingsvorm 1, 2 of 3 van het buitengewoon secundair onderwijs wordt, in afwijking van paragraaf 2, 1°, a) en b), aangetoond dat de aanpassingen, waaronder remediërende, differentiërende, compenserende en dispenserende maatregelen, disproportioneel of onvoldoende zullen zijn om de leerling mee te nemen in een gemeenschappelijk curriculum in een school voor gewoon onderwijs.

Voor een leerling die overgaat van het buitengewoon basisonderwijs naar het buitengewoon secundair onderwijs of die voor het eerst naar school gaat en wil starten in opleidingsvorm 4 van het buitengewoon secundair onderwijs, wordt, in afwijking van paragraaf 2°, a) en b), aangetoond dat aanpassingen, waaronder remediërende, differentiërende, compenserende en dispenserende maatregelen, nodig zijn en intensieve onderwijskundige, orthopedagogische en orthodidactische ondersteuning en de inzet van paramedisch, sociaal, medisch, psychologisch of orthopedagogisch personeel noodzakelijk zijn om de leerling binnen het gemeenschappelijk curriculum te blijven meenemen en de doelen van het gemeenschappelijk curriculum te bereiken en de reguliere studiebekrachtiging te behalen.

Voor een leerling die voor het eerst naar school gaat en met een individueel aangepast curriculum wil starten in het gewoon onderwijs, wordt, in afwijking van paragraaf 2, 1°, a) en b), aangetoond dat de aanpassingen, waaronder remediërende, differentiërende, compenserende en dispenserende maatregelen, disproportioneel of onvoldoende zullen zijn om de leerling in het gemeenschappelijk curriculum mee te nemen en wordt, in afwijking van paragraaf 2, 1°, e), bepaald welk type voor de leerling van toepassing is als bepaald in artikel 259, § 1, 2°, 4°, 6° of 7°. Voor een leerling die voor het eerst naar school gaat en met een OV4-verslag het gemeenschappelijk curriculum wil volgen in het gewoon secundair onderwijs, wordt, in afwijking van paragraaf 2, 2°, a) en b), aangetoond dat aanpassingen, waaronder remediërende, differentiërende, compenserende en dispenserende maatregelen, nodig zijn en intensieve onderwijskundige, orthopedagogische en orthodidactische ondersteuning en de inzet van paramedisch, sociaal, medisch, psychologisch of orthopedagogisch personeel noodzakelijk zijn om de leerling binnen het gemeenschappelijk curriculum te blijven meenemen en de doelen van het gemeenschappelijk curriculum te bereiken en de reguliere studiebekrachtiging te behalen, en wordt, in afwijking van paragraaf 2, 2°, f), bepaald welk type voor de leerling van toepassing is als bepaald in artikel 259, § 1, 4°, 6° of 7°. § 4. Het IAC-verslag en het OV4-verslag bestaan telkens uit een attest en een protocol ter verantwoording. De Vlaamse Regering bepaalt wat het IAC-verslag en het OV4-verslag moeten inhouden. Het protocol ter verantwoording bevat de verantwoording van de elementen, vermeld in paragraaf 2 en, in voorkomend geval, in paragraaf 3.

Bij de opmaak van een IAC-verslag of OV4-verslag informeert het CLB de ouders en de leerling actief over het inschrijvingsrecht voor leerlingen met een IAC-verslag of OV4-verslag. § 5. Leerlingen kunnen alleen het buitengewoon onderwijs volgen van de opleidingsvorm en het type waarnaar ze in het IAC-verslag of het OV4-verslag georiënteerd worden, met uitzondering van de leerlingen van opleidingsvorm 4, type 5. § 6. Voor leerlingen die tijdens het schooljaar 2014-2015 met een inschrijvingsverslag ingeschreven waren in een school voor buitengewoon onderwijs, geldt paragraaf 2 alleen bij wijziging van onderwijsniveau, van type of bij de overgang van buitengewoon onderwijs naar gewoon onderwijs. § 7. Als niet meer voldaan is aan de voorwaarden, vermeld in paragraaf 2, 1°, b), of 2°, b) en c), heft het centrum voor leerlingenbegeleiding het IAC-verslag of OV4-verslag op.

Als een GC-verslag, IAC-verslag of OV4-verslag wordt opgemaakt voor een leerling die al beschikt over een IAC-verslag of OV4-verslag, vervalt dat IAC-verslag of OV4-verslag.

Als een centrum voor leerlingenbegeleiding voor een leerling met een IAC-verslag in het basisonderwijs, een GC-verslag, IAC-verslag of OV4-verslag opmaakt met het oog op een overgang van het basisonderwijs naar het secundair onderwijs, vervalt het IAC-verslag dat de leerling had in het basisonderwijs. § 8. Bij onenigheid tussen ouders, school en centrum voor leerlingenbegeleiding over het afleveren van het IAC-verslag of OV4-verslag kan, op initiatief van een van de betrokken partijen, een beroep gedaan worden op een Vlaamse Bemiddelingscommissie.

De Vlaamse Regering bepaalt de samenstelling, de bevoegdheden en de werkingsprincipes van die commissie. § 9. Als een leerling, die met toepassing van paragraaf 6 nog beschikt over een inschrijvingsverslag, overgaat van het buitengewoon secundair onderwijs naar het gewoon secundair onderwijs, heft het centrum voor leerlingenbegeleiding het inschrijvingsverslag op of maakt het, naargelang de situatie van de leerling, een GC-verslag, een IAC-verslag of een OV4-verslag op.

Als een leerling met een IAC-verslag of OV4-verslag overgaat van het buitengewoon secundair onderwijs naar het gewoon secundair onderwijs, heft het CLB, naargelang de situatie, het IAC-verslag of OV4-verslag op, maakt het een GC-verslag op of past het bestaande IAC-verslag of OV4-verslag aan. Aanpassingen aan IAC-verslagen en OV4-verslagen kunnen gebeuren met een addendum, voor- zien van de datum van opmaak. § 10. Leerlingen met een IAC-verslag of OV4-verslag in het gewoon secundair onderwijs, komen in aanmerking voor leersteun vanuit het leersteunmodel. § 11. In afwijking van paragraaf 2, 1°, e), en 2°, f), kan voor leerlingen in het gewoon onderwijs voor wie een handelingsgericht diagnostisch traject is afgerond met een vermoeden van een emotionele of gedragsstoornis waarvoor een aanbod in type 3 nodig is, eenmalig een voorlopig IAC-verslag type 3 of voorlopig OV4-verslag type 3 opgemaakt worden door het centrum voor leerlingenbegeleiding, ook al is niet voldaan aan de voorwaarden betreffende diagnostiek, vermeld in artikel 259, § 1, 3°. Een voorlopig IAC-verslag voldoet aan alle vereisten, vermeld in paragraaf 2, 1°, a) tot en met d). Een voorlopig OV4-verslag voldoet aan alle vereisten, vermeld in paragraaf 2, 2°, a) tot en met e).

De opmaak van een voorlopig IAC-verslag of voorlopig OV4-verslag leidt tot de inschrijving van de leerling in een school voor buitengewoon onderwijs type 3. In geval van onenigheid kunnen ouders een beroep doen op de Vlaamse Bemiddelingscommissie, vermeld in paragraaf 8.

Een voorlopig IAC-verslag of voorlopig OV4-verslag is geldig gedurende het lopende schooljaar. Als de diagnose, vermeld in artikel 259, § 1, 3°, nog niet beschikbaar is bij de start van het daaropvolgende schooljaar, kan het CLB het voorlopig IAC-verslag of voorlopig OV4-verslag uitzonderlijk met maximaal een schooljaar verlengen.

Als het handelingsgericht diagnostisch traject leidt tot een diagnose als vermeld in artikel 259, § 1, 3°, wordt het voorlopig IAC-verslag of voorlopig OV4-verslag opgeheven en wordt er een IAC-verslag opgesteld dat voldoet aan alle voorwaarden, vermeld in paragraaf 2, 1°, a) tot en met e), of een OV4-verslag dat voldoet aan alle voorwaarden, vermeld in paragraaf 2, 2°, a) tot en met f).

Als het handelingsgericht diagnostisch traject niet leidt tot een diagnose als vermeld in artikel 259, § 1, 3°, wordt het voorlopig IAC-verslag of voorlopig OV4-verslag opgeheven door het betrokken centrum voor leerlingenbegeleiding. Tenzij de ouders beslissen tot een inschrijving in een school voor gewoon onderwijs, behoudt de leerling het recht om in de school type 3 ingeschreven te blijven tot het einde van het lopende schooljaar. § 12. Verslagen voor toegang tot een individueel aangepast curriculum in het gewoon onderwijs of tot het buitengewoon onderwijs die zijn opgemaakt voor 1 september 2023, worden gelijkgesteld aan IAC-verslagen of OV4-verslagen, naargelang de opleidingsvorm.

Leerlingen die nog beschikken over een verslag van voor 1 september 2023, voldoen aan dezelfde voorwaarden en hebben dezelfde rechten als leerlingen met een IAC-verslag of OV4-verslag.".

Art. 176.In artikel 295/2, § 1, eerste lid, van dezelfde codex, ingevoegd bij het decreet van 17 mei 2019Relevante gevonden documenten type decreet prom. 14/02/2003 pub. 01/07/2003 numac 2003035650 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet betreffende het onderwijs XIV type decreet prom. 14/02/2003 pub. 16/07/2003 numac 2003035690 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet houdende de eindregeling van de begroting van de Vlaamse Gemeenschap en van instellingen van openbaar nut voor het begrotingsjaar 1999 sluiten7, wordt de zinsnede "verslag, zoals bepaald in artikel 294," vervangen door de zinsnede "IAC-verslag of OV4-verslag".

Art. 177.In artikel 296 van dezelfde codex, gewijzigd bij het decreet van 6 juli 2018Relevante gevonden documenten type decreet prom. 14/02/2003 pub. 01/07/2003 numac 2003035650 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet betreffende het onderwijs XIV type decreet prom. 14/02/2003 pub. 16/07/2003 numac 2003035690 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet houdende de eindregeling van de begroting van de Vlaamse Gemeenschap en van instellingen van openbaar nut voor het begrotingsjaar 1999 sluiten0, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in de bestaande tekst wordt de zinsnede "begeleiden, de leerlingen die op de eerste schooldag van oktober van het voorafgaande schooljaar in het kader van geïntegreerd onderwijs begeleid werden," vervangen door de zinsnede: "begeleidden in schooljaar 2016-2017, deze leerlingen mee";2° aan de bestaande tekst die een paragraaf 1 zal vormen, wordt een paragraaf 2 toegevoegd, die luidt als volgt: " § 2.Als een leersteuncentrum deel uitmaakt van een school voor buitengewoon secundair onderwijs als vermeld in artikel 20, § 2, van het decreet van 5 mei 2023 over leersteun, wordt de directie vrijgesteld van de gedeeltelijke lesopdracht als niet voldaan wordt aan de voorwaarde, vermeld in paragraaf 1, eerste lid.".

Art. 178.Onderafdeling 3/4 van deel V, titel 2, hoofdstuk 3, afdeling 1, bestaande uit artikel 314/8 en 314/9, het laatst gewijzigd bij het decreet van 8 juli 2022Relevante gevonden documenten type decreet prom. 10/07/2003 pub. 02/09/2003 numac 2003035932 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet houdende wijziging van het Podiumkunstendecreet van 18 mei 1999 type decreet prom. 10/07/2003 pub. 24/10/2003 numac 2003201478 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet betreffende het landschap basisonderwijs sluiten2, wordt opgeheven.

Art. 179.Artikel 330/3 van dezelfde codex, ingevoegd bij het decreet van 22 december 2017Relevante gevonden documenten type decreet prom. 18/05/1999 pub. 08/07/1999 numac 1999035787 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet houdende wijziging van het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode en van het decreet van 22 december 1995 houdende bepalingen tot begeleiding van de begroting 1996 type decreet prom. 18/05/1999 pub. 30/06/1999 numac 1999035744 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet houdende wijziging van de organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn type decreet prom. 18/05/1999 pub. 30/06/1999 numac 1999035806 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet houdende wijziging van de organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn sluiten8 en vervangen bij het decreet van 5 april 2019Relevante gevonden documenten type decreet prom. 14/02/2003 pub. 01/07/2003 numac 2003035650 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet betreffende het onderwijs XIV type decreet prom. 14/02/2003 pub. 16/07/2003 numac 2003035690 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet houdende de eindregeling van de begroting van de Vlaamse Gemeenschap en van instellingen van openbaar nut voor het begrotingsjaar 1999 sluiten6, wordt opgeheven.

Art. 180.In artikel 330/4 van dezelfde codex, ingevoegd bij het decreet van 9 juli 2021Relevante gevonden documenten type decreet prom. 14/02/2003 pub. 01/07/2003 numac 2003035650 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet betreffende het onderwijs XIV type decreet prom. 14/02/2003 pub. 16/07/2003 numac 2003035690 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet houdende de eindregeling van de begroting van de Vlaamse Gemeenschap en van instellingen van openbaar nut voor het begrotingsjaar 1999 sluiten9, wordt het woord "ondersteuners" telkens vervangen door het woord "leerondersteuners".

Art. 181.In artikel 334/2, § 3, van dezelfde codex, ingevoegd bij het decreet van 21 maart 2014Relevante gevonden documenten type decreet prom. 18/05/1999 pub. 08/07/1999 numac 1999035787 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet houdende wijziging van het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode en van het decreet van 22 december 1995 houdende bepalingen tot begeleiding van de begroting 1996 type decreet prom. 18/05/1999 pub. 30/06/1999 numac 1999035744 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet houdende wijziging van de organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn type decreet prom. 18/05/1999 pub. 30/06/1999 numac 1999035806 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet houdende wijziging van de organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn sluiten3, worden de woorden "individuele handelingsplanning" vervangen door de zinsnede "het individueel aangepaste curriculum, vermeld in artikel 122/1/0".

Art. 182.In artikel 350 van dezelfde codex wordt het tweede lid, ingevoegd bij het decreet van 21 maart 2014Relevante gevonden documenten type decreet prom. 18/05/1999 pub. 08/07/1999 numac 1999035787 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet houdende wijziging van het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode en van het decreet van 22 december 1995 houdende bepalingen tot begeleiding van de begroting 1996 type decreet prom. 18/05/1999 pub. 30/06/1999 numac 1999035744 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet houdende wijziging van de organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn type decreet prom. 18/05/1999 pub. 30/06/1999 numac 1999035806 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet houdende wijziging van de organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn sluiten3, vervangen door wat volgt: "In opleidingsvorm 4 wordt een gemeenschappelijk curriculum van het gewoon voltijds secundair onderwijs gevolgd. Dat gemeenschappelijk curriculum wordt aangepast volgens de onderwijsbehoeften en ondersteuningsbehoeften van de leerlingen, rekening houdend met de bepalingen van artikel 122/1/1.".

Art. 183.Artikel 352 van dezelfde codex, het laatst gewijzigd bij het decreet van 9 juli 2021Relevante gevonden documenten type decreet prom. 14/02/2003 pub. 01/07/2003 numac 2003035650 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet betreffende het onderwijs XIV type decreet prom. 14/02/2003 pub. 16/07/2003 numac 2003035690 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet houdende de eindregeling van de begroting van de Vlaamse Gemeenschap en van instellingen van openbaar nut voor het begrotingsjaar 1999 sluiten9, wordt vervangen door wat volgt: "

Art. 352.§ 1. Om als school voor gewoon secundair onderwijs in aanmerking te komen voor leersteun vanuit het leersteunmodel, is voor leerlingen het doorlopen van een handelingsgericht diagnostisch traject met de opmaak van een GC-verslag door een centrum voor leerlingenbegeleiding vereist, tenzij ze al beschikken over een IAC-verslag of OV4-verslag. In een GC-verslag wordt: 1° gemotiveerd dat met toepassing van de principes, vermeld in artikel 136/2, de fasen van brede basiszorg en verhoogde zorg werden doorlopen en dat het inzetten van de leersteun, in combinatie met compenserende of dispenserende maatregelen, nodig en voldoende geacht wordt om de leerling een gemeenschappelijk curriculum te laten volgen;2° omschreven welke specifieke deskundigheid vereist is vanuit een of meer van de types, vermeld in artikel 259, § 1, 1° tot en met 4°, en 6° tot en met 8°. In afwijking van het eerste lid kan een CLB een GC-verslag opmaken op basis van een handelingsgericht advies indien het door het CLB reeds doorlopen traject met de school, de leerling en de ouders voldoende informatie biedt.

De Vlaamse Regering bepaalt de verdere inhoud en modaliteiten van het GC-verslag. § 2. Het GC-verslag wordt geregistreerd in het multidisciplinair dossier van de leerling. § 3. Bij wijziging van het onderwijsniveau of van het type, vermeld in paragraaf 1, 2°, wordt een nieuw GC-verslag opgesteld. § 4. Als niet meer voldaan is aan de criteria, vermeld in paragraaf 1, eerste lid, 1° of 2°, heft het centrum voor leerlingenbegeleiding het GC-verslag op. Als een centrum voor leerlingenbegeleiding voor een leerling met een GC-verslag, een GC-verslag of IAC-verslag opmaakt in functie van een overgang van het basisonderwijs naar het secundair onderwijs, vervalt het GC-verslag dat de leerling had in het basisonderwijs. § 5. Gemotiveerde verslagen die zijn opgemaakt voor 1 september 2023, worden gelijkgesteld aan GC-verslagen. Leerlingen die nog beschikken over een gemotiveerd verslag van voor 1 september 2023, voldoen aan dezelfde voorwaarden en hebben dezelfde rechten als leerlingen met een GC-verslag.".

Art. 184.In artikel 357 van dezelfde codex, het laatst gewijzigd bij het decreet van 3 juli 2020Relevante gevonden documenten type decreet prom. 14/02/2003 pub. 01/07/2003 numac 2003035650 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet betreffende het onderwijs XIV type decreet prom. 14/02/2003 pub. 16/07/2003 numac 2003035690 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet houdende de eindregeling van de begroting van de Vlaamse Gemeenschap en van instellingen van openbaar nut voor het begrotingsjaar 1999 sluiten8, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° aan paragraaf 1 worden een tweede en derde lid toegevoegd, die luiden als volgt: "In afwijking van het eerste lid, kunnen leerlingen die ingeschreven zijn in het buitengewoon secundair onderwijs en die, met toepassing van artikel 136/1, onderwijsactiviteiten volgen in het gewoon secundair onderwijs, tijdens die activiteiten speciale onderwijsmiddelen ter beschikking krijgen, als ze de vorm aannemen van tolken Vlaamse gebarentaal of een andere gebarentaal of schrijftolken. In afwijking van het eerste lid, kunnen leerlingen die ingeschreven zijn in het buitengewoon secundair onderwijs en die een stage of sociaal maatschappelijke training volgen, tijdens het werkplekleren speciale onderwijsmiddelen ter beschikking krijgen, als ze de vorm aannemen van tolken Vlaamse gebarentaal of een andere gebarentaal of schrijftolken."; 2° een paragraaf 4/1 wordt ingevoegd, die luidt als volgt: " § 4/1.Als de speciale onderwijsleermiddelen, vermeld in paragraaf 1, de vorm aannemen van een omzetting van leermaterialen voor blinde en slechtziende leerlingen, kan de Vlaamse Regering daarvoor middelen ter beschikking stellen binnen de beschikbare begrotingskredieten.

De Vlaamse Regering bepaalt de verdere voorwaarden voor de werking van een productiehuis voor omzetting van leermaterialen voor blinde en slechtziende leerlingen.".

Art. 185.In artikel 357/66, vijfde lid, van dezelfde codex, ingevoegd bij het decreet van 30 november 2018Relevante gevonden documenten type decreet prom. 14/02/2003 pub. 01/07/2003 numac 2003035650 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet betreffende het onderwijs XIV type decreet prom. 14/02/2003 pub. 16/07/2003 numac 2003035690 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet houdende de eindregeling van de begroting van de Vlaamse Gemeenschap en van instellingen van openbaar nut voor het begrotingsjaar 1999 sluiten1, wordt het woord "handelingsplan" vervangen door de zinsnede "individueel aangepast curriculum, vermeld in artikel 122/1/0 of het gemeenschappelijke curriculum met intensieve ondersteuning, vermeld in artikel 122/1/1". Afdeling 8. - Wijziging van het decreet van 21 maart 2014Relevante gevonden documenten type decreet prom. 18/05/1999 pub. 08/07/1999 numac 1999035787 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet houdende wijziging van het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode en van het decreet van 22 december 1995 houdende bepalingen tot begeleiding van de begroting 1996 type decreet prom. 18/05/1999 pub. 30/06/1999 numac 1999035744 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet houdende wijziging van de organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn type decreet prom. 18/05/1999 pub. 30/06/1999 numac 1999035806 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet houdende wijziging van de organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn sluiten3 betreffende

maatregelen voor leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften

Art. 186.In artikel VI.1 van het decreet van 21 maart 2014Relevante gevonden documenten type decreet prom. 18/05/1999 pub. 08/07/1999 numac 1999035787 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet houdende wijziging van het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode en van het decreet van 22 december 1995 houdende bepalingen tot begeleiding van de begroting 1996 type decreet prom. 18/05/1999 pub. 30/06/1999 numac 1999035744 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet houdende wijziging van de organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn type decreet prom. 18/05/1999 pub. 30/06/1999 numac 1999035806 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet houdende wijziging van de organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn sluiten3 betreffende maatregelen voor leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften, gewijzigd bij het decreet van 19 december 2014, worden paragraaf 1 en 2 opgeheven. Afdeling 9. - Wijziging van het decreet van 27 april 2018Relevante gevonden documenten type decreet prom. 18/05/1999 pub. 08/07/1999 numac 1999035787 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet houdende wijziging van het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode en van het decreet van 22 december 1995 houdende bepalingen tot begeleiding van de begroting 1996 type decreet prom. 18/05/1999 pub. 30/06/1999 numac 1999035744 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet houdende wijziging van de organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn type decreet prom. 18/05/1999 pub. 30/06/1999 numac 1999035806 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet houdende wijziging van de organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn sluiten9 betreffende

de leerlingenbegeleiding in het basisonderwijs, het secundair onderwijs en de centra voor leerlingenbegeleiding

Art. 187.Artikel 16, § 3, van het decreet van 27 april 2018Relevante gevonden documenten type decreet prom. 18/05/1999 pub. 08/07/1999 numac 1999035787 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet houdende wijziging van het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode en van het decreet van 22 december 1995 houdende bepalingen tot begeleiding van de begroting 1996 type decreet prom. 18/05/1999 pub. 30/06/1999 numac 1999035744 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet houdende wijziging van de organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn type decreet prom. 18/05/1999 pub. 30/06/1999 numac 1999035806 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet houdende wijziging van de organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn sluiten9 betreffende de leerlingenbegeleiding in het basisonderwijs, het secundair onderwijs en de centra voor leerlingenbegeleiding, ingevoegd bij het decreet van 5 april 2019Relevante gevonden documenten type decreet prom. 14/02/2003 pub. 01/07/2003 numac 2003035650 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet betreffende het onderwijs XIV type decreet prom. 14/02/2003 pub. 16/07/2003 numac 2003035690 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet houdende de eindregeling van de begroting van de Vlaamse Gemeenschap en van instellingen van openbaar nut voor het begrotingsjaar 1999 sluiten6, wordt vervangen door wat volgt: " § 3. De centra maken netoverstijgend afspraken om onafhankelijke bemiddeling mogelijk te maken voor leerlingen of ouders over het ondersteuningsaanbod in functie van de leerling met specifieke onderwijsbehoeften.

De onafhankelijke bemiddeling wordt ingezet op verzoek van leerlingen of ouders als ze klachten hebben over: 1° de redelijke aanpassingen door de school en in voorkomend geval de afweging van redelijke aanpassingen;2° de leersteun vanuit het leersteuncentrum;3° een GC-verslag, een IAC-verslag of een OV4-verslag. De onafhankelijke bemiddeling kan alleen ingezet worden als de leerling of de ouders de klacht eerst rechtstreeks met de betrokken medewerkers van het centrum, van de school waar de leerling is ingeschreven, hebben besproken. Dat houdt het volgende in: 1° bij klachten over redelijke aanpassingen door de school wordt eerst de betrokken school aangesproken, met ondersteuning van de betrokken medewerkers van het centrum van de school waar de leerling is ingeschreven.Bij klachten over de afweging van redelijke aanpassingen worden eerst de betrokken medewerkers van het centrum van de school waar de leerling is ingeschreven, aangesproken; 2° bij klachten over de leersteun van het leersteuncentrum wordt eerst het betrokken leersteuncentrum aangesproken, met ondersteuning van de betrokken medewerkers van het centrum van de school waar de leerling is ingeschreven;3° bij klachten over een GC-verslag, een IAC-verslag of een OV4-verslag worden eerst de betrokken medewerkers van het centrum van de school waar de leerling is ingeschreven, aangesproken.Als dat niet leidt tot een gewenst resultaat, volgt de leerling of de ouders de klachtenprocedure van het centrum waarmee de school, waar de leerling is ingeschreven, samenwerkingsafspraken heeft.

Een ander centrum voor leerlingenbegeleiding kan finaal optreden als onafhankelijke bemiddelaar.

Met behoud van de toepassing van het eerste tot en met vierde lid wordt vanaf 1 september 2023 bemiddeling opgenomen als bijkomend thema voor de netoverstijgende regionale ondersteuningscel.".

Art. 188.In artikel 40, § 3, tweede lid, van hetzelfde decreet worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in punt 1° worden de woorden "verslag of inschrijvingsverslag met het oog op het volgen van een individueel aangepast curriculum of toegang tot het buitengewoon onderwijs" vervangen door de zinsnede "IAC-verslag of OV4-verslag";2° in punt 2° worden de woorden "gemotiveerd verslag of inschrijvingsverslag met het oog op ondersteuning in het gewoon onderwijs" vervangen door de zinsnede "GC-verslag";3° in punt 3° worden de woorden "gemotiveerde verslag" vervangen door de zinsnede "GC-verslag"; 4° er wordt een punt 4° toegevoegd, dat luidt als volgt: "4° het aantal leerlingen met een inschrijvingsverslag in het buitengewoon onderwijs wordt vermenigvuldigd met de coëfficiënt 3.". Afdeling 10. - Wijziging van het decreet tot het nemen van dringende

maatregelen in het onderwijs naar aanleiding van de Oekraïnecrisis en tot wijziging van het decreet van 15 juni 2007Relevante gevonden documenten type decreet prom. 15/06/2007 pub. 31/08/2007 numac 2007036482 bron vlaamse overheid Decreet betreffende het volwassenenonderwijs sluiten betreffende het volwassenenonderwijs voor leerlingen en studenten die ressorteren onder richtlijn 2001/55/EG van de Raad van 20 juli 2001 betreffende minimumnormen voor het verlenen van tijdelijke bescherming in geval van massale toestroom van ontheemden en maatregelen ter bevordering van een evenwicht tussen de inspanning van de lidstaten voor de opvang en het dragen van de consequenties van de opvang van deze personen-(II) van 3 juni 2022

Art. 189.Artikel 28 van het decreet van 3 juni 2022Relevante gevonden documenten type decreet prom. 10/07/2003 pub. 02/09/2003 numac 2003035932 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet houdende wijziging van het Podiumkunstendecreet van 18 mei 1999 type decreet prom. 10/07/2003 pub. 24/10/2003 numac 2003201478 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet betreffende het landschap basisonderwijs sluiten5 tot het nemen van dringende maatregelen in het onderwijs naar aanleiding van de Oekraïnecrisis en tot wijziging van het decreet van 15 juni 2007Relevante gevonden documenten type decreet prom. 15/06/2007 pub. 31/08/2007 numac 2007036482 bron vlaamse overheid Decreet betreffende het volwassenenonderwijs sluiten betreffende het volwassenenonderwijs voor leerlingen en studenten die ressorteren onder richtlijn 2001/55/EG van de Raad van 20 juli 2001 betreffende minimumnormen voor het verlenen van tijdelijke bescherming in geval van massale toestroom van ontheemden en maatregelen ter bevordering van een evenwicht tussen de inspanning van de lidstaten voor de opvang en het dragen van de consequenties van de opvang van deze personen-(II) wordt opgeheven.

Art. 190.Artikel 40 van hetzelfde decreet wordt opgeheven.

Art. 191.In hetzelfde decreet wordt een nieuw hoofdstuk 12/1 ingevoegd, waarvan het opschrift luidt als volgt: "Hoofdstuk 12/1. Afwijkingen van het decreet van 5 mei 2023 over leersteun".

Art. 192.In hetzelfde decreet wordt in het nieuwe hoofdstuk 12/1, ingevoegd bij artikel 191, een artikel 45/1 ingevoegd, dat luidt als volgt: "

Art. 45/1.§ 1. In aanvulling op artikel 42 en 43 van het decreet van 5 mei 2023 over leersteun wordt voor het schooljaar x-x+1 vanaf het schooljaar 2023-2024 bijkomende omkadering toegekend aan de leersteuncentra, vermeld in artikel 7, 8 en 9 van het decreet van 5 mei 2023 over leersteun, per leerling die een school voor gewoon onderwijs die aangesloten is bij het leersteuncentrum, op de eerste schooldag van oktober x meer telt dan op de teldag van de eerste schooldag van februari x, als die leerling aan de volgende voorwaarden voldoet: 1° ressorteren onder een uitvoeringsbesluit van de Raad van de Europese Unie tot vaststelling van het bestaan van een massale toestroom van ontheemden in de zin van artikel 5 van richtlijn 2001/55/EG, en tot invoering van tijdelijke bescherming naar aanleiding daarvan;2° voor het basisonderwijs: beschikken over een GC-verslag als vermeld in artikel 16 van het decreet basisonderwijs van 25 februari 1997 of over een IAC-verslag als vermeld in artikel 15 van hetzelfde decreet, type basisaanbod, 3 en 9 als vermeld in respectievelijk artikel 10, § 1, eerste lid, 1°, 3° en 8°, van hetzelfde decreet;3° voor het secundair onderwijs: beschikken over een GC-verslag als vermeld in artikel 352 van de Codex Secundair Onderwijs van 17 december 2010 of over een IAC-verslag of OV4-verslag als vermeld in artikel 294 van dezelfde codex, type basisaanbod, 3 en 9 als vermeld in respectievelijk artikel 259, § 1, 1°, 3° en 8°, van dezelfde codex. De bijkomende omkadering per leerling bedraagt: 1° 7,65 punten voor leerlingen met een GC-verslag of IAC-verslag type basisaanbod, 3 en 9 als vermeld in artikel 10, § 1, eerste lid, 1°, 3° en 8°, van het decreet basisonderwijs van 25 februari 1997;2° 8,2 punten voor leerlingen met een GC-verslag, IAC-verslag of OV4-verslag type basisaanbod, 3 en 9 als vermeld in artikel 259, § 1, 1°, 3° en 8°, van de Codex Secundair Onderwijs van 17 december 2010. § 2. In aanvulling op artikel 42 en 43 van het decreet van 5 mei 2023 over leersteun wordt voor het schooljaar x-x+1 vanaf het schooljaar 2023-2024 bijkomende omkadering toegekend aan de leersteuncentra, vermeld in artikel 7, 8 en 9 van het decreet van 5 mei 2023 over leersteun, per leerling die een school voor gewoon onderwijs die aangesloten is bij het leersteuncentrum, op de eerste schooldag van oktober x meer telt dan op de teldag van de eerste schooldag van februari x, als die leerling aan de volgende voorwaarden voldoet: 1° voor het basisonderwijs: a) anderstalige nieuwkomer zijn als vermeld in artikel 3, 4° quater, van het decreet basisonderwijs van 25 februari 1997, met uitzondering van de leeftijdsvereisten, vermeld in artikel 3, 4° quater, a), van hetzelfde decreet, en niet ressorteren onder een uitvoeringsbesluit van de Raad van de Europese Unie tot vaststelling van het bestaan van een massale toestroom van ontheemden in de zin van artikel 5 van richtlijn 2001/55/ EG, en tot invoering van tijdelijke bescherming naar aanleiding daarvan;b) beschikken over een GC-verslag als vermeld in artikel 16 van het decreet basisonderwijs van 25 februari 1997 of over een IAC-verslag als vermeld in artikel 15 van hetzelfde decreet, type basisaanbod, 3 en 9 als vermeld in respectievelijk artikel 10, § 1, eerste lid, 1°, 3° en 8°, van hetzelfde decreet;2° voor het secundair onderwijs: a) anderstalige nieuwkomer zijn als vermeld in artikel 3, 2° /1, van dezelfde codex en niet ressorteren onder een uitvoeringsbesluit van de Raad van de Europese Unie tot vaststelling van het bestaan van een massale toestroom van ontheemden in de zin van artikel 5 van richtlijn 2001/55/EG, en tot invoering van tijdelijke bescherming naar aanleiding daarvan;b) beschikken over een GC-verslag als vermeld in artikel 352 van de Codex Secundair Onderwijs van 17 december 2010 of over een IAC-verslag of OV4-verslag als vermeld in artikel 294 van dezelfde codex, type basisaanbod, 3 en 9 als vermeld in respectievelijk artikel 259, § 1, 1°, 3° en 8°, van dezelfde codex. De bijkomende omkadering per leerling bedraagt: 1° 7,65 punten voor leerlingen met een GC-verslag of IAC-verslag type basisaanbod, 3 en 9 als vermeld in artikel 10, § 1, eerste lid, 1°, 3° en 8°, van het decreet basisonderwijs van 25 februari 1997;2° 8,2 punten voor leerlingen met een GC-verslag, IAC-verslag of OV4-verslag type basisaanbod, 3 en 9 als vermeld in artikel 259, § 1, 1°, 3° en 8°, van de Codex Secundair Onderwijs van 17 december 2010. § 3. De bijkomende punten, berekend volgens paragraaf 1 en 2, worden over de scholen voor gewoon onderwijs heen die tot hetzelfde leersteuncentrum behoren, als volgt afgerond: als het eerste cijfer na de komma groter is dan vier, wordt er afgerond naar het hogere geheel getal en als het eerste cijfer na de komma kleiner is dan of gelijk is aan vier, wordt er afgerond naar het lagere geheel getal. § 4. De bijkomende punten, vermeld in paragraaf 1 tot en met 3, worden door de leersteuncentra aangewend conform de bepalingen van het decreet van 5 mei 2023 over leersteun. De betrekkingen die georganiseerd worden met de bijkomende punten komen niet in aanmerking voor vacantverklaring en het schoolbestuur kan in geen geval een personeelslid vast benoemen, affecteren of muteren in die betrekkingen. § 5. Voor de leerlingen, vermeld in paragraaf 1 en 2, wordt een bijkomend werkingsbudget toegekend met toepassing van artikel 51 van het decreet van 5 mei 2023 over leersteun.".

Art. 193.In hetzelfde decreet wordt in artikel 46, eerste lid, de zinsnede "Artikel 28, 40 en 45" vervangen door de zinsnede "Artikel 45 en 45/1". HOOFDSTUK 5. - Inwerkingtreding

Art. 194.Dit decreet treedt in werking op 1 september 2023, met uitzondering van artikel 189 tot en met 193, die in werking treden op de dag na de bekendmaking ervan in het Belgisch Staatsblad, en artikel 132, dat in werking treedt op 1 januari 2024.

Artikel 4, 19, 20, 21, 22, 69 en 83 hebben uitwerking met ingang van 1 februari 2023.

Kondigen dit decreet af, bevelen dat het in het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.

Brussel, 5 mei 2023.

De minister-president van de Vlaamse Regering, J. JAMBON De Vlaamse minister van Onderwijs, Sport, Dierenwelzijn en Vlaamse Rand, B. WEYTS _______ Nota (1) Zitting 2022-2023 Documenten: - Ontwerp van decreet : 1634 - Nr.1 - Amendementen : 1634 - Nr. 2 - Advies van de Gegevensbeschermingsautoriteit : 1634 - Nr. 3 - Verslag : 1634 - Nr. 4 - Tekst aangenomen door de plenaire vergadering : 1634 - Nr. 5 Handelingen - Bespreking en aanneming: Vergadering van 3 mei 2023.

^